Besluit van 27 mei 2005, nr. BICPP M Aanleiding

Transcriptie

1 Mededeling 61. Heffing van accijns op minerale oliën die zich als restlading enlof als ladingresiduen aan boord van tankschepen op de Nederlandse binnenwateren bevinden (binnentankvaart) BeIastingdenstI Centrum voor Proces- en Productontwikkeling, Keten Douane. Besluit van 27 mei 2005, nr. BICPP M. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financien het volgende besloten. 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Bij de handhaving van de Wet op de accijns worden controles uitgevoerd op het vervoer van minerale olièn door tankschepen in het binnenland. Bij die controles wordt regelmatig geconstateerd dat in de ladingtanks, slobtanks en leidingen van het tankschip nog zogenaamde restlading en/of ladingresiduen minerale olien aanwezig zijn waarvan: a. de herkomst niet door middel van een douanedocument, administratief geleidedocument, een commercieel geleidedocument, een vereenvoudigd geleidedocument, een factuur of een vervoersbescheid kan worden aangetoond. b. niet op andere wijze kan worden aangetoond dat de goederen op regelmatige wijze in de heffing zijn betrokken. De restlading ontstaat doordat bij lossing van tankschepen het vaak technisch en commercieel niet haalbaar is om een schip voor 100% te lossen. Het betreffende begeleidende document wordt wel voor de totale hoeveelheid door de ontvangende partij voor ontvangst afgetekend. Het is in de tankvaart gebruikelijk am op de volgende manieren met restlading am te gaan: - Indien - Indien bekend is dat de volgende reis hetzelfde product, of een product dat met de restlading verenigbaar is, zal warden vervoerd (zogenaamd eenheidstransport), blijft de restlading achter in de Iadingtanks van het schip. De volgende lading wordt vervolgens bij de restlading gevoegd. de volgende reis een product wordt vervoerd dat niet verenigbaar is met de restlading, wordt de restlading op de terugreis met behuip van het zogenaamde na-lenssysteem van het schip in een slobtank gepompt. De restlading uit de slobtank wordt bij de eerstvolgende lading gepompt waarmee de restlading verenigbaar is. Voorts is gebleken dat voor de restlading, de ladingresiduen die minerale

2 2 alien bevatten en worden gelost onduidelijkheid bestaat over de heffing van accijns op minerale olien Formele bepalingen en internationale ontwikkeling Farmeel zou als volgt moeten warden gehandeld. a. Onveraccijnsde minerale alien. De ontvanger van de minerale alien moet op het douanedocument, het administratief geleidedocument, commercieel document of vereenvoudigde geleidedocument de hoeveelheid minerale alien vermelden die hij afneemt. Voor de hoeveelheid restlading die aan board blijft moet hij een nieuw douanedocument, geleidedocument of dagaangifte apmaken. b. Veraccijnsde minerale alien Bij veraccijnsde minerale olien moet de vervoerder aan de hand van de factuur of ander handelsbescheid de herkomst kunnen aantonen (zie artikel 34 van het Uitvoeringsbesluit accijns en artikel 54 van de Uitvoeringsregeling accijns). De hiervoor genoemde bescheiden zijn niet aanwezig. Het alsnag verplicht stellen tot het doen van een aangifte of het tonen van herkomstbescheiden stuit op nogal wat administratieve handelingen en praktische bezwaren. Oak bestaat er op internationaal niveau voor deze problematiek aandacht. Op 9 september 1996 is door Duitsiand, Belgie, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland en Nederland het verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Trb.1996, 293) gesloten. Dit zogenaamde scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) treedt in werking wanneer awe verdragsluitende staten het verdrag hebben geratificeerd. In dat verdrag zijn onder andere maatregelen opgenomen die zien op een gecontroleerde lossing van scheepsafval en ladingresiduen. In verband met het bovenstaande is de volgende regeling vastgesteld. Hierbij is, voor zover mogelijk, aangesloten bij de bestaande milieuwetgeving. 2. Regeling Deze regeling is niet van toepassing op binnenkomende (tank)schepen die op grand van artikel 40 van het Communautair douanewetboek bij een douanekantoor zijn aangebracht. De maatregelen voor de lossing van de restlading of ladingresiduen bij deze schepen zijn in het Besluit van 7 oktaber 2003 nr. B/CPP 2003/1 935 opgenamen (zie mededeling 6 van het Handboek Douane, deel 7). De minerale alien warden op grand van artikel 313 van de Toepassingsverordening communautair douanewetboek aangemerkt als communautaire goederen.

3 3 In de zin van deze regeling wordt verstaan onder: - minerale - restlading: - slobtank: - ladingresiduen: oliën: minerale oliën als bedoel in artikel 25 van de Wet op de accijns; niet verontreinigde restanten van lading minerale olie als bedoeld in artikel 25 van de Wet op de accijns die, na lossing, in de Iadingtanks, de leidingen of de slobtanks van het schip aanwezig is; de vaste slobtank als bedoeld in het Reglement vervoer gevaarlijke stoffen over het water (ADNR) en de Intermediator bulk container (IBC) als bedoeld in het Reglement vervoer gevaarlijke stoffen over de weg (ADR) ten behoeve van de tijdelijke opslag van restlading aan boord; de verontreinigde restanten van lading die zijn aan te merken als minerale oliën bedoeld in artikel 25 van de Wet op de accijns in ruimen of tanks aan boord van een schip die na het lossen en schoonmaken achterblijven Ontheffing van de verplichting tot het hebben van een geleidedocument of herkomstbescheid of doen van een dagaangifte voor restlading en ladingresiduen Onder de hierna genoemde voorwaarden wordt ontheffing verleend van de verplichting tot het hebben van een douanedocument, een administratief geleidedocument, een vereenvoudigd geleidedocument, een commercieel document, een dagaangifte of een herkomstbescheid voor minerale oliën die zich als restlading of ladingresiduen aan boord van tankschepen op Nederlandse binnenwateren bevinden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een restlading bij een eenheidstransport en een restlading anders dan bij een eenheidstransport Restlading en ladingresiduen aan boord van tankschepen bij een he i dstra ns port De tankschepen waarbij sprake is van een eenheidstransport (dit is transport van één specifiek product) mogen een hoeveelheid restlading in de Iadingtanks aanwezig hebben zonder een voorgeschreven bescheid, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - op restlading mag bij een eenheidstransport uitsluitend in de ladingtanks aanwezig zijn; schipper van het tankschip moet aan de hand van een schriftelijke opdracht aantonen dat er sprake is van eenheidstransport; verzoek geeft de schipper de tekeningen en beschrijvingen van de op het schip aanwezige ladingtanks, slobtanks en het daarbijbehorende stelsel van leidingen ter inzage aan de douane; restlading die niet (meer) kan worden verenigd met een nieuwe lading en niet anger aan boord kan worden gehouden aismede de ladingresiduen moeten overeenkomstig punt 4 worden afgegeven aan

4 4 tijdstip waarop de restlading aan een verenigbare lading is - het toegevoegd; tijdstip waarop de ladingresiduen en de restlading, die niet (meet) - het kan warden verenigd, warden afgeleverd aan daartoe aangewezen inzamelaars, bewaarders en be- en of verwerkers (zie punt 4); nummers van de documenten die het vaorafgaande transport hebben begeleid (voorafgaande documenten), moeten in het yak opmerkingen warden vermeld. daartoe aangewezen inzamelaars, bewaarders of be- en of verwerkers; 2.3. Restlading en ladingresiduen aan boord van tankschepen anders dan bij eenheidstransport De tankschepen die minerale olien vervoeren anders dan bij een eenheidstransport, mogen een hoeveelheid restlading in de slabtanks vervoeten zonder een voorgeschreven bescheid wanneer aan de volgende vaorwaarden wordt voldaan: restlading in een ladingstank die niet verenigbaar is met de nieuwe lading wordt in de slabtanks gepompt; de slobtanks aanwezige restlading wordt daarin alleen apgeslagen - in met het doel deze toe te voegen bij de eerst volgende nieuwe lading waarmee de restlading verenigbaar is; de Iadingtanks of leidingen mag zich geen minerale olie bevinden die - in vetenigbaat is met de restlading in de slobtanks verzoek geeft de schipper de tekeningen en beschrijvingen van de - op op het schip aanwezige ladingtanks, slobtanks en het daarbijbehorende stelsel van leidingen ter inzage aan de douane; restlading die niet (meet) kan warden verenigd met een nieuwe lading en niet langer aan boord kan wotden gehouden en de ladingresiduen moeten overeenkomstig punt 4 warden afgegeven aan daartoe aangewezen inzamelaacs, bewaarders of be- en of verwerkers Verplichtingen van de schipper De schipper houdt in het aan board aanwezige Iadingboek binnentankvaart aantekening van de in de verschillende Iadingtanks en slobtanks aanwezige restlading en ladingresiduen. Onder Iadingboek wordt verstaan, het Iadingboek in schriftelijke of elektronische vorm zoals dit is goedgekeurd door de Internationale Arbeidsgemeenschap voor de Rijnscheepvaart (IAR) (zie bijlage 1) In het ladingboek warden de valgende gegevens vermeld: soart (praductnaam en UN nummer) en de hoeveelheid van de restlading pet slobtank; tijdstip waarop de restlading is ontstaan; - het

5 5 Voorts moet de schipper van alle voorafgaande documenten die betrekking hebben op de partij waarvan de restlading deel heeft uitgemaakt, een kopie bij zijn Iadingboek bewaren. Onder voorafgaande documenten worden onder andere verstaan douanedocumenten, administratief geleidedocumenten, vereenvoudigd geleidedocumenten, commercieel documenten of herkomstbescheiden. De douane controleert de hoeveelheden minerale oliën die zich als restlading aan bootd bevindt door middel van peilingen en aan de hand van de door de schipper gestelde aantekeningen in het Iadingboek. De restlading en ladingresiduen worden als onveraccijnsde minerale oliën aangemerkt, tenzij de schipper kan aantonen dat de minerale oliën in de accijnsheffing zijn betrokken. Het is niet toegestaan om een restlading minerale olien voorhanden te hebben in andere ruimten of bergingsmiddelen dan de Iadingtanks, leidingen of slobtanks. Bij andere bergingsmiddelen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan jerrycans. Het voorhanden hebben van restlading in andere ruimten of bergingsmiddelen dan de Iadingtanks, leidingen of slobtanks, is alleen toegestaan als kan worden aangetoond dat de accijns is voldaan Restlading en ladingresiduen die worden gelost? accijnsgoederenplaats De restlading en ladingresiduen mogen op grond van de Wet milleubeheer (Stb. 1993, 650) door de schipper slechts worden afgegeven aan daarvoor aangewezen bewaarders, be- en verwerkers. De afgifte aan die bedrijven dient plaats te vinden met een Ontvangstmelding van de overdracht van scheepsafvalstoffen (hierna: S-formulier). Voorts moet op grond van de Wet op de accijns de restlading en? of ladingresiduen van minerale owen worden opgeslagen in een accijnsgoederenplaats (AGP). In verband daarmede moeten de bewaarders en be- en verwerkers die minerale oliën ontvangen, in het bezit zijn van een vergunning voor een AGP als bedoeld in artikel 40 van d Wet op de accijns. Bij inslag van de restlading en de ladingresiduen in de AGP moet de AGP houder: - die - op - eon - een ingeslagen hoeveelheden in zijn administratie opnemen; het S -formulier, onder verwijzing naar dit besluit, een ondertekende verklaring stellen dat de restlading en? of de ladingresiduen in zijn administratie zijn ingeschreven; afschrift van het S-formulier met de verklaring bij zijn administratie bewaren; afschrift van het S-formulier met de verkiaring zenden aan het douanekantoor die de AGP-vergunning heeft afgegeven.

6 6 n de vergunning voor een AGP moet melding worden gemaakt dat 00k restlading en ladingresiduen worden ingeslagen. In bijlage 2 zijn de bedrijven genoemd die op grond van de mi!ieuwetgeving restlading en ladingresiduen mogen ontvangen en in het bezit zijn van een accijnsgoederenplaats. 3. Slotbepalingen Indien bij controle blijkt dat aan de in deze regeling gestelde voorwaarden niet is voldaan, worden de aanwezige minerale olien geacht niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing te zijn betrokken en is accijns verschuldigd. Het toezicht op de onderhavige regeling wordt door de douane uitgeoefend in samenwerking met de toezichthoudende ambtenaren milieuwetgeving. Eén en ander is vastgelegd in de kaderovereenkomsten tussen enerzijds het Ministerie van Financien en anderzijds het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (d.d. 18 december 2000, bijlage 7). Deze kaderovereenkomst is opgenomen in het Handboek Douane deel 8, onderdeel nr Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, De Directeur-Generaal Belastingdienst, mr. J. Thunnissen.

7 Bijiage I bij mededeling 61. Ladingboek Binnentankvaart Algemene opmerkingen Dit model ladingboek binnentankvaart is ontwikkeld als vervoig van een voorwaarde uit de zogenaamde zelfverplichtingsverklaring overeengekomen tussen internationale organisaties van bet vervoerend- en verladend- binnenvaartbedrijfsleven. Hierin is overeengekomen dat bij de toepassing van de avereenkomst er aan boord een,lückenlos ladingboek zal warden gevoerd. Met dit ladingboek neemt de European Barge Union (EBU) verder oak haar verantwaordelijkheid op het milieugebied en kan dit ladingbaek worden gezien als een eerste invulling van bet te ontwikkelen ladingboek voor het nag niet van kracht zijnde Scheepsafvalstoffenverdrag. De in van het ADNR (CCR van 1 januari 2003) genoemde regeling inzake het ladingboek in vooraisnog niet wettelijk van kracht. Oak bet verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van alval in de Rijn- en binnenvaart welke in deel B, hoofdstuk VI artikel 6.03 voorziet in het invullen van een Iosverklaring is nag niet wettelijk van kracht. Met deze EBU richtlijn model ladingboek en de taelichting zal de vrijwillige toepassing van het Iadingboek internationaal ordelijk verlopen waardoor een hoge mate van uniformiteit zal warden bereikt. Dit model wardt door de Centrale Commisie voor de Rijnvaart (CCR) ondersteund. Het ladingboek is niet van toepassing op schepen van het type G (gastankers) en schepen in dedicatievaart. Opmerkingen over het Iadingboek Zolang de voorschriften van bet ladingboek nag niet wettelijk van kracht zijn, bestaan er geen vormvoorschriften voor bet ladingboek en de losverklaring. Het hier beschreven model ladingboek moet hieraan richting geven. Oak een elektronisch ladingboek of individueel gemaakte kopieen van dit model zijn taegestaan. Voor adressen voor het bestellen van een hard kapie ladingboek kunt U contact opnemen met bet secretariaat van de EBU of uw natianale binnenvaartvertegenwaordiging. Het is wenselijk dit model zoveel mogelijk in de praktijk toe te passen en de ervaringen te verzamelen zodat het model ladingbaek voor de wettelijke invoering in de reglementen op basis van deze ervaringen aangepast kan warden. Dit ladingboek is aan verschillende nationale organisaties van bet verladend bedrijfsleven en aan de EUROPIA, de FETSA en de CEFIC ter kennisneming voorgelegd en internationaal als model door hen geaccepteerd. Het verladend bedrijfsleven zal, oak zonder een wettelijke verplichting, er alles aan zijn gelegen am vroegtijdig ervaringen op te doen met het ladingboek en met de door de zelfverplichting opgelegde andertekenplicht aan beide zijden (schip en wal). In die gevallen dat bet personeel van de overslaglocatie niet bereid is het ladingboek te ondertekenen, is het niet mogelijk de zelfverplichting toe te passen.

8 2 Brussel I Rotterdam De Europese Binnenvaart Unie, april 2003 Versie: def Mail address: PC Box 23133, 3001 KC Rotterdam, The Netherlands Address: Vasteland 12e, 3011 BL Rotterdam, The Netherlands T+31 (0) F+31 (0) info@ebu-uenf.org Internet:

9 3 Tankplan Dit tankplan maakt vast oncierdeel uit van het adingboek. In het onderstaand schema wordt eenmalig de tankindeling en de inhoudsmaat van de laclir en slobtanks aangegeven. De hierin aangegeven nummers worden verder bif het Invullen van het adlngboek gebrulkt. Het worcit aanbevolen om NJ de slobtanks het nummer te combineren met de letter S. S cleepsnaarri Officieel scheepsnummer Tankplan Lading- of Slobtank nunimer, Inhoud in m3 100% vol

10 Opmerkingen I bijzonderheden I afgifte van restlading: Handtekeninq Handtekening Laden: Hoeveel Load- Ladingsoort: Handtekonng Reinigen: Hoeveet einigings- Schoonmaker/inzamelaar: Handtekening Lossen tovcc LOS- Rest- Rest- Res Steigerverantwoordelijke: Handtekening LADINGBOEK tmbteiijk scheepsnr. Reis: BIz voor tankschip: Reimgingscode: 10= geveritleerd in debuitenlucht l3 koud gevlas5en 16 = wsswatet san tand argege Jen 11 = geventileerdnaardewatlinntsllatie 12 =geveetileerd via een filtering 14 = heetgewassen 15 = uitgedampt 17 baltadwater son and afgegeven 18 = waanater san boord gehouden Datum Laadplaats (gerneente) Laadinstsllatie (firma) Partij Tanks teid m3 de UN-Nt. ADNR-product naam Kiasse Verp Gr, schipper Laadcode: 1 = zonder gasperstelen 2 = met gespendeler. 3 met inertgas Datum: Losplaats(gerneente) LosinstallatieQirtna) Partij: Talks ec ccde: code:.eclteid rn tanks: Naam (Drukietters) Handtekening: schippet Loscoae: 4 = zonder gaspendeten 5 = met gaspendelen 6 = met inettgas Restcode: 7 net restlading in ladingtank (zonder efficient strippen) 8 = met resuading en efficient stripping direct algegeven aan de wat 9 met restlading en ellicient stripping can booitj gesouder Datum. Reinigingsplaats (gemeente) Reinigingsinslallatie (fir Patlij Tanks. hest m3 de Naam (Drukietters) Handtekening: schipper Datum: On tvanget: Schipper

11 - Incidentele 5 Algemene toelichting voor het gebruik van het Iadingboek - Het - Een - Maak - Maak - Indien - Indien - Elke - De - Bijzonderheden - Onder - Onder - Onder ladingboek dient per reis ingevuld te worden. (Hiermede wordt aan punt 4 van de zelfverplichtingsverklaring van het vervoerend- en verladend bedrijfsleven tot het voeren van een gesloten Iadingboek voldaan) reis vangt aan bij het beladen en is voltooid na lossing maar niet eerder dan na afgifte van de restlading vrijgekomen na efficient stripping en/of na het schoonmaken c.q. ontgassen van de ladingtanks. de aantekeningen in het Iadingboek zo snel mogelijk na het voltooien van de handeling. eventuele doorhalingen of correcties zodanig dat de tekst leesbaar blijft en parafeer deze. er meerdere verschillende partijen in het schip worden geladen, wordt per product Oén regel gebruikt. meerdere partijen worden geladen voor verschillende losplaatsen laat dan voldoende regels vrij voor het invullen van lossen en schoonmaken. bladzijde van het ladingboek wordt gebruikt voor een reis met maximaal drie verschillende partijen. Als er meer dan drie partijen per reis worden geladen kan men deze doornummeren op de volgende bi adzijde. ondertekening van het steigerpersoneel (bij lossen) en door het personeel van de schoonmaakinstallatie (bij schoonmaken) wordt aanvullend door de schipper bevestigd. betreffende het laden of lossen kunnen afzonderlijk worden vermeld in het yak opmerkingen / bijzonderheden. handelingen ten gevolge van averij of andere bijzondere omstandigheden worden ook weergegeven bij bijzonderheden. restlading wordt verstaan; vloeibare lading die na het lossen, zonder gebruikmaking van een nalenssysteem in de ladingtank en in het leidingssysteem achterblijft. ladingrestanten wordt verstaan; vloeibare lading die niet door het nalenssysteem ult de ladingtanken en het leidingsysteem verwijderd kan worden. een nalenssysteem wordt verstaan; een systeem voor het zo volledig mogelijk legen van de ladingtanks en het leidingsysteem (zie hiervoor verder de afzonderlijke EBU aanbeveling).

12 6 Toelichting op de rubrieken van het Iadingboek: Hierna wordt er een toelichting gegeven op de afzonderlijke rubrieken laden, lossen, reinigen en opmerkingen I bijzonderheden / afgifte restlading, zoals die in het ladfngboekmodel zijn opgenomen. Rubriek LADEN: DATUM: LAADPLAATS: LAADINSTALLATIE: PARTIJ: TANKS: Vul hier de datum van laden in. Indien er op een dag meer partijen worden geladen geef dan per partij het tijdstip aan. Vul bier de plaats van vestiging van de laadinstallatie in. Vul hier de naam van de Iaadinstallatie in. Wanneer er een partij wordt geladen hoeft alleen de eerste regel ingevuld te worden. Indien er meet partijen worden geladen kan hier onderscheid worden aangebracht. lndien et meer dan 3 partijen worden geladen neemt men de volgende bladzijde en nummert men de partijnummers op de tweede bladzijde door met 4, 5 enz. Vul hier in, in welke tanks de partij geladen is. Gebruik consequent de nummers vermeld in het tankplan. lndien meerdere partijen worden geladen voor verschillende losplaatsen laat dan voldoende regels vtij voor bet invullen van lossen en reinigen. Bij meer dan drie partijen kunnen deze onder nummer 4, 5 enz. (handmatig veranderen) op de volgende bladzijde geregistreerd wotden. HOEVEELHEID m3: Geef hier aan de totaal geladen hoeveelheid in m3. Deze hoeveelheid zal overeenstemmen met de hoeveelheid van het ladingdocument. LAADCODE: UN NUMMER: LADINGSOORT: KLASSE: VERP. GR.: HANDTEKENING SCHIPPER: Geef hier aan op welke wijze er is geladen. Gebruik de codes 1, 2 of 3 die onder de rubriek laden zijn aangegeven. Meerdere codes mogen wotden gebruikt. Geef het het vier cijferig UN nummer van de ladingsoort aan (zonder de toevoeging UN). Geef de productnaam aan zoals die op het vervoersdocument vermeld staat. Vul bier de ADNR-klasse in. Vul hier de ADNR verpakkingsgroep in. Hier ondertekent de schipper direct na bet

13 7 beladen. Rubriek LOSSEN: DATUM: LOSPLAATS: LOSINSTALLATIE: PARTIJ: TANKS: HOEVEELHEID m3: LOSCODE: RESTCODE: RESTHOEVEELHEID: RESTTANKS: STEIGERVERANTW: Vul hier de datum van lossen in. Vul hier de plaats van lossen in. Vul bier de naam van de losinstallatie in. Indien er meet partijen zijn geladen, is et onderscheid gemaakt in de rubriek laden. Deze zelfde nummering wordt dan ook bij de rubriek lossen gebruikt. Vul hier in, uit welke tanks de partij gelost is. Gebruik consequent de nummers van het tankplan. Geef bier aan de geloste hoeveelheid in m3: Deze hoeveelheid moet administratief overeenstemmen met de ladingdocumenten. Geef hier aan op welke wijze er is gelost. Gebmik de codes 4, 5 en 6, die onder de rubriek lossen zijn weergegeven. Meerdere codes mogen worden gebruikt. Geef bier aan met de codes 7, 8 en 9 die onder de rubriek lossen zijn weergegeven op welke wijze er na lossing is omgegaan met de restlading. Geef bier de (geschatte) hoeveelheid restlading in liters aan welke behoort bij de restcode wanneet deze restlading aan boord (buiten de ladingtank) wordt bewaatd en later wordt afgeg even of verwerkt op een ander plaats dan de losplaats. Geef bier alleen bij gebruik van de restcode 9, aan in welke rest- of slobtank de restlading is opgeslagen. Gebruik hiervoor de nummering ult bet tankplan. Indien dit een IBC of andere toegelaten verpakking betreft geef dan in deze rubriek aan IBC of V. Hier dient de steigerverantwoordelijke in blokletters zijn naam te vermelden gevolgd door zijn handtekening. Hiermede bevestigt hij uitsluitend dat bet schip op de losplaats heeft gelost en of er door het schip na lossing efficient stripping is toegepast en al dan niet restlading aan de wal is afgegeven. Van de steigerverantwoordelijke wordt GEEN (visuele) inspectie of verkiaring dat de tanks volledig leeg zijn verwacht.

14 8 worden aangegeven waar deze aan boord is opgeslagen. (Bij uiteindelijke afgifte 00k altijd in de rubriek Opmerkingen /bijzonderheden aangegeven wanneer en bij wie welke hoeveelheid waswater is afgegeven). SCHOONMAKER- OF INZAMELAAR NAAM: Hier vult de verantwoordelijke van de HAN DTE KEN IN G SCHIPPER: Hier ondertekent de schipper na het lossen. (Deze rubriek (Reinigen) heeft geen betrekking op de zelfverplichting en is uitsluitend bedoeld voor diegene die vooruitlopend op de invoering van het SAV al met een Iadingboek willen werken). Rubriek REINIGEN: DATUM: Vul hier de datum van schoonmaken van de ladinganks in. REINIGINGS PLAATS: Vul hier als er is gereinigd de naam in van de installatie waar dit is gebeurd. Bij handelingen die plaatsvinden tijdens de vaart wordt de naam van het vaarwater (algemeen) ingevuld. REINIGINGS INSTALLATIE: Vul hier de naam van de installatie in waar is gereinigd. Indien dit een scheepsgebonden proces is benoem dan dat proces in deze rubtiek. PARTIJ: Indien er verschillende ladingpartijen aan boord waren is er onderscheid gemaakt bij de rubtiek lossen. Deze zelfde nummering wordt dan ook bij de rubriek Reinigen gebruikt waarbij de partijen met elkaar moeten corresponderen. TANKS: Bij het reinigen van Iadingtanks komen er ladingrestanten (slobs) en/of waswaters (Reinigingsvloeistoffen zoals water verontreinigd met lading restanten) vrij. Vul hier in, uit welke tanks het waswater of de slobs afkomstig zijn. Gebruik de nummers van het tankplan. Indien een IBC of een andere toegelaten verpakking is gebruikt vul dan IBC of V in. HOEVEELHEID m3: Geef hier aan de geschatte hoeveelheid waswater of slobs in m3 die bij de reiniging is ontstaan. REINIGINGSCODE: Geef hier aan op welke wijze er is gereinigd. Gebruik de codes die onder de rubriek laden zijn weergegeven. Meerdere codes mogen word en gebruikt. Indien code 18 is ingevuld moet er hierbij

15 9 ontvangstinstallatie zijn naam in blokietters in. HANDTEKENING: HANDIEKENING SCHIPPER: Hier tekent de verantwoordelijke ontvanger voor de ontvangst van de aangegeven hoeveelheid en soort. Hier ondertekent de schippe.r na reiniging en/of afgifte. Rubriek: OPMERKINGEN I BIJZONDERHEDEN IAFGIFTE RESTLADING Deze rubriek wordt gebruikt om incidentele handelingen bij bijzondere omstandigheden of ten gevolge van averij weer te geven. Gedacht kan worden aan het uitvallen van een pomp, het efficient stripping systeem dan wel aan het intern overbrengen van lading in andere ladingtanks. Indien in de rubriek Lossen de restcode 9 of in de rubriek Reinigen de reinigingscode 18 (waswater aan boord gehouden) is ingevuld moet ALTIJD de afgifte hiervan gemeld worden in deze rubriek. De volgende punten moeten worden vermeldt: datum van afgifte; plaats en firma van afgifte; geschatte HOEVEELHEID van de afgifte; tanks waaruit is afgegeven. Gebruik hiervoor de nummers van het tankplan, indien uit/met een IBC of toegelaten verpakking wordt afgegeven geef dan aan IBC I V. Indien de restlading (restcode 9) aan boord is verwerkt in een latere reis wordt bij opmerkingen I bijzonderheden I afgifte van restlading vermeld aan boord verwerkt. De schipper tekent in dat geval ook als ontvanger. De afgegeven hoeveelheid moet corresponderen met de hoeveelheid die eerder die reis is opgegeven in de rubriek Reinigen en tevens met de hoeveelheid aangegeven op het inzamelformulieren van de inzamelaar.

16 10 Bijlage 2 bij mededeling 61 Overzicht van aangewezen bewaarders en be- of verwerkers die in het bezit zijn van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats (AGP). 1. AVR-lndustrial Waste Services B.V. Petroleumhavenweg AC Amsterdam Telefoon: Telefax: Activiteiten lnzamelen, bewaren en bewerken van gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte die uit vaartuigen en het bewaren en verwerken van gevaarlijke afvalstoffen (landstromen). 2. AVR Maritiem B.V Oude Maasweg KJ Rotterdam Botlek Telefoon: Telefax: Activiteiten: Schoonmaakbedrijf met vergunning voor het in ontvangst nemen van olie- en chemicaliënhoudende afvalstoffen uit vaartuigen. 3. Wubben Oliebewerking By. Oostelijke Havendijk 13a 4707 AD Roosendaal Activiteiten: Het op- en verwerken van oliefracties van oliehoudende afvalstoffen. De goederen zijn afkomstig van de (binnen)scheepvaart, de industrie en particulieren. De scheepsafvalstoffen zijn afkomstig van tussenverzamelaars. De goederen worden aangevoerd onder de voorwaarden van de Wet Milieubeheer en zijn gerelateerd aan afvalstroomnummers. 4. Martens Scheeps- en lndustriereinigingsbedrijf B.V. Sloofweg CT s Heerenhoek Activiteiten: Het rechtsstreeks inzamelen van scheepsafvallen van schepen. Er vinden geen be- of verwerkingen plaats. 5. North Refinery & Trading Holand BV Oosterwierum HJ Farmsum Telefoon: Telefax: Activiteiten: Het bewaren en bewerken van nafta, gasolie, kerosine en Iichte en zware stookolie en vergelijkbare afvalstoffen (scheepsafvalstoffen en landstromen).