APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN AARDGAS PRIVE

Transcriptie

1 Goedgekeurd door Raden van Bestuur Gaselwest , IMEA , Imewo , Intergem , Iveka , Iverlek en door Sectorcomité Noord Sibelgas APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN AARDGAS PRIVE ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN Onderhavig reglement legt de modaliteiten vast met betrekking tot de oprichting van installaties voor de distributie van aardgas naar / in appartementsgebouwen en wooncomplexen, bestaande uit overwegend residentiële bewoning die in beperkte mate ook handelspanden en / of kantoorruimtes kan bevatten. Onderhavig reglement is eveneens van toepassing op de opsplitsing van bestaande industriële panden met als overwegende bestemming residentiële activiteiten. Het overwegend residentieel karakter van de bestemming na opsplitsing zal blijken uit het overwicht van de residentiële activiteiten in de totale gebruikte oppervlakte na opsplitsing. De initiatiefnemers worden hierna bouwpromotor genoemd. De bouwpromotor en de distributienetbeheerder dienen onderhavig reglement na te leven. Bij verkavelingen waarin zowel individuele bewoning als een of meerdere appartementsgebouwen werden voorzien, zal op elk van deze onderdelen het overeenstemmende reglement worden toegepast. DEFINITIES Appartementsgebouw / Wooncomplex Een woongebouw waar meerdere eindafnemers aanwezig zijn in minstens twee verticaal of horizontaal aanpalende of aansluitende woongelegenheden. Woongelegenheid Ruimte die door een gezin of een alleenstaande als woning gebruikt wordt en waarvan het energieverbruik afzonderlijk aangerekend wordt. Bouwpromotor (of projectontwikkelaar) De natuurlijke of rechtspersoon, die onder zijn verantwoordelijkheid een bouwproject opmaakt of laat opmaken, de uitvoering ervan coördineert of laat coördineren, om uiteindelijk al dan niet de eigendom van of het gebruiksrecht op de realisatie aan een derde over te dragen.

2 2 ARTIKEL 2 De bouwpromotor zal via de betrokken gemeente aan de distributienetbeheerder drie kopieën overhandigen van het bij de overheid ter goedkeuring ingediende bouwplan met aanduiding van het aantal voorziene woongelegenheden. ARTIKEL 3 De distributienetbeheerder zal het ontwerp opmaken van de installaties, nl. van het lagedruknet, de eventueel aan te leggen middendrukvoeding en de eventueel op te richten distributiecabine, en deze situeren op de kopieën van het plan. De distributienetbeheerder zal eveneens de ontwerpplannen en de kostenraming opmaken voor voornoemd project. Deze plannen en de kostenraming zullen onder voorbehoud van goedkeuring van de bouwaanvraag door de gemeente, aan de bouwpromotor schriftelijk worden meegedeeld. ARTIKEL 4 Indien een gasdistributiecabine noodzakelijk wordt geacht door de distributienetbeheerder, zullen de inplanting en de bouwtechnische aspecten van het lokaal worden bepaald in samenspraak met de distributienetbeheerder overeenkomstig de desbetreffende normen. De plaats en de nodige ruimte voor de cabine en de voedingsleidingen alsook de toegang voor het personeel en het materieel van het personeel dat werkzaam is voor de distributienetbeheerder zullen door deze laatste in overleg met de bouwpromotor worden bepaald. Deze afspraken zullen worden vastgelegd in de notariële basisakte waarbij de distributienetbeheerder de nodige zakelijke rechten voor de terbeschikkingstelling van de nodige ruimte voor de gascabine verwerft tegen de prijs van 650 EUR per m² nuttige oppervlakte, alsook de bijhorende erfdienstbaarheden voor de leidingen en de doorgang. De overeenkomst hierover wordt gesloten vóór de aanvang der werken, waarbij de kosten van de akte en de registratierechten gedragen worden door de distributienetbeheerder. Bij de overdracht van de eigendom of van het genot van (een deel van) het gebouw zal de bouwpromotor in de desbetreffende akte dezelfde verbintenissen aan de verkrijger opleggen. De meetgroepen worden in een afzonderlijk lokaal ondergebracht dat steeds toegankelijk is voor het personeel dat werkzaam is voor de distributienetbeheerder.

3 3 ARTIKEL 5 De distributienetbeheerder zal van de bouwpromotor een eensluidend verklaard afschrift ontvangen van de bouwvergunning en van het goedgekeurd plan, met vermelding van de lokalen voor het onderbrengen van de meetgroepen en het eventueel inrichten van een distributiecabine, zodra deze zullen afgeleverd zijn door de bevoegde overheid. De bouwpromotor zal het totale bedrag van de kostenraming aan de distributienetbeheerder betalen vóór de aanvang van de werken. Voor de bepaling van de tussenkomst van de bouwpromotor wordt uitgegaan van de procentuele opsplitsing van het totale aantal woongelegenheden in het appartementsgebouw/wooncomplex tussen enerzijds de woongelegenheden die zonder sociale lasten bezwaard zijn en anderzijds de woongelegenheden die in toepassing van het Vlaams Decreet Grond- en Pandenbeleid van 27 maart 2009 met sociale lasten bezwaard zijn. Voor het percentage van dit laatste soort woongelegenheden ten opzichte van het totale aantal woongelegenheden in het appartementsgebouw/wooncomplex neemt de distributienetbeheerder de kosten voor netaanleg voor het appartementsgebouw/wooncomplex ten laste. De tussenkomst van de bouwpromotor omvat derhalve voor het percentage van de niet met sociale lasten bezwaarde woongelegenheden ten opzichte van het totale aantal woongelegenheden: - indien een uitbreiding van het gasdistributienet vereist is, zal een tussenkomst in de kosten hiervan worden aangerekend overeenkomstig de door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) goedgekeurde tarieven. - de aanrekening van de detailstudiekosten en desgevallend van de kosten van de oriënterende studie tegen de geldende aansluittarieven op het ogenblik van de aanvraag. De Raad van Bestuur van de distributienetbeheerder legt jaarlijks de bedragen vast die als basis dienen voor de berekening van de tussenkomst van de bouwpromotoren. De geldigheid van de kostenraming bedraagt zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop ze aan de bouwpromotor werd meegedeeld. Indien de werken in verscheidene fasen moeten uitgevoerd worden, zal de distributienetbeheerder overeenstemmende termijnbetalingen mogen toestaan, op voorwaarde dat rekening gehouden wordt met de hoger vermelde geldigheidstermijn van de kostenraming per fase. Elk van de toegestane termijnbetalingen zal in ieder geval vóór het effectief opstarten van de werken dienen te worden voldaan. ARTIKEL 6 De distributienetbeheerder zal voor de uitvoering van het project instaan overeenkomstig de plannen en de kostenramingen. Hij zal er evenwel slechts toe gehouden zijn het project uit te voeren op voorwaarde dat voldaan werd aan de modaliteiten van de reglementering betreffende de elektriciteitsdistributie, voor zover het gebouw gelegen is op het grondgebied van een gemeente waar de distributienetbeheerder eveneens elektriciteitsdistributienetbeheerder is.

4 4 In de praktijk zullen deze werkzaamheden slechts worden uitgevoerd overeenkomstig de schriftelijk vastgelegde besluiten van de coördinatievergaderingen die vóór en tijdens de werken plaats grijpen. ARTIKEL 7 De distributienetbeheerder zal de installaties plaatsen overeenkomstig de uitvoeringsplannen en de bouwpromotor zal alle kosten dragen veroorzaakt door de verplaatsing of de wijziging van deze installaties indien hij hierom verzoekt vóór de beëindiging van het oorspronkelijk geplande project. Indien de werken tijdelijk moeten stopgezet worden om redenen eigen aan de bouwpromotor zullen hem de eventuele meerkosten worden aangerekend. Na de voltooiing van het project zullen de kosten van verplaatsing of wijziging van hoger vermelde installaties volledig ten laste vallen van de aanvrager. ARTIKEL 8 De volle en uitsluitende eigendom van de installaties voor aardgasdistributie komt toe aan de distributienetbeheerder. ARTIKEL 9 Van zodra in het Vlaams Gewest een decretale bepaling in voege treedt die inhoudt dat openbare wegenis waarlangs biogasnetten of warmtenetten op basis van restwarmte, hernieuwbare energiebronnen of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling worden aangelegd, als ontsloten beschouwd worden in het kader van de decretaal opgelegde aansluitbaarheidsgraad voor het aardgasnet (95% en 99% in respectievelijk het jaar 2015 en 2020), zal de verkavelaar niet langer verplicht zijn een aardgasdistributienet in de verkaveling te laten aanleggen, voor zover dit is opgenomen in de verkavelingsvergunning die door de bevoegde overheid aan de verkavelaar wordt afgeleverd. Dezelfde regeling geldt ten aanzien van woonheden, wooncomplexen of (appartements)gebouwen met een energieprestatiepeil lager dan E20 of die voorzien in hun volledige verwarmingsbehoefte door middel van hernieuwbare energiebronnen, mits dit is opgenomen in de verkavelingsvergunning die door de bevoegde overheid aan de verkavelaar wordt afgeleverd. ARTIKEL 10 De modaliteiten en prijzen van de eigenlijke aansluiting van de appartementen zijn in dit reglement niet vervat. Inzake de kosten van de aansluitleiding en de opstelling van de meetmodules blijven de door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) goedgekeurde aansluitingstarieven van kracht. ARTIKEL 11 Ingeval van onduidelijkheid over de interpretatie van hoger vermelde artikelen, zal de gepaste beslissing worden genomen door de Raad van Bestuur van de distributienetbeheerder.

5 5 ARTIKEL 12 Onderhavige reglementering is van toepassing vanaf 1 januari 2012 en komt in de plaats van alle voorgaande. *** * ***