Groep 8, blok 1, toets werkwoordspelling les 13

Transcriptie

1 Groep 8, blok 1, toets werkwoordspelling les Ik probeer het goede antwoord op te schrijven. 2. Op Koningsdag heeft Amber haar oude speelgoed op de vrijmarkt verkocht. 3. Sep en Lucas worden uit de klas gehaald. 4. Nog geen minuut geleden begroetten wij de gasten. 5. Wat wordt er op jouw school tegen pesten gedaan? 6. De kleren op dit rek zijn afgeprijsd. 7. Zojuist liep Aziz zo hard hij kon om op tijd te zijn. 8. Vandaag zijn Jesse en Dana op de fiets gekomen. 9. Tomaten worden in kassen gekweekt. 10. De politie heeft alle ooggetuigen verhoord. 11. Word jij ook uitgenodigd voor het feest? 12. Mijn moeder heeft wel een uur in de file gestaan. 13. Heb jij al in het nieuwe sportcentrum getennist? 14. Gisteren remde de auto net op tijd voor de spelende kinderen. 15. Vorige week heeft ons team verloren. 16. In de Flevopolder zijn veel windmolens geplaatst. 17. Ben jij al aan het huiswerk begonnen? 18. Mijn vader heeft al het afval gesorteerd. 19. Sanderijn heeft haar boeken vergeten. 20. Vroeger zochten we vaak dennenappels in het bos. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 1 W2 probeer, word 2 woorden W3 begroetten, remde 2 woorden W4 liep, zochten 2 woorden W5 verkocht, gehaald, gedaan, afgeprijsd, gekomen, gekweekt, verhoord, gestaan, getennist, verloren, geplaatst, begonnen, gesorteerd, vergeten 14 woorden

2 Groep 8, blok 2, toets werkwoordspelling les Gisteravond las ik een spannend boek. 2. Waarom vind je dat vreemd? 3. Mijn vader jogt vier avonden per week. 4. Vorige week hockeyde mijn zus in de finale. 5. Twee jaar geleden gingen we met het vliegtuig op vakantie. 6. Op het feestje van Anne hebben we gebarbecued. 7. Dit nieuwe boek is heel mooi geïllustreerd. 8. Merel reisde vroeger regelmatig met de trein. 9. Een minuut geleden scoorde het team een punt! 10. Elise kan goed pianospelen. 11. Hoe heb jij haar woorden geïnterpreteerd? 12. Vorig jaar carpoolden de collega s elke dag. 13. Tegen de verdachte is tien maanden gevangenisstraf geëist. 14. Gisteren zagen we Julia in de stad. 15. Britt en Yunus snapten zojuist de uitleg niet. 16. Gistermiddag pushten we Alex om ook mee te spelen in het team. 17. De presentator heeft de actrice geïnterviewd. 18. Joris crost op zijn mountainbike in de bossen. 19. Het programma wordt vanavond uitgezonden. 20. Na de training heb ik kort gedoucht. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 2 W2 vind, jogt, kan, crost 4 woorden W3 hockeyde, reisde, scoorde, carpoolden, snapten, pushten 6 woorden W4 las, gingen, zagen 3 woorden W5 gebarbecued, geïllustreerd, geïnterpreteerd, geëist, 7 woorden geïnterviewd, uitgezonden, gedoucht

3 Groep 8, blok 3, toets werkwoordspelling les We hopen dat we deze toets goed maken. 2. De burgemeester heeft de tentoonstelling geopend. 3. Gisteren rook het hier naar benzine. 4. De stewardess checkt alle passagiers in. 5. Die aangebrande aardappelen kun je echt niet eten. 6. Achter ons huis hebben we een schuur gebouwd. 7. Gisteren downloadde Yasmina de bestanden. 8. De beroofde dame kreeg slachtofferhulp. 9. Heb jij ook zo van het uitstapje genoten? 10. Probeer jij die gebarsten pot op de rommelmarkt te verkopen? 11. Een kwartier geleden vroeg de conciërge ons om alle rommel op te ruimen. 12. De onlangs gestarte campagne is nu al een succes. 13. De hulphond leidde de blinde vrouw door de drukke straten. 14. Noor heeft de Nationale Voorleeswedstrijd gewonnen. 15. Andrea gooit het gekrompen T-shirt weg. 16. Er zitten viltstiftvlekken op de gewitte muren. 17. Het wordt tijd dat we naar huis gaan. 18. Mijn opa vindt gezouten haring heel lekker. 19. Eergisteren wachtten we zeker een uur op Lieke. 20. De verzonnen verhalen veroorzaakten veel onrust. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 3 W2 hopen, checkt, wordt 3 woorden W3 downloadde, leidde, wachtten 3 woorden W4 rook, vroeg 2 woorden W5: volt. deelw. geopend, gebouwd, genoten, gewonnen 4 woorden W5: bijv. nw. aangebrande, beroofde, gebarsten, gestarte, gekrompen, 8 woorden gewitte, gezouten, verzonnen

4 Groep 8, blok 4, toets werkwoordspelling les Vroeger speelden we vaak op straat. 2. Wat gebeurt hier? vroeg Fleur. 3. Vorige week aten Ella en Bobbi bij hun tante. 4. Ramzi heeft een horloge op straat gevonden. 5. Gisternacht woedde er een grote brand op het industrieterrein. 6. Dafne koopt het pas verschenen boek. 7. Deze vergrote foto is echt heel mooi. 8. Wat is er gebeurd? vroeg Bibi nieuwsgierig. 9. We waren te laat en stonden voor een gesloten winkel. 10. Je moet altijd op de afgesproken tijd komen. 11. Op schoolkamp heeft Stanley niet goed geslapen. 12. De verscheurde papieren liggen in de prullenbak. 13. Ik word altijd blij, als ik zie dat alles goed gaat. 14. Gisteren finishte de hardloper binnen de tijd. 15. Ongeveer een maand geleden onderzocht de arts de patiënt. 16. De verbrede weg is heel veilig. 17. Siem heeft de hele avond over het internet gesurft. 18. Waar kun je gevonden voorwerpen afgeven? 19. Vanavond eten we pasta met gerookte zalm. 20. Zojuist vroeg de juf of we alles goed begrepen. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 4 W2 gebeurt, word 2 woorden W3 speelden, woedde, finishte 3 woorden W4 aten, onderzocht, begrepen 3 woorden W5: volt. deelw. gevonden, gebeurd, geslapen, gesurft 4 woorden W5: bijv. nw. verschenen, vergrote, gesloten, afgesproken, verscheurde, 8 woorden verbrede, gevonden, gerookte

5 Groep 8, blok 5, toets werkwoordspelling les Cato heeft een jaar in Amerika gewoond. 2. Een bekend spreekwoord luidt: blaffende honden bijten niet. 3. Luister goed naar zijn raad! 4. Guus is laat en racet naar het fietsenhok. 5. Word wakker! Anders kom je te laat! 6. De gestreken kleren liggen in de kast. 7. Ik heb er geen zin meer in, bekijk het maar! 8. Onze kat krabt aan de nieuwe bank. 9. Loop nu eindelijk eens door! 10. Het huilende meisje rende naar haar moeder. 11. Een uur geleden trokken we onze gymkleren aan en gingen we gymmen. 12. Ga nooit in de brandende zon zitten! 13. De gezochte misdadiger is op heterdaad betrapt. 14. Eet nu eens met je mond dicht! 15. Een jaar geleden ontwikkelden Sieb en Naomi samen een app. 16. Doe het raam dicht, want het is koud! 17. Gisteren had de coureur problemen met zijn auto en daardoor verloor hij de race. 18. Gekookte eieren vind ik lekker. 19. Mijn moeder heeft mij met mijn huiswerk geholpen. 20. Farida hoestte vorige week de hele tijd. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 5 gebiedende wijs luister, word, bekijk, loop, eet, doe 6 woorden W2 racet, krabt 2 woorden W3 ontwikkelden, hoestte 2 woorden W4 trokken, verloor 2 woorden W5: volt. deelw. gewoond, geholpen 2 woorden W5: bijv. nw. blaffende, gestreken, huilende, brandende, gezochte, 6 woorden gekookte

6 Groep 8, blok 6, toets werkwoordspelling les Hij belooft dat hij morgen komt. 2. Wanneer heb jij voor het laatst ingelogd? 3. Bo en Abel zoeken de verstopte paaseieren. 4. De vorige keer raadde Ruben het antwoord meteen. 5. Was je handen voor het eten! 6. In het museum keken de kinderen laatst naar schilderijen van Rembrandt. 7. Onze club is zaterdag als derde geëindigd. 8. De gewassen groente moet nog even uitlekken. 9. De spelleider verlootte toen allerlei prijzen. 10. Na deze mislukte poging proberen we het gewoon opnieuw. 11. Hij heeft beloofd dat hij morgen komt. 12. Het verwende kind krijgt altijd haar zin. 13. Mijn zusje heeft een heerlijk brood gebakken. 14. Schrijf dit even op! 15. Het verkochte huis krijgt een opknapbeurt. 16. Toen ik jarig was, mocht ik de kaarsjes op de taart uitblazen. 17. De gestolen scooter is teruggevonden. 18. Heb jij meneer De Jong nog gesproken? 19. De bekende zanger promoot zijn nieuwe cd. 20. Toen ik negen was, zijn mijn ouders gescheiden. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 6 gebiedende wijs was, schrijf 2 woorden W2 belooft, promoot 2 woorden W3 raadde, verlootte 2 woorden W4 keken, mocht 2 woorden W5: volt. deelw. ingelogd, geëindigd, beloofd, gebakken, gesproken, 6 woorden gescheiden W5: bijv. nw. verstopte, gewassen, mislukte, verwende, verkochte, gestolen 6 woorden

7 Groep 8, blok 7, toets werkwoordspelling les In Zeeland spoelden vorige maand twee walvissen aan. 2. Loes verhuist binnenkort naar Leiden. 3. Kim heeft het interessante artikel uitgeknipt. 4. Zet die muziek eens wat zachter! 5. Vorige week droeg Layla die mooie jurk ook. 6. Hoe redde Alper zich gisteren uit die situatie? 7. Jenna savet de bestanden op een USB-stick. 8. We hebben de hele tijd alleen maar gelachen. 9. In de zomervakantie van vorig jaar zwommen we veel in het meer. 10. Oliver leert alle plaatsen op de landkaart uit het hoofd. 11. De achtergelaten hond krijgt een nieuw baasje. 12. Vergis je niet! 13. De kinderen praatten toen heel enthousiast door elkaar. 14. Afgelopen zaterdag reden jullie naar Ede. 15. We zijn zaterdag naar ons nieuwe huis verhuisd. 16. Werkende moeders hebben weinig vrije tijd. 17. Hoe onderscheid jij die tweelingbroers van elkaar? 18. De verkleinde tekst is niet te lezen. 19. Vorig jaar volleybalde Jack bij Orion. 20. Zojuist zaten de meisjes nog op het muurtje. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 7 gebiedende wijs zet, vergis 2 woorden W2 verhuist, savet, leert, onderscheid 4 woorden W3 spoelden, redde, praatten, volleybalde 4 woorden W4 droeg, zwommen, reden, zaten 4 woorden W5: volt. deelw. uitgeknipt, gelachen, verhuisd 3 woorden W5: bijv. nw. achtergelaten, werkende, verkleinde 3 woorden

8 Groep 8, blok 8, toets werkwoordspelling les Nadia heeft een zus en twee broers. 2. Wij vermoedden toen al dat hij niet de waarheid sprak. 3. Toen Jonas op de fles blies, hoorde hij een hoge toon. 4. Ik heb nog nooit van die schrijver gehoord. 5. Ik leg de dichtgeklapte laptop in de kast. 6. Mijn vader zapt naar een andere zender. 7. Gisteren showde Lizzy trots haar nieuwe outfit. 8. Verwacht er niet te veel van! 9. Heel erg lang geleden was er een ijstijd in Nederland. 10. De auto stopte met piepende remmen. 11. De hele avond was perfect getimed. 12. Mijn hand plakt een beetje van het gesmolten ijsje. 13. Een vakjury nomineert alle inzendingen. 14. Door de vondsten van archeologen weten we hoe de mensen vroeger leefden. 15. Gisteren koos de trainer de beste spelers uit. 16. Denk eens goed na! 17. Het is nog niet bewezen dat die man de dader is. 18. Waarom rijdt je vader zo hard? 19. De kinderen sprongen een gat in de lucht, toen ze hoorden wat de verrassing was! 20. Nederland heette vroeger de Lage Landen. categorie categoriewoorden werkwoordspelling blok 8 gebiedende wijs verwacht, denk 2 woorden W2 heeft, zapt, nomineert, rijdt 4 woorden W3 vermoedden, showde, leefden, heette 4 woorden W4 blies, was, koos, bewezen, sprongen 5 woorden W5: volt. deelw. gehoord, getimed 2 woorden W5: bijv. nw. dichtgeklapte, piepende, gesmolten 3 woorden