40 jaar goed op weg! April 2018 JAArgAng 40

Transcriptie

1 40 jaar goed op weg! April 2018 Jaargang 40

2

3 Al 40 jaar goed op weg! Aquariumvereniging De Siervis Ingeschreven onder bij de K.v.K te Tilburg. Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit. Aangesloten bij de N.B.A.T. Opgericht d.d Website: Facebook: facebook.com/desiervis.nl IN DIT NUMMER jaargang 40, April 2018 Uitnodiging Voor de bijeenkomst van 9 april a.s. op pagina 5 Verslag verenigingsavond Verslag van 7 maart jl. zie pag. 7 Mededelingen M.b.t. uitslag districtskeuring 2018 pagina 12 ADVIESCOMMISSIE Peter van der Ark Pierre Oomes, Sjef Beurskens, REDACTIE Uw bijdrages kunt u mailen naar: redactie@desiervis.nl BESTUUR Voorzitter Jan Wildeboer voorzitter@desiervis.nl Secretaris Peter van der Ark secretaris@desiervis.nl Penningmeester Piet van Dongen penningmeester@desiervis.nl 2e Voorzitter/Redactie Reginald Kluijtmans redactie@desiervis.nl PR/Bestuurslid Daniël Aarts Postadres secretariaat Wagenaarstraat MT, Oosterhout Bank NL51 RABO AV De Siervis - pagina 3

4

5 Uitnodiging Wij nodigen u graag uit voor een lezing over: levendbarende vissen Door Theo Verheij (onder voorbehoud) Datum: Maandag 9 april 2018 Aanvang: uur Plaats: Gewijzigde locatie! Vrije School De Strijene, Ganzendonk 4 in Oosterhout. De meest bekende levendbarende visjes die gehouden worden zijn de plaatjes en de guppen. Maar daarmee doen de aquariumhouders deze groep eigenlijk te kort. Er zijn heel veel meer soorten die minder bekend zijn maar minstens zo mooi. De meeste van die soorten komen oorspronkelijk uit Midden-Amerika. Maar de gup heeft intussen een groot deel van de (sub-) tropische wereld veroverd. Dat is niet vreemd. De gup wordt breed ingezet om de larven van de malariamug te eten en daar zijn ze heel goed in. Met levendbarenden wordt veel gekweekt. Met guppen en plaatjes lijkt dat vrij simpel, maar om soorten en variaties zuiver te houden is veel inspanning en aandacht nodig. Theo zal ons de gigantische variatie in soorten en kweek resultaten van deze groep laten zien. Reden te meer om te komen kijken want het wordt een bijzondere informatieve avond met prachtig foto materiaal. Graag zien we u maandag 9 april! AV De Siervis - pagina 5

6

7 Verslag van de bijeenkomst van 7 maart jl. Het was al vroeg druk bij het MEK op deze woensdagavond. In 5 volle auto s vertrokken we naar Woudenberg en daar werden we door de hele crew van Van Keulen cichliden van harte welkom geheten. Het bedrijf is verdeeld over twee bedrijfsruimtes. Eén ruimte is er voor het hout en de technische materialen en de andere is de natte ruimte voor de vis. Van Keulen heeft een duidelijke specialisatie in de Middenen Zuid-Amerikaanse cichliden, maar ook liefhebbers van Malawi en Tanganjika komen er ruimschoots aan hun trekken. Wat me het meest opviel, was dat de vissen goed op maat waren en zeer gezond. Het blijkt dat een mede hobbyiste met 30 aquaria in haar huis, veel jonge vis voor Van Keulen verder opfokt voordat ze daadwerkelijk naar de handel gaan. Dat levert een mooie en gezonde populatie op. En ik moet zeggen, dat ik weer heel veel moois en voor mij onbekends heb gezien uit Midden- en Zuid-Amerika. We AV De Siervis - pagina 7

8 kennen blijkbaar nog steeds niet alle mooie en houdbare soorten uit deze regio. aan soorten als Distichodus. Voorkom ook dat je soorten neemt met een echte voedselspecialisatie of een specialisatie in de ruimte waar ze leven. Begin dus niet aan de olifantsvis want die eten alleen worden en rode mug en daar kunnen andere vissen juist niet tegen. Ook niet de Afrikaanse glasmeerval, die in diep water met veel stroming leeft en zeer schuw is. Maar naast de bezichtiging van de vissen, waren er een tweetal vermeldenswaardige activiteiten. Ten eerste was Piet van Kuijk 40 jaar lid van de NBAT. Hij werd door Jan Wildeboer toegesproken en hij ontving de speld van de NBAT. Wij feliciteren hem met dit bijzondere jubileum. Ten tweede was was ook Lex van Tilburg uitgenodigd om een lezing te komen geven over vissen uit Afrika. Lex is een specialist op het gebied van Afrikaanse vissen en hij besteedde met name aandacht aan vissen die je kunt houden in combinatie met Afrikaanse cichliden. En daarmee hielp hij ons een eind op weg in onze discussie over de inrichting van de tentoonstellingsbak dit najaar. Die bak moet immers Afrika als thema hebben. Lex liet een groot aantal soorten de revue passeren. Hij begon met ons duidelijk te maken, welke vissen wel welke niet kunnen. Ten eerste zijn er in het gebied nogal wat rovers en viseters. Begin daarom niet aan vissen van b.v. de geslachten Bathybagus, Hydrocynus of Auchenoglanus. Begin ook niet aan bakbeesten. Er worden nogal eens wat soorten aangeboden, die in de natuur zonder moeite een meter lang worden. Begin dus niet Wat dan bijvoorbeeld wel: Op de bodem: Synodontis flavitaeniatus Barbus (tegenwoordig Enteromius) o barilioides o holotaenia De groep van Congozalmen met ook daarbij o De Phenacogrammus die we allemaal kennen o Alestes longipinnis o Arnoldichtys o Bathyaetiops o Alestopetersius Sommige Synodontis soorten. Maar let op de S. brichardi eet planten Een andere leuke groep zijn de Procatopus. Een groep die verwant is aan de Poecilia s maar niet levendbarend is. AV De Siervis - pagina 8

9 Het complete tuincentrum

10 Epiplatys is een goede groep voor de oppervlakte. Daar zijn grotere soorten bij die heel goed met cichliden te combineren zijn. Sommige Mastacembelus soorten. Dit zijn alen en sommigen gedragen zich keurig. Neems altijd een soort met een smalle bek. Dat worden geen visseneters. Ten slotte de Afrikaanse labyrint-vissen van het geslacht Ctenopoma. Goed te combineren met cichliden. Maar pas op, hier zijn ook soorten bij die vis eten en alle kleine vis oppeuzelen. De tapijtvis (Ctenopoma acutirostre) eet kleinere vissen en kan wel bij cichliden die veel jongen maken en die je niet allemaal wilt opfokken. Hij zorgt voor balans in de populatie. Neem geen vlindervissen. Ze zijn heel mooi en liggen verscholen bij de oppervlakte. Maar ze hebben een reus van een bek en daar past alles in. Ik kan niet alle soorten die de revue passeerden noemen, maar we hebben nu tenminste een mooi overzicht. Na de lezing zorgde Van Keulen nog voor een prettig drankje en hapje en werden nog enige vissen aangekocht. Het werd wat later dan normaal, maar het was alleszins de moeite waard. Peter van der Ark Uitslag Districtskeuring 2018 plaats totaal aantal punten biologisch punten naam vereniging Gezelschap ,5 J. Kling Xiphophorus ,5 A. Bedevaart Ons genoegen ,5 J. Kleinloog De Siervis AV aquarium Xiphophorus W. van Puijenbroek Xiphophorus 6 382,5 60,5 J. v. d. Velden Minor Rasbora Combinatie 7 382,5 60 M. v. d. Heyden Daphnia F. Smulders Ons genoegen 9 381,5 61 AV Oliemeulen Ons genoegen ,5 60 H. L. M. broeders De Siervis ,5 Amphia aquarium Minor Rasbora Cobinatie Speciaal 1 391,5 62,5 H. de Jong Daphia 2 381,5 61 W. Volker Minor Rasbora Combinatie Zeewater ,5 J. Luities Daphnia Terrarium 1 390,5 62 H. J. Meulblok Xiphophorus 2 388,5 62 M. A. Slob De Siervis AV De Siervis - pagina 10

11

12 Uitslag Districtskeuring Brabant 2018 Zaterdag 17 maart jl. vond in de Vrije school de Strijene in Oosterhout de uitslag van de disrtictskeuring 2018 plaats. De Siervis was ditmaal gastheer. En omdat we jarig zijn, trakteerden we onze gasten bij binnenkomst op gebak. Zo begon iedereen goed gemutst aan deze uitslagavond. Dat er in Brabant veel mooie aquaria staan werd wel duidelijk op deze avond. We zagen veel kwalititatieve goede en gezonde gezelschapsaquaria voorbij komen. andere categorieen beter vertegenwoordigd zouden moeten kunnen zijn. Wellicht iets voor de toekomst om aan te werken. In ieder geval mogen we als De Siervis terugkijken op een geslaagde avond. Zowel in organisatorische zin als m.b.t.de resultaten van onze deelnemers. Op de vorige pagina (10) vindt u de uitslag van de keuring. Wij willen op deze plaats Sjaak Kleinloog, Harrie Broeders en Mischa Slob van harte feliciteren met het behaalde resultaat. En hartelijk dank aan al degene die deze avond tot een succes hebben weten te maken. Als er een klein puntje van aandacht genoemd mag worden is dat het aandeel van de A1 categorie erg groot is. Op zich natuurlijk niets mis mee maar ook vanuit het district kwam er de oproep dat ook de AV De Siervis - pagina 12

13 AV De Siervis - pagina 13

14

15 De huid van onze vissen Als wij eens heel rustig voor ons aquarium zitten te genieten van de bewegingen maar vooral van de verscheidenheid van kleur van onze vissen, dan denken we meestal niet over de huid van die vissen, die er toch maar voor zorgt dat deze kleuren voor ons zichtbaar worden. Toch is het de huid die veel van onze vissen voor ons zo aantrekkelijk maakt. Zoals bekend bezitten alle gewervelde dieren een huid die het lichaam beschermen moet. Maar er is een groot verschil tussen die van landdieren en die van vissen. Reeds bij het aanraken van een vis ontdekt U dat deze glibberig is, hetgeen bij landdieren niet het geval is. Bij beiden bestaat de huid uit 2 lagen n.l. opperhuid en lederhuid genaamd. Bij de op het land levende dieren bestaat de opperhuid echter zelfs weer uit 2 lagen n.l. een buitenste hoornhuid en een binnenste slijmlaag. De hoornlaag is opgebouwd uit afgestorven verhoornde slijmlaagcellen en vormt een onmisbare bescherming bij de landdieren, doordat zij het uitdrogen van de er onder liggende levende delen voorkomt. Voor de in het water levende vissen is het vormen van een hoornlaag uiteraard niet nodig en liggen de levende slijmhuidcellen direct aan de buitenkant van het lichaam. Zij zijn daar natuurlijk zeer kwetsbaar en een flinke beschadiging kan dan ook slechte gevolgen voor het dier opleveren. Gelukkig voor de vis hebben ze in de vorm van een groot aantal slijm-afscheidende kliercellen de mogelijkheid om kleine beschadigingen te herstellen. Zonder de slijmhuid, die de gehele vis bedekt, zou de vis teveel last hebben van het omringende water met de daarin opgeloste zouten. Bovendien zouden allerlei bacteriën en ander microscopisch kleingoed gemakkelijk het levende weefsel kunnen binnendringen. Bovendien verschaft de slijmhuid aan de vis de mogelijkheid beter te kunnen zwemmen omdat de weerstand geringer is. De lederhuid is een bindweefsellaag waarin de bloedvaten en zenuwen doordringen. In deze laag liggen ook de schubben en deze laag bevat de vele kleurstoflichaampjes die gezamenlijk voor het kleurpatroon van de vis zorg dragen. Hoe komt nu het grote aantal verschillende kleuren van de vissen tot stand? Op grond van de verscheidenheid zou men geneigd zijn een groot aantal van die kleurstoflichaampjes aan te nemen. Bij onderzoekingen bleek echter, dat dit AV De Siervis - pagina 15

16

17 aantal gering is en alle kleurschakeringen terug te brengen zijn op samenwerking van deze lichaampjes en in combinatie met lichtbreking en lichtweerkaatsing de verschillende kleuren doen ontstaan. Men kent pigmentcellen. Met korrelige bruine kleurstoffen en andere met geel of soms rood pigment, en tenslotte bevat de huid in diepe lagen nog cellen gevuld met lichtbrekende en licht weerkaatsende kristalfijne afbraakproducten die naargelang van de samenstelling van het opvallende licht, zilverglanzend weerkaatsen of een mat-witte laag vertonen. De kleurstofcellen of chromatophoren moet men zich voorstellen als sterk vertakte cellen, waarbinnen de kleurstof in de vorm van kleine korreltjes onder invloed van het zenuwstelsel kan bewegen. Op dit plaats-vermogen van kleurstof, een eigenschap die vooral de bruinzwarte korrels bezitten berust de kleurwisseling. Trekken zwarte kleurstoffen zich tot diep in de huid gelegen balletjes in de cellen terug, dan wordt de vis lichter van kleur. Onder invloed van erfelijke factoren kunnen bepaalde kweekproducten worden vermeerderd of teruggedrongen. Bij de rode plaatjes en de goudvis is de zwarte kleurstof geheel door rood en geel pigment verdrongen. Dat vissen plotseling van kleur kunnen veranderen is nagenoeg bij iedereen bekend. Al naargelang de gemoedstoestand van het dier, zoals wanneer deze schrikt, het paringsgedrag, de nachttekening e.a. treden deze kleurveranderingen op. Bron : de Purperkop MIRAC december 1974 Stiefkinderen van de gezelschapsbak In bijna iedere gezelschapsbak zwemt er wel een rond. Een "algeneter". Dit is meestal één van de eerste bewoners van het aquarium. Hij werd als klein diertje van luttele centimeters aangeschaft toen de eigenaar nog beginner in de aquariumliefhebberij was. Het diertje zou er immers voor zorgen dat ruiten, planten en overig decoratiemateriaal vrij van algen zouden blijven. Inmiddels is men er wel achter: de ruit moet men zelf schoonmaken. Bij een echte algenplaag laten de diertjes het al helemaal afweten. Veel algeneters voeden zich namelijk niet uitsluitend met algen. Vooral in aquaria waarvan de eigenaar niet al te zuinig met het voedsel omgaat, zodat er nogal wat op de bodem achterblijft, ontfermen bepaalde algeneters zich daarover. De algen komen dan onderaan op hun menu te staan. Aan de andere kant komen er in onze goedverzorgde gezel-schapsaquaria over het algemeen veel te weinig algen voor om deze dieren een zorgeloos bestaan te verschaffen, terwijl de verzorger niet op het idee komt de algeneters speciaal voor deze kobolds geschikt voedsel te verstrekken. Ze worden vaak maar stiefmoederlijk bedeeld. Er bestaan dus nogal wat misverstanden over algeneters. Dit artikel is bedoeld om daar enige opheldering in te brengen. AV De Siervis - pagina 17

18 Ledeninfo Contributie Categorie Siervis Siervis + NBAT Siervis + NBAT + Het Aquarium lid jeugdlid huisgenoot 15 nvt nvt U bent donateur vanaf 15 euro per jaar. Inschrijving geschiedt door storting op Rabobanknummer: NL51 RABO t.n.v. A.V. De Siervis, Oosterhout, of per kas op de verenigingsavond op de eerste maandag van de maand. Het lidmaatschap gaat in op de eerste dag van de volgende maand nadat het inschrijfgeld en de contributie is ontvangen. Opzegging van het lidmaatschap kan eenmaal per jaar en dient SCHRIFTELIJK te gebeuren voor 1 september van het lopende jaar. U kunt lid worden door een mail te sturen naar info@desiervis.nl of ga naar onze website: AV De Siervis - pagina 18

19 AV De Siervis - pagina 19

20 (Vervolg van pagina 17) Otocinclussoorten Echte algeneters zijn de vertegenwoordigers uit het geslacht Otorinclus, Dit geslacht behoort tot de meervallen uit de familie Loricaridae. Ze komen voor in de biotopen van Zuid-Amerika met helder en over het algemeen stevig stromend water, waar ze zich met hun tot een soort zuignap omgevormde bek uitstekend in hun liggen kunnen handhaven. De in dit milieu overbodige zwemblaas heeft zich tot een minimum gereduceerd, waardoor de dieren nauwelijks kunnen zwemmen of zich zwevend in het water ophouden. zijkant tegen de kop aan. Ze worden in de schemering actief dus als we met behulp van wat wateroppervlakteplanten en guirlande-achtige planten schaduwrijke plaatsen hebben gecreëerd, kunnen we ze ook overdag zien tussen stenen en kienhout. Zo blijven ze de gehele dag ijverig bezig planten, decoratiemateriaal en ruiten schoon te houden. Bij aanbod van voldoende plantaardig voedsel zullen ze niet de minste schade aanrichten. Is er te weinig plantaardig voedsel voorhanden, dan zullen ze zich te goed doen aan kleine, zachte plantjes of blaadjes. 4 tot 6 centimeter; zijn ze uitermate geschikt voor het gezelschapsaquarium. Vanwege hun vriendelijke karakter is het heel goed mogelijk een groepje van een stuk of 8 of meer bij elkaar onder te brengen. Het is niet verstandig ze te houden samen met andere algeneters, omdat deze een te grote concurrentie zouden zijn. Het geslacht Peckoltia Zo ongeveer in 1960 kwam er een drietal nieuwe algeneters op het toneel. Ook hier betreft het een vertegenwoordiger van de familie Loricaridae. Dit drietal waren Peckoltia brevis, P. pulcher en P. vittata. Afb. Peckoltia brevis. Leuke harnasmeervallen die zeker niet groter worden dan ongeveer 10 cm. Deze Ze verplaatsen zich met typische rukbewegingen en een grote snelheid. In tegenstelling tot veel andere vertegenwoordigers uit de familie liggen de ogen niet op, maar aan de Als aanvulling op hun menu consumeren ze afval, voerresten en een enkele keer een klein wormpje. Vanwege hun lengte, ongeveer Zuid-Amerikaanse diertjes zijn vreedzame en nachtactief. Hun voedsel beperkt zich tot algen. Overdag verschuilen de diertjes zich onder stenen of kienhout. We moeten daarbij AV De Siervis - pagina 20

21 de inrichting van het aquarium rekening mee houden. Het geslacht Ancistrus Vaak worden ook de dieren uit het geslacht Ancistrus ingezet als algeneter. Ze spreken tot de verbeelding, omdat de meeste soorten een soort van baard dragen die vooral bij mannetjes haast magistrale vormen kan aannemen. In het jeugdstadium bezitten ze opvallend witte banden aan de rugvin en de bovenste staartvin lob. Vanwege hun grootte zijn ze niet altijd geschikt voor een gezelschapsbak. Ze worden toch al gauw zo'n 14 centimeter lang, en door hun gewicht kunnen ze wel wat schade aanbrengen. De Ancistrus is een robuuste vis met een enorme behoefte aan plantaardige kost. In de gezelschapsbak, die we toch al algenvrij willen houden, kan nooit aan die behoefte worden voldaan. Ze blijven dan voortdurend de bladeren van de planten afgrazen waarbij deze ernstig beschadigd worden of zelfs door hun gewicht om knikken. Aan het laatste heeft een aquariumliefhebber geen behoefte. Ze zijn beter op hun plaats in een Zuid-Amerikaans speciaal-aquarium. Kort samengevat moet worden gesteld dat bovengenoemde dieren alle duidelijk herbivoren vissen zijn, die niet buiten plantaardig voedsel kunnen. De Nederlandse aquariumliefhebber heeft een pest aan algen en doet er dus alles aan dit uit zijn aquarium te weren. Daarvoor worden ook algeneters ingezet. Als ze bij begin van hun inzet al niet te kort komen, dan wel na verloop van tijd, als ze hun werk hebben gedaan. Regelmatig bijvoeren is dan een noodzaak. In aanmerking komen blaadjes sla, maar ook spinazie en boeienkool komen in aanmerking. Fijngemalen doperwten worden ook graag gegeten. Let hierbij goed op dat het water niet te sterk vervuild. Bron: De Natuur in Huis, Zwijndrecht