HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Transcriptie

1 HUISHOUDELIJK REGLEMENT In aanvulling op de Statuten van Vereniging Wildbeheereenheid Oldambt, vastgesteld in de algemene ledenvergadering van WERKGEBIED ARTIKEL 1. lid 1. Het werkgebied van de Vereniging heeft een omvang van hectare. lid 2. Het werkgebied en de deelgebieden van de Vereniging zijn op de bijgevoegde kaart weergegeven. LIDMAATSCHAP ARTIKEL 2. Lid 1. Leden Alle leden van een jachtcombinatie dienen lid te zijn van de vereniging. Een nieuw lid wordt eerst dan ingeschreven als hij aan de voorwaarden in de statuten en het huishoudelijk reglement en aan alle verplichtingen van de inschrijving heeft voldaan. Onder inschrijving wordt verstaan, het volledig invullen van het gevraagde op het inschrijf-formulier en het retour zenden hiervan naar het verenigings-secretariaat, en het betalen van de geldende contributie. Op het inschrijf-formulier dient in ieder geval het volgende te worden vermeld: volledige voornaam(en), achternaam, straat, postcode, woonplaats, gemeente, telefoonnummer, geboorte-datum, geboorteplaats, jachtaktenummer, ligging en grootte van het jachtveld, zelfstandig jager of deelname in een jachtcombinatie. Leden verlenen hun volledige medewerking in het aanleveren van (jacht)gegevens in het digitaal FRS systeem. Lid 2. Deelnemers en Donateurs Een deelnemer of donateur heeft geen stemrecht. Deelnemers en donateurs betalen jaarlijks een bijdrage van tenminste het contributie bedrag voor leden. Lid 3. Vergoeding van kosten De leden van het bestuursorgaan der vereniging, de leden van commissies of werkgroepen hebben recht op vergoeding van reiskosten en andere kosten, verbonden aan werkzaamheden in het belang der vereniging, zulks overeenkomstig door het bestuur vast te stellen richtlijn. Lid 4. Kontributiebetaling De door de leden verschuldigde kontributie voor het lopende verenigingsjaar dient voor 1 maart van dat jaar te zijn voldaan. De contributie bedraagt 45,00 voor De leden die tevens aantoonbaar lid zijn van de KNJV krijgen 10,00 reductie. Na aanmaning worden extra kosten in rekening gebracht. Nieuwe leden die lid worden in het lopende verenigingsjaar betalen de volledige contributie van dat jaar. De penningmeester bepaalt op welke wijze de contributie zal worden geïnd. Bij tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap word geen contributie terugbetaald.

2 Beëindiging van het lidmaatschap van WBE Oldambt dient vóór 1 december te zijn gemeld middels een schrijven aan het secretariaat van WBE Oldambt of een bericht aan: wbe.oldambt@hetnet.nl Als opzegging uitblijft wordt het lidmaatschap verlengd voor een periode van maximaal één (1) jaar. HET BESTUUR, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN ARTIKEL 3. lid 1. Elk lid van het bestuur treedt uiterlijk drie (3) jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur vooraf op te maken rooster van aftreding. Het aftredende bestuurslid is terstond herkiesbaar. lid 2. Bij het ontstaan van één of meer tussentijdse vacatures wordt daarin voorzien op de eerstvolgende ledenvergadering. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. lid 3. Elk bestuurslid, ook wanneer dit bestuurslid voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. lid 4: Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door schriftelijk bedanken van het bestuurslid. Lid 5. Bestuur. Het bestuur bestaat uit 5 personen, voorzitter, secretaris, penningmeester en twee bestuursleden. Funktieverdeling: A.E.Sportel, voorzitter, algemene zaken, woordvoerder, vertegenwoordiging in en buiten de vereniging, dagelijks bestuur. B.H. Saathof, secretaris, adres en administratie van de vereniging, registratie afschot, vergunningen, dagelijks bestuur. O. Knottnerus, penningmeester, financiën, verhuur-contracten SBB- BBL- Hunze en Aa s, dagelijks bestuur. W.A. Kuiper, bestuurslid, vice secretaris en notulist. A.M.J. Boonman, bestuurslid en algemeen adjunct Lid 6. Rooster van aftreden bestuur. De voorzitter treedt af in het jaar 2020, de secretaris treedt af in het jaar 2018, de penningmeester treedt af in het jaar 2019, de 2e. secretaris treedt af in het jaar 2019, de algemeen adjunct treedt af in het jaar Respectievelijk, Sportel, Saathof, Knottnerus, Kuiper en Boonman. DE VOORZITTER ARTIKEL 4. lid 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur en de Algemene Vergadering en regelt de volgorde van te behandelen zaken. Hij verleent het woord en heeft het recht elke spreker tot orde te roepen of het woord te ontnemen.

3 lid 2. De voorzitter heeft voorts onder meer tot taak: a. de behartiging van de belangen van - en de goede gang van zaken binnen - de Vereniging a. het in overleg met de secretaris opstellen van de agenda s en de convocaties voor bestuurs- en ledenvergaderingen b. het handhaven van de orde in en het leiden van de bestuurs- en ledenvergaderingen c. handhaven van de Statuten en Huishoudelijk Reglement van de Vereniging in de vergaderingen d. het er op toezien dat de genomen beslissingen in bestuurs- en ledenvergaderingen correct worden uitgevoerd e. het verzorgen van de representatie van de Vereniging f. het vastleggen (samen met de secretaris) van de notulen van alle vergaderingen en van de belangrijke uitgaande brieven DE SECRETARIS ARTIKEL 5. lid 1. De secretaris voert het secretariaat van de Vereniging, waarbij hij zich kan laten bijstaan door één of meer (bestuur)sleden. lid 2. De secretaris heeft voorts onder meer tot taak: a. het uitschrijven en notuleren van bestuurs- en ledenvergaderingen b. het mede vastleggen van de notulen van de bestuurs- en ledenvergaderingen c. de administratieve behandeling van de convocaties en agenda s voor de bestuurs- en ledenvergaderingen d. het bijhouden van het register van leden, deelnemers en donateurs e. het schriftelijk meedelen van het bestuursbesluit tot toelating aan betrokkene en in voorkomend geval beschikbaar stellen van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement f. het verzorgen van de inkomende en uitgaande correspondentie van de Vereniging g. voorleggen van belangrijke uitgaande brieven ter beoordeling en ondertekening aan de voorzitter h. het opstellen van het jaarverslag i. de archivering, met uitzondering van de tot de financiële administratie behorende bescheiden j. het verzorgen van een juiste registratie van de bestuurssamenstelling bij de Kamer van Koophandel k. het functioneren als eerste aanspreekpunt van de Vereniging l. het voorbereiden van contracten met derden DE PENNINGMEESTER ARTIKEL 6. lid 1. De penningmeester is verantwoordelijk voor de onder zijn berusting zijnde geldmiddelen van de Vereniging en tekent de kwitanties. De invordering van de jaarlijkse bijdrage is aan hem opgedragen. lid 2. De penningmeester heeft voorts onder meer tot taak: a. het opstellen van het concept voor de jaarlijkse begroting b. het opstellen van de jaarrekening c. het voeren van de boekhouding d. het tijdig innen van te vorderen bedragen

4 e. het tijdig doen van betalingen binnen de ramingen van de vastgestelde begroting (uitgaven buiten de begroting en boven geraamde begrotingsbedragen zijn in geen geval toegestaan zonder specifiek bestuursbesluit) f. het adviseren van het bestuur tot het doen van voorstellen aan de ledenvergadering tot begrotingswijzigingen, in het geval dat geen of te lage bedragen zijn begroot g. het voeren van een goed geldelijk beheer h. het adviseren aan het bestuur met betrekking tot het te voeren financieel beleid i. het archiveren van alle stukken die tot de financiële administratie behoren FINANCIËN ARTIKEL 7. lid 1. De jaarlijkse bijdragen voor leden, deelnemers en donateurs worden door de Algemene Vergadering vastgesteld op voordracht van het bestuur. lid 2. De Algemene Vergadering kan op voorstel van het bestuur besluiten administratiekosten in rekening te brengen voor onder meer huurovereenkomsten en doorschrijven van toestemmingen en/of ontheffingen. lid 3. Vergunningen aan leden worden kosten-dekkend verstrekt. Voor niet-leden zal een opslag in rekening worden gebracht ter grootte van de jaarlijkse kontributie. BESTUURSVERGADERINGEN EN BESLUITVORMING ARTIKEL 8. lid 1. Het bestuur vergadert in ieder geval voorafgaande aan de Algemene Vergadering en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of als ten minste twee bestuursleden daarom verzoeken. lid 2. In het laatstbedoelde geval moet de bestuursvergadering binnen drie weken na ontvangst van het onder lid 1 bedoeld verzoek worden gehouden. lid 3. De oproeping voor de bestuursvergadering geschiedt schriftelijk uiterlijk zeven dagen voorafgaande aan de vergadering en met vermelding van de agenda en eventuele stukken. lid 4. Van elke bestuursvergadering worden notulen gemaakt die in de volgende bestuursvergadering ter vaststelling worden voorgelegd. ALGEMENE VERGADERING ARTIKEL 9. lid 1. De Algemene Vergadering kan geen besluiten nemen over een onderwerp, dat niet duidelijk in de agenda als te behandelen agendapunt is omschreven. lid 2. In de Algemene Vergadering wordt melding gemaakt van ingekomen stukken. lid 3. Ieder lid kan ter vergadering een voorstel van orde doen. Een dergelijk voorstel betreft de wijze van behandeling van de agenda of van een agendapunt.

5 Lid 4. De voorzitter is gerechtigd een lid, deelnemer en donateur wegens (herhaaldelijk) wangedrag tijdens de Algemene Vergadering het woord te ontnemen en/of uit de vergadering te laten verwijderen. Lid 5. Elk lid heeft het recht, staande de vergadering, voorstellen of moties in te dienen. Voorstellen worden na toelichting van de voorsteller alleen dan op de agenda van de volgende vergadering geplaatst, indien de vergadering zich ervoor verklaart. Kascommissie tot onderzoek van de rekeningen en verantwoording. ARTIKEL 10. De kascommissie zal bestaan uit tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, en waarvan één hunner aftreed op de jaarvergadering. Ieder jaar zal op de jaarvergadering een nieuw lid worden gekozen door de vergadering. De kascommissie controleert alle bescheiden (rekeningen, bankafschriften, inkomsten en uitgaven) van het boekjaar voorafgaand aan de jaarvergadering. Alle bescheiden moet worden geparafeerd door de kascommissie. De kascommissieleden tekenen een gedagtekende akkoordverklaring, opgesteld door de penningmeester. De kascommissie brengt verslag uit van hun bevindingen op de jaarvergadering, waarna de vergadering aan het bestuur decharge kan verlenen. VERGOEDINGEN ARTIKEL 11. Leden, deelnemers of donateurs of zij die zijn opgehouden lid, deelnemer of donateur van de Vereniging te zijn, kunnen nimmer enige aanspraak op haar bezittingen maken. INTRODUCTIE ARTIKEL 12. Ieder lid heeft het recht van introductie van een derde persoon voor vergaderingen en bijeenkomsten, mits deze introductie door de voorzitter wordt goedgekeurd. Dezelfde persoon mag echter niet meer dan één keer per jaar geïntroduceerd worden. Hij die gebruik maakt van dit recht is verplicht met de introducé te tekenen in het introductieboek en neemt alle verplichtingen op zich van de introducé als gelden deze zijn eigen verplichtingen. REEWILDCOMMISSIE ARTIKEL 13. lid 1. De reewildcommissie wordt door het bestuur benoemd. lid 2. De taken van de reewildcommissie worden door het bestuur schriftelijk vastgelegd. ARTIKEL 14. lid 1. De reewildcommissie kan leden van de Vereniging aanwijzen die haar bij de uitvoering van taken bijstaan.

6 lid 2. De reewildcommissie kan protocollen opstellen en door de Algemene Ledenvergadering laten goedkeuren, voor de werkwijze bij het verdelen van ontheffingen over de leden van de Vereniging, zulks ter realisering van het faunabeheerplan. lid 3. De reewildcommissie doet in voorkomend geval aanvullende voorstellen aan het bestuur over de juiste en evenredige verdeling van ontheffingen over de leden van de Vereniging, zulks ter realisering van het faunabeheerplan. REGELS t.a.v. REEWILDAFSCHOT ARTIKEL 15. Lid 1. Algehele Coördinatie. De Reewild Coördinatie Commissie (RCC) De RCC bestaat uit tenminste 3 leden, waarvan 1 lid zitting heeft in het bestuur van de Vereniging. Huidige leden: J. Bruins, H.E. Evers, B.H. Saathof De RCC is verantwoording schuldig aan het bestuur van de WBE. Lid 2. Reewildtellingen. Het werkgebied van de RCC is opgedeelt in 9 deelgebieden: Per deelgebied wordt minimaal 2 x per jaar ( maart en november ) een telling gehouden door tenminste 2 personen van de reewild- telcommissie. De 3 e. telling geschied door de reewild- jagers. Teldata worden vastgesteld door de RCC. Lid 3. Afschotplan. Aan de hand van het Universeel Beheerplan voor Reeën in Groningen, Friesland en Drenthe, stelt de RCC het afschotplan per deelgebied vast. De draagkracht in ons gebied bepaald mede het afschot. Lid 4. Beleidsregels. Toegewezen bok-kalf realiseren in de geiten afschot-periode, geen verlenging naar afschot in bokken periode. Bij nog niet gerealiseerd of niet afgemeld afschot in de laatste 2 weken van het afschottermijn van zowel de geiten als de bokken kan het afschot aan iemand anders worden toegekend. Lid 5. Afschot. De jager geeft schriftelijk aan, dat hij in aanmerking wenst te komen voor afschot. De in aanmerking komende jager ontvangt een aanvraagformulier voor afschot. De RCC beslist waar en wie het afschot gaat realiseren en zorgt voor een afschotvergunning. De RCC zorgt voor rapportage naar de FBE. Lid 6. Afmelden. Gerealiseerd afschot dient binnen 24 uur na afschot gemeld te worden via het digitale programma Faunaregistratie. Van het afschot dienen 2 foto s te worden gemaakt: 1 van de kop en 1 van de achterloper met daarin het zichtbaar dichtgeknepen wildmerk met leesbaar nummer. Bij de digitale afschotmelding dienen deze 2 foto s ingevoerd te worden. Ook als het toegewezen afschot eventueel niet wordt of kan worden gerealiseerd dient dit tijdig aan de RCC gemeld te worden. (minimaal 14 dagen voor het einde van elke afschot-periode)

7 Wanneer niet aan de verplichtingen voldaan wordt, kunnen er sanctie s volgen, zoals 1 jaar geen of minder afschot. Lid 7. Voorwaarden voor afschot. Indien gevraagd, moet de reewildjager zijn medewerking verlenen aan de activiteiten t.b.v. het reewildbeheer en voorschriften door overheid en FBE. Het afschot is geen gunst, die je naar believen kunt vervullen, maar een plicht waar je op aangesproken kunt worden! FAUNAINVENTARISATIES ARTIKEL 16. lid 1. De leden verstrekken jaarlijks tijdig de tel- en inventarisatiegegevens aan de secretaris en/of aan de faunacommissie. lid 2. De leden verplichten zich tot het tijdig registreren van afschotgegevens in het digitale faunaregistratiesysteem en tot het uitvoeren van inventarisaties/tellingen in de onder hun beheer vallende jachtvelden dan wel het verlenen van medewerking aan commissies en/of werkgroepen die hiermee worden belast. lid 3. Voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is zal wettelijke verplichte registratie van afschot door of namens de jachthouder met een jachtakte geschieden. lid 4. Voor gebruik van deze gegevens voor andere doeleinden dan ten behoeve van het opstellen van het provinciale faunabeheerplan, het rapporteren van de uitvoering daarvan, of ter ondersteuning van lokale, provinciale of landelijke belangenbehartiging, is toestemming van het bestuur van de Vereniging vereist. STROPERIJ EN ONWEIDELIJK JAGEN ARTIKEL 17. lid 1. Indien leden of deelnemers onweidelijk gedrag of andere handelingen in strijd met de belangen van de Vereniging menen waar te nemen bij andere leden of deelnemers en zij dat zelf niet kunnen corrigeren, dan dienen zij het secretariaat hiervan op de hoogte te stellen. lid 2. Onder weidelijkheid worden verstaan regels voor de uitvoering van de jacht en het beheer in overeenstemming met de landelijke gedrags- en fatsoensnormen zoals neergelegd in opgestelde of op te stellen voorschriften. lid 3. Het bestuur kan verzoeken om een schriftelijke en ondertekende melding, alvorens de zaak in behandeling te nemen. lid 4. Deze meldingen zullen door het bestuur vertrouwelijk, zo nodig na hoor en wederhoor, worden behandeld. lid 5. Gedrags en Weidelijkheidsregels Een weidelijke jager is een vakkundige jager met eerbied voor de natuur, die in het besef van zijn verantwoordelijkheid de jacht uitoefent. Hij komt de wettelijke verplichtingen na. Hij jaagt volgens de hierna beschreven gedrags- weidelijkheidsregels:

8 a. Beheer van het jachtveld a. beschermt de fauna en flora in het jachtveld tegen onredelijke en/of onrechtmatige aantasting; b. helpt het dier in barre omstandigheden; c. jaagt met inachtneming van de bepalingen van fauna- en wildbeheerplannen; d. onderhoudt regelmatig contacten met grondgebruikers en andere betrokkenen en tracht belangrijke schade door dieren te voorkomen; e. houdt zijn kennis op het gebied van natuur, fauna, beheer en jacht op peil. b. Houding ten opzichte van dieren a. zal alle middelen aanwenden om dieren niet onnodig te laten lijden; b. besteedt alle moeite en zorg aan het binnenbrengen van beschoten dieren en moet daartoe kunnen beschikken over een jachthond; c. verzorgt de dode dieren zodanig, dat er een optimaal gebruik van kan worden gemaakt. c. Zelfbeheersing a. beoefent de jacht - in de ruimste zin van het woord - binnen de eisen van goed fauna- en wildbeheer; b. schiet alleen als: hij het dier voldoende kan aanspreken en kan binnen krijgen; het dier zich voor hem dodelijk trefbaar vertoont en het dier zich niet gunstiger presenteert voor een andere jager. d. Veiligheid met het wapen a. opent en ontlaadt zijn wapen wanneer hij niet schietklaar hoeft te zijn; b. passeert een hindernis alleen met een geopend en ongeladen wapen; c. hanteert zijn wapen zodanig, dat het nooit op een mens is gericht; d. neemt bij het schieten steeds een ruime veiligheidsgrens in acht; e. zorgt ervoor voldoende vaardig te blijven in het gebruik van zijn wapen(s). e. Houding tegenover derden a. heeft respect voor de rechten en eigendommen van derden; b. bevordert door zijn gedrag in het veld een positief beeld van de jacht; c. gedraagt zich collegiaal tegenover andere jagers; d. volgt stipt de aanwijzingen op van de jagermeester, de jachtopziener of diens helpers. f. Houding ten opzichte van de samenleving a. is bereid actief mee te werken aan het geven van voorlichting over het jachtbedrijf; b. doet constructief mee in maatschappelijke discussies over natuurbeheer en de wetgeving daarover; c. werkt waar mogelijk samen met andere natuurbeheerders; d. onderwerpt zich aan het tuchtrecht

9 BALLOTAGECOMMISSIE ARTIKEL 18. lid 1. Op voordracht van het bestuur kan een ballotagecommissie worden benoemd door de Algemene Vergadering. Het betreft een bindende voordracht, waaraan evenwel het bindend karakter kan worden ontnomen door een meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen, genomen in een Algemene Vergadering waarin ten minste een meerderheid van de leden aanwezig is. lid 2. Indien geen voordracht door het bestuur is opgemaakt, of het bindend karakter aan de voordracht is ontnomen, is de Algemene Vergadering vrij in de keuze en samenstelling van de commissie. lid 3. De commissie bestaat uit ten minste drie leden en is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. De voorzitter van de commissie wordt benoemd door het bestuur. lid 4. Iedere drie jaar treedt een commissielid af. Dit commissielid is terstond herkiesbaar. lid 5. De commissie is belast met de beoordeling van de aanvragen om toelating tot de Vereniging door leden, deelnemers en donateurs. lid 6. De commissie voert haar taken namens het bestuur uit binnen de aan het bestuur in de Statuten toegekende bevoegdheden. lid 7. In voorkomende gevallen stelt de commissie een voordracht op welke ter goedkeuring aan het bestuur wordt voorgelegd. lid 8. Bij niet toelating heeft een aspirant-lid, -deelnemer of -donateur de mogelijkheid van beroep op de Algemene Vergadering. lid 9. De commissie is gehouden de beoordeling van de voordracht tijdig ter kennis te brengen aan betrokkene(n) onder opgaaf van beroepsmogelijkheid. CONCURRENTIEVERBOD ARTIKEL 19. Het is de leden, deelnemers en donateurs verboden op enigerlei wijze te pogen, direct dan wel indirect, het jachtrecht en/of de toestemming om te beheren te verwerven op gronden waarop andere leden ditzelfde recht hebben verworven, één en ander op straffe van royement door de Vereniging. Vorenstaand verbod is niet van kracht indien de leden, deelnemers of donateurs bedoeld recht verkrijgen door eigendomsverkrijging van de gronden waarop dit recht wordt uitgeoefend, dan wel indien het initiatief tot verhuur respectievelijk tot toestemming voor beheer genomen wordt door de verhuurder. GESCHILLENREGELING M.B.T. OPZEGGING VAN EN ONTZETTING UIT HET LIDMAATSCHAP ARTIKEL 20. lid 1. Op voordracht van het bestuur kan een arbitragecommissie worden benoemd door de Algemene Vergadering. Het betreft een bindende voordracht, waaraan evenwel het bindend karakter kan worden ontnomen door een meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen, genomen in een Algemene Vergadering waarin ten minste een meerderheid van de leden aanwezig is.

10 lid 2. Indien geen voordracht door het bestuur is opgemaakt, of het bindend karakter aan de voordracht is ontnomen, is de Algemene Vergadering vrij in de keuze en samenstelling van de commissie. lid 3. De commissie bestaat uit ten minste drie leden en is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. De voorzitter van de commissie wordt benoemd door het bestuur. lid 4. Iedere drie jaar treedt een commissielid af. Dit commissielid is terstond herkiesbaar. lid 5. De commissie voert haar taken namens het bestuur uit binnen de aan het bestuur in de Statuten toegekende bevoegdheden. lid 6. De commissie is belast met de beoordeling van geschillen omtrent de opzegging van het lidmaatschap, dan wel ontzetting uit het lidmaatschap. De commissie beoordeelt daartoe een schriftelijk ingebrachte eis van het bestuur omtrent een opzegging van het lidmaatschap, dan wel een ontzetting uit het lidmaatschap, en geeft het betrokken lid de gelegenheid om uiterlijk binnen een termijn van twee weken na het verzoek daartoe een schriftelijk verweer in te brengen. Daarna organiseert de commissie een zitting waar de partijen hun standpunt mondeling kunnen toelichten. De commissie hoort daarbij zo nodig getuigen of deskundigen. De commissie brengt ten slotte advies uit aan het bestuur, met afschrift naar betrokkenen. ARTIKEL 21. lid 1. Indien het bestuur, conform het bepaalde in de Statuten, besluit tot opzegging van het lidmaatschap, dan wel ontzetting uit het lidmaatschap, dan krijgt het betreffende lid, dan wel krijgen de betreffende leden, via de secretaris van de Vereniging een schriftelijke kennisgeving bij aangetekend schrijven van het voornemen van het besluit. lid 2. In betreffend schrijven dient het lid te worden gewezen op de mogelijkheid, bij dit artikel verleend, om in een bijzondere bestuursvergadering te worden gehoord. lid 3. Het verzoek tot een bijzondere bestuursvergadering dient het lid binnen acht dagen na ontvangst van de kennisgeving van het bestuur bij aangetekend schrijven aan de secretaris van de Vereniging kenbaar te maken. lid 4. Het bestuur zal zo spoedig mogelijk de bijzondere bestuursvergadering houden en het lid daarvan op de hoogte te stellen door mededeling van datum, tijd en plaats van de bijzondere bestuursvergadering. lid 5. Indien het bestuur ook na deze bijzondere bestuursvergadering blijft bij het besluit tot opzegging dan wel ontzetting zal overigens worden gehandeld op de wijze als voorzien in de Statuten. ARTIKEL 22. Indien de opzegging van het lidmaatschap, dan wel de ontzetting uit het lidmaatschap, het gevolg is van handelingen die in strijd zijn met de uitvoering van het faunabeheerplan, dan raadpleegt de Vereniging eerst het bestuur van de faunabeheereenheid of de besturen van de faunabeheereenheden alvorens tot opzegging of uitzetting over te gaan. ARTIKEL 23. Alle overige geschillen worden afgehandeld door het bestuur.

11 GOEDKEURING ARTIKEL 24. Het bedrag of de waarde als bedoeld in artikel 17, lid 5, sub a van de Statuten bedraagt VERZEKERING ARTIKEL 25. De Vereniging sluit een Wettelijke Aansprakelijkheids cq Ongevallen-verzekering af voor alle door de leden gevoerde activiteiten en werkzaamheden t.b.v. de Vereniging. (d.m.v. het WBE lidmaatschap van de Koninklijke Jagervereniging zijn alle leden verzekerd) SLOTBEPALING ARTIKEL 26. Algemene bepaling Het huishoudelijk reglement wordt jaarlijks op de algemene ledenvergadering (jaarvergadering) vastgesteld. Het bestuur is gehouden om tussentijds regels toe te voegen, te wijzigen, of zodanig aan te passen dat zij voor een behoorlijk besturen van de vereniging noodzakelijk acht, zij legt hiervoor verantwoording af op de jaarvergadering. Daar waar dit Huishoudelijk Reglement niet voorziet beslist het bestuur.