Borst- en flesvoeding in de eerste 4 levensmaanden van 4438 zuigelingen*
|
|
- Mathijs Pieters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oorspronkelijke stukken Borst- en flesvoeding in de eerste 4 levensmaanden van 4438 zuigelingen* a.m.w.bulk-bunschoten, p.c.m.pasker-de jong, s.van bodegom, j.d.reerink en c.j.de groot Honderd jaar geleden vormde de hoge zuigelingensterfte de basis voor de oprichting van het eerste consultatiebureau voor zuigelingen. 1 Men richtte zich bij de bestrijding van de zuigelingensterfte op twee aspecten: hygiëne en voeding. Nog steeds is voedingsadvisering een belangrijke taak op het consultatiebureau. Met name geldt dit voor het stimuleren van het geven van borstvoeding. Toch wordt borstvoeding in Nederland ten opzichte van enkele andere West-Europese landen maar voor korte tijd gegeven. In Nederland begint 75% van de moeders bij de geboorte van hun kind met het geven van borstvoeding. Als de zuigeling 3 maanden is, geeft in Nederland nog slechts 25% van de moeders volledige borstvoeding, terwijl in de Scandinavische landen meer dan 8% van de moeders dit doet en in Engeland 46%. 2-4 In Frankrijk, Schotland en Ierland daarentegen is het percentage borstvoeding lager dan in Nederland. Hier begint op de dag van de geboorte respectievelijk slechts 52, 5 en 36% van de moeders met het geven van gehele of gedeeltelijke borstvoeding. 5-7 In België is de situatie vergelijkbaar met die in ons land. 8 De redenen waarom in Nederland zo kort borstvoeding wordt gegeven, zijn onbekend. Daarom en om tot een betere voedingsadvisering bij zuigelingen te komen, is in 1998 onder auspiciën van de Landelijke Federatie van Consultatiebureau-artsenverenigingen onderzoek verricht naar het geven van borstvoeding en de redenen van voedingswisselingen in de eerste 4 levensmaanden. In dit artikel beperken wij ons tot de bevindingen over het geven van borstvoeding. Borstvoeding is voeding met moedermelk, al dan niet afgekolfd. Ook moedermelk in combinatie met flesvoeding werd als borstvoeding gerubriceerd. methode Voor deelname aan het onderzoek hadden zich 121 van de ongeveer 1 Nederlandse consultatiebureau-artsen *Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Acta Paediatrica (21; 9:147-53) met als titel Reluctance to continue breastfeeding in The Netherlands. Landelijke Federatie van Consultatiebureau-artsenverenigingen, Amsterdam. Mw.A.M.W.Bulk-Bunschoten, jeugdarts; mw.s.van Bodegom en mw. dr.j.d.reerink, consultatiebureau-artsen. Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Epidemiologie en Biostatistiek, Nijmegen. Mw.dr.P.C.M.Pasker-de Jong, epidemioloog. Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, locatie Emma Kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Amsterdam. Prof.dr.C.J.de Groot, kinderarts. Correspondentieadres: mw.a.m.w.bulk-bunschoten, Keizer Karelweg 428, 1181 RL Amstelveen (amwbulk@worldonline.nl). samenvatting Doel. Inventarisatie van het gebruik van borst- en flesvoeding en van de beweegredenen om borstvoeding af te bouwen in de eerste 4 levensmaanden. Opzet. Beschrijvend. Methode. 121 consultatiebureau-artsen werkzaam bij 4 zorgorganisaties verspreid over het land noteerden gegevens van alle zuigelingen van -3 maanden die in de periode 1 april- 3 juni 1998 voor het eerst een zuigelingenbureau van deze artsen bezochten: demografische gegevens van de moeder, het kind en het consultatiebureau, de voeding op de dag van de geboorte en op de leeftijd van 2 weken, wijzigingen in voeding tot op de leeftijd van 4 maanden en de redenen daarvoor. Resultaten. Van de 4438 zuigelingen (51% jongens en 49% meisjes) kreeg 76% op de dag van de geboorte borstvoeding, alleen of in combinatie met flesvoeding. Op de leeftijd van 2 maanden was dit 51% en op de leeftijd van 4 maanden 33%. Borstvoeding werd meer gestopt vanwege kindgebonden (63%) dan vanwege moedergebonden redenen (46%). De meest voorkomende kindgebonden reden was het idee van de moeder dat de baby honger had (24%). De daarna meest voorkomende redenen waren huilen (12%) en darmkrampen (8%). De voornaamste moedergebonden redenen om geheel of gedeeltelijk te stoppen met borstvoeding waren werkhervatting (2%), lichamelijke problemen (8%) en het gevoel van beperking in de persoonlijke vrijheid (7%). 71% van de moeders nam zelf het initiatief om te stoppen met borstvoeding. aangemeld, nadat hiertoe een oproep in vakbladen was gedaan. De consultatiebureau-artsen waren werkzaam bij 4 van de 63 zorgorganisaties, met een spreiding over provincies en over stad en platteland. Alle zuigelingen van -3 maanden die in de periode 1 april-3 juni 1998 voor het eerst een zuigelingenbureau van deze artsen bezochten, werden geïncludeerd. Zij werden gevolgd tot zij 4 maanden oud waren, tot uiterlijk 31 oktober Bij het eerste bezoek aan het consultatiebureau, gewoonlijk als de zuigeling 4 weken oud was, werd een aantal demografische gegevens van de moeder, het kind en het consultatiebureau vastgelegd, evenals de voeding op de dag van de geboorte en op de leeftijd van 2 weken. Tevens werden de wijzigingen in voeding voorafgaand aan dit eerste bezoek vastgelegd. Vervolgens werden bij elk bezoek aan het consultatiebureau, tot op de leeftijd van 4 maanden, alle voedingsveranderingen, de leeftijd bij verandering en de redenen tot verandering vastgelegd. Deze laatste werden opgesplitst in redenen die verband hielden met de groei en het gedrag van het kind (kindgebonden), redenen die met de gezondheid en het sociale leven van de moeder te maken hadden (moedergebonden), en andere rede- 228 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(43)
2 nen. Er werd niet gecontroleerd of de redenen overeenkwamen met in de medische praktijk gehanteerde definities. Als ouders bijvoorbeeld obstipatie als reden noemden om van voeding te veranderen, werd dit zonder verdere navraag genoteerd. In een steekproef onder 11 consultatiebureau-artsen werd bepaald hoeveel ouders weigerden deel te nemen aan het onderzoek. De demografische gegevens van de studiepopulatie werden vergeleken met de beschikbare Nederlandse gegevens in Statistische analyse. Het onderzoek had een beschrijvend karakter. Prevalenties van kinderen met specifieke voedingen op specifieke momenten werden berekend. De samenhang van determinanten met het wijzigen van voeding en het op eigen initiatief van ouders wijzigen van voeding werd uitgedrukt in oddsratio s. Daartoe werd eerst univariaat gekeken welke factoren een samenhang hadden met het (blijven) geven van borstvoeding en vervolgens werden deze in een multivariaat model geanalyseerd om te corrigeren voor vertekening. resultaten In de steekproef weigerden 2 van de 5 gevraagde ouders (,4%) deel te nemen aan het onderzoek. Er werden 4438 zuigelingen in het onderzoek opgenomen. De uitval tijdens de onderzoeksperiode was 1,2% (n = 53), meestal vanwege verhuizing (n = 23). Onze studiepopulatie woonde vaker in een stad dan de Nederlandse bevolking (tabel 1); dit komt overeen met het ons bekende gegeven dat vrouwen in de leeftijdsklasse van 2-4 jaar vaker stedelijk wonen dan de totale populatie. Borstvoeding. In figuur 1 is per week het gebruik van borstvoeding en flesvoeding aangegeven. De afname in het geven van borstvoeding vertoonde een vloeiende lijn, ook in de eerste levensweken. De combinatie van borst- en flesvoeding werd gemiddeld 1,1 week toegepast. Vast voedsel werd op de leeftijd van 4 maanden door 83 zuigelingen (< 2%) gebruikt. Het beginnen met borstvoeding hing vooral samen met de opleiding van de moeder (tabel 2). Hoe hoger de opleiding, des te vaker werd borstvoeding gegeven. Voor de duur van de borstvoeding was pariteit een belangrijke factor. Hoe hoger de pariteit, hoe langer borstvoeding werd gegeven. Nederlandstalige moeders begonnen minder en gingen vooral minder lang door met het geven van borstvoeding dan moeders met een andere moedertaal. In de 3 zuidelijke provincies bleek dat niet alleen minder moeders beginnen met borstvoeding, maar zij gaan er ook korter mee door. In de oostelijke provincies werd het vaakst borstvoeding gegeven. Het geslacht van de baby was niet van belang bij het geven van borstvoeding. Voedingswisselingen. Er waren 5687 voedingswisselingen in de eerste 17 weken. Wisselingen betroffen het geheel of gedeeltelijk stoppen met borstvoeding en het veranderen van soorten en merken flesvoeding. Bij 132 van de 4384 zuigelingen (3%) vond in de eerste 4 levensmaanden geen voedingswisseling plaats. TABEL 1. Demografische gegevens van moeders en hun 4438 zuigelingen van -3 maanden in de periode 1 april-3 juni 1998 en de landelijke gegevens uit 1998, alsmede het aantal kinderen (%) dat borstvoeding kreeg op de leeftijd van 3 maanden aantal (%) Nederland borstvoeding 1998* na 3 mnd (%) moeders leeftijd in jaren (n = 4 297) < (3,1) (1,) 58 (43,7) (7,8) (8,2) 113 (33,8) (31,5) (3,7) 46 (34,) (4,4) (41,5) 733 (42,2) (15,4) (16,3) 368 (55,6) 4 77 (1,8) (2,3) 38 (49,4) pariteit (n = 4 289) (43,) (47,1) 69 (37,4) (38,7) (35,) 665 (4,1) (12,7) (12,5) 276 (5,6) 4 of meer 24 (5,6) (5,4) 138 (57,4) voltooide opleiding (n = 4 342) lo of minder 261 (6,) (7,2) 111 (42,6) lbo, mavo (29,6) (19,8) 379 (29,5) mbo, havo, vwo (38,9) (46,5) 648 (38,4) hbo, universiteit 1 18 (25,5) (24,8) 647 (58,4) moedertaal (n = 4 291) Nederlands (86,7) (39,6) niet-nederlands 572 (13,3). 327 (54,5) regio (n = 4 433) West 2 17 (45,5) (45,3) 867 (43,) Noord 129 (2,9) (9,9) 51 (39,8) Midden, Oost 1 25 (28,2) (22,6) 562 (45,) Zuid 1 37 (23,4) (23,2) 355 (34,2) postcode van consultatiebureau (n = 4 293) zeer sterk verstedelijkt (31,9) (17,5) 618 (45,1) sterk verstedelijkt 846 (19,7) (25,2) 328 (38,8) matig verstedelijkt 776 (18,1) (2,3) 319 (41,1) weinig verstedelijkt 889 (2,7) (21,5) 372 (41,9) platteland 411 (9,6) (15,3) 147 (35,8) kinderen geslacht (n = 4 437) jongen (51,1) (51,1) 958 (42,3) meisje (48,9) (48,9) 893 (41,1) geboortegewicht in g (n = 4 438) (1,7) 23 (3,6) (3,5) } (5,6) 46 (29,7) (92,6) (92,2) 1 73 (42,1) (2,2) (2,3) 46 (47,9) zwangerschapsduur in weken (n = 4 36) (,8) (,8) 16 (45,5) (4,4) (4,) 51 (26,4) (85,8) (89,7) (41,2) (8,9) (5,5) 175 (44,9) n = aantal moeders met beschikbare gegevens. *Bronnen: Centraal Bureau voor de Statistiek en Landelijke Verloskunde Registratie(LVR)-1 en -2. Gemiddelde leeftijd bij eerste consultatiebureaubezoek was 3,4 jaar (SD: 4,5); voor Nederland is dat 3,6 jaar. Betreft vrouwen van 3-34 jaar. Gemiddeld geboortegewicht in g voor jongens 3487 (SD: 551); voor meisjes 3347 (SD: 529). Gemiddelde zwangerschapsduur in weken (SD): 39,6 (1,7); voor Nederland is dat 39,6. Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(43) 229
3 percentage leeftijd (in weken) figuur 1. Borstvoeding ( ) en flesvoeding ( ) in de eerste 17 levensweken van 4438 zuigelingen van -3 maanden in de periode 1 april-31 oktober Moeders van niet-nederlandse afkomst gaven na de start met borstvoeding de combinatie van moedermelk en flesvoeding gemiddeld 2,2 weken langer dan moeders van Nederlandse afkomst (3,3 versus 1,1 week). De redenen om met borstvoeding te stoppen waren meer kindgebonden (2539/43; 63%) dan moedergebonden (1854/43; 46%). In 685/43 gevallen (17%) ging het om combinaties van kindgebonden, moedergebonden en andere redenen. De onderverdeling van de moedergebonden redenen om met volledige borstvoeding te stoppen, is weergegeven in figuur 2. Naast werkhervatting en lichamelijke problemen, zoals tepelkloven, waren twijfel van de moeder over het hebben van voldoende voedzame melk en vooral beperking van de persoonlijke vrijheid door het geven van borstvoeding, redenen die werden gegeven voor het stoppen met borstvoeding. Lichamelijke problemen werden vooral (3,9%) vóór de 4e week aangegeven en werkhervatting werd vooral (8,5%) in de 8e-1e week genoemd. In figuur 3 is de onderverdeling van de kindgebonden redenen bij het stoppen met borstvoeding te zien. TABEL 2. Factoren die van belang zijn bij het geven van borstvoeding en voor het voortzetten daarvan tot 16 weken, in de periode 1 april-31 oktober 1998; weergegeven zijn oddsratio s (95%-BI) borstvoeding op dag van borstvoeding bij wijzigen van voeding* eigen initiatief bij geboorte 4 maanden wijzigen voeding leeftijd van moeder in jaren (n = 4 297) < 2 1,3 (,6-2,83) 1,39 (,72-2,65),75 (,41-1,46),74 (,37-1,45) ,13 (,83-1,54),75 (,55-1,2) 1,6 (,8-1,41),63 (,47-,84) 25-29,77 (,64-,92),9 (,75-1,7) 1,7 (,91-1,26),73 (,62-,87) ,13 (,89-1,44) 1,41 (1,15-1,74),83 (,69-1,1),77 (,62-,96) 4,74 (,42-1,31) 1,6 (,91-2,81) 1,62 (,97-2,79),63 (,36-1,8) pariteit van moeder (n = 4 289) ,65 (,55-,77) 1,35 (1,14-1,59),66 (,57-,76) 1,14 (,98-1,34) 3,71 (,39-1,65) 1,88 (1,48-2,38),56 (,45-,69),99 (,78-1,25) 4 of meer,85 (,61-2,21) 3,65 (2,55-5,23),32 (,24-,44),78 (,53-1,12) voltooide opleiding van moeder (n = 4 342) lo of minder,16 (,1-,24),46 (,31-,68) 1,83 (1,33-2,55),32 (,23-,46) lbo, mavo,19 (,15-,24),5 (,41-,62) 1,53 (1,27-1,83),53 (,29-,43) mbo, havo, vwo,35 (,28-,45),61 (,51-,73) 1,54 (1,3-1,82),51 (,42-,61) hbo, universiteit moedertaal (n = 4 291) Nederlands 1 1 1,31 (1,1-1,55),34 (,28-,42) niet-nederlands 1 1 Turks 6,81 (3,62-12,8) 1,89 (1,25-2,86) Marokkaans 5,94 (3,4-11,63) 1,13 (,73-1,75) overig Europees 2,4 (1,35-4,25) 1,98 (1,31-3,1) overig 1,49 (,95-2,3) 1,77 (1,15-2,72) regio (n = 4 433) West 1 1 Noord,53 (,34-,84),94 (,57-1,53) Midden, Oost,93 (,76-1,13) 1,35 (1,13-1,61) Zuid,46 (,37-,57) 1,9 (,88-1,35) postcode van consultatiebureau (n = 4 293) zeer sterk verstedelijkt sterk verstedelijkt 1,16 (,92-1,46),95 (,76-1,18) 1,6 (,87-1,28),65 (,53-,8) matig verstedelijkt 1,23 (,97-1,55),85 (,69-1,6),87 (,71-1,6),71 (,57-,87) weinig verstedelijkt 1,39 (1,11-1,75),94 (,76-1,17),86 (,71-1,4),61 (,49-,75) platteland 1,38 (1,2-1,87),81 (,6-1,12),97 (,76-1,25),48 (,37-,64) voedingswijze op dag van geboorte (n = 4 258) borstvoeding 2,43 (2,12-2,78) 1,35 (1,15-1,58) flesvoeding 1 1 *Stoppen met borstvoeding of veranderen van flesvoeding. 23 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(43)
4 Honger, buikkrampen en huilen werden vooral in week 3 genoemd: 253 kinderen wisselden in die week vanwege deze drie redenen. Bij 27% werd meer dan één reden genoemd. Stoppen met borstvoeding gebeurde in 71% van de gevallen (2229/3141) op eigen initiatief van de moeder. Hoe hoger de opleiding van de moeder en hoe meer verstedelijkt de woonplaats was, des te meer moeders het initiatief namen om met de borstvoeding te stoppen. Pariteit had hier geen invloed op. Moeders van 3-35 jaar vertoonden het meeste eigen initiatief, waarbij de kleine aantallen moeders van onder de 2 of boven de 4 jaar buiten beschouwing werden gelaten. percentage werkhervatting tepelproblemen en borstontsteking beperking persoonlijke vrijheid twijfel over kwaliteit moedermelk voorkeur voor flesvoeding medicatie en ziekte depressiviteit pilgebruik anders figuur 2. Onderverdeling in moedergebonden redenen om te stoppen met borstvoeding van 4438 zuigelingen van -3 maanden in de periode 1 april-31 oktober beschouwing Het initiatief om te stoppen met borstvoeding lag voor het merendeel bij de moeders zelf. De meest genoemde moedergebonden reden was het weer aan het werk gaan. Afhankelijk van de leeftijd en de opleiding van de moeder keerde 55-82% van de moeders na de geboorte van het eerste kind terug naar het werk. 9 Na geboorte van het tweede of volgende kind was dit zelfs 9%. Hoger opgeleide moeders begonnen ondanks hun grotere arbeidsparticipatie vaker met borstvoeding en gingen daar ook nog langer mee door. Hierbij kan een rol spelen dat het voor hen makkelijker is dan voor lager opgeleide moeders om het werk zo te organiseren dat borstvoeding geven of afkolven mogelijk is. Het stoppen met borstvoeding gebeurde door de meeste moeders 4-6 weken voordat zij hun werk gingen hervatten (1-12 weken post partum), met een gemiddelde afbouwperiode van 1,1 week. Een reden zou kunnen zijn dat moeders hun baby ruime tijd voordat zij hun werk weer opvatten aan een ander regime willen laten wennen. Een waarschijnlijk betere verklaring is dat werkhervatting meer werd opgegeven dan werkelijk het geval was. Werkhervatting is een meer sociaal aanvaardbare reden dan stoppen omdat de lust tot doorgaan ontbreekt. De verschillende regelingen van het ouderschapsverlof en andere sociale voorzieningen in de Europese landen zijn per land waarschijnlijk van grote invloed op de duur van de borstvoedingsperiode. 1 In de Scandinavische landen en in de Oost-Europese landen bestaat een langdurig moederschapsverlof, respectievelijk van 6 maanden en 1 jaar. In Ierland is daarentegen het moederschapsverlof 14 weken, in België maximaal 13 weken en in Engeland 12 weken. Deze verschillen corresponderen met de duur van de borstvoeding in de verschillende landen. Opvallend in ons onderzoek was ook dat een beperking in de persoonlijke vrijheid vaak als reden werd opgegeven. Het gaat hier kennelijk om een persoonlijke afweging die los van gezondheid en werk staat. Juist deze factor zal vanuit de kraamzorg of het consultatiebureau moeilijk te beïnvloeden zijn. Een andere reden voor de korte duur van het geven van borstvoeding kan de geringe steun vanuit de familiekring zijn. De moeders van de huidige moeders hebben zelf weinig eigen ervaring met het geven van borstvoeding. In de jaren zeventig van de vorige eeuw, de jaren waarin de grootmoeders hun kinderen kregen, werd in Nederland immers minder borstvoeding gegeven dan ooit. Slechts 13% van de moeders gaf toen nog borstvoeding aan hun zuigeling op de leeftijd van 3 maanden. 2 Turkse en Marokkaanse moeders (7% van de studiegroep) die wel in een traditie van borstvoeding geven zijn opgegroeid, gaven in ons onderzoek dan ook langer borstvoeding. Dat vooral Turkse moeders hierbij vaak een combinatie van borst- en flesvoeding gaven, werd waarschijnlijk bepaald door de wens om een mollige baby te hebben en niet vanwege een onvoldoende gewichtstoename. Vooral in de Turkse gemeenschap wordt een mollige baby gezien als een uiting van goed moederschap en welstand. Zij zien deze voedingswijze minder als een tussenstap naar uitsluitend flesvoeding dan als een alternatieve manier van borstvoeding geven. Lichamelijke problemen bij het geven van borstvoeding, zoals tepelkloven en mastitis, werden veelvuldig door moeders genoemd als reden om te stoppen in de eerste weken na de geboorte. Wat dit betreft kunnen kraamverpleegkundigen, lactatiedeskundigen en wijkverpleegkundigen veel doen om de duur van de borstvoeding te verlengen. percentage hongerigheid huilen buikkrampen spugen obstipatie onvoldoende gewichtsgroei voedingsweigering huidproblemen anders figuur 3. Onderverdeling in kindgebonden redenen om te stoppen met borstvoeding van 4438 zuigelingen van -3 maanden in de periode 1 april-31 oktober Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(43) 231
5 Het weer gaan gebruiken van de anticonceptiepil werd weinig genoemd als reden om met borstvoeding te stoppen. Wel werd regelmatig gemeld dat moeders bij het weer gaan gebruiken van de combinatiepil het idee hadden dat hun baby mogelijk door een geringere zogproductie meer honger had. Honger als kindgebonden reden kan op deze wijze indirect het gevolg zijn geweest van het weer gaan gebruiken van de pil. Het idee dat de baby honger blijft houden bij het geven van borstvoeding, was in ons onderzoek de belangrijkste reden om met de borstvoeding te stoppen of om naast borstvoeding bijvoeding te gaan geven. Andere onderzoeken laten eenzelfde beeld zien Bijvoeding is in Nederland bij zuigelingen onder de 4 maanden vrijwel uitsluitend flesvoeding. Vast voedsel wordt weinig gegeven, in tegenstelling tot in andere Europese landen. 356 Eveneens veelgenoemde kindgebonden redenen tot afbouw van borstvoeding waren huilen en darmkrampen. Huilen en darmkrampen komen in de eerste levensmaanden veelvuldig voor. Deze verschijnselen lijken geen verband te houden met voeding, maar hebben meer te maken met onrijpheid van zenuwstelsel en darmstelsel Na 8 weken neemt de intensiteit van de klachten af om rond de 3e maand meestal te verdwijnen. Een vermindering van het huilgedrag, volgend op een voedingswisseling, zal dan ook eerder post dan propter hoc zijn. Dat het geven van borstvoeding weinig relatie heeft met huilen van de baby blijkt in deze studie ook uit het feit dat na het stoppen met de borstvoeding vaak opnieuw vanwege huilen voedingswisselingen plaatsvonden. Na de overgang op flesvoeding bleken ook nieuwe problemen te ontstaan, zoals spugen, buikkrampen en vooral obstipatieklachten. Samenvattend blijkt dat de onderzoeksgroep de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie om de eerste 6 maanden volledig borstvoeding te geven niet haalde Dit in tegenstelling tot in de Scandinavische landen. Om in Nederland tot betere resultaten te komen geven de uitkomsten van het onderzoek de volgende aanknopingspunten: een betere sociale wetgeving wat betreft het moederschapsverlof, een beter beleid ten aanzien van het voorkómen en behandelen van tepelkloven en mastitis, en een begeleiding direct vanaf de geboorte gericht op het continueren van borstvoeding. Mw.A.A.Armbrust, mw.w.l.boland, mw.p.c.g.m.bunge en mw.c.j.holthy, consultatiebureau-artsen, en dr.p.l.b.j.lucassen, huisarts, samen de werkgroep Landelijk Onderzoek Voedingswisselingen bij Zuigelingen (LOVZ), droegen bij aan het opzetten van het onderzoek en het verzamelen van de data. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Friesland Nutrition Dairy Foods. abstract Breast- and formula feeding during the first four months of life in 4438 infants Objective. To study the use of breastfeeding and formula feeding, and the motivations for stopping breastfeeding during the first four months of life. Design. Descriptive. Method. 121 child health-clinic doctors working for 4 care organisations throughout the Netherlands noted information about all infants aged between -3 months who first visited these doctors infant health clinics between 1 April June 1998: demographic details of the mother, the child and the clinic, the feed given on the day of birth and at the age of 2 weeks, changes in the feed until 4 months of age, and the reasons for such changes. Results. Of the 4438 infants (51% boys and 49% girls), 76% received breast milk either alone or in combination with formula milk on the day of birth. At the age of 2 months this figure was 51%, and by 4 months it was 33%. Breastfeeding was stopped more frequently because of infant-related reasons (63%) than mother-related reasons (46%). The most frequent infant-related reason was the mother s perception that the infant was hungry (24%), followed by crying (12%) and colic (8%). Mother-related reasons for completely or partially stopping breastfeeding were returning to work (2%), physical problems (8%) and the feeling of restricted personal freedom (7%). The decision to abandon breastfeeding was primarily made by the mothers themselves (71%). literatuur 1 Lieburg MJ van, redacteur. Een eeuw consultatiebureau in Nederland Rotterdam: Erasmus Publishing; Burgmeijer RJF. Borstvoeding in Nederland, 185-heden. Ned Tijdschr JGZ 1998;3: Heiberg Edersen E, Helsing E. Changes in breastfeeding practices in Norwegian maternity wards: national surveys 1973, 1982 and Acta Paediatr 1995;84: Clements MS, Mitchell EA, Wright SP, Esmail A, Jones DR, Ford RPK. Influences on breastfeeding in southeast England. Acta Paediatr 1997;86: Crost M, Kaminski M. L allaitement maternel à la maternité en France en Enquête nationale périnatale. Arch Pediatr 1998; 5: Savage SAH, Reilly JJ, Edwards CA, Durnin JVGA. Weaning practice in the Glasgow longitudinal infant growth study. Arch Dis Child 1998;79: Lowry M, Lillis DF. Infant feeding practices. Irish Medical Journal 1993;86: Dickstein M, Bourdoux PP. Breastfeeding in Belgium: tentative evaluation on neonatal screening cards. Journal of Human Lactation 1996;12: Centraal bureau voor de statistiek (CBS). Jaarboek Voorburg: CBS; Michaelsen KF, Larsen PS, Thornson BL, Samuelson G. The Copenhagen cohort study on infant nutrition and growth: duration of breast feeding and influencing factors. Acta Paediatr 1994:83: Matthews K, Webber K, McKim E, Banoub-Baddour S, Laryea M. Maternal infant-feeding decisions: reasons and influences. Can J Nurs Res 1998;3: Vomberg PP, Eckhardt PG, Büller HA. Excessief huilen bij baby s: literatuuroverzicht en praktische aanbevelingen. Ned Tijdschr Geneeskd 1995;139: Forsyth BWC. Colic and the effect of changing formulas: a doubleblind, multiple-crossover study. J Pediatr 1989;115: American Academy of Pediatrics. Work Group on Breastfeeding. Breastfeeding and the use of human milk. Pediatrics 1997;1: WHO. Protecting, promoting and supporting breastfeeding. The special role of maternity services. A joint WHO/UNICEF statement. Geneve: WHO; WHO. Global Data Bank on Breastfeeding. Breastfeeding: the best start. Geneve: WHO Nutrition Unit; Aanvaard op 29 oktober Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(43)
Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children
1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-
Nadere informatieBorstvoeding in Nederland 2005: voorlopige rapportage
TNO-rapport KvL/JPB/2005.212 Borstvoeding in Nederland 2005: voorlopige rapportage Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T 071 518 18 18 F 071 518 19 20 Datum oktober 2005 Auteurs C.I.
Nadere informatieWETENSCHAP. Samenvatting. Inleiding. Caren Lanting en Ko van Wouwe
Twee studies naar borstvoeding anno 2007 in Nederland Peiling Melkvoeding van Zuigelingen 2007: borstvoeding in Nederland en relatie met certificering door stichting Zorg voor Borstvoeding Caren Lanting
Nadere informatieHEEFT HET GEBRUIK VAN HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES 4/16/2013 TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPODUCTIE? INVLOED OP DE MELKPRODUCTIE?
HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPODUCTIE? Een blik in de literatuur. Ilse Dejaeger HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPRODUCTIE? Inleiding Zoekstrategie Literatuur
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Feeding practices in the Netherlands during the first four months of life. A study of the motives for discontinuing breastfeeding and for the subsequent feeding method
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatiePsychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere
Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieMedicalisering van de partus:
Medicalisering van de partus: Gevolgen voor de borstvoeding Rob Hardeman Klinisch verloskundige Ziekenhuis Rivierenland Tiel "Borstvoeding loont" 7-10-2008 Medicaliseren van de partus Actief ingrijpen
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatieProfessionele steun is van groot belang bij borstvoeding
Professionele steun is van groot belang bij Riet M.E. Haasnoot-Smallegange, Carry M. Renders, Anne Marie Oudesluys-Murphy en Remy A. Hirasing DOEL OPZET METHODE RESULTATEN CONCLUSIE Inzicht krijgen in
Nadere informatieHet nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting
Nadere informatieGebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek
[Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatie5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief
5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking
Nadere informatieHuiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen
Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Feeding practices in the Netherlands during the first four months of life. A study of the motives for discontinuing breastfeeding and for the subsequent feeding method
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatiePeiling Melkvoeding van Zuigelingen in 2010 Borstvoeding in de provincie Zeeland
TNO-rapport TNO/CH 2011.017 Peiling Melkvoeding van Zuigelingen in 2010 Borstvoeding in de provincie Zeeland Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL Leiden Postbus 2215 2301 CE Leiden
Nadere informatieROKEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP
ROKEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP Percentages over de periode 2001-2015 In 2014 rookte naar schatting 27% van alle 20-40 jarige vrouwen in Nederland (Bron: Gezondheidsenqute/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieALCOHOLGEBRUIK TIJDENS ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING
ALCOHOLGEBRUIK TIJDENS ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) drinkt van alle vrouwen van 25 tot 45 jaar in Nederland naar schatting 80% wel eens alcohol. Cijfers
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieGoed Gevoed 2015-5. Gecertificeerd. Wetenschap
In deze laatste Goed Gevoed van het jaar hebben we wat onderzoek over cognitief functioneren in relatie tot borstvoeding bij elkaar gezet en besproken. En natuurlijk zijn er weer organisaties te feliciteren
Nadere informatie9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )
9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt
Nadere informatieEen verkennend onderzoek naar de effecten van een aantal activiteiten van de campagne 'Borstvoeding verdient tijd' van het Voedingscentrum
TNO-rapport KvL/JPB/2006.006 Een verkennend onderzoek naar de effecten van een aantal activiteiten van de campagne 'Borstvoeding verdient tijd' van het Voedingscentrum Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301
Nadere informatieVerantwoord rapporteren. Karin Schut
Verantwoord rapporteren Karin Schut Verantwoord rapporteren Documentatie Definities resultaattypen Rapportageregels Beschikbare variabelen Documentatie op Vinex Reken en rapportageregels Definitie van
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieHet belang van de PIL Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam
Het belang van de PIL Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam 25 januari 2019 Het belang van preconceptiezorg Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieRichtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding
Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Vaak is het door keuze van het juiste geneesmiddel mogelijk om borstvoeding veilig te handhaven 11. Niveau 4 Toelichting Indien
Nadere informatieINFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Check the answer that best describes
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatiePEILING MELKVOEDING VAN ZUIGELINGEN 2015
PEILING MELKVOEDING VAN ZUIGELINGEN 2015 Borstvoeding is de beste voeding als het gaat om de gezondheid van moeder en kind. De WHO adviseert het eerste half jaar na de geboorte uitsluitend borstvoeding
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieCHAPTER 12. Samenvatting
CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten
Nadere informatieFactsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u
Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatiePremature baby s aan de borst
Premature baby s aan de borst Kelly Janssens 2015-08-18 Kelly Janssens Page 1/8 1/8 Het vloeibare goud Moedermelk is de meest geschikte voeding voor baby s dankzij haar unieke samenstelling aan eiwitten,
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatieDemografische Data, 2004-2010. Stichting Algemeen Bureau voor de Statistiek
Demografische Data, 2004-2010 Stichting Algemeen Bureau voor de Statistiek Bevolkingskarakteristieken Een schatting van de bevolking voor 2010: 531.170 zielen waarvan: Paramaribo 265.953; Wanica: 95.125
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatiePeiling Melkvoeding van Zuigelingen 2007:
TNO-rapport KvL/P&Z 2007.104 Peiling Melkvoeding van Zuigelingen 2007: Borstvoeding in Nederland en relatie met certificering door stichting Zorg voor Borstvoeding Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieChristine Smit Pichler Lactatiekundige IJsselland Ziekenhuis
Borstvoeding na borstoperaties? Christine Smit Pichler Lactatiekundige IJsselland Ziekenhuis Borstvoeding na borstoperatie? Weinig literatuur over succeskansen bij Weinig literatuur over succeskansen bij
Nadere informatiePeiling Melkvoeding van Zuigelingen 2005: Borstvoeding in Nederland en relatie met certificering door stichting Zorg voor Borstvoeding
TNO-rapport KvL/JPB 2006.017 Peiling Melkvoeding van Zuigelingen 2005: Borstvoeding in Nederland en relatie met certificering door stichting Zorg voor Borstvoeding Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE
Nadere informatieLelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007
LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,
Nadere informatie6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1
6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,
Nadere informatieIs het Van Wiechenonderzoek 0-24 maanden ook bruikbaar voor niet-nederlandse kinderen?
E.A. van der Eijk, M.M. Boere-Boonekamp, C.I. Lanting en P.H. Verkerk Is het Van Wiechenonderzoek 0-24 maanden ook bruikbaar voor niet-e kinderen? In Nederland wordt de ontwikkeling van kinderen van 0-4
Nadere informatieSuccesverhalen van borstvoeding bij prematuren
Succesverhalen van borstvoeding bij prematuren Kelly Janssens Vroedvrouw lactatiekundige IBCLC Succesverhalen van borstvoeding bij prematuren Vooraf Succes van borstvoeding Studie NIZ LEUVEN 2009 Melkproductie
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatieBijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms
Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk
Nadere informatieKNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015
1 5 KNOV-Visie Voeding van de pasgeborene Utrecht 015 6 1 7 8 9 10 11 1 1 1 15 16 17 18 19 0 1 5 6 7 8 9 0 1 5 6 7 8 9 0 CLIËNTE De cliënte en haar partner maken een geïnformeerde keuze over de voeding
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieLeeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen
Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In
Nadere informatieEXCLUSIEVE BORSTVOEDING. AUTEUR Thérésa LEBACQ
EXCLUSIEVE BORSTVOEDING AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieInnovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M.
Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M. (Bert) Vrijhoef Take home messages: Voor toekomstbestendige chronische zorg zijn innovaties
Nadere informatieRelatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and
Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieVerschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming
Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers
Nadere informatieVerklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Nadere informatieBorstvoeding en diabetes
Borstvoeding en diabetes 1 Door middel van deze folder informeert het van Weel Bethesda ziekenhuis u over het geven van borstvoeding bij Diabetes Mellitus. Diabetes en borstvoeding kunnen in de meeste
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2002 Inhoud Proloog 5 Introductie 6 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2002 9 Tabel 1.1 Bevallen vrouwen naar eenling/meerling en pariteit in 2002 11 Tabel 1.2 Bevallen
Nadere informatieHet belang van begeleiding
Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door
Nadere informatieDe Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Nadere informatieFactsheet. Samenvatting
Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst
Nadere informatieOnderzoek naar de keuze voor borst/kunstvoeding bij jonge moeders
Onderzoek naar de keuze voor borst/kunstvoeding bij jonge moeders Inleiding: Ik ben Sascha en ik ben 20 jaar, sinds eind november 2008 ben ik moeder van een flinke zoon die ik volledige borstvoeding op
Nadere informatievan Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw
De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren
Nadere informatieStandaarden advisering borstvoeding
Standaarden advisering borstvoeding Nederlandse Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg Standaarden advisering borstvoeding Een praktische handleiding voor de advisering en begeleiding van vrouwen die hun
Nadere informatieScholen in de Randstad sterk gekleurd
Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieLevensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders
Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale
Nadere informatieKoemelkallergie provocatietest Patiënten informatie
Koemelkallergie provocatietest Patiënten informatie 2 Uw kind heeft klachten gehad die na het stoppen van koemelkvoeding zijn verdwenen. Daarom denkt de arts aan een koemelkeiwit allergie. Om dit te kunnen
Nadere informatieGedetineerden in Curaçao Enkele kenmerken van gedetineerden in de gevangenis
Gedetineerden in Curaçao Enkele kenmerken van in de gevangenis Ellen Maduro-Jeandor Sociale Situatie Inleiding In de census 2001 zijn de als inwoners binnen een instituut, namelijk de gevangenis, geteld.
Nadere informatieDe Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieWIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?
WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting
Nadere informatieKeuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie
1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011
Nadere informatieDe lekkende bèta/technische pijpleiding. Annemarie van Langen, KBA Nijmegen i.s.m. Universiteit Twente
De lekkende bèta/technische pijpleiding Annemarie van Langen, KBA Nijmegen i.s.m. Universiteit Twente Weglek uit de bèta/technische pijpleiding Hoger opgeleiden (25-64 jaar): % bèta/technisch opgeleid
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieAPPROACHING THE FAMILY
1 Journalists Workshop Organ Donation and Transplantation APPROACHING THE FAMILY COLENBIE LUC TRANSPLANTATION COORDINATION 9 October 2012 2 Everybody arriving hospital Start the fight for saving life Family
Nadere informatievan Dag met de Kraamzorg
van Dag met de Kraamzorg Prof. dr Gouke J. Bonsel ErasmusMC Rotterdam 9 sep 2014 Nederland in beroering 2008-2013 Perinatale sterfte onaanvaardbaar hoog en ongelijk Grote rol (75%!) voor organisatiefactoren,
Nadere informatieSocio-economic situation of long-term flexworkers
Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieMiddelengebruik: Cannabisgebruik
Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieSuïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatie