ROBIJNSWEG 15 TE SLEEUWIJK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ROBIJNSWEG 15 TE SLEEUWIJK"

Transcriptie

1 ARCHEOLOGISCH BUREAU- EN BOORONDERZOEK ROBIJNSWEG 15 TE SLEEUWIJK GEMEENTE WERKENDAM

2 archeologisch bureau- en booronderzoek Robijnsweg 15 te Sleeuwijk Opdrachtgever Waterschap Rivierenland Postbus 599 4AN Tiel Rapportnummer Versienummer 1 2 Datum 18 april 217 Vestiging Opsteller Gelderland Fabriekstraat 19c 75 AP Doetinchem doetinchem@econsultancy.nl drs. G.W.J. Spanjaard Paraaf Kwaliteitscontrole drs. A.H. Schutte Paraaf Econsultancy bv, Doetinchem Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN: (Analoog rapport) ISSN: (Digitaal rapport E-depot) 1 Versie 1 betreft een rapport waarvan geen beoordeling van het bevoegd gezag is ontvangen, bij versie 2 is het rapport wel beoordeelt door het bevoegd gezag. Econsultancy Archeologisch Rapport

3 Administratieve gegevens plangebied Projectcode Toponiem Robijnsweg 15 Opdrachtgever Gemeente Plaats Provincie Waterschap Rivierenland Werkendam Sleeuwijk Noord-Brabant Kadastrale gegevens Gemeente Werkendam, sectie R, nummers 177, 248, 249, 252, 254, 384, 417, 419, 42, 448, 471, 472, 1653, 1767, 1768, 1771 en 358 Omvang plangebied circa 6,9 ha. Kaartblad 38 G (1:25.) Coördinaten centrum plangebied X: / Y: Bevoegd gezag Deskundige namens het bevoegd gezag Gemeente Werkendam Postbus DA Werkendam info@werkendam.nl Regioarcheologen Programmabureau RWB Mevr. drs. F. Timmermans Postbus AM Etten-Leur floor.timmermans@west-brabant.eu ARCHIS3 Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Bureauonderzoek Booronderzoek Archeoregio NOaA Beheer en plaats documentatie Uitvoerders Utrechts-Gelders rivierengebied Econsultancy, Doetinchem/ Provinciaal Archeologisch Depot Noord-Brabant Econsultancy, drs. G.W.J. Spanjaard Kwaliteitszorg Econsultancy beschikt over een eigen opgravingsvergunning, afgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De opgravingsvergunning geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de RCE stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Verder is Econsultancy lid van de Nederlandse Vereniging van Archeologische Opgravingsbedrijven (NVAO). De leden van de NVAO bieden kwalitatief hoogstaand archeologisch onderzoek. Het lidmaatschap is een waarborg voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Tevens is Econsultancy aangesloten bij de Vereniging van Ondernemers in Archeologie (VOiA). De VOiA behartigt de belangen van meer dan 1 bedrijven in alle takken van de archeologie. Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd, conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een booronderzoek wordt in het algemeen uitgevoerd door het steekproefsgewijs onderzoeken van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een booronderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Econsultancy Archeologisch Rapport

4 SAMENVATTING Econsultancy heeft in opdracht van Waterschap Rivierenland in maart 217 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende en karterende fase) door middel van boringen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen bodemingrepen. Het plangebied is gelegen aan de Robijnsweg 15 te Sleeuwijk in de gemeente Werkendam. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Werkendam ligt het plangebied deels binnen een gebied met een middelhoge archeologische verwachting. Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening, bij bodemingrepen dieper dan 3 cm -mv en een verstoringsoppervlakte groter dan 1 m², vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (27), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta (1992), is men verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Doel van het bureauonderzoek is een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen. Dit wordt uitgevoerd door middel van het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waarden. Het inventariserend veldonderzoek, (IVO-overig, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen. Het veldonderzoek is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens zullen, indien mogelijk, kansrijke en kansarme zones worden geïdentificeerd. Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolgonderzoek dan wel planaanpassing noodzakelijk is. Gespecificeerde archeologische verwachting Het plangebied is gelegen in het rivierengebied en wordt doorsneden door twee verschillende Holocene beddinggordels. De beddinggordels hebben over het algemeen in het verleden gunstige nederzettingslocaties gevormd als gevolg van de relatief hoge ligging en de nabijheid van open water(verbindingen). Voor de beddinggordel van Rijswijk geldt op basis op basis van ligging op een relatief kleine stroomgordel een middelhoge tot hoge verwachting voor resten daterend vanaf de IJzertijd. Op korte afstand van het plangebied is in de top van deze beddinggordel een fragment laatmiddeleeuws aardewerk aangetroffen. Voor de Late Middeleeuwen geldt derhalve een hoge verwachting. Voor de beddinggordel van Biesbosch geldt, in tegenstelling tot de verwachting voor oudere beddinggordels, een lage verwachting. De Biesbosch beddinggordel vormt een relatief laag gelegen en nat gebied, dat niet geschikt wordt geacht voor bewoning. In de tussenliggende komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor alle periodes. De resten worden verwacht in de Holocene afzettingen en in de top van het Pleistoceen zand (op circa 1 m -mv). Rapport versie 2

5 Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat binnen het plangebied inderdaad op drie locaties sprake is van stroomgordelafzettingen van de Rijswijk stroomgordel. Deze zijn (deels) afgedekt met een overstromingsdek daterend van tijdens en na de St. Elizabethsvloed in Ook zijn aanwijzingen aangetroffen dat bij deze overstromingen plaatselijk erosie van de stroomgordelafzettingen heeft plaatsgevonden, vermoedelijk in overstromingsgeulen die onderdeel zijn van het stelsel van de Robijns Kil. Tijdens het onderzoek zijn geen indicatoren of cultuurlagen aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats. Conclusie en advies In het opgeboorde materiaal en aan het maaiveld in het noordelijke deel van het plangebied zijn geen indicatoren aangetroffen die een aanwijzing vormen voor de aanwezigheid van een vindplaats. Ook zijn geen archeologisch relevante cultuurlagen aangetroffen. De verwachting kan op basis van deze resultaten worden bijgesteld tot een lage verwachting voor alle periodes voor het gehele plangebied. Op basis van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Bovenstaande betrof het advies van Econsultancy. De resultaten van onderhavig zijn beoordeeld door (de adviseur van) het bevoegd gezag (gemeente Werkendam). Het bevoegd gezag neemt op basis hiervan een besluit. Er is getracht een gefundeerd advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wijst er op dat, dat indien er tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 5.1 van de Erfgoedwet uit juli 216 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Voor het melden van een vondst kunt u terecht bij de Infodesk info@cultureelerfgoed.nl of tel: ), de gemeente Werkendam of de ProvincieNoord-Brabant. Rapport versie 2

6 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN BUREAUONDERZOEK Methoden Afbakening van het plangebied Huidige situatie Toekomstige situatie Beschrijving van het historische gebruik Aardwetenschappelijke gegevens Archeologische waarden Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Aanbevolen onderzoeksmethode INVENTARISEREND VELDONDERZOEK Methoden Resultaten Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek CONCLUSIE EN ADVIES Conclusie Advies LITERATUUR... 2 BRONNEN Rapport versie 2

7 LIJST VAN TABELLEN Tabel I. Tabel II. Tabel III. Tabel IV. Tabel V. Tabel VI. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Overzicht onderzoeksmeldingen Overzicht ARCHIS-vondsten Gespecificeerde archeologische verwachting Overzicht aangetroffen archeologische indicatoren LIJST VAN AFBEELDINGEN Figuur 1. Figuur 2. Figuur 3. Figuur 4. Figuur 5. Figuur 6. Figuur 7. Figuur 8. Figuur 9. Figuur 1. Figuur 11. Situering van het plangebied binnen Nederland Detailkaart van het plangebied Luchtfoto van het plangebied Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Boorpuntenkaart Resultaten van het booronderzoek BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Bewoningsgeschiedenis van Nederland AMZ-cyclus Planontwerp Boorprofielen Rapport versie 2

8 1 INLEIDING Econsultancy heeft in opdracht van Waterschap Rivierenland een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Robijnsweg 15 te Sleeuwijk in de gemeente Werkendam (zie figuur 1 en figuur 2). In het plangebied zijn diverse bodemingrepen gepland. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Binnen het kader van het gemeentelijk erfgoedbeleid is men verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen bodemingrepen. Het archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (hoofdstuk 3) en een inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) door middel van boringen (hoofdstuk 4). Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een advies gegeven of vervolgstappen noodzakelijk zijn (hoofdstuk 5). Dit advies dient te worden getoetst door het bevoegd gezag, de gemeente Werkendam, waarna een besluit zal worden genomen of het plangebied kan worden vrijgegeven of dat vervolgstappen uitgevoerd dienen te worden. 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de archeologische waarden van het plangebied. Het bureauonderzoek heeft tot doel om een gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied op te stellen. De archeologische verwachting is gebaseerd op bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden in en om het plangebied. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied of een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen. Het is gericht op het verkrijgen van inzicht in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied en het inventariseren van eventueel aanwezige archeologische vondsten en/of sporen om een eerste indruk te vormen van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging hiervan. Een oppervlaktekartering, indien mogelijk, heeft tot doel het verzamelen van aan de oppervlakte liggende archeologische indicatoren door het belopen van akkers en/of het inspecteren van molshopen, geschoonde slootkanten en andere bodemontsluitingen. Rapport versie 2 Pagina 1 van 21

9 Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Zijn, daar waar het bodemprofiel intact is, archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats? Zo ja, wat is de aard en diepteligging ervan? Zijn er archeologische lagen aangetroffen (cultuur- en afvallagen cq. ophogingslagen)? Zo ja, wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? In welke mate stemmen de resultaten overeen met de verwachtingen? Indien er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is, wat zijn dan de gevolgen van de voorgenomen bodemingrepen voor de vindplaats? Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 9 en 1 maart 217 door drs. G.W.J. Spanjaard (senior prospector). Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op 14 en 15 maart 217. Het rapport is gecontroleerd door drs. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog). 3 BUREAUONDERZOEK 3.1 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 4., ), die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie en is ondergebracht bij het SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS1, LS2, LS3, LS4 en LS5. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS6. 2 Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: afbakening van het plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS1); beschrijving van de huidige en toekomstige situatie (LS2); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS3); beschrijving van bekende archeologische en historische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS4); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS5). Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn de volgende bronnen geraadpleegd: het Archeologische Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); geologische kaarten, geomorfologische kaarten en bodemkaarten; de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOLoket); literatuur en historisch kaartmateriaal; de recente topografische kaart (schaal 1:25.); recente luchtfoto s; 2 Beschikbaar via Rapport versie 2 Pagina 2 van 21

10 het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); de archeologische verwachtingskaarten van de gemeente Werkendam. 3.2 Afbakening van het plangebied Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het onderzoeksgebied en het plangebied. Het plangebied is het gebied waarbinnen feitelijk de bodemverstorende ingreep gaat plaatsvinden. Het onderzoeksgebied is het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden binnen het plangebied. Dit gebied is groter dan het plangebied. In het huidige onderzoek betreft het onderzoeksgebied het gebied binnen een straal van circa 1 kilometer rondom het plangebied. De onderzoekslocatie (± circa 6,9 ha.) ligt aan de Robijnsweg 15, circa 1,5 kilometer ten westen van Sleeuwijk in de gemeente Werkendam (zie figuur 1 en figuur 2). Volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa,5 m -NAP tot,5 m +NAP. Het gebied is kadastraal bekend als gemeente Werkendam, sectie R, nummers 177, 248, 249, 252, 254, 384, 417, 419, 42, 448, 471, 472, 1653, 1767, 1768, 1771 en 358. Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 38 G (schaal 1:25.), zijn de centrale coördinaten van de onderzoekslocatie X: / Y: Huidige situatie Voor het bureauonderzoek is het van belang de huidige situatie te onderzoeken. Landgebruik en bebouwing kunnen van invloed zijn op de archeologische verwachting. Het plangebied betreft het terrein van de bestaande rioolwaterzuiveringsinstallatie Sleeuwijk aan de Robijnsweg, evenals delen van het daaraan grenzende agrarische gebied (zie figuur 3). Ten oosten van het plangebied bevindt zich een watergang, met aan de overzijde daarvan een bedrijventerrein. Verder wordt het plangebied omgeven door onbebouwde, agrarische percelen. Bodemloket De overheid initieert middels het Bodemloket inzicht te geven in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit in Nederland in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsanering). Ook laat het Bodemloket zien waar vroeger (bedrijfs-) activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen. Tevens worden op het Bodemloket voormalige potentieel bodembedreigende bedrijfsactiviteiten weergegeven. Gegevens van het Bodemloket dienen als indicatief te worden beschouwd. Het raadplegen van het Bodemloket heeft voor het plangebied geen informatie opgeleverd Toekomstige situatie Het toekomstige gebruik van het plangebied kan bepalend zijn voor het vervolgtraject (behoud in-situ of behoud ex-situ van archeologische waarden). De toekomstige inrichting van het plangebied kan gevolgen hebben op het in-/ex-situ behoud van de archeologische waarde. 3 Rapport versie 2 Pagina 3 van 21

11 In het plangebied zijn diverse bodemingrepen gepland (zie bijlage 4). Ter plaatse van het RWZIterrein zullen diverse werkzaamheden plaats gaan vinden, waaronder het opschonen van bestaande sliblagunes, aanleg van nieuwe sliblagunes en aanleg van leidingen. Ten noorden van de bestaande RWZI zal een effluentleiding worden aangelegd, parallel aan een bestaande leiding (tussenafstand circa 3,5 m). De nieuwe leiding heeft een diameter van 8 cm. De te ontgraven sleuf zal aan de bovenzijde circa 7 m breed zijn en aan de basis circa 1,8 m breed. De basis van de sleuf komt te liggen op circa 2 m -mv. Aan de noordwestelijke zijde van de RWZI wordt een circa 5 m brede strook grond aangekocht, waar in de toekomst mogelijk een uitbreiding van de RWZI plaats zal gaan vinden. Grenzend aan de zuidwestelijke zijde van de RWZI zal een ontsluitingsweg worden aangelegd tussen het RWZI-terrein en de weg Vijcie. De ontsluitingsweg is bedoeld als bouwweg en zal circa 7 m breed worden in een aangekochte strook van circa 1 m breed. 3.5 Beschrijving van het historische gebruik In het plangebied kunnen naast archeologische sporen ook historische relicten voorkomen die nog in het landschap zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om historisch geografische relicten zoals nederzettingsvormen en wegen- en kavelpatronen. Veel van deze bewaard gebleven historische geografie geeft door de herverkavelingen in de tweede helft van de 2 e eeuw een incompleet beeld van het historisch landschap. Historische kaarten van vóór de herverkaveling zijn een goede aanvulling op het huidige incomplete beeld. Voor de historische ontwikkeling is naast het historisch kaartmateriaal ook relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd. Algemene historische ontwikkeling onderzoeksgebied 4,5 Vanaf het eind van de Vroege Middeleeuwen was in het gebied sprake van een sterke bevolkingstoename, vermoedelijk als gevolg van ontginning van de veengebieden. Als gevolg van de bevolkingstoename groeiden de nederzettingen op de oude woongronden en ontstonden tevens nieuwe bewoningskernen. Om in het levensonderhoud van de toegenomen bevolking te voorzien, werden de komgebieden ontgonnen, waarbij de oeverwallen als ontginningsbases dienden. Op de stroomgordels lagen de nederzettingen en de akkers, terwijl de komgebieden werden gebruikt als wei- en hooiland. Vanaf de 11 e eeuw werd gestart met de aanleg van kades en dijken om gebieden te beschermen tegen overstromingen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de volledige bedijking van het gebied, waardoor de waterstaatkundige eenheid Groote Waard ontstond. Als gevolg van de ontginning van het gebied vond bodemdaling plaats, waardoor het gebied in toenemende mate te kampen kreeg met dijkdoorbraken. In 1421 n. Chr. vond, onder invloed van een noordwester storm, een stormvloed plaats waardoor op grote schaal dijkdoorbraken, vermoedelijk door de slechte staat van onderhoud van de dijklichamen. Zeewater vanuit het westen en rivierwater vanuit het oosten stroomden de Groote Waard binnen, waardoor een uitgestrekt getijdengebied ontstond. Na de St. Elisabethsvloed werd het gebied geleidelijk herbedijkt, waarbij pas in 1461 opnieuw sprake was van een gesloten dijkring, in het oostelijke deel van het gebied (ten oosten van de Kornse Dijk). In het westelijke deel van het overstroomde gebied, ten westen van de Kornse Dijk, ontstonden geleidelijk aan- en opwassen die vervolgens in gebruik werden genomen, waardoor sprake was van zeer geleidelijke landaanwinning. Het huidige plangebied is gelegen in het Oude Land, daterend van Ellenkamp, 21. Rapport versie 2 Pagina 4 van 21

12 De oudst bekende vermelding van Sleeuwijk dateert uit De voetveer naar Gorinchem was vermoedelijk één van de oudste voetveren van Nederland en werd al genoemd in De veer is van groot belang geweest voor Sleeuwijk en is operationeel geweest tot de Merwedebrug werd geopend in In 1589 werd Sleeuwijk grotendeels verwoest nadat de dijk van de Boven-Merwede werd doorgebroken. Vanaf het eind van de 16 e eeuw werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd, bestaande uit inundatiegebieden en versterkingen. De linie vormde de oostelijke verdediging van de vesting Holland. Als onderdeel van de linie zijn verschillende forten aangelegd, ondermeer in de directe omgeving van het plangebied. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte het gebied opnieuw onderdeel uit van een linie. Deze linie betrof een Duitse verdedigingslinie, de Hintere Wasserstellung, en was bedoeld om een invasie vanuit de kuststreek te vertragen. In de tweede helft van de 2 e eeuw heeft een grootschalige herverkaveling plaatsgevonden, waarbij aanzienlijke ingrepen in percelering en watersysteem hebben plaatsgevonden. Historisch kaartmateriaal De situatie van het plangebied is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Bron Periode Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving D. Veelwaard, naar F.W. Conrad; Kaart van de Landen van Heusden en Altena Gelegen binnen het Oude Land van Althena. Noordelijke deel langs Robijns Kil, zuidelijke deel grenst aan / ter plaatse van weg en watergang tussen Merwededijk en Sleeuwijkse Molen. Kadastrale minuut :2.5 Gelegen binnen Sleeuwijksche Polder. Onbebouwd en in agrarisch gebruik (akkers, weilanden en grineden). Bebouwingslint langs huidige Kerkeinde (dijk langs de Merwede). Ontsluitingsweg vanuit bebouwingslint in zuidelijke richting, langs voormalige Robijns Kil, en uiteindelijk door plangebied. Robijns Kil grotendeels in agrarisch gebruik genomen, op uiterst noordelijke deel na. Vijci Weg en Vliet langs zuidelijke uiteinde plangebied, min of meer ter plaatse van huidige weg Vijcie. Militaire topografische kaart (veldminuut) :5. Grotendeels ongewijzigd. Grotendeels ongewijzigd. Militaire topografische kaart (veldminuut) :5. Grotendeels ongewijzigd. Ontsluitingsweg loopt niet langer door binnen plangebied. Grotendeels ongewijzigd. Topografische kaart 199 1:25. RWZI aangelegd. zuidelijke deel in gebruik als boomgaard. Robijnsweg aangelegd. Kanaal langs oostelijke zijde plangebied. Bedrijventerreinen aan overzijde. Toename bebouwing. De grootschalige ontginningsgeschiedenis van de Groote Waard sinds de St. Elisabethsvloed, zoals hierboven beschreven, is goed waar te nemen op de historische kaart uit 1798 (zie figuur 4). De scheiding tussen de oude en nieuwe ontginningen is duidelijk waar te nemen. De gebieden ten oosten van de Kornse dijk zijn aangemerkt als T Oude Land van Althena. Het huidige plangebied is gelegen binnen dit oude land. Ten westen en zuiden hiervan liggen de jonge landaanwinningen. In de ingepolderde gebieden zijn de van oorsprong natuurlijke kreken opgenomen in het watersysteem. De grootschalige topografische indeling is vergelijkbaar met de huidige. De basis van het (water)wegennet is reeds aanwezig. 6 Brabant in Kaart. 7 Beeldbank Cultureelerfgoed Rapport versie 2 Pagina 5 van 21

13 In de 19 e eeuw blijft de situatie in en rondom het plangebied grotendeels ongewijzigd. Langs de Sleeuwijkse Dijk / Kerkeinde was ten noorden van het plangebied sprake van een Bebouwingslint. Vanaf de dijk was een ontsluitingsweg aanwezig in zuidelijk richting, langs de Robijns Kil op, die ook door het plangebied lag. Langs de zuidelijke begrenzing van het plangebied lagen de Vijci Weg en vliet, ter plaatse van de huidige Vijcie. De weg en vliet waren in de 19 e eeuw nog niet recht getrokken. Het gebied was verder grotendeels onbebouwd en in agrarisch gebruik. Langs en ter plaatse van de (voormalige) Robijns Kil, die in de 19 e eeuw grotendeels in agrarisch gebruik was genomen, bevonden zich grienden, in de overige gebieden lagen akkers en weilanden. In de eerste helft van de 2 e eeuw bleef bovenstaande situatie grotendeels ongewijzigd. In de tweede helft van de 2 e eeuw werd de huidige Vijcie aangelegd, min of meer ter plaatse van de historische weg maar met een recht tracé. De grienden werden in gebruik genomen als weilanden en enkele percelen werden aangeplant met boomgaard. De ontsluitingsweg lag niet langer door het plangebied, maar eindigde aan de noordelijke begrenzing. De Robijnsweg werd aangelegd en de vanuit het restant van de Robijnskil werd een nieuwe watergang aangelegd in zuidelijke richting, langs de oostelijke begrenzing van het plangebied. Aan het eind van de 2 e eeuw werd de RWZI gerealiseerd in het plangebied en vond een sterke toename van (bedrijfs)bebouwing plaats in het omringende gebied. Tweede Wereldoorlog Om vast te stellen of mogelijke archeologische waarden uit de Tweede Wereldoorlog in het plangebied aanwezig zijn, is een aantal publicaties geraadpleegd. 8 Het raadplegen van deze bronnen geeft geen redenen om aan te nemen dat er archeologische waarden uit de Tweede Wereldoorlog in het plangebied te verwachten zijn. 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uitgezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw, de bodem en de hydrologie van een gebied te bestuderen. 8 Amersfoort & Kamphuis, 199/De Jong, /ikme.nl /Klep & Schoenmaker, 1995/Zwanenburg, 199. Rapport versie 2 Pagina 6 van 21

14 De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel II. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens Geologie 9 Geomorfologie 1 Bodemkunde 11 Gegevensomschrijving Fluviatiele afzettingen van de Formatie van Echteld, afgewisseld met veen van de Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket Grotendeels rivierkom- en oeverwalachtige vlakte (code 2M22). Uiterst noordoostelijke hoek en oostelijke rand: overloopgeul (code 2R12) Grotendeels kalkoudende poldervaaggronden in zavel (code Rn52A). Uiterst zuidelijke hoek: kalkhoudende poldervaaggronden in zavel en lichte klei (code Rn66A) Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn- Maas Delta 12 Gelegen ter plaatse van het Pleistocene Terras X en de Holocene beddinggordels van Rijswijk ( BP) en Biesbosch (529-2 BP). Algemene geologische ontwikkeling 13 Het plangebied ligt op de grens tussen het rivierengebied van de Holocene Rijn-Maas delta en het perimarien gebied, waar de sedimentatie van de Rijn en Maas onder invloed staat van getijdenbewegingen. Ongeveer halverwege de duur van de laatste ijstijd, tijdens het Midden-Weichselien (circa 55. tot 13. jaar geleden) voerde de Rijn zijn water in zijn geheel af in westelijke richting, ten zuiden van het stuwwallengebied van de Veluwe naar de Noordzee. De kustlijn lag op een aanzienlijk afstand ten westen van de huidige kustlijn, doordat de zeespiegel tot 12 m -NAP lag. De Rijn en de zijrivier de Maas hadden een vlechtend karakter, in de vorm van ondiepe, brede en snel verleggende geulen. In brede riviervlaktes werden sedimenten afgezet bestaande uit met name grove, grindhoudende zanden. Deze afzettingen behoren tot het Laagpakket 5 van de Formatie van Kreftenheye. De destijds gevormde riviervlakte wordt aangeduid als het Pleniglaciaal terras of Laagterras. Aan het einde van het Weichselien, tijdens het Laat-Glaciaal (13. tot 1.15 jaar geleden), waren er perioden dat het klimaat milder was. Het landschap raakte in deze periodes geleidelijk bedekt met een aaneengesloten vegetatie. Hierdoor verminderde de sedimentaanvoer vanuit het achterland (stroomgebied van de Rijn). Ook de waterafvoer werd regelmatiger. Hierdoor ging de Rijn zich insnijden en veranderde het geulpatroon van vlechtend naar meanderend. De afvoer concentreerde zich in het meanderend riviersysteem in één centrale, diepere en meanderende geul. Tijdens overstromingen door hoogwater werd op het hoger gelegen Laagterras een vrij stugge, sterk zandige kleilaag afgezet. Deze kleilaag staat bekend als de Laag van Wijchen (Wijchen I). Het definitieve einde van het Laat-Glaciaal, en daarmee van het Weichselien, werd gekenmerkt door een korte, zeer koude en droge fase, het Jonge Dryas (1.5 tot 1.15 jaar geleden). De gesloten vegetatie maakt weer plaats voor toendra en het landschap wordt opener. De Rijn neemt weer een vlechtend patroon aan, waarbij de oude Kreftenheye 5 deels wordt geresedimenteerd in een nieuw gevormd lager gelegen terras, het Late Dryas-terras of Terras X genaamd. De afzettingen worden geologisch gezien gerekend tot het Laagpakket 6 van de Formatie van Kreftenheye. 9 Mulder et al., Alterra, Stichting voor Bodemkartering, Cohen et al., De Mulder et al., 23 / Berendsen, 28. Rapport versie 2 Pagina 7 van 21

15 Na het Jonge Dryas begon het huidige geologische tijdperk van het Holoceen. Het klimaat veranderde definitief met snel stijgende temperaturen, het vallen van meer neerslag en de ontwikkeling van een loofvegetatie op de hogere delen en een broekvegetatie (berken-elzenbroekbos) en de vorming van laagveen in de nattere en lager gelegen gebieden. De Rijn ging zich weer insnijden en nam opnieuw weer een meanderend patroon aan. Tijdens de eerste overstromingen in het Vroeg-Holoceen werd wederom een sterk zandige, grijsblauw kleurende klei afgezet, aangeduid als de Laag van Wijchen II van de Formatie van Kreftenheye. Deze laag is vergelijkbaar met de Laag van Wijchen I. Door de stijging van de zeespiegel schoof de terrassenkruising (het overgangspunt waar stroomopwaarts de rivier zich insnijdt en stroomafwaarts aggradeert) naar het oosten op. Rond het midden van het Atlanticum (7.5 jaar gelegen) lag de terrassenkruising ter hoogte van het huidige plangebied. Ten gevolge van variaties van de waterstand in de rivierbedding en de daarmee gepaard gaande fluctuaties van erosie kwamen in de binnenbochten van de meanders kronkelwaarden tot ontwikkeling. Deze bestaat uit sikkelvormige kronkelwaardruggen en tussenliggende kronkelwaardgeulen. Tijdens jaarlijkse overstromingen werd vooral het zandige materiaal dicht bij de rivierbedding afgezet, in de vorm van hoog gelegen oeverwallen of stroomruggen, de zogenaamde stroomgordelafzettingen. Het fijnere materiaal (vooral klei) werd verder van de rivierloop als komafzettingen afgezet, daar waar het water rustiger stroomde (de lager gelegen komgebieden). Omdat de oeverwallen langs de rivier niet overal even hoog waren was het mogelijk dat bij hoog water het water over de laagste delen van de oeverwal stroomde. Door erosie werd een geul door de oeverwal uitgesleten, een zogenaamde crevassegeul. Crevassegeulen gedragen zich als een miniatuur rivierbedding, waarbij in en langs de geulen sedimentatie plaatsvindt, in de vorm van crevasse-afzettingen (vroeger ook wel beschreven als oevergronden of natuurlijke overslaggronden). Crevasse-afzettingen zijn minder dik dan stroomgordelafzettingen, smaller, en meestal slechts over enkele honderden meters, tot hoogstens enkele kilometers te volgen. Hun lithologische opbouw is vaak bijzonder complex; op korte afstand is de lithologische variatie zeer groot. Crevassecomplexen zijn, in relatief zeldzame gevallen, uitgegroeid tot een rivierverlegging (avulsie) in de tijd voordat de bedijking van de grote rivieren plaatsvond. Bovengenoemde Holocene fluviatiele afzettingen worden gerekend tot de Formatie van Echteld. Daar waar geen sediment van de Rijn werd afgezet vond veenvorming plaats en dit behoord tot de Formatie van Nieuwkoop. Als gevolg van de nog steeds snel stijgende zeespiegel, de snelle verticale accumulatie van sediment en de erosiebestendigheid van de oever (klei en veen) kreeg de Rijn aan het einde van het Atlanticum en het begin van het Subboreaal (ca. 6. laar geleden, zie bijlage 1) binnen het centrale deel van de Rijn-Maas delta een meer anastomoserend karakter, gekenmerkt door smalle, diepe riviergeulen met nauwelijks oeverwallen en die onderling met elkaar verbonden waren. Uit recent onderzoek in het Munnikenland, ten oosten van de Afgedamde Maas, is gebleken dat langs de anastomoserende riviergeulen nauwelijks oeverwallen werden gevormd, maar eerder sprake was van rustige insnijding in de komafzettingen, zonder afzettingen buiten deze insnijding. Door de voortdurende sedimentatie van de rivieren en de veengroei verdween een verlaten stroomgordel geleidelijk onder een pakket jonge sedimenten. De oudste stroomgordels liggen zodoende het diepst verborgen onder het huidige maaiveld. Het plangebied wordt op verschillende locaties doorsneden door de beddinggordels van de Rijswijk stroomgordel (actief in de periode BP). Rond 4. jaar geleden begint de snelheid van de zeespiegelstijging af te nemen en ontstond er een gesloten kustlijn. De gevormde kustbarrière zorgde voor het ontstaan van een rustig en nat milieu landinwaarts. De Rijn kreeg weer een meanderend karakter. Tussen de rivieren vond op grote schaal veenvorming plaats in de vorm van bos- en broekveen. Het veen wordt gerekend tot het Hollandveen Laagpakket van de Formatie van Nieuwkoop. Rapport versie 2 Pagina 8 van 21

16 Na de bedijking van het gebied zijn als gevolg van dijkdoorbraken, door de kracht van het overstromende water, vele uitkolkingsgaten gevormd. Deze worden ook wel aangeduid als wiel, woerd of waai. Het materiaal dat ter plaatse van het wiel werd geërodeerd, werd als een waaier aan de stroomafwaartse zijde afgezet (overslagen). In de stormnacht van 18 november 1421 braken de dijken op meerdere plaatsen. Tijdens deze St. Elizabethsvloed werd een groot gebied omgevormd tot een uitgestrekt estuarium, waarin de zee en de rivieren vrij spel hadden. De afzettingen die tijdens en na deze vloed zijn afgezet worden gerekend tot de Formatie van Naaldwijk Laagpakket van Walcheren. Na de St. Elizabethsvloed in 1421 ontstonden er geleidelijk steeds meer problemen als gevolg van verzandingen in de riviermondingen. Om overstromingen, verzandingen en het ontstaan van ijsdammen tegen te gaan, werden aan het eind van de 19 e eeuw meerdere werken uitgevoerd die de rivierproblematiek op moesten lossen. In 185 werd begonnen met de aanleg van de Nieuwe Merwede. Omstreeks 19 werd de Bergsche Maas gegraven en daarna werd de Maas ter hoogte van Giessen afgedamd, waarmee Maas en Waal waren gescheiden. Daarmee werd de activiteit van de Maas definitief aan banden gelegd. Sinds die tijd vindt sedimentatie eigenlijk alleen nog plaats in de uiterwaarden van de huidige rivierlopen. DINO 14 Het Dinoloket is de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO). Het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen, resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. De site wordt beheerd door TNO. In het Dinoloket zijn enkele boringen bestudeerd. 15 Hieruit blijkt dat de ondergrond ter hoogte van het zuidelijke deel van het plangebied bestaat uit een circa 1,1 tot 2,3 m dik pakket zandige klei op zwak siltige klei, met daaronder tot 4 m -mv veen. Ter plaatse van de overloopgeul is sprake van een afwisseling van klei, zand en veen. Geomorfologie De geomorfologische kaart van Nederland geeft de mate van reliëf en de vormen die in het landschap te onderscheiden zijn weer. Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:5.) ligt het plangebied grotendeels in een gebied van rivierkom- en oeverwalachtige vlaktes (code 2M22; zie figuur 19). De uiterst noordoostelijke hoek en oostelijke rand zijn gelegen ter plaatse van een overloopgeul (code 2R12). Deze geul is onderdeel van de stroomgordel van Biesbosch, daterend vanaf de St. Elizabethsvloed in Het Oude Land van Altena, waar het plangebied onderdeel van uit maakt, is relatief kort na de St. Elisabethsvloed opnieuw bedijkt, waardoor slechts een relatief dun dek van getijde-afzettingen heeft kunnen sedimenteren. Het fluviatiele reliëf, daterend van voor 1421, is hierdoor aan het maaiveld nog goed herkenbaar. Dit is ook duidelijk te zien op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). 16 Het gebied wordt gekenmerkt door vlaktes, afgewisseld door ruggen die gevormd worden door de hoger gelegen stroomgordels DINO boornummers B38G45, B38G443, B38G Rapport versie 2 Pagina 9 van 21

17 Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 17 Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laseraltimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. De hoogteligging van het maaiveld varieert van circa,5 m -NAP tot,5 m +NAP (zie figuur 6). De hoogst gelegen terreindelen betreffen daarbij antropogene ophogingen ter plaatse van de RWZI en de verhoogd aangelegde infrastructuur. Daarbuiten varieert het maaiveld van circa,5 m -NAP tot circa,2 m +NAP. De beddinggordels van Rijswijk zijn ter herkennen als relatief hoog gelegen ruggen. De top van deze ruggen ligt ter plaatse van het plangebied op circa,3 m -NAP tot,1 m +NAP. Hiertussen liggen lager gelegen, vlakke komgebieden. Uitzondering vormt het uiterst noordelijke deel van het plangebied, gelegen ten noorden van de meest noordelijke beddinggordel van Rijswijk (grofweg ten noorden van het oost-west georiënteerde deel van de Robijnsweg). Hier is sprake van een relatief hoog gelegen gebied dat vermoedelijk een doorbraakwaaier betreft die ontstaan is tijdens de St. Elizabethsvloed, ter plaatse van de doorbraak waar de Robijns Kil is ontstaan. Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:5.) is het plangebied grotendeels gekarteerd als kalkhoudende poldervaaggrond in zavel (code Rn52A, zie figuur 7). De uiterst zuidelijke hoek is gekarteerd als kalkhoudende poldervaaggronden in zavel en lichte klei (code Rn66A) Poldervaaggronden betreffen zavel- en kleigronden waarbij geen veen voorkomt binnen 8 cm -mv, die geheel gerijpt zijn, die geen donkere bovengrond hebben en niet bruin zijn. Deze gronden komen voor in vrijwel alle komgronden, waar sprake is van ondiepe grondwaterstanden en een slechte doorlatendheid van het bodemprofiel. Hierdoor is slechts een dunne humeuze bovengrond ontstaan, waaronder zich direct gley-vlekken bevinden in de top van de C-horizont. 3.7 Archeologische waarden Voor de uitkomst van het bureauonderzoek is het van belang de bekende archeologische waarden (al dan niet volledig onderzocht) te beschrijven. Een belangrijke informatiebron is het landelijke ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), dat beheerd wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). 18 In dit systeem worden alle archeologische gegevens verzameld en via internet zijn deze door bevoegden te raadplegen. De bekende archeologische waarden zijn middels kaartmateriaal weergegeven in figuur 8. Tevens zijn in de figuur de indicatieve archeologische waarde en de in ARCHIS geregistreerde AMKterreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen binnen een straal van 1 km weergegeven. Gemeentelijke Cultuurhistorische Beleidskaart 19 Volgens de gemeentelijke cultuurhistorische beleidskaart ligt het plangebied in een gebied van overslaggronden en crevasses. Verder zijn geen elementen of structuren weergegeven in het plangebied Archeologisch informatiesysteem Archis3, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort 19 Ellenkamp, 21. Rapport versie 2 Pagina 1 van 21

18 Archeologische beleidskaarten Gemeente Werkendam 2 Sinds 27 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht (WAMZ). Het doel van deze wet is te voorkomen dat archeologische waarden uit het verleden verloren gaan. In deze wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beheer van het bodemarchief binnen hun grondgebied. Voor een goed beheer van dit bodemarchief gebruikt de gemeente een archeologische beleidskaart. De archeologische beleidskaart geeft een gemeentebreed overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De kaart maakt inzichtelijk waar en bij welke ruimtelijke ingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is en wordt als toetsingskader gebruikt voor ruimtelijke procedures. De gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg hebben een gemeenschappelijke archeologische beleidskaart. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Werkendam ligt het plangebied binnen een gebied met een zoetegetijdenkleidek (zie figuur 9). Voor de beddinggordels van de Rijswijk stroomgordel geldt een middelhoge archeologische verwachting, waarbij de resten worden verwacht op een diepte van -,5 m -mv. In deze gebieden dient, bij bodemingrepen met een oppervlakte groter dan 1 m 2 en die dieper reiken dan 3 cm -mv, archeologisch inventariserend onderzoek uitgevoerd te worden. Voor de overige delen van het plangebied geldt een lage archeologische verwachting. Hier geldt bij bodemingrepen geen archeologische onderzoeksplicht. AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van archeologische monumenten/terreinen in Nederland. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn deze ingedeeld in vier categorieën; terreinen met archeologische waarde, een hoge archeologische waarde, een zeer hoge archeologische waarde of een zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. Het plangebied ligt niet binnen een AMK-terreinen. Binnen het onderzoeksgebied liggen geen AMKterreinen (zie figuur 8). In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen het onderzoeksgebied Binnen het onderzoeksgebied zijn in de afgelopen jaren door verschillende archeologische bedrijven en instellingen in totaal drie archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij om bureauonderzoeken en booronderzoeken (zie Tabel III en figuur 8). Tabel III. Overzicht onderzoeksmeldingen Zaaknummer (OMnummer) en Situering t.o.v. plangebied In het plangebied Aard, uitvoerder en resultaten van het onderzoek Type onderzoek: bureau- en booronderzoek Toponiem: persleidingtracé Sleeuwijk - Dussen Uitvoerder: Econsultancy Datum: 216 Resultaat: In het kader van de nieuw aan te leggen persleiding Sleeuwijk - Dussen zijn een bureau- en booronderzoek uitgevoerd. Het noordelijke uiteinde van het persleidingtracé ligt langs de zuidelijke begrenzing van het RWZI-terrein Sleeuwijk en doorsnijdt het huidige plangebied. Direct ten westen van het RWZI-terrein, ter plaatse van de beddinggordel van Rijswijk, zijn zes boringen gezet en is tevens een maaiveldkartering uitgevoerd. De bodemopbouw bestond uit beddingzand en een dun pakket oeverafzettingen, reikend tot aan het maaiveld. Een zoetegetijdenkleidek is niet aangetroffen. Mogelijk is deze geheel opgenomen in de bouwvoor. In één van de boringen is een fragment kogelpotaardewerk (11-13 n. Chr.) aangetroffen. Geadviseerd is om hier een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. 2 Ellenkamp, 21. Rapport versie 2 Pagina 11 van 21

19 m ten oosten (23369) (5617) en (562) 75 meter ten noordoosten 95 meter ten noordwesten Type onderzoek: bureauonderzoek Toponiem: A27 Gorinchem Uitvoerder: Vestigia BV Datum: Resultaat: Niet bekend in ARCHIS of DANS EASY. Type onderzoek: bureau- en booronderzoek Toponiem: Kerkeind Sleeuwijk Uitvoerder: RAAP Archeologisch Adviesbureau Datum: Resultaat: Op basis van het bureauonderzoek en het gehanteerde veldonderzoek (karterend booronderzoek) is geadviseerd geen vervolgonderzoek uit te voeren. Tijdens het onderzoek zijn uitsluitend indirecte indicatoren aangetroffen. Type onderzoek: bureau- en booronderzoek Toponiem: Sleeuwijk Uitvoerder: Econsultancy BV Datum: Resultaat: Volgens de opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting was de kans op het voorkomen van archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum tot en met de IJzertijd zeer laag. De kans op het voorkomen van nederzettingsterreinen uit de Romeinse tijd - Nieuwe tijd was middelhoog. Op basis van de tijdens het veldonderzoek waargenomen bodemverstoringen in het noorden van de locatie en de afwezigheid van archeologische indicatoren in het opgeboorde materiaal, is geconcludeerd dat archeologische waarden niet meer in situ worden verwacht. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, is op basis van de resultaten van het booronderzoek bijgesteld naar laag voor alle perioden. Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek is geadviseerd om het plangebied vrij te geven. Vondsten en/of grondsporen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan alle bekende archeologische vondsten en grondsporen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen vondsten en/of grondsporen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staat één vondst geregistreerd (zie Tabel IV en figuur 8). Tabel IV. Overzicht ARCHIS-vondsten Zaaknummer Locatie t.o.v. plangebied Omschrijving (Waarnemingsnr.) (25119) 7 meter ten noordoosten Romeinse tijd : - 2 koperen munten, 3.8 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Tabel V. Gespecificeerde archeologische verwachting Verwachtingszone Beddinggordel Rijswijk Beddinggordel Biesbosch van van Gespecificeerde verwachting Middelhoog tot hoog Periode Te verwachten resten Verwachte diepte IJzertijd - Middeleeuwen Laag 1421 n. Chr. - heden Overige delen Laag Laat-Paleolithicum - Nieuwe tijd Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Resten van jachtkampen. Bewoningssporen van een (boeren)erf. Natuurstenen voorwerpen, kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen -,5 m -mv -,5 m -mv - 1 m -mv Rapport versie 2 Pagina 12 van 21

20 Het plangebied is gelegen in het rivierengebied en wordt doorsneden door twee verschillende Holocene beddinggordels. De beddinggordels hebben over het algemeen in het verleden gunstige nederzettingslocaties gevormd als gevolg van de relatief hoge ligging en de nabijheid van open water(verbindingen). Voor de beddinggordel van Rijswijk geldt op basis op basis van ligging op een relatief kleien stroomgordel een middelhoge tot verwachting voor resten daterend vanaf de IJzertijd. Op korte afstand van het plangebied is in de top van deze beddinggordel een fragment Laat- Middeleeuws aardewerk aangetroffen. Voor de Late Middeleeuwen geldt derhalve een hoge verwachting. Voor de beddinggordel van Biesbosch geldt, in tegenstelling tot de verwachting voor oudere beddinggordels, een lage verwachting. De Biesbosch beddinggordel vormt een relatief laag gelegen en nat gebied, dat niet geschikt wordt geacht voor bewoning. In de tussenliggende komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor alle periodes. De resten worden verwacht in de Holocene afzettingen en in de top van het Pleistoceen zand (op circa 1 m -mv). Bodemverstoring Dat een gebied een middelhoge of hoge archeologische verwachting heeft, betekent niet dat eventuele aanwezige archeologische resten behoudenswaardig zijn. De waarde van archeologische vindplaatsen wordt grotendeels bepaald door de mate waarin grondsporen dan wel vondsten in situ bewaard zijn gebleven. Op het terrein van de bestaande RWZI hebben grootschalige, diepe bodemverstoringen plaatsgevonden bij aanleg van de RWZI. Ter plaatse van de verschillende bassins en bebouwing is het bodemprofiel tot grote diepte verstoord. Ook ter plaatse van de bestaande ondergrondse en bovengrondse infrastructuur zullen eventueel aanwezige archeologische resten (deels) verstoord zijn geraakt, aangezien de archeologische resten direct vanaf het maaiveld verwacht worden. Op het terrein van de RWZI worden dan ook geen intacte vindplaatsen meer verwacht. Voor de overige delen van het plangebied geldt dat deze in het verleden in agrarisch gebruik zijn geweest. Hierdoor zal een vermoedelijk circa 3 cm dikke bouwvoor zijn ontstaan. Hieronder wordt verwacht dat het bodemprofiel grotendeels intact is. Uitzondering hierop vormt het bestaande leidingtracé dat parallel ligt aan de nieuw aan te leggen effluentleiding. De aanlegsleuf van de bestaande leiding heeft een overlap met de nieuw aan te leggen aanlegsleuf. Ter plaatse van deze voormalige aanlegsleuf zullen eventueel aanwezige resten verloren zijn gegaan. Rapport versie 2 Pagina 13 van 21

21 3.9 Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Voor het bureauonderzoek is een drietal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het bureauonderzoek de daarvoor benodigde gegevens hebben opgeleverd. Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Op het terrein van de bestaande RWZI hebben grootschalige, diepe bodemverstoringen plaatsgevonden bij aanleg van de RWZI. Ter plaatse van de verschillende bassins en bebouwing is het bodemprofiel tot grote diepte verstoord. Ook ter plaatse van de bestaande ondergrondse en bovengrondse infrastructuur zullen eventueel aanwezige archeologische resten (deels) verstoord zijn geraakt, aangezien de archeologische resten direct vanaf het maaiveld verwacht worden. Op het terrein van de RWZI worden dan ook geen intacte vindplaatsen meer verwacht. Voor de overige delen van het plangebied geldt dat deze in het verleden in agrarisch gebruik zijn geweest. Hierdoor zal een vermoedelijk circa 3 cm dikke bouwvoor zijn ontstaan. Hieronder wordt verwacht dat het bodemprofiel grotendeels intact is. Uitzondering hierop vormt het bestaande leidingtracé dat parallel ligt aan de nieuw aan te leggen effluentleiding. De aanlegsleuf van de bestaande leiding heeft een overlap met de nieuw aan te leggen aanlegsleuf. Ter plaatse van deze voormalige aanlegsleuf zullen eventueel aanwezige resten verloren zijn gegaan. Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoog gelegen beddinggordel of een rivierduin)? Het plangebied wordt doorsneden door enkele beddinggordels van de Rijswijk stroomgordel. Deze beddinggordels vormen aandachtslocaties, aangezien deze vanaf de IJzertijd mogelijk aantrekkelijke bewoningslocaties hebben gevormd. Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het plangebied is gelegen in het rivierengebied en wordt doorsneden door twee verschillende Holocene beddinggordels. De beddinggordels hebben over het algemeen in het verleden gunstige nederzettingslocaties gevormd als gevolg van de relatief hoge ligging en de nabijheid van open water(verbindingen). Voor de beddinggordel van Rijswijk geldt op basis op basis van ligging op een relatief kleine stroomgordel een middelhoge tot hoge verwachting voor resten daterend vanaf de IJzertijd. Op korte afstand van het plangebied is in de top van deze beddinggordel een fragment Laat-Middeleeuws aardewerk aangetroffen. Voor de Late Middeleeuwen geldt derhalve een hoge verwachting. Voor de beddinggordel van Biesbosch geldt, in tegenstelling tot de verwachting voor oudere beddinggordels, een lage verwachting. De Biesbosch beddinggordel vormt een relatief laag gelegen en nat gebied, dat niet geschikt wordt geacht voor bewoning. Oudere resten zullen ter plaatse van de Biesbosch beddinggordel zijn geërodeerd. In de tussenliggende komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor alle periodes. De resten worden verwacht in de Holocene afzettingen en in de top van het Pleistoceen zand (op circa 1 m -mv). Rapport versie 2 Pagina 14 van 21

22 3.1 Aanbevolen onderzoeksmethode Gezien de in dit bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting is binnen het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk om deze te toetsen. Het vervolgonderzoek kan het beste worden uitgevoerd in de vorm van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Gezien de kleine omvang van het plangebied, de ligging van het archeologisch niveau direct onder de bouwvoor en een verwachting van een archeologische laag of vondststrooiing met een hoge vondstdichtheid (> 4 vondsten/m 2 ) is in dit stadium de meest geschikte onderzoeksmethode een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Verspreid in het plangebied dienen boringen te worden gezet om inzicht te krijgen in de toestand van het bodemprofiel. Tevens dient gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Daar waar sprake is van een (deels) intact profiel dient de laag waar archeologische indicatoren meest waarschijnlijk kunnen worden verwacht versneden en/of verbrokkeld te worden om het systematisch te doorzoeken op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem, bot etc. Door middel van het gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek dient te worden vastgesteld of er binnen het plangebied archeologische resten in situ te verwachten zijn. Gezien de verwachting dat archeologische waarden vanaf het maaiveld tot vlak onder de bouwvoor voorkomen, en het plangebied in agrarisch gebruik is, dient het booronderzoek waar mogelijk (locaties waar sprake is van goede vondstzichtbaarheid aan het maaiveld) aangevuld te worden met een oppervlaktekartering. Hierbij dient het plangebied systematisch afgelopen te worden in raaien met een tussenafstand van 5 meter. Aan het maaiveld voorkomende archeologische indicatoren worden ingemeten en verzameld. Het veldonderzoek kan beperkt worden tot de beddinggordels van de Rijswijk stroomgordel en de bijbehorende oeverzones. Tevens kan het onderzoek beperkt worden tot de terreindelen buiten het RWZI-terrein, waar eventueel aanwezige vindplaatsen grotendeel verstoord zullen zijn geraakt. 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 4.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek, conform de eisen van de BRL SIKB 4 (versie 4., ) en KNA, versie 4., specificatie VS3. Voor het inventariserend veldonderzoek is op 1 maart 217 door drs. G.W.J. Spanjaard (senior prospector) een Plan van aanpak (PvA) opgesteld. In totaal zijn er met behulp van een edelmanboor (diameter 12 cm) en een gutsboor (diameter 3 cm) 24 boringen gezet tot dieptes variërend van 1 tot 3 m -mv (zie figuur 1). Er is in vier raaien geboord met een afstand van 2 m tussen de raaien (op het deel waar meerdere (twee) raaien zijn geplaatst) en een afstand van 25 m tussen de boringen. De raaien zijn verspringend ten opzichte van elkaar gezet, waardoor een systeem bestaande uit gelijkbenige driehoeken ontstaat. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven. 21 De exacte locatie van de boringen (x-, y- en z-waarden) is vastgelegd met behulp van dgps. 21 Bosch, 25. Rapport versie 2 Pagina 15 van 21

23 Aan de hand van het opgeboorde materiaal is beoordeeld of er wel, niet of deels sprake is van een gaaf bodemprofiel. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Daar waar sprake is van een (deels) intact profiel is de laag waar archeologische indicatoren meest waarschijnlijk kunnen worden verwacht verbrokkeld/versneden om het te inspecteren op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten, aardewerk, houtskool, verbrande leem, bot etc. Naast het boren is in de noordelijke en centrale delen van het plangebied (ter plaatse van de boringen 8-24 een oppervlaktekartering uitgevoerd, bestaande uit het systematisch aflopen van het terrein in raaien met een tussenafstand van 5 meter. Hierbij zijn aan het maaiveld voorkomende archeologische indicatoren verzameld. De locatie van de archeologische indicatoren is met behulp van een GPS ingemeten. Vanwege het gebruik van het zuidelijke deel van het plangebied (grasland) was het niet mogelijk om ter plaatse van de boringen 1-7 een oppervlaktekartering uit te voeren. 4.2 Resultaten Geologie en bodem De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de vorm van boorprofielen en worden in bijlage 5 weergegeven. In het uiterst zuidelijke deel van het plangebied, ter plaatse van de boringen 1 en 2, zijn oeverafzettingen (kalkrijke, sterk siltige en licht fijnzandige klei met een fining-up trend) van de Rijswijk stroomgordel aangetroffen, afgedekt met een circa 4-55 cm dikke laag komklei en daar bovenop een circa 7 cm dikke laag zandige klei, die geïnterpreteerd is als overstromingsdek van na de St. Elizabethsvloed in Tussen boring 2 en 3 wiggen de oeverafzettingen uit op veen van de Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen laagpakket. In boring 3 bestaat de bodemopbouw uit veen met daarop komklei (circa 55 cm) en zand en zandige klei daterend van na de St. Elizabethsvloed. De dikte van het overstromingsdek neemt toe van de stroomgordel af en ook de textuur van het overstromingsdek neemt in grofheid toe in deze richting. In de boringen 4-7 was de bodemopbouw vergelijkbaar met de opbouw in boring 3. Oever- of crevasse-afzettingen van de Rijswijk stroomgordel zijn hier niet aangetroffen. De bodemopbouw bestaat uit veen met daarop komklei en zand en zandige klei van na de St. Elisabethsvloed. In de top van de komklei is een vegetatiehorizont aanwezig. In de 5 m zone ten westen van de RWZI is de bodemopbouw complex. In de boringen 8 en 9 van de zuidoostelijke raai bleek sprake van komafzettingen (met vegetatiehorizont) met een overstromingsdek van zand en zandige klei, vergelijkbaar met de opbouw in de boringen 3-7). In de boringen 1-12 van deze raai zijn beddingzanden en oeverafzettingen van de Rijswijk stroomgordel aangetroffen. In boring 19 bleek opnieuw sprake van een dik pakket zand dat ontstaan is als overstromingdek. In de noordwestelijke raai (boringen 13-18) zijn dikke pakketten zand en zandige klei aangetroffen, waaronder in de boringen 16 en 17 komklei aanwezig bleek. Het is niet geheel duidelijk in welke mate hier sprake is van bedding- en oeverafzettingen van de Rijswijk stroomgordel en in hoeverre sprake is van zanden en kleien die onderdeel zijn van het overstromingsdek. Vermoedelijk heeft hier enige mate van erosie van de Rijswijk stroomgordel plaats gevonden, die verband zal houden met het geulsysteem van de Robijns Kil. Rapport versie 2 Pagina 16 van 21

24 In de meest noordelijk gelegen boorraai (boringen 2-24) zijn oeverafzettingen van de Rijswijk stroomgordel aangetroffen, afgedekt met een overstromingsdek. De oeverafzettingen zijn aangetroffen in 21 en 22 en bestaan uit uiterst siltige en licht fijnzandige klei met een fining-up trend. Op de oeverafzettingen ligt een 4 tot 65 cm dik pakket komklei, met daarop een 7 tot 1 cm dik overstromingspakket, bestaande uit siltig zand en zandige klei. In zuidelijke richting, tussen de boringen 21 en 2, wiggen de stroomgordelafzettingen uit op komafzettingen en veen. Ten noorden van boring 22 is in boring 23 een dik overstromingspakket, bestaande uit sterk zandige klei aangetroffen. Archeologische indicatoren In twee boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. Verder zijn aan het maaiveld op negen locaties indicatoren aangetroffen (MV-nummers, zie Tabel VI). De aangetroffen archeologische indicatoren zijn gedetermineerd door de heer P. Wemmerman materiaalspecialist van Econsultancy. Tabel VI. Overzicht aangetroffen archeologische indicatoren Diepte (cm -mv) Datering Indicator Boring nr Nieuwe tijd Puin (1x) e 19 e eeuw n. Chr. Stukje pijpensteel (1x, 18 e - 19 e eeuw), Puin (1x) Maaiveldvondsten MV nummer 1 18 e 19 e eeuw n. Chr. Mineraal waterkruik (1x) 2 16 e - 19 e eeuw n. Chr. Roodbakkend (1x, 16 e - 19 e eeuw), Roodbakkend (1x, 18 e 19 e 3 16 e 19 e eeuw n. Chr. Roodbakkend (1x, 16 e 19 e eeuw), Mineraal waterkruik (1x, 18 e eeuw) 19 e eeuw) 4 16 e 19 e eeuw n. Chr. Roodbakkend (1x 16 e 19 e eeuw) 5 Eind 16 e 19 e eeuw n. Chr. Pijpenkop (1x, eind 16 e begin 17 e eeuw), Roodbakkend (1x, 19 e eeuw, doet heel erg recent aan), Puin (1x) 6 16 e 19 e eeuw n. Chr. Roodbakkend (2x, 16 e 19 e eeuw), Mineraal waterkruik (1x, 18 e 19 e eeuw) 7 16 e 19 e eeuw n. Chr. Pijpensteel (1x, 17 e 19 e eeuw, iets dikker), Pijpensteel (1x, 18 e 19 e eeuw), Roodbakkend (1x, 16 e 19 e eeuw) 8 16 e 19 e eeuw n. Chr. Roodbakkend (1x, 16 e 19 e eeuw) 9 18 e 19 e eeuw n. Chr. Roodbakkend (1x, 18 e 19 e eeuw, bloempot?) Alle indicatoren dateren uit de Nieuwe tijd. Deze zijn vermoedelijk als gevolg van agrarisch landgebruik in het gebied verspreid geraakt. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van vindplaatsen daterend van voor de St. Elisabethsvloed zijn niet aangetroffen. Rapport versie 2 Pagina 17 van 21

25 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd; Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? In het plangebied is een overstromingsdek aanwezig, daterend van tijdens en na de St. Elizabethsvloed in Dit overstromingsdek bestaat uit zand en zandige klei. Hieronder bevinden zich stroomgordelafzettingen van de Rijswijk stroomgordel, komklei en veen. Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? De bodemopbouw is grotendeels intact. Wel zijn er aanwijzingen (onder meer het ontbreken van bodemvorming onder het overstromingdek in enkele boringen) dat tijdens en na de St. Elisabethsvloed plaatselijk erosie heeft plaatsgevonden. Verder zijn, op de 2-6 cm dikke recente bouwvoor na, geen grootschalige bodemverstoringen aangetroffen. Zijn, daar waar het bodemprofiel intact is, archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats? Zo ja, wat is de aard en diepteligging ervan? In de antropogene toplaag en in het onderliggende overstromingsdek zijn indicatoren aangetroffen, daterend vanaf de 17 e eeuw n. Chr. Deze indicatoren zijn vermoedelijk als gevolg van agrarisch gebruik (bemesting) in het gebied terecht gekomen. Indicatoren die wijzen op de aanwezigheid van een oudere vindplaats zijn niet aangetroffen. Zijn er archeologische lagen aangetroffen (cultuur- en afvallagen cq. ophogingslagen)? Zo ja, wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? Aan het maaiveld is een recente bouwvoor aanwezig, waarin indicatoren zijn aangetroffen daterend vanaf de 17 e eeuw n. Chr. Oudere cultuurlagen zijn niet aangetroffen. In welke mate stemmen de resultaten overeen met de verwachtingen? Op basis van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats dient de verwachting bijgesteld te worden tot een lage verwachting voor alle periodes. Indien er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is, wat zijn dan de gevolgen van de voorgenomen bodemingrepen voor de vindplaats? Niet van toepassing. 5 CONCLUSIE EN ADVIES 5.1 Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden. Dit gold met name voor de delen van het plangebied die gelegen zijn op de beddinggordel van de Rijswijk stroomgordel. Hier gold een middelhoge tot hoge verwachting voor archeologische resten uit de periode IJzertijd Middeleeuwen. Op een afstand van circa 35 m ten westen van de begrenzing van het plangebied, ter hoogte van boring 17, is bovendien bij eerder uitgevoerd onderzoek een fragment kogelpotaardewerk aangetroffen. Rapport versie 2 Pagina 18 van 21

26 Uit de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat binnen het plangebied inderdaad op drie locaties sprake is van stroomgordelafzettingen van de Rijswijk stroomgordel. Deze zijn (deels) afgedekt met een overstromingsdek daterend van tijdens en na de St. Elizabethsvloed in Ook zijn aanwijzingen aangetroffen dat bij deze overstromingen plaatselijk erosie van de stroomgordelafzettingen heeft plaatsgevonden, vermoedelijk in overstromingsgeulen die onderdeel zijn van het stelsel van de Robijns Kil. In het opgeboorde materiaal en aan het maaiveld in het noordelijke deel van het plangebied zijn geen indicatoren aangetroffen die een aanwijzing vormen voor de aanwezigheid van een vindplaats. Ook zijn geen archeologisch relevante cultuurlagen aangetroffen. De verwachting kan op basis van deze resultaten worden bijgesteld tot een lage verwachting voor alle periodes voor het gehele plangebied. 5.2 Advies Op basis van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Bovenstaande betrof het advies van Econsultancy. De resultaten van onderhavig zijn beoordeeld door (de adviseur van) het bevoegd gezag (gemeente Werkendam). Het bevoegd gezag neemt op basis hiervan een besluit. Er is getracht een gefundeerd advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wijst er op dat, dat indien er tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 5.1 van de Erfgoedwet uit juli 216 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Voor het melden van een vondst kunt u terecht bij de Infodesk info@cultureelerfgoed.nl of tel: ), de gemeente Werkendam of de Provincie Noord- Brabant. Rapport versie 2 Pagina 19 van 21

27 LITERATUUR Alterra, 23: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:25.. Amersfoort, H. & P.H. Kamphuis, 199: Mei 194. De strijd op Nederlands grondgebied. s- Gravenhage. Berendsen, H.J.A., 25: Fysische Geografie van Nederland, deel 4: Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's. Van Gorcum, Assen. Bosch, J.H.A., 25: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG 5-43-A). Cohen, K.M., E. Stouthamer, H.J. Pierik en A.H. Geurts, 212: Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn-Maas Delta. Universiteit Utrecht. Cruyningen, P.J. van, 25: Landgoederen en landschap in de Graafschap. Uitgeverij Matrijs, Utrecht. Deeben, J.H.C. (red.), 28: De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, derde generatie, Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155, Amersfoort. Doesburg, J. van (red.), et al., 27: Essen in zicht. Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid. Amersfoort 27. Ellenkamp, ir. G.R., 21: Overvloed. Een erfgoedkaart voor de gemeenten Aalburg en Werkendam. RAAP-rapport 219. Jong, L. de, : Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. s- Gravenhage. Klep C. & B. Schoenmaker, 1995: De Bevrijding Van Nederland Oorlog op de flank. Den Haag. Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff, T.E. Wong, 23: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen. Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 514. Delft. Stichting voor Bodemkartering, 1981: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:5., blad 38 Oost. Zwanenburg G.J., 199: En nooit was het stil - Kroniek van een luchtoorlog. Emmen. Rapport versie 2 Pagina 2 van 21

28 BRONNEN AHN; internetsite, april Archeologisch informatiesysteem Archis3, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort, april Bodemloket, internetsite, april Beeldbank Cultureelerfgoed; internetsite, april Brabants Historisch Informatiecentrum; internetsite, april Brabant in Kaart; internetsite, april Dinoloket; internetsite, april Indicatieve kaart Militair Erfgoed; internetsite, april Kadaster Topotijdreis; internetsite, april SIKB; internetsite, april Rapport versie 2 Pagina 21 van 21

29 Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Situering van het plangebied binnen Nederland Legenda Plangebied Rapport versie 2

30 Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Detailkaart van het plangebied Legenda Plangebied Rapport versie 2

31 Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Luchtfoto van het plangebied Legenda Plangebied Rapport versie 2

32 Figuur 4. Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situatie 1798 (bron: Brabant in Kaart) Situatie (bron: beeldbank RCE) Situatie (bron: beeldbank RCE) Situatie 1883 (bron:) Situatie 1937 (bron: watwaswaar) Situatie 199 (bron: watwaswaar) Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Legenda Plangebied Rapport versie 2

33 Figuur 5. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Rapport versie 2

34 Figuur 6. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Rapport versie 2

35 Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Situering van het plangebied binnen de bodemkaart Legenda Plangebied Rapport versie 2

36 Figuur 8. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied (bron: Archeologisch informatiesysteem Archis3, AHN) Plangebied Rapport versie 2

37 Figuur 9. Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Robijnsweg 15 te Sleeuwijk. Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart gemeente Werkendam Legenda: zie volgende pagina Rapport versie 2

38 Rapport versie 2

39 Figuur 1. Boorpuntenkaart en maaiveldvondsten Rapport versie 2

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Bemmel, Bemmelse waard (Gemeente Lingewaard) Een bureauonderzoek Afbeelding uit 1649 (Geraadpleegd op www.wildernis.eu/chart-room)

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAU EN INVENTARISEREND VELDONDERZOEK WIEKERSEWEG TE KERKDRIEL GEMEENTE MAASDRIEL

ARCHEOLOGISCH BUREAU EN INVENTARISEREND VELDONDERZOEK WIEKERSEWEG TE KERKDRIEL GEMEENTE MAASDRIEL ARCHEOLOGISCH BUREAU EN INVENTARISEREND VELDONDERZOEK WIEKERSEWEG TE KERKDRIEL GEMEENTE MAASDRIEL Archeologisch bureau en inventariserend veldonderzoek Wiekerseweg te Kerkdriel in de gemeente Maasdriel

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BOTERSLOOT 50 TE NOORDELOOS GEMEENTE GIESSENLANDEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BOTERSLOOT 50 TE NOORDELOOS GEMEENTE GIESSENLANDEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BOTERSLOOT 50 TE NOORDELOOS GEMEENTE GIESSENLANDEN Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KONINGIN WILHELMINASTRAAT 19/21 TE HEDEL IN DE GEMEENTE MAASDRIEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KONINGIN WILHELMINASTRAAT 19/21 TE HEDEL IN DE GEMEENTE MAASDRIEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KONINGIN WILHELMINASTRAAT 19/21 TE HEDEL IN DE GEMEENTE MAASDRIEL archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Koningin Wilhelminastraat

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK NIEUWSTRAAT TUSSEN NR. 18 EN 20 TE ZUILICHEM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK NIEUWSTRAAT TUSSEN NR. 18 EN 20 TE ZUILICHEM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK NIEUWSTRAAT TUSSEN NR. 18 EN 20 TE ZUILICHEM Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek

Nadere informatie

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 1 Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 2 1 Administratieve gegevens projectleiding uitvoering soort onderzoek opstellers Arjan de Boer Verkennend en eventueel karterend

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Plaats Toponiem / Straat Onderzoekskader Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam,

Nadere informatie

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4

Nadere informatie

MEMO. Projectgegevens

MEMO. Projectgegevens MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK VALBURGSEWEG 129 TE ELST GEMEENTE OVERBETUWE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK VALBURGSEWEG 129 TE ELST GEMEENTE OVERBETUWE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK VALBURGSEWEG 129 TE ELST GEMEENTE OVERBETUWE Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Archeologie Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Gemeente Moerdijk Het plangebied op een kaart uit 1870 (bron: www.watwaswaar.nl) In opdracht van : AGEL adviseurs Auteur : drs.

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Geesbrug, Geeserraai 4a (Coevorden), bouw werktuigenberging Een Bureauonderzoek Het plangebied op een

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat 9 2405 CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) 245 611 / (06) 2021 06 09

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat 9 2405 CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) 245 611 / (06) 2021 06 09 MEMO Van : Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie Aan : Dhr. R. Teunisse namens Stichting Ipse de Bruggen Onderwerp : Quickscan Drietaktweg te Datum : 13 oktober 2010 Ons Kenmerk : V10-22710 / V10-1944

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PERENBOOMGAARD AAN DE AMMANSWAL TE WAARDENBURG GEMEENTE NEERIJNEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PERENBOOMGAARD AAN DE AMMANSWAL TE WAARDENBURG GEMEENTE NEERIJNEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PERENBOOMGAARD AAN DE AMMANSWAL TE WAARDENBURG GEMEENTE NEERIJNEN Archeologisch bureauonderzoek perenboomgaard aan de Ammanswal te Waardenburg

Nadere informatie

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-05/11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) Archeologische Quickscan Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) 1 Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht T: 030-7620705 F: 030 7620706 E: informatie@transect.nl Auteur Drs. A.A. Kerkhoven

Nadere informatie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Adviesdocument 742. Advies Archeologie in kader van Geluidwal Veldhuizen, gemeente Woerden. Project: Projectcode: 22697WOGV

Adviesdocument 742. Advies Archeologie in kader van Geluidwal Veldhuizen, gemeente Woerden. Project: Projectcode: 22697WOGV Adviesdocument 742 Project: Advies Archeologie in kader van Geluidwal, gemeente Woerden Projectcode: 22697WOGV Opdrachtgever: Provincie Utrecht Datum: 10 maart 2015 ADVIES ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK Advies

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede) (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:

Nadere informatie

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg RAAP-NOTITIE *nummer* Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg Gemeente Nieuwegein Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Versie 6.4 Colofon Opdrachtgever: De gemeente

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen (gemeente Druten) Colofon Opdrachtgever: HSRO bv Contactpersoon: Dhr. J. van Lierop Hoogstraat 1 6654 BA AFFERDEN Projectnummer: S090135 Titel: Adviesnotitie

Nadere informatie

memo Locatiegegevens: Inleiding

memo Locatiegegevens: Inleiding memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK ST. WILLIBRORDUSSTRAAT (ONG.) TE HERVELD GEMEENTE OVERBETUWE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK ST. WILLIBRORDUSSTRAAT (ONG.) TE HERVELD GEMEENTE OVERBETUWE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK ST. WILLIBRORDUSSTRAAT (ONG.) TE HERVELD GEMEENTE OVERBETUWE Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend

Nadere informatie

Bruningsstraat, Werkendam gemeente Werkendam (NB).

Bruningsstraat, Werkendam gemeente Werkendam (NB). Laagland Archeologie Rapport 215 Bureauonderzoek Bruningsstraat, Werkendam gemeente Werkendam (NB). november 2018 Versie 1.1 (definitief) In opdracht van: CWN Spuitcabines BV 7 Colofon Laagland Archeologie

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo KSP Archeologie Colofon Titel : Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen. Gemeente Venlo. Auteur : S.M. Koeman (senior KNA Prospector)

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK JACHTLAAN 50 TE HANK GEMEENTE WERKENDAM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK JACHTLAAN 50 TE HANK GEMEENTE WERKENDAM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK JACHTLAAN 50 TE HANK GEMEENTE WERKENDAM Archeologisch bureauonderzoek Jachtlaan 50 te Hank in de gemeente Werkendam Opdrachtgever Dhr. J.C. Colijn Jachtlaan 50 4273 LE Hank

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DE CLINCKHOEFF TE IJSSELSTEIN GEMEENTE IJSSELSTEIN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DE CLINCKHOEFF TE IJSSELSTEIN GEMEENTE IJSSELSTEIN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DE CLINCKHOEFF TE IJSSELSTEIN GEMEENTE IJSSELSTEIN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek De Clinckhoeff te IJsselstein in de

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 201 Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek

Nadere informatie

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT WONINGCORPORATIE 'GOED WONEN' 26 mei 2010 074704539:0.1 B02034.000139.0120 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksgebied 5 1.3 Doel

Nadere informatie

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plangebied Visvijvers te Gendt RAAP-NOTITIE 1540 Plangebied Visvijvers te Gendt Gemeente Lingewaard Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: Gemeente Lingewaard Titel: Plangebied

Nadere informatie

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK UILECOTENWEG (ONG.) TE AMMERZODEN GEMEENTE MAASDRIEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK UILECOTENWEG (ONG.) TE AMMERZODEN GEMEENTE MAASDRIEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK UILECOTENWEG (ONG.) TE AMMERZODEN GEMEENTE MAASDRIEL Archeologisch bureauonderzoek Uilecotenweg (ong.) te Ammerzoden in de gemeente Maasdriel Opdrachtgever SAB Postbus 479

Nadere informatie

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012 Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn Utrecht, 25 november 2012 Inleiding De provincie heeft voornemens om de zuidwestelijke oever van de kruising van de Oude Rijn met

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het

Nadere informatie

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten 2012-19

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten 2012-19 Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) -Rapporten M. Verboom-Jansen & A.J. Wullink ARC-Rapporten 2012-19 Geldermalsen 2012 ISSN 1574-6887 Colofon

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK TIENDWEG 7B TE KEDICHEM GEMEENTE LEERDAM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK TIENDWEG 7B TE KEDICHEM GEMEENTE LEERDAM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK TIENDWEG 7B TE KEDICHEM GEMEENTE LEERDAM Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1025 Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA Colofon SCENH-rapport cultuurhistorie 62 Opdrachtgever: Bügel Hajema Adviseurs Titel: Bureauonderzoek

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Bureau voor Archeologie Rapport 273 Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen, karterende fase 2 Colofon titel: auteur:. Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend

Nadere informatie

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK TRECHTWEG (ONG.) TE COTHEN GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK TRECHTWEG (ONG.) TE COTHEN GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK TRECHTWEG (ONG.) TE COTHEN GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Auteur: drs. Y. Raczynski-Henk Status: Eindversie Datum: 25-08-2016 Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische

Nadere informatie

.txl. Archeologie Texel. Archeologische Quickscan

.txl. Archeologie Texel. Archeologische Quickscan .txl Archeologie Texel (concept) Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Uitbreiding Texelse Bierbrouwerij, Laagwaalderweg/Vliegwiel Oudeschild, gemeente Texel Adviesnummer: 16159 Opsteller: Datum:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK Archeologisch bureauonderzoek Mulligenweg 7-9 te Oldebroek - Loo in de gemeente Oldebroek Opdrachtgever maatschap OOSTZEE

Nadere informatie

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG 59-61 TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Bodemintactheidsonderzoek Zwarte Plakweg 59-61 te America in de gemeente Horst aan de Maas Opdrachtgever Pijnenburg

Nadere informatie

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-05/02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK VELDWEG (ONG.) TE HEDEL GEMEENTE MAASDRIEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK VELDWEG (ONG.) TE HEDEL GEMEENTE MAASDRIEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK VELDWEG (ONG.) TE HEDEL GEMEENTE MAASDRIEL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Veldweg (ong.) te Hedel in de gemeente Maasdriel

Nadere informatie

ARCHEOsupport bv. Advies en onderzoek. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de Middelweg 14C in Asperen, gemeente Lingewaal (Gld)

ARCHEOsupport bv. Advies en onderzoek. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de Middelweg 14C in Asperen, gemeente Lingewaal (Gld) Een archeologisch bureau-onderzoek voor de Middelweg 14C in Asperen, gemeente Lingewaal (Gld) ARCHEOsupport bv Advies en onderzoek A.J. Wullink AcheoSupport-Rapport 2013-3 Groningen 2013 ISSN 1574-6887

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Ursem, Mijzendijk 4 (Gemeente Koggenland) Een bureauonderzoek Plangebied op een kaart uit 1899. (Bron: Bureau Militaire Verkenningen

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITWERKINGSPLAN AKKERS TE ROELOFARENDSVEEN GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITWERKINGSPLAN AKKERS TE ROELOFARENDSVEEN GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITWERKINGSPLAN AKKERS TE ROELOFARENDSVEEN GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Archeologisch onderzoek uitwerkingsplan Akkers te Roelofarendsveen in de gemeente Kaag en Braassem Opdrachtgever

Nadere informatie

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010

Nadere informatie

Bureauonderzoek Archeologie

Bureauonderzoek Archeologie Bijlage 9 Bureauonderzoek Archeologie (voorontwerp) Ommen Oost NL.IMRO.0175.20131005003-VO01 197-236 !"#$%&&""%'$!"( )#*"( -( "( -%*0(!( )%"( +, +., /* 12 3 4 30#5! 657 7$58 9": 5 "%:$:%"%%;&$:%%%% %"$5$:$%:#'%$5%%%&0%#$

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere Walcherse Archeologische Dienst Walcherse Archeologische Rapporten 2 Colofon Walchers Archeologisch Rapport 2 Archeologisch bureauonderzoek

Nadere informatie

.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos)

.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) Archeologie Texel.txl Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Planlocatie Pelgrim, Den Burg, gemeente Texel Adviesnummer: 16192 Opsteller: H. de Weerd (archeoloog) en M.H. Bartels (senior-archeoloog)

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document Archeologische Quickscan Plangebied Bladstraat, Tuitjenhorn, gemeente Schagen Adviesnummer 18138 Opsteller(s) drs. C.M. Soonius (regio archeoloog) & F. Schinning (archeoloog) Datum 06-08-2018

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK CERES (ONG.) TE BEMMEL GEMEENTE LINGEWAARD

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK CERES (ONG.) TE BEMMEL GEMEENTE LINGEWAARD ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK CERES (ONG.) TE BEMMEL GEMEENTE LINGEWAARD Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkenend en karterend booronderzoek

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische

Nadere informatie

Bureauonderzoek plangebied. De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld

Bureauonderzoek plangebied. De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld Bureauonderzoek plangebied De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld 1 Gegevens Datum: 08-02-18 Opdrachtgever: Gemeente Barneveld Uitvoerder: Gemeente Barneveld Bevoegde overheid: Gemeente Barneveld

Nadere informatie