COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE"

Transcriptie

1 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, COM(98)775 def. VERSLAG VAN DE COMMISSIE Tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, als gewijzigd bij Richtlijn 98/15/EG van de Commissie van 27 februari 1998 Overzicht van de door de lidstaten getroffen maatregelen en evaluatie van de in toepassing van de artikelen 17 en 13 van de richtlijn toegezonden informatie

2

3 1. INLEIDING 3 2. DOOR STEDELIJK AFVALWATER VEROORZAAKTE VERONTREINIGING 4 3. BEGINSELEN VAN DE RICHTLIJN 5 4. STAND VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE RICHTLIJN Omzetting in nationaal recht Aanwijzing van de kwetsbare (en minder kwetsbare) gebieden Minder kwetsbare gebieden Lozing van industrieel afvalwater in de systemen voor stedelijk afvalwater Lozing van industrieel afvalwater in ontvangende wateren (artikel 13) Tenuitvoerleggingsprogramma's ; Rapporten over de situatie INBREUKPROCEDURES STUDIE EN EVALUATIE VAN DE TENUITVOERLEGGINGSPROGRAMMA'S Aantal agglomeraties en organische belasting Prognoses qua evolutie van de opvang- en zuiveringscapaciteit Bestemming van het slib van waterzuiveringsinstallaties Investeringsprognoses VOLGENDE VERVALDAGEN EN TAKEN VAN DE COMMISSIE CONCLUSIE '., KAART 1 : KWETSBARE EN MINDER KWETSBARE GEBIEDEN 32

4 1. INLEIDING Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater', als gewijzigd bij Richtlijn 98/15/EG van de Commissie van 27 februari vormt het sluitstuk van de communautaire wetgeving op het gebied van water. Deze richtlijn heeft tot doel het milieu te beschermen tegen de nadelige gevolgen van de lozing van stedelijk afvalwater uit de agglomeraties en biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater uit de sector van de agro-voedingsindustrie, namelijk door de lidstaten de verplichting op te leggen te investeren in systemen voor de opvang en behandeling van dit afvalwater. In uitvoering van artikel 17 van de richtlijn heeft de Commissie in dit rapport de door de lidstaten toegezonden informatie over de programma's met het oog op de tenuitvoerlegging van de richtlijn verwerkt en geëvalueerd. Deze informatie diende de Commissie uiterlijk tegen 30 juni 1994 te zijn toegezonden. Gezien de aanzienlijke vertragingen waarmee de lidstaten deze gegevens hebben toegezonden kan dit eerste rapport van de Commissie slechts nu worden gepubliceerd. Overeenkomstig artikel 13 van de richtlijn worden in deel 4.5 van het rapport ook de resultaten gegeven van de vergelijking van de voorschriften van de lidstaten voor de lozing van biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater. Om dezelfde redenen als boven aangegeven worden deze conclusies pas 4 jaar na de in de richtlijn vastgestelde termijn gepubliceerd. Meer bepaald wordt in dit rapport, zeven jaar na de vaststelling van de richtlijn van de Raad en op het moment van de eerste en belangrijke vervaldag voor de daadwerkelijke tenuitvoerlegging ervan, een momentopname gemaakt van de stand op 15 juli 1998 van de eerste fase van uitvoering van de richtlijn, met name de omzetting ervan door de lidstaten, dat wil zeggen de inwerkingtreding van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die bedoeld zijn om de in de richtlijn vervatte verplichtingen te integreren in de nationale wetgeving. Deze eerste fase is nu in 14 lidstaten uitgevoerd. In een aantal lidstaten is de omzetting of het tenuitvoerleggingsprogramma niet in overeenstemming met de bepalingen van de richtlijn. Tegen een aantal lidstaten zijn er inbreukprocedures ingeleid wegens nietomzetting of niet-conforme omzetting van de richtlijn. De belangrijkste problemen in deze eerste tenuitvoerleggingsfase zijn: de karakterisering van de milieus waarin het afvalwater wordt geloosd (kwetsbare en minder kwetsbare gebieden) waarvan het behandelingsniveau afhangt, de programma's met de prognoses van de met het oog op toepassing van de richtlijn te verrichten investeringen en de financiële gevolgen daarvan, alsmede de door de lidstaten verstrekte gegevens over een aantal grote Europese agglomeraties (Brussel, Milaan) die niet binnen de voorgeschreven termijn met de benodigde waterzuiveringsinstallaties kunnen worden uitgerust. 1 2 PB L 135 van , blz. 40. PB L 67 van , blz. 29.

5 2. DOOR STEDELIJK AFVALWATER VEROORZAAKTE VERONTREINIGING Stedelijk afvalwater wordt in de richtlijn gedefinieerd als huishoudelijk afvalwater of het mengsel van huishoudelijk afvalwater en industrieel afvalwater en/of afvloeiend hemelwater. De door dergelijk niet- of onvoldoende behandeld afvalwater veroorzaakte vormen van verontreiniging die schadelijke effecten kunnen hebben op de volksgezondheid en het milieu, zijn: - de lozing van stikstof in verschillende vormen: organische stikstofverbindingen, ammoniumstikstof, nitriet, nitraten. De in het milieu vrijkomende stikstof komt voor het grootste deel van stedelijk afvalwater en van landbouwactiviteiten. De nitraten van stedelijke- en landbouwoorsprong vormen een belangrijk probleem voor de volksgezondheid en verontreinigen de waterwinningsgebieden voor menselijke consumptie 3. Ammoniumstikstof is bijzonder giftig voor de aquatische fauna. Nitraten vormen ook de belangrijkste oorzaak van het probleem van de eutrofiëring van bepaalde wateren, waarbij een buitensporige groei van algen tot milieu-onevenwichten leidt. Sommige van die algen scheiden bepaalde toxines af, wat bij consumptie van schaaldieren tot gezondheidsproblemen kan leiden. In bepaalde kustgebieden van de Noorzee of de Middellandse Zee is de eutrofiëring een groot probleem geworden. In de Seinebaai of aan de Atlantische kust van Frankrijk duiken steeds vaker toxische algen op, wat verband lijkt te houden met een overvloed aan nitraten uit stedelijk afvalwater of ten gevolge van landbouwactiviteiten, waardoor mosselen en andere schaaldieren ongeschikt worden voor consumptie; - de lozing van fosfor is, ondanks de vermindering van het gebruik van fosfaten in detergenten en wasmiddelen, verantwoordelijk voor het fenomeen van eutrofiëring, voornamelijk van zoet water of in estuaria, zoals bijvoorbeeld de Podelta; - de vermindering van het zuurstofgehalte van water ten gevolge van de ontbinding van het in het afvalwater voorkomende organische materiaal bedreigt het aquatisch leven, meer bepaald door verstikking, en verstoort het ecologisch evenwicht. In de evaluatie van Dobris 4 wordt opgemerkt dat wanneer de bevolkingsdichtheid in een stroomgebied toeneemt, het zuurstofgehalte van de rivieren afneemt, zodat een vierde van de Europese rivieren wegens hun laag zuurstofgehalte als van matige tot slechte kwaliteit moet worden bestempeld. Ook de kwaliteit van bepaalde estuaria en kustwateren is aangetast, hoewel hier enige verbetering wordt bespeurd ten gevolge van de verbetering van de opvang en zuivering van het stedelijk afvalwater, zoals is aangestipt in de tweede evaluatie van de toestand van het milieu in Europa van het Europees milieuagentschap 5 ; Zie het rapport van de Commissie over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen Stanner, D., en Bourdeau, P., éd., Europe 's Environment -The Dobris Assessment, AEE, Europe 's Environment: The Second Assessment - AEE,

6 - de lozing van in stedelijk afvalwater voorkomende ziekteverwekkende microorganismen van fecale oorsprong (bacteriën, virussen, parasieten) vormt een bedreiging voor de volksgezondheid door de verontreiniging van waterwinningsgebieden, zwemwater of andere recreatieve oppervlaktewateren, alsmede voor het water voor de schelpdierteelt; in het in mei 1998 gepubliceerde rapport van de Commissie over de kwaliteit van het zwemwater wordt de cyclus van verontreiniging van het zwemwater door kiemen van fecale oorsprong in stedelijk afvalwater geschetst; - de lozing van gevaarlijke, toxische en bioaccumuleerbare stoffen (scheikundige verbindingen, zware metalen, koolwaterstoffen, enz.), afkomstig van de industrie maar ook van huishoudelijke activiteiten (detergenten, verf, oplosmiddelen, enz.) kan het leven in het water en de volksgezondheid bedreigen. Dit probleem wordt gereguleerd door Richtlijn 76/464/EEG 6 van de Raad van 4 mei 1976; - de negatieve effecten van het afvalwater op de speciale beschermingszones als bedoeld in de gewijzigde Richtlijn 79/409/EEG 7 van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand en op de natuurlijke habitats als bedoeld in Richtlijn 92/43/EEG 8 van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (netwerk NATURA 2000); - het verlies aan esthetische en toeristische waarde van door stedelijk afvalwater verontreinigde kustwateren en oppervlaktewateren. 3. BEGINSELEN VAN DE RICHTLIJN De doelstelling van de Richtlijn is bij te dragen tot de oplossing van bovengenoemde verontreiniging door een aan het te beschermen milieu en aan het gebruik van het water aangepaste behandeling van de effluenten. Om dat te bereiken verplicht de richtlijn de lidstaten ertoe: - een regelgeving of een systeem van specifieke vergunningen in te voeren voor alle lozingen in het natuurlijk milieu van afvalwater van stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties en van de installaties van de agro-voedingsindustrie, alsmede voor elke lozing van industrieel afvalwater in de systemen voor opvang en behandeling van stedelijk afvalwater; PB L 129 van , blz. 23. PB L 103 van , blz. 1. PB L 206 van , blz. 7.

7 - te voorzien in systemen voor de opvang en behandeling van stedelijk afvalwater voor alle agglomeraties van meer dan inwonerequivalenten (i.e.) 9. De basisregel voor het niveau van behandeling is de secundaire behandeling 10, dat wil zeggen een biologische behandeling. In de gebieden die door de lidstaten als kwetsbaar zijn aangemerkt en in de relevante daarop afwaterende gebieden is echter een grondiger behandeling vereist (secundaire + tertiaire behandeling 11 ). Onder bepaalde voorwaarden en na toestemming van de Commissie of de Raad mag de behandeling van afvalwater dat in door de lidstaten als minder kwetsbare gebieden aangemerkte estuaria en kustwateren wordt geloosd, minder vergaand zijn (primaire behandeling 12 ). De uiterste datums voor de toepassing van deze richtlijn zijn , of , dit naar gelang van de grootte van de agglomeratie en van de gevoeligheid van het ontvangende milieu (zie tabel 1); - ervoor te zorgen dat uiterlijk op biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater van de in de richtlijn genoemde industriesectoren die niet zijn verbonden met de stedelijke systemen, bij lozing in de ontvangende wateren voldoen aan de voorwaarden welke gelden voor alle installaties voor i.e. of meer; - ervoor te zorgen dat uiterlijk op algemene regels of registratie- of vergunningsprocedures worden ingevoerd om een duurzame bestemming te geven aan het in de waterzuiveringsinstallaties geproduceerde zuiveringsslib en ervoor te zorgen dat dergelijk slib vanaf dezelfde datum niet langer in de oppervlaktewateren wordt gestort; - toezicht te houden op de lozing van stedelijk afvalwater en op de effecten daarvan; - tenuitvoerleggingsprogramma's uit te werken en om de twee jaar ter informatie van het publiek een rapport over de situatie te publiceren. Een inwonerequivalent is een eenheid voor de bepaling van de door een persoon gemiddeld op een dag geproduceerde biologisch afbreekbare verontreiniging; deze biologisch afbreekbare organische belasting is bij de richtlijn bepaald op een biochemisch zuurstofverbruik gedurende vijf dagen (BZV5) van 60 g zuurstof per dag. Secundaire behandeling: behandeling met een proces dat doorgaans een biologische behandeling met secundaire bezinking of een equivalent proces omvat. Tertiaire behandeling: behandeling, welke de secundaire behandeling aanvult, van stikstof- (nitrifïcatie - denitrifïcatie), en/of fosforverbindingen en/of alle andere verontreinigende stoffen die de kwaliteit of het specifieke gebruik van het water kunnen aantasten: microbiologische verontreiniging, kleur, enz. Primaire behandeling: behandeling van stedelijk afvalwater door middel van een fysisch en/of chemisch proces van bezinking van gesuspendeerde stoffen, of door middel van equivalente processen. 6

8 Tabel 1: vervaldagen 13 en types van behandeling Indien opvangsysteem 2005 Toereikende behandeling 14 Opvangsysteem 2005 Secundaire behandeling* Opvangsysteem 1998 Verdergaande behandeling Opvangsysteem 1998 Verdergaande behandeling Opvangsysteem 1998 Verdergaande behandeling Indien opvangsysteem 2005 Toereikende behandeling Opvangsysteem 2005 Secundaire behandeling" 1 Opvangsysteem 2005 Secundaire behandeling Opvangsysteem 2000 Secundaire behandeling Opvangsysteem 2000 Secundaire behandeling Indien opvangsysteem 2005 Toereikende behandeling Opvangsysteem 2005 Toereikende behandeling Opvangsysteem 2005 Secundaire of primaire behandeling Opvangsysteem 2000 Secundaire of primaire behandeling Opvangsysteem 2000 Secundaire behandeling * Toereikende behandeling indien lozing in kustwateren Richtlijn 98/15/EG van de Commissie van 27 februari 1998 houdende wijziging van de oorspronkelijke richtlijn ten aanzien van enkele in bijlage I vastgestelde voorschriften, en meer bepaald tabel 2 van deze bijlage, is bedoeld ter nadere precisering van het gedeelte van die tabel dat betrekking heeft op de voorschriften voor "Stikstof totaal", en met name de lozing daarvan (3), waarbij wordt toegestaan om voor de concentratie van "Stikstof totaal" daggemiddelden te gebruiken in de plaats van jaargemiddelden, dit om interpretatieverschillen tussen de lidstaten te voorkomen. Deze richtlijn moet uiterlijk tegen 30 september 1998 in nationale wetgeving zijn omgezet. 4. STAND VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE RICHTLIJN In tabel 2 zijn de vervaldatums en de stand van de tenuitvoerlegging door de lidstaten samengevat voor de belangrijkste verplichtingen in de eerste fase van de toepassing van de richtlijn In de tabel is uitsluitend het jaar vermeld; de vervaldag is de laatste dag van dat jaar. Toereikende behandeling: behandeling van stedelijk afvalwater door middel van een proces en/of afvoersysteem waardoor de ontvangende wateren na de lozing aan de relevante kwaliteitsdoelstellingen % en aan de relevante bepalingen van Richtlijn 91/271/EEG en andere communautaire richtlijnen voldoen. Normaal gebied: niet als kwetsbaar of minder kwetsbaar gebied aangewezen watermassa. Met het oog op de duidelijkheid zijn de gevallen van de in estuaria gelegen minder kwetsbare gebieden, waar de mogelijkheid om zich te beperken tot primaire behandeling slechts bestaat voor agglomeraties met minder dan i.e., niet in de tabel opgenomen. 7

9 Derichtlijnmoet in alle lidstaten in hetzelfde tempo ten uitvoer worden gelegd. Er zijn afwijkingen toegestaan aan Oostenrijk, Finland en Zweden, die op 1 januari 1995 tot de Europese Unie zijn toegetreden. De grijze vakjes van de tabel stemmen overeen met de gevallen van niet-omzetting of omzetting die overeenkomstig de huidige interpretatie van de Commissie niet in overeenstemming is met de bepalingen van de richtlijn.

10 Tabel 2: stand van de tenuitvoerlegging op Omzetting in nationale wetgeving Artikel 19 Aanwijzing van kwetsbare gebieden Artikel 5 Voorschriften voor de lozing van industrieel afvalwater in de systemen voor stedelijk afvalwater Artikel 11 Voorschriften voor de lozing van industrieel afvalwater in ontvangende wateren Artikel 13 Informatie over het programma voor de tenuitvoerlegging Artikel 17 Uiterste termijn > België Denemarken (Artikel 5, lid 8) Duitsland Spanje Verificatie aan de gang Verificatie aan de gang 1994 Frankrijk Ierland Italië (Artikel 5, lid 8) 1996 (Artikel 5, lid 8) 1996 en 1998 (geen kwetsbare gebieden) Portugal Finland (Artikel 5, lid 8) Zweden (Artikel 5, lid 8) Verenigd Koninkrijk

11 4.1. Omzetting in nationaal recht Krachtens artikel 19 moesten de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen doen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 1993, dat wil zeggen ongeveer twee jaar na de bekendmaking ervan, aan de richtlijn te voldoen. Vandaag, 5 jaar na deze uiterste datum, heeft Italië de richtlijn nog steeds niet omgezet in nationale wetgeving. De andere lidstaten hebben dit wel gedaan, met meer of minder vertraging (zie tabel 2). De omzetting zoals gebeurd in Griekenland en Oostenrijk is niet in overeenstemming. De Commissie voert momenteel een verificatie uit van de conformiteit van de nationale wetgeving van Duitsland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk Aanwijzing van de kwetsbare (en minder kwetsbare) gebieden Overeenkomstig artikel 5, dienden de lidstaten uiterlijk tegen 31 december 1993 en op basis van de criteria van bijlage II hun kwetsbare gebieden aan te wijzen. Er zijn drie criteria: - natuurlijke zoetwatermeren, andere zoetwatermassa's, estuaria en kustwateren die eutroof* 7 zijn of in de nabije toekomst eutroof kunnen worden indien geen beschermende maatregelen worden genomen; - voor de winning van drinkwater bestemde oppervlaktewateren, die een hogere nitraatconcentratie (zouden kunnen) hebben dan 50mg/l; - gebieden waar verdere behandeling dan bepaald in artikel 4 nodig is om te voldoen aan de richtlijnen van de Raad, zoals genoemd in hoofdstuk 2 van dit rapport (kwaliteit van het oppervlaktewater, viswateren, zwemwater, water voor de schelpdierteelt, bescherming van in het wild levende vogels en van de natuurlijke habitats, enz.). Eén van bovengenoemde criteria volstaat om een watermassa als kwetsbaar gebied aan te wijzen. De aanwijzing van een watermassa als kwetsbaar gebied impliceert dat alle agglomeraties met meer dan i.e., waarvan de lozing gebeurt in een dergelijk gebied en in de relevante daarop afwaterende gebieden die bijdragen tot de uiteindelijke verontreiniging, uiterlijk op 31 december 1998 moeten beschikken over opvangsystemen en systemen voor een behandeling van het afvalwater die verder gaat dan de gewone behandeling. Deze behandelingsvoorwaarden gelden niet voor een kwetsbaar gebied waarvoor kan worden aangetoond dat het minimumpercentage van de vermindering van de totale vracht ten minste 75% voor totaal fosfor en ten minste 75% voor totaal stikstof bedraagt. Waarbij eutrofiëring optreedt. 10

12 De lidstaten moeten de lijst van kwetsbare gebieden elke vier jaar bijwerken. Uit hoofde van lid 8 van artikel 5 behoeft een lidstaat geen kwetsbare gebieden aan te wijzen indien hij op zijn gehele grondgebied een verdergaande waterbehandeling toepast. Zoals in tabel 2 aangegeven hebben vijf lidstaten gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, namelijk Denemarken, Luxemburg, Nederland, Finland en Zweden. Zeven andere lidstaten, België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk, hebben bepaalde watermassa's op hun grondgebied als kwetsbaar gebied aangewezen, maar hebben deze eerste selectie nog niet herzien 18. De Commissie gaat momenteel na of de criteria voor de aanwijzing van bedoelde gebieden in deze zeven lidstaten correct zijn gehanteerd. Op te merken valt dat Frankrijk geen kwetsbare gebieden heeft aangewezen in zijn overzeese gebieden. Oostenrijk is van mening dat er op zijn grondgebied geen kwetsbare gebieden zijn en dit wordt momenteel nog geverifieerd. Griekenland en Italië hebben nog geen kwetsbare gebieden aangewezen. Op kaart 1 wordt een overzicht gegeven van de huidige situatie op het gebied van de aanwijzing van kwetsbare gebieden en de daarop afwaterende gebieden 19. De lidstaten die lid 8 van artikel 5 hebben ingeroepen, worden in deze kaart getoond alsof zij volledig tot het stroomgebied van kwetsbare gebieden behoren aangezien de relevante eisen dezelfde zijn. Op de kaart zijn niet alle relevante op kwetsbare gebieden afwaterende gebieden voor België (Wallonië), Ierland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk aangegeven aangezien deze landen niet alle in 1997 door de Commissie gevraagde informatie over bedoelde afwaterende gebieden en de daarin gelegen agglomeraties (waarvan de lozingen bijdragen tot de verontreiniging van de kwetsbare gebieden) hebben toegezonden. Tabel 4, waarin alle informatie over de tenuitvoerleggingsprogramma's is samengebracht, omvat het aantal bij kwetsbare gebieden betrokken agglomeraties en hun inwonersequivalenten voor elke lidstaat, met inbegrip van Griekenland hoewel dit land bedoelde gebieden niet formeel en overeenkomstig de regelgeving heeft aangewezen. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Commissie in september 1998 kennisgeving gedaan van 47 nieuwe kwetsbare gebieden in Engeland en Wales. Op deze kaart zijn de kwetsbare gebieden van Spanje, waarvan de lijst te laat (op ) aan de Commissie is toegezonden, noch de bij de herziening in het Verenigd Koninkrijk aangewezen nieuwe kwetsbare gebieden, opgenomen., 11

13 4.3. Minder kwetsbare gebieden De aanwijzing van de kwetsbare gebieden is een verplichting voor de lidstaten terwijl de aanwijzing van minder kwetsbare gebieden een mogelijkheid is die hen wordt geboden. Daardoor kunnen zij bepaalde kustwateren en estuaria aanwijzen als minder kwetsbare gebieden wanneer de morfologische, hydrologische of specifieke hydraulische omstandigheden in dat gebied het mogelijk maken om er stedelijk afvalwater in te lozen dat aan een behandeling is onderworpen die minder ver gaat dan de secundaire behandeling (primaire behandeling) zonder dat het milieu daardoor wordt geschaad. Slechts twee lidstaten hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid: het Verenigd Koninkrijk en Portugal (zie kaart 1). In tabel 4 zijn ook de lozingen in minder kwetsbare gebieden van Griekenland en Spanje opgenomen, hoewel beide lidstaten deze gebieden nog niet formeel hebben aangewezen. De Commissie gaat momenteel na of de criteria voor de aanwijzing van minder kwetsbare gebieden correct zijn gehanteerd. Het is belangrijk eraan te herinneren dat voor elke lozing in een minder kwetsbaar gebied van afvalwater dat aan een behandeling is onderworpen die minder ver gaat dan de secundaire behandeling, een verzoek tot afwijking moet worden ingediend. De lidstaten moeten de Commissie een studie toezenden waarin wordt aangetoond dat bedoelde lozingen geen nadelige invloed hebben op het milieu (artikel 6, lid 2) en, in omstandigheden die uitzonderingen moeten blijven voor agglomeraties van meer dan i.e., die aantonen dat een verdergaande behandeling geen voordelen voor het milieu oplevert (artikel 8, lid 5). De Commissie moet deze studies evalueren en passende maatregelen treffen na het verzoek te hebben voorgelegd aan het in artikel 18 bedoelde comité en zonodig de Raad Lozing van industrieel afvalwater in de systemen voor stedelijk afvalwater Krachtens artikel 11 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat het lozen van industrieel afvalwater in de opvangsystemen en zuiveringsinstallaties voor stedelijk afvalwater uiterlijk op 31 december 1993 wordt onderworpen aan door de bevoegde autoriteit of instantie vooraf vast te stellen voorschriften en/of te verstrekken bijzondere vergunningen, dit om te voorkomen dat dergelijke lozingen schadelijke gevolgen zouden hebben. De lozingen van industrieel afvalwater mogen bijvoorbeeld geen nadelige effecten hebben op de gezondheid van het personeel dat werkzaam is bij de stedelijke zuiveringsinstallaties, mogen de apparatuur niet beschadigen en mogen geen effect hebben op de kwaliteit van het na zuivering geloosde water en te verwijderen zuiveringsslib. 12

14 Uit tabel 2 blijkt dat alle lidstaten, met uitzondering van Italië, maatregelen hebben getroffen om deze verplichting in nationaal recht om te zetten. De Commissie gaat momenteel de conformiteit na van de in bepaalde lidstaten getroffen maatregelen Lozing van industrieel afvalwater in ontvangende wateren (artikel 13) Overeenkomstig artikel 13 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat uiterlijk op 31 december 2000 het biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater van installaties (die ten minste i.e. vertegenwoordigen) uit de in bijlage III van de richtlijn genoemde bedrijfstakken (de sectoren van de agrovoedingsindustrie), dat niet in stedelijke waterzuiveringsinstallaties wordt behandeld alvorens het in de ontvangende wateren wordt geloosd, vóór de lozing voldoet aan de voorwaarden van uiterlijk op 31 december 1993 door de bevoegde autoriteit of instantie vast te stellen voorschriften en/of bijzondere vergunningen. Overeenkomstig de bepaling van lid 3 van hetzelfde artikel heeft de Commissie in 1996 door een externe consultant 20 een vergelijkende studie doen maken van de door de lidstaten vatsgestelde voorschriften 21. Nadat een overzicht is gegeven van de lozingsvoorschriften die in elke lidstaat zijn vastgesteld, alsook een lijst van de daarmee verband houdende regelgevingsmaatregelen, wordt in de studie het volgende geconcludeerd: - met uitzondering van Spanje, hebben de lidstaten hun voorschriften vastgesteld vóór de in derichtlijnbedoelde datum van 31 december 2000; - slechts een beperkt aantal lidstaten heeft rekening gehouden met de drempel van 4000 i.e.. Doorgaans wordt in de regelgeving voorgeschreven dat alle lozingen van industrieel afvalwater, ongeacht het volume daarvan, onderworpen zijn aan voorafgaande voorschriften en/of bijzondere vergunningen; - wat de overeenkomstig artikel 13, lid 2, vereiste specificiteit van de voorschriften naar gelang van de aard van de betrokken bedrijfstak betreft, hebben alleen Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en de regio Vlaanderen in België in hun wetgeving emissienormen opgenomen die variëren naar gelang van de aard van de betrokken bedrijfstakken. Het Verenigd Koninkrijk, Finland, Ierland, Nederland, Denemarken, Zweden en Luxemburg hebben ervoor gekozen om emissienormen vast te stellen, geval per geval voor elke industriële locatie, waarbij bij de aflevering van de lozingsvergunningen zal worden gekeken naar de best beschikbare technologie. In Griekenland, Italië en Portugal zijn in de nationale Krachtens artikel 13 diende de Commissie deze vergelijkende studie vóór te hebben uitgevoerd, maar gezien de vertraging die vele lidstaten hebben opgelopen bij de omzetting van deze richtlijn, heeft ze dit niet vóór 1996 kunnen doen. Onderzoek naar de tenuitvoerlegging van artikel 13 van Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling des stedelijk afvalwater. Haskoning - december

15 wetgeving geen emissienormen vastgesteld naar gelang van de aard van de betrokken bedrijfstak en zijn de afgeleverde vergunningen niet gebaseerd op het beginsel van de best beschikbare technologie. Spanje heeft de voorschriften van artikel 13 nog niet omgezet. Concluderend is de Commissie van oordeel dat 9 lidstaten voorschriften hebben vastgesteld die in overeenstemming zijn met artikel 13 van de richtlijn. De Oostenrijkse wetgeving wordt beschouwd als niet in overeenstemming op dit punt en bestrijkt ook niet alle in de richtlijn bedoelde bedrijfstakken. Italië heeft de richtlijn niet omgezet. Er is verificatie aan de gang voor wat Griekenland, Portugal, België en Spanje betreft Tenuitvoerleggingsprogramma's Krachtens artikel 17 moesten de lidstaten uiterlijk op 31 december 1993 een programma opstellen voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en dienden zij de Commissie uiterlijk op 30 juni 1994 over dit programma te informeren. Het voorbeeld voor de presentatie van die programma's is bij een beschikking van de Commissie van 28 juli vastgelegd. Zonodig bezorgen de lidstaten de Commissie om de twee jaar, uiterlijk op 30 juni, een bijgewerkte versie van deze informatie. Het tenuitvoerleggingsprogramma omvat de planning voor de periode van de investeringen voor de bouw van systemen voor de opvang en behandeling van stedelijk afvalwater die ter uitvoering van de richtlijn in elke lidstaat vereist zijn. Op 15 juli 1998 had alleen Italië nog geen tenuitvoerleggingsprogramma toegezonden. Italië heeft de Commissie slechts in januari 1998 geïnformeerd over de situatie in en de projecten voor Milaan, dat momenteel over geen enkele waterzuiveringsinstallatie beschikt en dat volgens de lokale autoriteiten niet op tijd aan de voorschriften van de richtlijn zal kunnen voldoen. Bepaalde andere lidstaten hebben hun programma's pas verscheidene jaren na het verstrijken van de vastgelegde termijn (tot 4 jaar voor Portugal en Griekenland) ingediend, wat verklaart waarom de Commissie tot vandaag heeft moeten wachten om de toegezonden informatie te bestuderen en evalueren. In hoofdstuk 7 van dit rapport wordt het resultaat van bedoelde evaluatie gegeven. Alleen het Verenigd Koninkrijk heeft in april 1998 een bijgewerkte versie van het tenuitvoerleggingsprogramma toegezonden. Beschikking 93/48 l/eeg van de Commissie van 28 juli 1993 inzake de voorbeelden voor de presentatie van nationale programma's die in artikel 17 van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad zijn voorgeschreven (PB L 226 van , blz. 23). 14

16 België heeft kennisgeving gedaan van een tenuitvoerleggingsprogramma dat niet in overeenstemming is met de richtlijn, meer bepaald wat de termijnen betreft voor de bouw van systemen voor de opvang en de behandeling van het stedelijk afvalwater van de Brusselse agglomeratie Rapporten over de situatie Overeenkomstig artikel 16 moeten de betrokken autoriteiten of instanties om de twee jaar een rapport publiceren over de situatie inzake de afvoer van stedelijk afvalwater en slib in hun gebied en moeten deze rapporten bij publicatie terstond aan de Commissie worden toegezonden. Het voornaamste doel van dit rapport, dat per sector mag opgesteld zijn (er kunnen met andere woorden verschillende rapporten zijn per lidstaat), is het publiek regelmatig te informeren over de situatie, op een referentiedatum, op het gebied van de afvoer van stedelijk afvalwater en slib. De eerste rapporten over de situatie moesten vóór 30 juni 1995 zijn gepubliceerd en de volgende telkens twee jaar later. Tot dusver heeft de Commissie slechts 7 rapporten ontvangen. Teneinde de opstelling van bedoelde rapporten te vergemakkelijken en de Commissie in staat te stellen de daarin vervatte informatie te vergelijken, heeft het in artikel 18 bedoelde comité voor de follow-up van de richtlijn in 1997 een groep deskundigen opgedragen om een voorstel voor de presentatie van dit rapport uit te werken. De groep deskundigen is er ook mee belast een voorbeeld in te dienen voor een vragenlijst die bedoeld is om de Commissie te informeren over het toezicht op de lozingen en de afvoer van reinigingsslib, zoals bedoeld in artikel 15 van de richtlijn. De groep van deskundigen moet einde 1998 het comité informeren over de resultaten van haar werkzaamheden. In tabel 3 staan de referentiedatums van de rapporten over de situatie en tenuitvoerleggingsprogramma's, de uiterste termijnen voor de publicatie van de rapporten over de situatie en hun toezending aan de Commissie en de uiterste termijnen voor de vaststelling van de tenuitvoerleggingsprogramma's en de kennisgeving daarvan aan de Commissie. In de tabel wordt voor beide documenten één referentiedatum gegeven, die voor het eerste de in de beschikking van 28 juli 1993 genoemde datum is ( ). De overeenkomstig artikel 17 geldende flexibiliteit voor de vaststelling en toezending van de programma's maakt het voor de lidstaten mogelijk beide documenten te groeperen en ze toe te zenden tegen de in artikel 16 bedoelde datum. De Belgische autoriteiten hebben gemeld dat de bouw van systemen voor de opvang en de behandeling van het stedelijk afvalwater van de Brusselse agglomeratie pas voltooid zullen zijn in 2005 terwijl de in de richtlijn aangegeven uiterste termijn 31 december 1998 was. 15

17 Tabel 3: Rapporten over de situatie (art. 16) en tenuitvoerleggingsprogramma's (art. 17) Referentiedatum Situatie op... Datum van publicatie van de rapporten over de situatie (art. 16) en toezending aan de Commissie Datum van vaststelling van het tenuitvoerleggingsprogramma (art. 17) Datum van toezending van het programma aan de Commissie (art. 17) * * * * * * enz * * * indien nodig 5. INBREUKPROCEDURES Overeenkomstig artikel 169 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, kan de Commissie een inbreukprocedure inleiden tegen de lidstaten die hun verplichtingen krachtens derichtlijnniet nakomen. Er zijn in die zin inbreukprocedures gestart tegen lidstaten die hun verplichtingen krachtens derichtlijnniet zijn nagekomen. De procedure die het verst is gevorderd is die tegen Italië wegens niet-omzetting van de richtlijn (arrest van het Europese Hof van Justitie van aanvullend met redenen omkleed advies uit hoofde van artikel 171 van het Verdrag). 6. STUDIE EN EVALUATIE VAN DE TENUITVOERLEGGINGSPROGRAMMA'S De voornaamste informatie betreffende de uit 14 lidstaten ontvangen tenuitvoerleggingsprogramma's (geen gegevens ontvangen van Italië) zijn samengebracht in de hierna gegeven tabellen en grafieken. Het is belangrijk eraan te herinneren dat alle gegevens prognoses zijn die door de lidstaten zelf zijn opgesteld Aantal agglomeraties en organische belasting In tabel 4 wordt aangegeven dat de 14 lidstaten, die agglomeraties van meer dan 2Ö00 i.e. omvatten, een totale organische belasting vertegenwoordigen van ongeveer 424 miljoen inwonersequivalenten. 16

18 Tabel 4: aantal agglomeraties en organische inwonersequivalenten (i.e.) - Situatie in belasting, uitgedrukt in Het verschil tussen de totale organische belasting, als uitgedrukt in inwonersequivalenten (i.e.), en de bevolking van de lidstaten kan worden verklaard door de volgende factoren: - voor de organische belasting wordt er slechts rekening gehouden met de bevolking van de agglomeraties met meer dan 2000 i.e. waarvoor krachtens de richtlijn moet worden voorzien in opvangsystemen voor en behandeling van het stedelijk afvalwater, maar wordt er geen rekening gehouden met de agglomeraties met minder dan 2000 i.e. en de verspreid 24 Het referentiejaar van de gegevens in tabel varieert, naar gelang van de lidstaten, van 1992 tot

19 levende bevolking waarvoor afzonderlijke afvalwaterbehandelingssystemen worden gebruikt; - voor de organische belasting van de agglomeraties van meer dan 2000 i.e. wordt niet alleen naar de permanente bevolking gekeken, maar ook naar: de belasting die een gevolg is van de niet-permanente bevolking uit de toeristische sector 25, de hotelsector, enz.; de belasting ten gevolge van het industrieel afvalwater dat binnen de systemen voor stedelijk afvalwater wordt opgevangen; de belasting van het in die systemen opgevangen hemelwater. De verdeling van deze agglomeraties en van deze belastingen tussen de verschillende types gebieden, kwetsbare, normale, minder kwetsbare, is gebaseerd op de aanwijzing van die gebieden door de lidstaten. Voor het geheel van de 14 lidstaten, vertegenwoordigen de lozingen in kwetsbare gebieden en de relevante daarop afwaterende gebieden 37% van de organische belasting, de lozingen in de minder kwetsbare gebieden maken 9% uit en die in de "normale" gebieden 54%. Deze verdeling varieert sterk tussen de lidstaten. Afgezien van Portugal en het Verenigd Koninkrijk, die formeel hun minder kwetsbare gebieden hebben aangewezen, hebben ook Spanje en Griekenland in hun programma's minder kwetsbare gebieden opgenomen hoewel ze die niet als zodanig hebben aangewezen. De afwijking waarbij, vóór lozing in een kwetsbaar gebied, een behandeling wordt toegestaan die minder ver gaat dan de secundaire behandeling, kan vanzelfsprekend slechts worden toegestaan wanneer de minder kwetsbare gebieden formeel zijn aangewezen. De Commissie zal bijvoorbeeld nagaan waarom Griekenland, ondanks zijn sterke toeristische sector, geen organische belasting, uitgedrukt in i.e., heeft die hoger ligt dan het aantal inwoners. 18

20 6.2. Prognoses qua evolutie van de opvang- en zuiveringscapaciteit Tabel 5: Prognoses qua evolutie van de capaciteit van de opvangsystemen Toename 1000 i.e i.e i.e i.e i.e i.e. % % % % % 113% 26% % % Nederland % > H É&SÜral % % % 0% 1% Totaai y!m % In tabel 5 is een samenvatting gegeven voor de periode van de door de lidstaten geprogrammeerde evolutie van de capaciteit, uitgedrukt in organische belasting, van de met de richtlijn conforme opvangsystemen. In de laatste twee kolommen wordt de toename van deze capaciteit aangegeven, in i.e. en in percentage, waarbij de toestand wordt vergeleken vóór de tenuitvoerlegging van de richtlijn in 1992 en die na de tenuitvoerlegging in Op te merken valt de zeer sterke toename van de geplande capaciteit in Ierland, Spanje en Portugal, en de afwezigheid van enige capaciteitstoename in Denemarken, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk aangezien 26 Deze gegevens hebben uitsluitend betrekking op de Waalse regio. 19

21 bij de vaststelling van de richtlijn de capaciteit van die landen als afdoende werd beoordeeld. In het algemeen zal de capaciteit van de opvangsystemen in de lidstaten in 2005 ten minste gelijk zijn aan de oorspronkelijke organische belasting, met uitzondering van Griekenland en Finland waar de capaciteit kleiner zal zijn dan de op te vangen organische belasting als gepreciseerd in tabel 4. België heeft slechts onvolledige informatie verstrekt. Tabel 6: evolutie van de capaciteit van de waterbehandelingsinstallaties Toename 1000 i.e i.e i.e i.e i.e i.e. % BeW<f.'\lî % Denemarken % Düttsl^d^if % Griekenland % S&anlf -'i'v % Frankrijk % leriênl, ;(? % Luxemburg^' % Nederland,,ƒ % Oostenrijk \>* % Portugal % Finland, j t % Zweden ; % Verenigd,/»!;', Koninkrijk <! % Totea ' *' '" i. *".. ''. Sir % Op dezelfde wijze als in de vorige tabel wordt in bovenstaande tabel 6 de evolutie aangegeven van 1992 tot 2005 van de capaciteit van de met de voorschriften van de richtlijn conforme waterbehandelingsinstallaties. Men kan een aanmerkelijke toename van de geplande waterbehandelingscapaciteit opmerken in alle lidstaten, met uitzondering van Nederland, Finland en 20

22 Zweden, waar klaarblijkelijk reeds een zeer grote behandelingscapaciteit aanwezig was. De capaciteit van de geplande waterzuiveringsinstallaties moet het mogelijk maken de organische belasting zoals gegeven in tabel 4 te behandelen. Voor Griekenland is echter een anomalie geconstateerd, aangezien de uiteindelijke capaciteit van de installaties er kleiner zal zijn dan de in tabel 4 vermelde organische belasting. In het geheel van de 14 lidstaten is de uiteindelijke behandelingscapaciteit 10% groter dan de organische belasting, maar dit percentage loopt op tot 28% in Nederland, 35% in Duitsland en zelfs 74% in Zweden. In grafiek 1 wordt de geplande evolutie getoond van de totale capaciteit van de opvangsystemen en waterzuiveringsinstallaties voor het geheel van de 14 lidstaten. De capaciteit van de opvangsystemen moet gedurende de 13 tenuitvoerleggingsjaren toenemen met 22%; de behandelingscapaciteit moet met 69% toenemen. Grafiek 1: geplande evolutie van de opvangsystemen en waterzuiveringsinstallaties (1000 i.e.) ^Opvangsystemen S Zuiveringsinstallaties 21

23 6.3. Bestemming van het slib van waterzuiveringsinstallaties Bij de zuivering van stedelijk afvalwater ontstaat slib, In tabel 7 en grafiek 2 wordt de hoeveelheid slib aangegeven die naar verwachting zal worden geproduceerd naarmate de tenuitvoerlegging van de richtlijn vordert en wordt aangegeven welke bestemming aan dit slib zal worden gegeven. Voor het geheel van de 13 lidstaten die informatie hebben toegezonden zal de hoeveelheid geproduceerd slib toenemen van 5,5 miljoen ton droge stof in 1992 tot 8,3 miljoen ton in Op te merken valt dat het deel dat zal worden gebruikt in de landbouw en voor bodems of dat zal worden verbrand, toeneemt terwijl de gestorte hoeveelheden lichtjes zullen dalen. Op het einde van de tenuitvoerleggingperiode zal het hergebruikte slib 53% vertegenwoordigen van de totale hoeveelheid geproduceerd slib. De Commissie is in het algemeen van oordeel dat het hergebruik van slib moet worden bevorderd omdat dit een duurzame oplossing is op voorwaarde dat de kwaliteit van dit slib verenigbaar is met de doelstelling van bescherming van de volksgezondheid en liet milieu.. In Spanje, Ierland en het Verenigd Koninkrijk wordt er slib gestort in de oppervlaktewateren. Spanje is van plan om daarmee door te gaan tot na 1998, wat indruist tegen de bepalingen van de richtlijn.

24 Tabel 7: prognoses inzake de bestemming van het slib van waterzuiveringsinstallaties (in duizend ton droge stof per jaar) 27 Jaar Best. B DK D GR E F IRL L NL A P FIN UK Totaal 1992 Water Herg. Stort. Verbr. n.g. Totaal Water Herg. Stort. Verbr. rug. totaal II-IP Water Herg. Stort. Verbr. n.g. Totaal Water Herg. Stort. Verbr. n.g. Totaal Water Herg. Stort. Verbr. hg. Totaal Best. = bestemming. Water = storting in oppervlaktewateren, 1 Icrg. * gebruik in de landbouw en voor bodems, Stort. = gestort op stortplaatsen, Verbr. = verbranding, n.g.» niet gepreciseerd 27 Zweden heeft geen gegevens verstrekt over de bestemming van het slib. 23

25 Grafiek 2: Verdeling van de bestemming van het slib (in duizend ton droge stof per jaar) Hergebruik 0 Gestort 'Verbrand S Oppervlaktewateren Niet gepreciseerd 24

26 6.4. Investeringsprognoses Tabel 8: prognoses voor de investeringen in opvangsystemen en waterzuiveringsinstallaties in de periode (in miljard ecu -waarde ) Denemarken ,30 2,60 1,10 0,40 1,50 2,40 1,70 4,10 Duitsland 25,89 24,66 50,55 9,41 4,21 13,62 35,30 28,87 64,17 Griekenland* 0,44 0,73 1,17 0,44 0,73 1,17 3,68 4,90 8,58 1,03 1,26 2,29 4,70 6,15 10,87 4,94 3,74 8,68 3,08 0,28 3,36 8,02 4,02 12,04 0,34 0,79 1,13 0,15 0,35 0,50 0,49 1,14 1,63 0,00 0,25 0,25 0,00 0,02 0,02 0,00 0,27 0,27 Nederland ; * 1,10 1,83 2,93 0,00 0,00 0,00 1,10 1,83 2,93 Oostenrijk j> 5,20 1,42 6,62 2,47 0,70 3,17 7,67 2,12,80 * ; '7'f' 1 Portugal ; *"j 1,41 0,87 2,28 0,04 0,07 0,11 1,46 0,94 2,40 Finland 0,65 0,37 1,02 0,35 0,18 0,53 1,00 0,55 1,55 Zweden 1,00 1,20 2,20 0,40 0,30 0,70 1,40 1,50 2,90 KonjSlr 1,47 7,20 8,67 1,31 2,55 3,86 2,78 9,74 12,53 AÏHËV* * Griekenland heeft slechts cijfers gegeven voor de periode In tabel 8 en grafiek 3 zijn de gegevens over de door de lidstaten ter uitvoering van de richtlijn geplande investeringen samengebracht. Het totale investeringsbedrag loopt op tot 130 miljard ecu, waarvan 53% voor opvangsystemen en 47% voor waterzuiveringsinstallaties. 28 Waarde voor het Verenigd Koninkrijk. 25

27 29 Duitsland alleen is goed voor 49% van de geplande investeringen De verdeling van de investeringen in investeringen voor opvangsystemen en voor de waterzuivering varieert sterk tussen de verschillende lidstaten. Opvangsystemen slorpen meer dan 50% van de totale investeringen op in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Portugal en Finland. Zij zijn slechts goed voor 22% van de investeringen in het Verenigd Koninkrijk, terwijl Luxemburg in het geheel geen investeringen in opvangsystemen heeft gepland. De voornaamste factoren waarnaar bij de raming van de benodigde investeringen moet worden gekeken, zijn: - de staat van de systemen voor de opvang en de behandeling van het stedelijk afvalwater vóór de start van de tenuitvoerlegging van de richtlijn; - de op het gebied van de opvangsystemen aan te brengen verbeteringen, teneinde al het te behandelen water naar de waterzuiveringsinstallaties te kunnen leiden, lekken te voorkomen en de verontreiniging van de ontvangende wateren ten gevolge van overlast door regen te beperken; - de op het gebied van de waterzuiveringsinstallaties aan te brengen verbeteringen, teneinde het stedelijk afvalwater te zuiveren tot op het door de richtlijn vereiste niveau, naar gelang van de omvang van de agglomeraties en de kwetsbaarheid van de ontvangende wateren (daarbij ook rekening houdend met overlast door regen); - specifieke omstandigheden met betrekking tot de locatie, overwegingen van urbanisme, het klimaat, enz.; - de kosten van arbeidskrachten en installaties. In grafiek 4 wordt voor elke lidstaat het niveau van de investeringen per inwonerequivalent getoond. Dat varieert tussen 112 ecu per i.e. in Griekenland en 602 ecu per i.e. in Duitsland. De gemiddelde kostprijs voor het geheel van de 14 lidstaten is 307 ecu per i.e.. In de vereenvoudigende hypothese van een uniforme verdeling van deze investeringen over de termijn van 13 tenuitvoerleggingsjaren, belopen de gemiddelde investeringskosten (in constante waarde ) 23,6 ecu per jaar en per inwonerequivalent, wat op basis van een gemiddeld jaarlijks waterverbruik van 55 m 3 water per huishoudelijke gebruiker neerkomt op een gemiddelde investeringskost, exclusief financierings- en afschrijvingskosten, van ongeveer 0,43 ecu per m 3 verbruikt water. De hoge kostprijs voor Duitsland kan worden verklaard door de omvang van de verbeteringen die moeten worden aangebracht inzake opvangsystemen en zuiveringsinstallaties, met name in de regio's van het voormalige Oost-Duitsland, door het vereiste behandelingsniveau (tertiaire behandeling) in het grootste deel van het land, meer bepaald om de eutrofiëring van de Noord- en Oostzee te bekampen, doordat is rekening gehouden met door overvloedige regens veroorzaakte verontreiniging en door de hoge kostprijs van installaties en arbeidskrachten in Duitsland. 26

28 Uit grafiek 4 blijkt dat een groep van 7 lidstaten: Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, België, Ierland, Zweden, en Finland, aanzienlijk boven die gemiddelde kostprijs zitten, terwijl een groep van 6 lidstaten, namelijk Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Portugal en Griekenland, er ver onder zitten. Het is belangrijk eraan te herinneren dat voor deze investeringen communautaire steun kan worden verleend uit de middelen van de Structuuren Cohesiefondsen. Met name wat het Cohesiefonds betreft worden de in de periode ter uitvoering van de richtlijn geplande of gerealiseerde investeringen in de milieusector als prioritair beschouwd. Naar wordt geraamd zullen in Spanje bijvoorbeeld in de bedoelde periode bijna 30% van de totale geplande investeringen gecofmancierd worden door het cohesiefonds. Grafiek 3: investeringsprognoses voor de periode (in miljard ecu - waarde ) Waarde voor het Verenigd Koninkrijk. 27

29 Grafiek 4: investeringsprognoses per inwonerequivalent ö 300 D A DK B IRL S FIN L F NL UK E P GR 28

30 7. VOLGENDE VERVALDAGEN EN TAKEN VAN DE COMMISSIE De volgende vervaldagen van de lidstaten wat hun verplichtingen voor de omzetting en tenuitvoerlegging van derichtlijnbetreft, zijn in chronologische volgorde: - 30 september 1998: uiterste termijn voor de omzetting van Richtlijn 98/15/EG van 27 februari 1998 houdende wijziging van Richtlijn 91/271/EEG; - 31 december 1998: uiterste termijn voor de toepassing van de richtlijn op het gebied van de systemen voor de opvang en behandeling van het stedelijk afvalwater van agglomeraties met meer dan inwonersequivalenten dat wordt geloosd in de relevante ontvangende wateren van kwetsbare gebieden (artikel 3 en 5); - 31 december 1998: uiterste termijn om ervoor te zorgen dat de storting van slib uit waterzuiveringsinstallaties onderworpen is aan algemene voorschriften, registratie of vergunning (artikel 14, lid 2); - 31 december 1998: uiterste termijn voor de stopzetting van het storten van zuiveringsslib in oppervlaktewateren; - 30 juni 1999: uiterste termijn voor de publicatie van rapporten over de situatie en toezending daarvan aan de Commissie (artikel 16); vervolgens om de twee jaar; - 30 juni 2000: uiterste termijn voor de kennisgeving van eventuele bijgewerkte versies van de tenuitvoerleggingsprogramma's (artikel 17); vervolgens om de twee jaar; - 31 december 2000: uiterste termijn voor de toepassing van de richtlijn op het gebied van de systemen voor de opvang en behandeling van het stedelijk afvalwater van agglomeraties met meer dan inwonersequivalenten dat niet wordt geloosd in de relevante ontvangende wateren van kwetsbare gebieden (artikel 3,4 en 6); - 31 december 2000: uiterste termijn voor de toepassing van de richtlijn wat biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater betreft dat afkomstig is van installaties uit de in bijlage III genoemde sectoren en dat niet worden opgevangen in de installaties voor de behandeling van stedelijk afvalwater (artikel 13); - 31 december 2005: uiterste termijn voor de toepassing van de richtlijn op het gebied van de systemen voor de opvang en behandeling van stedelijk afvalwater van agglomeraties met een kleinere omvang dan hierbovengenoemd (artikel 3,4,6 en 7). Afgezien van dit tijdschema van toekomstige verplichtingen geldt ook de constante verplichting om toe te zien op de lozingen van waterzuiveringsinstallaties en de afvoer van zuiveringsslib (artikel 15) en de verplichting om zich elke vier jaar opnieuw te buigen over de lijst van de kwetsbare en minder kwetsbare gebieden (artikel 5 en 6). De Commissie heeft als volgt haar hoofdopdrachten voor de twee komende jaren op het gebied van de follow-up en de tenuitvoerlegging van de richtlijn afgelijnd: - voortgaan met de verificatie van de conformiteit van de omzetting in nationaal recht; - voortgaan met de evaluatie van de aanwijzing door de lidstaten van de kwetsbare en minder kwetsbare gebieden; 29

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2004 (28.06) (OR. fr) 8988/04 ENV 258

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2004 (28.06) (OR. fr) 8988/04 ENV 258 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 april 2004 (28.06) (OR. fr) 8988/04 ENV 258 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Milieu

EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Milieu EUROPESE COMMISSIE Tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/15/EG van de Commissie van 27

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 31.10.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0770/2004, ingediend door Frantisek Brychta (Tsjechische nationaliteit), over een

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 juli 2000*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 juli 2000* ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 juli 2000* In zaak C-236/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. Valero Jordana, lid van haar juridische dienst, en O. Couvert-Castéra,

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

Nadere informatie

6986/01 CS/vj DG H I NL

6986/01 CS/vj DG H I NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 maart 200 (OR. fr) 6986/0 LIMITE VISA 32 FRONT 5 COMIX 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van Zweden met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2015 (OR. en) 13159/15 FIN 699 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst 21.10.2015 A8-0249/139 139 Jens Rohde e.a. Artikel 4 lid 1 1. De lidstaten beperken op zijn minst hun jaarlijkse antropogene emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984 17. 3. 84 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 74/49 II (Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 299/10 NL UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1090/2014 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2014 tot van permethrine als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor de productsoorten 8 en 18 (Voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.5.2014 COM(2014) 277 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

:DWHUNZDOLWHLW GH &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ )UDQNULMN *ULHNHQODQG 'XLWVODQG,HUODQG /X[HPEXUJ %HOJLs 6SDQMH HQ KHW 9HUHQLJG.

:DWHUNZDOLWHLW GH &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ )UDQNULMN *ULHNHQODQG 'XLWVODQG,HUODQG /X[HPEXUJ %HOJLs 6SDQMH HQ KHW 9HUHQLJG. ,3 Brussel, 22 februari 2002 :DWHUNZDOLWHLW GH &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ )UDQNULMN *ULHNHQODQG 'XLWVODQG,HUODQG /X[HPEXUJ %HOJLs 6SDQMH HQ KHW 9HUHQLJG.RQLQNULMN 'H (XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW EHVORWHQ YHUGHUH

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie. Raad van de Europese Unie Brussel, 8 januari 2016 (OR. en) 8877/95 DCL 1 UEM 37 DERUBRICERING van document: d.d.: 14 juli 1995 nieuwe status: Betreft: ST 8877/95 RESTREINT Publiek Aanneming in de talen

Nadere informatie

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 86/6 Publicatieblad de Europese Unie 5.4.2005 II (Besluiten waar de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 22 maart 2005 tot vaststelling de tabellen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) 11061/04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE PUBLIC ENV 387 TOUR 14 AGRI 177 MAR 128 IND 91 CODEC 869 NOTA van:

Nadere informatie

14899/09 HD/mm DG H 2 A

14899/09 HD/mm DG H 2 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2009 (OR. en) 14899/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0034 (CNS) JUSTCIV 215 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad inzake de inwerkingstelling van

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/10 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/786 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 2015 tot vaststelling van criteria voor de aanvaardbaarheid van zuiveringsprocedés die worden toegepast op producten die bedoeld

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 2002D0994 03/02/2003 Aantal bladzijden: 5 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.7.2012 C(2012) 4525 final BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.7.2012 inzake de kennisgeving door het Koninkrijk België van een uitstel van de termijn voor het bereiken van de grenswaarden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.1.2004 COM(2004) 32 definitief 2004/0009 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden

Nadere informatie

'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG

'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG ,3 Brussel, 16 juli 2002 'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG 'H(XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW EHVORWHQ WRW )LQODQG HHQ WZHHGH

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 0 mei 2006 (5.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/053 (CNS) 933/06 ADD 2 PUBLIC LIMITE AGRILEG 76 AGRIFIN 35 ADDENDUM BIJ HET VERSLAG van: de Groep

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 396/849 Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.6.2011 COM(2011) 352 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tweede

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/4 VERORDENING (EU) 2016/293 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende

Nadere informatie

BIJLAGE IV: INZAKE DE BEOORDELING VAN DE KWALITEIT VAN HET MARIENE MILIEU

BIJLAGE IV: INZAKE DE BEOORDELING VAN DE KWALITEIT VAN HET MARIENE MILIEU bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 104 van 03/04/98 BIJLAGE IV: INZAKE DE BEOORDELING VAN DE KWALITEIT VAN HET MARIENE MILIEU Artikel 1 1. Voor de toepassing van deze bijlage wordt

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 september 2011 (21.09) (OR. en) 14391/11 E V 685 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 14 september 2011 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

L 64/52 NL Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/52 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 64/52 NL Publicatieblad van de Europese Unie 4.3.2006 RICHTLIJN 2006/11/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) PUBLIC 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad betreffende de

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.3.2016 COM(2016) 156 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2005 COM(2005) 858 definitief. VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de juridische omzetting van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.1.2017 COM(2017) 23 final 2017/0010 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2012) 386 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.2.2017 COM(2017) 61 final 2017/0018 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Estland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 april 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 april 2000 * COMMISSIE / SPANJE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 april 2000 * In zaak C-274/98, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door E. Gippini Fournier en F. de Sousa Fialho, leden van

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 C(2016) 8600 final ANNEX 1 BIJLAGE bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing NL NL Bijlage Administratieve procedures

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/313/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/313/EU) L 164/74 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2014 tot wijziging van de Besluiten 2011/263/EU, 2011/264/EU, 2011/382/EU, 2011/383/EU, 2012/720/EU en 2012/721/EU teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2001 COM(2001) 261 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Denemarken wordt gemachtigd om overeenkomstig de procedure van artikel

Nadere informatie

VERORDENINGEN. 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1

VERORDENINGEN. 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 469/2009 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 920/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 9 SIRIS 84 COMIX 447 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2017 COM(2017) 659 final 2017/0296 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9 27.4.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9 RICHTLIJN 2006/12/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES

Nadere informatie

(Besluiten waaruan de pu blikatie uoorwaarde is uoor de toepassing)

(Besluiten waaruan de pu blikatie uoorwaarde is uoor de toepassing) 2. 7. 92 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 18211 (Besluiten waaruan de pu blikatie uoorwaarde is uoor de toepassing) VERORDENING (EEG) Nr. 1768192 VAN DE RAAD van 18 juni 1992 betreffende

Nadere informatie

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

14072/14 roe/lep/hh DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0292 (E) 14072/14 ACP 154 FIN 727 PTOM 45 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0298 (E) 14563/14 ACP 166 FIN 764 PTOM 51 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 945 Wijziging van de Meststoffenwet (differentiatie fosfaatgebruiksnorm) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 2 juli 2009 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

RICHTLIJN 2011/71/EU VAN DE COMMISSIE

RICHTLIJN 2011/71/EU VAN DE COMMISSIE L 195/46 Publicatieblad van de Europese Unie 27.7.2011 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2011/71/EU VAN DE COMMISSIE van 26 juli 2011 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 19 juni 2009 (22.06) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 11160/09 LIMITE E V 448 E T 146

PUBLIC. Brussel, 19 juni 2009 (22.06) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 11160/09 LIMITE E V 448 E T 146 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 juni 2009 (22.06) (OR. en) 11160/09 LIMITE PUBLIC E V 448 E T 146 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 17 juni 2009 aan: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-1228/2016 16.11.2016 ONTWERPRESOLUTIE ingediend overeenkomstig artikel 106, leden 2 en 3, van het Reglement over de ontwerpuitvoeringsverordening van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

I2 ) PB nr. C 131 van , blz. 18.

I2 ) PB nr. C 131 van , blz. 18. 25 2 78 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr L 54/ 19 RICHTLIJN VAN DE RAAD van 20 februari 1978 betreffende de afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie (78/ 176/EEG) DE RAAD VAN

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.10.2012 C(2012) 7142 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 8.10.2012 overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 en artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/72/EG

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 12.2.2008 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 191/2006, ingediend door Margot en Manfred Zippel (Duitse nationaliteit), over de vermeende

Nadere informatie