Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden"

Transcriptie

1 Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen UR bundelen negen gespecialiseerde en meer toegepaste onderzoeksinstituten, Wageningen University en hogeschool Van Hall Larenstein hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 40 vestigingen (in Nederland, Brazilië en China), medewerkers en studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de vooraanstaande kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen natuurwetenschappelijke, technologische en maatschappijwetenschappelijke disciplines vormen het hart van de Wageningen Aanpak. Alterra Wageningen UR is hèt kennisinstituut voor de groene leefomgeving en bundelt een grote hoeveelheid expertise op het gebied van de groene ruimte en het duurzaam maatschappelijk gebruik ervan: kennis van water, natuur, bos, milieu, bodem, landschap, klimaat, landgebruik, recreatie etc. Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden Monitoring 2010 Alterra-rapport 2134 ISSN Meer informatie: Anna Besse-Lototskaya, Piet F.M. Verdonschot en Dorine T.B.M. Dekkers

2

3 Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden

4 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van provincie Utrecht, Dienst Landelijk Gebied Regio West, Utrecht

5 Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden Monitoring 2010 Anna Besse-Lototskaya, Piet F.M. Verdonschot en Dorine T.B.M. Dekkers Alterra-rapport 2134 Alterra, onderdeel van Wageningen UR Wageningen, 2011

6 Referaat Besse-Lototskaya A., P.F.M. Verdonschot en D. Dekkers, Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden; Monitoring Wageningen, Alterra, Alterra-rapport blz.; 8 fig.; 16 tab.; 35 ref. In het herinrichtinggebied de Bovenlanden is met behulp van de dip-techniek, net- en steekbuisbemonsteringen en CO2-lichtvallen een nulmeting uitgevoerd naar het voorkomen van steekmuggen en knutten in de periode april-september De aangetroffen soorten steekmuggen betroffen: moerassteekmuggen, huissteekmuggen en malariamuggen. Larven van moerassteekmuggen (Aedes) zijn zeer schaars aangetroffen in het rietland en het moerasstruweel. Beide landschapstypen, moerasstruweel en rietland, bevatten een relatief hogere dichtheid aan larven van huissteekmuggen (Culiseta en Culex), de laatste groep vooral in de maanden augustus en september. Larven van malariamuggen (Anopheles) zijn in lage aantallen gevonden in verschillende sloottypen en in het rietland. In restwateren rondom bebouwing zijn frequent hogere aantallen larven van het genus Culex gevonden. Hoge dichtheden van volwassen huissteekmuggen (Culex) zijn aangetroffen nabij bewoning, maar ook in redelijk hoge aantallen in het buitengebied. De andere groepen zijn in uiterst lage aantallen aangetroffen. Larven van de knut Culicoides kwamen verspreid voor in alle bemonsterde landschapstypen met in juni hogere dichtheden. Echter nog steeds zijn deze dichtheden laag te noemen. In de discussie is ingegaan op de kans op en het eventueel voorkomen van overlast na herinrichting. Trefwoorden: steekmug, knut, monitoring, herinrichting, Bovenlanden, Utrecht. ISSN Dit rapport is gratis te downloaden van (ga naar Alterra-rapporten ). Alterra Wageningen UR verstrekt geen gedrukte exemplaren van rapporten. Gedrukte exemplaren zijn verkrijgbaar via een externe leverancier. Kijk hiervoor op Alterra (instituut binnen de rechtspersoon Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek) Postbus 47; 6700 AA Wageningen; info.alterra@wur.nl Overname, verveelvoudiging of openbaarmaking van deze uitgave is toegestaan mits met duidelijke bronvermelding. Overname, verveelvoudiging of openbaarmaking is niet toegestaan voor commerciële doeleinden en/of geldelijk gewin. Overname, verveelvoudiging of openbaarmaking is niet toegestaan voor die gedeelten van deze uitgave waarvan duidelijk is dat de auteursrechten liggen bij derden en/of zijn voorbehouden. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alterra-rapport 2134 Wageningen, februari 2011

7 Inhoud Woord vooraf 7 Samenvatting 9 1 Inleiding en doel Probleemstelling Achtergronden Doelen 12 2 Materiaal en methoden Bemonsteringslocaties Bemonsteringsmomenten Bemonsteringsmethoden Determinatie Milieukenmerken Overzicht 19 3 Resultaten Vangstresultaten 21 4 Discussie Aantallen steekmuggen Aantallen knutten 40 5 Conclusies Steekmuggen Knutten Nulmeting 2010 vergeleken met Praktijkvragen 44 Literatuur 47 Bijlage 1 Temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en tijdsduur van gemonitorde locaties van volwassen steekmuggen en knutten in

8

9 Woord vooraf De Bovenlanden is een gebied in de Venen dat wordt heringericht. Door de geplande inrichtingsmaatregelen zullen verschillende typen natuur (o.a. natte natuur) zich kunnen ontwikkelen. Tijdens gesprekken met omwonenden is een aantal keer genoemd dat men bang is voor een toename van steekmuggen en knutten als gevolg van de geplande natuurontwikkeling. De provincie Utrecht, Dienst Landelijk Gebied, Regio West heeft Alterra daarom verzocht om in 2010 een aanvullende nulmeting van steekmuggen en knutten in de Bovenlanden uit te voeren. Een nulmeting betekent het vastleggen van de huidige situatie. Eventuele veranderingen in de toekomst kunnen dan aan de huidige situatie - die dan als referentie dient - worden getoetst. Martin van den Hoorn worden hartelijk bedankt voor zijn bijdrage in het verzamelen en extraheren van materiaal. Alterra-rapport

10 8 Alterra-rapport 2134

11 Samenvatting In het herinrichtinggebied de Bovenlanden is een aanvullende nulmeting uitgevoerd naar het voorkomen van steekmuggen en knutten in de periode april-september Met behulp van de dip-techniek, net- en steekbuisbemonsteringen en CO 2 -lichtvallen zijn larven, poppen en volwassen steekmuggen en knutten verzameld in zowel het buitengebied als rondom de bewoning. De aangetroffen soorten steekmuggen behoren tot de moerassteekmuggen, huissteekmuggen en malariamuggen. Larven van moerassteekmuggen (Aedes) zijn zeer schaars; enkele larven zijn aangetroffen in het rietland in april en in het moerasstruweel in april en mei. Beide landschapstypen, moerasstruweel en rietland, bevatten een relatief hogere dichtheid aan larven van huissteekmuggen (Culiseta subgenus Culiseta). Hier treden in de maanden augustus en september ook hogere aantallen van de huissteekmuggen uit het genus Culex op. Larven van malariamuggen (Anopheles) zijn in lage aantallen gevonden in verschillende sloottypen en in het rietland. In restwateren rondom bebouwing zijn frequent hogere aantallen larven van het genus Culex gevonden. Hoge dichtheden van volwassen huissteekmuggen (Culex) zijn aangetroffen nabij bewoning, maar ook in redelijk hoge aantallen in het buitengebied. De andere groepen zijn in uiterst lage aantallen aangetroffen. Larven van de knut Culicoides kwamen verspreid voor in alle bemonsterde landschapstypen in lage aantallen voor. Van geen van de aangetroffen soorten is bekend dat ze het blauwtongvirus overbrengen. In de discussie is ingegaan op de kans op en het eventueel voorkomen van overlast na herinrichting. Vier belangrijke praktijkvragen zijn van deelantwoorden voorzien. Alterra-rapport

12 10 Alterra-rapport 2134

13 1 Inleiding en doel 1.1 Probleemstelling De Bovenlanden vormen een essentiële schakel tussen het natuurkerngebied de Nieuwkoopse Plassen en de grote natuurgebieden die ten noorden en ten oosten van het terrein liggen: Vinkeveense Plassen-Botshol en de verderop gelegen Vechtplassen. In het gebied zullen een aantal inrichtingsmaatregelen ten behoeve van de natuur uitgevoerd worden. Er worden in de Bovenlanden onder andere nat schraalgrasland, rietland en natuurvriendelijke oevers aangelegd. Rondom het in te richten gebied bevinden zich enkele woningen. Tijdens gesprekken met omwonenden is een aantal keer genoemd dat men bang is voor een toename van steekmuggen en knutten als gevolg van de geplande natuurontwikkeling. Het projectteam de Bovenlanden (voor het project de Bovenlanden voert Dienst Landelijk Gebied (DLG), Regio West het projectmanagement uit in opdracht van Gebiedscommissie de Venen, namens de provincie Utrecht en de provincie Zuid-Holland) wil daarom een beeld krijgen van de huidige situatie met betrekking tot steekmuggen en knutten, de mogelijke risico s bij inrichting en de mogelijkheden om die risico s te beperken. In 2009 is de eerste serie nulmetingen uitgevoerd. Om verschillen tussen jaren vast te stellen om zo een meerjarige of langere termijn beeld op te bouwen is de wens deze nulmeting in 2010 te herhalen en ten opzichte van 2009 een maand eerder te beginnen. 1.2 Achtergronden De Bovenlanden is een gebied in de Venen dat wordt heringericht. Door de geplande inrichtingsmaatregelen zullen verschillende typen natuur (o.a. natte natuur) zich kunnen ontwikkelen. De belangrijkste vragen hierbij van DLG zijn: Wat zijn de consequenties van de geplande inrichtingsmaatregelen voor steekmuggen en knutten? Welke reële problemen zijn er te verwachten en wat zijn eventuele oplossingen? Naar aanleiding van deze vragen heeft DLG op 3 februari 2009 een expertbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst zijn de mogelijke effecten van de verschillende inrichtingsmaatregelen op de aanwezigheid van steekmuggen en knutten in het gebied onder de loep genomen. Hieruit is onder andere naar voren gekomen dat om deze vragen te kunnen beantwoorden inzicht nodig is in de huidige situatie. Dit inzicht kan verkregen worden door middel van een nulmeting. In de periode mei-september 2009 is daartoe een nulmeting uitgevoerd naar het voorkomen van steekmuggen en knutten. De aangetroffen soorten steekmuggen betroffen: moerassteekmuggen, huissteekmuggen en malariamuggen. In het moerasstruweel en in mindere mate het rietland werd een hoge dichtheid van larven van huissteekmuggen (Culiseta) aangetroffen. Larven van moerassteekmuggen (Aedes) waren zeer schaars. Larven van malariamuggen (Anopheles) werden in kleine aantallen gevonden in verschillende sloottypen en in het rietland. In restwateren rondom bebouwing werden frequent larven van huissteekmuggen (Culex) aangetroffen. Hoge dichtheden van volwassen huissteekmuggen (Culex) werden aangetroffen in de CO 2 - lichtvallen, vooral nabij bewoning, maar ook in het buitengebied. De andere groepen werden in kleine aantallen Alterra-rapport

14 gevangen in de vallen. Larven van de knut Culicoides kwamen verspreid voor in alle bemonsterde landschapstypen met in juni hogere dichtheden. Echter nog steeds zijn deze dichtheden laag te noemen. 1.3 Doelen Het uitvoeren van een tweede nulmeting in 2010 in het gebied de Bovenlanden waarin de maand april wordt meegenomen om inzicht te krijgen in: Het voorkomen van steekmuggen in het te herinrichten gebied; Het voorkomen van knutten in het te herinrichten gebied; Het voorkomen van steekmuggen en knutten rondom de aanwezige bebouwing; Het voorkomen van steekmuggen en knutten in het vroegere voorjaar. 12 Alterra-rapport 2134

15 2 Materiaal en methoden 2.1 Bemonsteringslocaties Steekmuggen: larven en poppen De metingen in de Bovenlanden beslaan alleen het gebiedsdeel gelegen in de provincie Utrecht. Om een zo compleet mogelijk beeld van het voorkomen van steekmuggen en knutten en hun aantallen te verkrijgen, is het belangrijk dat de nulmeting zo veel mogelijk variatie omvat in landschapstypen en een zo groot mogelijke spreiding van de meetpunten heeft over het geselecteerde gebied. Om dit te bereiken is het gebied vooraf opgedeeld in vier vakken. Per vak zijn vooraf zoveel mogelijk natte en aquatische landschapstypen, waaronder temporaire en ondiepe verlandende wateren en permanente wateren beschreven. Dit heeft voor de bemonstering van steekmuggen en knutten de volgende landschapstypen opgeleverd: kale/open sloot, met flab bedekte sloot, verlandende sloot, rietland, moerasstruweel. In elk vak is vervolgens één bemonsteringslocatie van ieder landschapstype geselecteerd. Hierbij is gezorgd dat de ruimtelijke spreiding van de bemonsteringslocaties binnen en over de vier vakken zo optimaal mogelijk was. De vier vakken met locaties representeren ook vier herhalingen van ieder landschapstype. In totaal zijn 20 zogenaamde veldlocaties geselecteerd en bezocht (tabel 1, figuur 1). Per bemonsteringsronde is ook in de bebouwde zone bemonsterd op larven en poppen (tabel 2 - bewoning, figuur 1). Hiertoe is gebruik gemaakt van aangeboden ei-afzetcontainers. Wederom is - om een goed beeld te krijgen van de situatie - steeds gezorgd voor ruimtelijke spreiding van de zogenaamde bewoningslocaties over iedere bebouwde zone. Figuur 1 Overzicht van de ligging van de bemonsteringslocaties van adulten, larven en poppen in de Bovenlanden. Alterra-rapport

16 Tabel 1 Overzicht van de bemonsteringslocaties van larven en poppen van steekmuggen en knutten met een omschrijving van de milieukenmerken. Voor ligging zie figuur 1. Locaties X-coor. Y-coor. Omschrijving Schaduw (%) Breedte (m) Diepte (cm) Bodem Open sloot 1 * Geen vegetatie, met uitzondering van een heel slib dun randje emers (< 1%), geen flab. Open sloot Geen vegetatie, met uitzondering van een heel slib dun randje emers (< 1%), geen flab. Open sloot 3 * Vegetatie 80% gele plomp en waterlelie, langs de rand staat her en der emerse vegetatie (gele lis), geen flab. Open sloot Geen vegetatie alleen wat emerse vegetatie slib langs de rand, geen flab. Flabsloot 1 * Geen vegetatie, met uitzondering van een heel slib dun randje emers (< 1%), flab 30-80%. Flabsloot Geen vegetatie, met uitzondering van een heel slib dun randje emers (< 1%) en wat kroos (<1%), flab 30-80%. Flabsloot 3 * Een beetje kroos en ca % flab slib Flabsloot Ca % flab en wat emerse vegetatie langs de rand (<1%) slib Verlandende sloot 1 * De oude locatie was uitgediept en dus verloren gegaan. Nieuwe locatie heeft een beetje emerse vegetatie (< 1%), geen flab Verlandende sloot Moerassige zone naast sloot. Vegetatie lisdodde, wilg, gele lis. Veel plas-dras situaties, weinig flab Verlandende sloot 3 * Vegetatierijke sloot, 80% emerse vegetatie. Naast sloot moerassige zone met temporaire poeltjes (5 cm diep) slib Verlandende sloot Weinig emerse vegetatie. Geen submerse slib vegetatie. Draadalg 80%. Rietland Droogvallende sloot tussen rietland en dood riet elzenstruweel. Rietland Trilveenrestant met wilgenstruweel, veel plasjes slib, blad, veenmos Rietland Rietland (riet, biezen, zeggen en moerasvaren) 0 < 10 slib of blad met veel plas-dras situaties. Rietland Enige echte rietland plek, met drassige laagte in het midden. Veel plasjes. 0 > 5 slib en blad Moerasstruweel Plas-dras sloot onder wilgen en elzen struweel. 100 ca veel blad en slib Moerasstruweel Gedeeltelijk opengekapt wilgenstruweel. Her en der riet. Veel poeltjes slib en blad Moerasstruweel Wilgen-, vlier- en meidoorn struweel met plasdras zone naast open water. Wat flab en veel blad. Moerasstruweel Plasjes onder wilg in een veenmos drijftil veenmos, blad, slib * Naast steekbuis- ook netmonsters. 14 Alterra-rapport 2134

17 Knutten: larven en poppen Naast bovenstaande 20 veldlocaties (tabel 1) en acht bewoningslocaties (tabel 2) zijn op vier locaties in weilanden monsters van knutten genomen, dit was geen geschikt habitat voor steekmuggen (tabel 2 - buitengebied, figuur 1). Tabel 2 Overzicht van bemonsteringslocaties adulte steekmuggen en knutten en larven/poppen van knutten rondom bebouwing. Voor ligging van de locaties zie figuur 1. Locaties X-coor. Y-coor. Omschrijving Schaduw Buitengebied Vak 1 vlier zijde Amstelkade Weiland, regelmatig begraasd. 100 Vak 2 hek zijde Bovendijk Weiland, niet begraasd. 0 Vak 3 wilg zijde Bovendijk Weiland 100 Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe Weiland, continu begraasd. 95 Bewoning Wilnisse Zuwe Overgang water-land bij sloot grenzend aan de tuin. 100 Watertuin In deel tuin direct grenzend aan een watergang. 100 Watertuin In deel tuin direct grenzend aan een watergang. Amstelkade In deel tuin direct grenzend aan een watergang. 100 Amstelkade Overgang water-land bij de sloot grenzend aan de tuin. 100 Veenvliet In gazon dat direct aan een watergang grenst. 100 Waterlelie Overgang water-land bij de sloot die door de tuin loopt. 100 Molenland In deel tuin direct grenzend aan een watergang. 100 Volwassen steekmuggen en knutten Om een beeld te krijgen van de activiteiten van volwassen steekmuggen en knutten zijn verspreid over het gebied op vier punten CO 2 -lichtvallen geplaatst (tabel 2, figuur 1). Om de aanwezigheid en dichtheid van steekmuggen en knutten vast te stellen rondom de bebouwing in de Bovenlanden zijn ook CO 2 -lichtvallen nabij acht woningen geplaatst (tabel 2). 2.2 Bemonsteringsmomenten In de periode april tot en met september 2010 zijn vijf bemonsteringsrondes uitgevoerd, waarbij de potentiële habitats van steekmuggen en knutten zijn bemonsterd en volwassen dieren met CO 2 -vallen zijn verzameld. Deze periode geeft een beeld in de tijd van het optreden en de trend in aantallen van steekmuggen en knutten. De exacte dagen van bemonstering in de tijd zijn afgestemd op de weersomstandigheden en het optreden van eventuele inundaties door hoge neerslag. Op de volgende data zijn larven en poppen van steekmuggen en knutten bemonsterd: april ( , ) mei ( , , , ) juni ( , , ) augustus ( , , ) september ( , , ) Alterra-rapport

18 Op de volgende data zijn volwassen steekmuggen en knutten verzameld: april ( , ) mei ( , ) juni ( , ) augustus ( , ) september ( , ) 2.3 Bemonsteringsmethoden Steekmuggen: larven en poppen Elke monsterlocatie in het buitengebied is bemonsterd met behulp van de dip-techniek, waarbij 20 dips per 10 m 2 potentieel habitat zijn genomen met behulp van een dipper (diameter 12 cm, diepte 5.5 cm, steellengte cm). Afhankelijk van de grootte van het watertype in het betreffende landschapstype is het gehele waterlichaam bemonsterd of is een transect of rasterbemonstering uitgevoerd (gestandaardiseerd naar 10 m 2 ). Bij de bewoningslocaties is gebruik gemaakt van aangeboden ei-afzetcontainers. Dit betreft een container (zwarte emmer) gevuld met gefilterd oppervlaktewater, waaraan enkele gedroogd populierenbladeren zijn toegevoegd. De met de dipper en container verzamelde larven en poppen van steekmuggen zijn bij lage aantallen direct in het veld uitgezocht in een witte fotobak. Individuen zijn verzameld met een pincet en in ethanol (70%) geconserveerd. Bij hoge aantallen zijn alle individuen (larven en poppen) verzameld in een zeefje en in ethanol (70%) geconserveerd. Per dip is genoteerd of er larven en poppen aanwezig zijn. Het materiaal is vervolgens meegenomen naar het laboratorium voor telling en determinatie. Knutten: larven en poppen Van de aquatische habitattypen (sloten) is per locatie met een standaard macrofaunanet (maaswijdte 500 μm, netbreedte 25 cm) een monster genomen van de bodem-waterlaag over een lengte van één m. Van natte bodems, drassige en moerassige plekken in de landschapstypen rietland en moerasbos, van oeverzones (natte delen van graslanden) van aquatische landschapstypen en rondom de bebouwing zijn steekbuismonsters (diameter 10 cm, diepte 15 cm) genomen. De net- en steekbuismonsters zijn naar het laboratorium gebracht, waar larven en poppen van knutten en bodemmateriaal zijn gescheiden. Deze scheiding is uitgevoerd met de schoon zand methode. Hierbij zijn de volgende stappen doorlopen: met een schaar zijn grote plantendelen verwijderd uit het monster, op het monster is vervolgens een laagje schoon zand aangebracht van ongeveer 3 cm (korrelgrootte mm), daarna is het monster in een bak met water geplaatst, waarbij het water tot op het niveau van de onderzijde van het schone zand staat, het monster is vervolgens in het licht geplaatst, na 24 uur is het schone zand van het monster geschept en enkele malen gedecanteerd, dit materiaal is vervolgend uitgezocht en alle larven en poppen van knutten zijn verzameld en geconserveerd in ethanol (70%). Tijdens het scheidingsproces is de bovenkant van het monster afgedekt met een trechter, die verbonden was met een potje ethanol, om eventuele uitvliegende volwassen knutten te verzamelen. 16 Alterra-rapport 2134

19 Volwassen steekmuggen en knutten Weersomstandigheden, dag en nacht activiteitspatronen, seizoen en de manier waarop een potentieel slachtoffer wordt opgezocht voor het verkrijgen van een bloedmaaltijd, bepalen waar en wanneer volwassen steekmuggen en knutten aan te treffen zijn, zowel wat betreft aantallen, soorten als geslachtsverhoudingen. Vrouwtjes van steekmuggen en knutten op zoek naar een bloedmaal komen af op de geurstoffen die een potentieel slachtoffer uitscheidt. Ze reageren onder andere op kooldioxide van uitgeademde lucht, lichaamsgeur, waterdamp, lichaamswarmte en beweging. In reguliere monitoring van steekmuggen en knutten wordt tegenwoordig meestal gebruik gemaakt van vallen met bepaalde lokstoffen, zoals koolstofdioxide (CO 2 ). Koolstofdioxide lichtvallen zijn zeer geschikt als bemonsteringstechniek voor volwassen steekmuggen en knutten. In dit onderzoek is de CDC-CO 2 -light trap gebruikt (figuur 2). Figuur 2 Watertuin. Alterra-rapport

20 De vallen zijn op een hoogte van 1.5 m boven de grond gehangen, bijvoorbeeld aan een boomtak of aan een paal. In een container met kleine gaatjes boven de val is droogijs (de vast vorm van koolstofdioxide) geplaatst, wat langzaam degenereert en zo een CO 2 -pluim creëert. Deze pluim trekt vrouwtjes van steekmuggen en knutten aan die op zoek zijn naar een bloedmaal. Op het moment dat er een steekmug of knut in de buurt van de val komt, wordt deze met behulp van een aanzuigmechanisme (kleine ventilator) de val ingezogen en belandt in een verzamelzak. Mannetjes worden niet aangetrokken door koolstofdioxide, echter in de val is vlakbij de ventilator ook een klein lampje aanwezig, wat mannetjes van sommige soorten aan kan trekken. Het lampje versterkt sowieso de aantrekking op vrouwtjes. De CO 2 -lichtvallen zijn aan het einde van de middag aangezet en waren 24 uur operationeel. Na de vangperiode zijn de muggen en knutten levend in de verzamelzak meegenomen naar het laboratorium voor determinatie. 2.4 Determinatie Steekmuggen De larven, poppen en volwassen steekmuggen zijn in het laboratorium voor zover mogelijk tot op soort gedetermineerd met de sleutels van Mohrig (1969), Cranston et al. (1987), Van Haren en Verdonschot (1995) en Becker (2003). De larven doorlopen vier stadia (I t/m IV) voordat ze zich verpoppen. Elk stadium kan tot op genusniveau worden gedetermineerd, maar het bepalen van de soort of het soortencomplex is vaak alleen in het laatste stadium (IV) mogelijk. Poppen en volwassen steekmuggen kunnen in de meeste gevallen tot soortniveau worden gedetermineerd. Knutten De larven en poppen van de knutten zijn gedetermineerd tot genusniveau met de sleutel van Szadziewski et al., (1997) in Nilsson (1997). Alleen vierde stadium larven kunnen tot genus worden gedetermineerd. Een probleem is echter dat niet alle larven bekend en beschreven zijn, en ook zijn niet alle larven eenduidig aan volwassen dieren met dezelfde naam gekoppeld. Daarom zijn determinaties van larven niet 100% betrouwbaar (Szadziewsky et al., 1997). Jongere stadia zijn als Ceratopogonidae aangeduid. Volwassen exemplaren van de knutten zijn gedetermineerd tot op genus-niveau met behulp van Boorman (1997) en Lindner (1933, 1934). 2.5 Milieukenmerken Per locatie is een omschrijving gemaakt en is eenmaal de mate van beschaduwing (%) geschat (aangezien volwassen steekmuggen zich ophouden op plaatsen met hogere luchtvochtigheid, zoals beschaduwde plaatsen bieden, kan deze parameter de interpretatie van de resultaten vergemakkelijken en is indien van toepassing de breedte van het waterlichaam bepaald (tabel 1). Per bemonstering is per locatie de diepte van het water gemeten en zijn eventuele bijzonderheden genoteerd (tabel 1). Voor de volwassen dieren is eveneens een beschrijving per locatie gemaakt en is eenmaal de mate van beschaduwing bepaald (tabel 2). Daarbij zijn tijdens de bemonsteringen in mei tot en met september metingen van de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid uitgevoerd (bijlage 1). 18 Alterra-rapport 2134

21 2.6 Overzicht In tabel 3 zijn de aantallen bemonsteringslocaties per object (water of land) weergegeven voor larven en poppen, en voor volwassen steekmuggen en knutten. Tabel 3 Aantal (n) bemonsterde locaties in De Bovenlanden. Gebied Object Larven en poppen Adulten Steekmuggen Knutten Steekmuggen Knutten Buitengebied water n = 20 n = 26* nvt nvt land nvt n = 4 n = 4 n = 4 Bebouwing water n = 8** n = 8 nvt nvt land nvt nvt n = 8 n = 8 * 20 steekbuis- en 6 netmonsters; ** ei-afzetcontainer monsters. Alterra-rapport

22 20 Alterra-rapport 2134

23 3 Resultaten 3.1 Vangstresultaten Steekmuggen: larven en poppen in het buitengebied Van de 20 op larven bemonsterde locaties zijn op vijftien locaties minimaal één keer tijdens de meetperiode één of meerdere larven van steekmuggen aangetroffen (tabel 4). Er zijn in totaal 1021 larven geteld. Dit is bijna de helft van het aantal verzameld in Tabel 4 Overzicht van de totale aantallen larven van steekmuggen aangetroffen in het bemonsterde buitengebied van de Bovenlanden opgedeeld naar seizoen en landschapstype (d=droog). Locaties buitengebied april mei juni augustus september totaal Open sloot Open sloot Open sloot Open sloot Subtotaal Flabsloot Flabsloot Flabsloot Flabsloot Subtotaal Verlande sloot Verlande sloot Verlande sloot Verlande sloot Subtotaal Rietland d d Rietland Rietland Rietland d d 0 1 Subtotaal Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel d d 1 7 Moerasstruweel Subtotaal Totaal Alterra-rapport

24 De relatieve dichtheid van larven is variabel, waarbij veruit de meeste larven in het moerasstruweel zijn verzameld (66%). Op de tweede plaats kwam rietland, waar 30% van het totale aantal larven is aangetroffen. In de maanden april en september zijn de hoogste aantallen verzameld. De sloten dragen nauwelijks bij aan het totale aantal. Op vier locaties zijn minimaal één keer tijdens de meetperiode één of meerdere poppen van steekmuggen aangetroffen (tabel 5). Er zijn in totaal 22 poppen geteld. De relatieve dichtheid van poppen is erg laag, waarbij de meeste poppen in het moerasstruweel zijn verzameld. In de maand april zijn geen poppen verzameld. Tabel 5 Overzicht van totale aantallen poppen van steekmuggen aangetroffen in het bemonsterde buitengebied van de Bovenlanden opgedeeld naar seizoen en landschapstype (d=droog). Locaties buitengebied April Mei Juni Augustus September Totaal Open sloot Open sloot Open sloot Open sloot Subtotaal Flabsloot Flabsloot Flabsloot Flabsloot Subtotaal Verlande sloot Verlande sloot Verlande sloot Verlande sloot Subtotaal Rietland d d 0 0 Rietland Rietland Rietland d d 0 0 Subtotaal Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel d d 0 0 Moerasstruweel Subtotaal Totaal Individuen van het genus Aedes (Ochlerotatus) (moerassteekmuggen) zijn aangetroffen in het moerasstruweel en in het rietland in de maanden april en mei (tabel 6). Waar determinatie tot soort mogelijk was, betreft het zeven maal Aedes cinereus en eenmaal Ochlerotatus gr. annulipes. 22 Alterra-rapport 2134

25 Individuen van het genus Culiseta zijn de gehele meetperiode aangetroffen in het moerasstruweel en het rietland (tabel 6). Waar determinatie tot soort mogelijk was, betreft het steeds Culiseta annulata, waarbij de poppen niet te onderscheiden zijn van de soort Culiseta alaskaensis. Culiseta annulata behoort binnen het genus tot de subgenus Culiseta, een subgenus met een ecologie behorende tot de groep van de huissteekmuggen. De eigenlijke vertegenwoordigers van de huissteekmuggen, het genus Culex, zijn in de maanden april, mei en juni incidenteel begeleidend bij de Culiseta populaties aangetroffen. In augustus en september zijn de aantallen hoger. Waar determinatie tot soort mogelijk was, betreft het steeds Culex pipiens, waarbij de adulten en larven niet te onderscheiden zijn van de soort Culex torrentium. De individuen behorende tot de groep van malariamuggen, het genus Anopheles zijn aangetroffen in moerasstruweel, rietland en sloten, met name flabsloten, hun totale verspreiding is breed. Waar determinatie tot soort mogelijk was, betreft het steeds Anopheles claviger en het Anopheles maculipennis complex. Alterra-rapport

26 Locaties buitengebied/maand Ochlerotatus gr annulipes IV Aedes cf cinereus pop Aedes cinereus IV Ochlerotatus/Aedes sp III Ochlerotatus/Aedes sp II Culiseta annulata/alaskaensis pop Culiseta annulata IV Culiseta sp III Culiseta sp II Culiseta sp I Culex territans IV Culex cf pipiens pop Culex cf torrentium pop Culex cf torrentium IV Open sloot Flabsloot Verlande sloot Rietland Rietland Rietland Rietland Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel Rietland Rietland Rietland Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel Culex p. pipiens/torrentium pop Culex p. pipiens/torrentium IV Culex pipiens/torrentium III Culex sp III Culex sp II Culex sp I Anopheles claviger pop Anopheles claviger IV Anopheles claviger III Anopheles maculipennis complex IV Anopheles maculipennis complex III Anopheles maculipennis complex II Anopheles sp III Anopheles sp II Anopheles sp I Totaal Tabel 6 Overzicht van aantallen gedetermineerd (stadia van) soorten en genera van larven en poppen van steekmuggen aangetroffen in het bemonsterde buitengebied van de Bovenlanden. April Mei Alterra-rapport

27 Locaties buitengebied/maand Ochlerotatus gr annulipes IV Aedes cf cinereus pop Aedes cinereus IV Ochlerotatus/Aedes sp III Ochlerotatus/Aedes sp II Culiseta annulata/alaskaensis pop Culiseta annulata IV Culiseta sp III Culiseta sp II Culiseta sp I Culex territans IV Culex cf pipiens pop Culex cf torrentium pop Culex cf torrentium IV Flabsloot Flabsloot Flabsloot Verlande sloot Rietland Moerasstruweel Moerasstruweel Flabsloot Flabsloot Verlande sloot Rietland Rietland Moerasstruweel Moerasstruweel Flabsloot Flabsloot Rietland Rietland Rietland Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel Moerasstruweel Totaal Culex p. pipiens/torrentium pop Culex p. pipiens/torrentium IV Culex pipiens/torrentium III Culex sp III Culex sp II Culex sp I Anopheles claviger pop Anopheles claviger IV Anopheles claviger III Anopheles maculipennis complex IV Anopheles maculipennis complex III Anopheles maculipennis complex II Anopheles sp III Anopheles sp II Anopheles sp I Totaal Juni Augustus September Alterra-rapport

28 Steekmuggen: larven en poppen nabij bewoning Van de acht bemonsterde locaties zijn op drie locaties minimaal één keer tijdens de meetperiode één of meerdere larven of poppen van steekmuggen aangetroffen (tabel 7). Er zijn in totaal 1804 larven en 99 poppen geteld. Tabel 7 Overzicht van de totale aantallen larven en poppen van steekmuggen aangetroffen bij de bemonsterde bewoning van de Bovenlanden opgedeeld naar seizoen en locatie nabij bewoning. Locaties bewoning April Mei Juni Augustus September Totaal Larven Wilnisse Zuwe Watertuin Watertuin Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Poppen Wilnisse Zuwe Watertuin Watertuin Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Totaal De meeste larven zijn verzameld bij Veenvliet (71%). Op de tweede plaats kwam Watertuin 3 waar 28% van het totale aantal larven is verzameld. Op de derde plaats kwam Watertuin 23 met 1% larven. In de maand augustus zijn de hoogste aantallen larven verzameld. De meeste poppen zijn verzameld bij Veenvliet, waar 94% van het totale aantal poppen is verzameld. Op de tweede en laatste plaats kwam Watertuin 3 met 6% poppen. In de maand augustus zijn de hoogste aantallen poppen verzameld. De aangetroffen soorten zijn vertegenwoordigers van het genus Culex (tabel 8). Waar determinatie tot soort mogelijk was, betreft het de soorten-complex Culex pipiens/torrentium. 26 Alterra-rapport 2134

29 Locaties bewoning/maand Culex cf pipiens pop Culex cf torrentium pop Culex cf torrentium IV Culex p. pipiens/torrentium pop Culex p. pipiens/torrentium IV Culex pipiens/torrentium III Culex sp III Culex sp II Culex sp I Totaal Tabel 8 Overzicht van aantallen gedetermineerde (stadia van) soorten en genera van larven en poppen van steekmuggen aangetroffen bij de bemonsterde bewoning van de Bovenlanden. Juni Watertuin Augustus Watertuin Watertuin Veenvliet September Watertuin Veenvliet Totaal Knutten: larven en poppen In totaal zijn op 19 van de 20 veldlocaties larven van knutten verzameld (tabel 9). In totaal zijn 413 larven geteld. Larven komen in alle landschapstypen voor. De hoogste aantallen zijn afkomstig uit de verlande sloten (24%) en de flabsloten (22%). Bij de bewoning zijn op drie van de acht locaties larven van knutten (22 in aantal) verzameld. In de maanden april (33%) en mei (28%) zijn de meeste knutten larven verzameld. Alterra-rapport

30 Tabel 9 Overzicht van de totale aantallen larven en poppen van knutten aangetroffen in het bemonsterde buitengebied en nabij de bewoning van de Bovenlanden opgedeeld naar seizoen en landschapstype (d=droog). Locatie Methode April Mei Juni Augustus September Totaal Open sloot 1 Steekbuis Open sloot 2 Steekbuis Open sloot 3 Steekbuis Open sloot 4 Steekbuis Subtotaal Flabsloot 1 Steekbuis Flabsloot 2 Steekbuis Flabsloot 3 Steekbuis Flabsloot 4 Steekbuis Subtotaal Verlande sloot 1 Steekbuis Verlande sloot 2 Steekbuis Verlande sloot 3 Steekbuis Verlande sloot 4 Steekbuis Subtotaal Rietland 1 Steekbuis Rietland 2 Steekbuis Rietland 3 Steekbuis Rietland 4 Steekbuis Subtotaal Moerasstruweel 1 Steekbuis Moerasstuweel 2 Steekbuis Moerasstruweel 3 Steekbuis Moerasstruweel 4 Steekbuis Subtotaal Open water 1 Net Open water 3 Net Subtotaal Flab 1 Net Flab 3 Net Subtotaal Verland 1 Net Verland 3 Net Subtotaal Alterra-rapport 2134

31 Locatie Methode April Mei Juni Augustus September Totaal Vak1 vlier amstelkade Steekbuis - d d d 0 0 Vak 2 hek bovendijk Steekbuis - d d d 0 0 Vak 3 wilg bovendijk Steekbuis - d d d 0 0 Vak 4 wilg wilnisse zuwe Steekbuis - d d d 0 0 Subtotaal Wilnisse zuwe 34 Steekbuis Watertuin 23 Steekbuis 0 d d d 0 0 Watertuin 3 Steekbuis 0 d Amstelkade 64 Steekbuis Amstelkade 61 Steekbuis Veenvliet Steekbuis 0 d d d 0 0 Waterlelie 9 Steekbuis Molenland 29 Steekbuis 0 d Subtotaal Totaal d = droog. Datum 27 april mei juni augustus september 2010 Ceratopogonidae (pop) 4 Ceratopogoninae (juv) Culicoides sp. (juv) 1 Clinohelea sp. (juv) 1 Palpomyia sp. (juv) 1 Palpomyia/Phaenobezzia/Bezzia (juv) 3 Totaal Volwassen steekmuggen in het buitengebied Met CO 2 -vallen zijn in de periode van april tot en met september op vier locaties in het buitengebied van de Bovenlanden in totaal 1369 individuen van volwassen steekmuggen gevangen (tabel 10). In juni betrof de vangst 6%, in augustus 89% en in september 5% van het aantal individuen. In de maand augustus zijn de meeste adulten gevangen. In bijna alle gevallen (99,4%) betrof het vrouwtjes van Culex pipiens/torrentium (tabel 11). Deze huissteekmug was ook het meest talrijk aanwezig als larve in de containers nabij de bewoning. De overige vangsten betroffen Culiseta annulata (0,3%), Anopheles gr maculipennis (0,2%), en Culex pipiens pipiens (0,1%). De vrouwtjes van Culex pipiens en Culex torrentium zijn niet te onderscheiden, de mannetjes wel. Betrof de vangst een Culex mannetje, dan betrof het steeds de soort Culex pipiens pipiens. Alterra-rapport

32 Tabel 10 Overzicht van totale aantallen volwassen steekmuggen aangetroffen in het bemonsterde buitengebied en nabij de bewoning van de Bovenlanden opgedeeld naar seizoen en locaties. Locatie April Mei Juni Augustus September Totaal Buitengebied Vak 1 vlier zijde Amstelkade Vak 2 hek zijde Bovendijk Vak 3 wilgzijde Bovendijk Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe Subtotaal % Bewoning Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Totaal Alterra-rapport 2134

33 Tabel 11 Overzicht van aantallen gedetermineerde soorten van volwassen steekmuggen aangetroffen in het bemonsterde buitengebied van de Bovenlanden. Locatie in buitengebied Culiseta annulata Culex pipiens pipiens/torrentium Culex pipiens pipiens Anopheles gr maculipennis Anopheles sp Totaal Juni Vak 1 vlier zijde Amstelkade 7 7 Vak 2 hek zijde Bovendijk Vak 3 wilgzijde Bovendijk Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe 8 8 Subtotaal Augustus Vak 1 vlier zijde Amstelkade Vak 2 hek zijde Bovendijk Vak 3 wilgzijde Bovendijk Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe Subtotaal September Vak 1 vlier zijde Amstelkade 3 3 Vak 2 hek zijde Bovendijk Vak 3 wilgzijde Bovendijk Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe 2 2 Subtotaal Totaal Volwassen steekmuggen nabij bewoning Met CO 2 -vallen zijn in de periode van april tot en met september op acht locaties nabij de bewoning van de Bovenlanden in totaal 2810 individuen van volwassen steekmuggen gevangen (tabel 10). In april en mei betrof de vangst 0,3%, in juni 8%, in augustus 83% en in september 8% van het aantal individuen. In de maand augustus zijn de meeste adulten gevangen, het tienvoudige ten opzichte van de andere maanden. In bijna alle gevallen (98.8%) betrof het vrouwtjes van Culex pipiens/torrentium (tabel 12). Deze huissteekmug was ook het meest talrijk aanwezig als volwassen in de vangsten in het buitengebied en als adult in de containers nabij de bewoning. De overige vangsten betroffen Culiseta annulata (0,8%), Anopheles gr maculipennis (0,3%), en Culex pipiens pipiens (0,1%). De volwassen vrouwtjes van Culex pipiens en Culex torrentium zijn niet te onderscheiden, de mannetjes wel. Betrof de vangst een Culex mannetje, dan betrof het steeds de soort Culex pipiens pipiens. Alterra-rapport

34 Locatie bij bewoning Culiseta annulata Culex pipiens pipiens/torrentium Culex pipiens pipiens Anopheles gr maculipennis Anopheles sp Totaal Tabel 12 Overzicht van aantallen gedetermineerde soorten van volwassen steekmuggen aangetroffen nabij de bewoning van de Bovenlanden. April Wilnisse Zuwe Waterlelie Molenland Subtotaal Mei Wilnisse Zuwe Amstelkade Veenvliet 1 1 Waterlelie Molenland Subtotaal Juni Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Augustus Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Alterra-rapport 2134

35 Locatie bij bewoning Culiseta annulata Culex pipiens pipiens/torrentium Culex pipiens pipiens Anopheles gr maculipennis Anopheles sp Totaal September Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Totaal Volwassen knutten in het buitengebied Met CO 2 -vallen zijn in de periode van april tot en met september op vier locaties in het buitengebied van de Bovenlanden in totaal slechts zestien individuen van volwassen knutten gevangen (tabel 13). Verschillende auteurs (o.a. Nelson 10=965, Mullens en Gerry, 1998) toonden aan dat CO 2 -vallen effectief knutten vangen. Dit betekent dat het aantal knutten laag is in het gebied. In totaal zijn er twee soorten knutten uit genus Culicoides gevonden (tabel 14). Van geen van beide soorten is bekend dat ze blauwtongvirus zouden kunnen overbrengen (Halouzka en Hubalek, 1996; Takken et al., 2007). Volwassen knutten nabij bewoning Met CO 2 -vallen zijn in de periode april tot en met september op acht locaties nabij de bewoning in totaal 73 individuen van volwassen knutten verzameld (tabel 13). Er zijn ruim tweemaal meer volwassen knutten nabij bewoning dan in het buitengebied gevangen. In de maand september zijn geen knutten gevangen. In juni betrof de vangst 44%. In april is 22% en in mei 26% van het totaal aantal knutten verzameld. In totaal zijn er zeven soorten knutten uit genus Culicoides gevonden (tabel 15). Van geen van deze soorten is bekend dat ze blauwtongvirus zouden kunnen overbrengen (Halouzka en Hubalek, 1996; Takken et al., 2007). Alterra-rapport

36 Tabel 13 Overzicht van totale aantallen volwassen knutten aangetroffen in het bemonsterde buitengebied en nabij de bewoning van de Bovenlanden opgedeeld naar seizoen en locaties. Locatie April Mei Juni Augustus September Totaal Buitengebied Vak 1 vlier zijde Amstelkade Vak 2 hek zijde Bovendijk Vak 3 wilgzijde Bovendijk Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe Subtotaal Bewoning Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Amstelkade Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Totaal Tabel 14 Overzicht van aantallen gedetermineerde soorten van volwassen knutten aangetroffen in het bemonsterde buitengebied van de Bovenlanden. Maand/locatie Culicoides newsteadi Culicoides pallidicornis Culicoides sp. Totaal Juni Vak 2 hek zijde Bovendijk 2 2 Vak 3 wilgzijde Bovendijk 4 4 Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe 1 1 Augustus Vak 1 vlier zijde Amstelkade 1 1 Vak 2 hek zijde Bovendijk 1 1 September Vak 4 wilg Wilnisse Zuwe 1 1 Totaal Alterra-rapport 2134

37 Maand/locatie Tabel 15 Overzicht van aantallen gedetermineerde soorten van volwassen knutten aangetroffen nabij de bewoning van de Bovenlanden. Culicoides circumscriptus Culicoides duddingstoni Culicoides festivipennis Culicoides newsteadi Culicoides pallidicornis Culicoides pictipennis Culicoides salinarius Culicoides sp. Ceratopogonidae (andere taxa) Totaal April Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Amstelkade Waterlelie Subtotaal Mei Wilnisse Zuwe Watertuin Amstelkade Veenvliet Waterlelie Molenland Subtotaal Juni Wilnisse Zuwe Amstelkade Amstelkade Veenvliet 1 1 Subtotaal Augustus Watertuin Amstelkade Subtotaal Totaal Alterra-rapport

38 36 Alterra-rapport 2134

39 aantal larven 4 Discussie 4.1 Aantallen steekmuggen De nulmetingen van april tot en met september 2010 laat zien dat de aanwezigheid van larven en poppen van steekmuggen in het buitengebied van de Bovenlanden beperkt is (figuur 3). De hoogste aantallen zijn in het moerasstruweel in april aangetroffen, hetgeen verwacht werd en de reden was om vroeger dan in 2009 te monitoren. Toch liggen de aantallen verzamelde larven lager in april en mei lager dan de aantallen aangetroffen in mei Alle aangetroffen aantallen kunnen als laag worden betiteld (Schmidt en Van Haren, 1988). april mei juni augustus september open sloot flabsloot verlande sloot rietland moerasstruweel Figuur 3 Aantallen larven van steekmuggen in de verschillende landschapstypen per maand. De aangetroffen soorten kunnen in drie groepen worden verdeeld: 1) moerassteekmuggen (Aedes), 2) huissteekmuggen (Culiseta, Culex) en 3) malariamuggen (Anopheles). De huissteekmuggen behorende tot het genus Culiseta nemen als larven de hoogste aantallen in en komen vooral voor in moerasstruweel en in mindere mate in het rietland (figuur 4). Ten opzichte van 2009 zijn er wel meer individuen van het genus Culex verzameld. Alterra-rapport

40 aantal larven Aedes Culiseta Culex Anopheles open sloot flabsloot verlande sloot rietland moerasstruweel open sloot flabsloot verlande sloot rietland moerasstruweel Figuur 4 Aantallen larven van steekmuggen in de verschillende landschapstypen per genus. De vangsten met CO 2 -vallen bestonden voor het grootste gedeelte uit individuen behorende tot het genus Culex (huisteekmuggen), zowel nabij bewoning als in het buitengebied (figuur 5). In het buitengebied zijn veel larven van het genus Culiseta verzameld, terwijl de aantallen volwassen dieren hierbij duidelijk achterblijft. Sommige auteurs (Küpper et al., 2006; Hutchinson et al., 2007) hebben een verschil gevonden in vangstefficiëntie tussen Culex en Culiseta, waarbij de eerste veel meer werd verzameld. Andere auteurs (o.a. Aldemur en Bosgelmez, 2006) vonden veel minder verschillen. Toch lijken de resultaten van deze studie te duiden op methodische oorzaken die de verschillen in vangt aantallen veroorzaken. Dit beeld is precies hetzelfde als aangetroffen in De aantallen individuen verzameld in het buitengebied liggen wel beduidend lager ten opzichte van de bewoning. Het totaal aantal verzamelde individuen ligt echter beduidend hoger in vergelijk met De hoogste aantallen volwassen steekmuggen zijn, zoals in 2009, in de maand augustus verzameld. 38 Alterra-rapport 2134

41 aantal adulten april mei juni augustus september bewoning buitengebied bewoning buitengebied bewoning buitengebied Culiseta Culex Anopheles Figuur 5 Aantallen volwassen steekmuggen verzameld met CO 2 -vallen nabij bewoning en in het buitengebied. De taxa van volwassen steekmuggen aangetroffen in 2009 en 2010 zijn dezelfde. Ondanks dat al in april is verzameld, zijn van de lage aantallen larven van het genus Aedes geen volwassen exemplaren verzameld. Dit genus heeft vaak slechts één voorjaarsgeneratie (Becker et al., 2003) en soms treedt een tweede (zomer) generatie op. In de Bovenlanden is de voorjaarspopulatie in 2009 en 2010 klein en ontbreekt de zomergeneratie. De lage aantallen hebben er waarschijnlijk voor gezorgd dat geen adulten zijn gevangen. Het aandeel moerasstruweel is in de huidige situatie in het gebied zeer beperkt en in het inrichtingsontwerp (voorlopig ontwerp voorjaar 2009) is geen uitbreiding van het moerasstruweel voorzien. Na herinrichting kunnen moerassteekmuggen mogelijk talrijker worden in het voorjaar in de bestaande moerasstruwelen, omdat na natte winters met hogere peilen tijdelijke wateren achterblijven die pas in de vroege zomer opdrogen. Beide nu aanwezige soorten Aedes cinereus en Aedes (Ochlerotatus) annulipes kunnen zowel in moerasstruwelen als in meer open terrein optreden. In hoge dichtheden zouden ze tot overlast kunnen leiden. De huissteekmug behorende tot de genera Culex en Culiseta (subgenus Culiseta)) blijkt veruit de meest talrijke groep in de Bovenlanden in 2009 en Er is in beide jaren echter geen sprake van hoge aantallen die tot een plaag zouden kunnen leiden. Veel larven verkeerden niet in het vierde stadium en zijn daarom niet verder dan tot op genusniveau te determineren. Van de soort Culiseta annulata is bekend dat deze kan bijdragen aan overlast (Harksen et al., 1976). C. annulata profiteert van tijdelijke watermilieu s die niet gekoloniseerd zijn door andere waterdieren, maar komt ook in meer permanente zowel natuurlijke als kunstmatige wateren voor. Dit betekent dat wanneer er in de fase na herinrichting tijdelijke kleine waterpartijen ontstaan (bijvoorbeeld bij afgegraven terrein vormen zich her en der kleine waterplasjes), deze soort zich talrijk kan ontwikkelen. In meer permanente moerassige omgeving zal C. annulata alleen talrijk worden wanneer wisselende droog-nat situaties aanwezig zijn. In de permanente wateren zullen steeds voldoende predatoren moeten voorkomen om overlast te voorkomen. Van de soorten behorende tot het genus Culex zijn (mogelijk) in het gebied aanwezig: C. pipiens, C. torrentium en C. territans. De soorten C. pipiens pipiens, C. torrentium en C. territans steken geen mensen en zullen geen overlast veroorzaken. De andere ondersoort van C. pipiens in Nederland is C. pipiens molestus, een soort die wel mensen steekt en tot overlast kan leiden. Deze soort ontwikkelt zich in allerlei permanente en tijdelijke wateren, heeft meerdere generatiecycli per jaar en dringt ook binnen in huizen. Vaak is echter de actieradius van de volwassen vrouwtjes beperkt. Alterra-rapport

Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden

Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden Monitoring 2009 Alterra-rapport 2000 ISSN 1566-7197 P.F.M. Verdonschot en R.C.M. Verdonschot Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden In opdracht

Nadere informatie

Lysimeters Castricum. Waarnemingen neutronensonde. Meer informatie: P.C.T. van der Hoeven

Lysimeters Castricum. Waarnemingen neutronensonde. Meer informatie:   P.C.T. van der Hoeven Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

Lysimeters Castricum waterbalans lysimeter 1

Lysimeters Castricum waterbalans lysimeter 1 Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

Lysimeters Castricum. Meetproject en datafiles. Meer informatie: P.C.T. van der Hoeven

Lysimeters Castricum. Meetproject en datafiles. Meer informatie:  P.C.T. van der Hoeven Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

Beweging der wateren boven, op, in en onder de aarde

Beweging der wateren boven, op, in en onder de aarde Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

Steekmuggen in de waterbergingsgebieden Peize en Roden-Norg

Steekmuggen in de waterbergingsgebieden Peize en Roden-Norg Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

NOTITIE Stekende insecten Herinrichting Bethunepolder : Monitoring 2014

NOTITIE Stekende insecten Herinrichting Bethunepolder : Monitoring 2014 NOTITIE Stekende insecten Herinrichting Bethunepolder : Monitoring 2014 Anna A. Besse-Lototskaya Dorine Dekkers Piet F.M. Verdonschot (correspondentie: anna.besse@wur.nl) Zoetwatersystemen, Alterra Wageningen

Nadere informatie

Aanpak hittestress Harderwijk BIJLAGEN

Aanpak hittestress Harderwijk BIJLAGEN Aanpak hittestress Harderwijk BIJLAGEN JH Spijker, CMJ Jacobs, G Mol Wageningen Environmental Research Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research in opdracht van de gemeente Harderwijk

Nadere informatie

Stekende insecten Griendtsveen 2017

Stekende insecten Griendtsveen 2017 NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen 2017 Piet F.M. Verdonschot & Dorine T.B.M. Dekkers Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research Februari 2018 Auteurs Verdonschot P.F.M. & Dekkers T.B.M.

Nadere informatie

Weiteveen/Zwartemeer, 6/7 mei 2015 OPZET MONITORING MUGGEN EN DAZEN BIJ BUFFERZONES BARGERVEEN: ZWARTEMEER EN WEITEVEEN 2015

Weiteveen/Zwartemeer, 6/7 mei 2015 OPZET MONITORING MUGGEN EN DAZEN BIJ BUFFERZONES BARGERVEEN: ZWARTEMEER EN WEITEVEEN 2015 Weiteveen/Zwartemeer, 6/7 mei 2015 OPZET MONITORING MUGGEN EN DAZEN BIJ BUFFERZONES BARGERVEEN: ZWARTEMEER EN WEITEVEEN 2015 plankaart OPZET MONITORING MUGGEN EN DAZEN BIJ BUFFERZONES BARGERVEEN: ZWARTEMEER

Nadere informatie

Stekende insecten Griendtsveen

Stekende insecten Griendtsveen NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen 2015-2018 Piet F.M. Verdonschot & Dorine T.B.M. Dekkers Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research Januari 2019 Auteurs Verdonschot P.F.M. & Dekkers

Nadere informatie

Provincie Utrecht. MER Wilnisse Bovenlanden. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

Provincie Utrecht. MER Wilnisse Bovenlanden. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon Provincie Utrecht MER Wilnisse Bovenlanden van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 BIJLAGE I Kaartmateriaal plangebied en varianten BIJLAGE

Nadere informatie

NOTITIE Steekmuggen en knutten in Geelbroek Nulmeting 2015 en 2016

NOTITIE Steekmuggen en knutten in Geelbroek Nulmeting 2015 en 2016 NOTITIE Steekmuggen en knutten in Geelbroek Nulmeting 2015 en 2016 Piet F.M. Verdonschot, Dorine T.B.M. Dekkers, Anna A. Besse-Lototskaya (correspondentie: piet.verdonschot@wur.nl) Zoetwatersystemen, Wageningen

Nadere informatie

Advies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk

Advies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk Advies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk Piet F.M. Verdonschot & Anna Besse-Lototskaya Alterra Wageningen UR, Zoetwaterecologie Wageningen piet.verdonschot@wur.nl, anna.besse@wur.nl

Nadere informatie

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren.

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren. Monitoring Vectoren Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren. Het Centrum Monitoring Vectoren (CMV) voert sinds 2010 in heel Nederland

Nadere informatie

Duurzaam Regionaal Voedsel bij

Duurzaam Regionaal Voedsel bij Duurzaam Regionaal Voedsel bij gemeenten Resultaatmeting naar beleidsontwikkeling voor duurzaam regionaal voedsel bij gemeenten Alterra-rapport 2412 ISSN 1566-7197 H.J. Agricola, R.J. Fontein en M. Stuiver

Nadere informatie

Verkenning van de steekmuggen- en knuttenproblematiek bij klimaatverandering en vernatting

Verkenning van de steekmuggen- en knuttenproblematiek bij klimaatverandering en vernatting Verkenning van de steekmuggen- en knuttenproblematiek bij klimaatverandering en vernatting Piet F.M. Verdonschot Alterra-rapport 1856, ISSN 1566-7197 76 Alterra-rapport 1856 Verkenning van de steekmuggen-

Nadere informatie

Veehouderij structuur 2017

Veehouderij structuur 2017 Veehouderij structuur 2017 Jaap van Os, Rob Smidt en Edo Gies Wageningen Environmental Research Maart 2019 Inleiding Op verzoek van Wakker Dier heeft Wageningen Environmental Research (WENR) een overzicht

Nadere informatie

Stekende insecten. Biologie en risico-analyse Engbertsdijksvenen. Piet Verdonschot. Wageningen Environmental Research

Stekende insecten. Biologie en risico-analyse Engbertsdijksvenen. Piet Verdonschot. Wageningen Environmental Research Stekende insecten Biologie en risico-analyse Engbertsdijksvenen Piet Verdonschot piet.verdonschot@wur.nl Wageningen Environmental Research Onderwerpen voor vandaag Biologie Wie zijn die stekende insecten?

Nadere informatie

Ecologische monitoring; standaardisatie?

Ecologische monitoring; standaardisatie? Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Effectiviteit waterbad verdover bij pluimveeslachterij W. van der Meer en Zonen B.V.

Effectiviteit waterbad verdover bij pluimveeslachterij W. van der Meer en Zonen B.V. Wageningen Livestock Research Postbus 338 Wageningen Livestock Research ontwikkelt kennis voor een zorgvuldige en 6700 AH Wageningen renderende veehouderij, vertaalt deze naar praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2014. David Verhoog, Hans Wijsman en Ida Terluin

Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2014. David Verhoog, Hans Wijsman en Ida Terluin Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2014 David Verhoog, Hans Wijsman en Ida Terluin Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2014 David Verhoog, Hans Wijsman

Nadere informatie

Stekende insecten Griendtsveen 2016

Stekende insecten Griendtsveen 2016 Stekende insecten Griendtsveen 2016 Piet F.M. Verdonschot & Dorine D. Dekkers Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research Februari 2017 Auteurs Piet F.M. Verdonschot, Dorine D. Dekkers (correspondentie:

Nadere informatie

Zwartemeer, 9 juni 2016 NATTE NATUUR EN MUGGENPROBLEMATIEK

Zwartemeer, 9 juni 2016 NATTE NATUUR EN MUGGENPROBLEMATIEK Zwartemeer, 9 juni 2016 NATTE NATUUR EN MUGGENPROBLEMATIEK NATTE NATUUR EN MUGGENPROBLEMATIEK Natte natuurlijke situaties insecten, stekende insecten, muggen... Vragen... Zorgen Komen er meer muggen bij

Nadere informatie

NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen Situatie 2015

NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen Situatie 2015 NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen Situatie 2015 Piet F.M. Verdonschot, Dorine D. Dekkers, Anna A. Besse-Lototskaya (correspondentie: piet.verdonschot@wur.nl) Zoetwatersystemen, Alterra Wageningen

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Vlinders 5. Overig 6. Colofon Wat dragen de ecoducten bij de Zwaluwenberg bij aan

Nadere informatie

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Op zaterdag 28 mei 2011 is er vanuit RAVON Utrecht een excursie georganiseerd naar het Kombos te Maarsbergen. Het doel van de excursie was om deelnemers

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Inventarisatie DBH Abdissenbosch DATUM 4 september 2018 PROJECTNUMMER C05057.000164 ONZE REFERENTIE 079968180 A VAN Folkert Volbeda AAN Bodemzorg Limburg KOPIE AAN Frank Gierman en Piet Oudejans

Nadere informatie

(VERVOLG) VLIEGENONDERZOEK

(VERVOLG) VLIEGENONDERZOEK (VERVOLG) VLIEGENONDERZOEK Onderzoek naar (oorzaak) overlast van vliegen Opdracht Op verzoek van de heer P.A. Muilwijk, gemeente Rotterdam, heeft het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) te Wageningen

Nadere informatie

Stekende insecten rondom de Groote Peel Nulmeting 2016

Stekende insecten rondom de Groote Peel Nulmeting 2016 Stekende insecten rondom de Groote Peel Nulmeting 2016 Piet F.M. Verdonschot & Dorine D. Dekkers Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research (Alterra) Februari 2017 Auteurs Piet F.M. Verdonschot,

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009 MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: januari 2015 Ringslang bij het Wasmeer Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Erosie 5. Internationaal 6. Colofon Wat dragen de ecoducten

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014

Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 D.L. Bekker September 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

NOTITIE Stekende insecten rondom de Groote Peel. Nulmeting 2016

NOTITIE Stekende insecten rondom de Groote Peel. Nulmeting 2016 NOTITIE Stekende insecten rondom de Groote Peel. Nulmeting 2016 Piet F.M. Verdonschot, Dorine T.B.M. Dekkers (correspondentie: piet.verdonschot@wur.nl) Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research

Nadere informatie

Broodje roofvis. 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven

Broodje roofvis. 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven Broodje roofvis 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/environmental-research/publicaties.htm v.l.n.r. Alterra-rapport

Nadere informatie

Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, Ida Terluin, David Verhoog, Hans Dagevos, Peter van Horne en Robert Hoste

Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, Ida Terluin, David Verhoog, Hans Dagevos, Peter van Horne en Robert Hoste Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2016 Ida Terluin, David Verhoog, Hans Dagevos, Peter van Horne en Robert Hoste Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2016

Nadere informatie

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ralf Verdonschot 9 mei 2019 Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Klimaatverandering: toename weersextremen

Nadere informatie

Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa

Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa Spanje, Javea, Cap Sant Antoni december 2013 - februari 2014 Door: Silvia Hellingman-Biocontrole Onderzoek en Advies en Jan van Eijle

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Merken Wageningen UR en richtlijnen voor gebruik

Merken Wageningen UR en richtlijnen voor gebruik Merken Wageningen UR en richtlijnen voor gebruik Corporate Communicatie, mei 2013 Wageningen UR voert een strikt merkenbeleid. Dat is nodig, want daarmee kan de organisatie bouwen aan een grotere bekendheid

Nadere informatie

Teken: pak ze voor ze jou pakken

Teken: pak ze voor ze jou pakken Teken: pak ze voor ze jou pakken Teken in de praktijk teken vangen (Clusius College) Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse DATUM 2 april 2012 Dit lesmateriaal is tot stand gekomen met een WURKS subsidie

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk Notitie Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Natuur-Wetenschappelijk Centrum 078-6213921 nwcadvies@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Aanvullend

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS INORNATUS) OP EEN PROEFLOCATIE (PERCEEL 119) IN DE OOSTERSCHELDE Tussenrapportage Delta Academie 17 augustus

Nadere informatie

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In

Nadere informatie

Opzuigen van eikenprocessierupsen

Opzuigen van eikenprocessierupsen Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

Stekende insecten Borkel & Schaft

Stekende insecten Borkel & Schaft Stekende insecten Borkel & Schaft Verkenning 2017 Piet F.M. Verdonschot & Dorine T.B.M. Dekkers Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research November 2017 Auteurs Piet F.M. Verdonschot & Dorine

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008 Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008 Inleiders: Rients Hofstra, DLG en Piet Verdonschot, Alterra

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen 24-04-2013 Nieuwe maatlatten nieuwe keuzes Waterrijke gebieden en samengestelde waterlichamen: waar lopen we tegenaan? - 2 voorbeelden

Nadere informatie

NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen 2016

NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen 2016 NOTITIE Stekende insecten Griendtsveen 2016 Piet F.M. Verdonschot & Dorine D. Dekkers (correspondentie: piet.verdonschot@wur.nl) Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Research (Alterra) 1 In opdracht

Nadere informatie

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vlinders van de Habitatrichtlijn, Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels. Verslaglegging demoproject Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels. Gefinancierd door Productschap Tuinbouw In opdracht van de Nederlandse Fruitteelt Organisatie In het kader van het project

Nadere informatie

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild Couwenhoven 7221 3703 HW Zeist wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een

Nadere informatie

Muggen in de Bethunepolder. Onderzoek naar kans op muggenontwikkeling en -overlast door realisatie natte natuur

Muggen in de Bethunepolder. Onderzoek naar kans op muggenontwikkeling en -overlast door realisatie natte natuur Muggen in de Bethunepolder Onderzoek naar kans op muggenontwikkeling en -overlast door realisatie natte natuur Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. Onderzoek naar kans op muggenontwikkeling en - overlast

Nadere informatie

Herinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater

Herinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater Herinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater Nieuwe Natuur Riet ----- -----------------ijsvogelwand Amfibieënpoel---- --- houtwal Plas-dras vegetatie -- hut Composthoop ----------- ----struiken

Nadere informatie

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Juni 2014 VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Inleiding Het natuurgebied De Brand is aangewezen

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten Gerben Messelink & Eric de Groot Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Glastuinbouw Business Unit Glastuinbouw juni oktober 2005 2005 2005 Wageningen,

Nadere informatie

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar

Nadere informatie

Suzuki-fruitvlieg wijdverspreid in NL. En nu? Herman Helsen en Bart Heijne. Kennisdag Wijn

Suzuki-fruitvlieg wijdverspreid in NL. En nu? Herman Helsen en Bart Heijne. Kennisdag Wijn Suzuki-fruitvlieg wijdverspreid in NL En nu? Herman Helsen en Bart Heijne Kennisdag Wijn 14.12.2013 Suzuki-fruitvlieg in Nederland, 2013 Op meer dan de helft van de zachtfruitpercelensuzuki-fruitvlieg

Nadere informatie

Rapport onderzoek 6 juni 2019

Rapport onderzoek 6 juni 2019 Rapport onderzoek 6 juni 2019 Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam Stadsbeheer Schone Stad Postbus 10902 3004 BC Rotterdam Inspectielocatie: Duwbakken in het Hollandsch Diep Uitgevoerd door: Stichting Kennis-

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Windturbines in de groene ruimte

Windturbines in de groene ruimte Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal windturbines is

Nadere informatie

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05 Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl

Nadere informatie

Bekijk deze Nieuwsbrief in uw browser

Bekijk deze Nieuwsbrief in uw browser Bekijk deze Nieuwsbrief in uw browser Deze speciale nieuwsbrief is geheel gewijd aan een 3-tal Informatie Avonden. Deze Avonden worden op korte termijn gehouden. Daardoor is de inhoud wat korter dan u

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 23-25 maart 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen, Paul Giesen & Wouter Suykerbuyk, 29 maart 2010 23-25 maart 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op

Nadere informatie

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST rapportnr.

Nadere informatie

Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010

Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010 Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010 De Tjamme, Westerwoldsche Aa, Zuidlaardermeeroost en Onnerpolder D.L. Bekker November 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging Met medewerking van Staatsbosbeheer

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

Steekmuggen monitoring Bargerveen: nulmeting plangebieden Weiteveen en Zwartemeer 2015 A&W-rapport 2158

Steekmuggen monitoring Bargerveen: nulmeting plangebieden Weiteveen en Zwartemeer 2015 A&W-rapport 2158 Steekmuggen monitoring Bargerveen: nulmeting plangebieden Weiteveen en Zwartemeer 2015 A&W-rapport 2158 in opdracht van Steekmuggen monitoring Bargerveen: nulmeting plangebieden Weiteveen en Zwartemeer

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Rochdale 12.060 september

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe Definitief Versie 1.0 Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle E-mail: info@wdodelta.nl Website: www.wdodelta.nl

Nadere informatie

Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen

Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen Conclusie De variatie tussen de 20 Nationale Landschappen is groot, zoals blijkt uit de nulmeting van de kernkwaliteiten. Hoofdfiguur Figuur 1. Nationale

Nadere informatie

Transparantie in de varkensketen - Praktijkproef 'Transparantie' via QR-code voor herkomst van varkensvlees

Transparantie in de varkensketen - Praktijkproef 'Transparantie' via QR-code voor herkomst van varkensvlees Transparantie in de varkensketen - Praktijkproef 'Transparantie' via QR-code voor herkomst van varkensvlees M.N.A. Ruijs en W.H.M. Baltussen Praktijkproef Transparantie via QR-code voor herkomst van varkensvlees

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Steekmuggenoverlast op Schiermonnikoog in 2007

Steekmuggenoverlast op Schiermonnikoog in 2007 Steekmuggenoverlast op Schiermonnikoog in 2007 P.F.M. Verdonschot Alterra-rapport 1652, ISSN 1566-7197 Steekmuggenoverlast op Schiermonnikoog in 2007 In opdracht van de Directie Kennis van het ministerie

Nadere informatie

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Vincent de Boer, Albert de Jong & Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/19 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Colofon SOVON

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2016 Indicator 11 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Herintroductie bever,

Herintroductie bever, Indicator 20 december 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties vanaf

Nadere informatie

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting

Nadere informatie

Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder

Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder Presentatie voor het Burgerkomitee 1 november 2011 Kennismaking Piet-Jan Westendorp Geboren en getogen in Scherpenzeel (Gld) Huidige woonplaats Zwolle Vrouw

Nadere informatie