CREATIEF EUROPA ( ) SUBPROGRAMMA MEDIA OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN. EACEA 26/2016: Online bevorderen van Europese werken

Transcriptie

1 CREATIEF EUROPA (01-00) SUBPROGRAMMA MEDIA OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA 6/016: Online bevorderen van Europese werken 1. DOELSTELLINGEN EN BESCHRIJVING Deze aankondiging van een oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EU) nr. 195/01 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 01 die betrekking heeft op de uitvoering van een ondersteuningsprogramma voor de Europese culturele en creatieve sector (CREATIEF EUROPA) en de rectificatie ervan van 7/06/01 1. Twee prioriteiten van het subprogramma MEDIA om transnationale verspreiding als specifieke doelstelling te bevorderen, zijn: het ondersteunen van transnationale marketing, "branding" en verspreiding van audiovisuele werken via alle andere platforms dan bioscopen; het bevorderen van nieuwe wijzen van distributie om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken. Het subprogramma MEDIA voorziet in steun voor de volgende maatregelen: het opzetten van ondersteuningssystemen voor de verspreiding van niet-nationale Europese films via bioscopen en andere platforms, alsmede voor internationale verkoopactiviteiten, met name de ondertiteling, nasynchronisatie en audio-beschrijving van audiovisuele werken; innovatieve acties om nieuwe bedrijfsmodellen en hulpmiddelen te testen op gebieden die naar verwacht zullen worden beïnvloed door de invoering en het gebruik van digitale technologieën.. IN AANMERKING KOMENDE AANVRAGERS Deze regeling staat open voor entiteiten (particuliere ondernemingen, organisaties zonder winstoogmerk, verenigingen, liefdadigheidsinstellingen, stichtingen, gemeenten/gemeenteraden enz.) die gevestigd zijn in een van de landen die deelnemen aan het subprogramma MEDIA (zie 1 VERORDENING (EU) Nr. 195/01, Publicatieblad van de Europese Unie van 0/1/01, (PB L7/1) en 7/06/01 (PB L189/60)

2 hieronder) en die hetzij rechtstreeks, hetzij via een meerderheidsparticipatie eigendom zijn van onderdanen van die landen. In aanmerking komen aanvragen van rechtspersonen die in één van de volgende landen gevestigd zijn, mits voldaan is aan alle voorwaarden die worden genoemd in artikel 8 van de verordening tot vaststelling van het programma Creatief Europa en de Commissie met het betrokken land in onderhandeling is getreden: EU-lidstaten en overzeese landen en gebieden die aan het programma mogen deelnemen ingevolge artikel 58 van Besluit 001/8/EG van de Raad; toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, overeenkomstig de algemene beginselen en voorwaarden voor de deelname van die landen aan EU-programma's die in de desbetreffende kaderovereenkomsten, besluiten van de Associatieraad of vergelijkbare overeenkomsten zijn vastgelegd; de EVA-landen die lid zijn van de EER, overeenkomstig de bepalingen van de EERovereenkomst; de Zwitserse Bondsstaat, overeenkomstig een met dit land te sluiten bilaterale overeenkomst; De landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met deze landen werden vastgesteld in vervolg op de kaderovereenkomsten die voorzien in hun deelname aan programma's van de Unie. Het programma staat ook open voor op uitgekozen landen of regio's gerichte bilaterale en multilaterale samenwerkingsacties op basis van door die landen of regio's betaalde aanvullende financiële bijdragen en van specifieke met die landen of regio's vast te leggen afspraken. In het kader van het programma zijn, op basis van gezamenlijke bijdragen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, ook samenwerking en gemeenschappelijke acties mogelijk met landen die niet aan het programma deelnemen en met internationale organisaties die in de culturele en creatieve sectoren actief zijn, zoals de Unesco, de Raad van Europa, de Organisatie voor Europese samenwerking en ontwikkeling en de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom. Voorstellen van aanvragers in niet-eu-landen kunnen in aanmerking komen, mits op de datum van het toekenningsbesluit overeenkomsten zijn ondertekend die de regelingen bevatten voor de deelname van deze landen aan het bij de hoger genoemde verordening ingestelde programma.. IN AANMERKING KOMENDE ACTIES Vanuit de regeling voor het online bevorderen van Europese werken wordt steun verleend aan: - Actie 1: acties zoals digitale bevordering, marketing, branding, tagging en ontwikkeling van nieuwe content door bestaande VOD-diensten die grotendeels Europese films aanbieden. Het doel van deze actie is de zichtbaarheid en vindbaarheid van en het publiek wereldwijd voor Europese audiovisuele werken te vergroten. - Actie : het samenstellen van digitale pakketten die de marketing van Europese audiovisuele werken op VoD-platforms vergemakkelijken.

3 - Actie : innovatieve strategieën voor de verspreiding en bevordering van Europese audiovisuele werken, inclusief initiatieven voor publieksontwikkeling die gericht zijn op innovatieve en participatieve strategieën om een breder publiek te bereiken met Europese films. Aanvragers die projecten indienen voor verschillende acties moeten voor elke actie afzonderlijke aanvragen indienen. De actie moet van start gaan tussen en en een looptijd hebben van twaalf maanden.. TOEKENNINGSCRITERIA In aanmerking komende aanvragen/projecten worden op basis van de volgende criteria beoordeeld: Actie 1: 1 doelen van de oproep tot het indienen van voorstellen, op relevantie getoetst. 0 Aan de hand van dit criterium worden de geschiktheid van de methodologie voor de doelstellingen, de kwaliteit van en de samenhang tussen de bevorderings- en marketingstrategieën, de innovatieve aspecten, de haalbaarheid en de kostenefficiëntie geëvalueerd. 5 Aan de hand van dit criterium vindt een beoordeling plaats van het effect van de steun op de zichtbaarheid van en het publiek voor Europese audiovisuele werken en de strategieën om de actie een duurzaam karakter te geven. 0 Bij dit criterium wordt gekeken naar de rol- en taakverdeling met betrekking tot de doelstellingen van de actie. 5 Actie :

4 1 doelen van de oproep tot het indienen van voorstellen, op relevantie getoetst. 0 Op basis van dit criterium wordt nagegaan of de methodologie geschikt is ten aanzien van de gestelde doelen en worden de marketingstrategie, de haalbaarheid en de kostenefficiëntie getoetst. 0 Op basis van dit criterium vindt een beoordeling plaats van het effect van de actie op de beschikbaarheid, de zichtbaarheid en het potentiële publiek voor Europese audiovisuele werken en de strategieën voor het ontwikkelen van de van de actie. 0 Bij dit criterium wordt gekeken naar de omvang van het partnerschap, de uitwisseling van kennis binnen het partnerschap en de rol- en taakverdeling met betrekking tot de doelstellingen van de actie. 10 Actie : 1 doelen van de oproep tot het indienen van voorstellen, op relevantie getoetst. 0 Op basis van dit criterium wordt nagegaan of de methodologie geschikt is ten aanzien van de gestelde doelen, en worden het bedrijfsmodel, innovatieve aspecten, de marketingstrategie, de haalbaarheid en de kostenefficiëntie getoetst. 0 Aan de hand van dit criterium vindt een beoordeling plaats van de verspreiding van de met het oog op het garanderen van informatie-uitwisseling/transparantie, alsook het effect van de steun op het potentiële publiek voor Europese audiovisuele werken en de strategieën om de actie een duurzaam karakter te geven. 0 Bij dit criterium wordt gekeken naar de omvang van het partnerschap, de uitwisseling van kennis binnen het partnerschap en de rol- en taakverdeling met betrekking tot de doelstellingen van de actie. 10

5 5. BEGROTING De totale begroting voor de cofinanciering van projecten wordt op 9,9 mln EUR geraamd. Het bedrag van de toewijzing voor de acties wordt als volgt indicatief uitgesplitst: - Actie 1: een indicatief bedrag van mln EUR. - Actie : een indicatief bedrag van,1 mln EUR. - Actie : een indicatief bedrag van,5 mln EUR. Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare middelen toe te kennen. 6. TERMIJN VOOR INDIENING VAN AANVRAGEN Voorstellen moeten uiterlijk op 06/0/017 om 1.00 uur 's middags (plaatselijke tijd Brussel) worden ingediend door middel van het online-aanvraagformulier(e-formulier). Geen andere wijze van indiening van een aanvraag zal worden aanvaard. Aanvragers dienen ervoor te zorgen dat alle documenten waarom in de e-forumlieren wordt verzocht en die daarin worden genoemd, worden verstrekt. 7. VOLLEDIGE INFORMATIE De volledige tekst van de richtsnoeren en de aanvraagformulieren zijn te vinden op het volgende internetadres: _en Aanvragen moeten aan de bepalingen van de richtsnoeren voldoen en door middel van de daartoe bestemde e-formulieren worden ingediend. 5