Wob-verzoek. Legesaanslag opgelegd door College B&W. bevoegdheidsgebrek geheeld in bezwaar. Kostenvergoeding bezwaarfase.
|
|
- Anita de Coninck
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Uit: Belastingblad 2016/406 Hof s-hertogenbosch, 13 mei 2016, nr.14/01108, ECLI:NL:GHSHE:2016:1889 mrs. T.A. Gladpootjes, P. Fortuin en P.C. van der Vegt Wob-verzoek. Legesaanslag opgelegd door College B&W. bevoegdheidsgebrek geheeld in bezwaar. Kostenvergoeding bezwaarfase. Gemeentewet: art. 229, lid 1, letter b; Wob: art. 12; Awb: art. 8:75 Met noot door: R.T. Wiegerink GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/01108 Uitspraak op het hoger beroep van [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland- West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 18 december 2014, nummer AWB 14/4771, in het geding tussen belanghebbende, en de heffingsambtenaar van de gemeente Gilze en Rijen hierna: de Heffingsambtenaar, betreffende de hierna te vermelden aanslag. 1 Ontstaan en loop van het geding 1.1. Bij schriftelijke kennisgeving met dagtekening 1 juli 2014 zijn aan belanghebbende, naar aanleiding van het door belanghebbende bij brief met dagtekening 28 mei 2014 bij de gemeente Gilze en Rijen (hierna: de gemeente) in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) ingediende verzoek, leges in rekening gebracht ten bedrage van 5,70 ter zake van kopieerkosten (hierna: de aanslag). Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 24 juli 2014 de aanslag gehandhaafd Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank een griffierecht van 45 geheven van belanghebbende. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier een griffierecht van 122 geheven van belanghebbende. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 10 maart 2016 te s- Hertogenbosch. Belanghebbende noch haar gemachtigde is verschenen, waarvan de gemachtigde van belanghebbende voor de zitting het Hof kennis heeft gegeven. Aldaar is wel verschenen en gehoord, namens de Heffingsambtenaar, dhr. [A] Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten Van de zitting is geen proces-verbaal opgemaakt. 2 Feiten Op grond van de stukken van het geding en de geloofwaardige verklaringen van de Heffingsambtenaar tijdens het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan: 2.1. Belanghebbende heeft de gemeente per brief met dagtekening 28 mei 2014 verzocht om aan haar toe te zenden benoemingsbesluiten en eventuele bijbehorende wijzigingsbesluiten, besluiten van beëdiging en actuele akten van opsporingsbevoegdheid van nader door belanghebbende aangeduide (opsporings)ambtenaren. Belanghebbende deed dit verzoek op grond van de Wob. In dit verzoek heeft belanghebbende het volgende opgenomen met betrekking tot de naar aanleiding van dit verzoek eventueel verschuldigde kosten: Als ik voor de inwilliging van dit verzoek aan u kosten verschuldigd ben, verzoek ik u mij dat en het
2 totaalbedrag te laten weten voordat er kosten verschuldigd worden c.q. de stukken worden toegezonden. Voorts merk ik op dat op de website van de Rijksoverheid staat: Bij de Rijksoverheid worden voor de behandeling van Wob-verzoeken over het algemeen geen kosten in rekening gebracht.. Voor andere overheidslagen zie ik geen reden voor een verschillende behandeling wat het berekenen van kosten betreft Met dagtekening 16 juni 2014 heeft de gemeente op het door belanghebbende ingediende Wob-verzoek gereageerd met een conceptbesluit, waarin wordt gewezen op de verschuldigdheid van leges van 0,30 per te verstrekken kopie. Tevens wordt melding gemaakt van het voornemen tot verstrekking van 19 pagina s. Belanghebbende heeft gereageerd op dit conceptbesluit bij brief met dagtekening 24 juni 2014 en geeft in deze brief te kennen dat haar verzoek, naar het zich laat aanzien, juist is geïnterpreteerd door de gemeente. In deze brief merkt belanghebbende niets op met betrekking tot de verschuldigdheid van leges ter zake van het kopiëren van de door haar opgevraagde documenten Bij brief met dagtekening 1 juli 2014 is de definitieve beslissing op het, door belanghebbende ingediende, Wob-verzoek aan belanghebbende verzonden. In deze brief heeft de gemeente te kennen gegeven dat zij, door toevoeging als bijlagen van kopieën van de door belanghebbende opgevraagde besluiten en akten, verwacht te voldoen aan het Wob-verzoek van belanghebbende. Bovendien is in het desbetreffende schrijven het volgende opgenomen met betrekking tot de door belanghebbende ter zake van dit verzoek verschuldigde leges: Leges Voor het verstrekken van de documenten worden leges in rekening gebracht. Deze bedragen 0,30 per kopie. De legeskosten voor de aan u verstrekte kopieën bedragen: 18 (Hof: bedoeld zal zijn 19) kopieën x 0,30 = 5,70. Wij verzoeken u dit bedrag binnen 14 dagen na de verzenddatum van deze brief over te maken op bankrekeningnummer NL39BNGH of nummer NL05INGB van de gemeente Gilze en Rijen. Hierbij dient u het volgende te vermelden: [nummer]. Wilt u bezwaar maken tegen de legeskosten? Dan moet u dit doen binnen zes weken na de dag waarop wij deze brief hebben verstuurd. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de gemeente Gilze en Rijen, t.a.v. de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, Postbus 73, 5120 AB in Rijen De beslissing op het door belanghebbende ingediende Wob-verzoek, inclusief hierboven geciteerde passage met betrekking tot de kosten, is als volgt ondertekend: Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen, [handtekening] [B], directeur Bedrijfsvoering. 3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen 3.1. Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen: 1. Door welk orgaan is de aanslag opgelegd? 2. Op grond van welke wettelijke regeling zijn de onderhavige leges geheven? 3. Kan de heffing uitsluitend plaatsvinden op grond van artikel 12 van de Wob als lex specialis ten opzichte van artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet? 4. Is de aanslag door het daartoe bevoegde orgaan opgelegd en is de uitspraak op bezwaar door het daartoe bevoegde orgaan gedaan? 5. Heeft belanghebbende recht op vergoeding van de kosten van het bezwaar? 6. Is door middel van overlegging van het conceptbesluit voldaan aan het verzoek van belanghebbende om voorafgaande aan de verstrekking van de door haar opgevraagde stukken een opgave te ontvangen van de met verstrekking van deze informatie samenhangende kosten? 3.2. Belanghebbende stelt zich in hoger beroep met betrekking tot beantwoording van de eerste 5 vragen op de volgende standpunten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft de aanslag opgelegd. Deze heffing, alhoewel ten onrechte, is gebaseerd op artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet in plaats van op artikel 12 van de Wob. Aangezien in de visie van belanghebbende artikel 12 van de Wob als lex specialis geldt en voorgaat boven artikel 229 van de Gemeentewet, dient de aanslag te worden vernietigd. Voor het geval wel een aanslag op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan worden opgelegd, is de aanslag niet overeenkomstig de voorwaarden van artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet opgelegd. Er kleeft, naar de mening van belanghebbende, een bevoegdheidsgebrek aan de heffing,
3 aangezien het in artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet gaat om leges en leges uitsluitend geheven kunnen worden door de Heffingsambtenaar. Dit bevoegdheidsgebrek is, volgens belanghebbende, pas hersteld bij uitspraak op bezwaar. Dientengevolge heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar ten onrechte geen kostenvergoeding toegekend aan belanghebbende. Indien de aanslag is gebaseerd op artikel 12 van de Wob, is de Heffingsambtenaar niet bevoegd om uitspraak op bezwaar te doen De Heffingsambtenaar stelt zich ter zake op het standpunt dat de aanslag terecht door hem, als bevoegd orgaan, op grond van artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet, is opgelegd. Ook de uitspraak op bezwaar is, naar de mening van de Heffingsambtenaar, door hem als daartoe bevoegd orgaan gedaan. Aan belanghebbende is dientengevolge terecht geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase toegekend Belanghebbende stelt zich met betrekking tot vraag 6 op het standpunt dat aan haar geen voorafgaande opgave van de totale kosten die samenhangen met het door haar ingediende Wob-verzoek is verstrekt. Belanghebbende doet hierbij een beroep op de uitspraak van Hof s-hertogenbosch 13 november 2015, nr. 14/00627, ECLI:NL:GHSHE:2015: De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan en meent dat door toezending van het conceptbesluit, waarin een opgave van de kopieerkosten is opgenomen, een voorafgaand e opgave aan belanghebbende is gedaan van de totale kosten die samenhangen met het Wob-verzoek Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt De Heffingsambtenaar heeft, zakelijk weergegeven, ter zitting aan deze gronden toegevoegd dat ook als de aanslag door een daartoe onbevoegd orgaan is opgelegd en dit gebrek bij uitspraak op bezwaar is geheeld, geen grond bestaat voor het toekennen van een vergoeding voor de kosten die belanghebbende in bezwaar gemaakt heeft. De Heffingsambtenaar verwijst in dit kader naar de uitspraak van Hof Arnhem- Leeuwarden 9 februari 2016, nr. 15/00401, ECLI:NL:GHARL:2016: Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraak op bezwaar en de aanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. 4 Gronden Ten aanzien van het geschil 4.1. De Rechtbank heeft terecht tot uitgangspunt genomen dat de Hoge Raad in zijn arrest van 24 december 2010, nr. 10/00154,ECLI:NL:HR:2010:BO0396, BNB 2011/95, heeft geoordeeld dat een bevoegdheidsgebrek in een besluit hersteld kan worden indien het bevoegde orgaan het bestreden besluit op de voet van artikel 7:11 van de Awb aan een inhoudelijke beoordeling heeft onderworpen en uitspraak op bezwaar heeft gedaan. Met dit oordeel heeft de Hoge Raad zich echter, zoals de belanghebbende terecht in diens hoger beroepschrift aangevoerd heeft, niet uitgelaten over de gevolgen van een dergelijk herstel voor de vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten. Om deze reden kan naar het oordeel van het Hof, in tegenstelling tot hetgeen de Rechtbank geoordeeld heeft, niet in het midden blijven door welk orgaan het besluit genomen is en of dit het bevoegde orgaan is. Het Hof zal dientengevolge alle geschilpunten behandelen. Eerste vraag 4.2. Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de bestreden aanslag is opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. De Heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat belanghebbende van deze aanslag weliswaar in de brief van het college van burgemeester en wethouders in kennis wordt gesteld, maar dat deze aanslag wel degelijk door hem is opgelegd Naar het oordeel van het Hof is, gelet op de ondertekening van de beslissing op het Wob-verzoek, de in het desbetreffende geschrift opgenomen aanslag opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. De directeur bedrijfsvoering heeft de gehele beslissing namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ondertekend, zonder de passage over de aanslag na de ondertekening op te nemen of op andere wijze uit te zonderen van de ondertekening. Hier doet niet aan af dat, in de hierboven onder 2.3 geciteerde passage over de heffing is opgenomen dat het bedrag overgemaakt
4 dient te worden op een rekening die op naam van de gemeente staat en dat tegen deze heffing bezwaar gemaakt kan worden bij de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen. In dit geval geeft de ondertekening van het geschrift waarin de aanslag is vervat de doorslag. Tweede vraag 4.4. Belanghebbende stelt zich primair op het standpunt dat de aanslag (ten onrechte) gebaseerd is op het bepaalde in artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet. De Heffingsambtenaar sluit zich aan bij dit primaire standpunt van belanghebbende, behoudens de opvatting dat zulks ten onrechte is geschied. Subsidiair stelt belanghebbende zich op het standpunt dat het in rekening brengen van kosten (terecht) gebaseerd is op de mogelijkheden die de Wob (in artikel 12 van deze wet) biedt Naar het oordeel van het Hof dient in dit opzicht de bedoeling van het orgaan dat de aanslag feitelijk heeft opgelegd, doorslaggevend te zijn. De bedoeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente blijkt voldoende uit de in de beslissing op het Wob-verzoek gekozen bewoordingen met betrekking tot het in rekening brengen van de kopieerkosten aan belanghebbende. In deze beslissing wordt gesproken over het in rekening brengen van leges. Mede in aanmerking nemende dat uit het arrest HR 8 februari 2013, nr. 12/00529, ECLI:NL:HR:2013:BZ0693, BNB 2013/88, blijkt dat de artikelen 12 en 14 van de Wob zien op kostenberekening langs andere weg dan via de heffing van leges, acht het Hof het aannemelijk dat de heffing gebaseerd is op artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet. Derde vraag 4.6. Belanghebbende neemt het standpunt in dat artikel 12 van de Wob te gelden heeft als een lex specialis ten opzichte van artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet. Belanghebbende betoogt in dit licht dat de bestreden heffing op het bepaalde in artikel 12 van de Wob gebaseerd had dienen te worden. De Heffingsambtenaar is daarentegen van mening dat de heffing terecht gebaseerd is op artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in diens uitspraak van 22 augustus 2012, nr /1/A3, ECLI:NL:RVS:2012:BX5240, AB 2012/398, geoordeeld dat artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet geen gevolgen heeft voor de interpretatie van het bepaalde in artikel 12 van de Wob, reeds omdat de uit artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet volgende bevoegdheid tot het heffen van leges veel ruimer is dan de bevoegdheid om op grond van artikel 12 van de Wob kosten in rekening te brengen. Klaarblijkelijk is de Afdeling van oordeel dat artikel 229 van de Gemeentewet geen lex specialis is ten opzichte van artikel 12 van de Wob Ook de Hoge Raad heeft in zijn arrest HR 8 februari 2013, nr. 12/00529, ECLI:NL:HR:2013:BZ0693, BNB 2013/88, geoordeeld dat de artikelen 12 en 14 van de Wob niet relevant zijn bij beantwoording van de vraag of sprake is van dienstverlening in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet. Dit arrest duidt erop dat genoemde artikelen uit de Wob geen lex specialis zijn ten opzichte van artikel 229 van de Gemeentewet Op grond van bovenstaande is het Hof van oordeel dat de stelling van belanghebbende dat de bestreden heffing gebaseerd had dienen te worden op artikel 12 van de Wob, faalt. Artikel 12 van de Wob heeft niet te gelden als lex specialis De heffing is terecht op artikel 229 van de Gemeentewet gebaseerd. Tussen partijen is bovendien niet in geschil dat het in het kader van een Wob-verzoek kopiëren en verstrekken van documenten moet worden gekwalificeerd als door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten in de zin van artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet. Vierde vraag Gelet op het oordeel van het Hof dat de bestreden heffing een legesheffing is die op grond van artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet is opgelegd, komt het Hof tot het oordeel dat de aanslag door een hiertoe onbevoegd orgaan is opgelegd. Artikel 231, lid 2, letter b, van de Gemeentewet bepaalt namelijk dat de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen (de heffingsambtenaar) bevoegd is tot het heffen van gemeentelijke belastingen, zoals leges. In het hier voorliggende geval heeft de heffing, daarentegen, plaatsgevonden door het college van burgemeester en wethouders (zie rechtsoverweging 4.2 en 4.3) Dit bevoegdheidsgebrek is, in lijn met het arrest HR 24 december 2010, nr. 10/00154, ECLI:NL:HR:2010:BO0396, BNB 2011/95, hersteld bij uitspraak op bezwaar. Tussen partijen is namelijk niet in geschil dat
5 laatstgenoemde beslissing door de Heffingsambtenaar genomen is. Vijfde vraag Aangezien het, aan de aanslag klevende, bevoegdheidsgebrek pas bij uitspraak op bezwaar is hersteld, slaagt de stelling van belanghebbende dat aan haar een vergoeding van de kosten voor de bezwaarfase toegekend had moeten worden Alhoewel in de uitspraak Hof Arnhem- Leeuwarden 9 februari 2016, nr. 15/00401, ECLI:NL:GHARL:2016:1020, terecht geoordeeld is dat deze vergoeding niet op de artikelen 7:11 en 7:15 Awb gebaseerd kan worden, acht het Hof een veroordeling van de Heffingsambtenaar in de kosten die belanghebbende voor de bezwaarfase gemaakt heeft op grond van artikel 8:75 Awb mogelijk en aangewezen. Belanghebbende heeft immers bezwaar moeten maken, omdat aan het primaire besluit een bevoegdheidsgebrek kleefde. Dit gebrek is pas hersteld in de bezwaarfase Het Hof stelt de tegemoetkoming in de kosten voor de bezwaarfase, mede gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht, op 1 (punt voor het indienen van het bezwaarschrift) x 246 (waarde per punt) x 1 (factor gewicht van de zaak) is 246. Zesde vraag Met betrekking tot de stelling van belanghebbende dat de gemeente verzuimd heeft aan haar een voorafgaande opgave van de met het Wob-verzoek samenhangende kosten te verstrekken, merkt het Hof op dat de onderhavige zaak, in tegenstelling tot hetgeen belanghebbende stelt, wezenlijk verschilt van de situatie uit de uitspraak van Hof s-hertogenbosch 13 november 2015, nr. 14/00627, ECLI:NL:GHSHE:2015: De gemeente heeft namelijk vóór het opleggen van de aanslag, bij brief met dagtekening 16 juni 2014, contact gezocht met belanghebbende met betrekking tot de wijze waarop het door belanghebbende ingediende Wob-verzoek opgevat dient te worden. Door middel van deze brief is bovendien aan belanghebbende de hoogte van de leges die naar aanleiding van het door belanghebbende ingediende Wob-verzoek aan haar in rekening gebracht zullen worden, bekendgemaakt. Naar het oordeel van het Hof dient deze brief als voorafgaande kostenopgave opgevat te worden, waardoor is voldaan aan het hiertoe strekkende verzoek van belanghebbende. Hierdoor kan niet gezegd worden dat de Heffingsambtenaar ambtshalve een dienst jegens belanghebbende heeft verricht. De klacht van belanghebbende faalt. Slotsom De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de Rechtbank dient te worden vernietigd. Doende wat de Rechtbank had behoren te doen, zal het Hof het beroep gegrond verklaren en de uitspraak op bezwaar vernietigen uitsluitend ter zake van de vergoeding voor de kosten van bezwaar. Ten aanzien van het griffierecht Gelet op de vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank is het Hof van oordeel dat redenen aanwezig zijn om te gelasten dat aan belanghebbende het aan haar betaalde griffierecht wordt vergoed. Ten aanzien van de proceskosten 4.20.Nu het door belanghebbende ingestelde hoger beroep gegrond is, acht het Hof termen aanwezig de Heffingsambtenaar te veroordelen tot betaling van een tegemoetkoming in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof redelijkerwijs heeft moeten maken Het Hof stelt deze tegemoetkoming, mede gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor het beroep bij de Rechtbank op 1 (punt voor het indienen van het beroepschrift) x 496 (waarde per punt) x 1 (factor gewicht van de zaak) is 496 en voor het hoger beroep bij het Hof op 1 (punt voor het indienen van het beroepschrift) x 496 (waarde per punt) x 1 (factor gewicht van de zaak) is 496, derhalve in totaal op Gesteld noch gebleken is dat belanghebbende overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten als bedoeld in artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft gemaakt. 5 Beslissing Het Hof - vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, - verklaart het tegen de uitspraak van de Heffingsambtenaar bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond, - vernietigt de uitspraak op bezwaar van de Heffingsambtenaar doch enkel voor wat betreft de beslissing omtrent de kostenvergoeding voor de bezwaarfase, - gelast dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de
6 Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal 167 vergoedt, - veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het bezwaar aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal 246, en - veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal 992. Aldus gedaan op 13 mei 2016 door T.A. Gladpootjes, voorzitter, P. Fortuin en P.C. van der Vegt, in tegenwoordigheid van J.M.A. Beckers, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden. Noot: Auteur: R.T. Wiegerink 1 Leges Wob-verzoek De Gemeente Gilze en Rijen heeft in het kader van het Wob-verzoek van belanghebbende leges ( 5,70) in rekening gebracht voor het maken van kopieën van de opgevraagde stukken. Op grond van HR 8 februari 2013, nr. 12/00529, Belastingblad 2013/96, m.nt. P. de Bruin (en HR 25 maart 2016, nr. 15/02447, Belastingblad 2016/182 (art. 81 RO)), kunnen voor dergelijke werkzaamheden inderdaad kosten in rekening worden gebracht. De gemeentelijke legesverordening voorziet ook in het in rekening brengen van kopieerkosten. Deze legesheffing is gebaseerd op art. 229 lid 1, letter b, Gemeentewet en niet op art. 12 Wob. Het hof neemt mede gelet op het arrest van 8 februari 2013 terecht aan dat art. 12 Wob geen lex specialis is ten opzichte van art. 229 lid 1, letter b, Gemeentewet (vgl. ook Rechtbank Gelderland 27 augustus 2015, nr. AWB 14/7732, Belastingblad 2015/439 en Hof Arnhem-Leeuwarden 9 februari 2016, nr. 15/01202, Belastingblad 2016/131, m.nt. P. de Bruin). De omstandigheid dat belanghebbende heeft verzocht vooraf op de hoogte te worden gesteld indien er kosten in rekening zouden worden gebracht voor de afhandeling van haar Wob-verzoek, brengt niet mee dat in dit geval geen leges kunnen worden geheven. Belanghebbende is er immers voorafgaand aan 1 Ruben Wiegerink is partner bij Van der Feltz advocaten in Den Haag de toezending van de door haar opgevraagde stukken van op de hoogte gesteld welke kosten er in rekening zouden worden gebracht. Het gaat derhalve niet om ongevraagde dienstverlening door de gemeente (zoals aan de orde was in Rechtbank Gelderland 14 juli 2015, nr. AWB 14/7059, Belastingblad 2015/403, m.nt. P. de Bruin, Hof s-hertogenbosch 13 november 2015, nr. 14/00627, Belastingblad 2016/11, m.nt. L.J. Boone en Rechtbank Zeeland-West- Brabant 20 november 2015, nr. AWB 15/12, Belastingblad 2016/66). Tot zover weinig nieuws dus. Bevoegdheidsgebrek en proceskostenvergoeding De uitspraak bevat echter wel een ander aardig punt. De aanslag is, zo stelt het hof op begrijpelijke wijze vast, opgelegd door het college van burgemeester en wethouders in plaats van door de heffingsambtenaar. Dat is strijdig met het bepaalde in art. 231 lid 2, letter b, Gemeentewet. Dit bevoegdheidsgebrek is volgens het hof hersteld doordat de heffingsambtenaar wel de uitspraak op bezwaar heeft gedaan. Het hof verwijst daartoe naar HR 24 december 2010, nr. 10/00154, Belastingblad 2011/101, m.nt. P. de Bruin, waarin hetzelfde bevoegdheidsgebrek hersteld werd geacht doordat het juiste orgaan de uitspraak op bezwaar deed. De Hoge Raad overwoog in zijn arrest van 24 december 2010 (in lijn met hetgeen de andere hoogste bestuursrechters eerder beslisten) dat het bevoegdheidsgebrek niet op grond van art. 6:22 Awb kon worden hersteld. Het gebrek kon niet als een in de zin van die bepaling te herstellen vormverzuim worden aangemerkt. Inmiddels is art. 6:22 Awb echter verruimd. Deze bepaling ziet met ingang van 1 januari 2013 namelijk niet meer alleen op herstel van vormverzuimen. Toepassing van art. 6:22 (nieuw) leidt ertoe dat besluiten in stand blijven ondanks schending van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel indien aannemelijk is dat belanghebbende door die schending niet is benadeeld. De verruimde bepaling was in dit geval van toepassing op deze met dagtekening 1 juli 2014 opgelegde aanslag. Goed verdedigbaar is mijns inziens dat het onderhavige bevoegdheidsgebrek (wel) met toepassing van art. 6:22 Awb (nieuw) kon worden gerepareerd (zie ook P. de Bruin in zijn noot bij Hof Arnhem-Leeuwarden 9 februari 2016, Belastingblad 2016/153 en vgl.
7 ABRvS 25 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX2555, AB 2014/407). Het hof kent belanghebbende (uitsluitend) vanwege het bevoegdheidsgebrek alsnog een vergoeding toe voor de in de bezwaarfase gemaakte proceskosten. De achterliggende gedachte hiervan is dat het bevoegdheidsgebrek van de aanslagoplegging pas in de bezwaarfase is hersteld. Het hof baseert de vergoeding op art. 8:75 Awb, omdat art. 7:11 en 7:15 Awb volgens het hof niet van toepassing zijn. Hoe begrijpelijk en redelijk het toekennen van een vergoeding ook lijkt, op een correcte toepassing van de wettelijke bepalingen berust zij volgens mij niet. Als art. 6:22 Awb (nieuw) wordt toegepast, blijft de aanslag in stand en is er dus geen wettelijke mogelijkheid voor toekenning van een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Maar ook indien die bepaling geen toepassing zou vinden en de reparatie van het bevoegdheidsgebrek terecht is gebaseerd op het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2010, bestaat er geen wettelijke grondslag voor toekenning van een proceskostenvergoeding. Het hof neemt terecht aan dat op grond van art. 7:11 en 7:15 geen mogelijkheid bestond een kostenvergoeding voor de bezwaarfase toe te kennen. Op grond van die bepalingen kan een kostenvergoeding worden toegekend ingeval van het herroepen van het besluit wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Zo vormt een gegrond bezwaar dat niet leidt tot een herroeping, maar alleen tot een verbetering van vormfouten of de motivering, geen aanleiding voor toekenning van een kostenvergoeding. Het besluit is in dit geval niet vernietigd (zie in dit verband ook Hoge Raad 24 december 2010, r.o ), zodat geen kostenvergoeding kon worden toegekend door de heffingsambtenaar. Daarmee is de kous af. Art. 8:75 Awb bevat weliswaar de mogelijkheid voor de rechter om kostenvergoedingen toe te kennen, maar in deze bepaling wordt voor de mogelijkheid dat de rechter een kostenvergoeding voor de bezwaarfase toekent, verwezen naar art. 7:11 en 7:15 Awb. De rechter dient dus dezelfde regels toe te passen als het bestuursorgaan had behoren te doen. Als de heffingsambtenaar geen mogelijkheid had een kostenvergoeding voor de bezwaarfase toe te kennen, heeft de rechter die mogelijkheid evenmin. De uitspraak van het hof is naar mijn mening dan ook innerlijk tegenstrijdig: de impliciete constatering van het hof dat er geen sprake was van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid, maar slechts van een reeds in de bezwaarfase gerepareerd bevoegdheidsgebrek, brengt mee dat er hoe dan ook geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase kon worden toegekend. Terzijde merk ik op dat in de beroepsfase de mogelijkheid van een kostenvergoeding bij een ongegrond beroep wel bestaat. Al met al meen ik dat belanghebbende hier ten onrechte een (zeker in verhouding tot het bedrag van de heffing) aanzienlijke kostenvergoeding voor de bezwaarfase in de schoot krijgt geworpen. In het kielzog van deze kostenvergoeding krijgt ze ook nog kostenvergoedingen voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep. Tegen deze hofuitspraak is overigens geen cassatieberoep ingesteld.
ECLI:NL:GHSHE:2016:2327
ECLI:NL:GHSHE:2016:2327 Instantie Datum uitspraak 10-06-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer 15/00135 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatiede voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,
uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter
Nadere informatieECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890
ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: mr. R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), augustus 2018, Afl. 17, BB 2018/315 19 april 2018 Gerechtshof s-hertogenbosch Telefonisch horen in bezwaarfase. Categorisch
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieAuteurs: Verschenen in: Datum: Gerechtshof: Ten onrechte tweemaal grafrechten geheven voor dubbelgraf. Titel: Uitspraak
Auteurs: Verschenen in: Datum: Gerechtshof: Titel: mrs. P.C. van der Vegt, V.M. van Daalen-Mannaerts en W.A. Sijberden met noot van R.T. Wiegerink Belastingblad 2017/311 Hof s-hertogenbosch 4 mei 2017,
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank
Nadere informatietegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388
ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:9569
ECLI:NL:RBROT:2016:9569 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 13-12-2016 Datum publicatie 15-12-2016 Zaaknummer ROT 16/3297 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:1379
ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:1064
ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatie11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep
ECLI:NL:GHSHE:2015:3523 http://deeplink. Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 11-09-2015 21-09-2015
Nadere informatiede heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (BsGW)
ECLI:NL:GHSHE:2019:638 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 21-02-2019 Datum publicatie 15-05-2019 Zaaknummer 17/00752 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLIM:2017:9435, (Gedeeltelijke)
Nadere informatieRechtbank Rotterdam, 10 oktober 2017, nr. ROT 16/905, ECLI:NL:RBROT:2017:7618
Uit: Belastingblad 2018/66 Rechtbank Rotterdam, 10 oktober 2017, nr. ROT 16/905, ECLI:NL:RBROT:2017:7618 mrs. M.I. Blagrove, I. Bouter en A.W. Schep Bestuursrecht, rioolheffing Met noot door: R.T. Wiegerink
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:3296
ECLI:NL:GHARL:2015:3296 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-05-2015 Datum publicatie 22-05-2015 Zaaknummer 14/00675 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2014:5014, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2733
ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatietegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234
ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieGERECHTSHOF AMSTERDAM
Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:6759
ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:20
ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.
Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751
ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2009 Datum publicatie 07-08-2009 Zaaknummer 08/5931 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229
ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:5107
ECLI:NL:RBZWB:2013:5107 Instantie Datum uitspraak 10-07-2013 Datum publicatie 09-08-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4777
ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en
ECLI:NL:GHARL:2017:1775 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer 16/00600 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:1287, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2335
ECLI:NL:GHSHE:2016:2335 Instantie Datum uitspraak 10-06-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer 15/01211 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatiemrs. G.J. van Muijen, P.A.M. Pijnenburg en T.A. Gladpootjes met noot van mr. R.T. Wiegerink Belastingblad 2017/ januari 2017 Hof s-hertogenbosch
Auteurs: Verschenen in: Datum: Gerechtshof: mrs. G.J. van Muijen, P.A.M. Pijnenburg en T.A. Gladpootjes met noot van mr. R.T. Wiegerink Belastingblad 2017/207 20 januari 2017 Hof s-hertogenbosch Hoogte
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:5523
ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:8884
ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477
ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:5327
ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2012:BW7826
ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-05-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 11-00572 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423. Uitspraak op het hoger beroep van
Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423 Uitspraak op het hoger beroep van de heer a, wonende te b, hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:2161
ECLI:NL:RBZWB:2015:2161 Instantie Datum uitspraak 03-04-2015 Datum publicatie 04-05-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 2875 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BD8513
ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619
ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231
ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 Instantie Datum uitspraak 28-06-2007 Datum publicatie 24-08-2007 Zaaknummer 06/00183 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:8624
ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2773
ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:11
ECLI:NL:RBGEL:2017:11 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03012017 Datum publicatie 13012017 Zaaknummer AWB 15 _ 4989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:6801
pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:8351
ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 Instantie Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 23-12-2015 Zaaknummer UTR 15/612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1341
ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:4441
ECLI:NL:RBZWB:2015:4441 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 4046 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:826
ECLI:NL:GHDHA:2017:826 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00407
Nadere informatie1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
uitspraak Æ/osi So GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-18/003 62 Uitspraak van 7 november 2018 X z. in het geding tussen: Ite (gemachtigde: belanghebbende,» P de inspecteur
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2008:BH0220
ECLI:NL:GHSHE:2008:BH0220 Instantie Datum uitspraak 17-10-2008 Datum publicatie 19-01-2009 Zaaknummer 07/00089 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3071
ECLI:NL:GHSHE:2017:3071 Instantie Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer 16/00152 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:950
ECLI:NL:GHSHE:2014:950 Instantie Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 13-00034 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatieop het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060.
\81e>vat>' uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer Uitspraak van 30 maart 2018 in het geding tussen: y z >B.V. te' I, belanghebbende, en P de inspecteur van de Belastingdienst,
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901
ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2098
ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638
ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer 09/00638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieUitspraak. is de aanslag onroerendezaakbelasting 2015 (OZB) vastgesteld op 433,78.
Auteur: mr. R.T. Wiegerink Verschenen in: Belastingblad (BB), november 2018, BB 2018/434 Datum: 11 september 2018 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Titel: Bij nieuwe WOZ-beschikking wegens onjuiste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4367
ECLI:NL:GHARL:2017:4367 Instantie Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00688 en 16/00689 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieBestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Brondatum: 07-07-2015 Een bestuurder is aansprakelijk gesteld voor de niet afgedragen loonheffingen van een
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104
ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-02-2010 Datum publicatie 17-02-2010 Zaaknummer 08/01104 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:4373
ECLI:NL:GHSHE:2016:4373 Instantie Datum uitspraak 29-09-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 15/01096 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:3001 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/00670
ECLI:NL:GHAMS:2015:3001 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2015 Datum publicatie 22-07-2015 Zaaknummer 14/00670 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN2186
ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2731
ECLI:NL:GHSHE:2016:2731 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00002 tot en met 15/00007 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2017:1974
ECLI:NL:RBZWB:2017:1974 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 02-05-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 7470 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:9611
ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: mr. R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), juni 2018, Afl. 13, BB 2018/237 8 maart 2018 Gerechtshof Amsterdam Bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard, omdat
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6739
ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:613
ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieLJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755
LJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755 Datum uitspraak: 29-08-2012 Datum publicatie: 12-09-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Belanghebbende, een
Nadere informatieUitspraak ^' 3 / o^ 5
Uitspraak ^' 3 / o^ 5 GERECHTSHOF AMSTERDAM 4 juli 2013 uitspraak van dc zevende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van X 2, OBBVHHBBBV' wonende te flhhav belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatiepagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:634
ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,
Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BB4234 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 06/00058
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB4234 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 26-09-2007 Zaaknummer 06/00058 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2016:4850
ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2988
ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024
ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2216
ECLI:NL:GHARL:2015:2216 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 03-04-2015 Zaaknummer 14/00437 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2014:1424, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:76. Uitspraak. Permanente link:
ECLI:NL:HR:2015:76 Permanente link: http://deeplink. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Zaaknummer 13/00721 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:412, Gedeeltelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:30
ECLI:NL:GHDHA:2016:30 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 13-01-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-15/00227
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:493
ECLI:NL:GHSHE:2017:493 Instantie Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 15/01058 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2013:3180
ECLI:NL:GHDHA:2013:3180 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24072013 Datum publicatie 21082013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK12/00764 Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatie