OVERZICHTSLIJST DER ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 23 APRIL 2009 TE 20u00

Transcriptie

1 GEMEENTE DENDERLEEUW Provincie Oost-Vlaanderen OVERZICHTSLIJST DER ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 23 APRIL 2009 TE 20u00 Aanwezig: Afwezig: DE GREEF Elke, Voorzitter COUCK Georges, Burgemeester DE NUL Jan, FONCK Jo, VAN DER HOEVEN Marleen, VAN DER POORTEN Mark, Schepenen EEMAN Jan, DE MESMAEKER Jan, SCHEERLINCK Erna, SLAGMULDER Kristof, D'HAESELEER Myriam, DE SCHAMPHELEER Betty, DE LEEUW Simonne, SCHEERLINCK Nelly, VAN SCHELVERGEM Geert, RUYSSEVELDT Jürgen, SWERON Jean- Pierre, DUWE Erik, PEREBOOM Elke, RENDERS Sofie, BUYDENS Marleen, DE BRUECKER Christel, TEMMERMAN Ingrid, DE BACKER Jan,Raadsleden ROLLIER Paul, Gemeentesecretaris DE SMET Yves, Schepen OPENBARE ZITTING 1. GOEDKEUREN VERSLAG GEMEENTERAADSCOMMISSIE VAN 3 MAART 2009 EN VERSLAG GEMEENTERAADSZITTING VAN 5 MAART AKTENEMING VAN HET ONTSLAG VAN JO WAEGEMAN, RAADSLID. BESLUIT : Art.1-Neemt akte van het ontslag als gemeenteraadslid aangeboden door de heer Jo Waegeman bij schrijven van 5 maart AANSTELLING EN EEDAFLEGGING VAN DE HEER JAN DE BACKER ALS TITELVOEREND LID VAN DE GEMEENTERAAD IN VERVANGING VAN UITTREDEND TITULARIS DE HEER JO WAEGEMAN. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT : Art. 1 - De geloofsbrieven van de heer Jan De Backer worden goedgekeurd. Met het oog op zijn aanstelling als titelvoerend lid van de gemeenteraad wordt hij uitgenodigd om de grondwettelijke eed af te leggen.

2 In openbare vergadering van de gemeenteraad in handen van de voorzitter legt hij de voorgeschreven eed af ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen. De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van de heer Jan De Backer en vervolgens wordt hij geïnstalleerd als gemeenteraadslid. Art. 2 - Voornoemde, de heer Jan De Backer wordt derhalve als gemeenteraadslid aangesteld en neemt verder deel aan de beraadslagingen van de gemeenteraad. Art. 3 - Afschrift van de onderhavige beraadslaging zal binnen de 20 dagen overgemaakt worden aan de Vlaamse Regering. 4. VASTSTELLING RANGORDE VAN DE GEMEENTERAADSLEDEN. Met eenparigheid van stemmen :24/24 BESLUIT : Art. 1 - Naar aanleiding van de installatie als raadslid van de heer Jan De Backer wordt de rangorde van de raadsleden als volgt vastgesteld : Volg Naam en voornaam Hoedanigheid Eerste indienst nr Raadsleden treding als aantal GR-lid stemmen 1. EEMAN Jan Raadslid 22/01/ COUCK Georges Burgemeester 13/12/ VAN DER POORTEN M Schepen 03/01/ DE MESMAEKER Jan Raadslid 11/10/ VAN DER HOEVEN M Schepen 01/01/ SCHEERLINCK Erna Raadslid 05/06/ DE NUL Jan Schepen 01/01/ DE SMET Yves Schepen 27/06/ SLAGMULDER Kristof Raadslid 01/01/ FONCK Jo Schepen 01/01/ D HAESELEER Myriam Raadslid 01/01/ DE SCHAMPHELEER B. Raadslid 01/01/ DE LEEUW Simonne Raadslid 27/06/ SCHEERLINCK Nelly Raadslid 10/10/ VAN SCHELVERGEM Raadslid 02/01/ DE GREEF Elke Raadslid 02/01/ RUYSSEVELDT Jürgen Raadslid 02/01/ SWERON Jean-Pierre Raadslid 02/01/ DUWE Erik Raadslid 02/01/ PEREBOOM Elke Raadslid 02/01/ RENDERS Sofie Raadslid 02/01/ BUYDENS Marleen Raadslid 02/01/ DE BRUECKER Chr. Raadslid 02/01/ TEMMERMAN Ingrid Raadslid 25/09/ DE BACKER Jan Raadslid 23/04/09 126

3 5. INTREKKING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 27/11/2008 HOUDENDE DE GOEDKEURING ONDER VOORBEHOUD VAN HET BUDGET 2009 VAN DE KERKFABRIEK ST-JOZEF HEMELRIJK. Met 19 stemmen voor bij 5 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1. Het raadsbesluit van 27/11/2008 houdende de goedkeuring van het budget 2009 van de Kerkfabriek Sint-Jozef Hemelrijk in te trekken. Artikel 2. Van deze intrekking: a. kantmelding te maken in het notulenboek; b. melding te geven aan de betrokken kerkfabriek, het centraal kerkbestuur, dhr. Gouverneur en de Bisschoppelijke Overheid. 6. GOEDKEUREN ZONDER VOORBEHOUD VAN HET BUDGET 2009 VAN DE KERKFABRIEK ST.-JOZEF HEMELRIJK. Met 19 stemmen voor bij 5 onthoudingen BESLUIT Artikel 1. Goedkeuring te verlenen aan het budget 2009 van de Kerkfabriek Sint-Jozef Hemelrijk Denderleeuw. Artikel 2. Hiervan kennis te geven aan het Centraal Kerkbestuur, de Kerkfabriek, het erkend representatief orgaan en de heer Gouverneur. 7. GOEDKEURING BESTEK,PLANNEN EN GUNNINGSWIJZE - WEGNEMEN VERHOOGDE INRICHTINGEN HOOGSTRAAT. Met 19 stemmen voor bij 5 onthoudingen. BESLUIT: Art. 1 - Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr en de raming voor de opdracht met als voorwerp wegnemen verhoogde inrichtingen Hoogstraat, opgesteld door studiebureau MESO bvba uit Meise. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de

4 overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt ,23 euro excl. btw of ,96 euro incl. 21 % BTW. Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 - De uitgave voor deze overheidsopdracht is voorzien in het budget van 2009, op artikel 423/ van de buitengewone dienst. Art. 4 - Dit besluit wordt vermeld op de overzichtslijst die aan de Hogere Overheid wordt overgemaakt. 8. GOEDKEUREN AANKOOP ONROEREND GOED MET BESTEMMING OPENBAAR DOMEIN - KOOPWARENSTRAAT 4/6 Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT Art. 1 - De aankoop van de woning gelegen Koopwarenstraat 4/6 tegen de prijs van , goed te keuren. Art. 2 De verkoopsovereenkomst opgemaakt door notaris H. Van De Steene, goed te keuren. Art. 3 De uitgave verbonden aan deze verwerving te financieren met de kredieten voorzien in het investeringsbudget 2009 onder artikel 922/ Art. 4 - De heer Georges Couck Burgemeester en de heer Paul Rollier gemeentesecretaris, te machtigen, namens de gemeente deze akte te ondertekenen. 9. GOEDKEUREN BESTEK EN GUNNINGSWIJZE - AANKOOP 2 KLEINE BESTELWAGENS. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT: Art. 1 - Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr en de raming voor de opdracht met als voorwerp Aankoop 2 kleine bestelwagens, opgesteld door de dienst Uitbestede Opdrachten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt ,39 euro excl. btw of ,00 euro incl. 21 % btw. Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

5 Art. 3 - De uitgave voor deze overheidsopdracht is voorzien in het budget van 2009, op artikel 421/ van de buitengewone dienst. Art. 4 - Dit besluit wordt vermeld op de overzichtslijst die aan de Hogere Overheid wordt overgemaakt. 10. RAAMCONTRACT LEVEREN VERKEERSSIGNALISATIE OP AFROEP PERIODE GOEDKEUREN BESTEK, LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE. Met 19 stemmen voor bij 5 onthoudingen BESLUIT : Art. 1 - Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 2009/071 en de raming voor de opdracht met als voorwerp raamcontract leveren verkeerssignalisatie op afroep , opgesteld door de dienst Mobiliteit en de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt ,00 euro incl. 21 % BTW gespreid over drie jaar of euro per jaar. Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 - De uitgaven voor deze overheidsopdracht zal worden voorzien op de budgetten van 2009, 2010 en 2011 onder artikel 423/ van de buitengewone dienst. Art. 4 - Dit besluit wordt vermeld op de overzichtslijst die aan de Hogere Overheid wordt overgemaakt. 11. BEKRACHTIGEN BESLISSING SCHEPENCOLLEGE DD 2 MAART 2009 HOUDENDE INRICHTEN 7 INSTAPLESTIJDEN INGEVOLGE EEN DERDE HERBEREKENING IN HET KLEUTERONDERWIJS TIJDENS HET SCHOOLJAAR Met eenparigheid van stemmen : 24/24 ; BESLUIT : Art. 1 - De beslissing van het schepencollege d.d. 02 maart 2009 houdende de inrichting van 7 instaplestijden ingevolge een derde herberekening in het kleuteronderwijs tijdens het schooljaar en dit met ingang van 2 maart 2009 tot en met 30 juni 2009, te bekrachtigen. Art 2 - Afschrift van dit besluit ter kennisgeving over te maken aan de hogere overheid door bemiddeling van het schoolhoofd.

6 12. GOEDKEUREN DIENSTREGLEMENT PLAATSELIJKE BIBLIOTHEEK. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT Artikel 1 Kennis te nemen van het dienstreglement van de plaatselijke openbare bibliotheek, dat als bijlage is gevoegd, en dit goed te keuren. Art. 2 Dit gemeenteraadsbesluit onmiddellijk ter kennisgeving mede te delen aan de diensten van de heer Gouverneur. 13. JEUGDBELEIDSPLAN GOEDKEUREN VERANTWOORDINGSNOTA Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT Art. 1 De verantwoordingsnota 2008 met betrekking tot het jeugdbeleidsplan goed te keuren. Art. 2 - De verantwoordingsnota 2008 samen met het advies van de culturele adviesraad - jeugdraad en de goedkeuring van de gemeenteraad over te maken aan de Afdeling Jeugd van de Vlaamse Overheid. 14. GEDEELTELIJKE SCHORSING RECHTSPOSITIEREGELING - AANPASSING. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT Artikel 1 : De door de gemeenteraad in zitting van 18 december 2008 goedgekeurde rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel aan te passen zoals aangegeven in de brief van de toezichthoudende overheid en aldus tegemoet te komen aan de negen punten van schorsing en aan de gemaakte aanbevelingen. Art. 2: De nieuwe rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel vast te stellen overeenkomstig de bijgevoegde tekst met ingang van 1 mei Art. 3: Een kopie van dit besluit te verzenden naar de provinciegouverneur overeenkomstig artikel 253, 1, 1 van het Gemeentedecreet.

7 15. DEONTOLOGISCHE CODE VAN DE GEMEENTERAADSLEDEN. Met 15 stemmen voor bij 9 stemmen tegen. Beslist: Artikel 1: De deontologische code voor de gemeenteraadsleden vast te stellen als volgt: I. INLEIDING De artikelen 41 en 56 van het Gemeentedecreet verplichten de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen een deontologische code aan te nemen. Het is een gedragscode die gaat over bestuurlijke integriteit, dit is de mate waarin mandatarissen zich in hun contacten en functioneren oprecht en rechtschapen gedragen. II. TOEPASSINGSGEBIED Deze code moet gerespecteerd en gevolgd worden door: - de burgemeester - de voorzitter van de gemeenteraad - de schepenen - de gemeenteraadsleden. Deze gedragscode is ook van toepassing op de medewerkers van de hierboven vermelde mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is, op leden die op voorstel van de fracties in de gemeenteraad worden aangeduid om te zetelen in organen van extern verzelfstandigde agentschappen, adviesraden of overlegstructuren of andere organismen waarin het bestuur is vertegenwoordigd, evenals op derden, handelend in opdracht van de lokale mandatarissen. De mandatarissen die krachtens een beslissing van de gemeenteraad andere mandaten bekleden, zijn er in die hoedanigheid eveneens toe gehouden de bepalingen van deze gedragscode na te leven. III. STATUUT VAN DE DEONTOLOGISCHE CODE Artikel 1: De deontologische code van de mandatarissen is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de mandatarissen als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking en om belangenvermenging te vermijden. IV. DIENSTVERLENENDE ACTIVITEITEN VAN DE GEMEENTERAADSLEDEN A. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten Artikel 2: De mandatarissen waken erover dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of waardigheid van het mandaat kunnen schaden.

8 Artikel 3: De mandatarissen gebruiken voor hun dienstverleningsactiviteiten geen termen waarin ombud- en klacht- voorkomen noch andere vergelijkbare samenstellingen, om geen verwarring te creëren met op ambtelijk niveau ingestelde ombuds- of klachtendiensten. Artikel 4: Bij hun optreden in en buiten het gemeentebestuur en in hun contacten met individuen, groepen en instellingen geven de mandatarissen voorrang aan het algemeen belang boven particuliere belangen. Zij vermijden elke vorm van belangenvermenging. Artikel 5: Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling of doorverwijzing gebeurt zonder materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard ook en mag geen vorm van klantenwerving inhouden. Artikel 6: De mandatarissen moeten op gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van geslacht, sociale toestand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens. Artikel 7: Tussenkomsten bij politiële instanties om besluitvorming te beïnvloeden zijn verboden. Artikel 8: De mandatarissen respecteren de handelingen van de personeelsleden conform hun eigen deontologische code. B. De mandataris als informatiebemiddelaar Artikel 9: Het behoort tot de wezenlijke taken van de mandatarissen om informatie in te winnen en te verstrekken. De mandatarissen stellen daarbij informatie ter beschikking over de diensten die instaan voor het behandelen van klachten van de burger. Waar mogelijk proberen de mandatarissen vraagstellers door te verwijzen naar de geëigende diensten van de administratie. Artikel 10: Informatie waarop de vraagsteller normaliter geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de mandatarissen niet worden doorgespeeld. C. De mandataris als vertrouwenspersoon Artikel 11: In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen mandatarissen de rol vervullen van vertrouwenspersoon. D. De mandataris als administratieve begeleider en ondersteuner Artikel 12: Mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier, daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen en vooraf vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

9 De briefwisseling met de overheid, in het kader van deze ondersteuning en begeleiding, wordt in principe op naam van de burger gevoerd. E. De mandataris als bemiddelaar Artikel 13: Als er voor een specifiek probleem geen enkele specifieke dienst of instantie bevoegd is, kunnen mandatarissen optreden als rechtstreekse en zichtbare bemiddelaar. F. Tussenkomsten Artikel 14: Gemotiveerde tussenkomsten zijn toegelaten binnen het wettelijk kader. Deze kunnen onder meer bestaan in het vragen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of een genomen beslissing, naar de stand van zaken van een administratief dossier of naar de verantwoording voor het niet beantwoorden van vragen door de burger gesteld of in het onder de aandacht brengen van specifieke elementen in het administratief dossier. Artikel 15: Bij het behartigen van administratieve dossiers en het begeleiden van vraagstellers respecteren de mandatarissen de normale objectieve behandelingsprocedures en termijnen. Enkel rechtmatige tussenkomsten binnen het wettelijke kader zijn toegestaan. De gemeenteraadsleden mogen wel via de geëigende kanalen van de betrokken diensten of via de leden van het college van burgemeester en schepenen als beleidsverantwoordelijken informatie inwinnen over de stand van zaken in de behandeling van een administratief dossier. Artikel 16: De tussenkomsten van mandatarissen bij behandelende ambtenaren worden in het administratief dossier opgenomen. Evenzo worden tussenkomsten van derden, al dan niet direct betrokken, bij de behandelende ambtenaren in het administratief dossier opgenomen. Als hij erom verzoekt, wordt aan de interveniënt een bevestiging gezonden van de tussenkomst. G. Begunstigingstussenkomsten Artikel 17: Begunstigingstussenkomsten waarbij de burgers een beroep doen op voorspraak van de mandataris zijn verboden. Elke poging tot bevoordeling, waarbij de burger door toedoen van een mandataris iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet toelaatbaar is, is verboden. Artikel 18: Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie zijn in deze niet toegestaan. Als mandatarissen om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, delen zij aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria. De mandatarissen mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en procedures voor benoemingen, aanstellingen en bevorderingen. De mandatarissen mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van examens of bekwaamheidstests. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij

10 inlichtingen inwinnen over de evaluatieprocedures en criteria. Bij de eigenlijke selecties komen zij niet tussenbeide. A posteriori kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van het examen of de test/van de evaluatie of de selectie, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent. Artikel 19: De mandatarissen mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de publieke sector. De mandatarissen mogen op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Voor die arbeidsbemiddelingsrol mogen de mandatarissen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Artikel 20: Tussenkomsten van mandatarissen met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden. Als mandatarissen om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde contractuele verbintenis met de overheid ambiëren, delen zij aan de kandidaten mee dat de toewijzing gebeurt op basis van de vastgelegde criteria. De mandatarissen mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden. De mandatarissen mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van de toewijzing. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de selectie- en gunningscriteria en de toepassing ervan. Bij de eigenlijke toewijzing komen zij niet tussenbeide. A posteriori kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van de procedure, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent. H. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon Artikel 21: Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij mandatarissen bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn, zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd, zijn niet toegestaan. Artikel 22: Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij mandatarissen wel degelijk daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een persoonlijk dossier te waarborgen, maar zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan. V. VERMIJDEN VAN BELANGENVERMENGING DOOR GEMEENTERAADSLEDEN Artikel 23: Een mandataris gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn mandaat beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie. Artikel 24: Een mandataris houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van de wet- en regelgeving inzake openbaarheid van bestuur. Artikel 25: Een mandataris maakt geen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke relaties.

11 VI. RELATIES MET BEDRIJVEN EN RELATIEGESCHENKEN Artikel 26: Geschenken en giften die een mandataris uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Indien een mandataris geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 75,00 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en hoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd. Artikel 27: De mandatarissen engageren zich bij deze en onderling tegenover elkaar, om geen advertenties te plaatsen, noch namens de partij die zij vertegenwoordigen, noch als individueel mandataris, in reclamebladen of op affiches van verenigingen en organisaties. Uitzondering hierop zijn de advertenties van een individueel mandataris die tevens zaakvoerder is van een handelszaak en die uitdrukkelijk en in hoofdorde verwijzen naar of melding maken van de firmanaam en in ondergeschikte orde de persoonlijke naam vermelden, doch zonder de minste verwijzing naar het openbaar mandaat dat die mandataris-zaakvoerderaadverteerder vervult naast zijn zakelijk belang. VII. NALEVING, CONTROLE EN SANCTIONERING Artikel 28: De mandatarissen verbinden zich ertoe deze deontologische code na te leven. Artikel 29: Om de naleving te waarborgen wordt er door de gemeenteraad een deontologische commissie in het leven geroepen. De fractievoorzitters maken deel uit van deze commissie. De gemeentesecretaris wordt aangeduid als voorzitter van deze deontologische commissie. De stemming gebeurt bij unanimiteit. Artikel 30: Ambtenaren of andere personen die geconfronteerd worden met een inmenging van een mandataris of derde die zij in strijd achten met deze deontologische code, maken hiervan binnen tien dagen melding aan de gemeentesecretaris. Kopie van de melding wordt onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken mandataris. Anonieme klachten zijn onontvankelijk. Artikel 31: De secretaris legt de in het artikel 29 omschreven melding voor aan de deontologische commissie binnen dertig dagen na ontvangst. De deontologische commissie onderzoekt die melding op hun gegrondheid. Daarbij moet het recht van verdediging van de betrokken mandataris worden gevrijwaard. Uitspraak moet geschieden binnen dertig dagen na ontvangst. Artikel 32: Als de deontologische commissie een inbreuk op de deontologische code vaststelt, kan zij publiekelijk een blaam leggen op de betrokken mandataris. Artikel 33: Deze deontologische code treedt in werking de dag nadat ze werd goedgekeurd door de gemeenteraad. Artikel 2: De tekst van de deontologische code zal op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk informatieblad worden bekendgemaakt.

12 Artikel 3: Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving aan de gemeenteraadsleden en aan de personeelsleden worden gegeven. 16. DEONTOLOGISCHE CODE VAN HET PERSONEEL Met 20 stemmen voor bij 4 onthoudingen Beslist: Artikel 1: De deontologische code voor het personeel, vast te stellen zoals is gestipuleerd in het document dat gaat in bijlage. Artikel 2: De tekst van de deontologische code zal op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk informatieblad worden bekendgemaakt. Artikel 3: Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving aan de gemeenteraadsleden en aan de personeelsleden worden gegeven. 17. KENNISNAME DEONTOLOGISCHE CODE LEDEN SCHEPENCOLLEGE. Beslist : Artikel 1: De deontologische code voor de leden van het college van burgemeester en schepenen vast te stellen als volgt: I. INLEIDING Het artikel 56 van het Gemeentedecreet verplicht het college van burgemeester en schepenen een deontologische code aan te nemen, die minstens de deontologische code zoals aangenomen door de gemeenteraad, omvat. Het is een gedragscode die gaat over bestuurlijke integriteit, dit is de mate waarin mandatarissen zich in hun contacten en functioneren oprecht en rechtschapen gedragen. II. TOEPASSINGSGEBIED Deze deontologische code moet gerespecteerd en gevolgd worden door: - de burgemeester - de schepenen Deze gedragscode is ook van toepassing op de medewerkers van de hierboven vermelde leden van het college van burgemeester en schepenen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is. De leden van het college van burgemeester en schepenen die krachtens een beslissing van de gemeenteraad of van het college zelf andere mandaten bekleden, moeten in die hoedanigheid de bepalingen van deze deontologische code ook naleven.

13 III. STATUUT VAN DE DEONTOLOGISCHE CODE Artikel 1: Deze deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de mandatarissen als leidraad nemen bij de uitoefening van hun mandaat en bij de dienstverlening aan de bevolking teneinde belangenvermenging te vermijden. IV. DIENSTVERLENENDE ACTIVITEITEN VAN DE LEDEN VAN HET CBS A. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten Artikel 2: De leden van het college van burgemeester en schepenen waken erover dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of waardigheid van het mandaat kunnen schaden. Artikel 3: De leden van het college van burgemeester en schepenen gebruiken voor hun dienstverleningsactiviteiten geen termen waarin ombud- en klacht- voorkomen noch andere vergelijkbare samenstellingen, om geen verwarring te creëren met op ambtelijk niveau ingestelde ombuds- of klachtendiensten. Artikel 4: Bij hun optreden in en buiten het gemeentebestuur en in hun contacten met individuen, groepen en instellingen geven de leden van het college van burgemeester en schepenen voorrang aan het algemeen belang boven particuliere belangen. Zij vermijden elke vorm van belangenvermenging. Artikel 5: Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling of doorverwijzing gebeurt zonder materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard ook en mag geen vorm van klantenwerving inhouden. Artikel 6: De leden van het college van burgemeester en schepenen moeten op gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van geslacht, sociale toestand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens. Artikel 7: Tussenkomsten bij politiële instanties om besluitvorming te beïnvloeden zijn verboden. Artikel 8: De leden van het college van burgemeester en schepenen respecteren de handelingen van de personeelsleden conform hun eigen deontologische code. B. De leden van het college van burgemeester en schepenen als informatiebemiddelaar Artikel 9: Het behoort tot de wezenlijke taken van de leden van het college van burgemeester en schepenen om informatie in te winnen en te verstrekken. De leden van het college van burgemeester en schepenen stellen daarbij informatie ter beschikking over de diensten die instaan voor het behandelen van klachten van de burger. Waar mogelijk proberen de leden van het college van burgemeester en schepenen vraagstellers door te verwijzen naar de geëigende diensten van de administratie. Artikel 10: Informatie waarop de vraagsteller normaliter geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de leden van het college van burgemeester en schepenen niet worden doorgespeeld. C. De leden van het college van burgemeester en schepenen als vertrouwenspersoon

14 Artikel 11: In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen de leden van het college van burgemeester en schepenen de rol vervullen van vertrouwenspersoon. D. De leden van het college van burgemeester en schepenen als administratieve begeleider en ondersteuner Artikel 12: De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier, daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen en vooraf vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers. De briefwisseling met de overheid, in het kader van deze ondersteuning en begeleiding, wordt in principe op naam van de burger gevoerd. E. De leden van het college van burgemeester en schepenen als bemiddelaar Artikel 13: Als er voor een specifiek probleem geen enkele specifieke dienst of instantie bevoegd is, kunnen de leden van het college van burgemeester en schepenen optreden als rechtstreekse en zichtbare bemiddelaar. F. Tussenkomsten Artikel 14: Gemotiveerde tussenkomsten zijn toegelaten binnen het wettelijk kader. Deze kunnen onder meer bestaan in het vragen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of een genomen beslissing, naar de stand van zaken van een administratief dossier of naar de verantwoording voor het niet beantwoorden van vragen door de burger gesteld of in het onder de aandacht brengen van specifieke elementen in het administratief dossier. Artikel 15: Bij het behartigen van administratieve dossiers en het begeleiden van vraagstellers respecteren de leden van het college van burgemeester en schepenen de normale objectieve behandelingsprocedures en termijnen. Enkel rechtmatige tussenkomsten binnen het wettelijke kader zijn toegestaan. De leden van het college van burgemeester en schepenen mogen als beleidsverantwoordelijken wel via de geëigende kanalen van de betrokken diensten informatie inwinnen over de stand van zaken in de behandeling van een administratief dossier. Artikel 16: De tussenkomsten van de leden van het college van burgemeester en schepenen bij behandelende ambtenaren worden in het administratief dossier opgenomen. Evenzo worden tussenkomsten van derden, al dan niet direct betrokken, bij de behandelende ambtenaren in het administratief dossier opgenomen. Als hij erom verzoekt, wordt aan de interveniënt een bevestiging gezonden van de tussenkomst. Worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen: - louter informatieve vragen van algemene of technische aard; - vragen en/of tussenkomsten van leden van het college van burgemeester en schepenen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende ambtena(a)r(en) of diensten; - ter attent maken van ambtenaren op de correcte toepassing van regelgeving en reglementering en het wijzen op de niet-correcte toepassing van regelgeving en reglementering op feiten en gegevens; G. Begunstigingstussenkomsten

15 Artikel 17: Begunstigingstussenkomsten waarbij de burgers een beroep doen op voorspraak van de leden van het college van burgemeester en schepenen zijn verboden. Elke poging tot bevoordeling, waarbij de burger door toedoen van de leden van het college van burgemeester en schepenen iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet toelaatbaar is, is verboden. Artikel 18: Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie zijn in deze niet toegestaan. Als de leden van het college van burgemeester en schepenen om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, delen zij aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria. De leden van het college van burgemeester en schepenen mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en procedures voor benoemingen, aanstellingen en bevorderingen. De leden van het college van burgemeester en schepenen mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van examens of bekwaamheidstests. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de evaluatieprocedures en criteria. Bij de eigenlijke selecties komen zij niet tussenbeide. A posteriori kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van het examen of de test/van de evaluatie of de selectie, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent. Artikel 19: De leden van het college van burgemeester en schepenen mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de publieke sector. Zij mogen op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Voor die arbeidsbemiddelingsrol mogen de leden van het college van burgemeester en schepenen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Artikel 20: Tussenkomsten van leden van het college van burgemeester en schepenen met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden. Als leden van het college van burgemeester en schepenen om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde contractuele verbintenis met de overheid ambiëren, delen zij aan de kandidaten mee dat de toewijzing gebeurt op basis van de vastgelegde criteria. De leden van het college van burgemeester en schepenen mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden. Zij mogen zich ook engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van de toewijzing. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de selectie- en gunningscriteria en de toepassing ervan. Bij de eigenlijke toewijzing komen zij niet tussenbeide. A posteriori kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van de procedure, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent. H. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon Artikel 21: Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij de leden van het college van burgemeester en schepenen bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn, zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd, zijn niet toegestaan. Artikel 22: Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij de leden van het college van burgemeester en schepenen wel degelijk daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een persoonlijk dossier te waarborgen, maar zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan.

16 Artikel 23: De leden van het college van burgemeester en schepen maken in hun verkiezingspropaganda en mailings, die individueel geadresseerd zijn, geen melding van diensten die zij voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om een stem vragen in ruil voor bewezen diensten. Zij mogen in hun verkiezingscampagnes die gericht zijn op het algemeen publiek (o.a. huis-aan-huis-folders en advertenties) in algemene termen hun dienstvaardigheid, luisterbereidheid en aanspreekbaarheid vermelden. V. VERMIJDEN VAN BELANGENVERMENGING DOOR LEDEN VAN HET CBS Artikel 24: De leden van het college van burgemeester en schepenen gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn mandaat beschikt. Zij verstrekken geen geheime informatie. Artikel 25: De leden van het college van burgemeester en schepenen houden geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van de wet- en regelgeving inzake openbaarheid van bestuur. Artikel 26: De leden van het college van burgemeester en schepenen maken geen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie ten eigen bate of ten bate van hun persoonlijke relaties. Artikel 27: De leden van het college van burgemeester en schepenen gebruiken de door de gemeente ter beschikking gestelde communicatiemiddelen zoals briefpapier, enveloppen, portkosten, naamkaartjes, , vaste telefonie- en faxfaciliteiten, uitsluitend voor de uitoefening van hun ambt als lid van het college van burgemeester en schepenen. Ze springen er zuinig mee om en ze verantwoorden alle voor rekening van de gemeente gemaakte kosten. Voor het gebruik van hun eigen vast telefoon- en faxtoestel, , gsm-toestel en/of blackberry voor de uitoefening van hun ambt en de vergoeding die daaraan verbonden is wordt een aparte gebruikspolicy uitgewerkt. VI. RELATIES MET BEDRIJVEN EN RELATIEGESCHENKEN Artikel 28: Geschenken en giften die de leden van het college van burgemeester en schepenen uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Deze geschenken en giften mogen hen niet verplichten tot een gunst of een wederdienst. Indien de leden van het college van burgemeester en schepenen geschenken of giften ontvangen die een waarde van minder dan 75,00 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en hoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd. Artikel 29: De leden van het college van burgemeester en schepenen engageren zich bij deze en onderling tegenover elkaar, om geen advertenties te plaatsen, noch namens de partij die zij vertegenwoordigen, noch als individueel mandataris, in reclamebladen of op affiches van verenigingen en organisaties. Uitzondering hierop zijn de advertenties van een individueel lid van het college van burgemeester en schepenen die tevens zaakvoerder is van een handelszaak en die uitdrukkelijk en in hoofdorde verwijzen naar of melding maken van de firmanaam en in ondergeschikte orde de persoonlijke naam vermelden, doch zonder de minste verwijzing naar het openbaar mandaat dat die mandatariszaakvoerder-adverteerder vervult naast zijn zakelijk belang. VII. NALEVING, CONTROLE EN SANCTIONERING Artikel 30: De leden van het college van burgemeester en schepenen verbinden zich ertoe deze deontologische code na te leven.

17 Artikel 31: Om de naleving te waarborgen wordt er door de gemeenteraad een deontologische commissie in het leven geroepen. De fractievoorzitters maken deel uit van deze commissie. De gemeentesecretaris wordt aangeduid als voorzitter van deze deontologische commissie. De stemming gebeurt bij unanimiteit. Artikel 32: Ambtenaren of andere personen die geconfronteerd worden met inmengingen van de leden van het college van burgemeester en schepenen of derde die zij in strijd achten met deze deontologische code, maken hiervan binnen tien dagen melding aan de gemeentesecretaris. Kopie van de melding wordt onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken leden van het college van burgemeester en schepenen. Anonieme klachten zijn onontvankelijk. Artikel 33: De secretaris legt de in het artikel 30 omschreven melding voor aan de deontologische commissie binnen dertig dagen na ontvangst. De deontologische commissie onderzoekt die melding op hun gegrondheid. Daarbij moet het recht van verdediging van de betrokken leden van het college van burgemeester en schepenen worden gevrijwaard. Uitspraak moet geschieden binnen dertig dagen na ontvangst. Artikel 34: Als de deontologische commissie een inbreuk op de deontologische code vaststelt, kan zij publiekelijk een blaam leggen op de betrokken leden van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 35: Deze deontologische code treedt pas in werking nadat ze werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepen én nadat ze ter kennisname werd voorgelegd aan de gemeenteraad op de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad volgend op de goedkeuring door het college van burgemeester en schepen. Zij kan evenwel nooit in werking treden vóór de inwerkingtreding van de deontologische code van de gemeenteraadsleden aangezien zij overeenkomstig artikel 56 Gemeentedecreet minstens deze laatste moet omvatten. Artikel 2: De tekst van de deontologische code zal op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk informatieblad worden bekendgemaakt. Artikel 3: Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving aan de gemeenteraadsleden en aan de personeelsleden worden gegeven. 18. GOEDKEURING BESTEK EN GUNNINGSWIJZE - AANKOOP 60 DESKTOPS EN 5 LAPTOPS TEN BEHOEVE VAN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT: Art. 1 - Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr en de raming voor de opdracht met als voorwerp aankoop 60 desktops en 5 laptops, opgesteld door de dienst ICT. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt ,00 euro incl. 21 % btw. Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 - De uitgave voor deze overheidsopdracht is voorzien in het budget van 2009, op artikel 104/ van de buitengewone dienst krediet verhoogd bij budgetwijziging nummer 1.

18 Art. 4 - Dit besluit wordt vermeld op de overzichtslijst die aan de Hogere Overheid wordt overgemaakt. 19. AANWERVING AFDELINGSVERANTWOORDELIJKE BURGER-EN WELZIJNSZAKEN (A1A-A2A) AANWERVINGSVOORWAARDEN EN ORGANISATIE EN VASTSTELLING EXAMENPROGRAMMA. Met eenparigheid van stemmen: 24/24 BESLUIT: Art. 1 toelatings-en aanwervingsvoorwaarden 1. beschikken over de Belgische nationaliteit, 2. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking, 3. de burgerlijke en politieke rechten genieten, 4. medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van het personeelslid bij de uitvoering van hun werk, 5. voldoen aan de vereiste taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, 6. voldoen aan de diplomavereiste: in het bezit zijn van een masterdiploma, ofwel een diploma van universitair hoger onderwijs of hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs, Gelijkwaardige diploma s komen eveneens in aanmerking. Kandidaten leveren hiervoor het bewijs uiterlijk op het einde van de selectieprocedure, 7. slagen voor de selectieprocedure, 8. de kandidaten moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum voldoen aan toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, de selectie uitgezonderd en leveren het bewijs hiertoe. Art. 2. Functionele loopbaan Van A1a naar A1b: na 4 jaar schaalanciënniteit in A1a en gunstige evaluatie; Van A1b naar A2a: na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A1a en A1b en gunstige evaluatie Art.3 De organisatie en vastelling van het examenprogramma inzake de aanwerving van een Afdelingsverantwoordelijke Burger- en Welzijnszaken als volgt vast te stellen: Examenprogramma Het examen bestaat uit 3 gedeeltes: 1. een competentieproef: 30 punten de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie (m.b.t. de inhoudelijke en organisatorische werking van de dienst of afdeling) die zich tijdens de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De kandidaat tracht een oplossing uit te werken, waarbij de competenties vereist voor de functie op basis van de functiebeschrijving en het competentieprofiel worden getoetst. 2. een worksampleproef: 30 punten

19 omvat de specifieke beschrijving van één of meer situaties of praktijkgevallen die verband houden met de dienst, en waarover de gegevens tijdens het examen aan de kandidaat worden bezorgd. De wetgeving of specifieke kennis m.b.t. de functie kan hierin worden verwerkt. 3. een mondelinge proef 40 punten de selectie wordt afgesloten met een mondelinge proef. Deze selectietechniek beoogt de evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, evenals van zijn motivatie, van zijn persoonlijkheid, eventuele werkervaring, vakkennis en zijn interesse voor het werkterrein. De geselecteerde competenties worden grondig bevraagd. Psychotechnische proeven: De geslaagden voor het schriftelijk examengedeelte worden onderworpen aan psychotechnische proeven. Deze vinden plaats vóór de mondelinge proef. Deze psychotechnische proeven hebben de bedoeling de motivatie, de persoonlijkheid en de geschiktheid van de kandidaten nader te omschrijven. Voor de psychotechnische onderzoeken moet men minstens geschikt bevonden worden. Om als geslaagd te worden aanschouwd, moet de kandidaat minstens 50% behalen op elke selectietechniek, en 60% op het totaal van de selectie. Art. 4 wervingsreserves Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor een periode van 2 jaar, die met maximum 1 jaar verlengd kan worden. Art.5 - externe bekendmaking Aan de aanwerving gaat een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf. Voormelde vacature zal worden bekend gemaakt : - op de gemeentelijke website - nationaal verschijnende krant Art. 6. indienen kandidaturen De kandidaturen dienen per aangetekend schrijven gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen, A. De Cockstraat 1 te 9470 Denderleeuw uiterlijk op 14 mei GOEDKEUREN BELASTINGREGLEMENT 'CONTANT TE BETALEN BELASTING OP HET AFLEVEREN VAN ADMINISTRATIEVE STUKKEN' (AANPASSING). Met 15 stemmen voor bij 9 stemmen tegen. BESLUIT: Artikel 1: Voor een termijn beginnende op heden en eindigend op 31 december 2013, wordt een contant te betalen belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken.

20 Artikel 2 : De belasting bedraagt voor de afgifte van een: 1.elektronische kaart voor vreemdelingen (A, B, C, D, E, E+,F en de F+ kaart): a. gewone procedure 13 euro b. dringende procedure 90 euro c. zeer dringende procedure 142 euro 2.attest van immatriculatie model A en model B, uitgereikt aan vreemdelingen 7 euro 3.verlenging/vernieuwing van attest van immatriculatie model A 7 euro 4.beroepskaart, arbeidskaart uitgereikt aan vreemdelingen 7 euro 5.elektronische identiteitskaart: - gewone procedure 13 euro - dringende procedure 90 euro - zeer dringende procedure 142 euro 6.elektronisch identiteitsdocument uitgereikt aan kinderen onder de 12 jaar van Belgische nationaliteit: - dringende procedure 78 euro - zeer dringende procedure 130 euro 7. reispas: - onder 18 jaar volgens normale procedure 41 euro - onder 18 jaar volgens uitzonderingsprocedure 210 euro - vanaf 18 jaar volgens de normale procedure 78 euro - vanaf 18 jaar volgens uitzonderingsprocedure 247 euro 8.trouwboekje 10 euro Artikel 3: De belasting wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belastbaar stuk en moet contant of elektronisch betaald worden door de natuurlijke- of rechtspersoon die het administratieve document aanvraagt. Het bewijs van betaling van de belasting blijkt uit het aanbrengen van een kleefzegel ten bedrage van de te betalen belasting of tegen afgifte van een kwitantie. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het bekomen van één of ander stuk indienen, moeten, indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden, op het ogenblik van de aanvraag het bedrag der belastingen in bewaring geven. Artikel 4 : De belasting wordt ingevorderd door contante betaling via het aanbrengen van een kleefzegel of tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Artikel 5 : De belastingplichtige kan een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van zes maanden vanaf de inning van de belasting. Artikel 6 : De stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsbeslissing kosteloos door het gemeentebestuur worden afgegeven,zijn vrijgesteld van deze belasting.

21 Artikel 7 : Dit reglement zal worden bekend gemaakt overeenkomstig het gemeentedecreet. Artikel 8 : De beslissing van de gemeenteraad d.d. 22 mei 2008 inzake hetzelfde onderwerp wordt opgeheven met ingang van heden. Artikel 9 : Afschrift van deze beslissing zal aan de toezichthoudende overheid worden gestuurd. GEHEIME ZITTING 21. AANSTELLING VAN EXTERNE PREVENTIEADVISEURS PSYCHOSOCIALE ASPECTEN VAN DE ARBEID,IN HET KADER VAN DE WET VAN 11 JUNI 2002 HOUDENDE BESCHERMING OP HET WERK TEGEN GEWELD,PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT: Art.1 Mevrouw Heidi Abraham, mevrouw Karline Gys, de heer Paul Heeren en mevrouw Veronique Provoost aan te stellen als preventieadviseur psychosociale aspecten van de arbeid, in het kader van de wet van 11 juni 2002 en de uitvoeringsbesluiten van 11 juli 2002 houdende bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Art.2 Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan Encare Prevent, externe dienst voor preventie en bescherming, Kunstlaan 20 te 3500 Hasselt. 22. AANSTELLING VAN EEN VERTROUWENSPERSOON IN HET KADER VAN DE WET VAN 11 JUNI 2002 HOUDENDE BESCHERMING OP HET WERK TEGEN GEWELD,PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK. Met eenparigheid van stemmen : 24/24 BESLUIT: Art.1 Mevrouw Marijke Rouckhout, geboren te Zottegem op 24 februari 1964, aan te stellen als vertrouwenspersoon, in het kader van de wet van 11 juni 2002 en de uitvoeringsbesluiten van 11 juli 2002 houdende bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Art.2 Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan Encare Prevent, Kunstlaan 20 te 3500 Hasselt, externe dienst voor preventie en bescherming van de gemeente.

22 Aldus gedaan in zitting van dag, maand en jaar als ten hoofde. NAMENS DE GEMEENTERAAD : De Secretaris, De Voorzitter, Paul ROLLIER Elke DE GREEF