Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij"

Transcriptie

1 Samenvoeging van wetsteksten met betrekking tot de invoering van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Deel III Uitvoeringshandelingen Europees Maritiem en Visserijfonds Februari 2016

2 Tekst voltooid in februari De laatste versie van de handelingen zijn beschikbaar op EUR-Lex ( EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Maritieme Zaken en Visserij Beleidsontwikkeling en -Coördinatie Contact: Structuurbeleid en economische analyse Europese Commissie B-1049 Bruxelles/Brussel Juridische mededeling Noch de Europese Commissie, noch enige persoon die optreedt in naam van de Commissie kan verantwoordelijk worden gesteld voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de gegevens in deze publicatie. Europese Unie, 2016 Overneming met bronvermelding toegestaan. Omslagfoto door T. Zournatzi Europese Unie, 2016

3 EUROPESE COMMISSIE Samenvoeging van wetsteksten met betrekking tot de invoering van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Deel III Uitvoeringshandelingen 2016

4 Inhoudsopgave 1.. Inleiding 2.. UITVOERINGSHANDELINGEN VAN DE COMMISSIE (BESLUITEN EN VERORDENINGEN) DIE ZIJN AFGELEID UIT HET EFMZV Uitvoeringsbesluiten van de Commissie Uitvoeringsbesluit van de Commissie tot vaststelling van de jaarlijkse verdeling van de totale middelen van het EFMZV, beschikbaar in het kader van het gedeeld beheer, over de lidstaten. 2014/372/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 juni 2014 tot vaststelling van de naar jaar en lidstaat uitgesplitste verdeling van de totale middelen van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij die onder gedeeld beheer beschikbaar zijn voor de periode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3781). 2014/464/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 15 juli 2014 tot vaststelling van de prioriteiten van de Unie voor het handhavings- en controlebeleid in het kader van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Uitvoeringsverordeningen van de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) nr. 763/2014 met betrekking tot de technische kenmerken van voorlichtingsen publiciteitsmaatregelen en instructies over de vormgeving van het embleem van de Unie. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 763/2014 van de Commissie van 11 juli 2014 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot de technische kenmerken van voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen en instructies over de vormgeving van het embleem van de Unie. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 771/2014 van de Commissie van 14 juli 2014 betreffende het model voor operationele programma s, de structuur van de plannen voor de compensatie van de ultraperifere gebieden en het model voor de indiening van bepaalde gegevens in het kader van het EFMZV. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 771/2014 van de Commissie van 14 juli 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma s, de structuur van de plannen voor de compensatie van de extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden, het model voor de indiening van financiële gegevens, de inhoud van de ex-ante-evaluatieverslagen en de minimumeisen voor het in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in te dienen. Rectificatie van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 771/2014 van de Commissie, gepubliceerd op Rectificatie van de HR taalversie, gepubliceerd op Uitvoeringsverordening (EU) nr. 772/2014 van de Commissie van 14 juli 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de intensiteit van de overheidssteun die moet worden toegepast op de totale in aanmerking komende uitgaven voor bepaalde, uit hoofde van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij gefinancierde concrete acties.. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1242/2014 van de Commissie tot vaststelling van voorschriften, overeenkomstig de EFMZV-verordening, voor het indienen van relevante cumulatieve gegevens over acties. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1242/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, met betrekking tot de presentatie van de relevante cumulatieve gegevens over concrete acties

5 Rectificatie van de ES, IT, HU, LT en MT taalversies, gepubliceerd op Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2014 van de Commissie over de door de lidstaten te verstrekken informatie en inzake de gegevensbehoeften en de synergieën tussen mogelijke gegevensbronnen. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, met betrekking tot de door de lidstaten te verstrekken informatie en inzake de gegevensbehoeften en de synergieën tussen mogelijke gegevensbronnen. Rectificatie van alle taalversies, gepubliceerd op Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1362/2014 van de Commissie inzake de vereenvoudigde goedkeuringsprocedure van wijzigingen van operationele programma s en de vorm en presentatie van de jaarverslagen over de uitvoering van deze programma s. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1362/2014 van de Commissie van 18 december 2014 tot vaststelling van voorschriften inzake een vereenvoudigde procedure voor de goedkeuring van bepaalde wijzigingen van uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij gefinancierde operationele programma s en van voorschriften inzake de vorm en de presentatie van de jaarverslagen over de uitvoering van deze programma s UITVOERINGSHANDELINGEN VAN DE COMMISSIE DIE VOORTKOMEN UIT DE VGB. Uitvoeringsverordening van de Commissie over de bepalingen en voorwaarden die van toepassing zijn op het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie (SFC2014) en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor programma s onder de ETS-doelstelling. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 184/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, van de voorwaarden voor het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie en tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking, van de nomenclatuur van de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking. Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Hoofdstuk I: Systeem voor elektronische gegevensuitwisseling (artikelen 1-6) Hoofdstuk III, artikel 8 Uitvoeringsverordening van de Commissie met betrekking tot de methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling groei en werkgelegenheid. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen

6 Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Artikel 3 (Methode voor de berekening van steun door het EFMZV voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering); Hoofdstuk II, artikelen 4-6 (Die de mijlpalen en streefdoelen bepalen in het prestatiekader en beoordelen hoe deze worden bereikt); Bijlage III (Coëfficiënten voor de berekening van steunbedragen voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering in het geval van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij krachtens artikel 3); Hoofdstuk IV, artikel 9.. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1232/2014 tot wijziging van de Verordening met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, ter aanpassing aan de EFMZV-verordening.. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1232/2014 van de Commissie van 18 november 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie met het oog op aanpassing van de daarin vervatte verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014, Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Alle delen; Uitvoeringsverordening van de Commissie over de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de rapportage met betrekking tot financiële instrumenten, informatie- en communicatiemaatregelen en het systeem voor het vastleggen en opslaan van gegevens. Rozporządzenie wykonawcze Komisji (UE) nr 821/2014 z dnia 28 lipca 2014 r. ustanawiające zasady stosowania rozporządzenia Parlamentu Europejskiego i Rady (UE) nr 1303/2013 w zakresie szczegółowych uregulowań dotyczących transferu wkładów z programów i zarządzania nimi, przekazywania sprawozdań z wdrażania instrumentów finansowych, charakterystyki technicznej działań informacyjnych i komunikacyjnych w odniesieniu do operacji oraz systemu rejestracji i przechowywania danych. Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Hoofdstuk I, artikelen 1-2 (Gedetailleerde regelingen inzake de overdracht en het beheer van programmabijdragen en de rapportage met betrekking tot financiële instrumenten); Hoofdstuk III, artikelen 6-12 (Systeem voor het vastleggen en opslaan van gegevens); Bijlage I (Model voor de rapportage over financiële instrumenten);. Uitvoeringsverordening van de Commissie over de standaardbepalingen en -voorwaarden voor financiële instrumenten (off-the-shelf financiële instrumenten).. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 964/2014 van de Commissie van 11 september 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft standaardvoorwaarden voor financieringsinstrumenten. Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Alle delen;. Uitvoeringsverordening van de Commissie over de modellen voor het indienen van informatie aan de Commissie en de regels voor informatie-uitwisseling tussen begunstigden en beheersautoriteiten, certificeringsautoriteiten, auditautoriteiten en intermediaire organen.. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1011/2014 van de Commissie van 22 september 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de modellen voor de indiening van bepaalde informatie bij de Commissie en voorschriften voor de uitwisseling van informatie tussen begunstigden en managementautoriteiten, certificeringsautoriteiten, auditautoriteiten en intermediaire instanties

7 Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Hoofdstuk I, artikelen 3-7 Hoofdstuk II, artikelen 8-11 Bijlage III (Model voor de beschrijving van de bestaande functies en procedures voor de beheersautoriteit en de certificeringsautoriteit); Bijlage IV (Model van het verslag van een onafhankelijke auditautoriteit onder artikel 124(2) van Verordening (EU) nr. 1303/2013; Bijlage V (Model van het oordeel van een onafhankelijke auditautoriteit over de naleving door de beheersautoriteit en de certificeringsautoriteit van de toekenningscriteria, uiteengezet in Bijlage XIII van Verordening (EU) nr. 1303/2013); Bijlage VI (Model van de betalingsaanvraag, inclusief aanvullende informatie over financiële instrumenten); Bijlage VII (Model van de rekeningen);. Uitvoeringsverordening van de Commissie over de modellen van het voortgangsrapport, het indienen van informatie over belangrijke projecten, het gezamenlijke actieplan, de uitvoeringsverslagen over de doelstelling groei en werkgelegenheid, de beheersverklaring, de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag, de methodologie voor het uitvoeren van de kosten-batenanalyse en de implementatieverslagen van de ETS-doelstelling.. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 van de Commissie van 20 januari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de modellen voor het voortgangsverslag, de indiening van de informatie over een groot project, het gezamenlijke actieplan, de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid, de beheersverklaring, de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag en de methode voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse en krachtens Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het model voor de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling Europese territoriale samenwerking. Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Artikel 1 (Model van het voortgangsrapport); Artikel 6 (Model van de beheersverklaring); Artikel 7 (Modellen van de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag); Artikel 9 (Inwerkingtreding); Bijlage I (Model van het voortgangsrapport); Bijlage VI (Model van de beheersverklaring); Bijlage VII (Model van de auditstrategie); Bijlage VIII (Model van het auditoordeel); Bijlage IX (Model van het jaarlijks controleverslag);. Uitvoeringsverordening van de Commissie over het vastleggen van de frequentie en het formaat van de melding van onregelmatigheden, onder Verordening (EU) 1303/ UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1974 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot vaststelling van de frequentie en de vorm van de rapportage over onregelmatigheden aangaande het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad.. Delen van de verordening die van toepassing zijn op het EFMZV: Alle delen;

8 1- Inleiding Verzameling van wetteksten met betrekking tot Verordening (EU) 508/2014 inzake het EFMZV Deel III - Uitvoeringshandelingen Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) is het financieringsinstrument dat de doelstellingen van het hervormde gemeenschappelijke visserijbeleid (GVB) en het geïntegreerd maritiem beleid (GMB) helpt te bereiken voor de programmaperiode Het is één van de vijf Europese structuur- en investeringsfondsen die vallen onder de verordening inzake gemeenschappelijke bepalingen (VGB) die gemeenschappelijke regels afbakent om de coördinatie, synergie en efficiëntie van deze vijf fondsen te waarborgen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het EFMZV en de VGB ligt bij de lidstaten. Zoals elke juridisch bindende handeling van de Unie verlenen het EFMZV en de VGB uitvoerende macht aan de Commissie via uitvoeringshandelingen, telkens wanneer de medewetgevers oordelen dat er uniforme uitvoeringsvoorwaarden zijn vereist. Evenzeer verlenen ze de Commissie de verantwoordelijkheid om niet-essentiële elementen in gedelegeerde handelingen te definiëren, telkens wanneer zulke elementen moeten worden gespecificeerd. Als gevolg hiervan moeten de beheersautoriteiten, actoren en stakeholders die betrokken of geïnteresseerd zijn in de implementatie van het EFMZV en de VGB ook rekening houden met de relevante uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen, die de vorm aannemen van verordeningen of besluiten. Om de toegang tot deze reeks wetgevende handelingen te vergemakkelijken, heeft de Commissie deze elektronische publicatie opgesteld, in drie delen en in de 24 officiële talen: Deel één omvat de verordeningen inzake het EFMZV en de VGB Deel twee somt de gedelegeerde handelingen op die zijn afgeleid uit het EFMZV, alsook de gedelegeerde handelingen die zijn afgeleid uit de VGB en die gedeeltelijk relevant zijn voor de uitvoering van het EFMZV. In het laatste geval zijn de voor het EFMZV relevante delen gemarkeerd in een turquoise kader. Deel drie somt de uitvoeringshandelingen op die zijn afgeleid uit het EFMZV alsook de uitvoerende handelingen die zijn afgeleid uit de VGB en die gedeeltelijk relevant zijn voor de uitvoering van het EFMZV. In het laatste geval zijn de voor het EFMZV relevante delen gemarkeerd in een turquoise kader. 8

9 UITVOERINGSHANDELINGEN VAN DE COMMISSIE (BESLUITEN EN VERORDENINGEN) DIE ZIJN AFGELEID UIT HET EFMZV 9

10 2.1 Uitvoeringsbesluiten van de Commissie 10

11 L 180/18 NL UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 juni 2014 tot vaststelling van de naar jaar en lidstaat uitgesplitste verdeling van de totale middelen van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij die onder gedeeld beheer beschikbaar zijn voor de periode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3781) (2014/372/EU) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 16, lid 2, Overwegende hetgeen volgt: (1) Volgens artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 508/2014 bedragen de voor de periode van 2014 tot en met 2020 voor vastleggingen onder gedeeld beheer beschikbare middelen van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) EUR, in lopende prijzen, overeenkomstig de in bijlage II bij die verordening vastgestelde jaarlijkse verdeling. (2) Op grond van artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 moet worden vastgesteld hoe de totale middelen die in het kader van het EFMZV onder gedeeld beheer worden toegewezen, per jaar over de lidstaten worden verdeeld, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De totale middelen die in het kader van het EFMZV onder gedeeld beheer beschikbaar zijn voor de periode , worden over de jaren en de lidstaten verdeeld overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. Dit besluit is gericht tot de lidstaten. Artikel 2 Gedaan te Brussel, 11 juni Voor de Commissie, Maria DAMANAKI Lid van de Commissie ( 1 ) PB L 149 van , blz

12 NL L 180/19 BIJLAGE NAAR LIDSTAAT EN JAAR UITGESPLITSTE TOTALE MIDDELEN VAN HET EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ VOOR DE PERIODE (EUR, lopende prijzen) Totaal BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT HU MT NL AT PL PT

13 L 180/20 NL (EUR, lopende prijzen) Totaal RO SI SK FI SE UK Totaal

14 NL L 209/59 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 15 juli 2014 tot vaststelling van de prioriteiten van de Unie voor het handhavings- en controlebeleid in het kader van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (2014/464/EU) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 17, lid 3, Na raadpleging van het Comité voor het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij, Overwegende hetgeen volgt: (1) De prioriteiten van de Unie voor het handhavings- en controlebeleid moeten worden bepaald om de lidstaten is staat te stellen de operationele programma's inzake maatregelen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 worden gefinancierd, voor te bereiden. (2) Om de doelmatigheid van de controleactiviteiten te verbeteren, moet de Unie, rekening houdend met de wijze waarop de lidstaten Verordeningen (EG) nr. 1005/2008 ( 2 ) en (EG) nr. 1224/2009 ( 3 ) van de Raad ten uitvoer hebben gelegd, prioritair bijstand verlenen voor de meest doeltreffende acties. (3) De Unie dient onder meer de volgende prioriteiten te stellen voor het handhavings- en controlebeleid: uitvoering van krachtens artikel 102, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde actieplannen voor het opheffen van tekortkomingen in het controlesysteem van een lidstaat; uitvoering van specifieke acties voor het voldoen aan bepaalde in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 508/2014 opgenomen ex-antevoorwaarden, als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ).Als niet aan de toepasselijke ex-antevoorwaarden is voldaan, dient het programma krachtens artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 een beschrijving van de te treffen maatregelen en van de te financieren maatregelen te bevatten; tenuitvoerlegging van systemen voor gegevensvalidering als bedoeld in artikel 109 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, en meer bepaald de tenuitvoerlegging van projecten voor het interoperabel maken van de respectieve systemen van de lidstaten, aangezien een omvattend en betrouwbaar systeem voor vangst- en inspanningsrapportage een hoeksteen is voor het beheer van de visserijrijkdommen van de Unie; ( 1 ) PB L 149 van , blz. 1. ( 2 ) Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van , blz. 1). ( 3 ) Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van , blz. 1). ( 4 ) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van , blz. 320). 14

15 L 209/60 NL handhaving en controle van de verplichting om alle vangsten aan te landen, als vastgesteld in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ). Deze nieuwe verplichting is een zeer belangrijke toevoeging aan het nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid en heeft tot doel bij te dragen aan een duurzame exploitatie van de visbestanden. Als gevolg van de toepassing van deze nieuwe verplichting zullen de controlesystemen van de lidstaten moeten worden aangepast, met nieuwe uitgaven tot gevolg; handhaving en controle van de vangstcertificeringsregeling voor de invoer en de uitvoer van visserijproducten, als vastgesteld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1005/2008. De toepassing van de vangstcertificeringsregeling is de hoeksteen van de strijd tegen IOO-activiteiten; doeltreffende maatregelen om het beperken van de vlootcapaciteit te handhaven. Met het oog op het evenwicht tussen vangstmogelijkheden en vangstcapaciteit moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de capaciteitsbeperking in acht wordt genomen en moeten zij projecten voor het certificeren, verifiëren en meten van het motorvermogen uitvoeren die financiering vergen; uitvoering van specifieke controle- en inspectieprogramma's (SCIP's) en toepassing van gecoördineerde controle voor een visserij of een gebied waarvoor geen SCIP is vastgesteld, overeenkomstig respectievelijk artikel 95, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en artikel 15 van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad ( 2 ). Deze soorten acties dragen bij tot de ontwikkeling van een cultuur van naleving, de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten en de synergie tussen de verschillende controle-instrumenten; handhaving en controle van traceerbaarheidsvereisten als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en artikel 67, lid 6, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie ( 3 ). Krachtens artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moeten alle partijen visserij- en aquacultuurproducten in alle stadia van de productie, de verwerking en de distributie traceerbaar zijn, vanaf de vangst of de oogst tot en met de detailhandel. Krachtens artikel 67, lid 6, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie moeten de marktdeelnemers de in artikel 58, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 bedoelde informatie over visserij- en aquacultuurproducten op de partij aanbrengen aan de hand van een identificatiedrager zoals een code, een streepjescode, een elektronische chip of een soortgelijk instrument of markeersysteem; deze eis is met ingang van 1 januari 2013 van toepassing op producten van visserijtakken waarop een meerjarenplan van toepassing is, en met ingang van 1 januari 2015 op andere visserij- en aquacultuurproducten. De Unie moet van handhaving en controle van traceerbaarheidsvereisten een prioriteit maken. Met het oog op transparantie met betrekking tot de oorsprong van visserijproducten is tenuitvoerlegging van het traceerbaarheidssysteem de hoeksteen van het beleid inzake visserijcontrole. (4) De prioriteiten van de Unie moeten flexibel worden toegepast naargelang van de sterke en zwakke punten in het handhavings- en controlebeleid van elke lidstaat. lidstaten die bepaalde prioriteiten al hebben aangepakt, moeten zich in beginsel richten op andere prioriteiten. (5) Krachtens artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 kan de Commissie de Unieprioriteiten op het gebied van het handhavings- en controlebeleid om de twee jaar wijzigen teneinde deze aan te passen aan de evoluerende controlebehoeften. (6) Om ervoor te zorgen dat de in dit besluit opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast, dient dit besluit in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De in artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 508/2014 bedoelde Unieprioriteiten op het gebied van het handhavingsen controlebeleid zijn: a) uitvoering van krachtens artikel 102, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde actieplannen voor het opheffen van tekortkomingen in het controlesysteem van een lidstaat; ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van , blz. 22). ( 2 ) Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van , blz. 1). ( 3 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van , blz. 1). 15

16 NL L 209/61 b) uitvoering van op grond van artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vastgestelde acties om te voorzien in de administratieve capaciteit die nodig is voor de tenuitvoerlegging van een controle-, inspectie- en handhavingssysteem van de Unie, als bepaald in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 508/2014; c) tenuitvoerlegging van systemen voor gegevensvalidering als bedoeld in artikel 109 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, en meer bepaald de tenuitvoerlegging van projecten die gebruikmaken van gemeenschappelijke standaardformats of die de interoperabiliteit tussen de systemen van de lidstaten verbeteren; d) controle en handhaving van de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde verplichting om alle vangsten aan te landen, met inbegrip van het aanpassen van de controlesystemen van de lidstaten ten aanzien van de tenuitvoerlegging van die verplichting; e) controle en handhaving van de in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1005/2008 vastgestelde vangstcertificeringsregeling; f) uitvoering van projecten voor het certificeren, verifiëren en meten van het motorvermogen; g) tenuitvoerlegging van de specifieke controle- en inspectieprogramma's die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 95, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009; h) coördinatie van controle overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 768/2005; i) handhaving en controle van traceerbaarheidsvereisten, waaronder etiketteringssystemen die borg staan voor het verstrekken van betrouwbare informatie aan de consument, als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en artikel 67, lid 6, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het. Gedaan te Brussel, 15 juli Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 16

17 2.2 Uitvoeringsverordeningen van de Commissie 17

18 NL L 209/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 763/2014 VAN DE COMMISSIE van 11 juli 2014 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot de technische kenmerken van voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen en instructies over de vormgeving van het embleem van de Unie DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 119, lid 4, Overwegende hetgeen volgt: (1) In artikel 119 van Verordening (EU) nr. 508/2014 zijn algemene regels inzake voorlichting en publiciteit vastgesteld die moeten worden toegepast op alle in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) gefinancierde operationele programma's en concrete acties. In bijlage V bij Verordening (EU) nr. 508/2014 zijn nadere regels vastgesteld betreffende de op het publiek gerichte voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen en de op aanvragers en begunstigden gerichte voorlichtingsmaatregelen. (2) Met het oog op een geharmoniseerde visuele identiteit voor voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties op het gebied van het cohesiebeleid van de Unie, met inbegrip van in het kader van het EFMZV gefinancierde concrete acties, moeten de instructies voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren worden vastgesteld, alsook de technische kenmerken voor de weergave van het embleem van de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen waaruit steun voor de concrete actie wordt verleend, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Erkenning van steun uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij De lidstaat of de beheersautoriteit ziet erop toe dat bij alle op de begunstigden, potentiële begunstigden en het publiek gerichte voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen duidelijk wordt gemaakt dat voor de desbetreffende concrete actie steun uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij is verleend door: a) weergave van het embleem van de Unie overeenkomstig artikel 2, samen met een verwijzing naar de Europese Unie overeenkomstig artikel 3; b) een verwijzing naar het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, of, in geval van een uit meerdere fondsen gefinancierde concrete actie, een verwijzing naar de Europese structuur- en investeringsfondsen, overeenkomstig artikel 4. ( 1 ) PB L 149 van , blz

19 L 209/2 NL Artikel 2 Het embleem van de Unie 1. Het embleem van de Unie wordt ontworpen overeenkomstig de grafische normen in de bijlage. 2. Op websites wordt het embleem van de Unie in kleur weergegeven. In alle andere media wordt indien mogelijk gebruikgemaakt van kleur. Een monochrome versie mag alleen in gemotiveerde gevallen worden gebruikt. 3. Het embleem van de Unie is steeds duidelijk zichtbaar en wordt op een prominente plaats aangebracht. De plaats en de grootte ervan zijn passend met betrekking tot de omvang van het gebruikte materiaal of document. De minimumhoogte van het embleem van de Unie bedraagt 1 cm. Voor kleine promotieartikelen bedraagt de minimumhoogte van het embleem 5 mm. 4. Wanneer het embleem van de Unie op een website wordt weergegeven, is het op het scherm van een digitaal apparaat zichtbaar zonder dat de gebruiker naar onderen hoeft te scrollen. 5. Indien naast het embleem van de Unie andere logo's worden afgebeeld, moet het embleem van de Unie ten minste even groot zijn, gemeten in de hoogte of de breedte, als het grootste van de andere logo's. Het wordt aanbevolen het EU-embleem duidelijk apart van het logo van de derde partij te plaatsen. Artikel 3 Verwijzing naar de Europese Unie 1. De naam Europese Unie wordt steeds voluit geschreven. Voor de tekst bij het embleem van de Unie mogen de volgende lettertypes worden gebruikt: Arial, Auto, Calibri, Garamond, Trebuchet, Tahoma, en Verdana. Het gebruik van cursieve en onderstreepte varianten en andere effecten is niet toegestaan. 2. Voor de plaatsing van de tekst ten opzichte van het embleem van de Unie gelden geen bijzondere voorschriften, maar de tekst mag het embleem van de Unie niet overlappen. 3. De gebruikte lettergrootte staat in verhouding tot de grootte van het embleem. De kleur van het lettertype moet reflex blue, zwart of wit zijn, afhankelijk van de achtergrond. Artikel 4 Verwijzing naar het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij Wanneer op een website naar het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij of de Europees structuur- en investeringsfondsen wordt verwezen, is die verwijzing zichtbaar op het scherm van een digitaal apparaat zonder dat de gebruiker naar onderen hoeft te scrollen. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 11 juli Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 19

20 NL L 209/3 BIJLAGE Grafische normen voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren Voor nadere informatie en richtsnoeren, zie: SYMBOOLBESCHRIJVING Tegen een azuurblauwe achtergrond vormen twaalf gouden sterren een cirkel, die de eenheid van de Europese volkeren voorstelt. Het aantal sterren is onveranderlijk vastgesteld op twaalf, omdat dit getal het symbool is van volmaaktheid en volledigheid. HERALDISCHE BESCHRIJVING Een cirkel van twaalf vijfpuntige gouden sterren, waarvan de punten elkaar niet raken, tegen een azuurblauwe achtergrond. GEOMETRISCHE BESCHRIJVING Het embleem heeft de vorm van een rechthoek waarvan de lange zijde gelijk is aan anderhalve keer de korte zijde. Twaalf gouden sterren, op regelmatige afstanden geplaatst, vormen een onzichtbare cirkel waarvan het middelpunt op het snijpunt van de diagonalen van de rechthoek ligt. De straal van de cirkel is gelijk aan een derde van de korte zijde van de rechthoek. Elk van de vijfpuntige sterren is in een onzichtbare cirkel gevat, waarvan de straal gelijk is aan 1/18e van de korte zijde van de rechthoek. Alle sterren zijn verticaal geplaatst, d.w.z. dat één punt naar boven is gericht en de twee onderste punten op een onzichtbare lijn rusten die loodrecht op de korte zijde van de rechthoek staat. De sterren bevinden zich op de cirkel zoals de cijfers op de wijzerplaat van een klok. Het aantal sterren blijft onveranderlijk. KLEURENREGEL Het embleem is samengesteld uit de volgende kleuren: PANTONE REFLEX BLUE voor het oppervlak van de rechthoek; PANTONE YELLOW voor de sterren. 20

21 L 209/4 NL VIERKLEURENDRUK Bij vierkleurendruk moeten de twee standaardkleuren op basis van de vier beschikbare kleuren worden aangemaakt. Voor het PANTONE YELLOW kan 100 % Process Yellow worden gebruikt. PANTONE REFLEX BLUE wordt verkregen door 100 % Process Cyan te mengen met 80 % Process Magenta. INTERNET PANTONE REFLEX BLUE komt in het webpalet overeen met de kleur RGB:0/51/153 (hexadecimaal: ) en PANTONE YELLOW met de kleur RGB: 255/204/0 (hexadecimaal: FFCC00). AFDRUK IN ÉÉN KLEUR Wanneer alleen met zwart kan worden gewerkt, worden zwarte sterren tegen een witte achtergrond in een zwart omlijnde rechthoek gezet. Wanneer geen geel beschikbaar is, maar wel blauw (Reflex Blue), worden de sterren in negatief wit op een achtergrond van 100 % Reflex Blue geplaatst. AFDRUK OP GEKLEURDE ACHTERGROND Wanneer een gekleurde achtergrond onvermijdelijk is, moet de rechthoek met een wit kader worden omgeven waarvan de breedte gelijk is aan 1/25e van de korte zijde van de rechthoek. 21

22 L 209/20 NL UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 771/2014 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's, de structuur van de plannen voor de compensatie van de extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden, het model voor de indiening van financiële gegevens, de inhoud van de ex-ante-evaluatieverslagen en de minimumeisen voor het in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in te dienen DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), met name artikel 18, lid 3, artikel 72, lid 3, artikel 98, lid 2, en artikel 115, lid 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 508/2014, is het noodzakelijk om bepalingen vast te stellen waarin het volgende wordt beschreven: het model voor de presentatie van operationele programma's die betrekking hebben op maatregelen die moeten worden medegefinancierd via het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV); de structuur van de plannen voor de compensatie van extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden als bedoeld in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) ( compensatieplannen ); het model voor de indiening door de lidstaten van financiële gegevens met betrekking tot de raming van het bedrag waarvoor zij verwachten betalingsaanvragen te zullen indienen; de elementen die moeten worden opgenomen in de verslagen van de ex-ante-evaluaties van de operationele programma's, en de minimumeisen voor plannen met betrekking tot de evaluatie van operationele programma's tijdens de programmeringsperiode. (2) Deze bepalingen zijn nauw met elkaar verbonden, aangezien ze betrekking hebben op verschillende aspecten van de inhoud en de presentatie van de operationele programma's en compensatieplannen die de lidstaten in het kader van het EFMZV moeten indienen. Om de nodige samenhang tussen deze bepalingen, die tegelijkertijd in werking moeten treden, te waarborgen en om ervoor te zorgen dat ze gemakkelijk door de managementautoriteit kunnen worden toegepast, is het wenselijk om de bepalingen in deze verordening op te nemen. (3) Het model voor de operationele programma's moet tot een geharmoniseerde presentatie van gegevens in elk deel van het operationele programma leiden. Dit is nodig om te waarborgen dat de gegevens consistent en vergelijkbaar zijn en waar nodig kunnen worden geaggregeerd. (4) Het model voor de operationele programma's vormt de basis voor de ontwikkeling van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling als bedoeld in artikel 74, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) wat betreft operationele programma's. Derhalve moet in dat model worden vastgelegd hoe gegevens over operationele programma's in het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling moeten worden ingevoerd. Dit mag echter geen gevolgen hebben voor de uiteindelijke presentatie van operationele programma's, met inbegrip van de opmaak van tekst en tabellen, aangezien het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling het mogelijk moet maken de in dit systeem ingevoerde gegevens op verschillende manieren te structureren en te presenteren. ( 1 ) PB L 149 van , blz. 1. ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van , blz. 320). 22

23 NL L 209/21 (5) Het model voor de presentatie van operationele programma's moet een weerspiegeling zijn van de inhoud van het operationele programma zoals beschreven in artikel 18 van Verordening (EU) nr. 508/2014 en artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Om consistente voorwaarden voor de invoer van gegevens te waarborgen, moeten in het model de technische specificaties van elk veld in het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling worden vastgelegd. In het model moet de mogelijkheid worden geboden om naast de gestructureerde gegevens ook ongestructureerde informatie te verstrekken in de vorm van verplichte of niet-verplichte bijlagen. Het is niet noodzakelijk om voor dergelijke bijlagen technische specificaties vast te stellen. (6) Op grond van artikel 72 van Verordening (EU) nr. 508/2014 moeten de lidstaten bij de Commissie een plan indienen voor de compensatie van extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden als bedoeld in artikel 349 VWEU. (7) Krachtens artikel 73 van Verordening (EU) nr. 508/2014 dienen deze compensatieplannen ook informatie te bevatten over staatssteun die de lidstaten in de vorm van aanvullende financiering voor de uitvoering van de compensatieplannen hebben verleend. (8) De structuur van het compensatieplan moet zorgen voor consistente en hoogwaardige informatie, een minimumniveau aan details en een gestandaardiseerd format. Ook moet de structuur het mogelijk maken om de betrokken regio's en de uitvoeringsjaren met elkaar te vergelijken. (9) In de structuur van het compensatieplan moet de verdeling per ultraperifeer gebied van de lijst van subsidiabele visserij- en aquacultuurproducten en het soort marktdeelnemers als bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU) nr. 508/2014 zijn opgenomen. (10) Ook moet in de structuur van het compensatieplan de overeenkomstig artikel 71 van Verordening (EU) nr. 508/2014 berekende hoogte van de compensatie worden opgenomen. (11) Op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 508/2014 dienen de lidstaten de Commissie een raming te zenden van het bedrag waarvoor zij verwachten betalingsaanvragen te zullen indienen voor het lopende en voor het volgende begrotingsjaar. (12) Het model dat de lidstaten moeten gebruiken voor de indiening van die raming moet waarborgen dat de Commissie tijdig over uniforme informatie beschikt, zodat de financiële belangen van de Unie kunnen worden beschermd, de middelen voor een doelmatige uitvoering van het programma kunnen worden verschaft en het financieel beheer wordt vergemakkelijkt. (13) Krachtens artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dienen de lidstaten ex-ante-evaluaties uit te voeren om de kwaliteit van het ontwerp van elk programma te verbeteren. Op grond van artikel 55, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moeten die ex-ante-evaluaties tegelijkertijd met het programma, en vergezeld van een samenvatting, bij de Commissie worden ingediend. De elementen die krachtens artikel 115, lid 1, van Verordening (EU) nr. 508/2014 in de ex-ante-evaluatieverslagen moeten worden opgenomen, moeten bijdragen tot de harmonisatie van de gegevens, zodat de Commissie op het niveau van de Unie een samenvatting van de ex-ante-evaluaties kan opstellen overeenkomstig artikel 118 van Verordening (EU) nr. 508/2014. (14) Krachtens artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient de managementautoriteit tijdens de programmeringsperiode een evaluatieplan op te stellen voor het operationele programma. Op grond van artikel 18, lid 1, onder j), van Verordening (EU) nr. 508/2014 moet het evaluatieplan in de operationele programma's worden opgenomen. De minimumeisen voor het evaluatieplan moeten de Commissie in staat stellen om te controleren of de in het plan voorziene evaluatieactiviteiten en -middelen realistisch zijn en de lidstaten in staat stellen om te voldoen aan de evaluatievereisten die in artikel 54, leden 1 en 2, en artikel 56, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn opgenomen. (15) Om een snelle toepassing van de in deze verordening bepaalde maatregelen mogelijk te maken, moet deze verordening in werking treden op de dag na de bekendmaking ervan in het. (16) De in deze verordening bepaalde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Presentatie van de inhoud van operationele programma's De inhoud van het operationele programma zoals beschreven in artikel 18 van Verordening (EU) nr. 508/2014 wordt gepresenteerd overeenkomstig het model in bijlage I bij deze verordening. 23

24 L 209/22 NL Artikel 2 Structuur van het compensatieplan voor de ultraperifere gebieden De structuur van het compensatieplan voor de ultraperifere gebieden als bedoeld in artikel 72 van Verordening (EU) nr. 508/2014 is vastgesteld in bijlage II bij deze verordening. Artikel 3 Model voor de indiening van financiële gegevens Voor het indienen van financiële gegevens bij de Commissie uit hoofde van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 508/2014 maken de lidstaten gebruik van het model in bijlage III bij deze verordening. Artikel 4 Inhoud van de ex-ante-evaluatie De ex-ante-evaluatie als bedoeld in artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt bij het operationele programma gevoegd in de vorm van een verslag dat de volgende elementen bevat: a) een samenvatting in het Engels; b) een samenvatting in de taal of talen van de betrokken lidstaat; c) de in bijlage IV bij deze verordening vermelde specifieke elementen. Artikel 5 Minimumeisen voor het evaluatieplan De minimumeisen voor het evaluatieplan als bedoeld in artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 worden beschreven in punt 10 van bijlage I bij deze verordening. Artikel 6 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 14 juli Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 24

25 NL L 209/23 BIJLAGE I Model voor operationele programma's (OP's) in het kader van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) CCI <0.1 type="s" maxlength="15" input="s"> ( 1 ) Titel Versie Eerste jaar Laatste jaar Subsidiabel vanaf Subsidiabel tot en met EG-besluit nr. EG-besluit datum <0.2 type="s" maxlength="255" input="m"> <0.3 type="n" input="g"> <0.4 type="n" maxlength="4" input="m"> <0.5 type="n" maxlength="4" input="m"> <0.6 type="d" input="g"> <0.7 type="d" input="g"> <0.8 type="s" input="g"> <0.9 type="d" input="g"> ( 1 ) Legenda voor de aanduidingen van de velden: type: N = Nummer, D = Datum, S = String, C = Checkbox, P = Percentage, B = Boolean input: M = Manueel, S = Selectie, G = Gegenereerd door systeem maxlength = Maximum aantal karakters inclusief spaties 1. VOORBEREIDING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA EN BETROKKENHEID VAN DE PARTNERS 1.1. Voorbereiding van het operationele programma en betrokkenheid van de partners (overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014) <1.1 type="s" maxlength="14000" input="m"> 1.2. Uitkomst van de ex-ante-evaluatie (overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 508/2014) Beschrijving van het ex-ante-evaluatieproces <1.2.1 type="s" maxlength="3000" input="m"> Overzicht van de aanbevelingen van de ex-ante-evaluatoren en korte beschrijving van de wijze waarop hieraan gevolg is gegeven Onderwerp [Vooraf vastgelegd door de COM] Aanbeveling Op welke wijze is gevolg gegeven aan de aanbeveling, of waarom is deze niet meegenomen? <1.2.2 type="s" input="s"> <1.2.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> <1.2.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> 25

26 L 209/24 NL SWOT EN OMSCHRIJVING VAN BEHOEFTEN (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 18, LID 1, VAN VERORDENING (EU) Nr. 508/2014) 2.1. SWOT-analyse en omschrijving van behoeften Onderstaande tabel te herhalen voor elk van de relevante Unieprioriteiten voor het EFMZV Unieprioriteit EFMZV Titel Unieprioriteit EFMZV <2.1 type="s" input="s">] Sterke punten Zwakke punten Kansen Bedreigingen Omschrijving behoeften op basis van de SWOT-analyse Samenhang SWOT-analyse met nationaal strategisch meerjarenplan voor de aquacultuur (*) Samenhang SWOT-analyse met voortgang inzake het bereiken van een goede milieutoestand door de ontwikkeling en uitvoering van de kaderrichtlijn mariene strategie Specifieke behoeften op het gebied van werkgelegenheid, milieu, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering en bevordering van innovatie <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> <2.1 type="s" maxlength="10500" input="m"> (*) Van toepassing op Unieprioriteit nummer Contextindicatoren uitgangssituatie Onderstaande tabel te herhalen voor elk van de relevante Unieprioriteiten voor het EFMZV Unieprioriteit EFMZV Titel van Unieprioriteit EFMZV <2.2 type="s" input="s"> Contextindicator uitgangssituatie Uitgangsjaar Waarde Meeteenheid Bron van informatie Opmerkingen/ Motivering <2.2 type="s" input="s"> <2.2 type="n" input="s"> <2.2 type="n" input="m"> <2.2 type="s" input="g"> <2.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> <2.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> 3. BESCHRIJVING VAN DE STRATEGIE VOOR DE BIJDRAGE VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA AAN SLIMME, DUUR ZAME EN INCLUSIEVE GROEI (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 27 VAN VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013) 3.1. Beschrijving van de strategie <3.1 type="s" maxlength="21000" input="m"> 26

27 NL L 209/ Specifieke doelstellingen en resultaatindicatoren Onderstaande tabel te herhalen voor elk van de relevante Unieprioriteiten voor het EFMZV Unieprioriteit Specifieke doelstelling Titel van de Unieprioriteit<3.2 type="s" input="s"> Titel van de specifieke doelstelling <3.2 type="s" input="s"> Resultaatindicator, d.w.z. doelstelling die de lidstaat nastreeft met de steun uit het EFMZV Titel en meeteenheid resultaatindicator Streefwaarde voor 2023 <3.2 type="s" input="s"> <3.2 type="n" input="m"> Meeteenheid <3.2 type="s" input="g"> 3.3. Relevante maatregelen en outputindicatoren Onderstaande tabel te herhalen voor elk van de relevante Unieprioriteiten voor het EFMZV Unieprioriteit Specifieke doelstelling Titel van de Unieprioriteit<3.3 type="s" input="g"> Titel van de specifieke doelstelling <3.3 type="s" input="g"> Titel van de gekozen relevante maatregel Moet de indicator worden opgenomen in het prestatiekader Titel en meeteenheid van outputindicator Outputindicatoren per maatregel Streefwaarde voor 2023 Meeteenheid Motivering voor de combinatie van de EFMZV-maatregelen (op basis van de exante-evaluatie en de SWOT-analyse) Thematische doelstelling waaraan de gekozen maatregel bijdraagt <3.3 type="s" input="s"> <3.3 type="b" input="s"> <3.3 type="s" input="s"> <3.3 type="n" input="m"> <3.3 type="s" input="g"> <3.3 type="s" maxlength="1000" input="m"> <3.3 type="s" input="g"> <3.3 type="s" input="s"> <3.3 type="b" input="s"> <3.3 type="s" input="s"> <3.3 type="n" input="m">] <3.3 type="s" input="g"> <3.3 type="s" input="g"> 3.4. Beschrijving van de complementariteit van het programma met andere ESI-fondsen Regelingen inzake complementariteit en coördinatie met andere ESI-fondsen en andere relevante financieringsinstrumenten van de Unie en de lidstaten <3.4.1 type="s" maxlength="14000" input="m"> Belangrijkste geplande acties om de administratieve lasten terug te dringen <3.4.2 type="s" maxlength="7000" input="m"> 27

28 L 209/26 NL Informatie over de macroregionale of zeegebiedstrategieën (indien van toepassing) <3.5 type="s" maxlength="3500" input="m"> 4. VEREISTEN BETREFFENDE SPECIFIEKE EFMZV-MAATREGELEN 4.1. Beschrijving van de specifieke behoeften van Natura 2000-gebieden en de bijdrage van het programma aan de totstandbrenging van een samenhangend netwerk van gebieden voor het herstel van visbestanden als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) <4.1 type="s" maxlength="3500" input="m"> 4.2. Beschrijving van het actieplan voor de ontwikkeling, het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de kleinschalige kustvisserij (overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder i), van Verordening (EU) nr. 508/2014) <4.2 type="s" maxlength="1500" input="m"> 4.3. Beschrijving van de methode voor de berekening van vereenvoudigde kosten, overeenkomstig artikel 67, lid 1, onder b) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ( 2 ) <4.3 type="s" maxlength="3500" input="m"> 4.4. Beschrijving van de methode voor de berekening van extra kosten of gederfde inkomsten, overeenkomstig artikel 96 van Verordening (EU) nr. 508/2014 <4.4 type="s" maxlength="3500" input="m"> 4.5. Beschrijving van de methode voor de berekening van compensatie overeenkomstig relevante criteria voor elk van de in artikel 40, lid 1, en de artikelen 53, 54, 55 en 67 van Verordening (EU) nr. 508/2014 bedoelde activiteiten <4.5 type="s" maxlength="3500" input="m"> 4.6. Wat betreft de maatregelen voor definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in het kader van artikel 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 omvat de beschrijving van de strategie de streefcijfers en de te nemen maatregelen voor de vermindering van de vangstcapaciteit overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Er wordt tevens een beschrijving opgenomen van de berekeningsmethode voor de op grond van de artikelen 33 en 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 te verlenen compensatie <4.6 type="s" maxlength="7000" input="m"> 4.7. Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen (overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 508/2014) <4.7 type="s" maxlength="3500" input="m"> 4.8. Beschrijving van het gebruik van technische bijstand (overeenkomstig artikel 78 van Verordening (EU) nr. 508/2014) Technische bijstand op initiatief van de lidstaat <4.8.1 type="s" maxlength="3500" input="m"> ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van , blz. 22). ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van , blz. 320). 28

29 NL L 209/ Het opzetten van nationale netwerken <4.8.2 type="s" maxlength="7000" input="m"> 5. SPECIFIEKE INFORMATIE OVER GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE ONTWIKKELING 5.1. Informatie over de tenuitvoerlegging van vanuit de gemeenschap geleide plaatselijke ontwikkeling (CLLD) De informatie moet zijn toegespitst op de rol van CLLD in het EFMZV-OP, in overeenstemming met de informatie in de partnerschapsovereenkomst en zonder de reeds daarin opgenomen informatie te dupliceren Een beschrijving van de strategie voor CLLD (overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) nr. 508/2014) <5.1.1 type="s" maxlength="21000" input="m"> Een lijst van de criteria die worden toegepast voor de selectie van de visserijgebieden (overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 508/2014) <5.1.2 type="s" maxlength="7000" input="m"> Een lijst van de criteria voor de selectie van vanuit de gemeenschap geleide plaatselijke ontwikkelingsstrategieën (overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder h), van Verordening (EU) nr. 508/2014) <5.1.3 type="s" maxlength="7000" input="m"> Een duidelijke beschrijving van de taken van, respectievelijk, de plaatselijke actiegroep visserij (FLAG), de managementautoriteit of de aangewezen instantie voor alle aan de strategie gerelateerde uitvoeringstaken (overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder m), ii), van Verordening (EU) nr. 508/2014) <5.1.4 type="s" maxlength="7000" input="m"> Informatie over voorschotten aan plaatselijke actiegroepen visserij (overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014) Voor de sectie over nationale netwerken: zie punt (technische bijstand) <5.1.5 type="s" maxlength="3500" input="m"> 5.2. Informatie over geïntegreerde territoriale investeringen (ITI's) (overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Gelieve onderstaande tabel in te vullen wanneer een uit de structuurfondsen gefinancierde geïntegreerde territoriale investering wordt aangevuld met financiële steun uit het EFMZV: Betreft de volgende EFMZV-maatregelen [aankruisen in de lijst] Indicatieve financiële toewijzing uit EFMZV, in euro <5.2 type="s" input="s"> <5.2 type="s" input="s"> <5.2 type="n" input="m"> 29

30 L 209/28 NL IS VOLDAAN AAN DE EX-ANTEVOORWAARDEN? (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 55 VAN VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013) 6.1. Beschrijving van de van toepassing zijnde ex-antevoorwaarden en beoordeling of hieraan is voldaan Tabel: Van toepassing zijnde EFMZV-specifieke ex-antevoorwaarden en beoordeling of hieraan is voldaan Ex-antevoorwaarde (EAC) Unieprioriteit of prioriteiten waarvoor de van toepassing zijnde voorwaarde geldt Is aan de van toepassing zijnde voorwaarde voldaan? JA / NEEN / GEDEELTELIJK Criteria Is aan de criteria voldaan? (Ja/Neen) Zelfbeoordeling met toelichting op het al dan niet voldaan zijn aan elk van de criteria van de van toepassing zijnde exantevoorwaarden Verwijzingen (naar strategieën, rechtshandelingen of andere ter zake relevante documenten, inclusief de desbetreffende afdelingen, artikelen of leden, met links naar websites of toegang tot de volledige tekst) <6.1 type="s" input="s"> <6.1 type="s" input="s"> <6.1 type="b" input="s"> <6.1 type="s" maxlength="500" input="s"> <6.1 type="b" input="s"> <6.1 type="s" maxlength="1000" input="m"> Criterium 1 <6.1 type="s" maxlength="500" input="m"> <6.1 type="s" maxlength="1000" input="m"> Criterium 2 <6.1 type="s" maxlength="500" input="m"> 30

31 NL L 209/ Tabel: Van toepassing zijnde algemene ex-antevoorwaarden en beoordeling of hieraan is voldaan <6.1 type="s" maxlength="3500" input="m"> 6.2. Beschrijving van te ondernemen acties, de verantwoordelijke instanties en het tijdschema voor de tenuitvoerlegging Tabel: Voorgenomen acties om te voldoen aan de EFMZV-specifieke ex-antevoorwaarden Ex-antevoorwaarde Criteria waaraan niet is voldaan Te nemen acties Uiterste termijn (datum) Verantwoordelijke instanties <6.2 type="s" input="s"> <6.2 type="s" input="s"> <6.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> Actie 1 <6.2 type="d" input="m"> <6.2 type="s" maxlength="500" input="m"> Instantie x Tabel: Voorgenomen acties om te voldoen aan de algemene ex-antevoorwaarden <6.2 type="s" maxlength="3500" input="m"> 7. BESCHRIJVING VAN HET PRESTATIEKADER (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 22 EN BIJLAGE II VAN VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013) 7.1. Tabel: Prestatiekader Onderstaande tabel te herhalen voor elk van de relevante Unieprioriteiten voor het EFMZV Unieprioriteit Indicator en meeteenheid, indien van toepassing [Outputindicatoren zoals eerder in sectie 3.3 aangegeven in lijst van in prestatiekader op te nemen Unie-prioriteiten] Mijlpaal voor 2018 Doelstellingen voor 2023 [automatisch gegenereerd uit het hoofdstuk van het OP betreffende de strategie van het OP] Financiële indicator <7.1 type="n" input="m"> <7.1 type="n" input="m"> <7 type="s" input="g"> Outputindicator 1 <7.1 type="n" input="m"> <7.1 type="n" input="g"> <7 type="s" input="g"> Outputindicator 2 <7.1 type="n" input="m"> <7.1 type="n" input="g"> 31

32 L 209/30 NL Tabel: motivering om gekozen outputindicatoren op te nemen in het prestatiekader Onderstaande tabel te herhalen voor elk van de relevante Unieprioriteiten voor het EFMZV Unieprioriteit Reden om gekozen outputindicatoren op te nemen in het prestatiekader ( 1 ), met inbegrip van een toelichting op het aandeel van de toegewezen financiële middelen dat is uitgetrokken voor de activiteiten die tot de betreffende output zullen leiden, alsmede op de methode die is gehanteerd voor de berekening van dit aandeel, dat groter moet zijn dan 50 % van de voor de prioriteit toegewezen financiële middelen Voor de raming van de waarde van mijlpalen en doelstellingen gebruikte gegevens of bewijsmateriaal, en gehanteerde berekeningsmethode (zoals kosten per eenheid, benchmarks, standaardof eerder uitvoeringsniveau, deskundig advies, conclusies uit exante-evaluatie) Informatie over de wijze waarop de methoden en mechanismen ter waarborging van de samenhang in het functioneren van het prestatiekader zijn toegepast in overeenstemming met de bepalingen van de partnerschapsovereenkomst <7.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> <7.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> <7.2 type="s" maxlength="1000" input="m"> ( 1 ) De outputindicatoren worden bepaald door de gekozen maatregelen, maar de keuze voor de in het prestatiekader gebruikte subset van outputindicatoren dient te worden gemotiveerd. 8. FINANCIERINGSPLAN (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 20 VAN VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013 EN DE UITVOERINGS HANDELING VAN DE COMMISSIE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 16, LID 2, VAN VERORDENING (EU) Nr. 508/2014) 8.1. Totaal geplande EFMZV-bijdrage, per jaar, in euro Jaar Toewijzing EFMZV, algemeen ( 1 ) EFMZV-prestatiereserve 2014 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> 2015 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> 2016 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> 2017 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> 2018 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> 2019 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> 2020 <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> Totaal <8.1 type="n" input="g"> <8.1 type="n" input="g"> ( 1 ) Toewijzing EFMZV, algemeen = Totale toewijzing Unie min toewijzing aan prestatiereserve. 32

33 NL L 209/ EFMZV-bijdrage en medefinancieringspercentage voor de Unieprioriteiten, technische bijstand en andere steun (in euro) Unieprioriteiten Maatregel(en) in het kader van de Unieprioriteit EFMZV-bijdrage (inclusief prestatiereserve) Totale steun a b Bijdrage lidstaat (inclusief prestatiereserve) Medefinancieringspercentage EFMZV c = a/(a + b) 100 Algemene toewijzing (totale financiering min prestatiereserve) EFMZV-steun Bijdrage lidstaat EFMZVprestatiereserve Prestatiereserve Bijdrage lidstaat ( 1 ) Omvang prestatiereserve als percentage van totale Uniesteun d = a f e = b g f g = b (f/a) h = f/a Bevordering van een ecologisch duurzame, hulpbronnenefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij Artikel 33, artikel 34 en artikel 41, lid 2 (artikel 13, lid 2, van de EFMZV-verordening) Financiële toewijzing voor het overige deel van Unie- prioriteit 1 (artikel 13, lid 2, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> max. 75 %, min. 20 % 50 % <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> 2. Bevordering van een ecologisch duurzame, hulpbronnenefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde aquacultuur (artikel 13, lid 2, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> max. 75 %, min. 20 % <8.2 type="n" input="m"> 3. Bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB de verbetering en beschikbaarstelling van wetenschappelijke kennis en de verbetering van de verzameling en het beheer van gegevens (artikel 13, lid 4, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> 80 % <8.2 type="n" input="m"> het bieden van ondersteuning voor monitoring, controle en handhaving, en daardoor de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsdiensten versterken, zonder de administratieve lasten te vergroten (artikel 76, lid 2, onder a) tot en met d), en f) tot en met l)) (artikel 13, lid 3, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> 90 % <8.2 type="n" input="m"> het bieden van ondersteuning voor monitoring, controle en handhaving, en daardoor de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsdiensten versterken, zonder de administratieve lasten te vergroten (artikel 76, lid 2, onder e)) (artikel 13, lid 3, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> 70 % <8.2 type="n" input="m"> 33

34 L 209/32 NL Totale steun Unieprioriteiten Maatregel(en) in het kader van de Unieprioriteit EFMZV-bijdrage (inclusief prestatiereserve) Bijdrage lidstaat (inclusief prestatiereserve) a b 4. Verbeteren van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie (artikel 13, lid 2,) van EFMZV) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> 5. Bevorderen van verwerking en afzet Opslagsteun (artikel 67) (artikel 13, lid 6, van de EFMZV-verordening) Compensatie voor ultraperifere gebieden (artikel 70) (artikel 13, lid 5, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> Financiële middelen voor de rest van Unieprioriteit 5 (artikel 13, lid 2, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> 6. Bevorderen van de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid (artikel 13, lid 7, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> Technische steun (artikel 13, lid 2, van de EFMZV-verordening) <8.2 type="n" input="m"> <8.2 type="n" input="m"> Totaal [automatisch berekend]: <8.2 type="n" input="g"> <8.2 type="n" input="g"> ( 1 ) De nationale bijdrage wordt evenredig verdeeld over de belangrijkste toewijzing en de prestatiereserve. Medefinancieringspercentage EFMZV Algemene toewijzing (totale financiering min prestatiereserve) EFMZV-steun Bijdrage lidstaat EFMZVprestatiereserve Prestatiereserve Bijdrage lidstaat ( 1 ) Omvang prestatiereserve als percentage van totale Uniesteun c = a/(a + b) 100 d = a f e = b g f g = b (f/a) h = f/a 100 max. 85 %, min. 20 % <8.2 type="n" input="m"> 100 % % <8.2 type="n" input="m"> max. 75 %, min. 20 % <8.2 type="n" input="m"> max. 75 %, min. 20 % <8.2 type="n" input="m"> max. 75 %, min. 20 % n.v.t. <8.2 type="n" input="g"> <8.2 type="n" input="g"> <8.2 type="n" input="g"> <8.2 type="n" input="g"> n.v.t. 34

35 NL L 209/ EFMZV-bijdrage aan de thematische doelstellingen van de ESI-fondsen Thematische doelstelling (3) vergroting van de concurrentiekracht van mkb-bedrijven, van de landbouwsector (voor het ELFPO) en van de visserij- en aquacultuursector (voor het EFMZV) (4) ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken (6) bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen (8) bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit EFMZV-bijdrage in euro's <8.3 type="n" input="m"> <8.3 type="n" input="m"> <8.3 type="n" input="m"> <8.3 type="n" input="m"> 9. HORIZONTALE PRINCIPES 9.1. Beschrijving van de acties om rekening te houden met de in de artikelen 5 (*), 7 en 8 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 neergelegde beginselen Bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en non-discriminatie (artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1303/2013) <9.1.1 type="s" maxlength="5500" input="m"> Duurzame ontwikkeling <9.1.2 type="s" maxlength="5500" input="m"> 9.2. Indicatie van de hoeveelheid steun die nodig is voor klimaatdoelstellingen (overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014) EFMZV-maatregelen ter realisatie van de klimaatdoelstellingen [de relevante EFMZVmaatregelen die lidstaten hebben opgenomen in het OP-hoofdstuk Strategiebeschrijving ] Coëfficiënt (*) Indicatieve EFMZVbijdrage in euro's [bedrag per genoemde maatregel] Aandeel van de totale EFMZV-bijdrage aan het operationele programma (%) <9.2 type="s" input="g"> <9.2 type="n" input="g"> (*) <9.2 type="n" input="m"> <9.2 type="n" input="g"> (*) Voor een aantal maatregelen kunnen de lidstaten de voorgestelde percentages van 0 % wijzigen in 40 %, zoals vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie (PB L 69 van , blz. 65). 10. EVALUATIEPLAN (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 56 VAN VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013) EN ARTIKEL 18, LID 1, ONDER j), VAN VERORDENING (EU) Nr. 508/2014 Doel en doestellingen van het evaluatieplan <10 type="s" maxlength="3500" input="m"> De SWOT-analyse en de ex-ante-evaluatie moeten een beeld geven van de evaluatiebehoeften voor de programmaperiode. Doel en doelstellingen moeten in die behoefte voorzien en ervoor zorgen dat er voldoende en geschikte evaluaties worden uitgevoerd, in het bijzonder om informatie te verstrekken voor de programmasturing, de jaarlijkse uitvoeringsverslagen in 2017 en 2019 en de ex-post-evaluatie, en om te zorgen dat de gegevens die nodig zijn voor de evaluatie van het EFMZV beschikbaar zijn. 35

36 L 209/34 NL Bestuur en coördinatie Onderwerpen voor evaluatie en acties Data- en informatiestrategie Tijdlijn Bijzondere eisen voor CLLD (door de gemeenschap geïnitieerde lokale ontwikkeling) Communicatie Bronnen <10 type="s" maxlength="10500" input="m"> Korte beschrijving van de monitoring- en evaluatieregelingen, met beschrijving van de coördinatie met de uitvoering van de operationele programma's van het EFMZV. Beschrijving van belangrijkste betrokken organisaties en hun verantwoordelijkheden. Informatie over de opzet van de evaluatie, met beschrijving van de organisatiestructuren, zoals evaluatie-eenheid en/of stuurgroep, kwaliteitscontrole, vereenvoudiging, etc. <10 type="s" maxlength="7000" input="m"> Geef een beschrijving van de onderwerpen van de evaluatie en de geplande acties, met onder andere maar niet uitsluitend aandacht voor de uitvoering van de EU-eisen. Deze moet de acties die nodig zijn om de bijdrage van elke prioriteit aan de doestellingen te evalueren, de beoordeling van de waarde en impact van resultaatindicatoren, analyse van het netto-effect, thematische onderwerpen, horizontale onderwerpen als duurzame ontwikkeling, klimaatverandering, en andere specifieke evaluatiabehoeften omvatten. <10 type="s" maxlength="7000" input="m"> Korte beschrijving van het systeem waarmee statistische informatie over de uitvoering van operationele programma's wordt geregistreerd, bewaard, beheerd en geanalyseerd en aanreiken van monitoringgegevens voor evaluatie. Beschrijving van gegevensbronnen die gebruikt kunnen worden, hiaten in de gegevens, potentiële beleidsthema's in relatie tot gegevensvoorziening en voorgestelde oplossingen. Dit onderdeel moet aantonen dat er te gepasten tijde passende systemen voor gegevensbeheer operationeel zullen zijn.. <10 type="s" maxlength="3500" input="m"> Geef een indicatieve planning om ervoor te zorgen dat de evaluatieresultaten tijdig beschikbaar zijn, met name voor de verplichte evaluaties uit hoofde van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen,, voor de input van de verbeterde JUV's van 2017 en 2019 en het expost-evaluatieverslag. <10 type="s" maxlength="7000" input="m"> Beschrijving van de geplande steun voor evaluatie van plaatselijke actiegroepen visserij (FLAG's), met name over het gebruik van zelfevaluatiemethoden, richtlijnen voor FLAG's om de samenvoeging van resultaten mogelijk te maken die op het niveau van het operationele programma van het EFMZ moeten worden aangetoond. <10 type="s" maxlength="7000" input="m"> Informatie over de verspreiding van evaluatieresultaten aan stakeholders en beleidsmakers, wijze van follow-up van evaluatieresultaten. <10 type="s" maxlength="7000" input="m"> Beschrijving van de benodigde en voorziene middelen voor de uitvoering van het plan, met inbegrip van de vereiste administratieve capaciteit, gegevens, financieel middelen en IT-behoeften. Beschrijving van de geplande activiteiten voor capaciteitsopbouw om te waarborgen dat het evaluatieplan volledig kan worden uitgevoerd. 11. REGELINGEN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 18, LID 1, ONDER m), VAN VEROR DENING (EU) Nr. 508/2014) Aanwijzing van autoriteiten en intermediaire organisaties Autoriteit/organisatie Managementautoriteit (MA) Intermediaire organisatie van de MA (indien relevant) Naam autoriteit/organisatie <11.1 type="s" maxlength="255" input="m"> <11.1 type="s" maxlength="255" input="m"> 36

37 NL L 209/35 Autoriteit/organisatie Certificerende instantie (CI) (indien relevant) Intermediaire organisatie van de CI (indien relevant) Auditautoriteit Naam autoriteit/organisatie <11.1 type="s" maxlength="255" input="m"> <11.1 type="s" maxlength="255" input="m"> <11.1 type="s" maxlength="255" input="m"> Beschrijving van de monitoring- en evaluatieprocedures <11.2 type="s" maxlength="7000" input="m"> Algemene samenstelling van het toezichtcomité <11.3 type="s" maxlength="7000" input="m"> Beknopte beschrijving van de uit te voeren voorlichtings- en publicatieactiviteiten <11.4 type="s" maxlength="3500" input="m"> 12. INFORMATIE OVER DE ORGANISATIES DIE VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN HET CONTROLE-, INSPECTIE- EN HANDHAVINGSSYSTEEM (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 18, LID 1, ONDER o), VAN VERORDENING (EU) Nr. 508/2014) Organisaties die het controle-, inspectie- en handhavingssysteem uitvoeren Naam van de autoriteit/organisaties Organisatie nr. x <12.1 type="n" input="g"> Organisatie nr.y <12.1 type="n" input="g"> <12.1 type="s" maxlength="255" input="m"> <12.1 type="s" maxlength="255" input="m"> Korte beschrijving van personele en financiële middelen die beschikbaar zijn voor controle-, inspectie- en handhavingstaken op visserijgebied <12.2 type="s" maxlength="3500" input="m"> Belangrijkste voorzieningen, in het bijzonder het aantal vaartuigen, vliegtuigen en helikopters <12.3 type="s" maxlength="3500" input="m"> 37

38 L 209/36 NL Lijst van geselecteerde typen concrete acties Type concrete actie Geselecteerd type concrete actie <12.4 type="s" input="s"> Beschrijving <12.4 type="s" maxlength="2000" input="m"> <12.4 type="s" input="s"> <12.4 type="s" maxlength="2000" input="m"> Band met overeenkomstig artikel 20, lid 3, van deefmzv-verordening door de Commissie vastgestelde prioriteiten <12.5 type="s" maxlength="3500" input="m"> 13. GEGEVENSVERZAMELING (OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 18, LID 1, ONDER p), VAN VERORDENING (EU) Nr. 508/2014) Algemene beschrijving van de activiteiten op het gebied van gegevensverzameling in de periode <13.1 type="s" maxlength="7000" input="m"> Beschrijving van de methoden voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens <13.2 type="s" maxlength="7000" input="m"> Beschrijving van de wijze waarop een gezond financieel en administratief beheer op het gebied van gegevensverzameling zal worden bewerkstelligd <13.3 type="s" maxlength="7000" input="m"> 14. FINANCIËLE INSTRUMENTEN (OVEREENKOMSTIG DEEL TWEE, TITEL IV, VAN VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013) Beschrijving van het voorgenomen gebruik van financiële instrumenten <14.1 type="s" maxlength="7000" input="m"> Selectie van de EFMZV-maatregelen die via de financiële instrumenten zullen worden uitgevoerd EFMZV-maatregel [selecteer maatregelen uit de vooraf door de Commissie vastgestelde dropdownlijst] <14.2 type="s" input="s"> Indicatieve bedragen die via financiële instrumenten zullen worden besteed Totaal bedrag EFMZV in euro's <14.3 type="n" input="m"> 38

39 NL L 209/37 Lijst van geraadpleegde partners Verslag van de ex-ante-evaluatie met samenvatting Verslag van detrategische milieueffectbeoordeling (SMEB) Bijlagen bij het programma Beknopte beschrijving van het beheers- en controlesysteem (in de beknopte beschrijving moet ook worden toegelicht hoe het beginsel van functiescheiding en functionele onafhankelijkheid is gewaarborgd) Compensatieplan voor de ultraperifere regio's Kaarten met de omvang en de ligging van de visserij- en aquacultuursectoren, de ligging van de belangrijkste vissershavens en aquacultuurlocaties, en de ligging van de beschermde gebieden (ICZM, MPA's, Natura 2000). 39

40 L 209/38 NL BIJLAGE II STRUCTUUR VAN HET COMPENSATIEPLAN 1. Vaststelling van subsidiabele visserij- en aquacultuurproducten of categorieën producten ( 1 ) # (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) Categorieën ( 1 ) Handelsbenaminpelijke Wetenschap FAO-code Presentatie ( 2 ) GN-code Hoeveelheid ( 3 ) naam 1. Schaaldieren Rode garnaal Plesiopenaeus edwardsianus SSH ingevroren X ton/jaar 2. ( 1 ) Optioneel indien compensatie wordt berekend op productniveau. ( 2 ) Vers, ingevroren, bereid, geconserveerd. ( 3 ) Uitgedrukt in ton levend gewicht, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 343 van , blz. 1). 2. Vaststelling van de marktdeelnemers ( 2 ) # (1) (2) Marktdeelnemers of hun verenigingen Categorieën producten of producten (overeenkomstig kolom (1) of (2) van tabel 1) 1. Vissers Schaaldieren (indien per categorie)/rode garnaal (indien per product) 2. Viskwekers 3. Compensatieniveau voor extra kosten, berekend op basis van producten of categorieën producten Product of categorie producten (*) Gemiddelde kosten (**)/jaar Categorie en kostenposten Kosten van marktdeelnemer in de ultraperifere regio's Kosten van marktdeelnemer in het continentale deel van het grondgebied van de LS Extra kosten (***) (maximaal compensatieniveau) Verantwoording van de extra kosten (a) (b) (c) = (b) (a) Categorie 1-A: Productiekosten voor visserijproducten Brandstof Smeermiddel Aan slijtage onderhevige onderdelen ( 1 ) Een categorie producten is een verzameling producten waarvoor de berekening van extra kosten op dezelfde wijze kan plaatsvinden. ( 2 ) Op grond van artikel 70, lid 6 van Verordening (EU) nr. 508/

41 NL L 209/39 Gemiddelde kosten (**)/jaar Categorie en kostenposten Kosten van marktdeelnemer in de ultraperifere regio's Kosten van marktdeelnemer in het continentale deel van het grondgebied van de LS Extra kosten (***) (maximaal compensatieniveau) Verantwoording van de extra kosten (a) (b) (c) = (b) (a) Onderhoud (inclusief onderhoud in het kieldok) Visserij-, navigatie- en veiligheidsuitrusting Aas IJs voor visruim Kosten voor haveninfrastructuur Bankkosten Verzekering Telecommunicatie (internet, telefoon, fax) Adviesdiensten Kosten in verband met in artikel 68 van de EFMZV-verordening vermelde afzetactiviteiten Voedselvoorziening (bemanning) Personeelskosten Andere Totaal bedrag extra kosten (***) voor categorie 1A Categorie 1-B: Productiekosten voor aquacultuurproducten Juvenielen Voer (inkoop en bewaren) Energie en zuurstof Onderhoud (inclusief fytosanitair) Klein materiaal en reserveonderdelen Kosten voor haveninfrastructuur 41

42 L 209/40 NL Gemiddelde kosten (**)/jaar Categorie en kostenposten Kosten van marktdeelnemer in de ultraperifere regio's Kosten van marktdeelnemer in het continentale deel van het grondgebied van de LS Extra kosten (***) (maximaal compensatieniveau) Verantwoording van de extra kosten (a) (b) (c) = (b) (a) Bankkosten Verzekering Telecommunicatie (internet, telefoon, fax) Adviesdiensten Kosten in verband met in artikel 68 van de EFMZV-verordening vermelde afzetactiviteiten Personeelskosten Andere Totaal bedrag (***) extra kosten voor categorie 1B Categorie 2: Verwerkingskosten Grondstof Afvalverwerking Sorteren en afvoeren van giftige en verontreinigende soorten Energie Bankkosten Verzekering Telecommunicatie (internet, telefoon, fax) Adviesdiensten Kosten in verband met relevante bepalingen van artikel 69 van de EFMZV-verordening Personeelskosten Laden en verpakken Koelen en invriezen 42

43 NL L 209/41 Gemiddelde kosten (**)/jaar Categorie en kostenposten Kosten van marktdeelnemer in de ultraperifere regio's Kosten van marktdeelnemer in het continentale deel van het grondgebied van de LS Extra kosten (***) (maximaal compensatieniveau) Verantwoording van de extra kosten (a) (b) (c) = (b) (a) Kosten in verband met in artikel 69 van de EFMZV-verordening bedoelde investeringen Andere Totaal bedrag extra kosten (***) voor categorie 2 Categorie 3: Marketingkosten Verpakking (inclusief ijs voor verse producten) Fysiek transport (over land, over zee of door de lucht), inclusief verzekeringskosten en douanekosten Bankkosten Verzekering Telecommunicatie (internet, telefoon, fax) Adviesdiensten Financiële kosten voortvloeiend uit levertijden Personeelskosten Andere Totaal bedrag extra kosten (***) voor categorie 3 Totaal bedrag extra kosten (***): totale extra kosten van kolom (c) Totaal bedrag andere overheidsmaatregelen die van invloed zijn op de hoogte van de extra kosten (****) Totaal compensatieniveau (totale extra kosten + totale overheidsmaatregelen) 43

44 L 209/42 NL Gemiddelde kosten (**)/jaar Categorie en kostenposten Kosten van marktdeelnemer in de ultraperifere regio's Kosten van marktdeelnemer in het continentale deel van het grondgebied van de LS Extra kosten (***) (maximaal compensatieniveau) Verantwoording van de extra kosten Extra informatie: Indien het compensatieniveau lager is dan de extra kosten, moet de bepaling van het gekozen compensatieniveau worden gemotiveerd (a) (b) (c) = (b) (a) (*) De tabel moet worden ingevuld voor ieder product of voor iedere categorie producten. (**) Berekening op basis van de voorwaarden zoals vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. /2014 van de Commissie. (***) Extra kosten moeten worden weergegeven in euro's per ton levend gewicht, zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1224/2009. (****) Op grond van artikel 71, onder b), van Verordening (EU) nr. 508/ Vaststelling van bevoegde autoriteiten Naam van de instelling Managementautoriteit Naam van de instelling als bedoeld onder 11.1 Aanwijzing van autoriteiten en intermediaire organisaties van het operationele programma 5. Extra financiering voor de tenuitvoerlegging van het compensatieplan (staatssteun) Informatie te verschaffen voor iedere beoogde regeling/ad-hocsteun Regio Naam van de regio('s) (NUTS ( 1 )) Steunverlenende autoriteit Naam... Postadres Webadres Titel van de steunmaatregel... Nationale rechtsgrondslag (Verwijzing naar de relevante nationale officiële bekendmaking ) Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel... Soort maatregel Regeling Ad-hocsteun Naam van de begunstigde en de groep ( 2 ) waarvan deze deel uitmaakt

45 NL L 209/43 Aanpassing van een bestaande steunregeling of ad-hocsteun Referentie steunmaatregel Commissie Verlenging Wijziging Looptijd ( 3 ) Regeling dd/mm/jjjj tot dd/mm/jjjj Datum van toekenning ( 4 ) Ad-hocsteun dd/mm/jjjj Betrokken economische sector(en) Alle economische sectoren komen in aanmerking om steun te ontvangen Beperkt tot bepaalde sectoren: Specificeer op NACE-groepsniveau ( 5 ) Soort begunstigde Kmo Grote ondernemingen Budget Totaal geplande jaarbudget in het kader van de regeling ( 6 ) Nationale valuta (hele bedragen)... Totale aan de onderneming verleende ad-hocsteun ( 7 ) Nationale valuta (hele bedragen)... Voor garanties ( 8 ) Nationale valuta (hele bedragen)... Steuninstrument Subsidie/rentesubsidie Lening/terugbetaalbaar voorschot Garantie (in voorkomend geval met een verwijzing naar het besluit van de Commissie ( 9 )) Belastingvoordeel of belastingvrijstelling Verstrekking risicofinanciering Andere (specificeren) 45

46 L 209/44 NL Motivatie Geef aan waarom een staatssteunregeling is ingesteld of ad-hocsteun is verleend, in plaats van bijstand in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV): de maatregel valt niet onder het nationale operationele programma; prioriteitstelling in de toewijzing van financiering volgens het nationale operationele programma; financiering niet langer beschikbaar in het kader van het EFMZV; andere (specificeren) ( 1 ) NUTS Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek. Meestal wordt de regio op NUTS 2-niveau vermeld. Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van , blz. 1). ( 2 ) Een onderneming is, in de zin van de mededingingsregels van het Verdrag en voor de toepassing van deze verordening, elke entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm ervan en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Het Hof van Justitie heeft bepaald dat entiteiten die (juridisch of feitelijk) onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming moeten worden beschouwd. ( 3 ) Periode waarin de steunverlenende autoriteit zich kan verbinden tot het verlenen van de steun. ( 4 ) De datum van toekenning van de steun is de datum waarop het wettelijke recht om de steun te ontvangen is verleend aan de begunstigde op grond van het toepasselijke nationale rechtsstelsel. ( 5 ) NACE Rev. 2 statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap. Meestal wordt de sector aangegeven op groepsniveau. ( 6 ) Indien het een steunregeling betreft: vermeld het totale geplande jaarbudget in het kader van de regeling of de geraamde belastingderving per jaar voor alle steuninstrumenten uit de regeling. ( 7 ) Indien het een verlening van ad-hocsteun betreft: geef het totale steunbedrag/de totale belastingderving aan. ( 8 ) Voor garanties: geef het (maximale) bedrag aan gegarandeerde leningen aan. ( 9 ) In voorkomend geval, de referentie van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van de methode voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent. 46

47 NL L 209/45 BIJLAGE III Een raming van het bedrag waarvoor de lidstaat betalingsaanvragen verwacht in te dienen voor het lopende en daarop volgende begrotingsjaar EU-bijdrage (in EUR) [lopend begrotingsjaar] [volgend begrotingsjaar] januari-oktober november-december januari-december Operationeel programma (CCI) <type="n" input="m"> <type="n" input="m"> <type="n" input="m"> 47

48 L 209/46 NL BIJLAGE IV Elementen die moeten worden opgenomen in een ex-ante-evaluatieverslag DEEL I: INLEIDING 1. Reden en doelstellingen van de ex-ante-evaluatie 2. Beschrijving van de tijdens de ex-ante-evaluatie ondernomen stappen 3. Wisselwerking tussen de ex-antebeoordelaar, de managementautoriteit en de SMB-beoordelaar DEEL II: HET EX-ANTE-EVALUATIEVERSLAG 1. SWOT-analyse en behoeftenanalyse 2. Strategie en structuur van het operationele programma 2.1. Bijdrage aan de Europa 2020-strategie 2.2. Bijdrage aan de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid 2.3. Samenhang met het GSK, partnerschapsovereenkomst, landspecifieke aanbevelingen en andere relevante instrumenten 2.4. Steunformule van het programma 2.5. Voorgestelde vormen van steun 2.6. Verwachte bijdrage van de gekozen maatregelen aan het behalen van de doelen 2.7. Samenhang van de begrotingstoewijzing met de doelstellingen 2.8. Bepalingen voor door de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (CLLD) 2.9. Gebruik van technische bijstand Relevantie en samenhang van het programma 3. Beoordeling van de maatregelen die zijn genomen om de voortgang en de resultaten van het operationele programma te monitoren 3.1. Gekwantificeerde doelstellingen voor indicatoren 3.2. Geschiktheid van de mijlpalen voor het prestatiekader 3.3. Voorgesteld monitoring- en evaluatiesysteem 3.4. Het evaluatieplan 4. Beoordeling van de voorziene maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het operationeel plan 4.1. Toereikendheid van menselijke en administratieve capaciteit voor het beheer 4.2. Vermindering van de administratieve last 5. De beoordeling van horizontale thema's 5.1. Bevordering van gelijke kansen, bestrijden van discriminatie 5.2. Bevorderen van duurzame ontwikkeling 48

49 L 27/14 NL RECTIFICATIES Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 771/2014 van de Commissie van 14 juli 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's, de structuur van de plannen voor de compensatie van de extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden, het model voor de indiening van financiële gegevens, de inhoud van de ex-ante-evaluatieverslagen en de minimumeisen voor het in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in te dienen ( L 209 van 16 juli 2014) De titel in de inhoudstafel en op bladzijde 20: in plaats van: lezen: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 771/2014 van de Commissie van 14 juli 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's, de structuur van de plannen voor de compensatie van de extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden, het model voor de indiening van financiële gegevens, de inhoud van de ex-ante-evaluatieverslagen en de minimumeisen voor het in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in te dienen, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 771/2014 van de Commissie van 14 juli 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's, de structuur van de plannen voor de compensatie van de extra kosten van de marktdeelnemers voor het vissen, het kweken, de verwerking en de afzet van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten van de ultraperifere gebieden, het model voor de indiening van financiële gegevens, de inhoud van de ex-ante-evaluatieverslagen en de minimumeisen voor het in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in te dienen evaluatieplan. Bladzijde 42, bijlage II, punt 3, voetnoot (**): in plaats van: lezen: Berekening op basis van de voorwaarden zoals vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. /2014 van de Commissie., Berekening op basis van de voorwaarden zoals vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1046/2014 van de Commissie (PB L 291 van , blz. 1).. 49

50 NL L 209/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 772/2014 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de intensiteit van de overheidssteun die moet worden toegepast op de totale in aanmerking komende uitgaven voor bepaalde, uit hoofde van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij gefinancierde concrete acties DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 95, lid 5, Overwegende hetgeen volgt: (1) In artikel 95, lid 1, van Verordening (EU) nr. 508/2014 zijn algemene voorschriften vastgesteld inzake de overheidssteunintensiteit die moet worden toegepast op de totale in aanmerking komende uitgaven voor een uit hoofde van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij gefinancierde concrete actie. (2) Krachtens artikel 95, lid 4, van Verordening (EU) nr. 508/2014 gelden, in afwijking van die algemene voorschriften, aanvullende percentages voor de overheidssteunintensiteit voor specifieke categorieën van acties als bedoeld in bijlage I bij die verordening. Om de duurzaamheid van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) niet in gevaar te brengen, wordt de EFMZV-steun voor bepaalde categorieën concrete acties krachtens artikel 94, lid 3, onder c), en artikel 69, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 beperkt middels de toepassing van een verlaagd cofinancieringspercentage. Deze logica wordt weerspiegeld in bijlage I van Verordening (EU) nr. 508/2014, waar verschillende niveaus van aanvullende procentpunten voor de steunintensiteit zijn vastgesteld. Naleving van bepaalde voorwaarden van bijlage I kan dus resulteren in een verhoging van de procentpunten van de overheidssteunintensiteit of moet leiden tot een verlaging van de procentpunten van de overheidssteunintensiteit. (3) Daarom moet worden gegarandeerd dat de GVB-doelstellingen niet in het gedrang komen, dat geen overcompensatie plaatsvindt of dat de marktvoorschriften in de visserij, en de aquacultuursector niet bovenmatig worden verstoord wanneer met betrekking tot een concrete actie aanvullende procentpunten van steunintensiteit worden gecumuleerd als gevolg van het nakomen van verschillende in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 vastgestelde voorwaarden. (4) Tegen deze achtergrond moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om een hogere overheidssteunintensiteit toe te passen voor concrete acties die voldoen aan de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 vastgestelde voorwaarden voor een aanvullende verhoging van de procentpunten. Wanneer voor een bepaalde concrete actie echter wordt voldaan aan verschillende in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 vastgestelde voorwaarden en nakoming van deze voorwaarden aanleiding geeft tot meerdere verhogingen van de procentpunten, mag slechts de grootste verhoging worden toegepast. Wanneer voor een bepaalde concrete actie wordt voldaan aan verschillende in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 vastgestelde voorwaarden die een verlaging van de procentpunten vereisen, mag slechts de grootste verlaging worden toegepast. (5) Om te voldoen aan de verplichting de procentpunten voor bepaalde categorieën concrete acties als bepaald in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 te verlagen, moet worden bepaald dat, wanneer een concrete actie aan verschillende criteria van die bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 voldoet en dus tegelijkertijd voor verschillende verhogingen of verlagingen van procentpunten in aanmerking komt, de toepasselijke verhogingen buiten beschouwing moeten worden gelaten en slechts de grootste verlaging mag worden toegepast. (6) Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen spoedig kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. (7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, ( 1 ) PB L 149 van , blz

51 L 209/48 NL HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Specifieke overheidssteunintensiteit Wanneer voor een bepaalde concrete actie wordt voldaan aan meerdere in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 vastgestelde voorwaarden, worden de verschillende in die bijlage opgenomen aanvullende procentuele verhogingen en verlagingen van de overheidssteunintensiteit als volgt toegepast: a) indien op grond van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 meerdere verhogingen van procentpunten van toepassing zijn, wordt slechts de grootste verhoging toegepast; b) indien op grond van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 508/2014 meerdere verlagingen van procentpunten van toepassing zijn, wordt slechts de grootste verlaging toegepast; c) indien een bepaalde concrete actie in aanmerking komt voor één of meer aanvullende verhogingen van procentpunten en tegelijkertijd één of meer verlagingen van procentpunten van toepassing zijn als opgenomen in bijlage I van Verordening (EU) nr. 508/2014, wordt slechts de grootste verlaging toegepast. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 14 juli Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 51

52 NL L 334/11 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1242/2014 VAN DE COMMISSIE van 20 november 2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, met betrekking tot de presentatie van de relevante cumulatieve gegevens over concrete acties DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 97, lid 2, Na raadpleging van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 97, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 moeten de beheersautoriteiten van de lidstaten bij de Commissie relevante cumulatieve gegevens indienen over de tot het einde van het voorgaande jaar voor financiering geselecteerde concrete acties, met inbegrip van de belangrijkste kenmerken van de begunstigden en de concrete acties zelf. (2) Om de consistentie en de volledigheid van de cumulatieve gegevens over de voor financiering geselecteerde concrete acties te garanderen, dienen gemeenschappelijke technische specificaties en voorschriften inzake de presentatie van die cumulatieve gegevens te worden vastgesteld. In dit verband is het passend gebruik te maken van de databankstructuur die is opgenomen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2014 van de Commissie ( 2 ). (3) Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen onverwijld kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De beheersautoriteiten dienen de technische specificaties en voorschriften voor de presentatie van de cumulatieve gegevens over de voor financiering geselecteerde concrete acties, met inbegrip van de voornaamste kenmerken van de begunstigden en de concrete acties zelf, zoals bepaald in artikel 97, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014, in acht te nemen overeenkomstig de in de bijlagen bij deze verordening opgenomen formulieren en tabellen. ( 1 ) PB L 149 van , blz. 1. ( 2 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, met betrekking tot de door de lidstaten te verstrekken informatie en inzake de gegevensbehoeften en de synergieën tussen mogelijke gegevensbronnen (zie bladzijde 39 van dit Publicatieblad). 52

53 L 334/12 NL Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten. Gedaan te Brussel, 20 november Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER 53

54 NL L 334/13 BIJLAGE I Voor elke concrete actie te verstrekken informatie, op te voeren in de volgende gegevensvelden als omschreven in de databankstructuur die is vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1243/2014 Cumulatieve gegevens over de van 1 januari 2014 tot en met 31 december voor financiering geselecteerde concrete acties Veld Inhoud van het veld 1 CCI 2 Unieke identificatiecode (ID) van de concrete actie 3 Naam van de concrete actie 5 NUTS-code 6 Begunstigde 7 Geslacht van de begunstigde 8 Omvang van de onderneming 9 Staat van voortgang van de actie 10 Totale subsidiabele kosten 11 Totale subsidiabele overheidskosten 12 Ondersteuning uit het EFMZV 13 Datum van goedkeuring 14 Totale subsidiabele uitgaven 15 Totale subsidiabele overheidsuitgaven 16 Uit het EFMZV subsidiabele uitgaven 17 Datum eindbetaling aan begunstigde 18 Betrokken maatregel 19 Outputindicator 54

55 L 334/14 NL BIJLAGE II Informatie die voor elke concrete actie alleen moet worden verstrekt indien de actie betrekking heeft op vlootmaatregelen op te voeren in de volgende gegevensvelden als omschreven in de databankstructuur die is vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1243/2014 Cumulatieve gegevens over de van 1 januari 2014 tot en met 31 december voor financiering geselecteerde concrete acties Veld Inhoud van het veld 1 CCI 2 Unieke identificatiecode (ID) van de concrete actie 4 Vaartuignummer (nummer van het vaartuig in het EU-vlootregister (CFR)) BIJLAGE III Informatie die voor elke concrete actie moet worden verstrekt met betrekking tot de projectuitvoering, op te voeren in de volgende gegevensvelden als omschreven in de databankstructuur die is vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1243/2014 Cumulatieve gegevens over de van 1 januari 2014 tot en met 31 december voor financiering geselecteerde concrete acties Veld Inhoud van het veld 1 CCI 2 Unieke identificatiecode (ID) van de concrete actie 20 Uitvoeringsgegevens betreffende de actie 21 Waarde van de uitvoeringsgegevens 55

56 NL L 334/15 BIJLAGE IV Informatie die voor elke actie moet worden verstrekt met betrekking tot resultaatindicatoren, op te voeren in de volgende gegevensvelden als omschreven in de databankstructuur die is vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1243/2014 Cumulatieve gegevens over de van 1 januari 2014 tot en met 31 december voor financiering geselecteerde concrete acties Veld Inhoud van het veld 1 CCI 2 Unieke identificatiecode (ID) van de concrete actie 22 Resultaatindicator(en) met betrekking tot de actie 23 Indicatief resultaat zoals verwacht door begunstigde 24 Waarde van de resultaatindicator wanneer gevalideerd na de uitvoering 56

57 L 334/16 NL BIJLAGE V Referentietabellen Tabel 1 Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Hoofdstuk I: Duurzame ontwikkeling van de visserij I.1 Artikel 26 en artikel 44, lid 3 Innovatie Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft 1 Zie tabel 2, numerieke code Soort innovatie: producten en uitrusting; processen en technieken; beheers- en organisatiesysteem 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal personen binnen ondersteunde bedrijven dat rechtstreeks van de actie profiteert 3 Numeriek I.2 Artikel 27 en artikel 44, lid 3 Adviesdiensten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft 1 Zie tabel 2, numerieke code Soort adviesdienst: haalbaarheidsstudies en adviesdiensten; professioneel advies; bedrijfsstrategieën 2 Zie tabel 3, numerieke code I.3 Artikel 28 en artikel 44, lid 3 Partnerschappen tussen wetenschappers en vissers Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort activiteiten: netwerken; partnerschapsovereenkomst of beroepsvereniging; gegevensverzameling en -beheer; studies; proefprojecten; kennisverspreiding; seminars; beste praktijken 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal wetenschappers dat betrokken is bij het partnerschap 3 Numeriek Aantal vissers dat betrokken is bij het partnerschap 4 Numeriek Aantal overige instanties dat profiteert van de actie 5 Numeriek Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Ja, indien de actie betrekking heeft op zee 57

58 NL L 334/17 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 I.4 Artikel 29, leden 1 en 2, en artikel 44, lid 1, onder a) Verbetering van het menselijk kapitaal, scheppen van banen en sociale dialoog opleiding, netwerkvorming, sociale dialoog, ondersteuning van echtgenotes/ echtgenoten en levenspartners Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort activiteiten: opleiding en leren; netwerkvorming; sociale dialoog Aantal echtgenotes/echtgenoten en levenspartners dat profiteert van de actie 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code 3 Numeriek Aantal personen of organisaties dat profiteert van de actie (deelnemers aan de opleiding, leden van een netwerk, organisaties die betrokken zijn bij de acties in het kader van de sociale dialoog) 4 Numeriek I.5 Artikel 29, lid 3, en artikel 44, lid 1, onder a) Verbetering van het menselijk kapitaal, scheppen van banen en sociale dialoog stagiairs aan boord van schepen van de kleinschalige kustvisserij Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft 1 Zie tabel 2, numerieke code Soort activiteiten: opleiding en leren 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal stagiairs dat profiteert van de actie 3 Numeriek I.6 Artikel 30 en artikel 44, lid 4 Diversifiëring en nieuwe bronnen van inkomsten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort diversifiëring: investeringen aan boord, hengeltoerisme, restaurants, milieudiensten met betrekking tot visserij en educatieve activiteiten 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal betrokken vissers 3 Numeriek I.7 Artikel 31 en artikel 44, lid 2 Starterssteun voor jonge vissers Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft 1 Zie tabel 2, numerieke code Leeftijd van de jonge vissers die profiteren van de actie 2 Numeriek Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Ja, indien de actie betrekking heeft op zee 58

59 L 334/18 NL Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) I.8 Artikel 32 en artikel 44, lid 1, onder b) Gezondheid en veiligheid Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft 1 Zie tabel 2, numerieke code Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Soort voorzieningen: investeringen aan boord; afzonderlijke voorzieningen 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal vissers dat betrokken is bij de actie 3 Numeriek I.9 Artikel 33 Tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten Aantal betrokken vissers 1 Numeriek Ja Aantal betrokken dagen 2 Numeriek I.10 Artikel 34 Definitieve beëindiging van visserijactiviteiten Aantal betrokken vissers 1 Numeriek Ja I.11 Artikel 35 Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen instelling van een fonds Naam van het onderlinge fonds 1 Tekst Neen I.12 Artikel 35 Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen betaalde compensaties Compensatie uitgekeerd voor: economische verliezen ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden, milieuongevallen of bergingskosten 1 Zie tabel 3, numerieke code Aantal betrokken bemanningsleden 2 Numeriek Ja I.13 Artikel 36 Steun voor de systemen voor het toewijzen van vangstmogelijkheden Soort activiteiten: ontwerp, uitwerking, controle, evaluatie, beheer 1 Zie tabel 2, numerieke code Soort begunstigde 2 Zie tabel 4, numerieke code Neen 59

60 NL L 334/19 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) I.14 Artikel 37 Steun voor het ontwerpen en uitvoeren van instandhoudingsmaatregelen en regionale samenwerking Soort activiteiten: ontwerp, ontwikkeling en monitoring; participatie van de belanghebbende partijen; rechtstreeks uitzetten van vis Aantal betrokken visbestanden (indien van toepassing) 1 Zie tabel 3, numerieke code 2 Numeriek Neen Totale oppervlakte waarop het project van toepassing is (in km 2 ) (indien van toepassing) 3 Numeriek I.15 Artikel 38 en artikel 44, lid 1, onder c) Beperking van de impact van de visserij op het mariene milieu en aanpassing van de visserij aan de bescherming van soorten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort investering: selectiviteit van vistuig; vermindering van teruggooi of vermindering van ongewenste vangsten; voorkoming van effecten op het ecosysteem en de zeebodem; bescherming van het vistuig en de vangst tegen zoogdieren en vogels; visaantrekkende apparatuur in de ultraperifere gebieden 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Aantal vissers dat profiteert van de actie 3 Numeriek I.16 Artikel 39 en artikel 44, lid 1, onder c) Innovatie in verband met de instandhouding van biologische rijkdommen van de zee Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: ontwikkeling van nieuwe technische of organisatorische kennis om de milieu-impact te beperken; invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis om de milieu-impact te beperken; ontwikkeling van nieuwe technische of organisatorische kennis om een duurzaam gebruik te verwezenlijken; invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis om een duurzaam gebruik te verwezenlijken 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Aantal vissers dat profiteert van de actie 3 Numeriek I.17 Artikel 40, lid 1, onder a) Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit verzamelen van afval op zee Aantal vissers dat profiteert van de actie 1 Numeriek Ja 60

61 L 334/20 NL Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) I.18 Artikel 40, lid 1, onder b) tot en met g), en i), en artikel 44, lid 6 Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit bijdragen tot een beter beheer of een betere instandhouding; bouwen, installeren of moderniseren van vaste of verplaatsbare voorzieningen; opstelling van beschermings- en beheerplannen voor Natura 2000-gebieden en speciale beschermingszones; beheer, herstel en monitoring van beschermde mariene gebieden, met inbegrip van Natura 2000-gebieden; vergroting van milieubewustzijn; deelname aan andere acties met het oog op de instandhouding en de ontwikkeling van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: investering in voorzieningen; beheer van hulpbronnen; opstelling van beheerplannen voor Natura 2000 en speciale beschermingszones; beheer van Natura 2000; beheer van beschermde mariene gebieden; bewustmaking; overige acties ter verbetering van de biodiversiteit Totale oppervlakte van de Natura 2000-gebieden (in km 2 ) (indien van toepassing) Totale oppervlakte van de beschermde mariene gebieden (in km 2 ) (indien van toepassing) 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code 3 Numeriek 4 Numeriek Aantal betrokken vissers 5 Numeriek Ja, indien de actie betrekking heeft op zee I.19 Artikel 40, lid 1, onder h) Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit totstandbrenging van regelingen voor de vergoeding van schade aan vangsten die wordt veroorzaakt door zoogdieren en vogels Aantal vissers dat profiteert van de actie 1 Numeriek Ja, indien de actie betrekking heeft op zee I.20 Artikel 41, lid 1, onder a) tot en met c), en artikel 44, lid 1, onder d) Energie-efficiëntie en mitigatie van de klimaatverandering investeringen in uitrusting aan boord, audits en regelingen voor energie-efficiëntie, studies Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: uitrusting aan boord; vistuig; audits en regelingen voor energie-efficiëntie; studies 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal vissers dat profiteert van de actie 3 Numeriek Ja, indien de actie betrekking heeft op de zee (alleen voor artikel 41, lid 1, onder a) Percentuele afname van het brandstofverbruik 4 Numeriek Percentuele afname van de CO 2 -uitstoot, indien van toepassing 5 Numeriek 61

62 NL L 334/21 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 I.21 Artikel 41, lid 2, en artikel 44, lid 1, onder d) Energie-efficiëntie en mitigatie van de klimaatverandering vervanging of modernisering van motoren Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: vervanging van motoren; modernisering 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 3, numerieke code kw vóór interventie (gecertificeerd of fysiek gecontroleerd) 3 Numeriek kw na interventie (gecertificeerd of fysiek gecontroleerd) 4 Numeriek Aantal vissers dat profiteert van de actie 5 Numeriek Percentuele afname van het brandstofverbruik 6 Numeriek Percentuele afname van de CO 2 -uitstoot, indien van toepassing 7 Numeriek I.22 Artikel 42 en artikel 44, lid 1, onder e) Toegevoegde waarde, productkwaliteit en benutting van ongewenste vangsten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft 1 Zie tabel 2, numerieke code Soort actie: investeringen die waarde toevoegen aan visserijproducten; investeringen aan boord ter verbetering van de kwaliteit van de visserijproducten 2 Zie tabel 3, numerieke code Aantal vissers dat profiteert van de actie 3 Numeriek Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Ja, indien de actie betrekking heeft op zee 62

63 L 334/22 NL Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 I.23 Artikel 43, leden 1 en 3, en artikel 44, lid 1, onder f) Vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en beschuttingsplaatsen investeringen in de verbetering van de infrastructuur van vissershavens en afslagen of van aanlandingsplaatsen en beschuttingsplaatsen; investeringen ter verhoging van de veiligheid van de vissers Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Categorie van de investering: vissershavens; aanlandingsplaatsen; afslagen; beschuttingsplaatsen Soort investering: kwaliteit, controle en traceerbaarheid; energie-efficiëntie; milieubescherming; veiligheids- en arbeidsomstandigheden 1 Zie tabel 2, numerieke code 2 Zie tabel 5, numerieke code 3 Zie tabel 3, numerieke code Aantal vissers dat profiteert van de actie 4 Numeriek Aantal andere havengebruikers of andere werknemers die profiteren van de actie 5 Numeriek I.24 Artikel 43, lid 2 Vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en beschuttingsplaatsen investeringen ter bevordering van de naleving van de verplichting tot het aanlanden van alle vangsten Categorie van de investering: vissershavens; aanlandingsplaatsen; afslagen; beschuttingsplaatsen 1 Zie tabel 5, numerieke code Aantal vissers dat profiteert van de actie 2 Numeriek Hoofdstuk II: Duurzame ontwikkeling van de aquacultuur II.1 Artikel 47 Innovatie Soort innovatie: ontwikkelen van kennis; op de markt brengen van nieuwe aquacultuursoorten; haalbaarheidsstudies 1 Zie tabel 3, numerieke code Soort onderzoeksinstantie die erbij betrokken is 2 Zie tabel 4, numerieke code Aantal werknemers dat binnen de ondersteunde ondernemingen rechtstreeks van de actie profiteert 3 Numeriek Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Ja, indien de actie betrekking heeft op zee Neen Neen 63

64 NL L 334/23 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 II.2 Artikel 48, lid 1, onder a) tot en met d), en f) tot en met h) Productieve investeringen in de aquacultuur Soort investering: productief; diversificatie; modernisering; diergezondheid en dierenwelzijn; kwaliteit van producten; herstel; aanvullende activiteiten 1 Zie tabel 3, numerieke code Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek II.3 Artikel 48, lid 1, onder e), i) en j) Productieve investeringen in de aquacultuur hulpbronnenefficiëntie, vermindering van het watergebruik en gebruik van chemische stoffen, recirculatiesystemen ter minimalisering van het watergebruik Soort investering: milieu en hulpbronnen; watergebruik en -kwaliteit; gesloten systemen 1 Zie tabel 3, numerieke code II.4 Artikel 48, lid 1, onder k) Productieve investeringen in de aquacultuur vergroting van de energie-efficiëntie, hernieuwbare energie - Soort investering: energie-efficiëntie; hernieuwbare energie 1 Zie tabel 3, numerieke code II.5 Artikel 49 Beheer-, verzorgings- en adviesdiensten voor aquacultuurbedrijven Soort actie: opzetten van beheerdiensten; verwerven van bedrijfsadviezen; bedrijfsverzorgings- en bedrijfsadviesdiensten (gericht op naleving van de milieuwetgeving); bedrijfsverzorgingsen bedrijfsadviesdiensten (gericht op milieu-effectbeoordeling); bedrijfsverzorgings- en bedrijfsadviesdiensten (gericht op naleving van de wetgeving inzake dierenwelzijn, gezondheid en veiligheid en volksgezondheid); bedrijfsverzorgings- en bedrijfsadviesdiensten (gericht op marketing en bedrijfsstrategieën) 1 Zie tabel 3, numerieke code Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Neen Neen Neen Neen 64

65 L 334/24 NL Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) II.6 Artikel 50 Bevordering van het menselijk kapitaal en netwerkvorming Soort activiteit: beroepsopleiding; een leven lang leren; kennisverspreiding; nieuwe beroepsvaardigheden; verbetering van arbeidsomstandigheden en bevordering van veiligheid op het werk; netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen 1 Zie tabel 3, numerieke code Neen Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek Aantal echtgenotes/echtgenoten en levenspartners dat profiteert van de actie 3 Numeriek II.7 Artikel 51 Vergroting van het potentieel van aquacultuurlocaties Soort actie: inventarisatie van gebieden; verbetering van ondersteuningsvoorzieningen en - infrastructuur; voorkoming van ernstige schade; acties naar aanleiding van de vaststelling van verhoogde sterfte of ziekten 1 Zie tabel 3, numerieke code Neen Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek II.8 Artikel 52 Aantrekken van nieuwe aquacultuurexploitanten die aan duurzame aquacultuur doen Totale oppervlakte waar het om gaat (in km 2 ) 1 Numeriek Neen Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek II.9 Artikel 53 Omschakeling naar milieubeheer- en milieu-auditregelingen en naar biologische aquacultuur Soort actie: omschakeling naar biologische aquacultuur; deelname aan milieubeheer- en milieuauditsystemen (EMAS) 1 Zie tabel 3, numerieke code Neen Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek Totale oppervlakte waar het om gaat (in km 2 ) 3 Numeriek 65

66 NL L 334/25 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) II.10 Artikel 54 Aquacultuur die milieudiensten levert Soort actie: aquacultuur in Natura 2000-gebieden; instandhouding en voortplanting ex situ; concrete aquacultuuracties, onder meer op het gebied van milieubehoud en verbetering van het milieu en de biodiversiteit 1 Zie tabel 3, numerieke code Neen Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Numeriek Totale oppervlakte van de Natura 2000-gebieden (in km 2 ) 3 Numeriek Totale oppervlakte buiten de Natura gebieden (in km 2 ) 4 Numeriek II.11 Artikel 55 Maatregelen op het gebied van de volksgezondheid Aantal werknemers dat profiteert van de actie 1 Numeriek Neen II.12 Artikel 56 Maatregelen op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn Soort actie: bestrijding en uitroeiing van ziekten; beste praktijken en gedragscodes; vermindering van de afhankelijkheid van diergeneesmiddelen; veterinaire of farmaceutische studies en beste praktijken; groeperingen voor gezondheidsbescherming; compensatie voor schelpdierkwekers 1 Zie tabel 3, numerieke code Neen Aantal werknemers dat profiteert van de actie 2 Zie tabel 3, numerieke code II.13 Artikel 57 Aquacultuurbestandsverzekering Aantal werknemers dat profiteert van de actie 1 Numeriek Neen Hoofdstuk III: Duurzame ontwikkeling van visserijen en aquacultuurgebieden III.1 Artikel 62, lid 1, onder a) Voorbereidende steun Soort begunstigde 1 Zie tabel 4, numerieke code Neen 66

67 L 334/26 NL Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) III.2 Artikel 63 Uitvoering van lokale ontwikkelingsstrategieën Selectie van plaatselijke actiegroepen visserij ( 1 ) Totale bevolking die onder een plaatselijke actiegroep visserij valt (in eenheden) Aantal publieke partners in de plaatselijke actiegroep visserij Aantal private partners in de plaatselijke actiegroep visserij 1 Numeriek Neen 2 Numeriek 3 Numeriek Aantal maatschappelijke organisaties in de plaatselijke actiegroep visserij 4 Numeriek Aantal voor administratie ingezette FTE's in dienst van de plaatselijke actiegroep visserij 5 Numeriek Aantal voor stimulering ingezette FTE's in dienst van de plaatselijke actiegroep visserij 6 Numeriek III.3 Artikel 63 Uitvoering van lokale ontwikkelingsstrategieën Projecten ondersteund door plaatselijke actiegroepen visserij (met inbegrip van operationele kosten en stimulering) Soort actie: toevoegen van waarde; diversifiëring; milieu; sociaal-cultureel; governance; operationele kosten en stimulering 1 Zie tabel 3, numerieke code Soort begunstigde 2 Zie tabel 4, numerieke code Neen III.4 Artikel 64 Samenwerkingsactiviteiten Soort actie: voorbereidende steun; projecten binnen dezelfde lidstaat; projecten in samenwerking met andere lidstaten; projecten in samenwerking met partners van buiten de EU 1 Zie tabel 3, numerieke code Neen Aantal partners, indien van toepassing 2 Numeriek Hoofdstuk IV: Maatregelen in verband met afzet en verwerking IV.1 Artikel 66 Productie- en afzetprogramma's Aantal leden van producentenorganisaties die betrokken zijn 1 Numeriek Neen IV.2 Artikel 67 Opslagsteun Aantal leden van producentenorganisaties dat profiteert van de actie 1 Numeriek Neen 67

68 NL L 334/27 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 IV.3 Artikel 68 Afzetmaatregelen Soort actie: opzetten van producentenorganisaties, verenigingen of brancheorganisaties; vinden van nieuwe markten en verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen (gericht op soorten met afzetpotentieel); vinden van nieuwe markten en verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen (gericht op ongewenste vangsten); vinden van nieuwe markten en verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen (gericht op producten met relatief weinig impact op het milieu of biologische producten); verbeteren van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op de certificering en bevordering van duurzame producten); verbeteren van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op kwaliteitsregelingen); verbeteren van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op rechtstreekse afzet); verbeteren van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op de verpakking); transparantie van de productie; traceerbaarheid en milieukeuren; standaardcontracten; communicatie- en promotiecampagnes 1 Zie tabel 3, numerieke code Aantal ondernemingen dat profiteert van de actie 2 Numeriek Aantal leden van producentenorganisaties dat profiteert van de actie 3 Numeriek IV.4 Artikel 69 Verwerking van visserij- en aquacultuurproducten Soort investering: energiebesparing of reductie van de milieu-impact; verbeteren van de veiligheid, de hygiëne, de gezondheid en de arbeidsomstandigheden; verwerking van vangsten van commerciële vis die niet voor menselijke consumptie kan worden bestemd; verwerking van bijproducten; verwerking van biologische aquacultuurproducten; nieuwe of verbeterde producten, processen of beheersystemen 1 Zie tabel 3, numerieke code Aantal ondersteunde bedrijven 2 Numeriek Aantal werknemers dat profiteert van de actie 3 Numeriek Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Neen 68

69 L 334/28 NL Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Hoofdstuk V: Compensatie van in de ultraperifere gebieden gemaakte extra kosten in verband met visserij- en aquacultuurproducten V.1 Artikel 70 Compensatieregeling Compensatie van extra kosten 1 Numeriek Neen Aantal ondernemingen dat profiteert van de actie 2 Numeriek Aantal werknemers dat profiteert van de actie 3 Numeriek Hoofdstuk VI: Begeleidende maatregelen voor het GVB onder gedeeld beheer VI.1 Artikel 76 Controle en handhaving - Soort actie: aankoop, installatie en ontwikkeling van technologieën; ontwikkeling, aankoop en installatie van de componenten die nodig zijn voor de transmissie van gegevens; ontwikkeling, aankoop en installatie van de componenten die nodig zijn ter waarborging van de traceerbaarheid; uitvoering van programma's voor het uitwisselen en analyseren van gegevens; modernisering en aankoop van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters; aankoop van andere controlemiddelen; ontwikkeling van innovatieve controle- en monitoringsystemen en uitvoering van proefprojecten; programma's voor de opleiding en uitwisseling van personeelsleden; kosten-batenanalyses en evaluatie van audits; seminars en media-instrumenten; operationele kosten; uitvoering van een actieplan 1 Zie tabel 3, numerieke code Ja, indien er investeringen aan boord nodig zijn Soort begunstigde 2 Zie tabel 4, numerieke code VI.2 Artikel 77 Verzameling van gegevens Soort begunstigde 1 Zie tabel 4, numerieke code Neen 69

70 NL L 334/29 Code van de maatregel Maatregelen binnen het EFMZV Uitvoeringsgegevens betreffende het project Code van de uitvoeringsgegevens Mogelijke waarde en soort waarde Kolom 18 Kolom 20 Kolom 21 Hoofdstuk VII: Technische bijstand op initiatief van de lidstaten VII.1 Artikel 78 Technische bijstand op initiatief van de lidstaten Soort actie: uitvoering van het operationele programma; IT-systemen; verbeteren van de administratieve capaciteit; communicatieactiviteiten; evaluatie; studies; controle en audit; netwerk van plaatselijke actiegroepen visserij; overige 1 Zie tabel 3, numerieke code Hoofdstuk VIII: Bevordering van de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid VIII.1 Artikel 80, lid 1, onder a) Integratie van maritieme bewaking Soort actie: bijdragen aan de integratie van maritieme bewaking; bijdragen aan de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur 1 Zie tabel 3, numerieke code Soort begunstigde 2 Zie tabel 4, numerieke code VIII.2 Artikel 80, lid 1, onder b) Bevordering van de bescherming van het mariene milieu en het duurzame gebruik van de rijkdommen van de zee en van de kust Soort actie: beschermd marien gebied; Natura 2000 Oppervlakte van het desbetreffende beschermd marien gebied (in km 2 ) (indien van toepassing) 1 Zie tabel 3, numerieke code 2 Numeriek Oppervlakte van het desbetreffende Natura gebied (in km 2 ) (indien van toepassing) 3 Numeriek Soort begunstigde 4 Zie tabel 4, numerieke code VIII.3 Artikel 80, lid 1, onder c) Verbeteren van de kennis over de toestand van het mariene milieu Soort actie: opstellen van een monitoringprogramma; invoeren van maatregelen in het kader van de kaderrichtlijn mariene strategie 1 Zie tabel 3, numerieke code Soort begunstigde 2 Zie tabel 4, numerieke code ( 1 ) Informatie alleen vereist indien een plaatselijke actiegroep visserij is geselecteerd. Nummer in het EU-vlootregister (CFR) verplicht (ja of neen) Neen Neen Neen Neen 70

71 L 334/30 NL Tabel 2 Soort visserij Code Beschrijving 1 Zee 2 Binnenvisserij 3 Beide Tabel 3 Soorten acties Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 1 Producten en voorzieningen I.1 2 Processen en technieken I.1 3 Beheer- en organisatiesysteem I.1 4 Haalbaarheidsstudies en adviesdiensten I.2 5 Professioneel advies I.2 6 Bedrijfsstrategieën I.2 7 Netwerken I.3 8 Partnerschapsovereenkomst of vereniging I.3 9 Gegevensverzameling en -beheer I.3 10 Studies I.3 11 Proefprojecten I.3 12 Verspreiding I.3 13 Seminars I.3 14 Beste praktijken I.3 71

72 NL L 334/31 Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 15 Opleiding en leren I.4, I.5 16 Netwerkvorming I.4 17 Sociale dialoog I.4 18 Investeringen aan boord I.6 19 Hengeltoerisme I.6 20 Restaurants I.6 21 Milieudiensten I.6 22 Educatieve activiteiten I.6 23 Investering aan boord I.8 24 Afzonderlijke voorzieningen I.8 25 Ongunstige weersomstandigheden I Milieuongevallen I Bergingskosten I Ontwerp I.13, I Ontwikkeling I.13, I Monitoring I.13, I Evaluatie I Beheer I Participatie van belanghebbenden I Rechtstreeks uitzetten van vis I Selectiviteit van het vistuig I.15 72

73 L 334/32 NL Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 36 Vermindering van teruggooi en uitbanning van ongewenste vangsten I Voorkoming van effecten op het ecosysteem en de zeebodem I Bescherming van het vistuig en de vangst tegen zoogdieren en vogels I Visaantrekkende apparatuur in de ultraperifere gebieden I Ontwikkeling van nieuwe technische of organisatorische kennis om de milieu-impact te beperken I Invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis om de milieu-impact te beperken I Ontwikkeling van nieuwe technische of organisatorische kennis om een duurzaam gebruik te verwezenlijken I Invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis om een duurzaam gebruik te verwezenlijken I Investeringen in voorzieningen I Beheer van hulpbronnen I Beheerplannen voor Natura 2000 en speciale beschermingszones I Beheer van Natura 2000 I Beheer van beschermde mariene gebieden I Bewustmaking I Overige acties ter verbetering van de biodiversiteit I Voorzieningen aan boord I Vistuig I Audits en regelingen voor energie-efficiëntie I Studies I Vervanging van de motor I Modernisering I.21 73

74 NL L 334/33 Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 57 Investeringen die waarde toevoegen aan producten I Investeringen aan boord die kwaliteit de van de visproducten vergroten I Kwaliteit I Controle en traceerbaarheid I Energie-efficiëntie I Milieubescherming I Veiligheid en arbeidsomstandigheden I Ontwikkeling van kennis II Op de markt brengen van nieuwe soorten II Haalbaarheidsstudies II Productieve investeringen II.2 68 Diversifiëring II.2 69 Modernisering II.2 70 Dierengezondheid II.2 71 Kwaliteit van producten II.2 72 Herstel II.2 73 Aanvullende activiteiten II.2 74 Milieu en hulpbronnen II.3 75 Waterverbruik en -kwaliteit II.3 76 Gesloten systemen II.3 77 Energie-efficiëntie II.4 74

75 L 334/34 NL Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 78 Hernieuwbare energie II.4 79 Opzetten van beheer II.5 80 Verwerven van bedrijfstechnische adviesdiensten II.5 81 Verzorgings- en adviesdiensten (gericht op naleving van de milieuwetgeving) II.5 82 Verzorgings- en adviesdiensten (gericht op milieu-effectbeoordelingen) II.5 83 Verzorgings- en adviesdiensten (gericht op naleving van de wetgeving inzake dierenwelzijn, gezondheid en veiligheid en volksgezondheid) II.5 84 Verzorgings- en adviesdiensten (gericht op marketing en bedrijfsstrategieën) II.5 85 Beroepsopleiding II.6 86 Een leven lang leren II.6 87 Kennisverspreiding II.6 88 Nieuwe beroepsvaardigheden II.6 89 Verbetering van arbeidsomstandigheden en bevordering van veiligheid op de werkvloer II.6 90 Netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen II.6 91 Inventarisatie van gebieden II.7 92 Verbetering van ondersteuningsvoorzieningen en -infrastructuur II.7 93 Voorkoming van ernstige schade II.7 94 Acties naar aanleiding van de vaststelling van verhoogde sterfte of ziekten II.7 95 Omschakeling naar biologische aquacultuur II.9 96 Deelname aan milieubeheer- en milieu-auditsystemen (EMAS) II.9 97 Aquacultuur in Natura 2000-gebieden II.10 75

76 NL L 334/35 Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 98 Instandhouding en voortplanting ex situ II Concrete aquacultuuracties, onder meer op het gebied van milieubehoud en verbetering van het milieu en de biodiversiteit II Bestrijding en uitroeiing van ziekten II Beste praktijken en gedragscodes II Vermindering van de afhankelijkheid van diergeneesmiddelen II Veterinaire of farmaceutische studies en beste praktijken II Groeperingen voor gezondheidsbescherming II Compensatie voor schelpdierkwekers II Toevoegen van waarde III Diversifiëring III Milieu III Sociaal-cultureel III Governance III Operationele kosten en stimulering III Voorbereidende steun III Projecten binnen dezelfde lidstaat III Projecten in samenwerking met andere lidstaten III Projecten in samenwerking met partners van buiten de EU III Producentenorganisaties, verenigingen of brancheorganisaties opzetten IV Het vinden van nieuwe markten en het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen (gericht op soorten met afzetpotentieel) IV Het vinden van nieuwe markten en het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen (gericht op ongewenste vangsten) IV.3 76

77 L 334/36 NL Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 119 Het vinden van nieuwe markten en het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen (gericht op producten met relatief weinig impact op het milieu of biologische producten) IV Verbetering van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op de certificering en bevordering van duurzame producten) IV Verbetering van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op kwaliteitsregelingen) IV Verbetering van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op rechtstreekse afzet) IV Verbetering van de kwaliteit en de toegevoegde waarde (gericht op de verpakking) IV Transparantie van de productie IV Traceerbaarheid en milieukeuren IV Standaardcontracten IV Communicatie- en promotiecampagnes IV Energiebesparing of reductie van de milieu-impact IV Verbetering van de veiligheid, de hygiëne, de gezondheid en de arbeidsomstandigheden IV Verwerking van vangsten van commerciële vis die niet voor menselijke consumptie kan worden bestemd IV Verwerking van bijproducten IV Verwerking van biologische aquacultuurproducten IV Nieuwe of verbeterde producten, processen of beheersystemen IV Aankoop, installatie en ontwikkeling van technologieën VI Ontwikkeling, aankoop en installatie van de componenten die nodig zijn voor de transmissie van gegevens VI Ontwikkeling, aankoop en installatie van de componenten die nodig zijn ter waarborging van de traceerbaarheid VI Uitvoering van programma's voor het uitwisselen en analyseren van gegevens VI Modernisering en aankoop van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters VI Aankoop van andere controlemiddelen VI.1 77

78 NL L 334/37 Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 140 Ontwikkeling van innovatieve controle- en monitoringsystemen en uitvoering van proefprojecten VI Opleidings- en uitwisselingsprogramma's VI Kosten-batenanalyses en evaluatie van audits VI Seminars en media-instrumenten VI Operationele kosten VI Uitvoering van een actieplan VI Uitvoering van het operationele programma VII IT-systemen VII Verbeteren van de administratieve capaciteit VII Communicatieactiviteiten VII Evaluatie VII Studies VII Controle en audit VII Netwerk van plaatselijke actiegroepen visserij VII Overige VII Bijdragen aan de integratie van maritieme bewaking VIII Bijdragen aan de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur VIII Beschermd marien gebied VIII Natura 2000 VIII Opstellen van een monitoringprogramma VIII Invoeren van maatregelen in het kader van de kaderrichtlijn mariene strategie VIII.3 78

79 L 334/38 NL Tabel 4 Soorten begunstigden Code Beschrijving 1 Overheidsinstantie 2 Rechtspersoon 3 Natuurlijke persoon 4 Vissersorganisatie 5 Producentenorganisatie 6 Ngo 7 Onderzoekscentrum/universiteit 8 Gemengd Tabel 5 Soorten investeringen Code Beschrijving Gekoppeld aan code maatregel(en) 1 Vissershavens I.23, I.24 2 Aanlandingsplaatsen I.23, I.24 3 Afslagen I.23, I.24 4 Beschuttingsplaatsen I.23, I.24 79

80 NL L 334/39 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1243/2014 VAN DE COMMISSIE van 20 november 2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, met betrekking tot de door de lidstaten te verstrekken informatie en inzake de gegevensbehoeften en de synergieën tussen mogelijke gegevensbronnen DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 107, lid 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) bevat gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV). Die verordening vereist van de beheersautoriteiten van de lidstaten dat zij een systeem opzetten voor de registratie en opslag in elektronische vorm van de voor toezicht, evaluatie, financieel beheer, verificatie en audit vereiste gegevens over elke concrete actie, met inbegrip van gegevens over de afzonderlijke acties. (2) Bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie ( 3 ) bevat een lijst van de gegevens die voor elke concrete actie in elektronische vorm moeten worden geregistreerd en opgeslagen in het monitoringsysteem dat door elke lidstaat is ingesteld. (3) Er zijn aanvullende voorschriften inzake gegevensregistratie en -transmissie vereist voor de werking van het gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiesysteem waarin artikel 107 van Verordening (EU) nr. 508/2014 voorziet. Overeenkomstig artikel 107, lid 3, van Verordening (EU) nr. 508/2014 dienen deze voorschriften te specificeren welke informatie door de lidstaten moet worden verstrekt, terwijl tevens moet worden gestreefd naar de grootst mogelijke synergie met andere potentiële gegevensbronnen, zoals de lijst met gegevens die moeten worden geregistreerd en opgeslagen op grond van Verordening (EU) nr. 1303/2013. (4) Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen onverwijld kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. (5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld inzake de informatie die door de lidstaten aan de Commissie moet worden toegezonden teneinde de monitoring en evaluatie mogelijk te maken van acties onder gedeeld beheer die worden gefinancierd uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV). ( 1 ) PB L 149 van , blz. 1. ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van , blz. 320). ( 3 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van , blz. 5). 80

81 L 334/40 NL Artikel 2 Lijst met gegevens en databankstructuur 1. Elke lidstaat dient een lijst met gegevens die de in artikel 107, lid 3, van Verordening (EU) nr. 508/2014 bedoelde informatie bevat en waarvan de structuur overeenkomt met de structuur die is vastgesteld in bijlage I bij deze verordening, in zijn databank als bedoeld in artikel 125, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 te registreren en aan de Commissie te verstrekken. 2. De lijst met gegevens wordt geregistreerd en aan de Commissie verstrekt voor elke concrete actie die is geselecteerd voor financiering uit hoofde van het operationele programma dat steun ontvangt uit het EFMZV. Artikel 3 Invoeren van informatie in de databank De gegevens als bedoeld in artikel 2 worden in de databank ingevoerd in de volgende twee fasen: a) op het tijdstip van de goedkeuring van de actie, b) zodra de actie is voltooid. Artikel 4 Uitvoeringsgegevens met betrekking tot de actie De informatie bedoeld in deel D van bijlage I (Uitvoeringsgegevens met betrekking tot de actie) dient gebaseerd te zijn op de in bijlage II omschreven gegevensvelden. Artikel 5 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten. Gedaan te Brussel, 20 november Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER 81

82 NL L 334/41 BIJLAGE I DATABANKSTRUCTUUR DEEL A Administratieve informatie: Veld Inhoud van het veld Beschrijving Gegevensbehoeften en synergieën 1 CCI Gemeenschappelijke identificatiecode van het operationele programma Gegevensveld 19 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie ( 1 ) 2 Unieke identificatiecode (ID) van de concrete actie Verplicht voor alle acties die steun krijgen uit het fonds Gegevensveld 5 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 3 Naam van de concrete actie Indien beschikbaar en indien veld 2 een getal bevat Gegevensveld 5 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 4 Vaartuignummer (nummer van het vaartuig in het EU-vlootregister (CFR ( 2 ))) Indien van toepassing Specifiek voor het EFMZV 5 NUTS-code ( 3 ) Vul hier het meest relevante NUTS-niveau in (standaard = niveau III) Specifiek voor het EFMZV 6 Begunstigde Naam van de begunstigde (alleen rechtspersonen en natuurlijke personen overeenkomstig het nationaal recht) Gegevensveld 1 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 7 Geslacht van de begunstigde Indien relevant (mogelijke waarden: 1: man; 2: vrouw; 3: overig) Specifiek voor het EFMZV 8 Omvang van de onderneming Indien relevant ( 4 ) (mogelijke waarden: 1: micro; 2: klein; 3: middelgroot; 4: groot) Specifiek voor het EFMZV 9 Staat van voortgang van de actie 1 cijfer: Code 0 = concrete actie waaraan op grond van een besluit steun is toegekend, maar waarvoor nog geen uitgaven bij de Commissie zijn gedeclareerd Code 1 = concrete actie die tijdelijk is onderbroken na gedeeltelijk te zijn uitgevoerd (waarvoor reeds een deel van de uitgaven bij de Commissie is gedeclareerd) Specifiek voor het EFMZV 82

83 L 334/42 NL Veld Inhoud van het veld Beschrijving Gegevensbehoeften en synergieën Code 2 = concrete actie die is stopgezet na gedeeltelijk te zijn uitgevoerd (waarvoor reeds een deel van de uitgaven bij de Commissie is gedeclareerd) Code 3 = concrete actie die is voltooid (waarvoor alle uitgaven bij de Commissie zijn gedeclareerd) ( 1 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van , blz. 5). ( 2 ) Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (PB L 5 van , blz. 25). ( 3 ) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van , blz. 1). ( 4 ) Overeenkomstig artikel 2, lid 28, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van , blz. 320) voor het mkb. DEEL B Geplande uitgaven (in de munteenheid die van toepassing is op de concrete actie) Veld Inhoud van het veld Beschrijving Gegevensbehoeften en synergieën 10 Totale subsidiabele kosten Bedrag van de totale subsidiabele kosten van de concrete actie, zoals goedgekeurd in het document waarin de voorwaarden voor de steun zijn vastgesteld Gegevensveld 41 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 11 Totale subsidiabele overheidskosten Bedrag aan totale subsidiabele kosten die overheidsuitgaven zijn zoals omschreven in artikel 2, punt 15), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 Gegevensveld 42 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 12 Ondersteuning uit het EFMZV Bedrag aan overheidssteun, zoals aangegeven in het document waarin de voorwaarden voor de steun zijn vastgesteld Specifiek voor het EFMZV 13 Datum van goedkeuring Datum van het document waarin de voorwaarden voor de steun zijn vastgesteld Gegevensveld 12 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie DEEL C Financiële uitvoering van de concrete actie (in EUR) Veld Inhoud van het veld Beschrijving Gegevensbehoeften en synergieën 14 Totale subsidiabele uitgaven Bij de Commissie gedeclareerde subsidiabele uitgaven, vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte en betaalde kosten, in voorkomend geval vermeerderd met bijdragen in natura en afschrijvingen Gegevensveld 53 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 83

84 NL L 334/43 Veld Inhoud van het veld Beschrijving Gegevensbehoeften en synergieën 15 Totale subsidiabele overheidsuitgaven Overheidsuitgaven, zoals omschreven in artikel 2, punt 15), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die overeenkomen met de aan de Commissie gedeclareerde subsidiabele uitgaven, vastgesteld op basis van de daadwerkelijk vergoede en betaalde kosten, in voorkomend geval vermeerderd met bijdragen in natura en afschrijvingen Gegevensveld 54 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 16 Uit het EFMZV subsidiabele uitgaven Uitgaven van het EFMZV overeenkomstig de subsidiabele uitgaven die bij de Commissie zijn gedeclareerd Specifiek voor het EFMZV 17 Datum eindbetaling aan begunstigde Gegevensveld 45 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie (alleen datum van laatste betaling aan begunstigde) DEEL D Uitvoeringsgegevens van de actie Veld Inhoud van het veld Opmerking Gegevensbehoeften en synergieën 18 Betrokken maatregel Code van de maatregel (zie bijlage II) Specifiek voor het EFMZV 19 Outputindicator Numerieke waarde Specifiek voor het EFMZV 20 Uitvoeringsgegevens betreffende de actie Zie bijlage II Specifiek voor het EFMZV 21 Waarde van de uitvoeringsgegevens Numerieke waarde Specifiek voor het EFMZV DEEL E Resultaatindicatoren Veld Inhoud van het veld Opmerking Gegevensbehoeften en synergieën 22 Resultaatindicator(en) met betrekking tot de actie Codenummer van de resultaatindicator ( 1 ) Specifiek voor het EFMZV 23 Indicatief resultaat zoals verwacht door begunstigde Numerieke waarde Specifiek voor het EFMZV 24 Waarde van de resultaatindicator wanneer gevalideerd na de uitvoering Numerieke waarde Specifiek voor het EFMZV ( 1 ) Vastgesteld overeenkomstig artikel 107, lid 1, van Verordening (EU) nr. 508/

85 L 334/44 NL BIJLAGE II UITVOERINGSGEGEVENS BETREFFENDE DE ACTIE Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie Hoofdstuk I: Duurzame ontwikkeling van de visserij I.1 Artikel 26 en artikel 44, lid 3 Innovatie Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort innovatie: producten en uitrusting; processen en technieken; beheer- en organisatiesysteem Aantal personen binnen ondersteunde bedrijven dat rechtstreeks van de actie profiteert I.2 Artikel 27 en artikel 44, lid 3 Adviesdiensten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort adviesdienst: haalbaarheidsstudies en adviesdiensten; professioneel advies; bedrijfsstrategieën I.3 Artikel 28 en artikel 44, lid 3 Partnerschappen tussen wetenschappers en vissers Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort activiteiten: netwerken; partnerschapsovereenkomst of beroepsvereniging; gegevensverzameling en -beheer; studies; proefprojecten; kennisverspreiding; seminars; beste praktijken Aantal wetenschappers dat betrokken is bij het partnerschap Aantal vissers dat betrokken is bij het partnerschap Aantal overige instanties dat betrokken is bij de actie I.4 Artikel 29, leden 1 en 2, en artikel 44, lid 1, onder a) Verbetering van het menselijk kapitaal, scheppen van banen en sociale dialoog opleiding, netwerkvorming, sociale dialoog, ondersteuning van echtgenotes/echtgenoten en levenspartners Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort activiteiten: opleiding en leren; netwerkvorming; sociale dialoog Aantal echtgenotes/echtgenoten en levenspartners dat van de actie profiteert Aantal personen of organisaties dat van de actie profiteert (deelnemers aan de opleiding, leden van een netwerk, organisaties die betrokken zijn bij de acties in het kader van de sociale dialoog) I.5 Artikel 29, lid 3, en artikel 44, lid 1, onder a) Verbetering van het menselijk kapitaal, scheppen van banen en sociale dialoog stagiairs aan boord van schepen van de kleinschalige kustvisserij Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort activiteiten: opleiding en leren Aantal stagiairs dat profiteert van de actie I.6 Artikel 30 en artikel 44, lid 4 Diversifiëring en nieuwe bronnen van inkomsten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort diversifiëring: investeringen aan boord, hengeltoerisme, restaurants, milieudiensten met betrekking tot visserij en educatieve activiteiten Aantal betrokken vissers 85

86 NL L 334/45 Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie I.7 Artikel 31 en artikel 44, lid 2 Starterssteun voor jonge vissers Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Leeftijd van de jonge vissers die profiteren van de actie I.8 Artikel 32 en artikel 44, lid 1, onder b) Gezondheid en veiligheid Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort voorzieningen: investeringen aan boord; afzonderlijke voorzieningen Aantal vissers dat betrokken is bij de actie I.9 Artikel 33 Tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten Aantal betrokken vissers Aantal betrokken dagen I.10 Artikel 34 Definitieve beëindiging van visserijactiviteiten Aantal betrokken vissers I.11 Artikel 35 Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen instelling van een fonds Naam van het onderlinge fonds I.12 Artikel 35 Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen betaalde compensaties Compensatie uitgekeerd voor: economische verliezen ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden, milieuongevallen of bergingskosten Aantal betrokken vaartuigen Aantal betrokken bemanningsleden I.13 Artikel 36 Steun voor de systemen voor het toewijzen van vangstmogelijkheden Soort activiteiten: ontwerp, uitwerking, controle, evaluatie, beheer Soort begunstigde: overheidsinstantie, rechtspersoon of natuurlijke persoon, vissersorganisatie, producentenorganisatie, overige I.14 Artikel 37 Steun voor het ontwerpen en uitvoeren van instandhoudingsmaatregelen en regionale samenwerking Soort activiteiten: ontwerp, ontwikkeling en monitoring; participatie van de belanghebbende partijen; rechtstreeks uitzetten van vis Aantal betrokken visbestanden (indien van toepassing) Totale oppervlakte waarop het project van toepassing is (in km 2 ) I.15 Artikel 38 en artikel 44, lid 1, onder c) Beperking van de impact van de visserij op het mariene milieu en aanpassing van de visserij aan de bescherming van soorten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort investering: selectiviteit van vistuig; vermindering van teruggooi of vermindering van ongewenste vangsten; voorkoming van effecten op het ecosysteem en de zeebodem; bescherming van het vistuig en de vangst tegen zoogdieren en vogels; visaantrekkende apparatuur in de ultraperifere gebieden Aantal vissers dat profiteert van de actie 86

87 L 334/46 NL Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie I.16 Artikel 39, en artikel 44, lid 1, onder c) Innovatie in verband met de instandhouding van biologische rijkdommen van de zee Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: ontwikkeling van nieuwe technische of organisatorische kennis om de milieu-impact te beperken; invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis om de milieu-impact te beperken; ontwikkeling van nieuwe technische of organisatorische kennis om een duurzaam gebruik te verwezenlijken; invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis om een duurzaam gebruik te verwezenlijken Aantal vissers dat profiteert van de actie I.17 Artikel 40, lid 1, onder a) Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit verzamelen van afval op zee Aantal vissers dat profiteert van de actie I.18 Artikel 40, lid 1, onder b) tot en met g), en i), en artikel 44, lid 6 Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit bijdragen tot een beter beheer of een betere instandhouding; bouwen, installeren of moderniseren van vaste of verplaatsbare voorzieningen; opstelling van beschermings- en beheerplannen voor Natura 2000-gebieden en speciale beschermingszones; beheer, herstel en monitoring van beschermde mariene gebieden, met inbegrip van Natura 2000-gebieden; vergroting van milieubewustzijn; deelname aan andere acties met het oog op de instandhouding en de ontwikkeling van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: investeren in voorzieningen; beheer van hulpbronnen; opstelling van beheerplannen voor Natura 2000 en speciale beschermingszones; beheer van Natura 2000; beheer van beschermde mariene gebieden; bewustmaking; overige acties ter verbetering van de biodiversiteit Totale oppervlakte van de Natura 2000-gebieden (in km 2 ) Totale oppervlakte van de beschermde mariene gebieden (in km 2 ) Aantal betrokken vissers I.19 Artikel 40, lid 1, onder h) Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit totstandbrenging van regelingen voor de vergoeding van schade aan vangsten die wordt veroorzaakt door zoogdieren en vogels Aantal vissers dat profiteert van de actie I.20 Artikel 41, lid 1), onder a) tot en met c), en artikel 44, lid 1, onder d) Energie-efficiëntie en mitigatie van de klimaatverandering investeringen in uitrusting aan boord, audits en regelingen voor energie-efficiëntie, studies Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: uitrusting aan boord; vistuig; audits en regelingen voor energie-efficiëntie; studies Aantal vissers dat profiteert van de actie Percentuele afname van het brandstofverbruik Percentuele afname van de CO 2 -uitstoot, indien van toepassing 87

88 NL L 334/47 Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie I.21 Artikel 41, lid 2, en artikel 44, lid 1, onder d) Energie-efficiëntie en mitigatie van de klimaatverandering vervanging of modernisering van motoren Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: vervanging van motoren; modernisering kw vóór interventie (gecertificeerd of fysiek gecontroleerd) kw na interventie (gecertificeerd of fysiek gecontroleerd) Aantal vissers dat profiteert van de actie Percentuele afname van het brandstofverbruik Percentuele afname van de CO 2 -uitstoot, indien van toepassing I.22 Artikel 42 en artikel 44, lid 1, onder e) Toegevoegde waarde, productkwaliteit en benutting van ongewenste vangsten Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Soort actie: investeringen die waarde toevoegen aan visserijproducten; investeringen aan boord ter verbetering van de kwaliteit van de visserijproducten Aantal vissers dat profiteert van de actie I.23 Artikel 43, leden 1 en 3, en artikel 44, lid 1, onder f) Vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en beschuttingsplaatsen investeringen in de verbetering van de infrastructuur van vissershavens en afslagen of van aanlandingsplaatsen en beschuttingsplaatsen; investeringen ter verhoging van de veiligheid van de vissers Vermelding of de actie visserij op zee, binnenvisserij of beide betreft Categorie van de investering: vissershavens; aanlandingsplaatsen; afslagen; beschuttingsplaatsen Soort investering: kwaliteit, controle en traceerbaarheid; energie-efficiëntie; milieubescherming; veiligheids- en arbeidsomstandigheden Aantal vissers dat profiteert van de actie Aantal andere havengebruikers of andere werknemers die profiteren van de actie I.24 Artikel 43, lid 2 Vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en beschuttingsplaatsen investeringen ter bevordering van de naleving van de verplichting tot het aanlanden van alle vangsten Categorie van de investering: vissershavens; aanlandingsplaatsen; afslagen; beschuttingsplaatsen Aantal vissers dat profiteert van de actie Hoofdstuk II: Duurzame ontwikkeling van de aquacultuur II.1. Artikel 47 Innovatie Soort innovatie: ontwikkelen van kennis; op de markt brengen van nieuwe aquacultuursoorten; haalbaarheidsstudies Soort onderzoeksinstantie die erbij betrokken is: privaat, publiek Aantal werknemers dat binnen de ondersteunde ondernemingen rechtstreeks van de actie profiteert II.2 Artikel 48, lid 1, onder a) tot en met d), en f) tot en met h) Productieve investeringen in de aquacultuur Soort investering: productief; diversificatie; modernisering; diergezondheid en dierenwelzijn; kwaliteit van producten; herstel; aanvullende activiteiten Aantal werknemers dat profiteert van de actie 88

89 L 334/48 NL Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie II.3 Artikel 48, lid 1, onder e), i) en j) Productieve investeringen in aquacultuur hulpbronnenefficiëntie, vermindering van het watergebruik en gebruik van chemische stoffen, recirculatiesystemen ter minimalisering van het watergebruik Soort investering: milieu en hulpbronnen; watergebruik en -kwaliteit; gesloten systemen II.4 Artikel 48, lid 1, onder k) Productieve investeringen in de aquacultuur vergroting van de energie-efficiëntie, hernieuwbare energie Soort investering: energie-efficiëntie; hernieuwbare energie II.5 Artikel 49 Beheer-, verzorgings- en adviesdiensten voor aquacultuurbedrijven Soort actie: opzetten van beheer-, verzorgings- en adviesdiensten; verwerven van bedrijfstechnische adviesdiensten Soort adviesdienst, indien van toepassing: naleving van de milieuwetgeving; milieu-effectbeoordelingen; naleving van de wetgeving inzake dierenwelzijn, gezondheid en veiligheid en volksgezondheid; marketing en bedrijfsstrategieën Aantal werknemers dat profiteert van de actie II.6 Artikel 50 Bevordering van het menselijk kapitaal en netwerkvorming Soort activiteit: beroepsopleiding; een leven lang leren; kennisverspreiding; nieuwe beroepsvaardigheden; verbetering van arbeidsomstandigheden en bevordering van veiligheid op het werk; netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen Aantal werknemers dat profiteert van de actie Aantal echtgenotes/echtgenoten en levenspartners dat profiteert van de actie II.7 Artikel 51 Vergroting van het potentieel van aquacultuurlocaties Soort actie: inventarisatie van gebieden; verbetering van ondersteuningsvoorzieningen en -infrastructuur; voorkoming van ernstige schade; acties naar aanleiding van de vaststelling van verhoogde sterfte of ziekten Aantal werknemers dat profiteert van de actie II.8 Artikel 52 Aantrekken van nieuwe aquacultuurexploitanten die aan duurzame aquacultuur doen Totale oppervlakte waar het om gaat (in km 2 ) Aantal werknemers dat profiteert van de actie II.9 Artikel 53 Omschakeling naar milieubeheer- en milieu-auditregelingen en naar biologische aquacultuur Soort actie: omschakeling naar biologische aquacultuur; deelname aan milieubeheer- en milieu-auditsystemen (EMAS) Aantal werknemers dat profiteert van de actie Totale oppervlakte waar het om gaat (in km 2 ) II.10 Artikel 54 Aquacultuur die milieudiensten levert Soort actie: aquacultuur in Natura 2000-gebieden; instandhouding en voortplanting ex situ; concrete aquacultuuracties, onder meer op het gebied van milieubehoud en verbetering van het milieu en de biodiversiteit Aantal werknemers dat profiteert van de actie Totale oppervlakte van de Natura 2000-gebieden (in km 2 ) Totale oppervlakte buiten de Natura-2000-gebieden (in km 2 ) 89

90 NL L 334/49 Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie II.11 Artikel 55 Maatregelen op het gebied van de volksgezondheid Aantal werknemers dat profiteert van de actie II.12 Artikel 56 Maatregelen op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn Soort actie: bestrijding en uitroeiing van ziekten; beste praktijken en gedragscodes; vermindering van de afhankelijkheid van diergeneesmiddelen; veterinaire of farmaceutische studies en beste praktijken; groeperingen voor gezondheidsbescherming; compensatie voor schelpdierkwekers Aantal werknemers dat profiteert van de actie II.13 Artikel 57 Aquacultuurbestandsverzekering Aantal werknemers dat profiteert van de actie Hoofdstuk III: Duurzame ontwikkeling van visserijen en aquacultuurgebieden III.1 Artikel 62, lid 1, onder a) Steun uit het EFMZV voor door de eigen gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkeling voorbereidende steun Soort begunstigde: overheidsinstantie; ngo; ander collectief orgaan; particulier persoon III.2 Artikel 63 Uitvoering van lokale ontwikkelingsstrategieën selectie van plaatselijke actiegroepen visserij ( 1 ) Totale bevolking die onder een plaatselijke actiegroep visserij valt (in eenheden) Aantal publieke partners in de plaatselijke actiegroep visserij Aantal private partners in de plaatselijke actiegroep visserij Aantal maatschappelijke organisaties in de plaatselijke actiegroep visserij Aantal voor administratie ingezette FTE's in dienst van de plaatselijke actiegroep visserij Aantal voor stimulering ingezette FTE's in dienst van de plaatselijke actiegroep visserij III.3 Artikel 63 Uitvoering van lokale ontwikkelingsstrategieën projecten ondersteund door plaatselijke actiegroepen visserij (met inbegrip van operationele kosten en stimulering) Soort actie: toevoegen van waarde; diversifiëring; milieu; sociaal-cultureel; governance; operationele kosten en stimulering III.4 Artikel 64 Samenwerkingsactiviteiten Soort actie: voorbereidende steun; projecten binnen dezelfde lidstaat; projecten in samenwerking met andere lidstaten; projecten in samenwerking met partners van buiten de EU Aantal partners, indien van toepassing Hoofdstuk IV: Maatregelen in verband met afzet en verwerking IV.1 Artikel 66 Productie- en afzetprogramma's Aantal leden van producentenorganisaties die betrokken zijn IV.2 Artikel 67 Opslagsteun Aantal leden van producentenorganisaties dat profiteert van de actie 90

91 L 334/50 NL Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie IV.3 Artikel 68 Afzetmaatregelen Soort actie: het opzetten van producentenorganisaties, verenigingen of brancheorganisaties; het vinden van nieuwe markten en het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen; het verbeteren van de kwaliteit en de toegevoegde waarde; transparantie van de productie; traceerbaarheid en milieukeuren; standaardcontracten; communicatie- en promotiecampagnes Voor projecten die gericht zijn op het vinden van nieuwe markten en het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen: vissoorten met afzetpotentieel; ongewenste vangsten; producten met relatief weinig impact op het milieu of biologische producten Voor projecten die gericht zijn op de bevordering van de kwaliteit en de toegevoegde waarde: kwaliteitsregelingen; certificering en bevordering van duurzame producten; rechtstreekse afzet; verpakking Aantal ondernemingen dat profiteert van de actie Het aantal leden van producentenorganisaties dat profiteert van de actie IV.4 Artikel 69 Verwerking van visserij- en aquacultuurproducten Soort investering: energiebesparing of reductie van de milieu-impact; verbeteren van de veiligheid, de hygiëne, de gezondheid en de arbeidsomstandigheden; verwerking van vangsten van commerciële vis die niet voor menselijke consumptie kan worden bestemd; verwerking van bijproducten; verwerking van biologische aquacultuurproducten; nieuwe of verbeterde producten, processen of beheersysteem Aantal ondersteunde bedrijven Aantal werknemers dat profiteert van de actie Hoofdstuk V: Compensatie van in de ultraperifere gebieden gemaakte extra kosten in verband met visserij- en aquacultuurproducten V.1 Artikel 70 Compensatieregeling Compensatie van extra kosten Aantal ondernemingen dat profiteert van de actie Aantal werknemers dat profiteert van de actie Hoofdstuk VI: Begeleidende maatregelen voor het GVB onder gedeeld beheer VI.1 Artikel 76 Controle en handhaving Soort actie: aankoop, installatie en ontwikkeling van technologieën; ontwikkeling, aankoop en installatie van de componenten die nodig zijn voor de transmissie van gegevens; ontwikkeling, aankoop en installatie van de componenten die nodig zijn ter waarborging van de traceerbaarheid; uitvoering van programma's voor het uitwisselen en analyseren van gegevens; modernisering en aankoop van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters; aankoop van andere controlemiddelen; ontwikkeling van innovatieve controle- en monitoringsystemen en uitvoering van proefprojecten; programma's voor de opleiding en uitwisseling van personeelsleden; kosten-batenanalyses en evaluatie van audits; seminars en media-instrumenten; operationele kosten; uitvoering van een actieplan Soort begunstigde: privaat, publiek en gemengd Aantal betrokken vissersvaartuigen, indien van toepassing VI.2 Artikel 77 Verzameling van gegevens Soort begunstigde: privaat, publiek en gemengd 91

92 NL L 334/51 Code van de maatregel Maatregelen in Verordening (EU) nr. 508/2014. Uitvoeringsgegevens betreffende de actie Hoofdstuk VII: Technische bijstand op initiatief van de lidstaten VII.1 Artikel 78 Technische bijstand op initiatief van de lidstaten Soort actie: uitvoering van het operationele programma; IT-systemen; verbeteren van de administratieve capaciteit; communicatieactiviteiten; evaluatie; studies; controle en audit; netwerk van plaatselijke actiegroepen visserij; overige Hoofdstuk VIII: Bevordering van de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid VIII.1 Artikel 80, lid 1, onder a) Integratie van maritieme bewaking Soort actie: bijdragen aan de integratie van maritieme bewaking; bijdragen aan de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur Soort begunstigde: privaat, publiek en gemengd VIII.2 Artikel 80, lid 1, onder b) Bevordering van de bescherming van het mariene milieu en het duurzame gebruik van de rijkdommen van de zee en van de kust Soort actie: beschermd marien gebied; Natura 2000 Oppervlakte van desbetreffende beschermd marien gebied (in km 2 ) Oppervlakte van het desbetreffende Natura 2000-gebied (in km 2 ) Soort begunstigde: privaat, publiek en gemengd VIII.3 Artikel 80, lid 1, onder c) Verbeteren van de kennis over de toestand van het mariene milieu Soort actie: opstellen van een monitoringprogramma; invoeren van maatregelen in het kader van de kaderrichtlijn mariene strategie Soort begunstigde: privaat, publiek en gemengd ( 1 ) Informatie die alleen vereist is indien een plaatselijke actiegroep visserij is geselecteerd. 92

93 NL L 221/7 RECTIFICATIES Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, met betrekking tot de door de lidstaten te verstrekken informatie en inzake de gegevensbehoeften en de synergieën tussen mogelijke gegevensbronnen ( L 334 van 21 november 2014) Bijlage I, deel C, veld 14, kolom Gegevensbehoeften en synergieën : in plaats van: te lezen: Gegevensveld 53 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie, Gegevensveld 80 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie. Bijlage I, deel C, veld 15, kolom Gegevensbehoeften en synergieën : in plaats van: te lezen: Gegevensveld 54 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie, Gegevensveld 81 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie. 93

94 L 365/124 NL UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1362/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2014 tot vaststelling van voorschriften inzake een vereenvoudigde procedure voor de goedkeuring van bepaalde wijzigingen van uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij gefinancierde operationele programma's en van voorschriften inzake de vorm en de presentatie van de jaarverslagen over de uitvoering van deze programma's DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en met name artikel 22, lid 1, en artikel 114, lid 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. 508/2014 moeten wijzigingen van uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) gefinancierde operationele programma's door de Commissie worden goedgekeurd. (2) Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 worden de procedures en de tijdschema's voor de indiening en de goedkeuring van wijzigingen van operationele programma's vereenvoudigd in de volgende gevallen: a) wijzigingen van operationele programma's die betrekking hebben op een overdracht van financiële middelen tussen Unieprioriteiten, op voorwaarde dat de overgedragen financiële middelen niet hoger zijn dan 10 % van het aan de Unieprioriteit toegewezen bedrag; b) wijzigingen van operationele programma's die betrekking hebben op de invoering of de intrekking van maatregelen of soorten relevante concrete acties en de bijbehorende informatie en indicatoren; c) wijzigingen van operationele programma's die betrekking hebben op veranderingen in de beschrijving van maatregelen, met inbegrip van verandering van de subsidiabiliteitsvoorwaarden; d) wijzigingen die moeten worden aangebracht wegens veranderingen in de Unieprioriteiten op het gebied van het handhavings- en controlebeleid. Dergelijke wijzigingen zouden geen invloed mogen hebben op de algemene interventielogica van het programma, de geselecteerde Unieprioriteiten, de specifieke doelstellingen of de beoogde resultaten en daarom mogen zij geen aanleiding geven tot twijfel over hun verenigbaarheid met de bestaande voorschriften en praktijken. (3) Bijgevolg moeten voorschriften worden vastgesteld inzake een vereenvoudigde procedure voor de goedkeuring van in artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 vermelde wijzigingen van operationele programma's. Deze procedure moet de Commissie in staat stellen dergelijke door een bepaalde lidstaat ingediende wijzigingen aan hun operationele programma in een kortere tijdspanne goed te keuren. Gezien de tijdsdruk moeten de lidstaten voor de vereenvoudigde procedure bij de indiening van een aanvraag volledige informatie toevoegen op grond waarvan de Commissie de voorgestelde wijzigingen volledig kan beoordelen. (4) Uit hoofde van artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 114 van Verordening (EU) nr. 508/2014 moeten alle lidstaten van 2016 tot en met 2023 uiterlijk op 31 mei van elk jaar bij de Commissie een jaarlijks verslag indienen over de uitvoering van hun operationele programma. (5) De informatie die is vervat in het door de lidstaten in te dienen jaarlijkse uitvoeringsverslag moet consistent zijn en moet het mogelijk maken een vergelijking te maken tussen de jaren van uitvoering en tussen de lidstaten onderling. Het verslag moet eveneens aggregatie van gegevens op het niveau van het EFMZV mogelijk maken of, zo nodig, voor alle Europese structuur- en investeringsfondsen. (6) Er dienen voorschriften te worden vastgesteld met betrekking tot de vorm en de presentatie van deze jaarlijkse uitvoeringsverslagen. (7) Deze verordening dient in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie om ervoor te zorgen dat de maatregelen waarin zij voorziet, onmiddellijk kunnen worden toegepast. (8) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, ( 1 ) PB L 149 van , blz

95 NL L 365/125 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Vereenvoudigde procedure voor de goedkeuring van wijzigingen van operationele programma's 1. Wanneer een lidstaat bij de Commissie een aanvraag indient tot goedkeuring van een onder artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 vallende wijziging van zijn operationeel programma, verzoekt hij de Commissie die wijziging goed te keuren via een vereenvoudigde procedure krachtens het onderhavige artikel. 2. Enkel de in artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 vermelde wijzigingen komen in aanmerking voor een vereenvoudigde goedkeuringsprocedure. 3. Indien de Commissie van mening is dat de informatie die de betrokken lidstaat over een krachtens lid 1 ingediende wijziging heeft verstrekt, onvolledig is, verzoekt zij om alle nodige aanvullende informatie. De in de leden 4 en 5 bedoelde termijn vangt aan op de dag na ontvangst van een volledige aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van een operationeel programma, als door de Commissie aan de lidstaat gemeld. 4. Indien de Commissie de lidstaat binnen 25 werkdagen na ontvangst van een aanvraag tot goedkeuring via een vereenvoudigde procedure geen opmerkingen heeft toegezonden, wordt de wijziging van het operationele programma geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd. 5. Indien de Commissie de lidstaat binnen 25 werkdagen na ontvangst van een aanvraag tot goedkeuring via een vereenvoudigde procedure opmerkingen heeft toegezonden, wordt de wijziging van het operationele programma goedgekeurd volgens de in artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) nr. 508/2014 vastgestelde procedure. Artikel 2 Vorm en presentatie van de jaarlijkse uitvoeringsverslagen De inhoud van het jaarlijkse uitvoeringsverslag, als bepaald in artikel 50 van Verordening (EU) nr 1303/2013 en in artikel 114, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014, wordt weergegeven volgens het model in de bijlage bij deze verordening. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 18 december Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER 95

96 L 365/126 NL BIJLAGE Model voor het jaarlijkse uitvoeringsverslag van het EFMZV Deel A Jaarlijks in te dienen gegevens 1. Identificatie van het jaarlijkse uitvoeringsverslag CCI <1.1 type= S input= S > ( 1 ) Titel Versie Verslagjaar Datum van goedkeuring van het verslag door het monitoringcomité (art. 113, onder d), van EFMZV) <1.2 type= S input= G > <1.3 type= N input= G > <1.4 type= D maxlength= 4 input= M > <1.5 type= D input= M > 2. Overzicht van de uitvoering van het operationele programma (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Essentiële informatie over de uitvoering van het operationele programma voor het betrokken jaar, met inbegrip van de financieringsinstrumenten, met betrekking tot de financiële gegevens en de indicatorgegevens. <2.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 3. Uitvoering van de Unieprioriteiten 3.1. Overzicht van de uitvoering (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) De informatie moet worden verstrekt in de vorm van een korte, algemene commentaar over de uitvoering van de Unieprioriteiten en de technische bijstand voor het (de) betrokken ja(a)r(en), met vermelding van de belangrijkste ontwikkelingen, ernstige problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen aan te pakken. Unieprioriteit Titel van de Unieprioriteit <3.1 type= S input= G > Essentiële informatie over de uitvoering van de prioriteit, met vermelding van de belangrijkste ontwikkelingen, ernstige problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen aan te pakken <3.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 3.2. Resultaat-, output- en financiële indicatoren voor het EFMZV (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Gegevens voor resultaat-, output- en financiële indicatoren en mijlpalen en streefdoelen voor het prestatiekader (gebruik de tabellen 1-3). ( 1 ) Legende voor de kenmerken van de velden: type: N = getal, D = datum, S = string, C = checkbox, P = percentage, B = booleaanse operator input: M = manueel, S = selectie, G = gegenereerd door het systeem maxlength = maximum aantal karakters inclusief spaties 96

97 NL L 365/127 TABEL 1 Resultaatindicatoren voor het EFMZV (referentietabel van punt 3.2 van het model voor operationele programma's) Deze tabel moet voor elke Unieprioriteit worden herhaald. Unieprioriteit (Titel van de Unieprioriteit <3.2.1 type= S input= G >) Specifieke doelstelling Resultaatindicator Meeteenheid Streefwaarde (2023) Jaarwaarde Cumulatieve waarde Titel van de specifieke doelstelling <3.2.1 type= S input= G > Naam van de resultaatindicator <3.2.1 type= S input= G > <3.2.1 type= S input= G > <3.2.1 type= N input= G > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= N input= M > <3.2.1 type= S input= M > 97

98 L 365/128 NL TABEL 2 Outputindicatoren voor het EFMZV (referentietabel van de punten 3.3 en 7.1 van het model voor operationele programma's) Deze tabel moet worden herhaald voor elke geselecteerde specifieke doelstelling van de betrokken Unieprioriteit. Unieprioriteit (Titel van de Unieprioriteit <3.2.2 type= S input= G >) Specifieke doelstelling (Titel van de specifieke doelstelling <3.2.2 type= S input= G >) Geselecteerde relevante maatregelen Thematische doelstelling Indicator Mijlpaal (2018) Opgenomen in het prestatiekader Streefwaarde (2023) Outputindicatoren Titel van de maatregel <3.2.2 type= S input= G > <3.2.2 type= S input= G > Naam van de indicator <3.2.2 type= S input= G > <3.2.2 type= B input= G > <3.2.2 type= N input= G > <3.2.2 type= N input= G > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > <3.2.2 type= N input= M > Cumulatieve waarde <3.2.2 type= S input= G > 98

99 NL L 365/129 TABEL 3 Financiële indicatoren voor het EFMZV (referentietabel van punt 7.1 van het model voor operationele programma's) Financiële indicatoren Unieprioriteit Indicator Mijlpaal (2018) Streefwaarde (2023) Titel van de Unieprioriteit <3.2.3 type= S input= G > Naam van de indicator <3.2.3 type= S input= G > <3.2.3 type= N input= G > <3.2.3 type= N input= G > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > <3.2.3 type= N input= M > Cumulatieve waarde <3.2.3 type= S input= G > 99

100 L 365/130 NL Financiële gegevens TABEL 4 Financiële gegevens voor het EFMZV (referentietabel van de punten 8.2, 8.3 en 9.2 van het model voor operationele programma's) Unieprioriteit Geselecteerde specifieke doelstelling Thematische doelstelling Maatregel Totale overheidsbijdrage (EUR) EFMZVbijdrage (EUR) Deel van de EFMZVbijdrage voor maatregelen op het gebied van klimaatverandering (EUR) EFMZVcofinancieringspercentage (%) Totale subsidiabele uitgaven voor de voor steun geselecteerde concrete acties (EUR) Totale overheidsbijdrage voor de voor steun geselecteerde concrete acties (EUR) Aandeel van de totale toewijzing dat naar de geselecteerde concrete acties gaat (%) Bijdrage voor klimaatverandering van de voor steun geselecteerde concrete acties (EUR) 1. Bevordering van een ecologisch duurzame, hulpbronnenefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij Titel van de specifieke doelstelling <3.3.1 type= S input= G > <3.3.1 type= S input= G > Titel van de maatregel <3.3.1 type= S input= G > <3.3.1 type= N input= M > <3.3.1 type= N input= M > <3.3.1 type= N input= G > <3.3.1 type= P input= G > <3.3.1 type= N input= M > <3.3.1 type= N input= M > <3.3.1 type= P input= M > <3.3.1 type= N input= G > 2. Bevordering van een ecologisch duurzame, hulpbronnenefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde aquacultuur Door de begunstigden bij de beheersautoriteit gedeclareerde totale subsidiabele uitgaven (EUR) <3.3.1 type= N input= M > Door de begunstigden bij de beheersautoriteit gedeclareerde totale subsidiabele overheidsuitgaven (EUR) <3.3.1 type= N input= M > Aandeel van de totale toewijzing dat gaat naar door de begunstigden gedeclareerde totale subsidiabele overheidsuitgaven (%) <3.3.1 type= P input= M > Bijdrage voor klimaatverande-ring van door de begunstigden bij de beheersautoriteit gedeclareerde totale subsidiabele overheidsuitgaven EUR) <3.3.1 type= N input= G > Aantal geselecteerde concrete acties <3.3.1 type= N input= M > 100

101 NL L 365/131 Unieprioriteit 3. Stimulering van de uitvoering van het GVB 4. Bevordering van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie 5. Bevordering van afzet en verwerking 6. Bevordering van de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid Technische bijstand Geselecteerde specifieke doelstelling Thematische doelstelling Maatregel Totale overheidsbijdrage (EUR) EFMZVbijdrage (EUR) Deel van de EFMZVbijdrage voor maatregelen op het gebied van klimaatverandering (EUR) EFMZVcofinancieringspercentage (%) Totale subsidiabele uitgaven voor de voor steun geselecteerde concrete acties (EUR) Totale overheidsbijdrage voor de voor steun geselecteerde concrete acties (EUR) Aandeel van de totale toewijzing dat naar de geselecteerde concrete acties gaat (%) Bijdrage voor klimaatverandering van de voor steun geselecteerde concrete acties (EUR) Door de begunstigden bij de beheersautoriteit gedeclareerde totale subsidiabele uitgaven (EUR) Door de begunstigden bij de beheersautoriteit gedeclareerde totale subsidiabele overheidsuitgaven (EUR) Aandeel van de totale toewijzing dat gaat naar door de begunstigden gedeclareerde totale subsidiabele overheidsuitgaven (%) Bijdrage voor klimaatverande-ring van door de begunstigden bij de beheersautoriteit gedeclareerde totale subsidiabele overheidsuitgaven EUR) Aantal geselecteerde concrete acties 101

102 L 365/132 NL TABEL 5 Kosten van buiten het programmagebied uitgevoerde acties (artikel 70 van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Unieprioriteit Voor steun uit het EFMZV in aanmerking komende uitgaven voor door de begunstigde bij de beheersautoriteit gedeclareerde concrete acties die buiten het programmagebied worden uitgevoerd (EUR) Aandeel van de totale financiële toewijzing voor de prioritaire as (%) 1. Bevordering van een ecologisch duurzame, hulpbronnenefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij 2. Bevordering van een ecologisch duurzame, hulpbronnenefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde aquacultuur 3. Stimulering van de uitvoering van het GVB 4. Bevordering van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > 5. Bevordering van afzet en verwerking <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > 6. Bevordering van de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > Technische bijstand <3.3.2 type= N input= M > <3.3.2 type= P input= G > TOTAAL OP <3.3.2 type= N input= G > <3.3.2 type= P input= G > 4. Kwesties die van invloed zijn op de prestaties van het programma en genomen corrigerende maatregelen 4.1. Maatregelen die zijn genomen om aan de ex-antevoorwaarden te voldoen (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) De lidstaten moeten informatie verstrekken over specifieke ex-antevoorwaarden waaraan bij de goedkeuring van het operationele programma niet was voldaan. Beschrijving van de mate waarin aan de specifieke ex-antevoorwaarden is voldaan en van de daartoe genomen maatregelen, wat betreft de maatregelen en het tijdschema die waren gepland en waarin was voorzien in de partnerschapsovereenkomst en het operationele programma. (Enkel van toepassing voor de verslagen die in 2016 en 2017 moeten worden ingediend.) 102

103 NL L 365/133 TABEL 6 Maatregelen die zijn genomen om aan de toepasselijke EFMZV-specifieke ex-antevoorwaarden te voldoen Thematische ex-antevoorwaarden waaraan niet of gedeeltelijk is voldaan Criteria waaraan niet is voldaan Te nemen maatregel Termijn (Datum) Voor de naleving verantwoordelijke instanties Naam van de thematische ex-antevoorwaarde <4.1.1 type= S input= S > Naam van het criterium <4.1.1 type= S input= S > <4.1.1 type= S maxlength= 1000 input= M > <4.1.1 type= D maxlength= 10 input= M > <4.1.1 type= S maxlength= 500 input= M > Binnen de termijn voltooide maatregel (J/N) <4.1.1 type= B input= S > Criteria waaraan is voldaan (J/N) <4.1.1 type= B input= S > Verwachte datum waarop alle maatregelen volledig zullen zijn uitgevoerd <4.1.1 type= D input= M > Opmerkingen <4.1.1 type= S maxlength= 1000 input= M > 103

104 L 365/134 NL Kwesties die van invloed zijn op de prestaties van het programma en de genomen corrigerende maatregelen (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) <4.2.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 5. Informatie over ernstige inbreuken en corrigerende maatregelen (artikel 114, lid 2, van verordening (EU) nr. 508/2014) Informatie over maatregelen die zijn genomen bij ernstige inbreuken als bedoeld in artikel 10, lid 1, en bij niet-naleving van de in artikel 10, lid 2, vastgestelde duurzamheidsvoorwaarden, alsook over corrigerende maatregelen. <5.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 6. Informatie over de maatregelen die zijn genomen ter naleving van artikel 41, lid 8 (artikel 114, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014) Geef een samenvatting van de maatregelen die zijn genomen om vooruitgang te boeken wat betreft de naleving van artikel 41, lid 8, waar is bepaald dat tot 60 % van de overheidssteun moet worden voorbehouden voor de kleinschalige kustvisserij; deze samenvatting moet ook gegevens bevatten over het werkelijke aandeel van de kleinschalige kustvisserij in de uit hoofde van de maatregel in artikel 41, lid 2, gefinancierde acties. <6.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 7. Informatie over de maatregelen die zijn genomen om de bekendmaking van de begunstigden te waarborgen (artikel 114, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014) Geeft een samenvatting van de maatregelen die zijn genomen overeenkomstig bijlage V bij de EFMZV-verordening; in deze samenvatting moet bijzondere aandacht worden besteed aan de nationale wetgeving, met inbegrip van eventuele toepasselijke drempels voor de bekendmaking van gegevens van natuurlijke personen. <7.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 8. Activiteiten in verband met het evaluatieplan en samenvatting van de evaluaties (artikel 114, lid 2, van verordening (EU) nr. 508 /2014 en artikel 50, lid 2, VAN Verordening (EU) nr. 1303/2013) Geef een samenvatting van de activiteiten die zijn verricht in verband met de uitvoering van het evaluatieplan; in deze samenvatting moet ook worden vermeld welk gevolg aan de bevindingen van de evaluaties is gegeven. Voorts moet een samenvatting worden verstrekt van de bevindingen van alle evaluaties van het programma die in de loop van het vorige begrotingsjaar beschikbaar zijn geworden (met vermelding van de naam en de referentieperiode van de gebruikte evaluatieverslagen). Verder moet hier worden vermeld op welke manier toegang wordt verleend tot de evaluaties die krachtens artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 publiek beschikbaar zijn gemaakt. <8.1 type= S maxlength= input= M > 9. Publiekssamenvatting (artikel 50, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Een publiekssamenvatting van de inhoud van de jaarverslagen over de uitvoering moet voor het publiek beschikbaar worden gemaakt. [Een publiekssamenvatting van de inhoud van de jaarverslagen over de uitvoering moet voor het publiek beschikbaar worden gemaakt en geüpload als een afzonderlijk bestand in de vorm van een bijlage bij die verslagen. Voorgesteld formaat: upload als afzonderlijk bestand in SFC2014; geen gestructureerde gegevens; geen beperkingen op het aantal gebruikte karakters.] 10. Verslag over de uitvoering van de financieringsinstrumenten (artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Indien de managementautoriteit (ook beheersautoriteit genoemd) heeft beslist gebruik te maken van financieringsinstrumenten, moet zij de Commissie als bijlage bij het jaarverslag over de uitvoering een specifiek verslag toesturen over de concrete acties die financieringsinstrumenten omvatten; dit specifieke verslag moet worden opgesteld volgens het model in de krachtens artikel 46, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vastgestelde uitvoeringshandeling. 104

105 NL L 365/135 Deel B Gegevens die moeten worden ingediend in 2017 en 2019 en binnen de in artikel 138, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde termijn (bovenop de gegevens in deel A) 11. Beoordeling van de uitvoering van het operationele programma (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Voor elke Unieprioriteit moet een beoordeling worden gemaakt van de in deel A verschafte gegevens en van de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma (met vermelding van de bevindingen en aanbevelingen van de evaluaties) Unieprioriteit Titel van de Unieprioriteit <11.1 type= S input= G > Beoordeling van de gegevens en van de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma <11.1 type= S maxlength= 7000 input= M > Beoordeling per Unieprioriteit of de geboekte vooruitgang voldoende is om de mijlpalen en streefdoelen uiteindelijk te bereiken, met vermelding van eventuele genomen of geplande corrigerende maatregelen. Unieprioriteit Titel van de Unieprioriteit <11.2 type= S input= G > Beoordeling of de geboekte vooruitgang voldoende is om de mijlpalen en streefdoelen uiteindelijk te bereiken, met vermelding van eventuele genomen of geplande corrigerende maatregelen <11.2 type= S maxlength= 7000 input= M > 12. Horizontale beginselen van de uitvoering (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Beoordeling van de uitvoering van specifieke maatregelen in het licht van de in artikel 5 van Verordening (EU) nr /2013 beschreven beginselen inzake partnerschap en meerlagig bestuur, met de klemtoon op de rol van de partners bij de uitvoering van het programma. <12.1 type= S maxlength= 7000 input= M > Beoordeling van de uitvoering van specifieke maatregelen in het licht van de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 beschreven beginselen inzake bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie, met inbegrip van toegankelijkheid voor personen met een handicap en de regelingen om de integratie van het genderperspectief in het operationele programma te waarborgen. <12.2 type= S maxlength= 3500 input= M > Beoordeling van de uitvoering van specifieke maatregelen in het licht van de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 beschreven beginselen inzake duurzame ontwikkeling, met inbegrip van een overzicht van de maatregelen die zijn genomen om duurzame ontwikkeling te bevorderen. <12.3 type= S maxlength= 3500 input= M > 105

106 L 365/136 NL Verslag over de steun die is gebruikt voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) De cijfers worden automatisch berekend en worden opgenomen in tabel 4 inzake financiële gegevens. De weergegeven waarden kunnen worden toegelicht, met name wanneer de feitelijke gegevens lager liggen dan voorzien. <13.1 type= S maxlength= 3500 input= M > Deel C Gegevens die moeten worden ingediend in 2019 en binnen de in artikel 138, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde termijn (bovenop de gegevens in deel A + B) 14. Slimme, duurzame en inclusieve groei (artikel 50, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Er moet informatie worden verstrekt over en een beoordeling worden gemaakt van de mate waarin het operationele programma heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. <14.1 type= S maxlength= input= M > 15. Kwesties die van invloed zijn op de prestaties van het programma prestatiekader (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Wanneer uit de beoordeling van de vooruitgang ten aanzien van de mijlpalen en streefdoelen van het prestatiekader blijkt dat bepaalde mijlpalen en streefdoelen niet zijn bereikt, moeten de lidstaten in het verslag van 2019 (voor de mijlpalen) en binnen de in artikel 138, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bepaalde termijn (voor de streefdoelen) toelichten waaraan deze tekortkoming te wijten is. <15.1 type= S maxlength= 7000 input= M > 106

107 UITVOERINGSHANDELINGEN VAN DE COMMISSIE DIE VOORTKOMEN UIT DE VGB 107

108 NL L 57/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 184/2014 VAN DE COMMISSIE van 25 februari 2014 tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, van de voorwaarden voor het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie en tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking, van de nomenclatuur van de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad ( 1 ), en met name artikel 74, lid 4, Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking ( 2 ), en met name artikel 8, lid 2, tweede alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) De bepalingen in deze verordening zijn nauw met elkaar verbonden, aangezien zij allemaal betrekking hebben op aspecten die nodig zijn voor de voorbereiding van operationele programma s in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid en in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking. Teneinde te zorgen voor samenhang tussen deze bepalingen, die tegelijkertijd in werking moeten treden, en een brede visie en compacte toegang daartoe te faciliteren voor alle ingezetenen van de Unie, is het wenselijk in deze uitvoeringshandeling bepalingen op te nemen betreffende de categorieën steunverlening voor de doelstelling Europese territoriale samenwerking, aangezien de procedure met betrekking tot de raadpleging van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen dat is opgericht bij artikel 150, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 hetzelfde is als voor de andere bepalingen waarop deze uitvoeringshandeling van ( 1 ) PB L 347 van , blz ( 2 ) PB L 347 van , blz toepassing is, terwijl de categorieën steunverlening voor de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid onder een andere procedure vallen. (2) Krachtens artikel 74, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt voor alle officiële uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling gebruikt. Daarom is het nodig de voorwaarden vast te stellen waaraan dat systeem voor elektronische gegevensuitwisseling moet voldoen. (3) De voorzieningen voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie moeten worden beschouwd als verschillend van de voorzieningen die zijn vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de begunstigden en de desbetreffende autoriteiten op grond van artikel 122, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en die onder een andere uitvoeringshandeling vallen. Teneinde te zorgen voor een betere kwaliteit van de informatie over de uitvoering van de operationele programma s, een betere bruikbaarheid van het systeem en vereenvoudiging, is het nodig basisvoorwaarden te specificeren voor de vorm en het toepassingsgebied van de uit te wisselen informatie. (4) Het is noodzakelijk de beginselen te specificeren, alsmede de toepasselijke regels voor de werking van het systeem met betrekking tot de identificatie van de partij die verantwoordelijk is voor het uploaden van de documenten en de eventuele aanvullingen daarop. (5) Teneinde te zorgen voor een vermindering van de administratieve last voor de lidstaten en de Commissie, en tegelijkertijd de efficiënte en effectieve elektronische uitwisseling van informatie te waarborgen, is het nodig de technische kenmerken van het systeem vast te leggen. (6) De lidstaten en de Commissie moeten ook de mogelijkheid hebben gegevens op twee verschillende, nader te specificeren manieren te coderen en te verzenden. Ook is het noodzakelijk regels vast te stellen om ervoor te zorgen dat zowel de lidstaten als de Commissie over alternatieve manieren beschikken om informatie uit te wisselen als het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling door overmacht niet gebruikt kan worden. 108

109 NL L 57/ (7) De lidstaten en de Commissie moeten ervoor zorgen dat de overdracht van de gegevens via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling plaatsvindt op een beveiligde wijze die zorgt voor de beschikbaarheid, integriteit, authenticiteit, vertrouwelijkheid en onweerlegbaarheid van informatie. Daarom moeten er veiligheidsvoorschriften worden vastgesteld. (8) Deze verordening moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet daarom worden toegepast in overeenstemming met deze rechten en beginselen. Op door de lidstaten verwerkte persoonsgegevens is Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) van toepassing. Op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Unie en het vrije verkeer van die gegevens is Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) van toepassing. (9) Overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013 is het noodzakelijk gemeenschappelijke categorieën te specificeren voor de steunverlening in programma s in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking, teneinde de lidstaten in staat te stellen de Commissie consistente informatie over het geprogrammeerde gebruik van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) te verstrekken, alsmede informatie over de cumulatieve toewijzing en de uitgaven van het EFRO per categorie en het aantal acties gedurende de looptijd van een programma. Dit is om de Commissie in staat te stellen de andere EUinstellingen en de burgers van de Unie op passende wijze te informeren over het gebruik van het EFRO. (10) Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. (11) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met artikel 150, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, aangezien het bij artikel 150, lid 1, van de verordening ingestelde Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen een advies heeft uitgebracht, ( 1 ) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van , blz. 31). ( 2 ) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de bescherming van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van , blz. 1). HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK I Uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot de ESI-fondsen SYSTEEM VOOR ELEKTRONISCHE GEGEVENSUITWISSELING (Bevoegdheid overeenkomstig artikel 74, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Artikel 1 Instelling van een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling De Commissie stelt een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling in voor alle officiële uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie. Artikel 2 Inhoud van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling 1. Het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling (hierna het SFC2014 ) bevat ten minste de informatie die is omschreven in de modellen, formats en templates die zijn vastgesteld in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1303/2013, Verordening (EU) nr. 1299/2013, Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) en de toekomstige rechtshandeling van de Unie tot vaststelling van de voorwaarden voor financiële steun voor het maritieme en visserijbeleid voor de programmeringsperiode ( de EFMZV-verordening ). 2. De gegevens die worden verstrekt via de in het SFC2014 ingebedde elektronische formulieren (hierna gestructureerde gegevens genoemd) mogen niet door niet-gestructureerde gegevens worden vervangen, met inbegrip van het gebruik van hyperlinks of andere niet-gestructureerde gegevens zoals bijvoeging van documenten of afbeeldingen. Wanneer een lidstaat dezelfde informatie in de vorm van gestructureerde gegevens en niet-gestructureerde gegevens verzendt, worden de gestructureerde gegevens gebruikt in het geval van inconsistenties. Artikel 3 Werking van het SFC De Commissie, de door de lidstaat krachtens artikel 59, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ), artikel 123 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 65, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 aangewezen autoriteiten, alsmede de instanties waaraan taken van die autoriteiten zijn gedelegeerd, voeren in het SFC2014 de informatie in waarvoor zij de verantwoordelijkheid voor verzending hebben, alsmede eventuele aanvullingen daarop. ( 3 ) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van , blz ). ( 4 ) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van , blz. 1). 109

110 NL L 57/9 2. Elke informatieoverdracht aan de Commissie wordt geverifieerd en ingediend door een andere persoon dan degene die de gegevens voor die verzending heeft ingevoerd. Deze scheiding van taken wordt ondersteund door het SFC2014 of door de informatiesystemen voor beheer en controle van de lidstaat die automatisch verbinding maken met het SFC De lidstaten wijzen op nationaal of regionaal niveau of op zowel nationaal als regionaal niveau, een persoon of personen aan die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de toegang tot het SFC2014 en die: a) de gebruikers identificeren die om toegang vragen, waarbij moet worden gecontroleerd of zij inderdaad in dienst zijn van de organisatie; b) de gebruikers inlichten over hun verplichtingen om de veiligheid van het systeem te waarborgen; c) verifiëren of de gebruikers aanspraak kunnen maken op het vereiste privilegeniveau in verband met hun taken en hun hiërarchische positie; d) verzoeken om intrekking van de toegangsrechten, indien die toegangsrechten niet langer benodigd of gerechtvaardigd zijn; e) verdachte gebeurtenissen die de veiligheid van het systeem in gevaar kunnen brengen, snel melden; f) zorgen voor de voortdurende juistheid van de identificatiegegevens van de gebruikers door het melden van alle wijzigingen; g) de nodige voorzorgsmaatregelen nemen met betrekking tot bescherming van gegevens en bedrijfsvertrouwelijkheid in overeenstemming met de nationale en EU-voorschriften; h) de Commissie in kennis stellen van alle wijzigingen die invloed hebben op de capaciteit van de autoriteiten van de lidstaten of gebruikers van het SFC2014 om de in lid 1 bedoelde verplichtingen of hun persoonlijke capaciteit om de in de punten (a) tot en met (g) bedoelde verantwoordelijkheden uit te voeren. 4. De uitwisselingen van gegevens en verrichtingen dragen een verplichte elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ). De lidstaten en de Commissie erkennen de rechtsgeldigheid en toelaatbaarheid van de in het SFC2014 gebruikte elektronische handtekening als bewijs in gerechtelijke procedures. Voor de via het SFC2014 verwerkte informatie wordt de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens voor personen en van bedrijfsvertrouwelijkheid voor rechtspersonen gewaarborgd in overeenstemming met Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en van de Raad ( 2 ), Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en van de ( 1 ) Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PB L 13 van , blz. 12). ( 2 ) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van , blz. 37). Raad ( 3 ), Richtlijn 1995/46/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ) en Verordening (EG) nr. 45/2001. Artikel 4 Kenmerken van het SFC2014 Teneinde de efficiënte en effectieve elektronische uitwisseling van informatie te waarborgen heeft het SFC2014 de volgende kenmerken: a) interactieve formulieren of formulieren die reeds door het systeem zijn ingevuld op basis van eerder in het systeem geregistreerde gegevens; b) automatische berekeningen, wanneer deze de invoerinspanningen van gebruikers beperken. c) automatische ingebedde controles om de interne samenhang van de verstrekte gegevens en de consistentie van deze gegevens met de toepasselijke voorschriften te verifiëren; d) door het systeem gegenereerde signalen om de gebruikers van het SFC2014 te waarschuwen dat bepaalde acties al dan niet kunnen worden uitgevoerd; e) online tracering van de status van de behandeling van de in het systeem ingevoerde informatie; f) beschikbaarheid van historische gegevens betreffende alle ingevoerde gegevens voor een operationeel programma. Artikel 5 Verzending van gegevens via het SFC Het SFC2014 is voor de lidstaten en de Commissie rechtstreeks toegankelijk via een interactieve gebruikersinterface (d.w.z. een webtoepassing) of via een technische interface met vooraf vastgestelde protocollen (d.w.z. webdiensten) die een automatische synchronisatie en uitwisseling van gegevens tussen informatiesystemen van de lidstaten en het SFC2014 mogelijk maakt. 2. De datum van elektronische toezending van de informatie door de lidstaat aan de Commissie en vice versa wordt beschouwd als de datum van indiening van het desbetreffende document. 3. In geval van overmacht, een storing in het SFC2014 of het ontbreken van een verbinding met het SFC2014 die langer duurt dan één werkdag, in de laatste week vóór een voorgeschreven termijn voor de indiening van informatie of in de periode van 23 tot en met 31 december, of vijf werkdagen in andere omstandigheden, kan de uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie in papieren vorm plaatsvinden, met gebruikmaking van de modellen, formats en templates als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening. ( 3 ) Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PB L 337 van , blz. 11). ( 4 ) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van , blz. 31). 110

111 NL L 57/ Wanneer de storing in het elektronisch uitwisselingssysteem is verholpen, de verbinding met dat systeem is hersteld of er een einde komt aan de oorzaak van overmacht, voert de betrokken partij onverwijld de informatie die reeds in papieren vorm is verzonden, tevens in het SFC2014 in. 4. In de in lid 3 bedoelde gevallen wordt de datum van het poststempel beschouwd als de datum van indiening van het desbetreffende document. Artikel 6 Veiligheid van via het SFC2014 verzonden gegevens 1. De Commissie stelt een veiligheidsbeleid voor informatietechnologie (hierna het SFC-IT-veiligheidsbeleid genoemd) op voor het SFC2014, dat van toepassing is op personeel dat het SFC2014 gebruikt in overeenstemming met de desbetreffende voorschriften van de Unie, met name Besluit C(2006) 3602 van de Commissie ( 1 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan. De Commissie wijst een persoon of personen aan die verantwoordelijk is/zijn voor het vaststellen, het handhaven en het waarborgen van de correcte toepassing van het veiligheidsbeleid voor het SFC De lidstaten en Europese instellingen anders dan de Commissie die toegangsrechten tot het SFC2014 hebben gekregen, moeten voldoen aan de voorwaarden voor IT-veiligheid die zijn bekendgemaakt op het SFC2014-portaal en aan de maatregelen die de Commissie in het SFC2014 heeft genomen met het oog op de beveiliging van de verzending van gegevens, met name in verband met het gebruik van de technische interface als bedoeld in artikel 5, lid 1, van deze verordening. 3. De lidstaten en de Commissie voeren ter bescherming van de gegevens die zij hebben opgeslagen en via het SFC2014 hebben verzonden de vastgestelde veiligheidsmaatregelen uit en waarborgen de doeltreffendheid ervan,. 4. De lidstaten stellen een nationaal, regionaal of lokaal informatieveiligheidsbeleid vast dat de toegang tot het SFC2014 en de automatische invoer van gegevens daarin bestrijkt, waarmee een minimale reeks veiligheidseisen wordt gewaarborgd. Dit nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid kan verwijzen naar andere veiligheidsdocumenten. Elke lidstaat zorgt ervoor dat dit IT-veiligheidsbeleid geldt voor alle instanties die van het SFC2014 gebruikmaken. 5. Dit nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid omvat: a) de IT-veiligheidsaspecten van de werkzaamheden van de persoon of personen die verantwoordelijk is/zijn voor het beheer van de toegangsrechten als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze verordening, in geval van toepassing van rechtstreeks gebruik; ( 1 ) Besluit C(2006) 3602 van de Commissie van 16 augustus 2006 betreffende de beveiliging van door de Europese Commissie gebruikte informatiesystemen. b) de beveiligingsmaatregelen waarmee deze systemen kunnen worden afgestemd op beveiligingsvoorschriften van het SFC2014, als nationale, regionale of lokale computersystemen met het SFC2014 worden verbonden door middel van een technische interface als bedoeld in artikel 5, lid 1, van deze verordening. Voor de toepassing van de eerste alinea, punt b), worden de volgende aspecten bestreken, indien van toepassing: a) fysieke beveiliging; b) controle van toegang en gegevensdragers; c) controle van opslag; d) toegangs- en wachtwoordcontrole; e) monitoring; f) koppeling met het SFC2014; g) communicatie-infrastructuur; h) personeelsbeheer vóór de aanvang van het dienstverband en tijdens en na het dienstverband; i) incidentbeheersing. 6. Dit nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid is gebaseerd op een risicobeoordeling en de beschreven maatregelen zijn evenredig met de vastgestelde risico s. 7. De documenten waarin het nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid is uiteengezet worden desgevraagd aan de Commissie ter beschikking gesteld. 8. De lidstaten wijzen op nationaal of regionaal niveau een persoon of personen aan die verantwoordelijk is/zijn voor de handhaving en waarborging van de toepassing van het nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid. Deze persoon of deze personen treedt/treden op als contactpunt voor de persoon of de personen die door de Commissie is/zijn aangewezen en waarnaar in artikel 6, lid 1, van deze verordening wordt verwezen. 9. Zowel het IT-veiligheidsbeleid van het SFC als het desbetreffende nationale, regionale en lokale IT-veiligheidsbeleid wordt bijgesteld in geval van technologische veranderingen, de vaststelling van nieuwe bedreigingen of andere relevante ontwikkelingen. Het wordt in ieder geval jaarlijks herzien om ervoor te zorgen dat het een passende reactie kan blijven bieden. HOOFDSTUK II Uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1299/2013 NOMENCLATUUR VAN DE CATEGORIEËN STEUNVERLENING (Bevoegdheid overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013) Artikel 7 Categorieën steunverlening voor de doelstelling Europese territoriale samenwerking De nomenclatuur van de categorieën steunverlening waarnaar in artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013 wordt verwezen, is vastgelegd in de bijlage bij deze verordening. 111

112 NL L 57/11 HOOFDSTUK III SLOTBEPALING Artikel 8 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 25 februari Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 112

113 NL L 57/ BIJLAGE Nomenclatuur voor de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking TABEL 1: CODES VOOR DE DIMENSIE STEUNVERLENINGSGEBIED I. Productieve investeringen: 1. STEUNVERLENINGSGEBIED 001 Algemene productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen ( kmo's ) 002 Onderzoeks- en innovatieprocessen in grote bedrijven 003 Productieve investeringen in grote bedrijven die verband houden met de koolstofarme economie 004 Productieve investeringen die verband houden met de samenwerking tussen grote bedrijven en kmo's voor de ontwikkeling van producten en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie ( ICT ), e- handel en de bevordering van de vraag naar ICT II. Infrastructuur voor de levering van basisdiensten en de daarmee verband houdende investeringen: Energie-infrastructuur 005 Elektriciteit (opslag en transmissie) 006 Elektriciteit (TEN-E, opslag en transmissie) 007 Aardgas 008 Aardgas (TEN-E) 009 Hernieuwbare energie: wind 010 Hernieuwbare energie: zonne-energie 011 Hernieuwbare energie: biomassa 012 Andere vormen van hernieuwbare energie (met inbegrip van waterkracht en geothermische en mariene energie) en integratie van hernieuwbare energie (met inbegrip van opslag, gascentrales en de infrastructuur voor hernieuwbaar waterstof) 013 Renovatie ten behoeve van energie-efficiëntie van openbare infrastructuur, demonstratieprojecten en ondersteunende maatregelen 014 Renovatie ten behoeve van energie-efficiëntie van bestaande woningen, demonstratieprojecten en ondersteunende maatregelen 015 Intelligente energiedistributiesystemen op een laag en gemiddeld spanningsniveau (met inbegrip van intelligente netwerken en ICT-systemen) 016 Hoogefficiënte warmtekrachtkoppeling en stadsverwarming Milieu-infrastructuur 017 Beheer van huishoudelijk afval (met inbegrip van minimalisering, sortering en recyclingmaatregelen) 018 Beheer van huishoudelijk afval (met inbegrip van biomechanische behandeling, thermische behandeling, verbranding en vuilstortmaatregelen) 113

114 NL L 57/ Beheer van commercieel, industrieel of gevaarlijk afval 020 Drinkwatervoorziening (winning, behandeling, opslag en distributie-infrastructuur) 021 Waterbeheer en drinkwaterbehoud (met inbegrip van stroomgebiedbeheer, watervoorziening, specifieke maatregelen voor de aanpassing aan klimaatverandering, districts- en consumentenmeters, heffingssystemen en lekkagevermindering) 022 Behandeling van afvalwater 023 Milieumaatregelen die zijn gericht op het verminderen en/of het vermijden van de uitstoot van broeikasgassen (met inbegrip van de behandeling en de opslag van methaangas en compostering) Vervoersinfrastructuur 024 Spoorwegen (TEN-T-kernnetwerk) 025 Spoorwegen (TEN-T, het uitgebreide netwerk) 026 Overige spoorwegen 027 Rollend spoorwegmaterieel 028 Autosnelwegen en wegen (TEN-T) kernnetwerk (nieuwbouw) 029 Autosnelwegen en wegen (TEN-T) uitgebreid netwerk (nieuwbouw) 030 Secundaire wegverbindingen naar het TEN-T-wegennet en knooppunten (nieuwbouw) 031 Overige nationale en regionale wegen (nieuwbouw) 032 Lokale toegangswegen (nieuwbouw) 033 Opnieuw aangelegde of verbeterde wegen (TEN-T) 034 Overige opnieuw aangelegde of verbeterde wegen (autowegen, nationaal, regionaal of lokaal) 035 Multimodaal vervoer (TEN-T) 036 Multimodaal vervoer 037 Luchthavens (TEN-T) ( 1 ) 038 Overige luchthavens ( 1 ) 039 Zeehavens (TEN-T) 040 Overige zeehavens 041 Binnenlandse waterwegen en havens (TEN-T) 042 Binnenlandse waterwegen en havens (regionaal en lokaal) Duurzaam vervoer 043 Infrastructuur voor en bevordering van schoon stadsvervoer (met inbegrip van apparatuur en rollend materieel) 114

115 NL L 57/ Intelligente vervoerssystemen (met inbegrip van de invoering van vraagbeheer, tolregelingen, IT-toezicht, -controle en -informatiesystemen) Infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) 045 ICT: backbone-/backhaul-netwerk 046 ICT: snel breedbandnet (toegang/aansluitnet; >/= 30 Mbps) 047 ICT: zeer snel breedbandnet (toegang/aansluitnet; >/= 100 Mbps) 048 ICT: andere soorten ICT-infrastructuur/grootschalige computervoorzieningen/apparatuur (met inbegrip van e- infrastructuur, datacentra en sensoren; ook wanneer geïntegreerd in andere infrastructuur zoals onderzoeksinstituten, milieu- en sociale infrastructuur) III. Sociale, gezondheids- en onderwijsinfrastructuur en de daarmee verband houdende investeringen: 049 Onderwijsinfrastructuur voor tertiair onderwijs 050 Onderwijsinfrastructuur voor beroepsonderwijs, opleidingen en volwassenenonderwijs 051 Onderwijsinfrastructuur voor beroepsonderwijs (lager en algemeen middelbaar onderwijs) 052 Infrastructuur voor onderwijs en opvang van jonge kinderen 053 Gezondheidsinfrastructuur 054 Huisvestingsinfrastructuur 055 Overige sociale infrastructuur die bijdraagt aan regionale en lokale ontwikkeling IV. Ontwikkeling van het eigen potentieel: Onderzoek, ontwikkeling en innovatie 056 Investeringen in infrastructuur, capaciteit en uitrusting voor kmo's die rechtstreeks verband houden met onderzoek en innovatie 057 Investeringen in infrastructuur, capaciteit en uitrusting voor grote bedrijven die rechtstreeks verband houden met onderzoek en innovatie 058 Infrastructuur voor onderzoek en innovatie (met overheidssteun) 059 Infrastructuur voor onderzoek en innovatie (particulier, met inbegrip van wetenschapsparken) 060 Onderzoek en innovatie in openbare onderzoekscentra en kenniscentra, met inbegrip van netwerkvorming 061 Onderzoek en innovatie in particuliere onderzoekscentra, met inbegrip van netwerkvorming 062 Technologieoverdracht en samenwerking tussen universiteiten en bedrijven die voornamelijk ten goede komen aan kmo's 063 Clusterondersteuning en bedrijvennetwerken die voornamelijk ten goede komen aan kmo's 064 Onderzoeks- en innovatieprocessen in kmo's (met inbegrip van voucherprogramma's, processen, design, diensten en sociale innovatie) 115

116 NL L 57/ Infrastructuur voor onderzoek en innovatie, overdracht van technologie en samenwerking in ondernemingen die zich toeleggen op de koolstofarme economie en op weerbaarheid tegen de klimaatverandering Ontwikkeling van het bedrijfsleven 066 Geavanceerde ondersteunende diensten voor kmo s en groepen van kmo s (met inbegrip van beheer, marketing en design) 067 Zakelijke ontwikkeling van kmo's, ondersteuning van ondernemerschap en incubatie (met inbegrip van ondersteuning van voor spin-offs en spin-outs) 068 Energie-efficiëntie en demonstratieprojecten in kmo's en ondersteunende maatregelen 069 Ondersteuning van milieuvriendelijke productieprocessen en een efficiënt gebruik van hulpbronnen in kmo's 070 Bevordering van energie-efficiëntie in grote bedrijven 071 Ontwikkeling en bevordering van ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het aanbieden van diensten die bijdragen aan de koolstofarme economie en aan de weerbaarheid tegen de klimaatverandering (met inbegrip van steun aan dergelijke diensten) 072 Bedrijfsinfrastructuur voor kmo s (met inbegrip van industriegebieden en locaties) 073 Ondersteuning van sociale ondernemingen (kmo s) 074 Ontwikkeling en bevordering van toeristische voorzieningen in kmo's 075 Ontwikkeling en bevordering van toeristische diensten in of voor kmo's 076 Ontwikkeling en bevordering van cultureel en creatief vermogen in kmo's 077 Ontwikkeling en bevordering van culturele en creatieve diensten in of voor kmo's Infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) stimulering van de vraag, toepassingen en diensten 078 Online-overheidsdiensten en -toepassingen (met inbegrip van e-aanbestedingen, ICT-maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van het openbaar bestuur, cyberveiligheid, maatregelen op het gebied van vertrouwen en privacy, e-justitie en e-democratie), 079 Toegang tot overheidsinformatie (met inbegrip van openbare beschikbare e-cultuur, digitale bibliotheken, e- inhoud en e-toerisme) 080 E-inclusie, e-toegankelijkheid, diensten en toepassingen voor e-leren en e-onderwijs, digitale geletterdheid 081 ICT-oplossingen om de uitdaging in verband met actief en gezond ouder worden aan te pakken en diensten en toepassingen op het gebied van e-gezondheidszorg (met inbegrip van e-zorg en ambient assisted living ) 082 ICT-diensten en -toepassingen voor kmo's (met inbegrip van e-handel, elektronisch zakendoen en genetwerkte bedrijfsprocessen), levende laboratoria, internetondernemers en startende ondernemingen op het gebied van ICT) Milieu 083 Maatregelen op het gebied van luchtkwaliteit 084 Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC) 085 Bescherming en verbetering van de biodiversiteit, natuurbescherming en groene infrastructuur 086 Bescherming, herstel en duurzaam gebruik van Natura 2000-gebieden 116

117 NL L 57/ Maatregelen voor aanpassing aan klimaatverandering en preventie en beheer van aan het klimaat gerelateerde natuurlijke risico s, bv. erosie, branden, overstromingen, stormen en droogte, met inbegrip van bewustmaking, burgerbescherming en rampenbestrijdingssystemen en -infrastructuren 088 Risicopreventie en -beheer van niet aan het klimaat gerelateerde natuurlijke risico s (d.w.z. aardbevingen) en de risico s in verband met menselijke activiteiten (bv. technologische ongevallen), met inbegrip van bewustmaking, burgerbescherming en rampenbestrijdingssystemen en -infrastructuren 089 Sanering van bedrijfsterreinen en verontreinigde grond 090 Fiets- en voetpaden 091 Ontwikkeling en bevordering van het toeristisch potentieel in natuurgebieden 092 Bescherming, ontwikkeling en bevordering van openbare toeristische voorzieningen 093 Ontwikkeling en bevordering van openbare toeristische diensten 094 Bescherming, ontwikkeling en bevordering van het openbare culturele en historische erfgoed 095 Ontwikkeling en bevordering van diensten op het gebied van cultuur en erfgoed Overige 096 De institutionele capaciteit van de overheidsinstanties en de openbare diensten die betrokken zijn bij de uitvoering van het EFRO of maatregelen ter ondersteuning van initiatieven ten behoeve van de institutionele capaciteit van het ESF 097 Vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling in stedelijke en rurale gebieden 098 Ultraperifere gebieden: vergoeding van extra kosten als gevolg van ontsluitingsproblemen en territoriale versnippering 099 Ultraperifere gebieden: specifieke actie ter vergoeding van extra kosten als gevolg van marktfactoren die te maken hebben met de omvang van de gebieden 100 Ultraperifere gebieden: steun ter vergoeding van extra kosten als gevolg van klimaat en reliëf 101 Kruisfinanciering in het kader van het EFRO (ondersteuning van activiteiten van het type ESF die noodzakelijk zijn voor een goede tenuitvoerlegging van het EFRO-deel van de activiteit en er rechtstreeks verband mee houden) V. Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit: 102 Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit 103 Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren, met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, met inbegrip van jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie 104 Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen 105 Gelijkheid van vrouwen en mannen op alle gebieden, waaronder toegang tot arbeid, carrièrekansen, het combineren van werk en privéleven en het bevorderen van gelijke beloning voor gelijk werk 106 Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen 107 Actief en gezond ouder worden 117

118 NL L 57/ Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening en het beter inspelen op de behoeften van de arbeidsmarkt, waaronder door acties ter vergroting van de transnationale arbeidsmobiliteit alsmede door mobiliteitsregelingen en betere samenwerking tussen instellingen en relevante belanghebbenden VI. Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie: 109 Actieve inclusie, mede met het oog op bevordering van gelijke kansen en actieve participatie, en het verbeteren van de inzetbaarheid 110 Sociaaleconomische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma 111 Bestrijding van alle vormen van discriminatie en bevordering van gelijke kansen 112 Verbetering van de toegang tot betaalbare, duurzame en hoogwaardige diensten, waaronder gezondheidszorg en sociale diensten van algemeen belang 113 Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot arbeid te vergemakkelijken 114 Vanuit de gemeenschap geleide strategieën voor lokale ontwikkeling VII. Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren: 115 Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding 116 Verbetering van de kwaliteit, de doelmatigheid en de toegang tot het hoger en daarmee gelijkwaardig onderwijs met het oog op de verhoging van de participatieniveaus en de leerprestaties, met name voor achterstandsgroepen 117 Verbetering van gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdscategorieën in formele, niet-formele en informele settings, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking en bevordering van flexibele leertrajecten, onder meer door loopbaanbegeleiding en erkenning van verworven competenties 118 Verbetering van de arbeidsmarktrelevantie van de onderwijs- en opleidingsstelsels, vergemakkelijking van de aansluiting tussen onderwijs en werk en versterking van beroepsonderwijs- en beroepsopleidingssystemen en de kwaliteit ervan, onder meer door mechanismen voor het anticiperen op vaardigheden, aanpassing van leerplannen en invoering en ontwikkeling van stelsels van leren op de werkplek, waaronder stelsels voor duaal leren en regelingen voor leerlingschap VIII. Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en een doelmatig openbaar bestuur: 119 Investering in institutionele capaciteit en in de efficiëntie van de overheidsadministratie en overheidsdiensten op nationaal, regionaal en lokaal niveau met het oog op hervormingen, betere regelgeving en goed bestuur 120 Capaciteitsopbouw voor alle belanghebbenden die het beleid op het gebied van onderwijs, een leven lang leren, opleiding en werkgelegenheid en het sociaal beleid, onder meer via sectorale en territoriale pacten ten uitvoer leggen met het oog op hervormingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau IX. Technische ondersteuning: 121 Voorbereiding, uitvoering, toezicht en inspectie 122 Evaluatie en studies 123 Informatie en communicatie ( 1 ) Beperkt tot investeringen gerelateerd aan milieubescherming of gepaard gaand met investeringen die nodig zijn om de negatieve gevolgen voor het milieu te matigen of te verminderen. 118

119 NL L 57/ TABEL 2: CODES VOOR DE DIMENSIE FINANCIERINGSVORM 01 Niet-terugvorderbare subsidie 02 Terugvorderbare subsidie 2. FINANCIERINGSVORM 03 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: risico- en aandelenkapitaal of vergelijkbaar 04 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: krediet of vergelijkbaar 05 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: onderpand of vergelijkbaar 06 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: rentesubsidies, subsidies voor garantievergoedingen, technische ondersteuning of vergelijkbaar 07 Prijzengeld TABEL 3: CODES VOOR DE TERRITORIALE DIMENSIE 3. SOORT GEBIED 01 Grote stedelijke gebieden (dichtbevolkt > inwoners) 02 Kleine stedelijke gebieden (middelhoge bevolkingsdichtheid > inwoners) 03 Plattelandsgebieden (dunbevolkt) 04 Macroregionaal samenwerkingsgebied 05 Samenwerking tussen nationale of regionale programmagebieden in een nationale context 06 Transnationale samenwerking in het kader van het ESF 07 Niet van toepassing TABEL 4: CODES VOOR DE DIMENSIE TERRITORIALE VERSTREKKINGSMECHANISMEN 4. TERRITORIALE VERSTREKKINGSMECHANISMEN 01 Geïntegreerde territoriale investeringen stedelijk 02 Overige geïntegreerde concepten voor een duurzame stedelijke ontwikkeling 03 Geïntegreerde territoriale investeringen overige 04 Overige geïntegreerde concepten voor duurzame plattelandsontwikkeling 05 Overige geïntegreerde concepten voor een duurzame stads-/plattelandsontwikkeling 06 Vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling 07 Niet van toepassing 119

120 NL L 57/19 TABEL 5: CODES VOOR DE DIMENSIE THEMATISCHE DOELSTELLING 5. THEMATISCHE DOELSTELLING (EFRO en het Cohesiefonds) 01 Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie 02 Verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van informatie- en communicatietechnologie 03 Vergroting van de concurrentiekracht van kleine en middelgrote ondernemingen 04 Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken 05 Bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en -beheer 06 Bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen 07 Bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren 08 Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit 09 Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie 10 Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren 11 Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en een doelmatig openbaar bestuur 12 Niet van toepassing (alleen technische ondersteuning) TABEL 6: CODES VOOR DE DIMENSIE ECONOMISCHE ACTIVITEIT 6. ECONOMISCHE ACTIVITEIT 01 Land- en bosbouw 02 Visserij en aquacultuur 03 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 04 Vervaardiging van textiel en textielproducten 05 Vervaardiging van transportmiddelen 06 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten 07 Overige niet nader genoemde be- en verwerkende industrie 08 Bouw 09 Winning van delfstoffen (met inbegrip van winning van energiehoudende delfstoffen) 10 Elektriciteit, gas, stoom, warm water en airconditioning 11 Distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering 12 Vervoer en opslag 120

121 NL L 57/ Informatie- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van telecommunicatie, dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, computerprogrammering, consultancy en aanverwante activiteiten 14 Groothandel en detailhandel 15 Toerisme, accommodatie en restauratie 16 Financiële activiteiten en verzekeringen 17 Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening 18 Openbaar bestuur 19 Onderwijs 20 Menselijke gezondheidszorg 21 Maatschappelijke dienstverlening en sociaal-culturele en persoonlijke diensten 22 Activiteiten in verband met het milieu en de klimaatverandering 23 Kunst, amusement, creatieve industrieën en recreatie 24 Overige niet nader genoemde diensten TABEL 7: CODES VOOR DE DIMENSIE PLAATS VAN UITVOERING 7. PLAATS (2) Code Plaats Code van de regio of de zone waar de concrete actie is uitgevoerd, zoals vastgelegd in de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) ( 1 ) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van , blz. 1). 121

122 NL L 69/65 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 215/2014 VAN DE COMMISSIE van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad ( 1 ), en in het bijzonder van artikel 8, derde alinea, artikel 22, lid 7, vijfde alinea, en artikel 96, lid 2, tweede alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EU) nr. 1303/2013 stelt gemeenschappelijk bepalingen vast inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), die steun bieden uit hoofde van het cohesiebeleid en nu binnen een gemeenschappelijk kader werkzaam zijn. (2) De bepalingen in deze verordening houden nauw met elkaar verband, aangezien hierin sprake is van fondsspecifieke voorschriften voor elk van de vijf Europese structuur- en investeringsfondsen (de ESI-fondsen ) met betrekking tot aspecten die drie of meer fondsen gemeen hebben, te weten een methode voor steun op het gebied van klimaatverandering, de vaststelling van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunmaatregelen, en aangezien zij alle van invloed zijn op de inhoud van programma's. Om de samenhang te garanderen tussen deze bepalingen, die op hetzelfde moment in werking moeten treden om de strategische programmering van de ESI-fondsen te vergemakkelijken en alle ingezetenen van de Unie een volledig beeld van en een compacte toegang tot deze bepalingen te bieden, is het wenselijk de voor de programmering van de ESI-fondsen relevante en door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013) vast te stellen elementen op te nemen in één verordening. ( 1 ) PB L 347 van , blz (3) Overeenkomstig artikel 8, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het noodzakelijk een gemeenschappelijke methode vast te stellen voor het bepalen van het niveau van steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering voor elk van de vijf ESIfondsen. Deze methode bestaat uit het toekennen van een specifiek gewicht aan de uit hoofde van de ESI-fondsen verstrekte steun die weerspiegelt in welke mate de steun een bijdrage levert aan het bereiken van de doelstellingen op het gebied van de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering. Er zou op basis van het toegekend gewicht onderscheid gemaakt moeten worden tussen steun die aanzienlijk bijdraagt en steun die enigszins bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen op het gebied van klimaatverandering. Als de steun niet aan het bereiken van deze doelstellingen bijdraagt of de bijdrage onbetekenend is, zou een nulgewicht moeten worden toegekend. De standaardgewichten moeten worden gebruikt om te zorgen voor een geharmoniseerde aanpak bij het traceren van de uitgaven met betrekking tot klimaatverandering in het kader van de verschillende beleidsmaatregelen van de Unie. De methoden dienen niettemin de verschillen in steunverlening van elk van de afzonderlijke ESI-fondsen te weerspiegelen. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013 dienen in het geval van het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds de gewichten te worden gekoppeld aan de categorieën steunverlening die zijn vastgesteld binnen de door de Commissie goedgekeurde nomenclatuur. In het geval van het ELFPO worden de gewichten gekoppeld aan de in de Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) vastgestelde aandachtsgebieden en in het geval van het EFMZV aan de maatregelen zoals vastgesteld in een toekomstige rechtshandeling van de Unie die de voorwaarden vaststelt voor de financiële ondersteuning voor het maritieme en visserijbeleid voor de programmeringsperiode (4) Overeenkomstig artikel 22, lid 7, vijfde alinea van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het eveneens noodzakelijk om gedetailleerde regelingen vast te stellen voor de vaststelling van de mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader voor elke prioriteit in de met ESI-fondsen ondersteunde programma's en voor de beoordeling van de vraag of de mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt. ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347, , blz. 487). 122

123 NL L 69/ (5) Om na te gaan of de mijlpalen en streefdoelen voldoen aan de voorwaarden van Bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 dienen de voor dit doel gebruikte informatie en de voor het vaststellen van het prestatiekader gevolgde methodologische aanpak te worden geregistreerd. Opname van die informatie in de programma s dient vrijwillig te zijn, maar de documentatie moet beschikbaar zijn voor de lidstaat en de Commissie om de ontwikkeling van een met bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 strokend prestatiekader te onderbouwen. (6) Het bereiken van de in het prestatiekader vastgestelde mijlpalen is een voorafgaande voorwaarde voor de definitieve toewijzing van de prestatiereserve, en het ernstig tekortschieten bij het bereiken van mijlpalen kan leiden tot schorsing van tussentijdse betalingen. Het is daarom van belang gedetailleerde regelingen vast te stellen voor de vaststelling van mijlpalen en precies te definiëren wanneer er sprake is van het bereiken van een mijlpaal. (7) Aangezien het behalen van de voor het einde van de programmeringsperiode vastgestelde streefdoelen een belangrijke maatstaf is voor het succes van ESI-fondsen en een ernstig tekortschieten bij het bereiken van de streefdoelen de grondslag kan vormen voor een financiële correctie, is het van belang om de regelingen voor het vaststellen van streefdoelen duidelijk te formuleren en om precies aan te geven wanneer doelstellingen zijn behaald en wanneer er sprake is van ernstig tekortschieten. uitgaven van deze fondsen per categorie en het aantal concrete acties gedurende de gehele uitvoeringsperiode van een programma. Aldus kan de Commissie de andere instellingen en de burgers van de Unie op adequate wijze informeren over het gebruik van de fondsen. Met uitzondering van de categorieën steunmaatregelen die rechtstreeks overeenkomen met de in Verordening (EU) nr. 1303/2013 en in de fondsspecifieke verordeningen uiteengezette thematische doelstellingen en investeringsprioriteiten, kunnen de categorieën steunmaatregelen worden toegepast op steunverlening krachtens uiteenlopende thematische doelstellingen. (11) Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening voorziene maatregelen direct kunnen worden toegepast, moet de verordening in werking te treden op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. (12) De in deze verordening voorziene maatregelen zijn in overeenstemming met artikel 150, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, aangezien het bij artikel 150, lid 1, van die verordening ingestelde Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen advies heeft uitgebracht, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: (8) Om de voortuitgang bij de uitvoering van onder een prioriteit vallende concrete acties te kunnen weergeven, is het nodig om de eigenschappen van de belangrijkste uitvoeringsfasen vast te stellen. (9) Om ervoor te zorgen dat het prestatiekader een adequate weerspiegeling vormt van de doelstellingen en de resultaten die worden nagestreefd voor elk fonds, of voor het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en de regiocategorie, indien van toepassing, moeten specifieke bepalingen worden vastgesteld voor de structuur van het prestatiekader en voor de beoordeling van het behalen van mijlpalen en streefdoelen wanneer een prioriteit voor meer dan één fonds of regiocategorie geldt. Aangezien alleen bij het ESF en het EFRO sprake is van financiële toewijzingen per regiocategorie, is dit laatste niet van toepassing op het vaststellen van een prestatiekader voor het Cohesiefonds, het ELFPO en het EFMZV. HOOFDSTUK I METHODEN VOOR HET BEPALEN VAN DE STEUN VOOR DOELSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN KLIMAATVERANDERING VOOR ELK VAN DE ESI-FONDSEN (Bevoegdheid overeenkomstig artikel 8, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Artikel 1 Methode voor de berekening van steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering uit hoofde van het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds 1. De berekening van de steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering uit hoofde van het EFRO en het Cohesiefonds geschiedt in twee stappen, als volgt: (a) de coëfficiënten uit tabel 1 van bijlage I bij deze verordening worden per steunverleningsveldcode toegepast op de voor die codes gemelde financiële gegevens; (10) Overeenkomstig artikel 96, lid 2, tweede alinea van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dienen gemeenschappelijke categorieën steunverlening te worden vastgesteld voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds, zodat lidstaten de Commissie consistente informatie kunnen verschaffen over het geprogrammeerde gebruik van deze fondsen, evenals informatie over de cumulatieve toewijzing en (b) wat betreft de financiële gegevens die zijn gemeld voor steunverleningsveldcodes met een nulcoëfficiënt, wanneer de financiële gegevens worden gemeld binnen de thematische doelstelling met codes 04 en 05 uit tabel 5 van bijlage I bij deze verordening worden de gegevens gewogen met een coëfficiënt van 40 % in termen van hun bijdrage aan klimaatveranderingsdoelstellingen. 123

124 NL L 69/67 2. De op basis van tabel 1 van bijlage I bij deze verordening toegepaste klimaatveranderingscoëfficiënten zijn ook van toepassing op de respectieve categorieën uit hoofde van het doel Europese territoriale samenwerking, dat is vastgesteld op grond van artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ). 3. De steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering uit hoofde van het ESF wordt berekend door vaststelling van de voor dimensiecode 01 Steun voor de overgang naar een koolstofarme en kostenefficiënte economie gemelde financiële gegevens, in overeenstemming met dimensie 6 Codes voor de dimensie secundair thema uit hoofde van het Europees Sociaal Fonds zoals uiteengezet in tabel 6 van bijlage I bij deze verordening. (a) de indicatieve hoeveelheid van door het EFMFZ te gebruiken steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering in elk van de in artikel 27, lid 6 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde programma's; (b) de coëfficiënten die zijn vastgesteld voor de voornaamste door het EFMZV gesteunde maatregelen, zoals uiteengezet in bijlage III bij deze verordening; (c) de door de lidstaten in de jaarlijkse uitvoeringsverslagen gemelde gegevens over de financiële toewijzingen en de uitgaven per maatregel, overeenkomstig artikel 50, leden 4 en 5, van Verordening nr. 1303/2013; Artikel 2 Methode voor de berekening van steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering uit hoofde van het ELFPO 1. Het indicatieve steunbedrag dat uit hoofde van het ELFPO in elk programma als bedoeld in artikel 27, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet worden gebruikt voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, wordt berekend door de coëfficiënten uit bijlage II bij deze verordening toe te passen op de geplande uitgaven zoals deze worden weergegeven in het financieringsplan overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder h), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 met betrekking tot de in artikel 5, lid 3, onder b), leden 4 en 5, lid 6, onder b), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 genoemde prioriteiten en aandachtsgebieden. (d) de door de lidstaten verstrekte informatie en gegevens over de concrete acties die zijn geselecteerd voor financiering overeenkomstig een toekomstige rechtshandeling van de Unie tot vaststelling van de voorwaarden voor de financiële steun voor beleid inzake maritieme zaken en visserij voor de programmeringsperiode (de "EFMZV-verordening"). 2. Een lidstaat kan in zijn operationele programma voorstellen om een coëfficiënt van 40 % toe te kennen aan een maatregel die in bijlage III bij deze verordening wordt gewogen met een coëfficiënt van 0 %, mits de lidstaat het belang van die maatregel voor de beperking van en de aanpassing aan de klimaatverandering kan aantonen. 2. Met het oog op de rapportage over steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering in het jaarlijks uitvoeringsverslag overeenkomstig artikel 50, leden 4 en 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 worden de in lid 1 genoemde coëfficiënten toegepast op de informatie over de in artikel 75, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 genoemde uitgaven. Artikel 3 Methode voor de berekening van steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering uit hoofde van het EFMZV 1. De bijdrage voor klimaatverandering uit hoofde van het EFMZV wordt berekend door aan elk van de voornaamste uit hoofde van het EFMZV gesteunde maatregelen coëfficiënten te koppelen die de relevantie van elk van deze maatregelen voor klimaatverandering weerspiegelen. De steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering uit hoofde van het EFMZV wordt berekend op grond van de volgende informatie: ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking (PB L 347 van , blz. 259). HOOFDSTUK II VASTSTELLING VAN MIJLPALEN EN STREEFDOELEN IN HET PRESTATIEKADER EN BEOORDELING VAN DE MATE WAARIN ZIJ ZIJN BEREIKT (Bevoegdheid overeenkomstig artikel 22, lid 7, vijfde alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Artikel 4 Door de instanties voor de voorbereiding van de programma s te registreren informatie 1. De instanties die de programma's voorbereiden, registeren informatie over de methoden en criteria die worden toegepast bij de selectie van indicatoren voor het prestatiekader, om ervoor te zorgen dat de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen voldoen aan de in punt 3 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 uiteengezette voorwaarden voor alle programma's en prioriteiten die worden gesteund door de ESI-fondsen alsmede met de specifieke toewijzing aan het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (Youth Employment Initiative of YEI) als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ), behoudens de in punt 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde uitzonderingen. ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347, , p. 470). 124

125 NL L 69/ De door de instanties die de programma s voorbereiden geregistreerde informatie maakt controle mogelijk op de naleving van de in alinea 3 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 uiteengezette voorwaarden voor de mijlpalen en streefdoelen. Deze informatie omvat: indicator betrekking op het totale bedrag van de subsidiabele uitgaven dat is ingevoerd in het boekhoudsysteem van de certificeringsautoriteit en dat is goedgekeurd door die autoriteit overeenkomstig artikel 126, onder c van Verordening (EU) nr. 1303/2013. (a) gegevens of bewijsmateriaal voor het schatten van de waarde van mijlpalen en streefdoelen en de berekeningsmethode, zoals gegevens over eenheidskosten, benchmarks, het gewoonlijk of in het verleden bereikte tempo van uitvoering, deskundig advies en de conclusies van de evaluatie vooraf; (b) informatie over het aandeel van de financiële steun voor concrete acties waarmee de in het prestatiekader uiteengezette outputindicatoren en belangrijkste uitvoeringsfasen overeenkomen, en uitleg hoe dat aandeel is berekend; (c) informatie over de manier waarop de methoden en mechanismen ter waarborging van de consistentie in de werking van het prestatiekader, zoals uiteengezet in de Partnerschapsovereenkomst overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder b), punt iv, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, zijn toegepast; (d) een uitleg van de selectie van resultaatindicatoren en belangrijkste uitvoeringsfasen, voor zover deze in het prestatiekader zijn opgenomen. 3. De door de instanties voor de voorbereiding van de programma's geregistreerde informatie over de methoden en criteria die zijn toegepast bij het selecteren van de indicatoren voor het prestatiekader en bij het vaststellen van de corresponderende mijlpalen en streefdoelen, wordt op verzoek van de Commissie beschikbaar gesteld. 4. De in leden 1 tot en met 3 van dit artikel genoemde vereisten gelden eveneens voor de herziening van de mijlpalen en streefdoelen overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Artikel 5 Vaststelling van mijlpalen en streefdoelen 1. De mijlpalen en streefdoelen worden vastgesteld op het niveau van de prioriteit, met uitzondering van de in artikel 7 genoemde gevallen. Outputindicatoren en belangrijkste uitvoeringsfasen die uiteengezet zijn in het prestatiekader komen overeen met meer dan 50 % van de financiële steun aan de prioriteit. Voor de vaststelling van dat bedrag wordt een toewijzing aan een indicator of belangrijke uitvoeringsfase niet meer dan een keer meegerekend. 2. Voor alle ESI-fondsen met uitzondering van het ELFPO hebben de mijlpaal en het streefdoel voor een financiële Voor het ELFPO hebben zij betrekking op de gerealiseerde totale publieke uitgaven die zijn ingevoerd in het gemeenschappelijke monitoring- en evaluatiesysteem. 3. Voor alle ESI-fondsen met uitzondering van het ESF en het ELFPO hebben de mijlpaal en het streefdoel voor een outputindicator betrekking op de activiteiten, waarbij alle concrete acties die tot de output leiden volledig zijn uitgevoerd maar waarvoor niet noodzakelijk alle betalingen zijn verricht. Voor het ESF en het ELFPO wat betreft de maatregelen overeenkomstig artikel 16, artikel 19, lid 1, onder c), artikel 21, lid 1), onder a) en b), en artikelen 27, 28, 29, 30, 31, 33 en 34 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 kunnen zij ook betrekking hebben op de gerealiseerde waarde voor concrete acties waarmee een begin is gemaakt maar waarvan sommige, tot de output leidende acties nog niet zijn afgerond. Voor andere maatregelen onder het ELFPO hebben zij betrekking op de voltooide concrete acties in de zin van artikel 2, lid 14, van Verordening (EU) nr. 1303/ Onder een belangrijkste uitvoeringsfase wordt verstaan een belangrijke fase in de uitvoering van onder een prioriteit vallende concrete acties, waarvan de voltooiing controleerbaar is en die kan worden uitgedrukt in een getal of een percentage. Voor wat betreft artikelen 6 en 7 van deze verordening worden belangrijke uitvoeringsfasen behandeld als indicatoren. 5. Resultaatindicatoren worden alleen in voorkomende gevallen gebruikt en houden nauw verband met ondersteunde beleidsinterventies. 6. Indien geconstateerd wordt dat de informatie als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening berust op incorrecte veronderstellingen die leiden tot het onder- of overschatten van doelstellingen of mijlpalen, mag dit beschouwd worden als een naar behoren gemotiveerd geval als bedoeld in paragraaf 5 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013. Artikel 6 Het bereiken van mijlpalen en streefdoelen 1. Het bereiken van de mijlpalen en streefdoelen wordt beoordeeld aan de hand van alle in het prestatiekader opgenomen indicatoren en belangrijke uitvoeringsfasen die zijn vastgesteld op het prioriteitsniveau in de zin van artikel 2, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, met uitzondering van de in artikel 7 van deze verordening genoemde gevallen. 125

126 NL L 69/69 2. De mijlpalen en streefdoelen van een prioriteit worden geacht bereikt te zijn indien voor alle indicatoren uit het desbetreffende prestatiekader eind 2018 ten minste 85 % van de mijlpaalwaarde is bereikt of eind 2023 ten minste 85 % van de streefwaarde. Bij wijze van afwijking mogen, wanneer het prestatiekader drie of meer indicatoren omvat, de mijlpalen of streefdoelen van een prioriteit als bereikt beschouwd worden als alle indicatoren op een na eind % van hun mijlpaalwaarde of eind % van hun streefwaarde hebben bereikt. De indicator die minder dan 85 % van zijn mijlpaalwaarde of streefwaarde bereikt, mag niet minder bereiken dan 75 % van zijn mijlpaalwaarde of streefwaarde. Voor de vaststelling van dat bedrag wordt een toewijzing aan een indicator of belangrijke uitvoeringsfase niet meer dan een keer meegerekend. 4. Als de middelen voor het YEI worden geprogrammeerd als onderdeel van een prioritaire as overeenkomstig artikel 18, onder c), van Verordening (EU) nr. 1304/2013, wordt voor het YEI een afzonderlijk prestatiekader vastgesteld en wordt het bereiken van de voor het YEI vastgestelde mijlpalen afzonderlijk van het ander deel van de prioritaire as beoordeeld. HOOFDSTUK III 3. Voor een prioriteit waarvan het prestatiekader niet meer dan twee indicatoren bevat, wordt het niet bereiken van ten minste 65 % van waarde van de mijlpaal eind 2018 voor een van deze indicatoren beschouwd als een ernstig tekortschieten in het bereiken van de mijlpalen. Het niet bereiken eind 2023 van ten minste 65 % van de streefwaarde voor een van deze indicatoren wordt beschouwd als een ernstig tekortschieten in het bereiken van de streefdoelen. 4. Voor een prioriteit waarvan het prestatiekader meer dan twee indicatoren bevat, wordt het niet bereiken van ten minste 65 % van de mijlpaalwaarde eind 2018 voor ten minste twee van deze indicatoren beschouwd als een ernstig tekortschieten in het bereiken van de mijlpalen. Het niet bereiken van ten minste 65 % van de streefwaarde eind 2023 voor ten minste twee van deze indicatoren wordt beschouwd als een ernstig tekortschieten in het bereiken van de streefdoelen. Artikel 7 Prestatiekader voor de in artikel 96, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde prioritaire assen en de prioritaire assen die het YEI integreren 1. De voor het prestatiekader geselecteerde indicatoren en belangrijke uitvoeringsfasen, hun mijlpalen en streefdoelen en de mate waarin zij zijn bereikt, worden uitgesplitst naar fonds, en in het geval van het EFRO en het ESF, naar regiocategorie. NOMENCLATUUR VAN CATEGORIEËN STEUNVERLENING VOOR HET EFRO, HET ESF EN HET COHESIEFONDS UIT HOOFDE VAN DE DOELSTELLING INVESTEREN IN GROEI EN WERKGELEGENHEID Artikel 8 Categorieën steunverlening voor het EFRO, het ESF en Cohesiefonds (Bevoegdheid overeenkomstig artikel 96, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 1. De in artikel 96, lid 2, tweede alinea van Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde nomenclatuur van de categorieën steunverlening, wordt uiteengezet in de tabellen 1 tot en met 8 van bijlage I bij deze verordening. De in deze tabellen opgenomen codes gelden voor het EFRO wat betreft de doelstelling Investeren in groei en werkgelegenheid, het Cohesiefonds, het ESF en de YEI, zoals nader aangegeven in de leden 2 tot en met 3 van dit artikel. 2. De codes 001 tot en met 101 in tabel 1 van bijlage I bij deze verordening gelden uitsluitend voor het EFRO en het Cohesiefonds. De codes 102 tot en met 120 uit tabel 1 van bijlage I bij deze verordening gelden uitsluitend voor het ESF. Alleen code 103 uit tabel 1 van bijlage I bij deze verordening geldt voor het YEI. 2. De ingevolge artikel 4, lid 2, van deze verordening vereiste informatie wordt uiteengezet per fonds en per regiocategorie, voor zover van toepassing. 3. Het bereiken van mijlpalen en streefdoelen wordt afzonderlijk beoordeeld voor elk fonds en voor elke regiocategorie binnen de prioriteit, rekening houdend met de naar fonds en regiocategorie uitgesplitste indicatoren, de mijlpalen en streefdoelen en de mate waarin zij zijn bereikt. In het prestatiekader opgenomen outputindicatoren en belangrijke uitvoeringsfasen komen overeen met meer dan 50 % van de financiële steun aan het fonds en de regiocategorie, voor zover van toepassing. De codes 121, 122 en 123 uit tabel 1 van bijlage I bij deze verordening gelden uitsluitend voor het EFRO, het Cohesiefonds en het ESF. 3. De codes uit de tabellen 2 tot en met 4, 7 en 8 van bijlage I bij deze verordening gelden voor het EFRO, het ESF, het YEI en het Cohesiefonds. De codes in tabel 5 van bijlage I bij deze verordening gelden uitsluitend voor het EFRO en het Cohesiefonds. De codes in tabel 6 van bijlage I bij deze verordening gelden uitsluitend voor het ESF en het YEI. 126

127 NL L 69/ HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN Artikel 9 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 3 en bijlage III bij deze verordening treden in werking op het moment van inwerkingtreding van de EFMZV-verordening. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 7 maart Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 127

128 NL L 69/71 BIJLAGE I Nomenclatuur voor de categorieën steunverlening van de fondsen ( 1 ) in het kader van de doelstelling Investeren in groei en werkgelegenheid en het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief TABEL 1: CODES VOOR DE DIMENSIE STEUNVERLENINGSGEBIED 1. STEUNVERLENINGSGEBIED Coëfficiënt voor de berekening van steun voor klimaatveranderingsdoelstellingen I Productieve investeringen: 001 Algemene productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen ("kmo's") 0 % 002 Onderzoeks- en innovatieprocessen in grote bedrijven 0 % 003 Productieve investeringen in grote bedrijven die verband houden met de koolstofarme economie 40 % 004 Productieve investeringen die verband houden met de samenwerking tussen grote bedrijven en kmo's voor de ontwikkeling van producten en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie ("ICT"), e-handel en de bevordering van de vraag naar ICT 0 % II Infrastructuur voor de levering van basisdiensten en de daarmee verband houdende investeringen: Energie-infrastructuur 005 Elektriciteit (opslag en transmissie) 0 % 006 Elektriciteit (TEN-E, opslag en transmissie) 0 % 007 Aardgas 0 % 008 Aardgas (TEN-E) 0 % 009 Hernieuwbare energie: winds 100 % 010 Hernieuwbare energie: zonne-energie 100 % 011 Hernieuwbare energie: biomassa 100 % 012 Andere vormen van hernieuwbare energie (met inbegrip van waterkracht en geothermische en mariene energie) en integratie van hernieuwbare energie (met inbegrip van opslag, gascentrales en de infrastructuur voor hernieuwbaar waterstof) 100 % 013 Renovatie ten behoeve van energie-efficiëntie van openbare infrastructuur, demonstratieprojecten en ondersteunende maatregelen 100 % 014 Renovatie ten behoeve van energie-efficiëntie van bestaande woningen, demonstratieprojecten en ondersteunende maatregelen 100 % 015 Intelligente energiedistributiesystemen op een laag en gemiddeld spanningsniveau (met inbegrip van intelligente netwerken en ICT-systemen) 100 % 016 Hoogefficiënte warmtekrachtkoppeling en stadsverwarming 100 % ( 1 ) Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Sociaal Fonds. 128

129 NL L 69/ Milieu-infrastructuur 017 Beheer van huishoudelijk afval (met inbegrip van minimalisering, sortering en recyclingmaatregelen) 0 % 018 Beheer van huishoudelijk afval (met inbegrip van biomechanische behandeling, thermische behandeling, verbranding en vuilstortmaatregelen) 0 % 019 Beheer van commercieel, industrieel of gevaarlijk afval 0 % 020 Drinkwatervoorziening (winning, behandeling, opslag en distributie-infrastructuur) 0 % 021 Waterbeheer en behoud van drinkwater (met inbegrip van stroomgebiedbeheer, watervoorziening, specifieke maatregelen voor aanpassing aan klimaatverandering, districts- en consumentenmeters, heffingssystemen en lekkagevermindering) 40 % 022 Behandeling van afvalwater 0 % 023 Milieumaatregelen die zijn gericht op het verminderen en/of het vermijden van de uitstoot van broeikasgassen (met inbegrip van de behandeling en de opslag van methaangas en compostering) 100 % Vervoersinfrastructuur 024 Spoorwegen (TEN-T-kernnetwerk) 40 % 025 Spoorwegen (TEN-T, het uitgebreide netwerk) 40 % 026 Overige spoorwegen 40 % 027 Rollend spoorwegmaterieel 40 % 028 Autosnelwegen en wegen (TEN-T) kernnetwerk (nieuwbouw) 0 % 029 Autosnelwegen en wegen (TEN-T ) uitgebreid netwerk (nieuwbouw) 0 % 030 Secundaire wegverbindingen naar het TEN-T-wegennet en knooppunten (nieuwbouw) 0 % 031 Overige nationale en regionale wegen (nieuwbouw) 0 % 032 Lokale toegangswegen (nieuwbouw) 0 % 033 Opnieuw aangelegde of verbeterde wegen (TEN-T) 0 % 034 Overige opnieuw aangelegde of verbeterde wegen (autowegen, nationaal, regionaal of lokaal) 0 % 035 Multimodaal vervoer (TEN-T) 40 % 036 Multimodaal vervoer 40 % 037 Luchthavens (TEN-T) ( 1 ) 0 % 038 Overige luchthavens ( 1 ) 0 % 129

130 NL L 69/ Zeehavens (TEN-T) 40 % 040 Overige zeehavens 40 % 041 Binnenlandse waterwegen en havens (TEN-T) 40 % 042 Binnenlandse waterwegen en havens (regionaal en lokaal) 40 % Duurzaam vervoer 043 Infrastructuur voor en bevordering van schoon stadsvervoer (met inbegrip van apparatuur en rollend materieel) 40 % 044 Intelligente vervoerssystemen (met inbegrip van de invoering van vraagbeheer, tolregelingen, IT-toezichtcontrole en informatiesystemen) 40 % Infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) 045 ICT: backbone-/backhaul-netwerk 0 % 046 ICT: snel breedbandnet (toegang/aansluitnet; >/= 30 Mbps) 0 % 047 ICT: zeer snel breedbandnet (toegang/aansluitnet; >/= 100 Mbps) 0 % 048 ICT: andere soorten ICT-infrastructuur/grootschalige computervoorzieningen/apparatuur (met inbegrip van e-infrastructuur, datacentra en sensoren; ook wanneer geïntegreerd in andere infrastructuur zoals onderzoeksinstituten, milieu- en sociale infrastructuur) 0 % III Sociale, gezondheids- en onderwijsinfrastructuur en daarmee verband houdende investeringen 049 Onderwijsinfrastructuur voor tertiair onderwijs 0 % 050 Onderwijsinfrastructuur voor beroepsonderwijs, opleidingen en volwassenenonderwijs 0 % 051 Onderwijsinfrastructuur voor beroepsonderwijs (lager en algemeen middelbaar onderwijs) 0 % 052 Infrastructuur voor onderwijs en opvang van jonge kinderen 0 % 053 Gezondheidsinfrastructuur 0 % 054 Huisvestingsinfrastructuur 0 % 055 Overige sociale infrastructuur die bijdraagt aan regionale en lokale ontwikkeling 0 % IV Ontwikkeling van het eigen potentieel: Onderzoek, ontwikkeling en innovatie 056 Investeringen in infrastructuur, capaciteit en uitrusting voor kmo's die rechtstreeks verband houden met onderzoek en innovatie 0 % 057 Investeringen in infrastructuur, capaciteit en uitrusting voor grote bedrijven die rechtstreeks verband houden met onderzoek en innovatie 0 % 058 Infrastructuur voor onderzoek en innovatie (met overheidssteun) 0 % 130

131 NL L 69/ Infrastructuur voor onderzoek en innovatie (particulier, met inbegrip van wetenschapsparken) 060 Onderzoek en innovatie in openbare onderzoekscentra en kenniscentra, met inbegrip van netwerkvorming 061 Onderzoek en innovatie in particuliere onderzoekscentra, met inbegrip van netwerkvorming 062 Technologieoverdracht en samenwerking tussen universiteiten en bedrijven die voornamelijk ten goede komen aan kmo's 063 Clusterondersteuning en bedrijvennetwerken die voornamelijk ten goede komen aan kmo's 064 Onderzoeks- en innovatieprocessen in kmo's (met inbegrip van voucherprogramma's, processen, design, diensten en sociale innovatie) 065 Onderzoek en innovatie-infrastructuur, processen, overdracht van technologie en samenwerking in ondernemingen die zich toeleggen op de koolstofarme economie en op weerbaarheid tegen de klimaatverandering 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 100 % Ontwikkeling van het bedrijfsleven 066 Geavanceerde ondersteunende diensten voor kmo s en groepen van kmo s (met inbegrip van beheer, marketing en design) 067 Zakelijke ontwikkeling van kmo's, ondersteuning van ondernemerschap en incubatie (met inbegrip van ondersteuning van voor spin-offs en spin-outs) 068 Energie-efficiëntie en demonstratieprojecten in kmo's en ondersteunende maatregelen 069 Ondersteuning van milieuvriendelijke productieprocessen en een efficiënt gebruik van hulpbronnen in kmo's 0 % 0 % 100 % 40 % 070 Bevordering van energie-efficiëntie in grote ondernemingen 100 % 071 Ontwikkeling en bevordering van ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het aanbieden van diensten die bijdragen aan de koolstofarme economie en aan de weerbaarheid tegen de klimaatverandering (met inbegrip van steun aan dergelijke diensten) 100 % 072 Bedrijfsinfrastructuur voor kmo s (met inbegrip van industriegebieden en locaties) 0 % 073 Ondersteuning van sociale ondernemingen (kmo s) 0 % 074 Ontwikkeling en bevordering van commerciële toeristische voorzieningen in kmo's 0 % 075 Ontwikkeling en bevordering van commerciële toeristische diensten in of voor kmo's 0 % 076 Ontwikkeling en bevordering van cultureel en creatief vermogen in kmo's 0 % 077 Ontwikkeling en bevordering van culturele en creatieve diensten in of voor kmo's 0 % Informatie- en communicatietechnologie (ICT) stimulering van de vraag, toepassingen en diensten 078 Online-overheidsdiensten en -toepassingen (met inbegrip van e-aanbestedingen, ICT-maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van het openbaar bestuur, cyberveiligheid, maatregelen op het gebied van vertrouwen en privacy, e-justitie en e-democratie) 079 Toegang tot overheidsinformatie (met inbegrip van openbare beschikbare e-cultuur, digitale bibliotheken, e-inhoud en e-toerisme) 0 % 0 % 131

132 NL L 69/ E-inclusie, e-toegankelijkheid, diensten en toepassingen voor e-leren en e-onderwijs, digitale geletterdheid 081 ICT-oplossingen om de uitdaging in verband met actief en gezond ouder worden aan te pakken en diensten en toepassingen op het gebied van e-gezondheidszorg (met inbegrip van e-zorg en "ambient assisted living") 082 ICT-diensten en -toepassingen voor kmo's (met inbegrip van e-handel, elektronisch zakendoen en genetwerkte bedrijfsprocessen), levende laboratoria, internetondernemers en startende ondernemingen op het gebied van ICT) 0 % 0 % 0 % Milieu 083 Maatregelen op het gebied van luchtkwaliteit 40 % 084 Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC) 40 % 085 Bescherming en verbetering van de biodiversiteit, natuurbescherming en groene infrastructuur 40 % 086 Bescherming, herstel en duurzaam gebruik van Natura 2000-gebieden 40 % 087 Maatregelen voor aanpassing aan de klimaatverandering en preventie en beheer van aan het klimaat gerelateerde natuurlijke risico s, bv. erosie, branden, overstromingen, stormen en droogte, met inbegrip van bewustmaking, burgerbescherming en rampenbestrijdingssystemen en -infrastructuren 088 Risicopreventie en -beheer van niet aan het klimaat gerelateerde natuurlijke risico s (d.w.z. aardbevingen) en de risico s in verband met menselijke activiteiten (bv. technologische ongevallen), met inbegrip van bewustmaking, burgerbescherming en rampenbestrijdingssystemen en -infrastructuren 100 % 0 % 089 Sanering van bedrijfsterreinen en verontreinigde grond 0 % 090 Fiets- en voetpaden 100 % 091 Ontwikkeling en bevordering van het toeristisch potentieel in natuurgebieden 0 % 092 Bescherming, ontwikkeling en bevordering van openbare toeristische voorzieningen 0 % 093 Ontwikkeling en bevordering van openbare toeristische diensten 0 % 094 Bescherming, ontwikkeling en bevordering van het openbare culturele en historische erfgoed 095 Ontwikkeling en bevordering van openbare diensten op het gebied van cultuur en erfgoed 0 % 0 % Overige 096 De institutionele capaciteit van de overheidsinstanties en de openbare diensten die betrokken zijn bij de uitvoering van het EFRO of maatregelen ter ondersteuning van initiatieven ten behoeve van de institutionele capaciteit van het ESF 097 Vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling in stedelijke en rurale gebieden 098 Ultraperifere gebieden: vergoeding van extra kosten als gevolg van ontsluitingsproblemen en territoriale versnippering 099 Ultraperifere gebieden: specifieke actie ter vergoeding van extra kosten als gevolg van marktfactoren die te maken hebben met de omvang van de gebieden 0 % 0 % 0 % 0 % 132

133 NL L 69/ Ultraperifere gebieden: steun ter vergoeding van extra kosten als gevolg van klimaat en reliëf 40 % 101 Kruisfinanciering in het kader van het EFRO (ondersteuning van activiteiten van het type ESF die noodzakelijk zijn voor een goede tenuitvoerlegging van het EFRO-deel van de activiteit en er rechtstreeks verband mee houden) 0 % V Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit: 102 Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit 0 % 103 Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren, met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, met inbegrip van jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie 0 % 104 Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen 0 % 105 Gelijkheid van vrouwen en mannen op alle gebieden, waaronder toegang tot arbeid, carrièrekansen, het combineren van werk en privéleven en het bevorderen van gelijke beloning voor gelijk werk 0 % 106 Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen 0 % 107 Actief en gezond ouder worden 0 % 108 Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening en het beter inspelen op de behoeften van de arbeidsmarkt, waaronder door acties ter vergroting van de transnationale arbeidsmobiliteit alsmede door mobiliteitsregelingen en betere samenwerking tussen instellingen en relevante belanghebbenden 0 % VI Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie: 109 Actieve inclusie, mede met het oog op bevordering van gelijke kansen en actieve participatie, en het verbeteren van de inzetbaarheid 0 % 110 Sociaaleconomische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma 0 % 111 Bestrijding van alle vormen van discriminatie en bevordering van gelijke kansen 0 % 112 Verbetering van de toegang tot betaalbare, duurzame en hoogwaardige diensten, waaronder gezondheidszorg en sociale diensten van algemeen belang 0 % 113 Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot arbeid te vergemakkelijken 0 % 114 Vanuit de gemeenschap geleide strategieën voor lokale ontwikkeling 0 % 133

134 NL L 69/77 VII Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren: 115 Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding 0 % 116 Verbetering van de kwaliteit, de doelmatigheid en de toegang tot het hoger en daarmee gelijkwaardig onderwijs met het oog op de verhoging van de participatieniveaus en de leerprestaties, met name voor achterstandsgroepen 0 % 117 Verbetering van gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdscategorieën in formele, niet-formele en informele settings, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking en bevordering van flexibele leertrajecten, onder meer door loopbaanbegeleiding en erkenning van verworven competenties 0 % 118 Verbetering van de relevantie voor de arbeidsmarkt van de onderwijs- en opleidingsstelsels, vergemakkelijking van de aansluiting tussen onderwijs en werk en versterking van beroepsopleidings- en scholingssystemen en de kwaliteit daarvan, onder meer door mechanismen voor het anticiperen op vaardigheden, aanpassing van leerplannen en invoering en ontwikkeling van werkgerelateerde opleidingen, waaronder duale leersystemen en leerlingstelsels. 0 % VIII Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en doelmatig openbaar bestuur: 119 Investering in institutionele capaciteit en in de efficiëntie van de overheidsadministratie en overheidsdiensten op nationaal, regionaal en lokaal niveau met het oog op hervormingen, betere regelgeving en goed bestuur 0 % 120 Capaciteitsopbouw voor alle belanghebbenden die het beleid op het gebied van onderwijs, een leven lang leren, opleiding en werkgelegenheid en het sociaal beleid, onder meer via sectorale en territoriale pacten ten uitvoer leggen met het oog op hervormingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau 0 % IX Technische bijstand: 121 Voorbereiding, uitvoering, toezicht en inspectie 0 % 122 Evaluatie en studies 0 % 123 Voorlichting en communicatie 0 % ( 1 ) Beperkt tot investeringen gerelateerd aan milieubescherming of gepaard gaand met investeringen die nodig zijn om de negatieve gevolgen voor het milieu te matigen of te verminderen. TABEL 2: CODES VOOR DE DIMENSIE FINANCIERINGSVORM 2. FINANCIERINGSVORM 01 Niet-terugvorderbare subsidie 02 Terugvorderbare subsidie 03 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: risico- en aandelenkapitaal of vergelijkbaar 04 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: krediet of vergelijkbaar 134

135 NL L 69/ Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: onderpand of vergelijkbaar 06 Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: rentesubsidies, subsidies voor garantievergoedingen, technische ondersteuning of vergelijkbaar 07 Prijzengeld TABEL 3: CODES VOOR DE TERRITORIALE DIMENSIE 3. SOORT GEBIED 01 Grote stedelijke gebieden (dichtbevolkt > inwoners) 02 Kleine stedelijke gebieden (middelhoge bevolkingsdichtheid > inwoners) 03 Plattelandsgebieden (dunbevolkt) 04 Macroregionaal samenwerkingsgebied 05 Samenwerking tussen nationale of regionale programmagebieden in een nationale context 06 Transnationale samenwerking in het kader van het ESF 07 Niet van toepassing TABEL 4: CODES VOOR DE DIMENSIE TERRITORIALE VERSTREKKINGSMECHANISMEN 4. TERRITORIALE VERSTREKKINGSMECHANISMEN 01 Geïntegreerde territoriale investering stedelijk 02 Overige geïntegreerde concepten voor een duurzame stedelijke ontwikkeling 03 Geïntegreerde territoriale investering overig 04 Overige geïntegreerde concepten voor duurzame plattelandsontwikkeling 05 Overige geïntegreerde concepten voor een duurzame stads-/plattelandsontwikkeling 06 Vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling 07 Niet van toepassing TABEL 5: CODES VOOR DE DIMENSIE THEMATISCHE DOELSTELLING 5. THEMATISCHE DOELSTELLING (EFRO en het Cohesiefonds) 01 Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie 02 Verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van informatie- en communicatietechnologie 03 Vergroting van de concurrentiekracht van kleine en middelgrote ondernemingen 04 Steun voor de overstap naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken 05 Bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en -beheer 06 Bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen 135

136 NL L 69/79 07 Bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren; 08 Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit 09 Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie 10. Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren 11. Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en een doelmatig openbaar bestuur 12. Niet van toepassing (alleen technische ondersteuning) TABEL 6: CODES VOOR DE DIMENSIE SECUNDAIR THEMA UIT HOOFDE VAN HET ESF 6. SECUNDAIR THEMA ESF Coëfficiënt voor de berekening van steun voor klimaatveranderingsdoelstellingen 01 Steun voor de overgang naar een koolstofarme en hulpbronnenefficiënte economie 100 % 02 Sociale innovatie 0 % 03 Verbetering van het concurrentievermogen van kmo's 0 % 04 Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie 0 % 05 Verbetering van de toegankelijkheid, het gebruik en de kwaliteit van de informatie- en communicatietechnologieën 0 % 06 Non-discriminatie 0 % 07 Gelijkheid van mannen en vrouwen 0 % 08 Niet van toepassing 0 % TABEL 7: CODES VOOR DE DIMENSIE ECONOMISCHE ACTIVITEIT 7. ECONOMISCHE ACTIVITEIT 01 Land- en bosbouw 02 Visserij en aquacultuur 03 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 04 Vervaardiging van textiel en textielproducten 05 Vervaardiging van transportmiddelen 06 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten 07 Overige niet nader genoemde be- en verwerkende industrie 08 Bouw 09 Winning van delfstoffen (met inbegrip van winning van energiehoudende delfstoffen) 10 Elektriciteit, gas, stoom, warm water en airconditioning 136

137 NL L 69/ Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering 12 Vervoer en opslag 13 Informatie- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van telecommunicatie, dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, computerprogrammering, consultancy en aanverwante activiteiten 14 Groot- en detailhandel 15 Toerisme, accommodatie en restauratie 16 Financiële activiteiten en verzekeringen 17 Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening 18 Openbaar bestuur 19 Onderwijs 20 Menselijke gezondheidszorg 21 Maatschappelijke dienstverlening en sociaal-culturele en persoonlijke diensten 22 Activiteiten in verband met het milieu en klimaatverandering 23 Kunst, amusement, creatieve industrieën en recreatie 24 Overige niet nader genoemde diensten TABEL 8: CODES VOOR DE DIMENSIE PLAATS VAN UITVOERING 8. PLAATS (2) Code Plaats Code van de regio of de zone waar de concrete actie is uitgevoerd, zoals vastgelegd in de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) ( 1 ) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van , blz. 1). 137

138 NL L 69/81 BIJLAGE II Coëfficiënten voor de berekening van steunbedragen voor klimaatveranderingsdoelstellingen in het geval van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling krachtens artikel 2 Artikel van Verordening (EU) nr. 1305/2013 ( 1 ) Prioriteit/aandachtsgebied Coëfficiënt Artikel 5, lid 3, onder b) het steunen van risicopreventie en -beheer op het niveau van het landbouwbedrijf 40 % Artikel 5, lid 4 herstel, instandhouding en verbetering van ecosystemen die verbonden zijn met de landbouw en de bosbouw (alle aandachtsgebieden) 100 % Artikel 5, lid 5 bevordering van het efficiënte gebruik van hulpbronnen en steun voor de omslag naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie in de landbouw, de voedingssector en de bosbouw (alle aandachtsgebieden) 100 % Artikel 5, lid 6, onder b) Het stimuleren van plaatselijke ontwikkeling in plattelandsgebieden 40 % ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 347 van , blz. 487). 138

139 NL L 69/ BIJLAGE III Coëfficiënten voor de berekening van steunbedragen voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering in het geval van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij krachtens artikel 3 Titel van de maatregel Voorlopige nummering Coëfficiënt HOOFDSTUK I Duurzame ontwikkeling in de visserij Innovatie Artikel 28 0 %* ( 1 ) Adviesdiensten Artikel 29 0 % Partnerschap tussen wetenschappers en vissers Artikel 30 0 %* Bevordering van menselijk kapitaal en sociaal dialoog opleiding, netwerkvorming, sociaal dialoog Bevordering van menselijk kapitaal en sociaal dialoog ondersteuning van echtgenoten en partners Bevordering van menselijk kapitaal en sociaal dialoog stagiairs aan boord van schepen van de kleinschalige kustvisserij Artikel 31 0 %* Artikel %* Artikel %* Diversificatie en nieuwe bronnen van inkomsten Artikel 32 0 %* Starterssteun voor jonge vissers Artikel 32 a 0 % Gezondheid en veiligheid Artikel 33 0 % Tijdelijke stillegging van de visserijactiviteit Artikel 33 a 40 % Definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten Artikel 33 b 100 % Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen Artikel 33 c 40 % Steun voor systemen voor de toewijzing van vangstmogelijkheden Artikel % Steun voor het ontwerp en de tenuitvoerlegging van instandhoudingsmaatregelen Beperking van de impact van de visserij op het mariene milieu en aanpassing van de visserij aan de bescherming van soorten Innovatie in verband met de instandhouding van mariene biologische hulpbronnen Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen inzameling van afval Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen bijdrage aan een beter beheer of bescherming, bouw, installatie of modernisering van statische of beweegbare installaties, voorbereiding van beschermings- en beheersplannen in verband met Natura-2000-locaties en speciale beschermde gebieden, beheer, herstel en monitoring van beschermde mariene gebieden, met inbegrip van Natura-2000-locaties, milieubewustzijn, deelname aan andere acties die erop gericht zijn op het behoud en de versterking van de biologische diversiteit en ecosysteemdiensten Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen regelingen voor vergoeding van door zoogdieren en vogels veroorzaakte schade aan vangsten Artikel 35 0 % Artikel % Artikel % Artikel 38.1.a 0 % Artikel 38.1.b-e, ea, f 40 % Artikel 38.1.eb 0 % Matiging van de klimaatverandering investeringen aan boord Artikel 39.1.a 100 % 139

140 NL L 69/83 Titel van de maatregel Voorlopige nummering Coëfficiënt Matiging van de klimaatverandering audits en regelingen voor energie-efficiëntie Onderzoek naar energie-efficiëntie ter beoordeling van de bijdrage van alternatieve aandrijfsystemen en rompontwerpen Artikel 39.1.b 100 % Artikel 39.1.c 40 % Vervanging of modernisering van hoofd- of hulpmotoren Artikel % Toegevoegde waarde, productkwaliteit en gebruik van ongewenste vangsten Vissershavens, aanlandings- en beschuttingsplaatsen en afslagen investeringen ter verbetering van vissershavens, afslaginfrastructuur en aanlandings- en beschuttingsplaatsen Vissershavens, aanlandings- en beschuttingsplaatsen en afslagen investeringen om naleving van de verplichting om alle vangsten aan te landen, te vergemakkelijken Vissershavens, aanlandings- en beschuttingsplaatsen en afslagen investeringen ter verbetering van de veiligheid van vissers Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren aan boord of individuele uitrusting zoals bedoeld in artikel 33 Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren investeringen in uitrusting en soorten acties zoals bedoeld in artikelen 36 en 37 Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren aan boord en audits en regelingen voor energie-efficiëntie Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren bevordering van menselijk kapitaal en sociale dialoog Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren vissershavens, aanlandings- en beschuttingsplaatsen Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren investeringen ter verbetering van de waarde of de omvang van de visvangst Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren starterssteun voor jonge vissers Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren ontwikkeling en bevordering van innovatie Binnenvisserij en aquatische fauna en flora in de binnenwateren ter bescherming en ontwikkeling van aquatische fauna en flora Artikel 40 0 % Artikel % Artikel % Artikel % Artikel 42.1.a 0* % Artikel 42.1.b Artikel 42.1.c Artikel 42.1.aa 0 % Artikel 42.1.d 0 % Artikel 42.1.da 0 % Artikel a 0 % Artikel 42.1b 0 %* Artikel % HOOFDSTUK II Duurzame ontwikkeling in de landbouw Innovatie Artikel 45 0 %* Duurzame ontwikkeling in de landbouw Artikel 46 0 %* Beheers-, verzorgings- en adviesdiensten voor aquacultuurbedrijven Artikel 48 0 %* Bevordering van menselijk kapitaal en netwerkvorming Artikel 49 0 %* Vergroting van het potentieel van aquacultuurlocaties Artikel % Aantrekken van nieuwe exploitanten van duurzame aquacultuur Artikel 51 0 % Omschakeling naar milieubeheer- en milieu-auditregelingen en naar biologische aquacultuur Artikel % 140

141 NL L 69/ Titel van de maatregel Voorlopige nummering Coëfficiënt Aquacultuur die milieudiensten levert Artikel % Maatregelen op het gebied van volksgezondheid Artikel 55 0 % Maatregelen op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn Artikel 56 0 % Aquacultuurbestandsverzekering Artikel % HOOFDSTUK III Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden Voorbereidende steun Artikel 63.1.a 0 % Uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën Artikel % Samenwerkingsactiviteiten Artikel 66 0 %* Werkingskosten en dynamiseringskosten Artikel 63.1.d 0 % HOOFDSTUK IV Maatregelen in verband met afzet en verwerking Productie- en afzetprogramma's Artikel 69 0 %* Opslagsteun Artikel 70 0 % Afzetmaatregelen Artikel 71 0 %* Verwerking van visserijproducten en aquacultuurproducten Artikel % HOOFDSTUK V Compensatie van in de ultraperifere gebieden gemaakte extra kosten in verband met visserijproducten en aquacultuurproducten Compensatieregeling Artikel 73 0 % HOOFDSTUK VI Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid onder gedeeld beheer Controle en handhaving Artikel 78 0 % Het verzamelen van gegevens Artikel 79 0 %* HOOFDSTUK VII Technische bijstand op initiatief van de lidstaten Technische bijstand op initiatief van de lidstaten Artikel 79 a 0 % HOOFDSTUK VIII Onder gedeeld beheer gefinancierde maatregelen inzake geïntegreerd maritiem beleid Geïntegreerde maritieme bewaking Artikel 79b.1.a 40 % Bescherming van het mariene milieu en duurzaam gebruik van de mariene en kusthulpbronnen Artikel 79b.1.b 40 % ( 1 ) Overeenkomstig artikel 3, lid 2, kan aan maatregelen die in de tabel met een * zijn gemarkeerd een gewicht van 40 % worden toegekend. 141

142 NL L 332/5 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1232/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 november 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie met het oog op aanpassing van de daarin vervatte verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad ( 1 ), en met name artikel 8, derde alinea, en artikel 22, lid 7, vijfde alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) Teneinde te garanderen dat de nodige wetgeving voor de programmering van de Europese structuur- en investeringsfondsen (de ESI-fondsen ) voorhanden is en de desbetreffende operationele programma's tijdig kunnen worden goedgekeurd, werd Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 ( 2 ) van de Commissie vóór Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) vastgesteld. (2) Na de vaststelling van Verordening (EU) nr. 508/2014 dienen bepaalde verwijzingen in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie naar de toekomstige rechtshandeling van de Unie inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) te worden vervangen door verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 508/2014. (3) Wat het EFMZV betreft, zijn de gewichten die worden toegekend aan de in de toekomstige rechtshandeling inzake het EFMZV vastgelegde maatregelen, en die betrekking hebben op het niveau van steun aan de doelstellingen op het gebied van klimaatverandering voor elk van de vijf ESI-fondsen zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014, op voorlopige basis opgenomen. De verwijzingen in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 moeten dan ook worden afgestemd op de definitieve nummering van de bepalingen in Verordening (EU) nr. 508/2014. (4) Om ervoor te zorgen dat de mijlpaal en het streefdoel voor de financiële indicator in de context van het prestatiekader kunnen worden beoordeeld op basis van de bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, moet de onjuiste verwijzing in artikel 5, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 naar artikel 126, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 126, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013. ( 1 ) PB L 347 van , blz ( 2 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (PB L 69 van , blz. 65). ( 3 ) Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van , blz. 1). 142

143 L 332/6 NL (5) Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening vastgestelde maatregelen zo snel mogelijk kunnen worden uitgevoerd, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. (6) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen. (7) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 wordt als volgt gewijzigd: 1) Artikel 3, lid 1, tweede alinea, onder c) en d), komt als volgt te luiden: c) de door de lidstaten in de jaarlijkse uitvoeringsverslagen gemelde gegevens over de financiële toewijzingen en de uitgaven per maatregel, overeenkomstig artikel 50, leden 4 en 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 114, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014; d) de door de lidstaten verstrekte informatie en gegevens over de concrete acties die zijn geselecteerd voor financiering overeenkomstig artikel 97, lid 1, onder a), en artikel 107, lid 3, van Verordening (EU) nr. 508/ ) Bijlage III wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening. Artikel 2 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 wordt als volgt gerectificeerd: Bladzijde 68, artikel 5, lid 2: in plaats van: 2. Voor alle ESI-fondsen met uitzondering van het Elfpo hebben de mijlpaal en het streefdoel voor een financiële indicator betrekking op het totale bedrag van de subsidiabele uitgaven dat is ingevoerd in het boekhoudsysteem van de certificeringsautoriteit en dat is goedgekeurd door die autoriteit overeenkomstig artikel 126, onder c, van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Voor het Elfpo hebben zij betrekking op de gerealiseerde totale publieke uitgaven die zijn ingevoerd in het gemeenschappelijke monitoring- en evaluatiesysteem., te lezen: 2. Voor alle ESI-fondsen met uitzondering van het Elfpo hebben de mijlpaal en het streefdoel voor een financiële indicator betrekking op het totale bedrag van de subsidiabele uitgaven dat is ingevoerd in het boekhoudsysteem van de certificeringsautoriteit en dat is goedgekeurd door die autoriteit overeenkomstig artikel 126, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Voor het Elfpo hebben zij betrekking op de gerealiseerde totale publieke uitgaven die zijn ingevoerd in het gemeenschappelijke monitoring- en evaluatiesysteem.. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 18 november Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER 143

144 NL L 332/7 BIJLAGE BIJLAGE III Coëfficiënten voor de berekening van steunbedragen voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering in het geval van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij krachtens artikel 3 Artikel van Verordening (EU) nr. 508/2014 Titel van de maatregel HOOFDSTUK I Duurzame ontwikkeling van de visserij Coëfficiënt Artikel 26 Innovatie (+ artikel 44, lid 3, binnenvisserij) 0 %* ( 1 ) Artikel 27 Adviesdiensten (+ artikel 44, lid 3, binnenvisserij) 0 % Artikel 28 Partnerschappen tussen wetenschappers en vissers (+ artikel 44, lid 3, binnenvisserij) 0 %* Artikel 29, leden 1 en 2 Artikel 29, lid 3 Verbetering van het menselijk kapitaal, het scheppen van banen en de sociale dialoog opleiding, netwerkvorming, sociale dialoog; ondersteuning van echtgenoten en levenspartners (+ artikel 44, lid 1, onder a), binnenvisserij) Verbetering van het menselijk kapitaal, het scheppen van banen en de sociale dialoog leerlingen aan boord van schepen van de kleinschalige kustvisserij/sociale dialoog 0 %* 0 %* Artikel 30 Diversifiëring en nieuwe bronnen van inkomsten (+ artikel 44, lid 4, binnenvisserij) 0 %* Artikel 31 Starterssteun voor jonge vissers (+ artikel 44, lid 2, binnenvisserij) 0 % Artikel 32 Gezondheid en veiligheid (+ artikel 44, lid 1, onder b), binnenvisserij) 0 % Artikel 33 Tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten 40 % Artikel 34 Definitieve beëindiging van visserijactiviteiten 100 % Artikel 35 Onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden en milieuongevallen 40 % Artikel 36 Steun voor de systemen voor het toewijzen van vangstmogelijkheden 40 % Artikel 37 Artikel 38 Artikel 39 Artikel 40, lid 1, onder a) Steun voor het ontwerpen en uitvoeren van instandhoudingsmaatregelen en regionale samenwerking Beperking van de impact van de visserij op het mariene milieu en aanpassing van de visserij aan de bescherming van soorten (+ artikel 44, lid 1, onder c), binnenvisserij) Innovatie in verband met de instandhouding van biologische rijkdommen van de zee (+ artikel 44, lid 1, onder c), binnenvisserij) Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit verzamelen van verloren vistuig en zwerfvuil 0 % 40 % 40 % 0 % 144

145 L 332/8 NL Artikel van Verordening (EU) nr. 508/2014 Artikel 40, lid 1, onder b) t/m g) en onder i) Artikel 40, lid 1, onder h) Artikel 41, lid 1, onder a), onder b) en onder c) Artikel 41, lid 2 Titel van de maatregel Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit bijdragen aan een beter beheer of instandhouding, bouwen, installeren of moderniseren van vaste of verplaatsbare voorzieningen, voorbereiden van beschermings- en beheerplannen in verband met Natura 2000-sites en bijzondere beschermingszones, beheren, herstellen en monitoren van beschermde mariene gebieden, met inbegrip van Natura 2000-sites, milieubewustzijn, deelnemen aan andere acties met het oog op de instandhouding en de ontwikkeling van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten (+ artikel 44, lid 6, aquatische fauna en flora in de binnenwateren) Bescherming en herstel van de mariene biodiversiteit regelingen voor de vergoeding van schade aan vangsten die wordt veroorzaakt door zoogdieren en vogels Energie-efficiëntie en mitigatie van de klimaatverandering investeringen aan boord; audits en regelingen op het gebied van energie-efficiëntie; studies ter beoordeling van de bijdrage van alternatieve aandrijfsystemen en rompontwerpen (+ artikel 44, lid 1, onder d), binnenvisserij) Energie-efficiëntie en mitigatie van de klimaatverandering vervanging of modernisering van hoofd- of hulpmotoren Coëfficiënt 40 % 0 % 100 % 100 % Artikel 42 Toegevoegde waarde, productkwaliteit en gebruik van ongewenste vangsten (+ artikel 44, lid 1, onder e), binnenvisserij) 0 % Artikel 43, leden 1 en 3 Vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en beschuttingsplaatsen investeringen ter verbetering van de infrastructuur van vissershavens, afslagen, aanlandings- en beschuttingsplaatsen; bouw van beschuttingsplaatsen ter verhoging van de veiligheid van de vissers (+ artikel 44, lid 1, onder f), binnenvisserij) 40 % Artikel 43, lid 2 Vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en beschuttingsplaatsen investeringen ter bevordering van de naleving van de verplichting tot het aanlanden van alle vangsten 0 % HOOFDSTUK II Duurzame ontwikkeling van de aquacultuur Artikel 47 Innovatie 0 %* Artikel 48, lid 1, onder a) t/m d), onder f), onder g) en onder h) Productieve investeringen in aquacultuur 0 %* Artikel 48, lid 1, onder e), onder i) en onder j) Artikel 48, lid 1, onder k) Productieve investeringen in aquacultuur efficiënter gebruik van de rijkdommen, vermindering van de gebruikte hoeveelheid water of chemicaliën, gesloten systemen voor minimaal watergebruik Productieve investeringen in aquacultuur verhogen energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen 0 %* 40 % Artikel 49 Beheer-, verzorgings- en adviesdiensten voor aquacultuurbedrijven 0 %* Artikel 50 Bevordering van het menselijk kapitaal en netwerkvorming 0 %* Artikel 51 Vergroting van het potentieel van aquacultuurlocaties 40 % 145

146 NL L 332/9 Artikel van Verordening (EU) nr. 508/2014 Artikel 52 Artikel 53 Titel van de maatregel Aantrekken van nieuwe aquacultuurexploitanten die aan duurzame aquacultuur doen Omschakeling naar milieubeheer- en milieu-auditregelingen en naar biologische aquacultuur Coëfficiënt 0 % 0 %* Artikel 54 Aquacultuur die milieudiensten verricht 0 %* Artikel 55 Maatregelen op het gebied van de volksgezondheid 0 % Artikel 56 Maatregelen op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn 0 % Artikel 57 Aquacultuurbestandsverzekering 40 % HOOFDSTUK III Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden Artikel 62, lid 1, onder a) Voorbereidende steun 0 % Artikel 63 Uitvoering van lokale ontwikkelingsstrategieën (inclusief operationele kosten en stimulering) 40 % Artikel 64 Samenwerkingsactiviteiten 0 %* HOOFDSTUK IV Maatregelen in verband met afzet en verwerking Artikel 66 Productie- en afzetprogramma's 0 %* Artikel 67 Opslagsteun 0 % Artikel 68 Afzetmaatregelen 0 %* Artikel 69 Verwerking van visserij- en aquacultuurproducten 0 %* HOOFDSTUK V Compensatie van in de ultraperifere gebieden gemaakte extra kosten in verband met visserij- en aquacultuurproducten Artikel 70 Compensatieregeling 0 % HOOFDSTUK VI Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid onder gedeeld beheer Artikel 76 Controle en handhaving 0 % Artikel 77 Verzameling van gegevens 0 %* HOOFDSTUK VII Technische bijstand op initiatief van de lidstaten Artikel 78 Technische bijstand op initiatief van de lidstaten 0 % 146

147 L 332/10 NL Artikel van Verordening (EU) nr. 508/2014 Titel van de maatregel Coëfficiënt HOOFDSTUK VIII Onder gedeeld beheer gefinancierde maatregelen inzake geïntegreerd maritiem beleid Artikel 80, lid 1, onder a) Geïntegreerde maritieme bewaking 0*% Artikel 80, lid 1, onder b) Bevordering van de bescherming van het mariene milieu en het duurzame gebruik van de rijkdommen van de zee en van de kust 40 % Artikel 80, lid 1, onder c) Verbetering van de kennis over de staat van het mariene milieu 40 % ( 1 ) Overeenkomstig artikel 3, lid 2, kan aan maatregelen die in de tabel met een * zijn gemarkeerd een gewicht van 40 % worden toegekend. 147

148 NL L 223/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 821/2014 VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad ( 1 ), en met name artikel 38, lid 10, artikel 46, lid 3, artikel 115, lid 4, en artikel 125, lid 8, tweede alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie ( 2 ) stelt de nodige bepalingen voor de opstelling van de programma's vast. Om de uitvoering te waarborgen van de programma's die door de Europese structuuren investeringsfondsen (de ESI-fondsen ) worden gefinancierd, moeten verdere bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 worden vastgesteld. Om een uitgebreid overzicht van die bepalingen te geven en ze beter toegankelijk te maken, moeten die bepalingen in één uitvoeringshandeling worden opgenomen. (2) Met het oog op een grotere flexibiliteit bij het vrijmaken van steun voor door de managementautoriteit beheerde financieringsinstrumenten uit verschillende bronnen op een van de wijzen die zijn vermeld in artikel 38, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, moet worden verduidelijkt hoe de programmabijdragen worden overgedragen en beheerd. Met name moeten de omstandigheden worden verduidelijkt waaronder een financieringsinstrument bijdragen kan ontvangen uit meer dan één programma of uit meer dan één prioritaire as of maatregel van hetzelfde programma, en de voorwaarden waaronder nationale publieke of private bijdragen aan financieringsinstrumenten die op het niveau van de eindontvangers worden geleverd, als nationale medefinancieringsmiddelen in aanmerking kunnen worden genomen. (3) Er moet een model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten aan de Commissie worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de managementautoriteiten de in artikel 46, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vereiste informatie op een consistente en vergelijkbare wijze verstrekken. Het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten is ook nodig om de Commissie in staat te stellen samenvattingen te presenteren van de gegevens over de geboekte vooruitgang bij de financiering en de uitvoering van de financieringsinstrumenten. (4) Met het oog op een geharmoniseerde visuele identiteit voor voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties op het gebied van het cohesiebeleid van de Unie moeten de instructies voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren worden vastgesteld, alsook de technische kenmerken voor de weergave van het embleem van de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen waaruit steun voor de concrete actie wordt verleend. (5) Met het oog op een geharmoniseerde visuele identiteit voor voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor infrastructuur en bouwwerkzaamheden op het gebied van het cohesiebeleid van de Unie moeten de technische kenmerken worden vastgesteld van borden en permanente platen voor infrastructuur en bouwwerkzaamheden waarvoor de totale overheidssteun voor elke concrete actie meer dan EUR bedraagt. (6) Voor de toepassing van artikel 125, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moeten de technische specificaties worden vastgesteld van het systeem voor de vastlegging en opslag in gecomputeriseerde vorm van de voor toezicht, evaluatie, financieel beheer, verificatie en audit vereiste gegevens over elke concrete actie. ( 1 ) PB L 347 van , blz ( 2 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (PB L 69 van , blz. 65). 148

149 L 223/8 NL (7) Voor de doeltreffende uitvoering van artikel 122, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet ervoor worden gezorgd dat de technische specificaties van het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens op architecturaal, technisch en semantisch niveau volledige interoperabiliteit met het in artikel 122, lid 3, van die verordening bedoelde systeem garanderen. (8) De gedetailleerde technische specificaties van het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens moeten voldoende gedocumenteerd worden om het controlespoor van de naleving van de wettelijke voorschriften te waarborgen. (9) Het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens moet ook geschikte zoekinstrumenten en verslagleggingsfuncties omvatten om erin opgeslagen informatie gemakkelijk te kunnen opvragen en aggregeren ten behoeve van toezicht, evaluatie, financieel beheer, verificatie en audit. (10) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK I GEDETAILLEERDE REGELINGEN VOOR DE OVERDRACHT EN HET BEHEER VAN PROGRAMMABIJDRAGEN EN VOOR DE VERSLAGLEGGING OVER FINANCIERINGSINSTRUMENTEN Artikel 1 Overdracht en beheer van programmabijdragen (artikel 38, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 1. Wanneer uit meer dan één programma of uit meer dan één prioritaire as of maatregel van hetzelfde programma bijdragen aan een financieringsinstrument worden geleverd, houdt de instantie die het financieringsinstrument uitvoert, ten behoeve van verslaglegging en audit een afzonderlijke rekening bij of gebruikt zij een passende boekhoudkundige code voor de bijdrage uit elk programma en uit elke prioritaire as of maatregel. 2. Wanneer nationale publieke en private bijdragen overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften aan financieringsinstrumenten worden geleverd op het niveau van de eindontvangers, beheren de instanties die deze financieringsinstrumenten uitvoeren, nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen en op het niveau van eindontvangers worden verstrekt overeenkomstig de leden 3 tot en met De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, houden bewijsstukken bij van het volgende: a) juridische overeenkomsten die met publieke of private entiteiten worden gesloten betreffende nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen en die door deze entiteiten op het niveau van eindontvangers moeten worden geleverd; b) de effectieve overdracht van middelen die nationale medefinanciering vormen, door publieke of private entiteiten aan eindontvangers; c) nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen en door publieke of private entiteiten worden geleverd, en waarvan de instantie die een financieringsinstrument uitvoert in kennis wordt gesteld. 4. De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, dragen de algemene verantwoordelijkheid voor de investering in eindontvangers, met inbegrip van het latere toezicht op de bijdragen uit programma's overeenkomstig de financieringsovereenkomsten. 5. De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, vergewissen zich ervan dat de uitgaven waarop de nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen betrekking hebben, subsidiabel zijn voordat zij aan de managementautoriteit worden gedeclareerd. 6. De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, houden het controlespoor voor de nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen, bij tot op het niveau van de eindontvanger. Artikel 2 Model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten (artikel 46, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Voor het specifieke in artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde verslag gebruiken de managementautoriteiten het model in bijlage I bij deze verordening. 149

150 NL L 223/9 HOOFDSTUK II TECHNISCHE KENMERKEN VAN VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEMAATREGELEN VOOR CONCRETE ACTIES ALSMEDE INSTRUCTIES VOOR HET ONTWERP VAN HET EMBLEEM VAN DE UNIE EN AANWIJZINGEN VOOR DE STANDAARDKLEUREN (artikel 115, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Artikel 3 Instructies voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren Het embleem van de Unie wordt ontworpen overeenkomstig de grafische normen in bijlage II. Artikel 4 Technische kenmerken voor de weergave van het embleem van de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen waaruit steun voor de concrete actie wordt verleend 1. Het in bijlage XII, deel 2.2, punt 1, onder a), bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde embleem van de Unie wordt op websites in kleur weergegeven. In alle andere media wordt waar mogelijk kleur gebruikt, en mag een monochrome versie alleen in gerechtvaardigde gevallen worden gebruikt. 2. Het embleem van de Unie is steeds duidelijk zichtbaar en wordt op een prominente plaats aangebracht. De plaats en de grootte ervan zijn passend met betrekking tot de omvang van het gebruikte materiaal of document. Voor klein promotiemateriaal is de verplichting om naar het fonds te verwijzen niet van toepassing. 3. Wanneer het embleem van de Unie en de verwijzing naar de Unie en het betrokken fonds worden weergegeven op een website: a) zijn het embleem van de Unie en de verwijzing naar de Unie op het scherm van een digitaal apparaat zichtbaar zodra de gebruiker de website opent, zonder dat hij naar onder hoeft te scrollen; b) wordt de verwijzing naar het betrokken fonds op dezelfde website zichtbaar gemaakt. 4. De naam Europese Unie wordt steeds voluit geschreven. Bij de naam van een financieringsinstrument wordt vermeld dat het door de ESI-fondsen worden gesteund. Voor de tekst bij het embleem van de Unie mogen de volgende lettertypes worden gebruikt: Arial, Auto, Calibri, Garamond, Trebuchet, Tahoma, Verdana, Ubuntu. Cursief lettertype, onderstreepte varianten of andere effecten mogen niet worden gebruikt. De plaatsing van de tekst ten opzichte van het embleem van de Unie mag op geen enkele wijze overlappen met het embleem van de Unie. De gebruikte lettergrootte staat in verhouding tot de grootte van het embleem. De kleur van het lettertype moet reflex blue, zwart of wit zijn, afhankelijk van de achtergrond. 5. Indien behalve het embleem van de Unie nog andere logo's worden afgebeeld, moet het embleem van de Unie ten minste even groot zijn, gemeten in de hoogte of de breedte, als het grootste van de andere logo's. Artikel 5 Technische kenmerken van permanente platen en tijdelijke of permanente borden 1. De naam van de concrete actie, het hoofddoel van de concrete actie, het embleem van de Unie tezamen met de verwijzing naar de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen die moeten worden weergegeven op het in bijlage XII, deel 2.2, punt 4, bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde tijdelijke bord, beslaan ten minste 25 % van dat bord. 2. De naam van de concrete actie en het hoofddoel van de door de concrete actie ondersteunde activiteit, het embleem van de Unie tezamen met de verwijzing naar de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen die moeten worden weergegeven op de permanente plaat of het permanente bord als bedoeld in bijlage XII, deel 2.2, punt 5, bij Verordening (EU) nr. 1303/2013, beslaan ten minste 25 % van die plaat of dat bord. 150

151 L 223/10 NL HOOFDSTUK III SYSTEEM VOOR DE VASTLEGGING EN OPSLAG VAN GEGEVENS (artikel 125, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) Artikel 6 Algemene bepalingen Het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens over concrete acties als bedoeld in artikel 125, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voldoet aan de in de artikelen 7 tot en met 11 beschreven technische specificaties. Artikel 7 Bescherming en bewaring van gegevens en documenten en de integriteit ervan 1. De toegang tot het systeem is gebaseerd op vooraf gedefinieerde rechten voor verschillende soorten gebruikers en wordt opgeheven wanneer hij niet meer nodig is. 2. Het systeem houdt het logboek bij van elke vastlegging, wijziging of verwijdering van documenten en gegevens. 3. Het systeem laat geen wijziging toe van de inhoud van documenten die voorzien zijn van een elektronische handtekening. Er wordt een tijdstempel gegenereerd als bewijs dat het van een elektronische handtekening voorziene document is gedeponeerd; het tijdstempel wordt met het document verbonden en kan niet worden gewijzigd. Als dergelijke documenten worden verwijderd, wordt dit overeenkomstig lid 2 geregistreerd. 4. De gegevens worden regelmatig geback-upt. De back-up met een kopie van de volledige inhoud van de databank is klaar voor gebruik in geval van nood. 5. De elektronische opslagfaciliteit is beschermd tegen elk gevaar van verlies of wijziging van de integriteit ervan. Deze bescherming omvat fysieke bescherming tegen te hoge of te lage temperatuur en vochtigheidsgraad, brand- en diefstaldetectiesystemen, en adequate systemen ter bescherming tegen virusaanvallen, hackers en elke andere niet-geautoriseerde toegang. 6. Het systeem voorziet in de migratie van gegevens, formaat en computeromgeving met voldoende regelmaat om de leesbaarheid en toegankelijkheid van documenten en gegevens te waarborgen tot het einde van de in artikel 140, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vermelde toepasselijke periode. Artikel 8 Interoperabiliteit 1. Het systeem is interoperabel met de systemen voor elektronische gegevensuitwisseling met begunstigden als bedoeld in artikel 122, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Waar nodig vergemakkelijkt het systeem de verificatie van de waarachtigheid en de volledigheid van de door de begunstigden verstrekte gegevens voordat zij op een beveiligde wijze worden opgeslagen. 2. Het systeem is interoperabel met andere relevante computersystemen die vallen onder het nationale interoperabiliteitskader en het Europese interoperabiliteitskader (EIF) dat is ingesteld bij Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ). 3. Het systeem is interoperabel op technisch en semantisch niveau. De specificaties ondersteunen standaardformaten voor gegevensuitwisseling en zorgen ervoor dat die formaten kunnen worden herkend en uitgewisseld tussen heterogene systemen. ( 1 ) Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van , blz. 20). 151

152 NL L 223/11 Het systeem omvat: Artikel 9 Zoek- en verslagleggingsfuncties a) geschikte zoekinstrumenten waarmee documenten, gegevens en gerelateerde metagegevens gemakkelijk kunnen worden teruggevonden; b) een verslagleggingsfunctie waarmee op basis van vooraf bepaalde criteria verslagen kunnen worden gegenereerd, met name voor de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie ( 1 ) vermelde gegevens; c) een mogelijkheid om de onder b) bedoelde verslagen op te slaan, te exporteren of te printen, of een link naar een externe toepassing die in deze mogelijkheid voorziet. Artikel 10 Documentatie van het systeem De managementautoriteit verstrekt gedetailleerde en geactualiseerde functionele en technische documentatie over de werking en de kenmerken van het systeem; de documentatie is op verzoek toegankelijk voor relevante entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het programma, alsmede voor de Commissie en de Europese Rekenkamer. De in de eerste alinea bedoelde documentatie bevat bewijsmateriaal betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 in de betrokken lidstaat. Artikel 11 Beveiliging van de informatie-uitwisseling Het gebruikte systeem wordt beschermd door middel van afdoende beveiligingsmaatregelen betreffende de classificatie van documenten, de bescherming van informatiesystemen en de bescherming van persoonsgegevens. Deze maatregelen voldoen aan internationale normen en nationale wettelijke voorschriften. De in het eerste lid bedoelde beveiligingsmaatregelen beschermen netwerken en transmissievoorzieningen tijdens de interactie van het systeem met andere modules en systemen. Artikel 12 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 28 juli Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO ( 1 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van , blz. 5). 152

153 L 223/12 NL BIJLAGE I Model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten Nr. Vereiste informatie voor elk financieringsinstrument I. Vermelding van het programma en van de prioriteit of maatregel op grond waarvan de steun uit het ESI-fonds wordt verleend (artikel 46, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 1 Prioritaire assen of maatregelen ter ondersteuning van het financieringsinstrument, inclusief fonds van fondsen, in het kader van het ESI-fondsprogramma 1.1 Referentie (nummer en titel) van elke prioritaire as of maatregel ter ondersteuning van het financieringsinstrument in het kader van het ESI-fondsprogramma 2 Naam van het (de) ESI-fonds(en) ter ondersteuning van het financieringsinstrument in het kader van de prioritaire as of maatregel 3 Thematische doelstelling, als bedoeld in artikel 9, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 die door het financieringsinstrument wordt ondersteund 4 Andere ESI-fondsprogramma's die bijdragen aan het financieringsinstrument leveren 4.1 CCI-nummer van elk ander ESI-fondsprogramma dat bijdragen aan het financieringsinstrument levert II. Beschrijving van het financieringsinstrument en de uitvoeringsregelingen (artikel 46, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 5 Naam van het financieringsinstrument 6 Officieel adres/vestigingsplaats van het financieringsinstrument (naam van het land en de stad) 7 Uitvoeringsregelingen 7.1 Op EU-niveau ingesteld financieringsinstrument onder direct of indirect beheer van de Commissie, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, dat met bijdragen uit ESI-fondsprogramma's wordt ondersteund Naam van het financieringsinstrument op EU-niveau 7.2 Op nationaal, regionaal, transnationaal of grensoverschrijdend niveau ingesteld financieringsinstrument, beheerd door of onder verantwoordelijkheid van de managementautoriteit, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder b), dat met bijdragen uit ESI-fondsprogramma's wordt ondersteund overeenkomstig artikel 38, lid 4, onder a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 1303/ Soort financieringsinstrument 8.1 Op de behoeften afgestemde of aan standaardvoorwaarden beantwoordende financieringsinstrumenten 8.2 Financieringsinstrument georganiseerd via een fonds van fondsen of zonder fonds van fondsen Naam van het fonds van fondsen dat is opgericht om financieringsinstrumenten uit te voeren 9 Soorten producten die door het financieringsinstrument worden geleverd: leningen, microleningen, garanties, investeringen in de vorm van aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal, ander financieel product of andere steun in combinatie met het financieringsinstrument krachtens artikel 37, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/ Beschrijving van het andere financiële product 9.2 Andere steun in combinatie met het financieringsinstrument: subsidie, rentesubsidie of subsidie voor garantievergoedingen krachtens artikel 37, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/

154 NL L 223/13 Nr. Vereiste informatie voor elk financieringsinstrument 10 Rechtsvorm van het financieringsinstrument krachtens artikel 38, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen voor de in artikel 38, lid 1, onder b), bedoelde financieringsinstrumenten): namens de managementautoriteit geopende fiduciaire rekening op naam van de uitvoerende instantie, of afzonderlijk financieel geheel binnen een financiële instelling III. Vermelding van de instantie die het in artikel 38, lid 1, onder a), en artikel 38, lid 4, onder a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financieringsinstrument uitvoert, en van de in artikel 38, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financiële intermediairs (artikel 46, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 11 Instantie die het financieringsinstrument uitvoert 11.1 Soort uitvoerende instantie krachtens artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013: bestaande of nieuw opgerichte rechtspersoon die belast is met de uitvoering van financieringsinstrumenten; de Europese Investeringsbank; het Europees Investeringsfonds; internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is; in een lidstaat gevestigde financiële instelling die onder overheidstoezicht een openbaar belang nastreeft; een publiek- of privaatrechtelijke instantie; managementautoriteit die rechtstreeks uitvoeringstaken verricht (alleen voor leningen en garanties) Naam van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert Officieel adres/vestigingsplaats (land en stad) van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert 12 Procedure voor de selectie van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert: gunning van een overheidsopdracht; andere procedure 12.1 Beschrijving van de andere procedure voor de selectie van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert 13 Datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst met de instantie die het financieringsinstrument uitvoert IV. Naar prioriteit of maatregel uitgesplitst totaalbedrag aan programmabijdragen dat aan het financieringsinstrument is betaald, en gemaakte beheerskosten of betaalde beheersvergoedingen (artikel 46, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 14 Totaalbedrag aan programmabijdragen dat in de financieringsovereenkomst is vastgelegd (in EUR) 14.1 waarvan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) 15 Totaalbedrag aan programmabijdragen dat aan het financieringsinstrument is betaald (in EUR) 15.1 waarvan bedragen aan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) waarvan EFRO (in EUR) waarvan Cohesiefonds (in EUR) waarvan ESF (in EUR) waarvan Elfpo (in EUR) waarvan EFMZV (in EUR) 15.2 waarvan totaalbedrag aan nationale medefinanciering (in EUR) waarvan totaalbedrag aan nationale overheidsfinanciering (in EUR) waarvan totaalbedrag aan nationale private financiering (in EUR) 154

155 L 223/14 NL Nr. Vereiste informatie voor elk financieringsinstrument 16 Totaalbedrag aan programmabijdragen dat in het kader van het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI Youth Employment Initiative) ( 1 ) aan het financieringsinstrument is betaald (in EUR) 17 Totaalbedrag aan beheerskosten en -vergoedingen dat is betaald uit programmabijdragen (in EUR) 17.1 waarvan basisvergoeding (in EUR) 17.2 waarvan prestatiegerelateerde vergoeding (in EUR) 18 Gekapitaliseerde beheerskosten of -vergoedingen krachtens artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) 19 Gekapitaliseerde rentesubsidies of subsidies voor garantievergoedingen krachtens artikel 42, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) 20 Bedrag aan programmabijdragen voor vervolginvesteringen in eindontvangers krachtens artikel 42, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) 21 Bijdragen in de vorm van grond en/of onroerend goed aan het financieringsinstrument krachtens artikel 37, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) V. Naar ESI-fondsprogramma en prioriteit of maatregel uitgesplitst totaalbedrag van de steun die door het financieringsinstrument aan de eindontvangers of ten gunste van de eindontvangers is betaald of in garantiecontracten is vastgelegd voor investeringen in eindontvangers (artikel 46, lid 2, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 22 Naam van elk door het financieringsinstrument aangeboden financieel product 23 Datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst voor het financiële product 24 Totaalbedrag aan programmabijdragen dat is vastgelegd in leningen, garanties, aandelenkapitaal, quasiaandelenkapitaal of andere contracten betreffende financiële producten met eindontvangers (in EUR) 24.1 waarvan totaalbedrag aan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) 25 Totaalbedrag aan programmabijdragen dat via leningen, microleningen, aandelenkapitaal of andere producten aan eindontvangers is betaald of dat, in het geval van garanties, voor leningen aan eindontvangers is vastgelegd, uitgesplitst naar product (in EUR) 25.1 waarvan totaalbedrag aan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) waarvan EFRO (in EUR) waarvan Cohesiefonds (in EUR) waarvan ESF (in EUR) waarvan Elfpo (in EUR) waarvan EFMZV (in EUR) 25.2 waarvan totaalbedrag aan nationale publieke medefinanciering (in EUR) 25.3 waarvan totaalbedrag aan nationale private medefinanciering (in EUR) 26 Totaalbedrag aan leningen dat daadwerkelijk aan eindontvangers is betaald met betrekking tot ondertekende garantiecontracten (in EUR) 27 Aantal met eindontvangers gesloten contracten betreffende leningen/garanties/aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/andere financiële producten, uitgesplitst naar product 155

156 NL L 223/15 Nr. Vereiste informatie voor elk financieringsinstrument 28 Aantal in eindontvangers gedane investeringen in de vorm van leningen/garanties/aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/andere financiële producten, uitgesplitst naar product 29 Aantal door het financiële product ondersteunde eindontvangers 29.1 waarvan grote ondernemingen 29.2 waarvan kmo's waarvan micro-ondernemingen 29.3 waarvan natuurlijke personen 29.4 waarvan andere soort ondersteunde eindontvangers beschrijving van andere soort ondersteunde eindontvangers VI. De prestaties van het financieringsinstrument, met inbegrip van vooruitgang bij het opzetten daarvan en bij de selectie van de instanties voor de uitvoering van het financieringsinstrument (met inbegrip van de instantie die het fonds van fondsen uitvoert) (artikel 46, lid 2, onder f), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 30 Datum van voltooiing van de ex-antebeoordeling 31 Selectie van de instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren 31.1 aantal reeds ingeleide selectieprocedures 31.2 aantal reeds ondertekende financieringsovereenkomsten 32 Informatie over de vraag of het financieringsinstrument aan het eind van het verslagjaar nog steeds operationeel was 32.1 Indien het financieringsinstrument niet operationeel was aan het eind van het verslagjaar, datum van de liquidatie 33 Totaal aantal niet-terugbetaalde uitgekeerde leningen of totaal aantal verstrekte en als gevolg van de wanbetaling opgeëiste garanties 34 Totaalbedrag aan niet-terugbetaalde uitgekeerde leningen (in EUR) of totaalbedrag dat is vastgelegd voor verstrekte en als gevolg van wanbetaling opgeëiste garanties (in EUR) VII. Rente en andere voordelen als gevolg van steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument, programmamiddelen die zijn terugbetaald aan financieringsinstrumenten uit investeringen zoals bedoeld in de artikelen 43 en 44, en de waarde van beleggingen in aandelen met betrekking tot voorgaande jaren (artikel 46, lid 2, onder g) en i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 35 Rente en andere voordelen als gevolg van betalingen uit ESI-fondsen aan het financieringsinstrument (in EUR) 36 Vóór het eind van het verslagjaar aan het financieringsinstrument terugbetaalde bedragen die toe te schrijven zijn aan steun uit ESI-fondsen (in EUR) 36.1 waarvan terugbetalingen van kapitaal (in EUR) 36.2 waarvan voordelen, andere inkomsten en opbrengsten (in EUR) 37 Bedrag aan hergebruikte middelen die aan het financieringsinstrument zijn terugbetaald en aan ESI-fondsen toe te schrijven zijn 37.1 waarvan bedragen die zijn betaald voor preferentiële beloning van private investeerders of publieke investeerders die volgens de regels van de markteconomie werken, en die corresponderende middelen stellen tegenover de steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument of mede-investeren op het niveau van de eindontvanger (in EUR) 156

157 L 223/16 NL Nr. Vereiste informatie voor elk financieringsinstrument 37.2 waarvan bedragen die zijn betaald voor de vergoeding van gemaakte beheerskosten en de betaling van beheersvergoedingen van het financieringsinstrument (in EUR) VIII. Voortgang met het bewerkstelligen van het verwachte hefboomeffect van de door het financieringsinstrument gedane investeringen en waarde van de investeringen en deelnemingen (artikel 46, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 38 Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat door het financieringsinstrument is bijeengebracht (in EUR) 38.1 Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat is vastgelegd in de financieringsovereenkomst met de instantie die het financieringsinstrument uitvoert (in EUR) 38.2 Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat aan het financieringsinstrument is betaald (in EUR) waarvan publieke bijdragen (in EUR) waarvan private bijdragen (in EUR) 38.3 Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat op het niveau van de eindontvangers beschikbaar is gesteld (in EUR) waarvan publieke bijdragen (in EUR) waarvan private bijdragen (in EUR) 39 Verwacht en bewerkstelligd hefboomeffect, onder verwijzing naar de financieringsovereenkomst 39.1 Verwacht hefboomeffect voor lening/garantie/investering in de vorm van aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/ander financieel product, onder verwijzing naar de financieringsovereenkomst, uitgesplitst naar product 39.2 Bewerkstelligd hefboomeffect aan het eind van het verslagjaar voor lening/garantie/investering in de vorm van aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/ander financieel product, uitgesplitst naar product 40 Waarde van investeringen en participaties met betrekking tot voorgaande jaren (in EUR) IX. Bijdrage van het financieringsinstrument tot de verwezenlijking van de indicatoren van de prioriteit of de maatregel (artikel 46, lid 2, onder j), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) 41 Outputindicator (codenummer en naam) waaraan het financieringsinstrument bijdraagt 41.1 Streefwaarde van de outputindicator 41.2 Door het financieringsinstrument bereikte waarde ten opzichte van de streefwaarde van de outputindicator ( 1 ) 6 Dit omvat de specifieke toewijzing voor het YEI en de bijbehorende ESF-steun. 157

158 NL L 223/17 BIJLAGE II Grafische normen voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren SYMBOOLBESCHRIJVING Tegen een azuurblauwe achtergrond vormen twaalf gouden sterren een cirkel, die de eenheid van de Europese volkeren voorstelt. Het aantal sterren is onveranderlijk vastgesteld op twaalf, omdat dit getal het symbool is van volmaaktheid en volledigheid. HERALDISCHE BESCHRIJVING Een cirkel van twaalf vijfpuntige gouden sterren, waarvan de punten elkaar niet raken, tegen een azuurblauwe achtergrond. GEOMETRISCHE BESCHRIJVING Het embleem heeft de vorm van een rechthoek waarvan de lange zijde gelijk is aan anderhalve keer de korte zijde. Twaalf gouden sterren, op regelmatige afstanden geplaatst, vormen een onzichtbare cirkel waarvan het middelpunt op het snijpunt van de diagonalen van de rechthoek ligt. De straal van de cirkel is gelijk aan een derde van de korte zijde van de rechthoek. Elk van de vijfpuntige sterren is in een onzichtbare cirkel gevat, waarvan de straal gelijk is aan 1/18e van de korte zijde van de rechthoek. Alle sterren zijn verticaal geplaatst, d.w.z. dat één punt naar boven is gericht en de twee onderste punten op een onzichtbare lijn rusten die loodrecht op de korte zijde van de rechthoek staat. De sterren bevinden zich op de cirkel zoals de cijfers op de wijzerplaat van een klok. Het aantal sterren blijft onveranderlijk. KLEURENREGEL Het embleem is samengesteld uit de volgende kleuren: PANTONE REFLEX BLUE voor het oppervlak van de rechthoek; PANTONE YELLOW voor de sterren. VIERKLEURENDRUK Bij vierkleurendruk moeten de twee standaardkleuren op basis van de vier beschikbare kleuren worden aangemaakt. Voor het PANTONE YELLOW kan 100 % Process Yellow worden gebruikt. PANTONE REFLEX BLUE wordt verkregen door 100 % Process Cyan te mengen met 80 % Process Magenta. 158

159 L 223/18 NL INTERNET PANTONE REFLEX BLUE komt in het webpalet overeen met de kleur RGB:0/51/153 (hexadecimaal: ) en PANTONE YELLOW met de kleur RGB: 255/204/0 (hexadecimaal: FFCC00). AFDRUK IN ÉÉN KLEUR Wanneer alleen met zwart kan worden gewerkt, worden zwarte sterren tegen een witte achtergrond in een zwart omlijnde rechthoek gezet. Wanneer geen geel beschikbaar is, maar wel blauw (Reflex Blue), worden de sterren in negatief wit op een achtergrond van 100 % Reflex Blue geplaatst. AFDRUK OP GEKLEURDE ACHTERGROND Wanneer een gekleurde achtergrond onvermijdelijk is, moet de rechthoek met een WIT kader worden omgeven waarvan de breedte gelijk is aan 1/25e van de korte zijde van de rechthoek. 159

160 L 271/16 NL UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 964/2014 VAN DE COMMISSIE van 11 september 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft standaardvoorwaarden voor financieringsinstrumenten DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad ( 1 ), en met name artikel 38, lid 3, tweede alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) Met het oog op het vergemakkelijken van het gebruik van op nationaal, regionaal, transnationaal of grensoverschrijdend niveau ingestelde financieringsinstrumenten, beheerd door of onder verantwoordelijkheid van de managementautoriteit, overeenkomstig artikel 38, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, moeten uitvoeringshandelingen inzake standaardvoorwaarden worden vastgesteld voor bepaalde financieringsinstrumenten. Deze standaardvoorwaarden maken deze instrumenten klaar voor gebruik zogenaamde off-theshelf -financieringsinstrumenten. (2) Om het gebruik van financieringsinstrumenten te vergemakkelijken, moeten de standaardvoorwaarden de naleving van staatssteunregels waarborgen en het verlenen van financiële steun van de Unie aan eindontvangers vergemakkelijken door middel van een combinatie van financieringsinstrumenten en subsidies. (3) De standaardvoorwaarden mogen niet toestaan dat aanbieders van financiële diensten, zoals een publieke of private investeerder of een kredietverlener, een beheerder van het financieringsinstrument of een eindontvanger staatssteun ontvangen die onverenigbaar is met de interne markt. In de standaardvoorwaarden moet rekening worden gehouden met de relevante de-minimisverordeningen,zoals Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie ( 2 ) en Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie ( 3 ), Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie ( 4 ), Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie ( 5 ), de richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaal ( 6 ) en de richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014 tot en met 2020 ( 7 ). (4) Gezien het feit dat de staatssteunregels niet van toepassing zijn op agrarische activiteiten die steun ontvangen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, dient de naleving van de standaardvoorwaarden vrijwillig te zijn. Voor andere activiteiten die steun ontvangen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling zijn de algemene staatssteunregels van toepassing en dient de naleving van de standaardvoorwaarden verplicht te zijn. (5) Het is mogelijk dat ondernemingen in de visserijsector, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), profiteren van financieringsinstrumenten die worden gefinancierd door een Europees structuur- en investeringsfonds. Wanneer een dergelijk voordeel wordt gefinancierd door een ander Europees structuur- en investeringsfonds dan het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, moet het totale bedrag aan door de financieringsinstrumenten verleende steun aan alle ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector over een periode van ( 1 ) PB L 347 van , blz ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun(pb L 352 van , blz. 1). ( 3 ) Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PB L 352 van , blz. 9). ( 4 ) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van , blz. 1). ( 5 ) Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van , blz. 1). ( 6 ) Richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen (PB C 19 van , blz. 4). ( 7 ) Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014 tot en met 2020 (PB C 204 van , blz. 1). 160

161 NL L 271/17 drie jaar lager zijn dan het maximum van de jaarlijkse omzet van de visserij-, aquacultuur- en verwerkingsactiviteiten per lidstaat, zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie ( 1 ). Bovendien moet rekening worden gehouden met Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie ( 2 ) en de richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursector ( 3 ). (6) In de standaardvoorwaarden moet ook een minimumpakket aan governancevereisten worden opgenomen, teneinde een goed beheer van de financieringsinstrumenten te waarborgen, om te voorzien in meer gedetailleerde regels dan die welke zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 1303/2013). (7) Ter ondersteuning van de groei van kmo's in een moeilijk financieringsklimaat is een lening met deling van het portefeuillerisico (een risicodelende lening ) een passend financieringsinstrument. De risicodelende lening zorgt voor nieuwe leningen aan kmo's en een vereenvoudigde toegang tot financiering, door financiële intermediairs een financiële bijdrage en een regeling voor het delen van kredietrisico te bieden en zodoende kmo's meer middelen te bieden tegen preferentiële voorwaarden in termen van renteverlaging en/of een verlaging van onderpand. (8) Financiering door middel van de risicodelende lening kan een bijzonder doeltreffende manier zijn om kmo's te ondersteunen in een context van een beperkte beschikbaarheid van financiering of een relatief kleine bereidheid om risico's te nemen bij financiële intermediairs voor bepaalde sectoren of soorten kmo's. In dit verband zijn de standaardvoorwaarden een doeltreffende manier om een dergelijk tekortschieten van de markt aan te pakken. (9) Als stimulans voor financiële intermediairs om de kredietverlening aan kmo's die vallen onder door de Unie gefinancierde garanties uit te breiden, is een geplafonneerde portefeuillegarantie een passend financieringsinstrument. (10) De geplafonneerde portefeuillegarantie moet het bestaande tekort op de schuldenmarkt voor kmo's aanpakken door nieuwe leningen te ondersteunen door middel van het bieden van kredietrisicobescherming (in de vorm van een geplafonneerde portefeuillegarantie voor het eerste verlies), ter verlichting van de specifieke moeilijkheden die kmo's ondervinden bij de toegang tot financiering vanwege onvoldoende beschikbaar onderpand in combinatie met het relatief hoge kredietrisico dat zij vertegenwoordigen. Om het verwachte effect te bereiken, dient de bijdrage van de Unie aan de geplafonneerde portefeuillegarantie echter geen vervanging te zijn van de gelijkwaardige garanties die de respectieve financiële instellingen voor hetzelfde doel ontvangen uit hoofde van bestaande communautaire, nationale en regionale financieringsinstrumenten. In dit verband zijn de standaardvoorwaarden een doeltreffende manier om een dergelijk tekortschieten van de markt aan te pakken. (11) Teneinde een stimulans te bieden voor de mogelijke energiebesparing die voortkomt uit de renovatie van woongebouwen, is een renovatielening een passend financieringsinstrument. (12) De renovatielening moet gericht zijn op gesubsidieerde leningsvoorwaarden op de lange termijn en op rechtstreekse technische ondersteuning en financiering voor eigenaren van woongebouwen voor het voorbereiden en uitvoeren van renovatieprojecten voor gebouwen. Hierbij wordt ook uitgegaan van een financiële markt waarop bancaire intermediairs in wezen de enige bron van financiering zijn, maar deze financiering te beperkt (vanwege de risicobereidheid van de intermediair), voor een te korte termijn, te duur of op andere wijze ongeschikt is voor de lange terugverdientijd van de gefinancierde projecten. Dit, in combinatie met een inefficiënt systeem voor het vaststellen van de nodige werkzaamheden en de uitbesteding hiervan namens de eigenaren van meerdere appartementen, zonder de mogelijkheid uit te sluiten om individuen te ondersteunen, betekent dat de markt niet goed functioneert. In deze context zijn de standaardvoorwaarden een doeltreffende manier om een dergelijk tekortschieten van de markt aan te pakken. (13) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp Bij deze verordening worden de regels vastgesteld met betrekking tot de standaardvoorwaarden voor de volgende financieringsinstrumenten: a) een lening met deling van het portefeuillerisico ( risicodelende lening ); b) een geplafonneerde portefeuillegarantie; c) een renovatielening. ( 1 ) Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van , blz. 45). ( 2 ) Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van , blz. 1). ( 3 ) Richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursector (PB C 84 van , blz. 10). 161

162 L 271/18 NL Artikel 2 Aanvullende voorwaarden De managementautoriteiten kunnen naast de voorwaarden die in de financieringsovereenkomst moeten worden opgenomen ook andere voorwaarden opnemen, overeenkomstig de voorwaarden voor het gekozen financieringsinstrument zoals vastgesteld in deze verordening. Artikel 3 Naleving van de staatssteunregels onder de standaardvoorwaarden 1. Wanneer financieringsinstrumenten worden gecombineerd met subsidies voor technische ondersteuning aan eindontvangers die profiteren van één van de instrumenten, mogen dergelijke subsidies niet meer dan 5 % van de steun uit de ESI-fondsen aan het instrument bedragen en zijn zij onderworpen aan de ex-antebeoordeling voor de rechtvaardiging van dergelijke subsidies, als bedoeld in artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/ Het orgaan dat het financieringsinstrument ten uitvoer legt (hierna de financiële intermediair ), beheert de subsidie voor technische ondersteuning. Activiteiten die vallen onder de beheerskosten en -vergoedingen die worden ontvangen voor het beheer van het financieringsinstrument, vallen niet onder de technische ondersteuning. De uitgaven die vallen onder de technische ondersteuning mogen geen deel uitmaken van de investering die met de lening moet worden gefinancierd uit het desbetreffende financieringsinstrument. Artikel 4 Governance onder de standaardvoorwaarden 1. De managementautoriteit of, indien van toepassing, de beheerder van het dakfonds, is vertegenwoordigd in het toezichtcomité of een gelijksoortige controlestructuur van het financieringsinstrument. 2. De managementautoriteit neemt niet rechtstreeks deel aan afzonderlijke investeringsbeslissingen. In het geval van een dakfonds oefent de managementautoriteit op het niveau van het dakfonds alleen haar toezichthoudende rol uit, zonder inmenging in individuele beslissingen van het dakfonds. 3. Het financieringsinstrument heeft een controlestructuur die het mogelijk maakt op transparante wijze besluiten te nemen met betrekking tot krediet- en risicospreiding, conform de relevante marktpraktijken. 4. De beheerder van het dakfonds en de financiële intermediair hebben een controlestructuur die de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de beheerder van het dakfonds of de financiële intermediair waarborgt. Artikel 5 Financieringsovereenkomst onder de standaardvoorwaarden 1. De managementautoriteit sluit schriftelijk een financieringsovereenkomst voor de programmabijdragen voor het financieringsinstrument die de voorwaarden bevat overeenkomstig bijlage I. 2. De financieringsovereenkomst bevat als bijlagen: a) de ex-antebeoordeling vereist uit hoofde van artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 die het financieringsinstrument rechtvaardigt; b) het bedrijfsplan van het financieringsinstrument, met inbegrip van de investeringsstrategie en een beschrijving van het investerings-, garantie- of kredietbeleid; c) de beschrijving van het instrument, die moet worden afgestemd op de gedetailleerde standaardvoorwaarden van het instrument en waarin de financiële parameters van de financieringsinstrumenten moeten worden vastgesteld; d) modellen voor het toezicht en de verslaglegging. 162

163 NL L 271/19 Artikel 6 Risicodelende lening 1. De risicodelende lening heeft de vorm van een leningenfonds dat wordt opgezet door een financiële intermediair met een bijdrage uit het programma en een bijdrage van de financiële intermediair van ten minste 25 % van het leningenfonds. Het leningenfonds financiert een portefeuille van nieuw verstrekte leningen, met uitsluiting van de herfinanciering van bestaande leningen. 2. De risicodelende lening voldoet aan de voorwaarden van bijlage II. Artikel 7 Geplafonneerde portefeuillegarantie 1. De geplafonneerde portefeuillegarantie voorziet in de dekking van kredietrisico's voor afzonderlijke leningen tot een garantiepercentage van maximaal 80 %, om een portefeuille van nieuwe leningen voor kleine en middelgrote ondernemingen te creëren tot een maximaal verliesbedrag dat is vastgesteld op basis van het percentage van de garantielimiet, dat niet meer dan 25 % van het risico op portefeuilleniveau bedraagt. 2. De geplafonneerde portefeuillegarantie voldoet aan de voorwaarden van bijlage III. Artikel 8 Renovatielening 1. De renovatielening heeft de vorm van een leningenfonds dat wordt opgezet door een financiële intermediair met een bijdrage uit het programma en een bijdrage van de financiële intermediair van ten minste 15 % van het leningenfonds. Het leningenfonds financiert een portefeuille van nieuw verstrekte leningen, met uitsluiting van de herfinanciering van bestaande leningen. 2. Eindontvangers kunnen natuurlijke personen, rechtspersonen of onafhankelijke beroepsbeoefenaren zijn die gebouwen bezitten, alsook beheerders of andere rechtspersonen die namens en ten behoeve van de eigenaren optreden, die maatregelen met betrekking tot energie-efficiëntie of hernieuwbare energie uitvoeren die in aanmerking komen voor financiering uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en programmasteun. 3. De renovatielening voldoet aan de voorwaarden van bijlage IV. Artikel 9 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 11 september Voor de Commissie De voorzitter José Manuel BARROSO 163

164 L 271/20 NL BIJLAGE I Geannoteerde inhoudsopgave van een financieringsovereenkomst tussen een managementautoriteit en een financiële intermediair Inhoudsopgave: 1. Preambule 2. Definities 3. Toepassingsgebied en doel 4. Beleidsdoelstellingen en ex-antebeoordeling 5. Eindontvangers 6. Financieel voordeel en staatssteun 7. Investerings-, garantie- of kredietbeleid 8. Activiteiten en werkzaamheden 9. Beoogde resultaten 10. Rol en aansprakelijkheid van de financiële intermediair: risico- en opbrengstendeling 11. Beheer en controle van het financieringsinstrument 12. Programmabijdrage 13. Betalingen 14. Beheer van de rekeningen 15. Administratieve kosten 16. Duur en de subsidiabiliteit van de uitgaven bij afsluiting 17. Hergebruik van middelen die zijn betaald door de managementautoriteit (met inbegrip van geboekte rente) 18. Kapitalisatie van rentesubsidies, subsidies voor garantievergoedingen (indien van toepassing) 19. Beheer van het financieringsinstrument 20. Belangenconflicten 21. Verslaglegging en toezicht 22. Evaluatie 23. Zichtbaarheid en transparantie 24. Exclusiviteit 25. Beslechting van geschillen 26. Vertrouwelijkheid 27. Wijziging van de overeenkomst en overdracht van rechten en verplichtingen 164

165 NL L 271/21 1. PREAMBULE Naam van het land/de regio Aanwijzing van de managementautoriteit Gemeenschappelijke identificatiecode (CCI) nr. van het programma Titel van het desbetreffende programma Relevant deel van het programma dat betrekking heeft op het financieringsinstrument Naam van het Europese structuur- en investeringsfonds Vaststelling van de prioritaire as Regio's waarin het financieringsinstrument zal worden uitgevoerd (NUTS-niveau of andere code) Aan het financieringsinstrument door de managementautoriteit toegewezen bedrag Bedrag uit de ESI-fondsen Bedrag uit de nationale publieke bijdrage (publieke programmabijdrage) Bedrag uit de nationale private bijdrage (private programmabijdrage) Bedrag uit de nationale publieke en private bijdrage buiten de programmabijdrage Verwachte begindatum van het financieringsinstrument Verwachte einddatum van het financieringsinstrument Contactinformatie voor communicatie tussen de partijen Doel van de overeenkomst 2. DEFINITIES 3. TOEPASSINGSGEBIED EN DOEL De beschrijving van het financieringsinstrument, met inbegrip van de investeringsstrategie of het investeringsbeleid en het soort steun dat zal worden verleend. 4. BELEIDSDOELSTELLINGEN EN EX-ANTEBEOORDELING De subsidiabiliteitscriteria voor financiële intermediairs, indien van toepassing, alsmede aanvullende operationele voorschriften ter omzetting van de beleidsdoelstellingen van het instrument, de aan te bieden financiële producten, de beoogde eindontvangers en de beoogde combinatie met subsidies. 5. EINDONTVANGERS Identificatie en subsidiabiliteit van de eindontvangers (doelgroep) van het financieringsinstrument. 6. FINANCIEEL VOORDEEL EN STAATSSTEUN Evaluatie van het financiële voordeel als gevolg van de overheidsbijdrage aan het programma en de aanpassing aan de staatssteunregels. 7. INVESTERINGS-, GARANTIE- OF KREDIETBELEID Bepalingen met betrekking tot het investerings-, garantie- of kredietbeleid, met name met betrekking tot de diversificatie van de portefeuille (risico, sector, geografische gebieden, omvang) en de bestaande portefeuille van de financiële intermediair. 165

166 L 271/22 NL ACTIVITEITEN EN WERKZAAMHEDEN Bedrijfsplan of gelijkwaardige documenten ter uitvoering van het financieringsinstrument, met inbegrip van het verwachte hefboomeffect als bedoeld in artikel 37, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Definitie van subsidiabele activiteiten. Een duidelijke definitie van de toegewezen activiteiten en de beperkingen ervan, met name met betrekking tot de wijziging van de activiteiten en het portefeuillebeheer (verliezen en wanbetalingen en de terugvorderingsprocedure). 9. BEOOGDE RESULTATEN Definitie van de activiteiten, de resultaten en impactindicatoren die verband houden met de nulmeting en de verwachte doelstellingen. De beoogde resultaten die het financieringsinstrument naar verwachting zal behalen als bijdrage aan de specifieke doelstellingen en resultaten van de desbetreffende prioriteit of maatregel. Lijst van indicatoren, overeenkomstig het operationeel programma en artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1303/ ROL EN AANSPRAKELIJKHEID VAN DE FINANCIËLE INTERMEDIAIR: RISICO- EN OPBRENGSTENDELING Identificatie en bepalingen inzake de aansprakelijkheid van de financiële intermediair en andere entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van het financieringsinstrument. Toelichting op de risicowaardering en risico- en winstdeling van de verschillende partijen. Bepalingen in overeenstemming met artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie ( 1 ) met betrekking tot de rol, de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de organen die de financieringsinstrumenten ten uitvoer leggen. 11. BEHEER EN CONTROLE VAN HET FINANCIERINGSINSTRUMENT Relevante bepalingen in overeenstemming met artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met betrekking tot het beheer en de controle van financieringsinstrumenten. Bepalingen betreffende auditvoorschriften, zoals de minimumeisen inzake de documentatie die op het niveau van de financiële intermediair (en in voorkomend geval het dakfonds) moet worden bijgehouden, en (in voorkomend geval) eisen inzake het voeren van een aparte administratie voor de verschillende steunvormen in overeenstemming met artikel 37, leden 7 en 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, met inbegrip van regels en voorschriften betreffende de toegang tot documenten door auditautoriteiten van de lidstaten, door controleurs van de Commissie en door de Rekenkamer, om in overeenstemming met artikel 40 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 een duidelijk controletraject te waarborgen. Bepalingen voor de auditautoriteiten om te voldoen aan de instructies in verband met de auditmethode, de controlelijst en de beschikbaarheid van documenten. 12. PROGRAMMABIJDRAGE Bepalingen in overeenstemming met artikel 38, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende de modaliteiten voor de overdracht en het beheer van de programmabijdragen. In voorkomend geval bepalingen inzake een kader van voorwaarden voor de bijdragen van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het toekomstige Fonds voor maritieme zaken en visserij. 13. BETALINGEN Voorschriften en procedures voor het beheer van betalingen in tranches, met inachtneming van de maxima van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, alsook voor het verwachte investeringsaanbod. Voorwaarden voor een eventuele intrekking van de publieke programmabijdrage aan het financieringsinstrument. ( 1 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van , blz. 5). 166

167 NL L 271/23 Voorschriften met betrekking tot welke ondersteunende documenten vereist zijn om de betalingen van de managementautoriteit aan de financiële intermediair te rechtvaardigen. Voorwaarden waaronder de betalingen van de managementautoriteit aan de financiële intermediair moeten worden opgeschort of onderbroken. 14. BEHEER VAN DE REKENINGEN Gedetailleerde gegevens van de rekeningen, indien van toepassing met inbegrip van voorschriften inzake fiduciaire of afzonderlijke boekhouding overeenkomstig artikel 38, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bepalingen waarin wordt toegelicht hoe de rekening van het financieringsinstrument wordt beheerd. Met inbegrip van voorwaarden voor het gebruik van bankrekeningen: tegenpartijrisico's (indien van toepassing), aanvaardbare kastransacties, de taken van de betrokken partijen, corrigerende maatregelen in het geval van grote saldi op fiduciaire rekeningen, boekhouding en verslaglegging. 15. ADMINISTRATIEVE KOSTEN Bepalingen inzake de beloning van de financiële intermediair, inzake de berekening en betaling van beheerskosten en -vergoedingen aan de financiële intermediair in overeenstemming met de artikelen 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014. In de bepaling moeten de toepasselijke percentagelimiet en de referentiebedragen voor de berekening worden opgenomen. 16. DUUR EN SUBSIDIABILITEIT VAN DE UITGAVEN BIJ AFSLUITING De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. De datums voor het vaststellen van de uitvoeringstermijn van het financieringsinstrument en de subsidiabiliteitsperiode. Bepalingen inzake de mogelijkheid van verlenging en de beëindiging van de publieke programmabijdrage aan de financiële intermediair voor het financieringsinstrument, met inbegrip van de voorwaarden voor de vroegtijdige beëindiging of de intrekking van de programmabijdragen, exitstrategieën en de afwikkeling van financieringsinstrumenten (met inbegrip van het dakfonds, indien van toepassing). Bepalingen met betrekking tot de subsidiabele uitgaven bij afsluiting van een programma overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) nr. 1303/ HERGEBRUIK VAN MIDDELEN DIE ZIJN BETAALD DOOR DE MANAGEMENTAUTORITEIT (MET INBEGRIP VAN GEBOEKTE RENTE) Bepalingen inzake hergebruik van middelen die zijn betaald door de managementautoriteit. Voorschriften en procedures voor het beheer van rente en andere voordelen die aan de steun van de ESI-fondsen kunnen worden toegeschreven overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bepalingen betreffende het hergebruik van middelen die aan de steun van de ESI-fondsen kunnen worden toegeschreven tot de subsidiabiliteitsperiode is verstreken overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bepalingen betreffende het hergebruik van middelen die aan de steun van de ESI-fondsen kunnen worden toegeschreven na het verstrijken van de subsidiabiliteitsperiode overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1303/ KAPITALISATIE VAN RENTESUBSIDIES, SUBSIDIES VOOR GARANTIEVERGOEDINGEN (INDIEN VAN TOEPASSING) Bepalingen in overeenstemming met artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014, als bedoeld in artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot de kapitalisatie van de jaartranches van de rentesubsidies en de subsidies voor garantievergoedingen. 19. BEHEER VAN HET FINANCIERINGSINSTRUMENT Bepalingen waarin een passende controlestructuur voor het financieringsinstrument wordt beschreven om ervoor te zorgen dat beslissingen met betrekking tot leningen/garanties/investeringen, afstotingen en risicospreiding worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften en marktnormen. Bepalingen inzake de beleggingsraad van het financieringsinstrument (rol, onafhankelijkheid, criteria). 167

168 L 271/24 NL BELANGENCONFLICTEN Er moeten duidelijke procedures worden vastgesteld om belangenconflicten aan te pakken. 21. VERSLAGLEGGING EN TOEZICHT Bepalingen inzake de voortgangsbewaking van de investeringen en het investeringsaanbod, met inbegrip van verslaglegging door de financiële intermediair aan het dakfonds en/of de managementautoriteit om de naleving van artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en de regels inzake staatssteun te waarborgen. Voorschriften inzake de verslaglegging aan de managementautoriteit over hoe de taken worden uitgevoerd, de verslaglegging over resultaten en onregelmatigheden en de getroffen corrigerende maatregelen. 22. EVALUATIE Voorwaarden en regelingen voor de evaluatie van het financieringsinstrument. 23. ZICHTBAARHEID EN TRANSPARANTIE Bepalingen inzake de zichtbaarheid van de financiering door de Unie in overeenstemming met bijlage XII bij Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bepalingen die de toegang tot informatie voor eindontvangers waarborgen. 24. EXCLUSIVITEIT Bepalingen waarin wordt vastgesteld onder welke voorwaarden de beheerder van het dakfonds of de financiële intermediair een nieuw investeringsvehikel mag starten. 25. BESLECHTING VAN GESCHILLEN Bepalingen betreffende de beslechting van geschillen. 26. VERTROUWELIJKHEID Bepalingen waarin wordt vastgesteld welke elementen van het financieringsinstrument vallen onder de vertrouwelijkheidsbedingen. Alle overige informatie moet als openbaar worden beschouwd. Verplichtingen inzake vertrouwelijkheid die in het kader van deze overeenkomst zijn aangegaan, vormen geen beletsel voor een deugdelijke verslaglegging aan de investeerders, met inbegrip van die investeerders die publieke middelen verstrekken. 27. WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN OVERDRACHT VAN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Bepalingen waarin de omvang en de voorwaarden voor eventuele wijziging en beëindiging van de overeenkomst zijn vastgesteld. Bepalingen die de financiële intermediair verbieden rechten of verplichtingen over te dragen zonder voorafgaande goedkeuring door de managementautoriteit. BIJLAGE A: BIJLAGE B: BIJLAGE C: De ex-antebeoordeling vereist uit hoofde van artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 die het financieringsinstrument rechtvaardigt. Het bedrijfsplan van het financieringsinstrument, met inbegrip van de investeringsstrategie en een beschrijving van het investerings-, garantie- of kredietbeleid. De beschrijving van het instrument, die moet worden afgestemd op de gedetailleerde standaardvoorwaarden van het instrument en waarin de financiële parameters van de financieringsinstrumenten moeten worden vastgesteld. BIJLAGE D: Modellen voor het toezicht en de verslaglegging. 168

169 NL L 271/25 BIJLAGE II Leningen voor kleine en middelgrote ondernemingen op basis van een leningmodel met portefeuillerisicodeling (risicodelende lening) Schematische voorstelling van het principe van een risicodelende lening Structuur van het financieringsinstrument Doel van het instrument De risicodelende lening (risicodelende lening of financieringsinstrument) heeft de vorm van een leningenfonds dat wordt opgezet door een financiële intermediair met bijdragen uit het programma en van de financiële intermediair om een portefeuille van nieuwe leningen te financieren, met uitsluiting van de herfinanciering van bestaande leningen. De risicodelende lening wordt verstrekt in het kader van een actie die deel uitmaakt van de prioritaire as, zoals omschreven in het programma dat wordt medegefinancierd door het desbetreffende ESI-fonds en zoals bedoeld in het kader van de ex-antebeoordeling die vereist is uit hoofde van artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Het doel van het instrument is: 1. het combineren van middelen uit het ESIF-programma en van de financiële intermediair ter ondersteuning van de financiering van kmo's, als bedoeld in artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, en 2. het zorgen voor gemakkelijkere toegang voor kmo's tot financiering, door financiële intermediairs een financiële bijdrage en een regeling voor het delen van kredietrisico te bieden en zodoende kmo's meer middelen te bieden tegen preferentiële voorwaarden in termen van renteverlaging en, indien relevant, een verlaging van onderpand. Het is niet de bedoeling dat de bijdrage uit het ESIF-programma aan de financiële intermediair andere door particuliere of publieke investeerders beschikbaar gestelde financiering verdringt. Het ESIF-programma verstrekt financiering aan de financiële intermediair teneinde een portefeuille van nieuwe leningen aan kmo's op te bouwen en tegelijkertijd te delen in de verliezen/wanbetalingen en terugvorderingen in verband met de kmo-leningen in deze portefeuille per afzonderlijke lening en in verhouding tot de programmabijdrage aan het instrument. In het geval van een structuur van een dakfonds draagt het dakfonds de bijdrage uit het ESIF-programma over aan de financiële intermediair. Naast de bijdrage uit het ESIF-programma kan het dakfonds eigen middelen bijdragen die worden gecombineerd met de middelen van de financiële intermediair. In dit geval neemt het dakfonds een evenredig deel van de risicodeling tussen de verschillende bijdragen in de leningenportefeuille voor zijn rekening. Staatssteunregels moeten worden nageleefd wanneer de middelen die door het dakfonds worden bijgedragen staatsmiddelen zijn. 169

170 L 271/26 NL Gevolgen van staatssteun De risicodelende lening wordt ontworpen als een staatssteun-vrij instrument, d.w.z. een marktconforme vergoeding voor de financiële intermediair, een volledige doorberekening van financiële voordelen door de financiële intermediair aan de eindontvangers en de toepassing van de de-minimisverordening op de verstrekte financiering aan de eindontvangers. a) Steun op het niveau van de financiële intermediair en het dakfonds is uitgesloten wanneer: 1. de financiële intermediair en de managementautoriteit of het dakfonds op enig moment de verliezen en voordelen in verhouding met hun bijdragen (pro rata) dragen en er sprake is van een economisch significante deelname van de financiële intermediair aan risicodelende leningen, en 2. de vergoeding (d.w.z. de beheerskosten en/of -vergoedingen) van de financiële intermediair en het dakfonds de vergoedingen op de markt op dat moment in vergelijkbare situaties weerspiegelt, wat het geval is wanneer laatstgenoemde is geselecteerd middels een open, transparante, niet-discriminerende en objectieve selectieprocedure of wanneer de vergoeding in overeenstemming is met de artikelen 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 en geen andere voordelen door de staat worden toegekend. Wanneer het dakfonds alleen de bijdrage uit het ESI-fonds overdraagt aan de financiële intermediair en een taak van algemeen belang vervult en geen commerciële activiteit verricht bij de uitvoering van de actie en niet medefinanciert met eigen middelen en derhalve niet als ontvanger van steun wordt beschouwd is het voldoende dat het dakfonds niet wordt overgecompenseerd, en 3. het financiële voordeel van de publieke programmabijdrage aan het instrument volledig wordt doorberekend aan de eindontvangers in de vorm van een renteverlaging. Bij het selecteren van de financiële intermediair beoordeelt de managementautoriteit, in overeenstemming met artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014, het prijsbeleid en de methode voor het doorberekenen van het financiële voordeel aan de eindontvangers. Wanneer de financiële intermediair niet alle financiële voordelen doorberekent aan de eindontvangers, wordt de niet-betaalde publieke bijdrage weer overgedragen aan de managementautoriteit. b) Op het niveau van kmo's: Op het niveau van kmo's is de lening in overeenstemming met de de-minimisvoorschriften. Voor elke lening die is opgenomen in de portefeuille berekent de financiële intermediair het BSE met behulp van de volgende berekeningsmethode: Berekening van het BSE = nominale bedrag van de lening (EUR) (financieringskosten (standaardpraktijk) + risicokosten (standaardpraktijk) vergoedingen in rekening gebracht door de managementautoriteit over de programmabijdrage aan de financiële intermediair) gewogen gemiddelde looptijd van de lening (in jaren) risicodelingstarief. Wanneer het BSE wordt berekend aan de hand van de bovenstaande formule voor risicodelende leningen, wordt aan de vereiste als bedoeld in artikel 4 van de de-minimisverordening ( 1 ) geacht te zijn voldaan. Er is geen minimumvereiste voor onderpand. Een toetsingsmechanisme zorgt ervoor dat het BSE dat is berekend met de bovenstaande formule niet lager is dan het BSE dat is berekend overeenkomstig artikel 4, lid 3, onder c), van de de-minimisverordening. Het totale steunbedrag berekend op basis van het BSE mag niet meer dan EUR bedragen over een fiscale periode van drie jaar, rekening houdend met de regels inzake cumulering voor eindontvangers van de de-minimisverordening. Subsidies voor technische ondersteuning of andere subsidies verstrekt aan de eindontvanger worden gecumuleerd met het berekende BSE. Met betrekking tot kmo's in de visserij- en aquacultuursector, voldoet de steun aan de relevante voorschriften van de de-minimisverordening voor de visserijsector. Voor activiteiten die worden ondersteund door het Elfpo zijn algemene regels van toepassing. 170

171 NL L 271/27 Beleid inzake kredietverschaffing a) Uitbetaling door de managementautoriteit of het dakfonds aan de financiële intermediair: Na ondertekening van een financieringsovereenkomst tussen de managementautoriteit en het dakfonds of de financiële intermediair draagt de desbetreffende managementautoriteit de publieke programmabijdragen over aan het dakfonds of de financiële intermediair die dergelijke bijdragen in een speciaal fonds voor risicodelende leningen stort. De overdracht vindt plaats in tranches met inachtneming van de maxima van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. De beoogde totale omvang van de kredietverlening en het rente-interval worden bevestigd in het kader van de ex-antebeoordeling overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en worden in aanmerking genomen bij de vaststelling van de aard van het instrument (roterend of niet-roterend instrument). b) Ontstaan van een portefeuille van nieuwe leningen: De financiële intermediair is verplicht binnen een vooraf bepaalde beperkte periode een portefeuille van nieuwe subsidiabele leningen te initiëren naast zijn huidige leningactiviteiten, deels gefinancierd met de verstrekte middelen uit het programma, tegen het in de financieringsovereenkomst overeengekomen percentage van risicodeling. Subsidiabele leningen voor kmo's (op basis van vooraf vastgestelde subsidiabiliteitscriteria op het niveau van afzonderlijke leningen en de portefeuille) worden automatisch opgenomen in de portefeuille door ten minste ieder kwartaal mededelingen inzake opname in te dienen. De financiële intermediair voert een consistent kredietbeleid uit, met name met betrekking tot de diversificatie van de portefeuille, waardoor een goed beheer van de portefeuille en risicospreiding mogelijk is, terwijl tegelijkertijd wordt voldaan aan de toepasselijke normen van de financiële sector en het beleid afgestemd blijft op de financiële belangen en beleidsdoelstellingen van de managementautoriteit. De identificatie, selectie, due diligence, documentatie en uitbetaling van de leningen aan de eindontvangers worden door de financiële intermediair verricht overeenkomstig zijn standaardprocedures en in overeenstemming met de beginselen van de desbetreffende financieringsovereenkomst. c) Hergebruik van middelen terugbetaald aan het financieringsinstrument: Middelen die zijn terugbetaald aan het financieringsinstrument worden hergebruikt in het kader van hetzelfde financieringsinstrument (roterend binnen hetzelfde financieringsinstrument) of worden, na terugbetaling aan de managementautoriteit of het dakfonds, gebruikt overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Wanneer de middelen roteren binnen hetzelfde financieringsinstrument worden de bedragen die kunnen worden toegeschreven aan de steun uit de ESI-fondsen en de bedragen die binnen het tijdskader voor investeringen zijn terugbetaald en/of teruggevorderd door de financiële intermediair uit leningen aan eindontvangers, in principe beschikbaar gesteld voor hergebruik binnen hetzelfde financieringsinstrument. Deze rotatiebenadering zoals bedoeld in de artikelen 44 en 45 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt opgenomen in de financieringsovereenkomst. Indien de managementautoriteit of het dakfonds rechtstreeks wordt terugbetaald, vindt de terugbetaling regelmatig plaats en weerspiegelt deze i) de aflossingen op de hoofdsom (op pro ratabasis op basis van het percentage voor risicodeling), ii) de teruggevorderde bedragen en de aftrek van verliezen (op basis van het percentage voor risicodeling) van de kmo-leningen en iii) eventuele rentebetalingen. Deze middelen moeten worden gebruikt overeenkomstig de artikelen 44 en 45 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. d) Alsnog geïnde bedragen: De financiële intermediair onderneemt stappen voor terugvordering met betrekking tot elke niet (volledig) terugbetaalde kmo-lening gefinancierd door het financieringsinstrument, overeenkomstig de interne richtsnoeren en procedures. De door de financiële intermediair teruggevorderde en geïnde bedragen (na aftrek van de kosten voor terugvordering en executie, indien van toepassing) worden evenredig aan de risicodeling tussen de financiële intermediair en de managementautoriteit toegewezen. e) Overige: Rente en andere voordelen als gevolg van steun uit de ESI-fondsen aan financieringsinstrumenten worden gebruikt overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1303/

172 L 271/28 NL Prijsbeleid Bij het voorstellen van de prijzen legt de financiële intermediair een prijsbeleid en de methode om te zorgen voor de volledige doorberekening van het financieel voordeel van de publieke programmabijdrage aan de in aanmerking komende kmo's voor. Het prijsbeleid en de methode omvatten de volgende elementen: 1. de rente op de deelname van de financiële intermediair wordt vastgesteld op basis van de marktprijs (d.w.z. volgens het eigen beleid van de financiële intermediair); 2. de totale rente op leningen aan de in aanmerking komende kmo's die zijn opgenomen in de portefeuille moet proportioneel worden verlaagd tot het niveau van de toewijzing uit de publieke programmabijdrage. bij deze vermindering wordt rekening gehouden met de vergoedingen die de managementautoriteit in rekening kan brengen op de programmabijdrage; 3. de BSE-berekening zoals beschreven in het onderdeel over staatssteun, wordt toegepast voor elke lening die is opgenomen in de portefeuille; 4. het prijsbeleid en de methode blijven constant tijdens de subsidiabiliteitsperiode. Programmabijdrage aan het financieringsinstrument: bedrag en percentage (productgegevens) Het daadwerkelijke percentage van risicodeling, de publieke programmabijdrage en de rente op leningen worden gebaseerd op de resultaten van de ex-antebeoordeling, en zijn zodanig dat ervoor wordt gezorgd dat het voordeel voor de eindontvangers in overeenstemming is met de de-minimisregel. De omvang van de beoogde portefeuille van risicodelende leningen wordt bevestigd in het kader van de ex-antebeoordeling die de steun aan het financieringsinstrument rechtvaardigt (artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013), en houdt rekening met de rotatiebenadering van het instrument (indien van toepassing). De samenstelling van de beoogde portefeuille van leningen wordt zodanig vastgesteld dat de spreiding van de risico's wordt gewaarborgd. De risicodelende lening en het percentage van risicodeling moeten worden vastgesteld om de kloof te dichten die bij de ex-antebeoordeling is geëvalueerd en moeten in ieder geval voldoen aan de voorwaarden van deze lijst. Het percentage van risicodeling dat is overeengekomen met de financiële intermediair bepaalt voor elke subsidiabele lening die in de portefeuille is opgenomen het deel van de hoofdsom van de subsidiabele lening dat door het programma wordt gefinancierd. Het percentage van risicodeling dat met de financiële intermediair is overeengekomen, bepaalt de blootstelling aan verliezen die door de financiële intermediair en uit de programmabijdrage moeten worden gedekt. Programmabijdrage aan het financieringsinstrument (activiteiten) De portefeuille die door het instrument voor risicodelende leningen wordt gefinancierd omvat alleen nieuwe leningen aan kmo's, met uitsluiting van de herfinanciering van bestaande leningen. De criteria voor opneming in de portefeuille worden bepaald overeenkomstig de EU-wetgeving (bv. Verordening (EU) nr. 1303/2013 en de fondsspecifieke voorschriften), programmavoorschriften en nationale bepalingen inzake subsidiabiliteit en met de financiële intermediair, met als doel het bereiken van een groot aantal eindontvangers en het zorgen voor voldoende diversificatie van de portefeuille. De financiële intermediair dient over een redelijke inschatting van het risicoprofiel van de portefeuille te beschikken. Deze criteria weerspiegelen de marktomstandigheden en -praktijken in de desbetreffende lidstaat of regio. Aansprakelijkheid van de managementautoriteit De aansprakelijkheid van de managementautoriteit met betrekking tot het financieringsinstrument is zoals omschreven in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014. De verliezen die worden gedekt zijn verschuldigde hoofdsommen, te betalen en uitstaande rente en standaardrente (met uitzondering van boeten voor te late betalingen en andere kosten en uitgaven). Tijdsduur De leenperiode van het financieringsinstrument wordt zodanig vastgesteld dat de programmabijdrage, als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, wordt gebruikt voor leningen die voor 31 december 2023 worden uitbetaald aan eindontvangers. Er wordt aanbevolen dat de typische duur van het creëren van de portefeuille wordt vastgesteld op maximaal vier jaar vanaf de datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst (tussen de managementautoriteit of het dakfonds en de financiële intermediair). 172

173 NL L 271/29 Kredietverlening en risicodeling op het niveau van de financiële intermediair (afstemming van de belangen) In aanmerking komende financiële intermediairs Subsidiabiliteit van de eindontvangers Kenmerken van het product voor eindontvangers De afstemming van de belangen tussen de managementautoriteit en de financiële intermediair wordt als volgt bereikt: prestatievergoedingen als bedoeld in de artikelen 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014; naast de programmabijdrage draagt de financiële intermediair onder plaatselijke marktvoorwaarden bij aan de financiering van ten minste 25 % van de totale financieringsverbintenis voor leningen aan kmo's in het kader van het instrument voor risicodelende leningen; de gevolgen van verliezen en terugvorderingen voor de financiële intermediair en voor de managementautoriteit zijn pro rata, binnen het kader van hun respectieve aansprakelijkheid overeenkomstig het percentage van risicodeling. Het verwachte percentage van risicodeling wordt vastgesteld op basis van de resultaten van de ex-antebeoordeling die de steun voor het financieringsinstrument rechtvaardigt. Publieke en particuliere organen gevestigd in een lidstaat die wettelijk bevoegd zijn om leningen aan bedrijven te verstrekken die actief zijn binnen de jurisdictie van het programma dat een bijdrage levert aan het financieringsinstrument. Dergelijke instanties zijn financiële instellingen en, in voorkomend geval, microfinancieringsinstellingen of andere instellingen die bevoegd zijn om leningen te verstrekken. De eindontvangers zijn subsidiabel uit hoofde van de EU- en nationale wetgeving, het desbetreffende programma en de financieringsovereenkomst. Aan de volgende subsidiabiliteitscriteria moet worden voldaan op de datum van ondertekening van de lening: a. de eindontvanger is een micro-, kleine of middelgrote onderneming ( kmo (met inbegrip van de individuele ondernemers/zelfstandigen)) zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie ( 2 ) ( 3 ); b. de eindontvanger is geen kmo die actief is in de sectoren zoals bedoeld onder de punten d) tot en met f) van artikel 1 van de de-minimisverordening; c. de eindontvanger maakt geen deel uit van een of meer sectoren waarvoor beperkingen gelden ( 4 ); d. de eindontvanger is geen onderneming die in moeilijkheden verkeert, zoals bedoeld in de staatssteunregels; e. de eindontvanger heeft geen achterstallige betalingen openstaan en is geen wanbetaler ten aanzien van andere leningen of leases verstrekt door de financiële intermediair of een andere financiële instelling overeenkomstig gedane controles in overeenstemming met de interne richtsnoeren van de financiële intermediair en het standaardkredietbeleid. Bovendien moeten eindontvangers op het tijdstip van de investering en tijdens de terugbetaling van de lening een statutaire zetel hebben in een lidstaat en moeten hun economische activiteiten waarvoor de lening is verstrekt, plaatsvinden in de desbetreffende lidstaat en regio/jurisdictie van het ESIF-programma. De financiële intermediair verstrekt leningen aan de eindontvangers die bijdragen aan de doelstelling van het programma en die worden medegefinancierd door het programma in het kader van het instrument voor risicodelende leningen. De voorwaarden van deze leningen worden gebaseerd op de ex-antebeoordeling, zoals bedoeld in artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. De leningen worden uitsluitend gebruikt voor de volgende toegestane doeleinden: a. investeringen in materiële en immateriële activa, met inbegrip van de overdracht van eigendomsrechten van ondernemingen, mits een dergelijke overdracht plaatsvindt tussen onafhankelijke investeerders; b. werkkapitaal dat verband houdt met ontwikkelings- of uitbreidingsactiviteiten die aanvullend zijn op (en verband houden met) activiteiten als bedoeld onder a) hierboven (en waarvan de aanvullende aard onder andere wordt aangetoond in het bedrijfsplan van de kmo en door de hoogte van de financiering). Aan de volgende subsidiabiliteitscriteria moet te allen tijde worden voldaan door leningen die zijn opgenomen in de portefeuille: c. de leningen zijn nieuwe leningen, met uitsluiting van herfinanciering van bestaande leningen; d. de hoofdsom van een lening die is opgenomen in de kredietportefeuille van risicodelende leningen i) bedraagt tot EUR op basis van de ex-antebeoordeling en ii) wordt onder zodanige voorwaarden verstrekt dat het BSE ten aanzien van elke eindontvanger het maximum van EUR niet overschrijdt (of EUR in het goederenvervoer over de weg en EUR in de visserij- en aquacultuursector) over een periode van drie boekjaren; in aanmerking komende kmo's kunnen meerdere malen een lening aanvragen die wordt toegewezen in het kader van dit financieringsinstrument, mits het bovengenoemde BSE-maximum volledig in acht wordt genomen; 173

174 L 271/30 NL Verslaglegging en beoogde resultaten Evaluatie van het economische voordeel van de programmabijdrage e. de leningen worden verstrekt voor de financiering van een of meer van de toegestane doeleinden in euro en/of de nationale valuta van de desbetreffende jurisdictie en, in voorkomend geval, in een andere valuta; f. de leningen vinden niet plaats in de vorm van mezzanineleningen, achtergestelde schuld of quasi-aandelenkapitaal; g. de leningen zijn geen doorlopende kredieten; h. de leningen hebben een aflossingsschema, met inbegrip van regelmatige afschrijvingen en/of ballonaflossingen; i. de leningen financieren geen zuiver financiële activiteiten of de ontwikkeling van vastgoed, wanneer deze als financiële investering wordt uitgevoerd, en financieren niet de verlening van consumentenfinancieringsdiensten; j. de leningen hebben een minimale looptijd van twaalf maanden, met inbegrip van de relevante aflossingsvrije periode (indien van toepassing), en een maximale looptijd van 120 maanden. Financiële intermediairs voorzien de managementautoriteit of het dakfonds ten minste eenmaal per kwartaal van informatie in een gestandaardiseerde vorm en omvang. Dit verslag omvat alle voor de managementautoriteit relevante elementen om te voldoen aan de voorwaarden van artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Lidstaten voldoen ook aan hun rapportageverplichtingen overeenkomstig de de-minimisverordening. De indicatoren moeten worden afgestemd op de specifieke doelstellingen van de relevante prioriteit van het ESIF-programma voor de financiering van het financieringsinstrument en op de verwachte resultaten van de ex-antebeoordeling. Zij worden voor het instrument voor risicodelende leningen ten minste eenmaal per kwartaal gemeten en gerapporteerd en ten minste in overeenstemming gebracht met de eisen van de verordening. Naast de gemeenschappelijke indicatoren van de prioritaire as van het ESIF-programma (toename van de werkgelegenheid, het aantal kmo's, ) zijn andere indicatoren: het aantal leningen/gefinancierde projecten; het bedrag aan gefinancierde leningen; wanbetalingen (aantallen en bedragen); terugbetaalde middelen en opbrengsten. De financiële intermediair verlaagt de totale effectieve rente (en wanneer nodig het onderpand) ten laste van de eindontvangers voor elke in aanmerking komende lening die is opgenomen in de portefeuille, als weerspiegeling van de gunstige voorwaarden ten aanzien van de financiering en risicodeling van de risicodelende lening. Het volledige financiële voordeel van de publieke programmabijdrage aan het instrument wordt doorberekend aan de eindontvangers in de vorm van een renteverlaging. De financiële intermediair houdt toezicht op en brengt verslag uit over het BSE voor eindontvangers als bedoeld in het onderdeel over staatssteun. Dit beginsel komt tot uiting in de financieringsovereenkomst tussen de managementautoriteit of het dakfonds en de financiële intermediair. ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van , blz. 1). ( 2 ) Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1422) (PB L 124 van , blz. 36). ( 3 ) Ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet de 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal de 43 miljoen EUR niet overschrijdt, en die ook niet behoren tot een groep die dergelijke drempels overschrijdt. Volgens de aanbeveling van de Commissie wordt als onderneming beschouwd iedere eenheid die, ongeacht haar rechtsvorm, een economische activiteit uitoefent. ( 4 ) De volgende economische sectoren worden tezamen aangeduid als de sectoren waarvoor beperkingen gelden : a. illegale economische activiteiten: elke vorm van productie, handel of andere activiteit, die onwettig is krachtens de wet- of regelgeving van het rechtsgebied waarbinnen een dergelijke productie, handel of activiteit plaatsvindt; b. tabak en gedistilleerde alcoholische dranken: de productie van en handel in tabak en gedistilleerde alcoholische dranken en aanverwante producten; c. de productie van en handel in wapens en munitie: de financiering van de productie van en handel in wapens en munitie van welke aard dan ook. Deze beperking geldt niet voor zover deze activiteiten deel uitmaken van of een aanvulling zijn op uitdrukkelijk beleid van de Europese Unie; d. casino's: casino's en soortgelijke ondernemingen; e. beperkingen voor de IT-sector: onderzoek, ontwikkeling of technische toepassingen gerelateerd aan programma's of oplossingen voor elektronische gegevens die i) specifiek gericht zijn op a) de ondersteuning van een activiteit die valt onder de sectoren waarvoor beperkingen gelden, zoals bedoeld onder de punten a tot en met d hierboven; b) kansspelen via het internet of online casino's, of c) pornografie of die ii) zijn bedoeld om het mogelijk te maken illegaal a) toegang te verkrijgen tot netwerken voor elektronische gegevens, of b) elektronische gegevens te downloaden; f. beperkingen voor de biowetenschappensector: bij het verlenen van steun aan de financiering van onderzoek, ontwikkeling of technische toepassingen gerelateerd aan: i) het klonen van mensen voor onderzoek of therapeutische doeleinden, of ii) genetisch gemodificeerde organismen ( ggo's ). 174

175 NL L 271/31 BIJLAGE III Geplafonneerde portefeuillegarantie voor kmo's Schematische voorstelling van de garantielimiet Verhouding tussen de belanghebbenden en de dekking van de geplafonneerde portefeuillegarantie 175

176 L 271/32 NL Structuur van het financieringsinstrument Doel van het instrument Gevolgen van staatssteun De geplafonneerde portefeuillegarantie voorziet in de dekking van kredietrisico's voor afzonderlijke leningen tot een maximum verliesbedrag (de limiet), om een portefeuille van nieuwe leningen voor kmo's te creëren. De geplafonneerde portefeuillegarantie wordt geboden door de managementautoriteit in het kader van de actie die deel uitmaakt van de prioritaire as, zoals bedoeld in het programma dat wordt medegefinancierd door de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) en zoals bedoeld in de context van de ex-antebeoordeling die vereist is uit hoofde van artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Het doel van het instrument is: 1. het voorzien in een betere toegang tot financiering voor beoogde kmo's, waarmee concrete en duidelijk geïdentificeerde marktlacunes worden aangepakt; 2. het mobiliseren van de ESIF's ter ondersteuning van de financiering voor kmo's, zoals bedoeld in artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013. De ESIF-programmabijdrage van de managementautoriteit heeft de vorm van een garantiefonds dat wordt beheerd door een financiële intermediair. Het is niet de bedoeling dat deze bijdrage in de plaats komt van garanties van andere publieke of particuliere investeerders. Het garantiefonds dat wordt beheerd door de financiële intermediair verplicht zich tot het verstrekken van middelen uit het ESIF-programma aan de financiële instellingen die portefeuilles van nieuwe leningen opbouwen in het geval van wanbetaling van de eindontvangers. In het geval van een structuur van een dakfonds, draagt het dakfonds de bijdrage uit het ESIF-programma over aan de financiële intermediair. Het instrument voor de geplafonneerde garantie wordt uitgevoerd om een portefeuille van nieuwe leningen te dekken die is opgezet door één of meer financiële instellingen. De financiële instellingen die portefeuilles van nieuwe leningen opzetten, rekenen op een gedeeltelijke garantie die de verliezen tot een maximum bedrag dekt bij het verstrekken van leningen aan in aanmerking komende kmo's. Het financiële voordeel van de garantie moet worden doorberekend aan de eindontvangers (bijvoorbeeld in de vorm van een verlaging van de rente op de lening of/en een verlaging van het onderpand, maar altijd met doorberekening van het volledige financiële voordeel van de publieke programmabijdrage aan de eindontvangers). De geplafonneerde portefeuillegarantie wordt ontworpen als een staatssteun-vrij instrument, d.w.z. marktconform op het niveau van de financiële intermediair die de garantie beheert en met financiële instellingen die portefeuilles van nieuwe leningen en steun voor eindontvangers opbouwen in overeenstemming met de toepasselijke de-minimisverordening. a) Op het niveau van het dakfonds, de financiële intermediair die het garantiefonds beheert en de financiële instellingen die portefeuilles van nieuwe leningen opbouwen, is steun uitgesloten wanneer: 1. de vergoeding (d.w.z. de beheerskosten en/of -vergoedingen) van de financiële intermediair en het dakfonds de vergoeding op de huidige markt in vergelijkbare situaties weerspiegelt, wat het geval is wanneer laatstgenoemde is geselecteerd middels een open, transparante, objectieve en niet-discriminerende selectieprocedure of wanneer de vergoeding in overeenstemming is met de artikelen 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 en geen andere voordelen door de staat worden toegekend. Wanneer het dakfonds alleen de bijdrage uit het ESI-fonds overdraagt aan de financiële intermediair, en een taak van algemeen belang vervult en geen commerciële activiteit verricht bij de uitvoering van de actie en niet medefinanciert met eigen middelen en derhalve niet als ontvanger van steun wordt beschouwd is het voldoende dat het dakfonds niet wordt overgecompenseerd, en; 2. de financiële instelling wordt geselecteerd door middel van een open, transparante, nietdiscriminerende en objectieve selectieprocedure om de portefeuille van nieuwe leningen met eigen middelen op te bouwen en het risico dat ten laste van de financiële instelling blijft, in geen geval minder dan 20 % van het geleende bedrag is (per lening), en; 3. het financiële voordeel van de publieke programmabijdrage aan het instrument bovendien volledig wordt doorberekend aan de eindontvangers in de vorm van een renteverlaging. Bij het selecteren van de financiële intermediair beoordeelt de managementautoriteit, in overeenstemming met artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014, het prijsbeleid en de methode voor het doorberekenen van het financieel voordeel aan de eindontvangers. 176

177 NL L 271/33 Wanneer de financiële intermediair niet alle financiële voordelen doorberekent aan de eindontvangers, wordt de niet-vastgelegde publieke bijdrage weer overgedragen aan de managementautoriteit. De garantie moet worden gekoppeld aan een specifieke financiële transactie, voor een vast maximumbedrag en een beperkte periode. b) Op het niveau van de eindontvangers: Op het niveau van kmo's is de gegarandeerde lening in overeenstemming met de de-minimisvoorschriften. Voor elke lening die is opgenomen in de gegarandeerde portefeuille, berekent de financiële intermediair het BSE met behulp van de volgende berekeningsmethode: Berekening van het BSE = nominale bedrag van de lening (EUR) risicokosten (standaardpraktijk) garantiepercentage limiet garantiepercentage gewogen gemiddelde looptijd van de lening (in jaren). Het totale steunbedrag berekend op basis van het BSE mag niet meer dan EUR bedragen over een fiscale periode van drie jaar, rekening houdend met de regels inzake cumulering voor eindontvangers van de de-minimisverordening. Wanneer het BSE wordt berekend aan de hand van de bovenstaande formule voor een instrument voor de geplafonneerde portefeuillegarantie, wordt aan de vereiste als bedoeld in artikel 4 van de de-minimisverordening ( 1 ) geacht te zijn voldaan. Een toetsingsmechanisme zorgt ervoor dat het BSE dat is berekend met de bovenstaande formule niet lager is dan het BSE dat is berekend overeenkomstig artikel 4, lid 6, onder c), van de de-minimisverordening. Subsidies voor technische ondersteuning of andere subsidies verstrekt aan de eindontvanger worden gecumuleerd met het berekende BSE. Met betrekking tot kmo's in de visserij- en aquacultuursector, voldoet de steun aan de relevante voorschriften van de de-minimisverordening voor de visserijsector. Voor activiteiten die worden ondersteund door het Elfpo zijn algemene regels van toepassing. Garantiebeleid a) Overdracht van de managementautoriteit aan de financiële intermediair: Na ondertekening van een financieringsovereenkomst tussen de managementautoriteit en het dakfonds of de financiële intermediair draagt de desbetreffende managementautoriteit de programmabijdragen over aan het dakfonds of de financiële intermediair die dergelijke bijdragen in een speciaal garantiefonds stort. De overdracht vindt plaats in tranches met inachtneming van de maxima van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. b) Ontstaan van een portefeuille van nieuwe leningen: De financiële instellingen zijn verplicht binnen een vooraf vastgestelde beperkte periode portefeuilles van nieuwe kmo-leningen op te bouwen. Nieuw verstrekte kmo-leningen worden deels gedekt door de programmabijdrage per afzonderlijke lening en tot een bepaald bedrag (maximum). In aanmerking komende kmo-leningen worden automatisch opgenomen in de portefeuille, wanneer voldaan is aan een vooraf vastgestelde reeks opnamecriteria voor de lening. De opneming van kmo-leningen vindt automatisch plaats na ontvangst door de financiële intermediair die het garantiefonds beheert van een mededeling inzake opname die ten minste elk kwartaal wordt ingediend tot het einde van de desbetreffende opnameperiode. De financiële instellingen voeren een consistent kredietbeleid uit met betrekking tot de diversificatie van de portefeuille, waardoor een goed beheer van de portefeuille en risicospreiding mogelijk is, terwijl tegelijkertijd wordt voldaan aan de toepasselijke normen van de sector en het beleid passend blijft ten aanzien van de financiële belangen en beleidsdoelstellingen van de managementautoriteit. De identificatie, selectie, due diligence, documentatie en uitbetaling van de leningen aan de eindontvangers worden uitgevoerd door de financiële instellingen overeenkomstig hun standaardprocedures en in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgesteld in de overeenkomst tussen de financiële intermediair en de financiële instelling die een portefeuille van nieuwe leningen opbouwt. 177

178 L 271/34 NL c) Dekking van verlies: De geplafonneerde portefeuillegarantie dekt verliezen van de financiële instellingen met betrekking tot elke niet tijdig terugbetaalde, in aanmerking komende kmo-lening overeenkomstig het garantiepercentage, met een maximumpercentage van 80 %. Het totaal aan verliezen die worden gedekt door de geplafonneerde portefeuillegarantie in verband met de portefeuille van in aanmerking komende kmo-leningen, overschrijdt het maximumbedrag niet. Het maximumbedrag, dat de maximale aansprakelijkheid is uit hoofde van dit instrument, is de omvang van de beoogde leningenportefeuille maal het garantiepercentage en het maximale garantiepercentage. Het maximale garantiepercentage wordt bepaald in het kader van de ex-anterisicobeoordeling overeenkomstig artikel 42, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, en artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014. De verliezen die worden gedekt zijn verschuldigde hoofdsommen, te betalen en uitstaande rente en standaardrente (met uitzondering van late betalingen, vergoedingen en andere kosten en uitgaven). d) Betaling van de garantie: Na het ontstaan van een verlies in verband met een wanbetaling, verricht de financiële intermediair die het garantiefonds beheert normaal gesproken binnen zestig dagen garantiebetalingen aan de financiële instelling die onder de garantie valt. Prijs- en onderpandbeleid Garantie voor financiële instellingen: bedrag en percentage (productgegevens) De financiële intermediair legt een methode voor die de volledige doorberekening van het financieel voordeel van de publieke programmabijdrage aan de in aanmerking komende kmo's waarborgt. De financiële instelling heeft een prijs- en onderpandbeleid dat in overeenstemming is met de methode. Het prijs- en onderpandbeleid en de methode omvatten de volgende elementen: 1. het instrument dekt maximaal 80 % van de risicoblootstelling van elke in aanmerking komende kmo-lening (tot een maximum); 2. het volledige financiële voordeel van de publieke programmabijdrage wordt doorberekend aan de in aanmerking komende kmo's, door middel van een verlaging van de toegepaste rente en/of een verlaging van het onderpand dat door de financiële instelling wordt vereist; 3. de BSE-berekening zoals beschreven in het onderdeel over staatssteun wordt toegepast voor elke lening die is opgenomen in de portefeuille; 4. er worden geen garantievergoedingen in rekening gebracht aan de financiële instelling door de financiële intermediair die het garantiefonds beheert; 5. de financiële instelling verlaagt de totale rente en/of het vereiste onderpand voor elke in aanmerking komende kmo-lening die is opgenomen in de portefeuille overeenkomstig het prijsbeleid en de methode, waardoor de volledige doorberekening van het financiële voordeel wordt gegarandeerd. Het niveau van een dergelijke verlaging die wordt voorgesteld door de financiële instelling wordt beoordeeld en goedgekeurd door de financiële intermediair na een relevante analyse en due diligence en wordt als subsidiabiliteitscriterium beschouwd voor de opname van kmoleningen in de portefeuille; 6. de managementautoriteit kan, op basis van de ex-antebeoordeling die de beoogde kmo's identificeert en de ex-anterisicobeoordeling die het risico vaststelt, besluiten garantievergoedingen te verlangen van de eindontvangers. In een dergelijk geval wordt het BSE berekend aan de hand van de formule van het onderdeel inzake staatssteun hierboven of aangepast aan de voorwaarden van de garantiemededeling. De vergoedingen die worden betaald door de eindontvangers worden terugbetaald aan het garantiefonds als teruggestorte middelen in de zin van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1303/2013; 7. het prijsbeleid en de methode blijven gelijk tijdens de subsidiabiliteitsperiode. De geplafonneerde portefeuillegarantie voldoet aan de voorwaarden van artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014. Het maximale garantiepercentage wordt bepaald in het kader van de ex-anterisicobeoordeling overeenkomstig artikel 42, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, en artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 en is in geen geval hoger dan 25 %. De garantie kan verwachte en onverwachte verliezen dekken. 178

179 NL L 271/35 De vermenigvuldigingsfactor van de uit de programmabijdrage gefinancierde garantie wordt als volgt gedefinieerd: Vermenigvuldigingsfactor = (1/garantiepercentage) (1/maximaal garantiepercentage). De vermenigvuldigingsfactor is gebaseerd op de ex-antebeoordeling en gelijk aan of hoger dan vijf. De omvang van de beoogde portefeuille die deels wordt gedekt door de garantie wordt gebaseerd op de resultaten van de ex-antebeoordeling die de steun aan het financieringsinstrument rechtvaardigt (artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013) en houdt rekening met de rotatiebenadering van het instrument (indien van toepassing). De samenstelling van de beoogde portefeuille van leningen wordt zodanig vastgesteld dat de spreiding van de risico's wordt gewaarborgd. Garantie voor financiële instellingen (activiteiten) Aansprakelijkheid van de managementautoriteit Tijdsduur Risicodeling op FI-niveau (afstemming van de belangen) In aanmerking komende financiële intermediairs en financiële instellingen De portefeuille van leningen die door het garantie-instrument wordt gegarandeerd, omvat nieuwe leningen aan eindontvangers, met uitsluiting van de herfinanciering van bestaande leningen. De criteria voor opname in de portefeuille worden bepaald overeenkomstig de EU-wetgeving (bijvoorbeeld Verordening (EU) nr. 1303/2013 en de fondsspecifieke voorschriften), programmavoorschriften en nationale bepalingen inzake subsidiabiliteit en met de financiële intermediair, met als doel het bereiken van een groot aantal eindontvangers en het zorgen voor voldoende diversificatie van de portefeuille. Financiële instellingen dienen over een redelijke inschatting van het risicoprofiel van de portefeuille (bijvoorbeeld de concentratiegrenswaarde per sector) te beschikken. Deze criteria weerspiegelen de marktomstandigheden en -praktijken in het desbetreffende land of de desbetreffende regio. De financiële instelling maakt vooraf een raming van het invorderingspercentage dat wordt gebruikt voor de berekening van het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van debiteuren in de portefeuille, hetgeen van invloed is op de evaluatie van het maximale garantiepercentage. De aansprakelijkheid van de managementautoriteit met betrekking tot het financieringsinstrument is zoals omschreven in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014. Een wanbetaling ten aanzien van een lening aan een eindontvanger betekent dat i) de financiële instelling te allen tijde kan bewijzen (handelend overeenkomstig haar interne procedures en zoals blijkt uit haar financiële en reguliere verslaglegging) dat een eindontvanger waarschijnlijk niet zal kunnen voldoen aan zijn betalingsverplichting, of ii) een eindontvanger ten minste gedurende 90 opeenvolgende kalenderdagen niet heeft voldaan aan enige betalingsverplichting uit hoofde van de relevante kmo-lening. De garantieperiode van het financieringsinstrument wordt op een zodanige manier vastgesteld dat ervoor wordt gezorgd dat de programmabijdrage, als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, wordt gebruikt voor garanties die uiterlijk op 31 december 2023 worden uitbetaald aan eindontvangers. Er wordt aanbevolen dat de typische duur van het creëren van de portefeuille van gegarandeerde leningen wordt vastgesteld op maximaal vier jaar vanaf de datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst (tussen de managementautoriteit of het dakfonds en de financiële intermediair). De afstemming van de belangen tussen de managementautoriteit, de financiële intermediair en de financiële instellingen wordt als volgt bereikt: het eigen kredietrisico dat de financiële instelling behoudt, is in geen geval minder dan 20 % per lening; de financiële instelling verbindt zich tot het opbouwen van een portefeuille van nieuwe leningen met eigen middelen; het financiële voordeel van de garantielimiet wordt volledig doorberekend aan de kmo-eindontvangers; financiële intermediairs ontvangen prestatievergoedingen zoals bedoeld in de artikelen 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014. Financiële intermediairs zijn publieke en particuliere organen gevestigd in een lidstaat die wettelijk bevoegd zijn om garanties op leningen te verstrekken aan bedrijven die actief zijn binnen de jurisdictie van het programma dat een bijdrage levert aan het financieringsinstrument. 179

180 L 271/36 NL Financiële instellingen zijn publieke en particuliere organen gevestigd in een lidstaat die wettelijk bevoegd zijn om leningen te verstrekken aan bedrijven die actief zijn binnen de jurisdictie van het programma dat een bijdrage levert aan het financieringsinstrument. Dergelijke organen zijn financiële instellingen en, in voorkomend geval, microfinancieringsinstellingen of andere instellingen die bevoegd zijn om leningen te verstrekken. Subsidiabiliteit van de eindontvanger(s) Kenmerken van het product voor eindontvangers De eindontvangers zijn subsidiabel uit hoofde van de EU- en nationale wetgeving, het desbetreffende programma en de financieringsovereenkomst. De eindontvangers voldoen aan de volgende subsidiabiliteitscriteria op de datum van het document dat het bewijs is van de desbetreffende kmogarantie, dat wil zeggen, de garantieverbintenis: a. de eindontvanger is een micro-, kleine of middelgrote onderneming ( kmo (met inbegrip van de individuele ondernemers/zelfstandigen)) zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie ( 2 ); b. de eindontvanger is geen kmo die actief is in de sectoren zoals bedoeld onder de punten d) tot en met f) van artikel 1 van de de-minimisverordening; c. de eindontvanger maakt geen deel uit van één of meer sectoren waarvoor beperkingen gelden ( 3 ); d. de eindontvanger is geen onderneming die in moeilijkheden verkeert, zoals bedoeld in de staatssteunregels; e. de eindontvanger heeft geen achterstallige betalingen openstaan en is geen wanbetaler ten aanzien van andere leningen of leases verstrekt door de financiële intermediair of een andere financiële instelling overeenkomstig gedane controles in overeenstemming met de interne richtsnoeren van de financiële intermediair en het standaardkredietbeleid. Bovendien moeten eindontvangers op het tijdstip van de investering en tijdens de terugbetaling van de gegarandeerde lening een statutaire zetel hebben in een lidstaat en moeten hun economische activiteiten waarvoor de gegarandeerde lening is verstrekt plaatsvinden in de desbetreffende lidstaat en regio/jurisdictie van het ESIF-programma. De financiële instelling verstrekt leningen aan eindontvangers die bijdragen aan de doelstelling van het programma en die worden gegarandeerd door het programma uit hoofde van de portefeuille met garantielimiet. De voorwaarden van de garanties en de leningen worden gebaseerd op de ex-antebeoordeling, zoals bedoeld in artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013. De leningen worden uitsluitend gebruikt voor de volgende toegestane doeleinden: a. investeringen in materiële en immateriële activa, met inbegrip van de overdracht van eigendomsrechten van ondernemingen, mits een dergelijke overdracht plaatsvindt tussen onafhankelijke investeerders; b. werkkapitaal dat verband houdt met ontwikkelings- of uitbreidingsactiviteiten die aanvullend zijn op (en verband houden met) activiteiten als bedoeld onder a) hierboven (en waarvan de aanvullende aard onder andere wordt aangetoond in het bedrijfsplan van de eindontvanger en door de hoogte van de financiering). Aan de volgende subsidiabiliteitscriteria moet te allen tijde worden voldaan door leningen die zijn opgenomen in de portefeuille: c. de leningen zijn nieuw verstrekte leningen, met uitsluiting van herfinanciering van bestaande leningen; d. het gegarandeerde deel van de onderliggende lening die is opgenomen in de portefeuille i) bedraagt tot EUR op basis van de ex-antebeoordeling en ii) wordt onder zodanige voorwaarden verstrekt dat het BSE ten aanzien van elke eindontvanger het maximum van EUR niet overschrijdt (of EUR in het goederenvervoer over de weg en EUR in de visserij- en aquacultuursector) over een periode van drie boekjaren. In aanmerking komende kmo's kunnen meerdere malen een lening aanvragen die wordt toegewezen in het kader van dit financieringsinstrument, mits het bovengenoemde BSE-maximum volledig in acht wordt genomen; e. de leningen worden verstrekt voor de financiering van één of meer van de toegestane doeleinden in euro en/of de nationale valuta van de desbetreffende jurisdictie en, in voorkomend geval, in een andere valuta; f. de leningen vinden niet plaats in de vorm van mezzanineleningen, achtergestelde schuld of quasi-aandelenkapitaal; g. de leningen zijn geen doorlopende kredieten; 180

181 NL L 271/37 h. de leningen hebben een aflossingsschema, met inbegrip van regelmatige afschrijvingen en/of ballonaflossingen; i. de leningen financieren geen zuiver financiële activiteiten of de ontwikkeling van vastgoed, wanneer deze als financiële investering wordt uitgevoerd, en financieren niet de verlening van consumentenfinancieringsdiensten; j. de leningen hebben een minimale looptijd van twaalf maanden en een maximale looptijd van 120 maanden. Verslaglegging en beoogde resultaten Evaluatie van het economische voordeel van de programmabijdrage Financiële intermediairs voorzien de managementautoriteit of het dakfonds ten minste eenmaal per kwartaal van informatie in een gestandaardiseerde vorm en omvang. Dit verslag omvat alle voor de managementautoriteit relevante elementen om te voldoen aan de bepalingen van artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Lidstaten voldoen ook aan hun rapportageverplichtingen overeenkomstig de de-minimisverordening. De indicatoren moeten worden afgestemd op de specifieke doelstellingen van de relevante prioriteit van het ESIF-programma voor de financiering van het financieringsinstrument en op de verwachte resultaten van de ex-antebeoordeling. Zij worden voor het garantiefonds ten minste eenmaal per kwartaal gemeten en gerapporteerd en ten minste in overeenstemming gebracht met de eisen van de verordening. Naast de gemeenschappelijke indicatoren van de prioritaire as van het ESIF-programma (toename van de werkgelegenheid, het aantal kmo's, ) zijn andere indicatoren: het aantal gegarandeerde leningen; de omvang van de gegarandeerde leningen; het aantal niet-terugbetaalde leningen; de waarde van niet-terugbetaalde leningen; toegekende garanties/beroepen op garanties (aantal, bedragen); middelen waarop geen beroep is gedaan en opbrengsten (bv. renteopbrengsten). Het financiële voordeel van de publieke programmabijdrage aan het instrument wordt volledig doorberekend aan de eindontvangers (het voordeel van de garantie). Het financiële voordeel voor de in aanmerking komende kmo's wordt aangetoond met een verlaging van de totale rente die wordt verlangd door de financiële instelling en/of een verlaging van het onderpand voor een dergelijke kmo-lening. De financiële intermediair houdt toezicht op en brengt verslag uit over het BSE voor eindontvangers als bedoeld in het onderdeel over staatssteun. Dit beginsel komt tot uiting in de overeenkomsten tussen de managementautoriteit of het dakfonds en de financiële intermediairs en tussen de financiële intermediairs en de financiële instellingen die portefeuilles van nieuwe leningen opbouwen. ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van , blz. 1). ( 2 ) Ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet de 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal de 43 miljoen EUR niet overschrijdt, en die ook niet behoren tot een groep die dergelijke drempels overschrijdt. Volgens de aanbeveling van de Commissie wordt als onderneming beschouwd iedere eenheid die, ongeacht haar rechtsvorm, een economische activiteit uitoefent. ( 3 ) De volgende economische sectoren worden tezamen aangeduid als de sectoren waarvoor beperkingen gelden : a. illegale economische activiteiten: elke vorm van productie, handel of andere activiteit, die onwettig is krachtens de wet- of regelgeving van het rechtsgebied waarbinnen een dergelijke productie, handel of activiteit plaatsvindt; b. tabak en gedistilleerde alcoholische dranken: de productie van en handel in tabak en gedistilleerde alcoholische dranken en aanverwante producten; c. de productie van en handel in wapens en munitie: de financiering van de productie van en handel in wapens en munitie van welke aard dan ook. Deze beperking geldt niet voor zover deze activiteiten deel uitmaken van of een aanvulling zijn op uitdrukkelijk beleid van de Europese Unie; d. casino's: casino's en soortgelijke ondernemingen; e. beperkingen voor de IT-sector: onderzoek, ontwikkeling of technische toepassingen gerelateerd aan programma's of oplossingen voor elektronische gegevens die i) specifiek gericht zijn op a) de ondersteuning van een activiteit die valt onder de sectoren waarvoor beperkingen gelden, zoals bedoeld onder de punten a tot en met d hierboven; b) kansspelen via het internet of online casino's, of c) pornografie of die ii) zijn bedoeld om het mogelijk te maken illegaal a) toegang te verkrijgen tot netwerken voor elektronische gegevens, of b) elektronische gegevens te downloaden; f. beperkingen voor de biowetenschappensector: bij het verlenen van steun aan de financiering van onderzoek, ontwikkeling of technische toepassingen gerelateerd aan: i) het klonen van mensen voor onderzoek of therapeutische doeleinden, of ii) genetisch gemodificeerde organismen ( ggo's ). 181

182 L 271/38 NL BIJLAGE IV Lening voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in de woningbouwsector (renovatielening) Schematische voorstelling van het principe van de renovatielening Structuur van het financierings-instrument De renovatielening heeft de vorm van een leningenfonds dat wordt opgezet door een financiële intermediair met bijdragen uit het programma en een bijdrage van de financiële intermediair zelf om een portefeuille van nieuw verstrekte leningen te financieren, met uitsluiting van herfinanciering van bestaande leningen. De renovatielening wordt verstrekt in het kader van de actie die deel uitmaakt van de prioritaire as, zoals omschreven in het programma dat wordt gefinancierd door de ESI-fondsen en zoals bedoeld in het kader van de ex-antebeoordeling die vereist is uit hoofde van artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Doel van het instrument Het doel van het instrument is het aanbieden van preferentiële leningen aan natuurlijke personen, rechtspersonen of onafhankelijke beroepsbeoefenaars die eigenaar zijn van gebouwen (appartementen, sociale huisvesting of individuele huishoudens), alsook beheerders of andere juridische entiteiten die namens en ten behoeve van eigenaren handelen om renovatiewerkzaamheden uit te voeren die in aanmerking komen voor steun uit de ESI-fondsen. Het is niet de bedoeling dat de bijdrage uit het ESIF-programma van de managementautoriteit aan een financiële intermediair andere door particuliere of publieke investeerders beschikbaar gestelde financiering verdringt. Het ESIF-programma verstrekt financiering aan de financiële intermediair teneinde een portefeuille van nieuwe leningen op te bouwen en tegelijkertijd te delen in de verliezen/wanbetalingen en terugvorderingen in verband met de leningen in deze portefeuille per afzonderlijke lening en in dezelfde verhouding als de programmabijdrage aan het instrument. In het geval van een structuur van een dakfonds draagt het dakfonds de bijdrage uit het ESIF-programma over aan de financiële intermediair. Naast de bijdrage uit het ESIF-programma kan het dakfonds eigen middelen bijdragen die worden gecombineerd met de middelen van de financiële intermediair. In dit geval neemt het dakfonds een evenredig deel van de risicodeling tussen de verschillende bijdragen in de leningenportefeuille voor zijn rekening. Staatssteunregels moeten ook ten aanzien van dergelijke middelen worden nageleefd, als dat publieke middelen zijn. 182

(3) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn door Verordening (EU) nr. 514/2014 en derhalve ook door deze verordening

(3) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn door Verordening (EU) nr. 514/2014 en derhalve ook door deze verordening 7.10.2014 L 291/9 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1049/2014 VAN DE COMMISSIE van 30 juli 2014 betreffende de technische kenmerken van voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen ingevolge Verordening (EU)

Nadere informatie

Bepalingen uit verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake plattelandsontwikkeling

Bepalingen uit verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake plattelandsontwikkeling Bepalingen uit verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake plattelandsontwikkeling HOOFDSTUK II, VOORLICHTING EN PUBLICITEIT Artikel 76 Voorlichting en publiciteit 1. De lidstaten dragen zorg voor de voorlichting

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2015 C(2015) 8766 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 2.12.2015 tot goedkeuring van het operationele programma "Vooruitziend en voortvarend" met het oog op steunverlening

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 9.5.2017 L 119/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/788 VAN DE COMMISSIE van 8 mei 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2014 tot vaststelling van voorschriften op grond van Verordening

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 29.7.2014 L 223/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 821/2014 VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

het EU embleem in het kader van EU programma s

het EU embleem in het kader van EU programma s Het gebruik van het EU embleem in het kader van EU programma s Richtsnoeren voor begunstigden en andere derden Oktober 2012 Communicatie Het gebruik van het EU embleem in het kader van EU programma s Richtsnoeren

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland"

Nadere informatie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening. L 219/4 25.7.2014 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 799/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.6.2018 COM(2018) 390 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN Publicatieblad van de Europese Unie L 43 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 14 februari 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/254

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van 10.6.2015

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van 10.6.2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2015 C(2015) 3759 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.10.2014 C(2014) 8190 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.10.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België CCI 2014BE16M8PA001

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

GRAFISCH CHARTER PROJECTPARTNERS PROGRAMME DE COOPÉRATION TRANSFRONTALIÈRE GRENSOVERSCHRIJDEND SAMENWERKINGSPROGRAMMA

GRAFISCH CHARTER PROJECTPARTNERS PROGRAMME DE COOPÉRATION TRANSFRONTALIÈRE GRENSOVERSCHRIJDEND SAMENWERKINGSPROGRAMMA PROGRAMME DE COOPÉRATION TRANSFRONTALIÈRE GRENSOVERSCHRIJDEND SAMENWERKINGSPROGRAMMA GRAFISCH CHARTER PROJECTPARTNERS 1 Avec le soutien du Fonds européen de développement régional Met steun van het Europees

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2017 COM(2017) 826 final 2017/0336 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3316 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 tot vaststelling van voorschriften

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie 27.3.2019 A8-0176/288 288 Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee Overweging 2 (2) Als wereldspeler in de oceanen en als de op vier na grootste producent van vis en schaal- en schelpdieren ter wereld, draagt

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.4.2017 C(2017) 2417 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 20.4.2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.8.2017 C(2017) 5635 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 16.8.2017 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 wat betreft de afzet

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.10.2018 C(2018) 6560 final UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 11.10.2018 tot vaststelling van een toezichtsmethodiek en de regelingen voor rapportage door

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0009 (COD) PE-CONS 35/19 PECHE 63 PREP-BXT 50 CODEC 380 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2014 C(2014) 3006 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 13.5.2014 tot wijziging van de bijlagen VIII en VIII quater bij Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 C(2017) 5516 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 611/2014 ter aanvulling van

Nadere informatie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0070/2017 23.3.2017 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2018 C(2018) 7044 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE 18.12.2015 L 332/19 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE van 15 december 2015 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.9.2017 COM(2017) 556 final 2017/0241 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende opzegging van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan MEMO/08/740 Brussel, 26 november 2008 Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan Wat is de rol van het

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.10.2012 COM(2012) 591 final 2012/0285 (COD)C7-0332/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr.2187/2005

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.6.2017 L 162/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 13.2.2015 L 38/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/207 VAN DE COMMISSIE van 20 januari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU)

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.9.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 248/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 832/2010 VAN DE COMMISSIE van 17 september 2010 tot wijziging van Verordening (EG)

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 18.11.2013 A7-0381/2013/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen:

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen: Gemeenschappelijke mededeling over de tenuitvoerlegging van IP Translator v1.2, 20 februari 2014 1 Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 293/2012 VAN DE COMMISSIE van 3 april 2012 inzake de monitoring en rapportering

Nadere informatie

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en Beleidsregel MKB-Regeling Het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland zijnde Management Autoriteit Noord-Nederland; gelet op de Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 171/100 26.6.2019 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1084 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 wat betreft de harmonisatie van de lijst van erkende of geregistreerde

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 139/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN http://www.emis.vito.be d.d. 05-06-2015 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/864 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ Brussel, 9 april 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS VOOR VISSERIJ EN AQUACULTUUR

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, L 219/10 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 800/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van verslagleggingsprocedures en andere praktische regelingen betreffende de financiering van operationele

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0101 (E) 10307/17 PECHE 251 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final 2019/0049 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijorganisatie

Nadere informatie

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven.

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 april 2012 (23.04) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0276 (COD) 2011/0268 (COD) 2011/0273 (COD) 8207/12 ADD 1 REV 2 FSTR 26 FC 17 REGIO 39 SOC 240 AGRISTR

Nadere informatie

Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Samenvoeging van wetsteksten met betrekking tot de invoering van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Deel II Gedelegeerde handelingen Europees Maritiem en Visserijfonds September 2016 Tekst

Nadere informatie

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan projecten in het kader van het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.3.2019 C(2019) 1848 final GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE van 13.3.2019 tot vaststelling van het meerjarenprogramma van de Unie voor de verzameling en het beheer

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 5.6.2015 L 139/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/864 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008 betreffende de aan het

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2018 C(2018) 8465 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.12.2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 18.10.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 VERORDENING (EG) Nr. 1024/2008 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening

Nadere informatie

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 15 februari 2017 (OR. en) 2016/0218 (COD) LEX 1718 PE-CONS 56/1/16 REV 1 COWEB 151 WTO 354 CODEC 1855 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 2.5.2003 COM(2003) 175 definitief 2003/0062 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven.

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven. eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 2 april 2012 (19.04) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0276 (COD) 2011/0268 (COD) 2011/0273 (COD) 8207/12 ADD 1 LIMITE FSTR 26 FC 17 REGIO 39 SOC

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/304. Amendement

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/304. Amendement 27.3.2019 A8-0176/304 304 Overweging 11 (11) Het EFMZV voor de periode na 2020 moet worden gebaseerd op een vereenvoudigde structuur zonder vooraf op een al te prescriptieve manier maatregelen of nadere

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 11.1.2018 L 6/37 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/34 VAN DE COMMISSIE van 28 september 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van het

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr.1828/2006 VAN DE COMMISSIE. van 8 december 2006

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr.1828/2006 VAN DE COMMISSIE. van 8 december 2006 27.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 371/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr.1828/2006 VAN DE COMMISSIE van 8 december 2006 tot vaststelling

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) L 127/4 NL RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2019/782 VAN DE COMMISSIE van 15 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de vaststelling van geharmoniseerde risico-indicatoren

Nadere informatie

Richtsnoer voor de lidstaten voor opstelling, onderzoek en goedkeuring van de rekeningen

Richtsnoer voor de lidstaten voor opstelling, onderzoek en goedkeuring van de rekeningen EGESIF_15_0018-02 definitief 9-2-2016 EUROPESE COMMISSIE Europese structuur- en investeringsfondsen Richtsnoer voor de lidstaten voor opstelling, onderzoek en goedkeuring van de rekeningen DISCLAIMER:

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 104 final 2019/0054 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijcommissie

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1457 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 17.10.2017 A8-0285/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 november 2012 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN Publicatieblad van de Europese Unie L 148 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 13 juni 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Verordening (EU) 2018/863 van de Commissie

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 28.1.2019 A8-0018/2019/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 17.6.2016 L 160/23 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/959 VAN DE COMMISSIE van 17 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor marktpeilingen met betrekking tot de systemen en kennisgevingsmodellen

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN SAMENVATTING Inhoud Deze studie

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE L 38/32 Publicatieblad van de Europese Unie 7.2.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE van 6 februari 2014 tot vaststelling van EU-klassen voor basispootgoed en gecertificeerd pootgoed van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 17 november 2003 (OR. en) 2003/0001 (COD) LEX 478 PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 RICHTLIJN 2003/103/EG VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 10.4.2019 A8-0020/585 Amendement 585 Pavel Svoboda namens de Commissie juridische zaken Verslag A8-0020/2018 József Szájer Aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure

Nadere informatie

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A Brussel, 6 december 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0365 (E) 14292/18 PECHE 462 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor 2019,

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.1.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 12/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0222 (NLE) 12579/15 PECHE 331 VOORSTEL van: ingekomen: 1 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) POSEIDOM 11 POSEICA 11 POSEIMA 10 REGIO 55 I ST 351 UD 181 OTA van: aan: Betreft: het

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 12.10.2018 L 256/103 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1523 VAN DE COMMISSIE van 11 oktober 2018 houdende opstelling van een modeltoegankelijkheidsverklaring overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/2102 van het

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3308 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de lidstaten inzake de controle van de rekeningen

Richtsnoeren voor de lidstaten inzake de controle van de rekeningen EGESIF_15_0016-02 definitief 5/2/2016 EUROPESE COMMISSIE Europese structuur- en investeringsfondsen Richtsnoeren voor de lidstaten inzake de controle van de rekeningen DISCLAIMER: Dit is een document dat

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2018) 398 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen

Nadere informatie