november 2015 Gids voor de toepassing van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "november 2015 Gids voor de toepassing van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften"

Transcriptie

1 november 2015 Gids voor de toepassing van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften

2 De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. In dat kader heeft de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid deze publicatie uitgegeven met de bedoeling de betrokkenen te informeren over de correcte toepassing en interpretatie van de reglementering 2 Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat Brussel Ondernemingsnr.: tel youtube.com/user/fodeconomie linkedin.com/company/fod-economie Verantwoordelijke uitgever: Jean-Marc Delporte Voorzitter van het Directiecomité Vooruitgangstraat Brussel Internetversie

3 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Inhoud Inleiding Definities Wetboek van economisch recht, boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten ISO 9001 gecertificeerde onderhoudsbedrijven Externe Dienst voor Technische Controles Modernisatiebedrijf Privéliften Toepassingsgebied Wat van het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 wordt uitgesloten Algemene veiligheidsvoorwaarden Wie is verantwoordelijk voor de veiligheid van de lift? Risicoanalyse Oude lift, geklasseerde lift of lift met historische waarde? Terug indienststelling na ombouw Modernisatieprogramma Algemeen principe De modernisatietermijnen De toegankelijkheid van de lift voor personen met beperkte mobiliteit De rol van de EDTC s in het geval van een wijziging of een modernisatie Modernisatie of nieuwe lift? Uitbating Onderhoudsfrequentie Frequentie van de preventieve inspectie Vaststelling van ernstige risico s en/of overtredingen door een EDTC...19

4 5.4. Veiligheidsdossier Liften gebruikt in het kader van beroepsactiviteiten Waarschuwingen en opschriften Waarschuwingen en opschriften Markering Toezicht Wie is de aangestelde ambtenaar? Wat te doen bij arbeidsongeval? Wat te doen bij een ernstig ongeval of ernstig incident dat andere personen dan de werknemers in hun werksfeer raken? Overgangsmaatregelen Artikel Artikel Opheffings- en eindbepalingen BIJLAGE I...26 I I I.2 (b)...28 I.2 (c)...28 I.2 (d)...29 I.2 (e en f)...29 I.2 (i)...30 I I.3 (a)...31 I.3 (j) BIJLAGE II...32 II.6 (e) BIJLAGE III...35

5 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Inleiding Het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften (hierna KB genoemd) verplicht de beheerders om liften ter beschikking te stellen die in overeenstemming zijn met de technische eisen van dit besluit. Het reikt de beheerders het middel aan om de veiligheid van de gebruikers en het onderhouds- en inspectiepersoneel te verzekeren. Zo worden er, naast een eventuele modernisering, regelmatige onderhoudsbeurten en preventieve inspecties opgelegd. Bovendien moet om de 15 jaar een risicoanalyse worden uitgevoerd om na te gaan of de lift aan het veiligheidsniveau beantwoordt waaraan de gebruikers zich mogen verwachten. Dit KB betreft niet het op de markt brengen, noch de indienststelling van nieuwe liften. Het koninklijk besluit van 9 maart 2003 werd gewijzigd door het KB van 10 december De geconsolideerde versie bevindt zich op de internetsite van de Federale Overheidsdienst Economie: Modernisering_bestaande_liften/ Deze gids heeft als doel de tekst van het KB toe te lichten. Hoe? Een interpretatie van de tekst wordt artikel per artikel voorgesteld. Deze gids beantwoordt ook verschillende vragen die al door beheerders, lifteninstallateurs of keuringsorganismes aan de administratie werden gesteld. 5 Deze gids wordt regelmatig geactualiseerd om antwoorden op nieuwe interpretatievragen toe te voegen. De laatste versie kan via de bovenvermelde internetlink worden gedownload. Deze gids werd opgemaakt na overleg met de beheerders, de gebruikers, de installateurs, de fabrikanten, de keuringsorganismen alsook met andere betrokken partijen. De FOD Economie bedankt al degenen die commentaren hebben geformuleerd. Eventuele bijkomende commentaren en verbeteringssuggesties kunnen naar het volgende adres worden gestuurd: safety.prod@economie.fgov.be De nadruk moet erop worden gelegd dat enkel de tekst van het vermelde KB dwingend is.

6 1. Definities Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 de wet: de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten; 2 lift: een hijs- of hefwerktuig dat bepaalde niveaus bedient met behulp van een drager die langs starre, ten opzichte van het horizontale vlak meer dan 15 graden hellende geleiders beweegt, en dat bestemd is voor vervoer van: a) personen; b) personen en goederen; c) alleen goederen indien de drager toegankelijk is, dat wil zeggen een persoon het zonder probleem kan betreden, en uitgerust is met bedieningsapparatuur in de drager of binnen het bereik van een persoon in de drager. 6 Hijs- en hefwerktuigen die een vaste baan volgen zelfs indien deze niet langs starre geleiders bewegen, worden beschouwd als liften die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen; 3 onderhoudsbedrijf: natuurlijke of rechtspersoon gespecialiseerd voor het onderhoud van liften; 4 gecertificeerd onderhoudsbedrijf: onderhoudsbedrijf dat gecertificeerd is volgens de normen van de reeks EN ISO 9001 voor de activiteiten onderhoud van liften door een certificatie-instelling die aangemeld is in uitvoering van de artikelen 31 en 32 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot uitvoering van de Richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften; 5 EDTC: dienst die erkend is als externe dienst voor technische controles op de werkplaats van liften, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats; 6 modernisatie aanpassingen van de lift om het veiligheidsniveau te verbeteren naar aanleiding van de risicoanalyse voorzien in artikel 4; 7 modernisatiebedrijf: natuurlijke of rechtspersoon gespecialiseerd in de modernisatie van liften;

7 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." 8 eigenaar: elke natuurlijke of rechtspersoon die een lift in eigendom bezit; 9 beheerder: de eigenaar of diegene die in de naam van de eigenaar de lift ter beschikking stelt van gebruikers; 10 het in bedrijf stellen: de eerste terbeschikkingstelling van de lift; 11 onderzoek: evaluatie van het veiligheidsniveau van de lift; 12 preventief onderhoud: geheel van de geregelde operaties die nodig zijn om de goede werking van de lift en zijn onderdelen te garanderen, om de veiligheid van de gebruikers de garanderen en om voorzienbare defecten te voorkomen; 13 preventieve inspectie: geheel van inspecties en proeven zoals beschreven in bijlage II uitgevoerd door een EDTC; 14 risicoanalyse: onderzoek in verband met de in bijlage I vermelde veiligheidsaspecten om na te gaan of voor corresponderende gevaren voldoende voorkomingmaatregelen werden uitgevoerd; 15 bevoegde minister: de minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van de arbeidsveiligheid behoort indien het gaat over een lift die hoofdzakelijk gebruikt wordt binnen het arbeidsmilieu, in de andere gevallen de minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van de veiligheid van de consumenten behoort drager: het deel van de lift waarop personen en/of goederen zich bevinden om naar boven of beneden gebracht te worden; 17 privélift: lift geïnstalleerd in een eengezinswoning en die gewoonlijk buiten het professioneel kader wordt gebruikt. Artikel 1 bepaalt de terminologie die in het KB wordt gebruikt. Die moet samen met artikel 2 worden gelezen om vast te leggen of een bepaalde lift al dan niet deel van het toepassingsgebied van het KB uitmaakt Wetboek van economisch recht, boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten De veiligheid van liften vindt haar wettelijke basis in het boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten van het Wetboek van economisch recht. Meer bepaald

8 artikel IX.4 waarmee het gebruik van producten en diensten kan worden gereglementeerd alsook de veiligheids- en gezondheidsvoorwaarden die moeten worden nageleefd. Oorspronkelijk ligt de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten aan de wettelijke basis. In tussentijd heeft boek IX van het Wetboek van economisch recht, vervolledigd door boeken I (definities) en XV (rechtshandhaving), de wet van 1994 vervangen en opgeheven. De bestaande uitvoeringsbesluiten die verwijzen naar de bepalingen van deze wet van 1994 worden verondersteld te verwijzen naar de equivalente bepalingen van het Wetboek van economisch recht. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt verstaan onder de wet boek IX van het Wetboek van economisch recht betreffende de veiligheid van producten en diensten. In het kader van dit Wetboek kunnen administratieve of gerechtelijke straffen worden opgelegd. 8 Administratieve straffen kunnen door de minister of zijn afgevaardigde worden opgelegd in functie van de risico s eigen aan het gebruik van de lift. Deze straffen kunnen van een gewone waarschuwing tot het gebruiksverbod van de lift gaan. Verder kan er eveneens een transactie (minnelijke schikking) worden voorgesteld. Een betaling van het voorgestelde transactiebedrag doet de strafvordering vervallen. Het bedrag dat bij wijze van transactie kan worden voorgesteld bedraagt minstens 26 en maximum euro (art. 2, 3 van het KB van 10 april 2014 betreffende de transactie bij inbreuken op de bepalingen van het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten). In geval van strafrechtelijke vervolging bepaalt het Wetboek dat inbreuken kunnen worden bestraft met een strafrechtelijke geldboete van 26 tot euro (sanctie van niveau 3), te vermeerderen met de opdeciemen ISO 9001 gecertificeerde onderhoudsbedrijven Een gecertificeerd onderhoudsbedrijf is een onderneming die een ISO 9001 certificaat heeft behaald. Dit is een bewijs van het gebruik van een kwaliteitsmanagementsysteem en van de vaardigheid van deze firma om een onderhoudsdienst van liften te leveren conform de reglementaire eisen. De beheerder van de lift heeft de keuze om al dan niet een beroep te doen op ISO 9001 gecertificeerde onderhoudsbedrijven (art. 6). Niettemin heeft deze keuze een impact op de minimale frequentie van de preventieve inspectie (art. 6 1 en 2).

9 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." De lijst van de ISO 9001 gecertificeerde onderhoudsbedrijven is beschikbaar op de website: certi_fr.jsp 1.3. Externe Dienst voor Technische Controles Een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) is een onafhankelijk organisme dat door de Belgische overheid voor de technische keuring van liften wordt erkend. Deze controleorganismes komen op meerdere niveaus van de reglementering tussen: ze voeren risicoanalyses (art. 4 et 5), preventieve inspecties (art. 6) en inspecties na ombouw (art.4 2) of modernisatie (art.5 4) uit. De lijst van de EDTC s is op de internetsite van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociale Overleg gepubliceerd: Modernisatiebedrijf 9 Relevante inlichtingen over modernisatiebedrijven kunnen bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) worden verkregen: Privéliften Deze definitie heeft betrekking op de liften die in een privéwoning worden geïnstalleerd die door een familie wordt bewoond. Het feit dat deze liften soms door andere personen worden gebruikt, zoals bezoekers of onderhoudspersoneel, sluit ze niet van deze definitie uit. In tegenstelling tot andere liften genieten de privéliften van een jaarlijkse preventieve inspectie (art ). pololia - Fotolia.com

10 2. Toepassingsgebied Art. 2. Dit besluit is van toepassing op alle liften met uitzondering van: 1 bouwliften; 2 kabelinstallaties, met inbegrip van kabelsporen; 3 liften die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor militaire of politiële doeleinden; 4 hijs- en hefwerktuigen van waaruit werkzaamheden verricht kunnen worden; 5 mijnliften; 6 hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van kunstenaars tijdens een optreden; 7 hijs- en hefwerktuigen die in vervoermiddelen zijn ingebouwd; 10 8 hijs- en hefwerktuigen die met een machine zijn verbonden en uitsluitend bestemd zijn om de toegang tot de werkplek, inclusief onderhouds- en inspectiepunten op de machine, mogelijk te maken; 9 tandradbanen; 10 roltrappen en rolpaden; 11 trapliften; 12 liften met een snelheid die 0,15 m/s niet overschrijdt. Dit besluit heeft geen betrekking op het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van nieuwe liften Wat van het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 wordt uitgesloten Zoals vermeld in het begin van deze gids moet artikel 2 samen met artikel 1 worden gelezen. Er moet worden opgemerkt dat het KB niet alleen niet van toepassing is op het op de markt brengen en het in bedrijf stellen van nieuwe liften, maar het sluit ook sommige types liften uit van zijn toepassingsgebied.

11 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Het gaat om liften die ook van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende het op de markt brengen van liften worden uitgesloten. De risico s die ze inhouden, worden echter door andere reglementeringen geregeld. Voor de toestellen die door de machinerichtlijn 2006/42/EG (KB van 12 augustus 2008) worden gedekt, gaat het om onder andere: roltrappen en rolpaden; trapliften; liften waarvan de snelheid 0,15 m/s niet overschrijdt; werfliften. De tekst van de reglementering is beschikbaar op: Machines/ 3. Algemene veiligheidsvoorwaarden 11 Art. 3. De beheerder zorgt ervoor dat de ter beschikking gestelde lift onder de voorzienbare gebruiksvoorwaarden geen gevaar oplevert voor de veiligheid van de gebruikers Wie is verantwoordelijk voor de veiligheid van de lift? De beheerder is verantwoordelijk voor de veiligheid van de lift. De term onder de voorzienbare gebruiksvoorwaarden verwijst zowel naar een normaal gebruik als een gebruik dat niet als normaal kan worden beschouwd, maar wel redelijk te verwachten is, rekening houdend met de gebruikers en de voorzienbare omstandigheden. De beheerder zorgt ervoor dat de ter beschikking gestelde lift om de 15 jaar aan een risicoanalyse wordt onderworpen, dat ze wordt geïnspecteerd, onderhouden, gemoderniseerd indien nodig en uitgerust wordt met de voorziene opschriften.

12 De lift kan dus alleen ter beschikking voor gebruik worden gesteld als die aan de veiligheidseisen van het KB voldoet. Art De beheerder laat een risicoanalyse van de lift uitvoeren door een EDTC, een eerste maal ten laatste vijftien jaar na het eerste in bedrijf stellen van de lift, en nadien met tussenperiodes van maximaal vijftien jaar. Indien het gaat over een lift die hoofdzakelijk gebruikt wordt binnen het arbeidsmilieu, gebeurt de risicoanalyse in overleg met een pre-ventieadviseur van de betrokken interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, die een aanvullende vorming heeft gevolgd van het eerste niveau overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. 12 Bij de uitvoering van de risicoanalyse wordt niet enkel rekening gehouden met de techni-sche kenmerken van de lift, maar ook met specifieke gebruiksvoorwaarden indien dit voor de gebruikers, die dagelijks of meermalen per week de lift gebruiken, verantwoord is. Speciale aandacht wordt hieraan besteed indien één van deze gebruikers een persoon is met een verminderde mobiliteit. Ook met de historische waarde van de lift kan rekening gehouden worden na advies van de bevoegde diensten voor de bescherming van monumenten en landschappen. In de in het tweede en derde lid vermelde gevallen mogen, rekening houdend met de stand der techniek, andere dan in bijlage I vermelde veiligheidsaspecten in overweging genomen worden, maar moet wel hetzelfde veiligheidsniveau gegarandeerd worden. 2. Na elk omvorming van de lift waardoor zijn kenmerken, wat de veiligheid van het gebruik ervan betreft, kunnen gewijzigd worden, laat de beheerder vóór het terug in dienst stellen van zijn lift deze onderzoeken door een EDTC Risicoanalyse Om een hoog beschermingsniveau te handhaven overeenkomstig met het geëiste veiligheidsniveau (dat met de tijd kan evolueren), moet de beheerder om de 15 jaar een risicoanalyse door een EDTC (art. 1.5 van het KB) laten uitvoeren.

13 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Op basis van deze risicoanalyse moeten al dan niet bijkomende veiligheidsmaatregelen worden genomen. Bij een onvoldoend veiligheidsniveau, moet de lift in overeenstemming worden gebracht (modernisatie) door een in de liftentechnologie gespecialiseerde onderneming. De beheerder laat uiterlijk vijftien jaar na de indienststelling van de lift een eerste risicoanalyse door een EDTC uitvoeren, en daarna met tussenperiodes van maximum vijftien jaar. De geldigheidsduur van alle risicoanalyses bedraagt 15 jaar, zelfs de risicoanalyses die in het kader van de vorige versie van het KB (dat toen een risicoanalyse om de 10 jaar vereiste) werden uitgevoerd. De FOD Economie heeft een document met als titel Procedure voor de uitvoering van een risicoanalyse van een lift (versie van september 2005) uitgegeven dat op de website beschikbaar is: In sommige gevallen heeft de beheerder de risicoanalyse laten uitvoeren voor de publicatie van dit document. Dit betekent echter niet dat deze analyse minder waard is, voor zover de risico s methodisch geïdentificeerd werden en de liftbeheerder werd ingelicht over de gewijzigde toepassingstermijnen. 13 De geldigheidsduur van 15 jaar loopt van de ene risicoanalyse tot de andere, ongeacht de uitvoeringsdatum van de modernisatiewerkzaamheden en de datum van de verklaring van het in overeenstemming brengen (modernisatie: regularisatieattest) Oude lift, geklasseerde lift of lift met historische waarde? Het onderscheid tussen deze verschillende categorieën werd in het KB niet nader bepaald. Een geklasseerde lift wordt aan een reglementaire tekst onderworpen die door de Directie Monumenten en Landschappen (gewestelijke bevoegdheid) wordt geregeld. Een eigenaar moet in principe weten of zijn lift al dan niet geklasseerd is. Voor de geklasseerde liften moet men verplicht rekening houden met de historische mariesacha - Fotolia.com

14 waarde voor de keuze van de technische oplossingen die voor de modernisatie worden uitgevoerd. Deze verplichting wordt door de EDTC s opgenomen bij de risicoanalyse, en door de modernisatiebedrijven bij het voorstellen van oplossingen. Om de modernisatie van de oude, geklasseerde, historische liften te rationaliseren, en om tegemoet te komen aan de behoeften van de betrokken partijen, werd een subcommissie door de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten op touw gezet. Zij is samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende groepen: de bevoegde autoriteiten voor de toepassing van het KB, de gewestelijke overheden belast met de Monumenten en Landschappen, EDTC s, fabrikanten, het Nationaal Eigenaars- en Mede-eigenaarssyndicaat en andere stakeholders. Zijn rol bestaat in de uitwerking van alternatieve technische oplossingen rekening houdend met de state of the art. Het begrip oude lift verwijst naar liften met een inbedrijfstellingsdatum van voor Tot deze datum mochten de schachten open zijn, kon de vergrendeling van de schuifdeuren bediend worden door een vaste nok, moest er geen veiligheidsruimte in de schachtput zijn,. 14 Maar een oude lift betekent niet per sé dat die geklasseerd is of dat die een historische waarde heeft. Voor oude liften die niet geklasseerd zijn, is het niet verplicht om met de historische waarde rekening te houden. Als de beheerder denkt dat de lift toch een historische waarde heeft en hij wenst dat die in beschouwing wordt genomen, kan hij het advies vragen van de bevoegde gewestelijke overheid: Brussel: Vlaanderen: Wallonië: Accueil/default.asp) 3.4. Terug indienststelling na ombouw De terug indienststelling kan gebeuren na: een buitendienststelling door een van de betrokken partijen, door de toezichtshoudende overheid of de gerechtelijke autoriteiten; een herstelling; een modernisatie; aanpassingen voor de veiligheid of het gebruik.

15 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Als de lift wijzigingen heeft ondergaan die de veiligheid ervan beïnvloeden (ongeacht het feit dat deze kaderen in een modernisatie), moet hij door een EDTC worden onderzocht voor de terug indienststelling ervan. Dit onderzoek kan door om het even welke EDTC worden uitgevoerd. Enkel de EDTC die de risicoanalyse heeft uitgevoerd, mag het regularisatieattest in het geval van een modernisatie opmaken (art. 5 4). 4. Modernisatieprogramma Art Op basis van de door hem uitgevoerde risicoanalyse duidt de EDTC de ernstige risico s aan waarvoor onmiddellijk onderhoud of herstelling nodig is en de risico s waarvoor een modernisatie noodzakelijk is. Indien tijdens de risicoanalyse ernstige risico s werden vastgesteld waarvoor onmiddellijk onderhoud of herstelling nodig is, is het gebruik van de lift verboden tot op het moment dat de nodige werkzaamheden werd uitgevoerd. 2. De beheerder laat de nodige modernisaties door een modernisatiebedrijf uitvoeren binnen drie jaar na de risicoanalyse. 15 Het modernisatiebedrijf stelt vooraf aan de beheerder verschillende technische oplossingen voor om aan de vastgestelde risico s te verhelpen. Het modernisatiebedrijf vermeldt de prijs en de voor- en nadelen van de voorgestelde oplossingen. Voor de liften die in bedrijf zijn gesteld vanaf 1 april 1984 worden de modernisaties uitgevoerd uiterlijk op 31 december Voor de liften die in bedrijf zijn gesteld tussen 1 januari 1958 en 31 maart 1984 worden de modernisaties uitgevoerd uiterlijk op 31 december Voor de liften die in bedrijf zijn gesteld voor 1 januari 1958 worden de modernisaties uitgevoerd uiterlijk op 31 december De voorgestelde technische oplossingen bedoeld in 2 en de technische aanpassingen mogen de toegankelijkheid van de lift voor personen met beperkte mobiliteit niet in het gedrang brengen. 4. De beheerder laat de modernisatiewerken keuren door de EDTC die de risicoanalyse heeft uitgevoerd. Deze dienst geeft een attest van de regularisatie aan de beheerder.

16 4.1. Algemeen principe Na de uitvoering van de risicoanalyse bepaalt de EDTC eerst de risico s waarvoor een modernisatie noodzakelijk is. De beheerder legt dan het resultaat van deze risicoanalyse voor aan een modernisatiebedrijf van zijn keuze dat hem de mogelijke technische oplossingen voorstelt om deze risico s weg te werken, door expliciet de prijzen en de voor- en nadelen van elk van deze oplossingen aan te geven. De oplossingen, alsook de technische aanpassingen die daaruit voortvloeien, mogen de toegankelijkheid van de lift voor personen met beperkte mobiliteit niet in het gedrang brengen (art. 5 3). Ten slotte, na de uitvoering van de werkzaamheden van het in overeenstemming brengen (modernisatie) van de lift, controleert de EDTC die de risicoanalyse heeft uitgevoerd, de installatie en levert een regularisatieattest af. (art.5 4) De modernisatietermijnen Om te vermijden dat sommige beheerders de risicoanalyse laten opmaken zonder snel de modernisatiewerkzaamheden te laten uitvoeren, wordt een maximale termijn van drie jaar voor de uitvoering van de modernisatiewerkzaamheden ingevoerd. Deze periode van drie jaar is niet van toepassing op de eerste modernisatie van de liften die voor 1 juli 1999 werden geïnstalleerd waarvoor immers vaste termijnen werden opgelegd. De eerste modernisatie van de liften wordt in de tijd gespreid door met de gemakkelijkst te moderniseren liften te beginnen en zo de tijd aan de sector te geven om alternatieve oplossingen te ontwikkelen voor de oudere liften en de liften met een historische waarde, rekening houdend met de state of the art. Eén enkele datum wordt voor het geheel van de veiligheidsmaatregelen vastgelegd. De uiterste modernisatietermijn van een lift die voor 1 juli 1999 werd geïnstalleerd, wordt volgens zijn indienststelling bepaald: Datum van inbedrijfstelling Modernisatietermijn vanaf 1 april 1984 uiterlijk op 31 december 2014 tussen 1 januari 1958 uiterlijk op 31 december 2016 en 31 maart 1984 voor 1 januari 1958 Uiterlijk op 31 december 2022

17 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." 4.3. De toegankelijkheid van de lift voor personen met beperkte mobiliteit Laten we in gedachten houden dat personen met beperkte mobiliteit rolstoelen, wandelstokken, krukken of wandelhulpmiddelen gebruiken. Naar gelang de aard van de handicap kunnen bijkomende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk blijken. Naargelang de resultaten van de risicoanalyse voorzien in artikel 4 van het KB, zouden er aandachtspunten kunnen zijn waarmee men moet rekening houden. Indien het zeer waarschijnlijk is dat de lift regelmatig door personen met beperkte mobiliteit wordt gebruikt, dan moet de lift worden aangepast om het gebruik ervan te vergemakkelijken De rol van de EDTC s in het geval van een wijziging of een modernisatie Als een lift wijzigingen ondergaat die de gebruiksveiligheid ervan beïnvloeden (losstaand van het feit van een modernisatie) moet de beheerder de lift vóór de terug indienststelling door een EDTC van zijn keuze laten onderzoeken. 17 Alleen de EDTC die de risicoanalyse heeft verricht, mag het regularisatieattest opmaken. Deze EDTC moet ook de modernisatiewerkzaamheden controleren. Dit attest wordt in het veiligheidsdossier van de lift (zie art.7.2 ) bewaard; het vormt de garantie dat de lift bij deze controle conform met de reglementering is. De datum die erop staat, is dus van groot belang Modernisatie of nieuwe lift? In het geval waarbij een nieuwe lift ter vervanging van een oude wordt geïnstalleerd, spreekt men niet automatisch van een modernisatie. In de gids voor de toepassing van de richtlijn 95/16/EG inzake liften 1 wordt onderstreept dat er sprake is van een nieuwe lift als de installatie in de bestaande schacht ter vervanging van de lift plaatsvindt op voorwaarde dat enkel de bestaande starre geleiders en de bevestigingen ervan of enkel de bevestigingen worden behouden. 1

18 Als echter ook significante onderdelen worden bewaard, zoals de kooi(beugel) of het tegengewicht naast de starre geleiders en de bevestigingen, zou er geen sprake meer zijn van een nieuwe lift. In het geval waarbij men kan aannemen dat het om een vervanging gaat, en dus niet om een modernisatie, moet er geen regularisatieattest door een EDTC worden afgeleverd. Het koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van liften zal dan van toepassing zijn. 5. Uitbating Art De beheerder laat de lift onderhouden door een onderhoudsbedrijf overeenkomstig de instructies van de producent van de lift. Indien er geen onderhoudsinstructies voorhanden zijn, dient het preventief onderhoud ten minste eenmaal per jaar te gebeuren voor privéliften en ten minste twee maal per jaar voor de andere liften De beheerder laat een preventieve inspectie van de lift overeenkomstig bijlage II uitvoeren door een EDTC volgens de hierna vermelde frequentie: 1 indien het preventief onderhoud van de lift gebeurt door een gecertificeerd onderhoudsbedrijf, dan wordt de lift jaarlijks onderworpen aan een preventieve inspectie, aangevuld met een halfjaarlijkse inspectie van de volgende in bijlage II opgesomde punten: 4,e), 5,c), 5,e), 5,h) en 6 ; 2 in de andere gevallen wordt de lift onderworpen aan een preventieve inspectie om de drie maanden; 3 de privéliften worden onderworpen aan een jaarlijkse preventieve inspectie. 3. Indien tijdens de preventieve inspectie ernstige risico s of inbreuken worden 5.1. Onderhoudsfrequentie De beheerder moet zijn lift laten onderhouden. Over het algemeen wordt de onderhoudsfrequentie door de fabrikant bepaald. Als de instructies van de fabrikant ontbreken, moet de lift ten minste 2 keer per jaar worden onderhouden, behalve voor de privéliften waarvoor een jaarlijks onderhoud volstaat.

19 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." 5.2. Frequentie van de preventieve inspectie Om eventuele gebreken op te sporen, zoals bij de preventieve onderhoudsbeurten, zijn preventieve inspecties verplicht sinds 10 mei Ze mogen alleen door de EDTC s worden uitgevoerd. Gedurende deze inspecties concentreert de EDTC zich op het onderzoek van de algemene werking van de lift (bijlage II van het KB). De frequentie van de verplichte preventieve inspecties hangt af van de firma die het preventieve onderhoud heeft uitgevoerd. Als het om een onderhoudsbedrijf met een ISO 9001 certificaat gaat, is het voldoende om de lift één keer per jaar aan een preventieve inspectie te onderwerpen, aangevuld met een semestriële inspectie zoals bepaald in art 6 2 van het KB, dus twee inspecties per jaar. Indien het onderhoudsbedrijf echter niet over een ISO 9001 certificaat beschikt, dan moeten de preventieve inspecties om de drie maanden plaatsvinden, dus vier inspecties per jaar. Wat de privéliften betreft: zij worden aan één jaarlijkse preventieve inspectie onderworpen ongeacht of de firma die het preventieve onderhoud uitvoert al dan niet over een ISO 9001 certificaat beschikt Vaststelling van ernstige risico s en/of overtredingen door een EDTC Elke lift met een ernstig risico of een overtreding bij de preventieve inspectie, moet binnen een door de EDTC bepaalde termijn in orde worden gebracht. Deze termijn wordt in het controleverslag gespecificeerd. Als de termijn verstreken is, is het gebruik van de lift niet meer toegelaten en moet de beheerder de lift buiten dienst stellen. Indien de EDTC acht dat een veilig gebruik van de lift niet meer gewaarborgd is, kan hij eveneens aan de beheerder de onmiddellijke stopzetting van de lift opleggen. In dat geval zal de lift enkel terug in dienst mogen worden gesteld na uitvoering van de nodige werkzaamheden om de vastgestelde risico s weg te werken en na een nieuwe inspectie door de betrokken EDTC. pololia - Fotolia.com

20 Art. 7. De beheerder stelt een dossier samen dat toegankelijk moet zijn voor de belanghebbende partijen. Dit dossier bevat ten minste: 1 de verslagen van de risicoanalyses; 2 de documenten betreffende de modernisatieprogramma s en de uitvoering ervan; 3 de registraties van het verrichten van het preventief onderhoud van de laatste 10 jaar; 4 de verslagen van de preventieve inspecties van de laatste 10 jaar; 5 de gebruikshandleiding (instructies hand- en noodbediening); 6 de onderhoudsinstructies; 20 7 indien van toepassing: de EG-verklaring van overeenstemming Veiligheidsdossier Dit dossier bevat alle informatie over de veiligheid van de lift alsook de documenten die bewijzen dat het KB wordt nageleefd. Wat de belanghebbende partijen betreft: het gaat om staatsambtenaren die bevoegd zijn voor de controle op de naleving van de reglementering, de EDTC belast met de periodieke inspectie, het onderhoudsbedrijf, het modernisatiebedrijf en de beheerders. Ook al wordt door het KB niet nader bepaald waar het veiligheidsdossier zich moet bevinden, is het wenselijk dat ten minste een kopie ervan ter plaatse beschikbaar is. De goede manier om te verzekeren dat het veiligheidsdossier volledig en aanwezig is bij de controle bestaat er in dat de betrokken EDTC aan de beheerder vraagt om ofwel dit dossier ter beschikking te houden op een afgesproken plaats, dan wel om hem vooraf een kopie te sturen. Art. 8. Indien een werkgever één of meer verdiepingen van een gebouw geheel of gedeeltelijk gebruikt voor zijn beroepsactiviteiten heeft hij een contractuele verbintenis met de beheerder dat hij een kopie krijgt van elke risicoanalyse en van elke preventieve inspectie van de liften die door zijn werknemers tijdens de uitoefening van hun arbeidscontract worden gebruikt.

21 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." 5.5. Liften gebruikt in het kader van beroepsactiviteiten Na elke inspectie door een EDTC moet de werkgever periodiek nagaan, met behulp van het verslag van de EDTC, of de liften die door zijn werknemers worden gebruikt, aan de veiligheidseisen beantwoorden. Indien blijkt dat een lift niet conform is, is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om het nodige te laten doen opdat zijn werknemers de lift veilig zouden kunnen gebruiken of om het gebruik van een onveilige lift te verbieden. 6. Waarschuwingen en opschriften Art. 9. De waarschuwingen en de opschriften omtrent het veilige gebruik van de lift worden gesteld ten minste in de taal of de talen van het taalgebied waar de lift zich bevindt en: 1. zijn leesbaar en begrijpelijk; 2. bevinden zich op een duidelijk zichtbare en opvallende plaats; 3. zijn onuitwisbaar Waarschuwingen en opschriften De waarschuwingen bevatten volgende informatie: de gebruiksvoorwaarden/beperkingen van de lift (maximale last, personen en/of voorwerpen, jonge kinderen, personen met beperkte mobiliteit); de eventuele gevaren (bv. kantelen, val bij het plotselinge stoppen naar aanleiding van de onderbreking van het elektronische gordijn). De instructies kunnen nader bepalen wat te doen bij panne. De waarschuwingen en instructies worden aan het voorzienbaar gebruik van de lift aangepast (bv. begrijpbaar voor slechtziende personen in een rusthuis). De aanduidingen moeten zich in de kooi op een duidelijk zichtbare plaats bevinden zodat ze niet moeten worden gezocht. twobee - Fotolia.com

22 Art. 10. In elke lift worden, op een goed zichtbare plaats in de kooi, volgende gegevens vermeld: 1 het identificatienummer en het bouwjaar, indien gekend; 2 de nominale last; 3 het maximaal aantal personen dat mag vervoerd worden; 4 de identificatiegegevens van de beheerder of in geval van probleem te contacteren verantwoordelijke; 5 de naam van de EDTC; 6 de naam van het onderhoudsbedrijf Markering 22 Het identificatienummer kan bestaan uit het merk en het model, de naam van de fabrikant en het serienummer, en moet toelaten om de lift op een eenduidige manier te identificeren. Voor alle liften die vanaf 1 juli 1999 in dienst werden gesteld, moet de CE markering in de kooi aangebracht zijn. 7. Toezicht Art. 11. De beheerder houdt het dossier vermeld in artikel 7 ter beschikking van de ter uitvoering van artikel 19, 1 van de wet aangestelde ambtenaren Wie is de aangestelde ambtenaar? Een onderscheid moet worden gemaakt in functie van het type lift en het gebruik ervan. De beheerder stelt het dossier ter beschikking van hetzij: de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie en van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de veiligheid van de liften volgens het ministerieel besluit van 25 april 2014 tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht,

23 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." de ambtenaren van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociale Overleg die toezicht houden op de toepassing op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan. Deze ambtenaren controleren dus enerzijds de werkomstandigheden van de werknemers die een lift als werkuitrusting gebruiken en anderzijds de werknemers van de liftenonderhoudsbedrijven en de EDTC s tijdens hun interventies aan liften. Art. 12. Onverminderd de verplichtingen van de werkgever in het kader van de wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen en van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, licht de beheerder de administratieve dienst, aangewezen ter uitvoering van artikel 7 van de wet, onmiddellijk in over elk ernstig incident en elk ernstig ongeval dat een gebruiker overkomt tijdens het gebruik van een lift Wat te doen bij arbeidsongeval? Bij een ernstig arbeidsongeval (arbeidsongeval= ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt), moet de werkgever, overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, een omstandig verslag laten opstellen, het naar de FOD WASO sturen en de andere verplichtingen naleven die daaruit voortvloeien (zie werk.belgie.be > welzijn op het werk > arbeidsongevallen) Wat te doen bij een ernstig ongeval of ernstig incident dat andere personen dan de werknemers in hun werksfeer raken? Een ernstig ongeval is een dodelijk ongeval of een ongeval dat een blijvend letsel veroorzaakt of zou kunnen veroorzaken. Een ernstig incident is een incident dat aanleiding geeft of aanleiding zou kunnen geven tot een ernstig ongeval. pololia - Fotolia.com

24 In zulke omstandigheden moet de beheerder het Centraal Meldpunt voor producten van de FOD Economie informeren, waarvan de contactgegevens worden onderaan opgenomen: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Centraal Meldpunt voor Producten North Gate Koning Albert II-laan Brussel Tel.: Fax: Web: Centraal_Meldpunt_voor_Producten/ 24 De beheerder gebruikt hiervoor bij voorkeur het ter beschikking gestelde formulier (zie bijlage III van deze gids of de website). Het doel van de melding is, in voorkomend geval, een onderzoek uit te voeren en betrouwbare statistieken te verkrijgen teneinde aangepaste preventieve en/of correctieve maatregelen inzake de reglementering te kunnen treffen, zoals voorzien in artikel 12 van het KB. 8. Overgangsmaatregelen Het KB werd meermaals gewijzigd sinds de publicatie ervan in De artikels 13 en 14 hadden als doel de termijn voor de eerste risicoanalyse vast te leggen. Art. 13. Voor de liften die in gebruik werden gesteld vóór 1 juli 1999, stelt de beheerder in overleg met de EDTC van zijn keuze ten laatste binnen dertig maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de datum vast waarop de eerste risicoanalyse uitgevoerd zal worden Artikel 13 Dit artikel verplichtte de beheerders van de liften om de datum te bepalen van de eerste risicoanalyse voor wat betreft liften die vóór 1 juli 1999 in dienst werden gesteld, en dit vóór 10 november De vanaf 1 juli 1999 in dienst gestelde liften moeten aan de reglementering betreffende het op de markt brengen van liften beantwoorden, die de eisen bepaalt waaraan de liften voor hun indienststelling moeten voldoen.

25 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Art. 14. De beheerder laat de eerste risicoanalyse uitvoeren, ten laatste binnen: 1 drie jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit voor de liften die in gebruik waren voor 1 januari 1958; 2 vier jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit voor de liften die in gebruik genomen werden tussen 1 januari 1958 en 31 maart 1984; 3 vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit voor de liften die in gebruik genomen werden tussen 1 april 1984 en 10 mei Artikel 14 De onder artikel 14 gespecificeerde termijnen zijn verjaard. Daar de datum van de inwerkingtreding van het KB 10 mei 2003 was, moesten al de voor 1 juli 1999 in dienst gestelde liften een eerste risicoanalyse voor 10 mei 2008 hebben ondergaan. Voor de na 1 juli 1999 in dienst gestelde liften moet de eerste risicoanalyse binnen 15 jaar na de eerste indienststelling worden uitgevoerd, overeenkomstig artikel Opheffings- en eindbepalingen Art. 15. De artikelen 270 en 271 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 september 1983 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 1984, worden opgeheven wat de liften bestemd voor vervoer van personen of personen en goederen betreft. Art. 15bis. Artikel 281 van ditzelfde algemeen reglement wordt opgeheven voor wat betreft de liften. Art. 15ter. In artikel 281bis van ditzelfde algemeen reglement worden de woorden de onderzoekingen bij de ontvangst en de controleonderzoekingen van de hefwerktuigen, voorgeschreven bij de artikelen 280 en 281, vervangen door de woorden de wettelijke onderzoekingen en de controleonderzoekingen van de hefwerktuigen. Bepalingen, andere dan de hoger vernoemde bepalingen, die, wat de preventieve inspectie of de periodieke controles betreft, naar de toepassing van artikel 281 van het ARAB verwijzen, worden geacht te verwijzen naar de toepassing van artikel 6, 2 van dit besluit.

26 Art. 16. Onze minister tot wiens bevoegdheid de Werkgelegenheid behoort en onze minister tot wiens bevoegdheid de Bescherming van de Veiligheid van de Consumenten behoort, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. 10. BIJLAGE I Bijlage I. Bij de risicoanalyse in acht te nemen veiligheidsaspecten. 26 De veiligheidsmaatregelen die opgenomen zijn in deze bijlage worden uitgevoerd indien dit nodig blijkt uit de resultaten van de risicoanalyse. Zoals bepaald in artikel 4 wordt bij de uitvoering van de risicoanalyse niet enkel rekening gehouden met de technische kenmerken van de lift, maar ook met de eventuele historische waarde van de lift en met specifieke gebruiksvoorwaarden indien dit voor de normale gebruikers van de lift verantwoord is (speciale aandacht wordt hieraan besteed indien één van de normale gebruikers een persoon is met een beperkte mobiliteit). 1 Abnormale werking van de bestaande veiligheidsinrichtingen en de ernstige risico s zoals bepaald in artikel 5 worden onmiddellijk in orde gebracht. 2 Standaard veiligheidsmaatregelen of maatregelen die een evenwaardig veiligheidsniveau waarborgen: a) voor liften met een snelheid hoger dan 0,63 m/s: een kooideur (automatische sluiting van de deuren is niet verplicht behalve indien de specifieke gebruiksomstandigheden dit vereisen). Voor liften met een snelheid lager of gelijk aan 0,63 m/s: een elektronisch veiligheidsgordijn of een kooideur (automatische sluiting van de deuren is niet verplicht behalve indien de specifieke gebruiksomstandigheden dit vereisen). Een kooideur is verplicht indien de schachtwand voor de kooiopening gevaarlijke oneffenheden vertoont; b) een schachtverlichting, een verlichting in de machinekamer, in de schachtput en aan de stopplaatsen; c) verwijdering of inkapselen van producten met asbest; d) voldoende stopnauwkeurigheid rekening houdend met de technische kenmerken en de bestemming van de lift; e) aanpassing van schachten met niet-doorlopende schachtwanden waarbij bewegende delen genaakbaar zijn;

27 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." f) aanpassing van kooien met niet-gesloten kooiwanden waarbij bewegende delen genaakbaar zijn; g) positieve vergrendeling van de bordesdeuren met automatische onderbreking van de stroomkring; h) kooideur te voorzien van een deurcontact met automatische onderbreking van de stroomkring; i) een noodverlichting en een bidirectionele noodcommunicatie in de kooi; j) een voldoende verluchting in de kooi om verstikkingsgevaar bij langdurige opsluiting uit te sluiten. 3 Afhankelijk van het resultaat van de risicoanalyse voorzien in artikel 4 van dit besluit: a) de lift aanpassen voor gebruikers met een beperkte mobiliteit indien er een hoge waarschijnlijkheid is dat deze lift geregeld door gebruikers met een verminderde mobiliteit wordt gebruikt (in dit geval wordt de stopnauwkeurigheid voorzien in punt 2, d beperkt tot 10 mm); b) aanpassen van de afscherming van de liftschacht, het tegengewicht en de beweegbare onderdelen tussen verschillende liften; c) aanpassen van de toegankelijkheid van de schachtput en de machinekamer; d) aanpassen van de beweegbare delen in de machinekamer; e) aanpassen van een ontgrendelingsysteem voor de bordesdeuren, om manuele opening van de kooideur toe te laten, met behulp van speciaal gereedschap; f) afschermen van de sloten van de bordesdeuren; g) bij bordesdeuren met manuele bediening verhinderen dat een automatische kooideur sluit vóór de bordesdeur gesloten is; h) beperken van de afstand tussen de kooidrempel en de drempel van de stopplaatsen; i) voorzien van een elektrisch veiligheidscontact op de grendeling; j) aanbrengen van aan de omstandigheden aangepaste snelheidsbegrenzers, vanginrichting en buffers zodat de mogelijke versnellingen/vertragingen geen gevaar kunnen opleveren voor de gebruikers; k) aanbrengen van een noodbediening om gebruikers uit de kooi te kunnen bevrijden; l) verzekeren van een bescherming tegen elektrische schokken (alle geleidende delen equipotentieel verbinden); m) aanpassingen voorzien zodat onderhoud en inspectie onder veilige omstandigheden kan geschieden. 27

28 I.1 Deze maatregelen worden in detail beschreven in het document «Procedure voor de uitvoering van de risicoanalyse van een lift» (zie ook art. 4). I.1 Ongeacht de voorziene termijn voor de modernisatie van de lift moet de beheerder ervoor zorgen dat elke bestaande veiligheidsuitrusting die abnormaal functioneert onmiddellijk in orde wordt gebracht alsook elk ernstig risico wordt weggewerkt. De beheerder baseert zich met name op de vaststellingen van de belanghebbende partijen en op de verslagen van de EDTC. Deze maatregel heeft onder andere tot doel de abnormale functionering van de bestaande veiligheidsinrichtingen te verhelpen zoals: de vanginrichting, inclusief de snelheidsbegrenzer (neerwaarts); 2. de eindeloopschakelaars; 3. de deurvergrendelingen; 4. het leidingbreukventiel op de hydraulische liften. I.2 (b) De verlichting bij de stopplaatsen moet de gebruikers die de kooi betreden in staat stellen te kunnen zien of de kooi nauwkeurig genoeg is gestopt en er dus geen gevaarlijke drempel is. De bordessen moeten verlicht zijn met een lichtintensiteit van minimum 50 lux gemeten op 1 meter boven de vloer. De meting wordt uitgevoerd wanneer de deur gesloten is. In het geval dat de verlichting van de kooi defect is, moet de verlichting van de overloop het mogelijk maken te zien of de kooi op het correcte niveau staat en zodoende een struikelrisico vermijden, of erger, een val in de schacht bij afwezigheid van de kooi te voorkomen. I.2 (c) Asbest blijft aanwezig in tal van gebouwen en inrichtingen die vóór het verbod tot gebruik van asbest werden gebouwd. Voor de liften kunt u er vinden in de schacht, de machinekamer en de schachtdeuren. De technici van de sector worden er regelmatig mee geconfronteerd bij de onderhoudsbeurten of controle, alsook de gebruikers in geval van asbesthoudende isolatiespuitlaag.

29 "De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België." Naar gelang de aard van de betrokken materialen, hun aantastingsniveau en hun functie (brandbescherming, isolatie...) die het gevaar- en blootstellingsniveau bepalen, zal een aangepaste behandeling (inkapselen of verwijderen) en eventuele vervangingsoplossingen worden gekozen. Zie Procedure voor de uitvoering van de risicoanalyse van een lift. I.2 (d) De stopnauwkeurigheid is voldoende als het mogelijk is om in en uit de kooi te stappen zonder risico. De stopnauwkeurigheid moet voldoende zijn, rekening houdend met de technische kenmerken en met de bestemming van de lift. Indien noodzakelijk moeten er, indien van toepassing, in overleg met de preventieadviseur van het betrokken bedrijf, preventiemaatregelen genomen worden om het risico hiervan op te vangen (markering aan de drempel, verlichting, opschriften, verbod met rollend materiaal in de lift te gaan, ). Indien de kooitoegang uitgerust is met een veiligheidsgordijn (1.2 (a)) kan, in geval van onderbreking van de lichtstralen in de ontgrendelingszone (die 20 cm kan bedragen), de kooi stoppen en de bordesdeur geopend worden. Hierdoor wordt aan de bovenvermelde stopnauwkeurigheid niet voldaan, de gebruikers moeten hiermee rekening houden om niet te vallen. 29 Er bestaan technische oplossingen waarmee de ontgrendelingszone kan worden verminderd (zo dicht mogelijk bij de bordessen) en waarbij de lift op de juiste hoogte wordt gebracht zodra de straal van het veiligheidsgordijn wordt vrijgemaakt waarna de deur kan worden geopend. Men moet hier dus aandacht aan besteden. I.2 (e en f) De personen die zich buiten de lift bevinden, mogen niet in aanraking kunnen komen met beweegbare delen die in de schacht aanwezig zijn. De personen in de kooi moeten eveneens beschermd worden tegen beweegbare delen in de schacht en eventuele oneffenheden van de binnenwanden van de schacht. Het gaat hier om een typisch probleem bij de oude liften met open schacht. Het is dan de taak van het modernisatiebedrijf om alternatieve oplossingen voor te stellen voor elke eigenaar die bepaalde elementen van zijn lift wenst te behouden (zoals de lichtgordijnen bovenop en onderaan de liftkooi,...).

Het besluit heeft geen betrekking op het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van nieuwe liften.

Het besluit heeft geen betrekking op het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van nieuwe liften. Arbeidsmiddelen Liften Bestaande liften Toelichting_1087 1/9 Liften Het Koninklijk Besluit van 9 maart 2003 (B.S. 30 april 2003 met wijzigingen) beoogt een betere beveiliging van de bestaande liften. Er

Nadere informatie

Beveiliging van liften

Beveiliging van liften Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Beveiliging van liften Versie 14/12/12 Verwijzingen : Koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van de

Nadere informatie

MEDEDELING 2012-04. Deze mededeling vervangt mededeling 2005-05 over ditzelfde onderwerp!

MEDEDELING 2012-04. Deze mededeling vervangt mededeling 2005-05 over ditzelfde onderwerp! MEDEDELING 2012-04 26-12-2012 BEVEILIGING VAN LIFTEN K.B. 9-3-2003 (B.S. 30-04-2003) met wijzigingen: K.B. 17-03-05 (B.S. 05-04-05) K.B. 10-12-12 (B.S. 19-12-12) Deze mededeling vervangt mededeling 2005-05

Nadere informatie

9 MAART 2003 - Koninklijk besluit betreffende de beveiliging van liften Publicatie: 30-04-2003

9 MAART 2003 - Koninklijk besluit betreffende de beveiliging van liften Publicatie: 30-04-2003 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG, FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST CONSUMENTENZAKEN 9 MAART

Nadere informatie

Beveiliging van liften

Beveiliging van liften Beveiliging van liften Agenda KB van 9 maart 2003, gewijzigd door het KB van 10 december 2012 Historiek Wat zijn de belangrijkste wijzigingen? Definities, periodiciteiten, Risicoanalyse in de praktijk

Nadere informatie

september 2015 Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift!

september 2015 Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift! september 2015 Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift! De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame

Nadere informatie

10 DECEMBER Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften

10 DECEMBER Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften Veiligheid van liften: de nieuwe verplichtingen Bron: Belgisch Staatsblad dd.10/12/2012 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 10 DECEMBER 2012. Koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

januari 2017 Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift!

januari 2017 Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift! januari 2017 Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift! De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame

Nadere informatie

Beveiliging van liften

Beveiliging van liften FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND & ENERGIE KWALITEIT EN VEILIGHEID Afdeling Veiligheid Dienst Productveiligheid Beveiliging van liften Versie 27/01/06 Verwijzingen : Koninklijk besluit

Nadere informatie

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef. Inhoudstafel. belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef. Inhoudstafel. belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Page 1 of 10 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef Einde Inhoudstafel 3 uitvoeringbesluiten 2 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad van State

Nadere informatie

Liften: veiligheid op elke verdieping

Liften: veiligheid op elke verdieping Liften: veiligheid op elke verdieping Er bestaat al een wettelijke verplichting Geen onderscheid meer tussen liften voor professioneel en liften voor privé-gebruik 3 4 6 7 Veiligheid in liften: een onderschat

Nadere informatie

Liften: veilig de hoogte in. Koen Hendrickx. Lead Technical Manager Lifting

Liften: veilig de hoogte in. Koen Hendrickx. Lead Technical Manager Lifting Liften: veilig de hoogte in Koen Hendrickx Lead Technical Manager Lifting Agenda Vincotte Liften veilig de hoogte in Europa Liften de geschiedenis Liften volgens het Koninklijk Besluit Het KB & Bijlage

Nadere informatie

Principes volgens dewelke de normen EN en EN zijn opgenomen in het KB van 7 juli 1994

Principes volgens dewelke de normen EN en EN zijn opgenomen in het KB van 7 juli 1994 Principes volgens dewelke de normen EN 81-72 en EN 81-73 zijn opgenomen in het KB van 7 juli 1994 Deze normen zijn zeer precieze technische voorschriften. Het principe van de basisnormen bestaat slechts

Nadere informatie

Wetgeving over de veiligheid van liften: verplichtingen van de beheerders, rol van de professionelen

Wetgeving over de veiligheid van liften: verplichtingen van de beheerders, rol van de professionelen Wetgeving over de veiligheid van liften: verplichtingen van de beheerders, rol van de professionelen Studiedag oude liften Brussel, 25 november 2014 Geert De Poorter Directeur-generaal Algemene Directie

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 57 van 25 oktober 2002 over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de beveiliging

Nadere informatie

Koninklijk Besluit inzake de beveiliging van liften. Met Schindler vlekkeloos naar de vereiste situatie. www.schindler.be

Koninklijk Besluit inzake de beveiliging van liften. Met Schindler vlekkeloos naar de vereiste situatie. www.schindler.be Koninklijk Besluit inzake de beveiliging van liften. Met Schindler vlekkeloos naar de vereiste situatie. www.schindler.be Het Koninklijk Besluit: achtergrond. In 1998 is door de European Comimittee of

Nadere informatie

Extreme ontspanningsevenementen

Extreme ontspanningsevenementen FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND & ENERGIE KWALITEIT EN VEILIGHEID Afdeling Veiligheid Dienst Productveiligheid Extreme ontspanningsevenementen Versie 06/02/2003 Referenties : Koninklijk

Nadere informatie

Wetgeving over de veiligheid van liften: verplichtingen van de beheerders, rol van de professionelen

Wetgeving over de veiligheid van liften: verplichtingen van de beheerders, rol van de professionelen Wetgeving over de veiligheid van liften: verplichtingen van de beheerders, rol van de professionelen Studiedag modernisering van liften Brussel, 1 oktober 2015 Geert De Poorter Algemeen Directeur Algemene

Nadere informatie

februari 2010 Machinerichtlijn

februari 2010 Machinerichtlijn februari 2010 Machinerichtlijn Machinerichtlijn 2 Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 B - 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

Uitbating van speelterreinen

Uitbating van speelterreinen FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND & ENERGIE KWALITEIT EN VEILIGHEID Afdeling Veiligheid Dienst Productveiligheid Uitbating van speelterreinen Versie 19/12/2003 Referenties : Koninklijk

Nadere informatie

Oude liften. Erfgoed en veiligheid. Oude liften

Oude liften. Erfgoed en veiligheid. Oude liften Oude liften Erfgoed en veiligheid Oude liften 2 Stadswinkel In Brussel verschijnen de eerste liften op het einde van de XIXe eeuw in de grote hotels, de warenhuizen en in enkele appartementsgebouwen geïnspireerd

Nadere informatie

Reglementering veiligheid van speelterreinen

Reglementering veiligheid van speelterreinen Reglementering veiligheid van speelterreinen Gent, 19 april 2017 Toon Goossens Dienst Controle Veiligheid Noord Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid http://economie.fgov.be Inhoud Enkele foto s Inleiding

Nadere informatie

Vragen van producenten, distributeurs en verhuurders. 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen?

Vragen van producenten, distributeurs en verhuurders. 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen? GOCARTS: VRAGEN EN ANTWOORDEN Vragen van producenten, distributeurs en verhuurders 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen? Gocarts moeten voldoen aan de wet van 9 februari 1994 betreffende

Nadere informatie

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek IX

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek IX WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Boek IX Inhoud BOEK IX. - Veiligheid van producten en diensten... 3 HOOFDSTUK 1. - Algemene veiligheidsverplichting... 3 HOOFDSTUK 2. - Informatie- en adviesstructuren... 7

Nadere informatie

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA MINISTERIЁLE REGELING van 2 december 2015 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) (Regeling keuring liften) Uitgegeven,

Nadere informatie

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen 8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen (voor het gemak, een machine = een installatie, machine of gemechaniseerd werktuigen, zoals bedoeld in het artikel 8.1 van het KB

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW 27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Voor afdeling 7 Periodieke controle en onderhoud van boek III, titel 3, hoofdstuk III van de codex over het welzijn

Nadere informatie

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Afdeling Normen over het welzijn op het werk

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Afdeling Normen over het welzijn op het werk FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Afdeling Normen over het welzijn op het werk Thematische toelichting over het koninklijk besluit van 13 juni

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen 11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen B.S. 20 juli 2011 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

In Brussel verschijnen de eerste liften

In Brussel verschijnen de eerste liften Info Patrimonium Een voorlichtingsbrochure van de Stadswinkel De Stadswinkel vzw De De lift lift e In Brussel verschijnen de eerste liften op het einde van de 19de eeuw in de grote hotels, de grote winkels

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel Een innovatief economisch model, een opportuniteit voor ondernemers en consumenten Opdracht van de FOD Economie In een steeds veranderende Belgische

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST Economie, K.M.O., Middenstand & Energie. Veiligheidsgids. Pocket-Bikes

FEDERALE OVERHEIDSDIENST Economie, K.M.O., Middenstand & Energie. Veiligheidsgids. Pocket-Bikes FEDERALE OVERHEIDSDIENST Economie, K.M.O., Middenstand & Energie Veiligheidsgids Pocket-Bikes 22.06.2006 Deze veiligheidsgids werd opgesteld door de Dienst Productveiligheid van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Controle van hefwerktuigen Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Nathalie Nouvelle, Ir Attaché bij Toezicht Welzijn op het Werk Directie Bergen 6 september 2013 1 Controle van hefwerktuigen Definities

Nadere informatie

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene

Nadere informatie

Welzijn in de praktijk

Welzijn in de praktijk Welzijn in de praktijk Liften: Modernisatiewerken KB : Electr. Installaties AREI art.104 Bernard Frère Ronny Vanhoudt Johny Boden Welzijn in de praktijk LIFTEN: toelichting bij de belangrijkste modernisatiewerken

Nadere informatie

januari 2017 Het ABC van de modernisatie van uw lift

januari 2017 Het ABC van de modernisatie van uw lift januari 2017 Het ABC van de modernisatie van uw lift De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

Richtlijn druktoestellen 97/23/EG

Richtlijn druktoestellen 97/23/EG Richtlijn druktoestellen 97/23/EG PED in de praktijk Stoomdag Energik 18-05-06 nmouling@vincotte.be 1 INHOUD Presentatie van de PED: - Doel - Toepassingsgebied - Essenciële veiligheidseisen - Klassificatie

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

De nieuwe Liftenrichtlijn

De nieuwe Liftenrichtlijn De nieuwe Liftenrichtlijn Agoria Regulations & standards Brussel, 20 oktober 2016 Jo Hulsmans FOD economie Dienst reglementering en veiligheid http://economie.fgov.be Overzicht Inleiding Verplichtingen

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2 KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart CIRCULAIRE CIR/EQUIP-02 Datum 06/84 Uitgave : 2 Betreft : Goedkeuring van de recipiënten vervaardigd in het buitenland

Nadere informatie

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67)

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) 1. Welk ongeval moet aangegeven worden? Elk feit overkomen tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst of op de arbeidsweg

Nadere informatie

Veiligheid van speeltoestellen

Veiligheid van speeltoestellen FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND & ENERGIE KWALITEIT EN VEILIGHEID Afdeling Veiligheid Dienst Productveiligheid Veiligheid van speeltoestellen Versie 06/02/2003 Referenties : Koninklijk

Nadere informatie

CE-markering. Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid. Infosessie VOKA 27.03.2014. http://economie.fgov.be

CE-markering. Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid. Infosessie VOKA 27.03.2014. http://economie.fgov.be CE-markering Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid Infosessie VOKA 27.03.2014 inhoud / overzicht CE-markering: Wat? Op welke producten? Waarom? Algemene veiligheidsverplichting

Nadere informatie

Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen

Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen Djamel Dehas en Tomas Vanderstappen Diverse bepalingen? Wijziging van de wet van 4 februari 2000

Nadere informatie

Controlecampagne Speelgoed met magneten 2016

Controlecampagne Speelgoed met magneten 2016 Controlecampagne Speelgoed met magneten 2016 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 Brussel Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be Tel.: 0800 120 33 Vanuit

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

De FOD Economie informeert U! Uw nieuwe producten: kwaliteit of niet? Technische goedkeuring

De FOD Economie informeert U! Uw nieuwe producten: kwaliteit of niet? Technische goedkeuring De FOD Economie informeert U! Uw nieuwe producten: kwaliteit of niet? Technische goedkeuring 2 Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat, 50 B - 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.

Nadere informatie

Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht.

Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. 9 februari 2016 Mevrouw, Mijnheer, Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. Voorafgaand: Het wetsontwerp tot aanvulling en

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2017/10293] 1 DECEMBER 2016. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot verklaring van openbaar

Nadere informatie

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN.. Tussen De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie, KMO, Middenstand

Nadere informatie

VERSLAG VAN PERIODIEKE INSPECTIE (K.B. 09/03/03 + bijlage II) (uitgevoerd onder BELAC accreditatie volgens interne procedure QPRO/HEF/001, 7.

VERSLAG VAN PERIODIEKE INSPECTIE (K.B. 09/03/03 + bijlage II) (uitgevoerd onder BELAC accreditatie volgens interne procedure QPRO/HEF/001, 7. Code gebouw: 232 120 604282 Klantverantw.: 78 Opdrachtn.: 8100-78 Klantnr. : 8100 Cont.pers.: Tel.: 02/266.25.07, Fax: - GSM: - e-mail: - ProKo.: P035 1 Verslagnr.: 4641820 Voorl. verslagnr.: V4641820

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

oktober 2016 Controleer de vervaldatum van uw overeenkomsten!

oktober 2016 Controleer de vervaldatum van uw overeenkomsten! oktober 2016 Controleer de vervaldatum van uw overeenkomsten! De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame en

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/7 Advies nr 12/2014 van 26 februari 2014 Betreft: Adviesaanvraag aangaande het ontwerp van koninklijk besluit en het ontwerp van ministerieel besluit betreffende de identificatie en registratie van honden

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN

ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN Doel van het document: De algemene voorwaarden voor Fedict diensten bevatten de standaardvoorwaarden voor het gebruik van alle Fedict diensten. Ze worden aangevuld

Nadere informatie

Aankoopprocedure compacte goederenlift

Aankoopprocedure compacte goederenlift 1 JAFOR bvba Groeningenweg 13 3590 Diepenbeek info@jafor.be www.jafor.be Aankoopprocedure compacte goederenlift 1 Wat zegt de wetgeving? Volgens de machinerichtlijn 2006/42/EG kunnen wij een goederenlift

Nadere informatie

De FOD Economie informeert u! De innovatiepremie. Een creatieve werknemer belonen? Ja! Dankzij de fiscale vrijstelling van de innovatiepremies

De FOD Economie informeert u! De innovatiepremie. Een creatieve werknemer belonen? Ja! Dankzij de fiscale vrijstelling van de innovatiepremies De FOD Economie informeert u! De innovatiepremie Een creatieve werknemer belonen? Ja! Dankzij de fiscale vrijstelling van de innovatiepremies De innovatiepremie Een creatieve werknemer belonen? Ja! Dankzij

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_2010928 / 20101209 Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Reglementering en Controlebeleid Wettelijke Metrologie Metrologische Reglementering 28 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit betreffende de installatie

Nadere informatie

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving VL/NB Brussel, woensdag 23 april 2014 LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving Twee nieuwe KB's bepalen de toepassingsmodaliteiten van het concept 'licht ongeval' in de reglementering betreffende arbeidsongevallen,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 20 van 28 januari 1999 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9.

Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9. Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : 10

Nadere informatie

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Versie 30/05/07 Referenties :

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun

Nadere informatie

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1) NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

Risicoanalyse van de elektrische installatie. Praktische werkwijze

Risicoanalyse van de elektrische installatie. Praktische werkwijze Risicoanalyse van de elektrische installatie Praktische werkwijze 1. Wetgeving Wet Welzijn AREI Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische

Nadere informatie

ELEKTRICITEITSKEURING

ELEKTRICITEITSKEURING ELEKTRICITEITSKEURING 1. Wat is een elektriciteitskeuring? Residentiële elektrische installaties dienen regelmatig te worden gekeurd, waarbij wordt gecontroleerd of aan de regels, opgelegd door het AREI,

Nadere informatie

Reglementering over defibrillatoren

Reglementering over defibrillatoren Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Reglementering over defibrillatoren Versie 23/05/07 Referenties : Koninklijk besluit houdende veiligheids- en andere voorwaarden

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC)

FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) 1. Wanneer starten de solden onder de WMPC? De bestaande soldenperiodes werden onder de nieuwe wet niet gewijzigd.

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

FAQ Feestvuurwerk Het pyrotechnisch artikel De handelaar De consument

FAQ Feestvuurwerk Het pyrotechnisch artikel De handelaar De consument FAQ Feestvuurwerk Het pyrotechnisch artikel... 2 1. Wat is een pyrotechnisch artikel?... 2 2. Welke pyrotechnische artikelen vallen niet onder het koninklijk besluit van 20 oktober 2015?... 2 De handelaar...

Nadere informatie

N Beroepsregl - AREI - ARAB A Brussel, 15 december 2015 MH/EDJ/AS 737-2015 ADVIES. over

N Beroepsregl - AREI - ARAB A Brussel, 15 december 2015 MH/EDJ/AS 737-2015 ADVIES. over N Beroepsregl - AREI - ARAB A Brussel, 15 december 2015 MH/EDJ/AS 737-2015 ADVIES over DE PROBLEMEN M.B.T. HET GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN HET CONTROLEBEZOEK VAN LAAGSPANNINGSINSTALLATIES (ARTIKEL 270

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/006 BERAADSLAGING NR. 11/005 VAN 11 JANUARI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Conformiteit van aerosols standpunt van de Belgische overheid

Conformiteit van aerosols standpunt van de Belgische overheid Conformiteit van aerosols standpunt van de Belgische overheid infosessie aerosols 26 11 2014 Wendy Van Aerschot en Ariane Van Cutsem FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Overzicht Structuur van

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales

Nadere informatie

Deze bijlage blijft gelden zolang als de Verwerker de persoonsgegevens verwerkt namens de Verwerkingsverantwoordelijke.

Deze bijlage blijft gelden zolang als de Verwerker de persoonsgegevens verwerkt namens de Verwerkingsverantwoordelijke. Bijlage: Toepassing van EU verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 1 van 18 november 1996 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

COMITE DE GESTION DE LA MARQUE INCERT COMITE VOOR HET BEHEER VAN HET MERK INCERT

COMITE DE GESTION DE LA MARQUE INCERT COMITE VOOR HET BEHEER VAN HET MERK INCERT Comité Electrotechnique Belge asbl Belgisch Elektrotechnisch Comité vzw BluePoint Building Bd A. Reyerslaan, 80-1030 Bruxelles/Brussel Tel.: 02 706 85 70 E-mail: centraloffice@ceb-bec.be IBAN: BE93.2100.0834.3567

Nadere informatie

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS 799-2018 ADVIES over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR (goedgekeurd door het bureau op 15 oktober 2018, bekrachtigd door de algemene

Nadere informatie