Handleiding Development. Objecttheek Web2. Een product van Cybertheek. Versie

Transcriptie

1 Handleiding Development Objecttheek Web2 Een product van Cybertheek B Versie

2 Handleiding Development Meer informatie Zie de website Objecttheek is een product van: Cybertheek, De Waternimf 6, 5231 WN s-hertogenbosch, Telefoon: , Website: KvK: Auteur: Ruud Sikking Producent Open Software Objecttheek.Web2 is open software. De licentievorm is GPLv3. De licentie geeft de bevoegdheid om de sources te bestuderen, te wijzigen en verder te distribueren. De software mag echter niet in gesloten software worden opgenomen. Zie verder Objecttheek.Web2 is geschreven met MS Webdeveloper Express. De ontwikkelomgeving is gratis te downloaden vanaf de Microsoft website Inhoudsopgave Handleiding Development... ii Open Software... ii Uitbreiden webapplicaties... 5 Visual Basic... 5 Basis classes... 5 Sessions (Cookies)... 6 Parameter passing... 6 Afhandeling van requests... 6 Menustructuur... 7 Testmode... 8 ii Applicatiebeheer Objecttheek.Web2

3 Uitbreiden webapplicaties Visual Basic Er is omwille van de gebruikersvriendelijkheid gekozen voor VB in plaats van de meer gebruikte programmeertaal C#. C is een oudere programmeertaal die dichtbij het werken met machinecodes (assembly, pointers) staat. Het is ontworpen voor de eerste beeldschermen die voor tekst weinig plaats boden. Doordat de regellengte van de beeldschermen kort was en daardoor voor een statement vaak meerdere regels nodig waren, moet in C het einde van iedere regel afgesloten worden met puntkomma. Een korte notatievorm was belangrijk, maar werd daardoor nogal cryptisch. Bijvoorbeeld: alle constructies, zoals if..else..endif en loops, worden in C geschreven met dezelfde haakjes. Door al die haakjes en leestekens is C minder goed leesbaar. Ook is C case sensitive wat lastig is. Wie toch liever in C# programmeert kan dat. Er is de mogelijkheid tot het combineren van VB en C#. Deze moeten dan binnen een solution in aparte projecten staan. De twee programmeertalen komen steeds dichter tot elkaar en er zijn converters die een op een van de ene taal naar de andere kunnen vertalen. Het toevoegen van functionaliteit gaat door het schrijven van extra webpagina s in.net. Zet de sourcefiles van Objecttheek.Web2 op de ontwikkel PC. Installeer MS Web Developer Express. Start deze en kies de menuopties of File/New Web Site. Neem bij onbekendheid een eenvoudige webpagina als Budgetten.aspx als voorbeeld. Basis classes Er zijn webpagina s met en zonder standaard menupaneel en met en zonder koppeling met een database. Alle webpagina s overerven van de onderstaande basis classes. Myform zorgt over de gegevens overdracht tussen de webpages Mypanels zorgt o.a. voor een standaard menupaneel Mydataform zorgt voor de koppeling met de database Gebruik de combinatie van data onderhoud en datalijsten als er een beperkt aantal velden zijn. Alle webpagina s overerven de class MyForm (welke overerft van System.Web.UI.Page) voor algemene acties zoals het openen van de webpagina s, overdracht van gegevens tussen webpagina s, handleidingen en beveiliging/bevoegdheden. De class Mypanels overerft van MyForm en zorgt o.a. voor het standaard menupaneel en het tonen van het detailspaneel bij het invoeren en wijzigen van data. De class MyDataform overerft van de class Mypanels is er voor het onderhouden, lezen en schrijven van databasegegevens. Het BIS heeft ook nog de class Homepage voor homepages met imagebuttons. Door deze classes kunnen de webpagina met een minimum aan programmeerwerk geschreven worden. Ook zorgen ze voor een uniforme lay-out en werking. Ieder webpagina heeft een bepaalde bevoegdheid voor toegang (tonen) en voor onderhoud. Bij het al dan niet direct kiezen van een bepaalde webpagina zonder de benodigde bevoegdheid verschijnt het inlogvenster. 5 Applicatiebeheer Objecttheek.Web2

4 Sommige webpagina s zijn verbonden aan groepen gebruikers. Via de hoofdmenuopties Crm/Groepen kan bepaald worden wie mag lezen, schrijven en wie de moderator is. Popups worden niet toegepast. Een uitzondering zijn afbeeldingen in het onderdeel KAI in het BIS voor het tonen van afbeeldingen. De gebruiker kan de popups hebben uitgeschakeld en bovendien is er serverside geen controle over. Met de routine CallPage in Myform kan de controle worden overdragen aan een andere webpagina. De sleutelvelden (ID1, ID2, ID3) worden daarbij opgeslagen en bij terugkomst van de controle weer gelezen. De overige velden worden weggeschreven naar disk of als er daar geen tabel voor is (zoals bij de instellingen voor het afdrukken van het logboek) in de session Call<Pagename.> (zie het onderstaande schema). Onderhoudsvelden kunnen een lookupdruktoets (met de drie puntjes) hebben. Hiermee zal gewoonlijk een pagina met een gridview (datalijst) aangeroepen worden. Na een keuze uit het gridview en klikken op de druktoets OK komt de controle met de gekozen parameters terug. Deze parameters kunnen met de functie ParsTransferIn velden overschrijven. Sessions (Cookies) Objecttheek gebruikt z.g. sessions. Sessions gebruiken z.g. non persistent cookies. Hiervoor is geen toestemming van de gebruiker vereist. Het zijn gegevensblokken die enkel in RAM staan en niet naar een bestand worden geschreven. Ze verdwijnen op het moment dat de gebruiker de webbrowser verlaat. Dat betekent ook dat je wordt uitgelogd bij het verlaten van de webbrowser. Hetzelfde gebeurt als er een bepaalde tijd (meestal 20 minuten) activiteiten uitblijven. Op zich is dat ook veiliger. Parameter passing Objecttheek gebruikt session voor de inhoud van de webpagina s. In MyForm.vb staan daartoe de navolgende functions: CallPage: het aanroepen van webpagina s waarvan het de bedoeling is dat de controle terugkomt. B.v. vanuit een webpagina met datalijst naar een webpagina voor het onderhouden van de gekozen record, of bij het gebruik van lookupdruktoetsen. GoPage: voor het overdragen van gegevens van de ene webpagina naar de andere. Bij weglating van de doelpagina gaat de controle terug naar de aanroepende webpagina. In een session staat welke de aanroepende webpagina is. De session voor een call wordt door de ontvangende webpagina ook gebruikt om de eigen toestand te onthouden. Hierdoor kan correct een ketting aan calls afgehandeld worden. Afhandeling van requests Een webserver reageert enkel op vragen vanuit webpagina s, de z.g. request. Bij een wijziging van een control op een webpagina wordt een z.g. postback uitgevoerd. Hierbij worden de inhouden van de controls meegestuurd. Voor een afhandeling van een request zijn er meestal meer gegevens nodig. Deze komen uit de session CallPage waarin de laatste toestand is opgeslagen. Dat zijn tenminste de inloggegevens en de oorspronkelijke 6 Applicatiebeheer Objecttheek.Web2

5 sleutelvelden (ID s), Als de gebruiker die wijzigt moet ook de oorspronkelijke record in de database aangepast worden. Bij het aanroepen van een andere webpagina, een z.g. redirect, moet bepaald worden welke bevoegheden de gebruiker heeft om de gewenste webpagina te openen en te wijzigen. Is er geen bevoegdheid om de webpagina te openen dan wordt de gebruiker verwezen naar de loginpagina. Lukt het inloggen daar niet, dan volgt de homepage. Bij een nieuwe webpagina moeten eerst de controls opgezet worden, b.v. door het vullen van dropdownlist. Hierna worden de controls gevuld met gegevens uit de database. Bij een lookup (door toetsing van een druktoets met 3 puntjes) worden de gegevens op de webpagina opgeslagen in de database en is er een call naar een webpagina met een datalijst. Na de keuze uit die datalijst wordt de aanroepend webpagina weer geopend. De terugkoppeling van het gekozene gaat via SessionParsTransfer. Menustructuur De menustructuur van het hoofdmenu staat in de bestanden App_Data/menu*.xml. De databasestructuur staat in App_Data/Schema*.xml. Door het aanpassen of toevoegen van deze bestanden op de webserver kan het hoofdmenu en/of de databasestructuur aangevuld worden met extra functionaliteit. Het is daardoor niet nodig om de bestaande webpagina s te wijzen. In de menustructuur staan wie de menuopties te zien krijgen. Voorbeeld. Het schemabis.xml <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <menubis> <menu text="bis" value="bis" > <menu text="abcd" value="abcd.aspx?hambaken" /> <menu text="forum" value="forum.aspx?algemeen" /> <menu text="chat room" value="chat.aspx" /> <menu text="wiki" value="wiki" /> <menu text="prikbord" value="prikbord" /> <menu text="draaiboek" value="draaiboek" bevoegdheid="q"/> <menu text="enquete" value=" /> <menu text="petitie" value="petities" bevoegdheid="q"/> <menu text="advies" value="advies" /> <menu text="stem" value="stem" /> </menu> </menubis> Text is de getoonde tekst in het menu. Value is de webpagina. Zoals in het voorbeeld is te zien kan dat een volledige URL zijn of een virtueel adres. Ook mogen commandline options worden meegegeven. Submenu s zijn mogelijk. Zie b.v. App_Data/MenuObj.xml De letters voor de algemene bevoegdheden zijn als volgt: Letter Bevoegdheid voor Systeem Publiek Objecttheek.Web2 A Klachtenbeheerder KAI B Klachtenbehandelaar KAI C Catalogiseerder Objecttheek.Web2 & Objecttheek2003 D Docent CIS E Coach CIS F Forumlid Objecttheek Applicatiebeheer Objecttheek.Web2

6 G Groeps reserveren Objecttheek2003 H MijnObjecttheek + Hoofdmenu Objecttheek.Web2 I Ingelogd en eigen persoonsgegevens Objecttheek.Web2 K Klachtenmelder KAI L Leenadministratie Objecttheek.Web2 & Objecttheek2003 M Modelbeheer Objecttheek.Web2 & Objecttheek2003 O Mijn Objecttheek Objecttheek.Web2 P Periodiekenadministratie Objecttheek2003 Q Ingelogden Objecttheek.Web2 S Applicatiebeheerder Objecttheek.Web2 & Objecttheek2003 T Thesaurusbeheerder Objecttheek.Web2 & Objecttheek2003 De letters kunnen gecombineerd worden. B.v. CL betekent dat medewerkers catalogiseren en leenadministratie de menuoptie zien. Of zij toegang tot een webpagina krijgen, wordt niet met het menu bepaald, maar in de code van de webpagina. Testmode Op de webpagina Instellingen.aspx is er een checkbox Test. Hiermee wordt uitgaande s geblokkeerd bij het testen van webpagina s. s, ook die niet verzonden zijn, worden opgeslagen in de tabel Contacten. De uitgaande s zijn met de webpagina Contacten.aspx te bekijken. Tijdens de testmode is er in het loginvenster een logo Under Construction. Klikken hierop is gelijk aan het inloggen als systeembeheerder. Dit versnelt het testen. Vergeet niet de testmode uit te schakelen bij vrijgave voor publiekelijk gebruik. 8 Applicatiebeheer Objecttheek.Web2