CDC-PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI
|
|
- Johan Kuiper
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Document: pensioenreglement Versie: v Vastgesteld op: 24 mei 2018 Vastgesteld door: bestuur Vastgesteld per: 1 januari 2018 CDC-PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI 2018 De pensioenregeling is een CDC-pensioenregeling (CDC staat voor Collective Defined Contribution ). Kern van de regeling is dat de werkgever jaarlijks een volgens een vaste methodiek vastgestelde premie ( vaste werkgeverspremie ) beschikbaar stelt. Aan de hand van berekeningen van de kostendekkende premie voor toekomstige jaren komen CAO-partijen een vaste premie overeen voor meerdere jaren. De werkgever heeft geen verplichting om méér te betalen dan zijn deel van deze premie - de vaste werkgeverspremie - en geeft geen garanties op opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten, toeslag-verlening en de hoogte van de jaarlijkse pensioenopbouw. Het pensioenfonds zal per 1 januari 2018 uit de premie een jaarlijkse pensioenopbouw van 1,7% van de pensioengrondslag toekennen, maar zal dit percentage verminderen als de vaste premie in enig jaar niet toereikend is. Als de premie in een bepaald jaar ruim voldoende is, dan kan de beschikbare premieruimte in een premiedepot worden gestort waaruit middelen beschikbaar gesteld kunnen worden waarmee toekomstige opbouwverlagingen zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Daarnaast zullen afhankelijk van de financiële positie (dekkingsgraad) van het pensioenfonds indien noodzakelijk kortingen worden toegepast of indien mogelijk toeslagen worden verleend op opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten. De hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkeringen staan dus niet vast, maar zijn afhankelijk van (markt)ontwikkelingen die hun weerslag hebben op de toereikendheid van de premie en de financiële positie van het fonds. Omdat de vastgestelde jaarlijkse pensioenopbouw op basis van een middelloon-systematiek wordt vormgegeven kwalificeert deze pensioenregeling in de zin van de Pensioenwet als een uitkeringsovereenkomst. Omdat de pensioenregeling gebaseerd is op een premie die wordt vastgesteld volgens een vooraf vastgestelde methodiek kwalificeert deze pensioenregeling volgens de internationale boekhoudkundige regels als een premieovereenkomst. Inhoudsopgave paragraaf 1 Inleidende bepalingen 2 artikel 1 Definities paragraaf 2 Over het deelnemerschap 4 artikel 2 Deelnemerschap artikel 3 Einde van het deelnemerschap paragraaf 3 Over de pensioenaanspraken, de pensioengrondslag en de deeltijddienstbetrekking 5 artikel 4 Pensioenaanspraken artikel 5 Pensioengrondslag artikel 6 Deeltijd dienstbetrekking en verlofperiodes paragraaf 4 Over het ouderdomspensioen en de keuzemogelijkheden 7 artikel 7 Ouderdomspensioen artikel 8 Vervroegde en uitgestelde pensionering artikel 9 Deeltijdpensionering artikel 10 Variatie in hoogte ouderdomspensioen artikel 11 Omzetting van ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen artikel 12 Omzetting van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen artikel 13 Verevening van ouderdomspensioen na (echt)scheiding paragraaf 5 Over het nabestaandenpensioen en het wezenpensioen 10 artikel 14 Nabestaandenpensioen artikel 15 Bijzonder nabestaandenpensioen na echtscheiding of beëindiging gezamenlijke huishouding artikel 16 Tijdelijk nabestaandenpensioen artikel 17 Wezenpensioen paragraaf 6 Over het arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrije voortzetting 11 artikel 18 Arbeidsongeschiktheidspensioen artikel 19 Premievrije voortzetting pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid Blz. Pagina 1
2 paragraaf 7 Over de financiering van de CDC-pensioenregeling en over de uitbetaling van de pensioenen 15 artikel 20 Financiering van de CDC-pensioenregeling artikel 21 Uitbetaling van de pensioenen artikel 22 [vervallen] paragraaf 8 Over de toeslagverlening en over de korting van aanspraken en uitkeringen 17 artikel 23 toeslagverlening artikel 24 Kortingsbepaling paragraaf 9 Over behoud van aanspraken bij beëindiging deelnemerschap, over waardeoverdrachten en over de afkoop van pensioenaanspraken 18 artikel 25 Beëindiging deelnemerschap en waardeoverdracht artikel 26 Afkoop, vervreemden en prijsgeven van pensioen paragraaf 10 Over informatieverstrekking 19 artikel 27 Informatieverstrekking paragraaf 11 Algemene bepalingen 20 artikel 28 Algemene bepalingen artikel 29 Onvoorziene gevallen en beslechting van geschillen artikel 30 Datum inwerkingtreding Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlagen 22 Regels terzake van de gemeenschappelijke huishouding Flexibele pensionering [Vervallen] Toeslagkader Ruil- en afkoopverhoudingen 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Definities Voor de leesbaarheid worden in dit pensioenreglement de woorden hij, hem en zijn gebruikt. Daarmee wordt echter ook de vrouwelijke deelnemer bedoeld. In dit pensioenreglement zijn naast de begripsomschrijvingen van de statuten, waarvan sommigen hieronder ook zijn opgenomen, de volgende begrippen van toepassing: - aspirant-deelnemer: de werknemer of gewezen werknemer jonger dan 21 jaar van een aangesloten onderneming, die op grond van een pensioenovereenkomst aanspraken op nabestaandenpensioen en/of tijdelijk nabestaandenpensioen en/of wezenpensioen en/of arbeidsongeschiktheidspensioen verwerft jegens het pensioenfonds - beëindiging van de beëindiging van het partnerschap door het opheffen van de gezamenlijke huishouding: gezamenlijke huishouding (anders dan door overlijden of het aangaan van een huwelijk door de (gewezen) deelnemer en/of zijn partner) - bestuur: het bestuur van het pensioenfonds - bijzonder partnerpensioen: het nabestaandenpensioen dat bedoeld is voor de ex-partner. Als een deelnemer voor zijn partner nabestaandenpensioen heeft, dan heeft de ex-partner recht op het opgebouwde pensioen tot aan de scheidingsdatum - CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst van de OWASE-bedrijven - deelnemer: de werknemer of gewezen werknemer van een aangesloten onderneming, die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens het pensioenfonds - dienstbetrekking: de rechtsbetrekking tussen werkgever en werknemer - echtscheiding: einde van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed dan wel beëindiging van het bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap - echtscheidingsdatum: de datum waarop de echtscheidings- of ontbindingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand - einddatum van de de datum waarop het partnerschap (anders dan door gezamenlijke huishouding: overlijden) is beëindigd blijkens een door de (gewezen) deelnemer en zijn gewezen partner ondertekende schriftelijke verklaring - franchise: over het deel van het salaris van de deelnemer tot aan het bedrag van de franchise wordt geen pensioen opgebouwd; de franchise wordt in dit reglement opbouwdrempel genoemd Pagina 2
3 - gepensioneerde: de pensioengerechtigde, die pensioenaanspraken heeft verworven jegens het pensioenfonds, en voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan - gewezen deelnemer: de gewezen werknemer of werknemer van een aangesloten onderneming door wie op grond van een pensioenovereenkomst met die onderneming geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het pensioenfonds - gewezen partner: degene wiens partnerschap met de (gewezen) deelnemer is beëindigd - gezamenlijke huishouding: het samenlevingsverband dat de ongehuwde (gewezen) deelnemer met zijn partner volgens een notarieel verleden samenlevingscontract gedurende ten minste een halfjaar voert; in dit contract dienen enige vermogensrechtelijke aangelegenheden te worden geregeld, zoals omschreven in bijlage 1 van dit reglement - IVA: regeling Inkomensvoorziening Volledig en duurzame Arbeidsongeschikten krachtens de WIA - kinderen: 1. de kinderen die zijn geboren uit een vóór de pensioeningangsdatum door de (gewezen) deelnemer of aspirant deelnemer aangegaan huwelijk, alsmede de kinderen die reeds vóór de pensioeningangsdatum op een andere wijze in familierechtelijke betrekking tot de (gewezen) deelnemer zijn komen te staan 2. de pleegkinderen van de (gewezen) deelnemer of aspirant deelnemer die door hem als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed, mits dit onderhoud en deze opvoeding zijn begonnen vóór de pensioeningangsdatum - loonindex: collectieve loonontwikkeling op basis van de OWASE CAO; het gaat om het percentage waarmee op grond van de OWASE CAO de CAO-lonen per een bepaalde datum collectief worden verhoogd - nabestaandenpensioen: een geldelijke uitkering voor de echtgenoot, de geregistreerde partner of de partner, de gewezen echtgenoot, de gewezen geregistreerde partner of gewezen partner wegens het overlijden van de werknemer of gewezen werknemer; nabestaandenpensioen wordt ook wel partnerpensioen genoemd - opbouwdrempel: over het deel van het salaris van de deelnemer tot aan het bedrag van deze drempel wordt geen pensioen opgebouwd; de opbouwdrempel wordt ook wel franchise genoemd - ouderdomspensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor de werknemer of de gewezen werknemer bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom - opbouwplafond: over het deel van het salaris van de deelnemer boven het bedrag van dit plafond wordt geen pensioen opgebouwd; het maximale pensioensalaris - partner: 1. a. de man of de vrouw met wie de (gewezen) deelnemer of aspirant deelnemer vóór de pensioeningangsdatum een huwelijk is aangegaan; b. de man of de vrouw met wie de (gewezen) deelnemer of aspirant deelnemer vóór de pensioeningangsdatum een bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap is aangegaan. Hierbij worden dezelfde rechten toegekend als bij een huwelijk. 2. de ongehuwde persoon die geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de ongehuwde (gewezen) deelnemer of aspirant deelnemer is en bij diens overlijden met hem samenwoont en een gezamenlijke huishouding voert. De gezamenlijke huishouding dient te zijn begonnen vóór de pensioeningangsdatum. - partnerpensioen: wordt in dit reglement nabestaandenpensioen genoemd; - pensioen: ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen, nabestaandenpensioen, tijdelijk nabestaandenpensioen en wezenpensioen, zoals tussen werkgever en werknemer overeengekomen - pensioenaanspraak: het recht op een nog niet ingegaan pensioen - pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds OWASE - pensioengerechtigde: persoon voor wie op grond van een pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan - pensioeningangsdatum: de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat - pensioenovereenkomst: hetgeen tussen een werkgever en een werknemer is overeengekomen betreffende pensioen - pensioenrecht: het recht op een ingegaan pensioen - pensioenregeling: een pensioenregeling op grond van een pensioenovereenkomst Pagina 3
4 - pensioenreglement: de door het pensioenfonds opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenuitvoerder en deelnemer waarin de pensioenaanspraken en pensioenrechten worden geregeld - pensioenrichtdatum: de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 67 jaar wordt - prijsindex: Consumenten Prijsindex (CPI) Alle bestedingen Afgeleid, zoals vastgesteld door het CBS; het gaat om het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer over een bepaalde maand is gestegen ten opzichte van het consumentenprijsindexcijfer over de maand die een jaar voor de eerder genoemde maand ligt - tijdelijk ouderdomspensioen: het opgebouwde en premievrij gemaakt tijdelijk ouderdomspensioen dat de deelnemer op grond van het tot 31 december 2005 geldende pensioenreglement heeft opgebouwd - toeslag: een verhoging van een pensioenrecht en/of een pensioenaanspraak; - uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten; - WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering - werkgever: een bij het pensioenfonds aangesloten onderneming, zoals omschreven in de statuten van het pensioenfonds, voor zover deze optreedt als degene die een werknemer krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid laat verrichten - werkgeverspremie: het deel van de premie dat voor rekening komt van de werkgever - werknemer: degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor een werkgever, met uitzondering van de directeur-grootaandeelhouder - werknemerspremie: het deel van de premie dat voor rekening komt van de werknemer - wezenpensioen: een geldelijke, vastgestelde uitkering voor een kind tot wie de overleden werknemer of gewezen werknemer als ouder in familierechtelijke betrekking stond of voor diens stief- of pleegkind, wegens het overlijden van de werknemer of gewezen werknemer - WGA: regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten krachtens de WIA - WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 2 Over het deelnemerschap Artikel 2 Deelnemerschap 2.1 Deelnemer in deze pensioenregeling is de werknemer van 21 jaar of ouder die in dienst is van de werkgever. Voor werknemers die op 31 december 2007 een dienstbetrekking hadden met de werkgever en jonger waren dan 25 jaar, maar ouder dan 21 jaar, start het deelnemerschap op 1 januari Voor werknemers die op 31 december 2007 al deelnemer aan de pensioenregeling waren, blijft het moment van aanvang van het deelnemerschap ongewijzigd. 2.2 De werknemer die eerst na de ingangsdatum van deze pensioenregeling aan de gestelde opnemingsvereisten voldoet, wordt opgenomen op de eerste van de maand waarin aan die vereisten is voldaan. 2.3 De werknemer die nog niet de 21-jarige leeftijd heeft bereikt komt in aanmerking voor het aspirant-deelnemerschap. Het aspirant-deelnemerschap eindigt overeenkomstig de regels van artikel 3 lid 1 alsmede wanneer de werknemer 21 jaar oud wordt en als deelnemer wordt opgenomen. 2.4 [vervallen] Artikel 3 Einde van het deelnemerschap 3.1 Het deelnemerschap eindigt: a. bij overlijden van de deelnemer; of b. bij ingang van een pensioenuitkering voortvloeiende uit de bepalingen van dit reglement in verband met volledige pensionering; of c. bij verbreking van de dienstbetrekking van de werknemer met de werkgever, anders dan wegens overlijden of volledige pensionering, behalve wanneer het dienstverband wordt verbroken vanwege: 1. arbeidsongeschiktheid van de werknemer krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, indien en voorzover deze is ontstaan gedurende het dienstverband met de werkgever; of Pagina 4
5 2. een regeling die met de werkgever is getroffen, met het oog op uittreding vóór de pensioenrichtdatum (exit-regeling). In het eerste geval eindigt deelneming aan het einde van de genoemde periode van arbeidsongeschiktheid behalve wanneer de werknemer dan opnieuw bij de werkgever in dienst treedt. In het tweede geval eindigt deelneming per de ingangsdatum van het (tijdelijke) ouderdomspensioen. 3.2 Bij beëindiging van het deelnemerschap ontstaan geen premievrije aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen. 3.3 Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan door pensioneren als bedoeld in lid 1 sub b behoudt de deelnemer geen aanspraken op tijdelijk nabestaandenpensioen. 3 Over de pensioenaanspraken, de pensioengrondslagen en de deeltijddienstbetrekking Artikel 4 Pensioenaanspraken 4.1 De deelnemer heeft aanspraak op: - ouderdomspensioen voor zichzelf; - arbeidsongeschiktheidspensioen voor zichzelf; - nabestaandenpensioen voor zijn partner; - tijdelijk nabestaandenpensioen voor zijn partner; - wezenpensioen voor zijn kinderen. 4.2 De aspirant-deelnemer heeft aanspraak op: - arbeidsongeschiktheidspensioen voor zichzelf; - nabestaandenpensioen voor zijn partner; - tijdelijk nabestaandenpensioen voor zijn partner; - wezenpensioen voor zijn kinderen. 4.3 De aspirant-deelnemer heeft dezelfde aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen, nabestaandenpensioen, tijdelijk nabestaandenpensioen en/of wezenpensioen als ware hij deelnemer. Het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van dit artikel is overeenkomstig van toepassing op aspirant-deelnemers. 4.4 De (gewezen) deelnemer met een partner heeft slechts aanspraak op nabestaandenpensioen en tijdelijk nabestaandenpensioen voor één partner. 4.5 De aanspraak op nabestaandenpensioen als bedoeld in lid 2 van dit artikel ten behoeve van de partner van de (gewezen) deelnemer kan, behoudens de situatie zoals vermeld in artikel 24 van dit pensioenreglement, zonder toestemming van die partner niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en het pensioenfonds of de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet. 4.6 Ingeval het partnerschap van de (gewezen) deelnemer na de pensioeningangsdatum aanvangt bestaat voor de partner en kinderen uit dat partnerschap geen aanspraak op nabestaanden-, tijdelijk nabestaanden- of wezenpensioen. 4.7 De (gepensioneerde) deelnemer heeft ten behoeve van zijn partner aanspraak op een tijdelijk nabestaandenpensioen. Aanspraak op tijdelijk nabestaandenpensioen geldt uitsluitend voor de partner van de (gepensioneerde) deelnemer die geboren is op of na 1 januari Indien de (gepensioneerde) deelnemer een partner heeft die geboren is vóór 1 januari 1950, dan bestaat er geen aanspraak op tijdelijk nabestaandenpensioen. Het tijdelijk nabestaandenpensioen wordt op risicobasis verzekerd, hetgeen betekent dat bij beëindiging van het dienstverband de risicodekking voor het tijdelijke nabestaandenpensioen komt te vervallen. Als het dienstverband van een deelnemer wordt beëindigd in verband met pensionering, dan blijft de risicodekking bestaan tot het moment dat de partner de AOW gerechtigde leeftijd bereikt. 4.8 Elk kind van de (gewezen) deelnemer dat jonger is dan 18 jaar, of dat 18 jaar of ouder is maar niet ouder dan 27 jaar en dat recht heeft op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet, of dat 18 jaar of ouder is maar niet ouder dan 27 jaar en dat aantoont dat hij voltijd dagonderwijs volgt aan een door het Ministerie van Onderwijs erkende onderwijsinstelling, heeft aanspraak op wezenpensioen. 4.9 [vervallen] 4.10 [vervallen] Artikel 5 Pensioengrondslag 5.1 Voor de berekening van de ouderdomspensioenen wordt voor iedere deelnemer een pensioengrondslag vastgesteld. Vaststelling van de pensioengrondslag geschiedt voor elke deelnemer op de dag van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op de eerste dag van elke maand. Deze pensioengrondslag is gelijk aan het in lid 2 van dit artikel bedoelde pensioensalaris, verminderd met de in lid 3 vermelde franchise (opbouwdrempel). 5.2 Het pensioensalaris wordt gevormd door het 12-voud van het geldende maandsalaris, vermeerderd met de jaarlijkse vakantietoeslag, en tot aan het wettelijk voorgeschreven opbouwplafond (per 1 januari ,-- per jaar bij een volledig dienstverband). Voor een deelnemer die minder uren per week werkt dan bij een volledig dienstverband wordt het maandsalaris herrekend naar een maandsalaris op basis van een volledig dienstverband. Pagina 5
6 5.3 De franchise bedraagt per 1 januari De franchise wordt geïndexeerd met de loonindex als bedoeld in de CAO, tenzij tijdens CAO-overleg door partijen andere afspraken worden gemaakt over de indexatie. 5.4 Voor de berekening van het ouderdomspensioen wordt het pensioensalaris als bedoeld in lid 2 van dit artikel voor de deelnemers die onder de OWASE CAO vallen vermeerderd met de consignatietoeslag en de ploegentoeslag en voor de deelnemers die onder de RPC CAO vallen vermeerderd met 20% van de ontvangen bedragen aan stertaakbeloning en 20% van de ploegentoeslag. 5.5 Voor de berekening van de verschillende onderdelen van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt het pensioensalaris gevormd door het 12-voud van het geldende maandsalaris, vermeerderd met de jaarlijkse vakantietoeslag en de vaste ploegentoeslag, en waarbij het opbouwplafond als bedoeld in lid 2 van dit artikel niet van toepassing is. Het gedeelte van het aldus gevonden salaris dat lager is dan of gelijk aan het maximale bedrag waarover WAO- of WIApremie verschuldigd is, geldt als grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen zoals bedoeld in artikel 18 lid 1 onder a en b en artikel 18 lid 5 onder a. Het gedeelte van het salaris dat hoger is dan het maximum WAO-loon geldt als grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen zoals bedoeld in artikel 18 lid 1 onder c. Het gedeelte van het salaris dat hoger is dan het maximum WIA-loon geldt als grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in artikel 18 lid 5 onder b. 5.6 Indien een deelnemer een uitkering geniet krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, is het pensioensalaris op enig tijdstip gelijk aan dat welke gold op het moment dat de uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is ingegaan. 5.7 Voor een deelnemer aan een regeling die met de werkgever is getroffen met het oog op uittreding voor de pensioenrichtdatum (exit-regeling), geldt het pensioensalaris dat gold op het moment van uittreding. 5.8 [vervallen] 5.9 [vervallen] 5.10 [vervallen] Artikel 6 Deeltijd dienstbetrekking en verlofperiodes 6.1 Indien de tussen de (aspirant) deelnemer en de werkgever overeengekomen arbeidsduur minder bedraagt dan de normale arbeidsduur wordt voor de vaststelling van de hoogte van de pensioenaanspraken gehandeld als aangegeven in dit artikel. 6.2 Voor de vaststelling van de pensioengrondslag wordt het pensioengevende maandsalaris over de overeengekomen arbeidsduur herleid tot een fictief maandsalaris over de gebruikelijke arbeidsduur bij een voltijd dienstbetrekking, waarna dit fictieve maandsalaris wordt omgerekend naar een jaarsalaris. 6.3 De deeltijdfactor is gelijk aan het aantal overeengekomen arbeidsuren gedeeld door het gebruikelijke aantal arbeidsuren per week bij een voltijd dienstbetrekking. 6.4 De aanspraken op ouderdoms-, nabestaanden- en wezenpensioen worden van de in lid 2 bedoelde pensioengrondslag afgeleid, waarbij de pensioengrondslag wordt vermenigvuldigd met de volgens lid 3 vastgestelde deeltijdfactor. 6.5 In tegenstelling tot het bepaalde in de leden 2 en 4 wordt de aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen vastgesteld op basis van het pensioengevende salaris dat op 1 januari van enig jaar bij een deeltijd dienstbetrekking geldt. 6.6 Bij de overgang van een deeltijd naar een voltijd dienstbetrekking - of omgekeerd - en bij wijziging van de mate van deeltijd, zal de deeltijdfactor opnieuw worden vastgesteld. Hierbij zal er voor de toekomstige diensttijd steeds van worden uitgegaan dat de mate van deeltijd of voltijd van de dienstbetrekking onveranderd blijft. Bij de vaststelling van de aanspraken op ouderdoms-, nabestaanden- en wezenpensioen worden de deeltijdfactoren die in de afzonderlijke perioden hebben gegolden, evenals de duur van de perioden waarin deze van kracht zijn geweest, in aanmerking genomen. 6.7 [vervallen] 6.8 De deelnemer, wiens pensioensalaris daalt ten gevolge van het aanvaarden van een deeltijdfunctie die minimaal 80% van een voltijdfunctie beloopt (conform het bepaalde in de CAO), heeft vanaf 5 jaar vóór zijn beoogde AOW-datum, zoals die op dat moment voor hem geldt, het recht om de deelneming geheel en onverkort voort te zetten alsof de deelnemer in een voltijdfunctie werkzaam is. 6.9 In geval van voortzetting van de in lid 8 bedoelde deelneming is het bepaalde in artikel 5 met betrekking tot de vaststelling van de pensioengrondslag en het pensioensalaris onverkort van toepassing. Bij de vaststelling van de pensioengrondslag en het pensioensalaris wordt uitgegaan van de fictie dat de deelnemer in een voltijdfunctie werkzaam is In geval van voortzetting van de in lid 8 bedoelde deelneming is het bepaalde in artikel 20 met betrekking tot de werkgevers- en werknemersbijdrage onverkort van toepassing. Bij de vaststelling van de werkgever- en werknemersbijdrage wordt uitgegaan van de fictie dat de deelnemer in een voltijdfunctie werkzaam is Het recht op voortzetting van de deelneming als bedoeld in dit artikel vervalt, indien de deelnemer niet binnen drie maanden na intreding van een in lid 8 bedoelde omstandigheid een verzoek tot Pagina 6
7 voortzetting bij het pensioenfonds heeft ingediend. Het bestuur is in bijzondere gevallen bevoegd anders te beslissen Het bestuur is bevoegd met betrekking tot de voortzetting van de deelneming nadere regels te stellen Gedurende een periode waarin een (aspirant-) deelnemer gebruik maakt van het in het Burgerlijk Wetboek vastgelegde recht op ouderschapsverlof blijft het (aspirant-) deelnemerschap behouden. De berekening van de pensioenen en de bijdragen vindt plaats op basis van de gegevens terzake van de hoogte van het pensioensalaris, de pensioengrondslag en de mate van volledigheid van het dienstverband die toegepast zouden worden indien geen sprake zou zijn van ouderschapsverlof. De verlofperiode wordt meegeteld voor de vaststelling van het aantal deelnemersjaren Tijdens een periode van maximaal vier maanden waarin een (aspirant-) deelnemer gebruik maakt van levensloopverlof, zoals omschreven in het reglement levensloopregeling OWASE, blijft het deelnemerschap behouden, indien en voor zover de werknemer bereid is de werknemersbijdragen, zoals omschreven in artikel 20 lid 5 van dit reglement, te blijven betalen. Tijdens deze periode zal de werkgever het werkgeversdeel van de bijdrage in het ouderdomspensioen, zoals omschreven in artikel 20 lid 1 van dit reglement doorbetalen. De verlofperiode wordt meegeteld voor de vaststelling van het aantal deelnemersjaren Indien de deelnemer onbetaald verlof opneemt, wordt de risicoverzekering voor het nabestaandenpensioen en wezenpensioen gedurende een periode van maximaal 18 maanden, afhankelijk van de duur van het verlof, voortgezet op basis van de voor de ingang van het verlof vastgestelde pensioengrondslag en deeltijdpercentage. De premie die de deelnemer hiervoor moet betalen wordt door de werkgever en werknemer (bij CAO-overleg) vastgesteld. De verlofperiode wordt niet meegeteld voor de vaststelling van het aantal deelnemersjaren. 4 Over het ouderdomspensioen en de keuzemogelijkheden Artikel 7 Ouderdomspensioen 7.1 Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioenrichtdatum en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt. 7.2 Aanspraken op ouderdomspensioen kunnen uiterlijk tot aan de pensioeningangsdatum worden verkregen. De verwerving van de pensioenaanspraken vindt gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in de tijd plaats. De jaarlijks te verkrijgen aanspraak kan alleen gerealiseerd worden indien en voor zover deze opbouw uit de premie (en de aanwezige middelen in het premiedepot) gefinancierd kan worden. Per 1 januari 2018 is de jaarlijks te verkrijgen aanspraak op ouderdomspensioen gelijk aan 1,7% van de in dat jaar vastgestelde pensioengrondslag, waarbij wordt uitgegaan van een pensioenrichtdatum van de eerste dag van de maand waarin men 67 jaar wordt. Het ouderdomspensioen is bij ingang gelijk aan de som van de verkregen aanspraken op ouderdomspensioen, vermeerderd met de toeslagen als bedoeld in artikel Voor de berekening van het ouderdomspensioen worden de jaren in maanden bepaald, waarbij een gedeelte van een maand buiten beschouwing wordt gelaten. 7.4 Bij vervroeging of uitstel van de ingangsdatum vindt korting dan wel opslag plaats op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. De ruilverhouding wordt jaarlijks bij bestuursbesluit vastgesteld voor het komende jaar en kan tussentijds zowel voor de deelnemer als de gewezen deelnemer worden gewijzigd. De ruilverhouding is in bijlage 5 opgenomen. 7.5 De aanspraken van de (gewezen) deelnemer op ouderdomspensioen, met inbegrip van de tot 1 januari 2015 op grond van artikel 23 van dit reglement verleende toeslagen, die in de periode vanaf de aanvang van de deelname aan de pensioenregeling tot aan 1 januari 2015 door de (gewezen) deelnemer werden opgebouwd, waarbij werd uitgegaan van een pensioenrichtdatum van 65 jaar, zijn per 1 januari 2015 op basis van actuariële gelijkwaardigheid omgezet in aanspraken op ouderdomspensioen waarvoor een pensioenrichtdatum van 67 jaar geldt. De vóór 1 januari 2015 reeds ingegane pensioenen van de pensioengerechtigden zijn niet omgezet. 7.6 [vervallen] Artikel 8 Vervroegde en uitgestelde pensionering 8.1 Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan de ingangsdatum van het ouderdomspensioen vervroegd of uitgesteld worden, voor zover de dan geldende fiscale regelgeving zich er niet tegen verzet. 8.2 Vervroegde pensionering is toegestaan vanaf de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 57 jaar is geworden. Uitgestelde pensionering is toegestaan tot uiterlijk de eerste dag van de maand waarin de AOWuitkering van de deelnemer op basis van de regelgeving die geldt op de pensioenrichtdatum zal ingaan. 8.3 Indien het ouderdomspensioen wordt uitgekeerd vóór de pensioenrichtdatum, wordt het ouderdomspensioen op basis van tarieven verlaagd volgens de regels die bij of krachtens de wet worden gesteld. Indien het ouderdomspensioen wordt uitgekeerd na de pensioenrichtdatum, wordt het ouderdomspensioen voor zover dat is opgebouwd tot aan de pensioenrichtdatum op basis van tarieven verhoogd volgens de regels die bij of krachtens de wet worden gesteld. Pagina 7
8 Deze tarieven zijn vastgelegd in bijlage Bij verlaging van het ouderdomspensioen, zoals bedoeld in het voorgaande lid, blijft de hoogte van het opgebouwde nabestaandenpensioen ongewijzigd. Bij verhoging van het ouderdomspensioen, zoals bedoeld in het voorgaande lid, blijft de hoogte van het opgebouwde nabestaandenpensioen ongewijzigd, voor zover geen sprake is van voortgezette opbouw van ouderdomspensioen. 8.5 Vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is uitsluitend toegestaan indien de (gewezen) deelnemer dit binnen zes maanden vóór de beoogde pensioeningangsdatum schriftelijk heeft gemeld aan het pensioenfonds. Uitstel van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is uitsluitend toegestaan indien de (gewezen) deelnemer dit binnen drie maanden vóór de pensioenrichtdatum schriftelijk heeft gemeld aan het pensioenfonds. 8.6 Een eenmaal gemaakte keuze voor vervroeging is onherroepelijk. Artikel 9 Deeltijdpensionering 9.1 Een (gewezen) deelnemer heeft de mogelijkheid om uiterlijk binnen drie maanden vóór de gewenste pensioeningangsdatum het pensioenfonds schriftelijk te verzoeken het ouderdomspensioen gedeeltelijk eerder te laten ingaan. Voor dit deel wordt de arbeidsovereenkomst van de deelnemer met de werkgever beëindigd. 9.2 Voor het gedeelte dat de deelnemer niet met pensioen gaat, blijft de arbeidsovereenkomst van kracht. Over dit gedeelte vindt dekking en opbouw plaats overeenkomstig dit reglement. De opbouw van dit pensioen blijft gebaseerd op de periode tot de ingangsdatum van het resterende ouderdomspensioen. 9.3 Deeltijdpensionering kan vanaf de eerste dag van de maand waarin de 57-jarige leeftijd wordt bereikt. De periode waarin deeltijdpensioen ontvangen wordt dient echter minimaal één jaar te bedragen. De pensioeningangsdatum voor het deeltijdpensioen kan hierdoor liggen tussen de eerste dag van de maand waarin de 57-jarige respectievelijk 66-jarige leeftijd wordt bereikt. 9.4 De ingangsdatum van het resterende ouderdomspensioen ligt tussen één jaar volgend op de ingangsdatum van het deeltijdpensioen en de eerste dag van de maand waarin de AOW-uitkering van de deelnemer zal ingaan op basis van de regelgeving die geldt op de pensioenrichtdatum. 9.5 Het deeltijdpensioneringspercentage bedraagt ten minste 20%. Een eenmaal gekozen deeltijdpensioneringspercentage kan op een later moment, maar tot uiterlijk 1 jaar voor de beoogde datum van volledige pensionering, wel worden verhoogd, maar niet meer worden verlaagd. 9.6 Een eenmaal gemaakte keuze voor deeltijdpensionering is onherroepelijk. Artikel 10 Variatie in hoogte ouderdomspensioen 10.1 De (gewezen) deelnemer heeft de mogelijkheid om op de pensioeningangsdatum te kiezen voor een in aanvang hoger ouderdomspensioen. Hierbij geldt het volgende: a. de hogere uitkering geldt voor een door de (gewezen) deelnemer binnen de in lid 4 van dit artikel bedoelde termijn aan te geven periode direct aansluitend op de pensioeningangsdatum gedurende een periode van maximaal tien jaar; b. de hogere uitkering zal in een vaste verhouding van maximaal 100:75 ten opzichte van de lagere staan; het lagere ouderdomspensioen zal levenslang worden uitgekeerd Het ouderdomspensioen, verkregen als gevolg van variatie in pensioenuitkeringen, wordt bepaald op basis van door het pensioenfonds vastgestelde tarieven. Deze tarieven zijn vastgelegd in bijlage Het nabestaandenpensioen blijft bij de herrekening van het ouderdomspensioen buiten beschouwing Het verzoek tot variatie in pensioenuitkeringen dient binnen drie maanden vóór het moment dat het ouderdomspensioen ingaat schriftelijk door de (gewezen) deelnemer bij het pensioenfonds te worden ingediend, waarbij hij aangeeft welke hoog/laag-verhouding en welke hoge uitkeringsperiode zal gelden Een eenmaal gemaakte keuze voor variatie in pensioenuitkeringen is onherroepelijk. Artikel 11 Omzetting van ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen 11.1 De (gewezen) deelnemer heeft op het moment van beëindiging van het deelnemerschap en op de datum dat het ouderdomspensioen ingaat, eenmalig het recht om een deel van het ouderdomspensioen om te zetten in een hoger nabestaandenpensioen. Dit zodanig dat het nabestaandenpensioen na omzetting 70% bedraagt van het ouderdomspensioen dat na omzetting resteert Het na een scheiding aan de (gewezen) partner toekomend deel van het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 13 kan niet in de omzetting worden betrokken Het hogere nabestaandenpensioen dat verkregen wordt na omzetting van ouderdomspensioen wordt bepaald op basis van door het pensioenfonds vastgestelde tarieven. Deze tarieven zijn vastgelegd in bijlage 5. Pagina 8
9 11.4 Het pensioenfonds biedt de mogelijkheid tot omzetting aan binnen drie maanden vóór het moment dat het ouderdomspensioen ingaat dan wel binnen zes maanden na voortijdige beëindiging van het deelnemerschap. De omzetting wordt geëffectueerd ingeval betrokkene en diens partner de aanbieding binnen een door het fonds gestelde termijn ondertekend aan het pensioenfonds hebben teruggezonden Na de omzetting vervalt de aanspraak op het omgezette deel van het ouderdomspensioen Een eenmaal gemaakte keuze voor omzetting is onherroepelijk. Artikel 12 Omzetting van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen 12.1 De (gewezen) deelnemer heeft op het moment dat het ouderdomspensioen ingaat eenmalig het recht om het gehele nabestaandenpensioen of een deel daarvan om te zetten in een hoger, een eerder ingaand of een hoger en eerder ingaand ouderdomspensioen. Hiertoe dient de (gewezen) deelnemer eerst een verzoek bij het pensioenfonds in te dienen. Voor de (gewezen) deelnemer die op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen geen partner heeft, wordt het nabestaandenpensioen geheel uitgeruild Het na een echtscheiding of beëindiging van de gezamenlijke huishouding vastgestelde bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 16 kan niet in de omzetting worden betrokken Het ouderdomspensioen dat verkregen wordt na (gehele of gedeeltelijke) omzetting van nabestaandenpensioen, wordt bepaald op basis van door het pensioenfonds vastgestelde tarieven. In geval van gedeeltelijke omzetting van het nabestaandenpensioen, zal het nabestaandenpensioen opnieuw worden vastgesteld De in lid 3 genoemde tarieven zijn vastgelegd in bijlage 5. Bij een gelijktijdige uitruil van nabestaandenpensioen en vervroeging van het levenslang ouderdomspensioen, vindt allereerst de berekening van de in de voorgaande volzin bedoelde omzetting plaats, waarna de vervroeging van het ouderdomspensioen plaatsvindt Het verzoek tot omzetting als bedoeld in lid 1 dient binnen zes maanden vóór het moment dat het ouderdomspensioen ingaat door de (gewezen) deelnemer bij het pensioenfonds te worden ingediend. Het verzoek dient mede door de partner van de (gewezen) deelnemer te worden ondertekend Door de omzetting vervalt de aanspraak op het omgezette (deel van het) nabestaandenpensioen Een eenmaal gemaakte keuze voor omzetting is onherroepelijk. Artikel 13 Verevening van ouderdomspensioen na (echt)scheiding 13.1 In geval van (echt)scheiding heeft de (gewezen) partner die met de (gewezen) deelnemer gehuwd is geweest, recht op verevening van het ouderdomspensioen volgens het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze wet bepaalt dat de (gewezen) partner recht krijgt op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer. Met (gewezen) partner wordt in het kader van deze wet niet alleen de gescheiden man of vrouw bedoeld, maar ook de nog met elkaar getrouwde man en vrouw die van tafel en bed zijn gescheiden en de ex-geregistreerde partner. Onder scheiding wordt begrepen de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed en de beëindiging van een geregistreerd partnerschap Het recht op verevening kan rechtstreeks tegenover het pensioenfonds geldend worden gemaakt indien de (echt)scheiding binnen twee jaar na de scheidingsdatum aan het pensioenfonds wordt gemeld. Na melding verkrijgt de (gewezen) partner een aanspraak op ouderdomspensioen, dat ingaat per de datum waarop het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer ingaat. Het pensioenfonds betaalt het aan de (gewezen) partner toekomende deel van het ingegane ouderdomspensioen rechtstreeks uit aan de (gewezen) partner. De uitbetaling aan de (gewezen) partner eindigt bij overlijden van de gewezen deelnemer, maar uiterlijk bij het eerdere overlijden van de (gewezen) partner Het pensioenfonds kan uitsluitend worden aangesproken voor dat deel van het te verevenen ouderdomspensioen dat het pensioenfonds nog moet uitkeren vanaf een maand nadat het pensioenfonds het daartoe bestemde en correct ingevulde mededelingsformulier heeft ontvangen. Indien de (echt)scheiding niet tijdig aan het pensioenfonds is gemeld, kan de (gewezen) partner het recht op verevening uitsluitend nog tegenover de gewezen deelnemer uitoefenen De (gewezen) deelnemer en de (gewezen) partner kunnen samen afspreken dat een andere verdeling wordt gemaakt, dat een andere periode in aanmerking wordt genomen, dat het te verevenen deel van de aanspraak op ouderdomspensioen waarop de (gewezen) partner recht heeft samen met de aanspraak op bijzonder partnerpensioen door conversie wordt omgezet in een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de (gewezen) partner, of dat de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding niet geldt. De afwijkende afspraken moeten worden vastgelegd in één van de volgende documenten: - de huwelijkse voorwaarden; - de registratievoorwaarden; - de schriftelijke overeenkomst in verband met scheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap. Pagina 9
10 Een dergelijke afspraak is voor de toepassing van dit reglement alleen geldig als het pensioenfonds zich bereid heeft verklaard om daaraan zijn medewerking te verlenen en om het afwijkende pensioenrisico te accepteren [vervallen] 5 Over het nabestaandenpensioen en het wezenpensioen Artikel 14 Nabestaandenpensioen 14.1 Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin zijn partner overlijdt Bij overlijden van de ongehuwde (aspirant-) deelnemer of ongehuwde gewezen deelnemer dient zijn partner zich bij het pensioenfonds te melden en ten genoegen van het pensioenfonds aan te tonen dat hij ten tijde van dit overlijden de partner van de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer was. Indien de ongehuwde (aspirant-) deelnemer of ongehuwde gewezen deelnemer na de pensioeningangsdatum overlijdt, dient tevens te worden aangetoond dat het partnerschap al voor de pensioeningangsdatum bestond Het nabestaandenpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Voor de tijdens het deelnemerschap overleden deelnemer is dit het ouderdomspensioen, waarop deze bij voortzetting van de deelneming tot de pensioenrichtdatum volgens de laatst vastgestelde pensioengrondslag aanspraak zou hebben verkregen. Voor de bepaling van dit fictieve ouderdomspensioen bij overlijden vóór de pensioendatum en tijdens het deelnemerschap wordt aangenomen dat in geval van een volledig dienstverband de deelnemer de resterende deelnemersjaren tot aan de pensioenrichtdatum zou hebben behaald, met jaarlijks overeenkomstig artikel 7 lid 2 van dit reglement verkregen pensioenaanspraken van 1,7% per jaar, en dat in geval van een ten tijde van overlijden niet volledig dienstverband (deeltijd dienstbetrekking), de deelnemer tenminste een aantal deelnemersjaren, naar rato van de omvang van het niet volledige dienstverband ten tijde van overlijden, zou hebben behaald [vervallen] 14.5 Voor de partner van een aspirant-deelnemer bedraagt het nabestaandenpensioen - bij ontstentenis van een aanspraak van de aspirant-deelnemer op ouderdomspensioen - 49% van de pensioengrondslag ten tijde van het overlijden van de aspirant-deelnemer naar rato van de omvang van het dienstverband van de aspirant-deelnemer ten tijde van het overlijden Ter overbrugging van de periode van de eerste dag van de maand waarin de partner 67 jaar wordt en de ingangsdatum van de AOW-uitkering van de partner kan de partner tot uiterlijk de maand waarin de partner 67 jaar wordt voor de duur van deze periode een tijdelijk hoger nabestaandenpensioen aanvragen, waarna het nabestaandenpensioen levenslang naar verhouding wordt verlaagd. De berekening van de tijdelijke verhoging en de levenslange verlaging vindt plaats op basis van actuariële grondslagen [vervallen] Artikel 15 Bijzonder nabestaandenpensioen na echtscheiding of beëindiging gezamenlijke huishouding 15.1 Indien het partnerschap van de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer eindigt anders dan door overlijden, heeft zijn gewezen partner aanspraak op een bijzonder nabestaandenpensioen. Het pensioenfonds verstrekt aan de gewezen partner van de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer een bewijs van diens aanspraak Het bijzonder nabestaandenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de gewezen partner overlijdt De hoogte van het bijzonder nabestaandenpensioen is gelijk aan het nabestaandenpensioen dat de deelnemer zou hebben verkregen als op de echtscheidingsdatum cq. de einddatum van de gezamenlijke huishouding het deelnemerschap zou zijn geëindigd. Eindigt het huwelijk cq. de gezamenlijke huishouding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dan is het bijzonder nabestaandenpensioen gelijk aan het op de datum van beëindiging van het deelnemerschap vastgestelde (premievrije) nabestaandenpensioen Een volgende partner heeft aanspraak op een verlaagd nabestaandenpensioen. Het verlaagde nabestaandenpensioen is gelijk aan het nabestaandenpensioen overeenkomstig artikel 14 lid 3, verminderd met het bijzonder nabestaandenpensioen. De nieuwe partner houdt aanspraak op het verlaagde nabestaandenpensioen ook al mocht de vroegere partner inmiddels zijn overleden Eindigt het partnerschap na beëindiging van de deelneming, dan heeft een volgende partner geen aanspraak op nabestaandenpensioen op grond van dit reglement Indien een partnerschap eindigt wegens het aansluitend aangaan van een ander partnerschap met dezelfde partner, vindt het bepaalde in de voorgaande leden geen toepassing. De aanspraak op nabestaandenpensioen blijft dan ongewijzigd voor deze partner De (gewezen) deelnemer en de (gewezen) partner kunnen andere afspraken maken over de verdeling van het pensioen. De andere afspraken moeten worden vastgelegd in één van de volgende documenten: Pagina 10
11 - de huwelijkse voorwaarden; - de registratievoorwaarden; - de schriftelijke overeenkomst in verband met scheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap. Een dergelijke afspraak is voor de toepassing van dit reglement alleen geldig als het pensioenfonds zich bereid heeft verklaard om daaraan zijn medewerking te verlenen en om het afwijkende pensioenrisico te accepteren. Artikel 16 Tijdelijk nabestaandenpensioen 16.1 Het tijdelijk nabestaandenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de (aspirant-) deelnemer of gepensioneerde deelnemer overlijdt. Voor de partner voor wie het tijdelijk nabestaandenpensioen vóór 1 januari 2014 is ingegaan eindigt het tijdelijk nabestaandenpensioen op de eerste dag van de maand waarin de nabestaande de 65-jarige leeftijd bereikt, dan wel, indien dit eerder is, aan het einde van de maand waarin de partner overlijdt. Voor de partner voor wie het tijdelijk nabestaandenpensioen na 1 januari 2014 ingaat eindigt het tijdelijk nabestaandenpensioen op de eerste dag van de maand waarin de AOW-uitkering van de nabestaande ingaat, maar uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin de nabestaande de 67- jarige leeftijd bereikt indien de AOW-uitkering na deze datum ingaat, dan wel, indien het overlijden eerder is dan voornoemde data, aan het einde van de maand waarin de partner overlijdt Het tijdelijk nabestaandenpensioen bedraagt 7.000,-. per jaar (niveau 2018). Bij bestuursbesluit kan het in de vorige volzin genoemde bedrag worden gewijzigd. Een wijziging geldt niet voor reeds ingegaan tijdelijk nabestaandenpensioen. Artikel 17 Wezenpensioen 17.1 Na overlijden van de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer gaat voor ieder van de op grond van artikel 4 lid 8 pensioengerechtigde kinderen een wezenpensioen in Het wezenpensioen gaat in op de eerste van de kalendermaand, volgend op die van overlijden van de (aspirant-) deelnemer of gewezen deelnemer en eindigt aan het einde van de maand, waarin het betrokken kind overlijdt, dan wel de 18-jarige leeftijd heeft bereikt, dan wel - voor het kind dat ook na de 18-jarige leeftijd nog in aanmerking komt voor wezenpensioen - uiterlijk aan het einde van de maand waarin het kind niet langer voltijd dagonderwijs volgt aan een erkende onderwijsinstelling dan wel de 27-jarige leeftijd heeft bereikt Elk wezenpensioen bedraagt 20% van het nabestaandenpensioen. Indien het een kind betreft van een ongehuwde alleenstaande deelnemer bedraagt het wezenpensioen 14% van het te behalen ouderdomspensioen. Bij toepassing van artikel 14 wordt hiertoe uitgegaan van het nabestaandenpensioen van de partner in de verbintenis waarin het betrokken kind is opgenomen Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien er geen partner (meer) is die aanspraak heeft op nabestaandenpensioen Het wezenpensioen wordt ten hoogste voor 5 kinderen van de deelnemer uitgekeerd; wanneer meer dan 5 kinderen in aanmerking komen voor een wezenpensioen heeft elk kind aanspraak op een gelijk deel van het totale wezenpensioen. 6 Over het arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrije voortzetting Artikel 18 Arbeidsongeschiktheidspensioen 18.1 Indien de (aspirant-) deelnemer recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering in de zin van de WAO bestaat het arbeidsongeschiktheidspensioen uit drie onderdelen: a. een aanvulling op de WAO-vervolguitkering, welke ingaat op de datum waarop de WAOloondervingsuitkering eindigt; b. een uitkering voor (aspirant-) deelnemers die voor 65% of meer arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO. Bij de berekening van deze uitkering wordt uitgegaan van dat gedeelte van het salaris dat het maximum WAO-dagloon niet overschrijdt; c. een uitkering voor (aspirant-) deelnemers die arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO en die een pensioensalaris hebben dat het maximum WAO-dagloon overschrijdt. Bij de berekening van deze uitkering wordt geen salarisplafond in aanmerking genomen De hoogte van het in lid 1 onder a genoemde eerste onderdeel van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt vastgesteld door het verschil te berekenen tussen de WAOloondervingsuitkering en de WAO-vervolguitkering De hoogte van het in lid 1 onder b genoemde tweede onderdeel van het arbeidsongeschiktheidspensioen is bij aanvang van het eerste WAO-jaar 76,5%. Aanvulling vindt plaats tot 76,5% van het pensioensalaris als bedoeld in artikel 5 lid 5 van dit reglement, voor zover dat pensioensalaris niet uitgaat boven het maximum dagloon WAO. Genoemd percentage gaat uit van een WAO-uitkering en een uitkering overeenkomstig lid 1 onder a van dit artikel. Pagina 11
12 18.4 De hoogte van het in lid 1 onder c genoemde derde onderdeel van het arbeidsongeschiktheidspensioen is bij een arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO van 80% of meer gelijk aan 70% van het pensioensalaris als bedoeld in artikel 5 lid 5 van dit reglement, direct voorafgaande aan het moment dat de deelnemer ziek werd, voor zover dat pensioensalaris uitgaat boven het maximum dagloon WAO Indien de (aspirant-) deelnemer recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering in de zin van de WIA bestaat het arbeidsongeschiktheidspensioen uit twee onderdelen: a. een aanvulling op de IVA- of WGA-uitkering voor (aspirant-) deelnemers die volledig arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WIA (80% of meer). Bij de berekening van deze uitkering wordt uitgegaan van het gedeelte van het salaris dat het maximum dagloon in de zin van de WIA niet overschrijdt. De uitkering gaat in op het moment dat het recht op een WIA-uitkering aanvangt. b. een uitkering voor (aspirant-) deelnemers die arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WIA en die een pensioensalaris hebben dat het maximum dagloon in de zin van de WIA overschrijdt, welke ingaat indien het recht op een WIA-uitkering aanvangt. Bij de berekening van deze uitkering wordt geen salarisplafond in aanmerking genomen De hoogte van het in lid 5 onder a genoemde eerste onderdeel van het arbeidsongeschiktheidspensioen is bij aanvang van het eerste WIA-jaar 76,5%. Aanvulling op de IVA- of WGA-uitkering vindt plaats tot 76,5% van het pensioensalaris als bedoeld in artikel 5 lid 5 van dit reglement, voor zover dat pensioensalaris niet uitgaat boven het maximum dagloon De hoogte van het in lid 5 onder b genoemde tweede onderdeel van het arbeidsongeschiktheidspensioen is bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA van 80% of meer gelijk aan 70% van het pensioensalaris als bedoeld in artikel 5 lid 5 van dit reglement, direct voorafgaand aan het moment dat de deelnemer ziek werd, voor zover dat pensioensalaris uitgaat boven het maximum dagloon in de zin van de WIA De hoogte van de in lid 1 onder c en lid 5 onder b genoemde onderdelen van het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij een arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO of WIA van minder dan 80% een percentage van het in de vorige volzin genoemde arbeidsongeschiktheidspensioen, overeenkomstig de volgende tabellen: Mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO 15% tot 25% 25% tot 35% 35% tot 45% 45% tot 55% 55% tot 65% 65% tot 80% 80% tot 100% Invaliditeitspensioen uitgekeerd voor 20% 30% 40% 50% 60% 80% 100% Mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA 0% tot 35% 35% tot 45% 45% tot 55% 55% tot 65% 65% tot 80% 80% tot 100% Invaliditeitspensioen uitgekeerd voor 0% 40% 50% 60% 80% 100% 18.9 Het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in de leden 1 en 5 van dit artikel eindigt voor de deelnemer voor wie het arbeidsongeschiktheidspensioen vóór 1 januari 2014 is ingegaan indien de deelnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt en voor de deelnemer voor wie het arbeidsongeschiktheidspensioen na 1 januari 2014 ingaat uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin de AOW-uitkering van de deelnemer ingaat, doch uiterlijk op de pensioenrichtdatum indien de AOW-datum later ligt dan de pensioenrichtdatum. De onderdelen a en c van het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in lid 1 en onderdeel b van het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in lid 5 eindigen op de dag dat de (aspirant-) deelnemer niet langer een WAO of WIA-uitkering geniet. Onderdeel b van het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in lid 1 en onderdeel a van het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in lid 5 eindigen op de dag dat de (aspirant-) deelnemer niet langer een WAO-uitkering geniet wegens arbeidsongeschiktheid van 65% of meer of een IVA- of WGA-uitkering geniet wegens volledige arbeidsongeschiktheid (80% of meer) In geval van beëindiging van het deelnemerschap vervalt de aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen, tenzij de deelnemer op dat tijdstip uitkeringen van dit pensioen ontvangt Betaling van het arbeidsongeschiktheidspensioen vindt plaats in 12 maandelijkse termijnen. De aanvullingsbedragen worden vastgesteld op de datum waarop de WAO of WIA-uitkering ingaat. Wanneer een werknemer in een andere klasse van de WAO of WIA terecht komt, zullen de aan hem verrichte uitkeringen worden aangepast overeenkomstig de voor die klasse geldende bepalingen Indien de WAO of WIA-uitkering van de (aspirant-) deelnemer mede is gebaseerd op loon dat niet afkomstig is van de werkgever, worden de pensioenuitkeringen i.v.m. arbeidsongeschiktheid slechts toegekend naar rato van het deel van de WAO of WIA dat is gebaseerd op het bij de werkgever genoten loon [vervallen] Als de combinatie van WAO- of WIA-uitkering, arbeidsongeschiktheidspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen leidt tot een uitkering die hoger is dan 80% van het pensioensalaris Pagina 12
PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI
DISCLAIMER: BIJ DEZE PENSIOENREGELING MOET VOORLOPIG OP ONDERDELEN EEN VOORBEHOUD WORDEN GEMAAKT AANGEZIEN DE OVERHEID NOG GEEN NADERE WET- EN REGELGEVING HEEFT VASTGESTELD PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI
Nadere informatieCDC-PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI
CDC-PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI 2015 De pensioenregeling is een CDC-pensioenregeling (CDC staat voor Collective Defined Contribution ). Kern van de regeling is dat de werkgever jaarlijks een volgens
Nadere informatieMiddelloon-pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst met gemaximeerde werkgeverspremie en met opbouw nabestaandenpensioen
PENSIOENREGLEMENT PER 1 januari 2013 Middelloon-pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst met gemaximeerde werkgeverspremie en met opbouw nabestaandenpensioen Inhoudsopgave Blz paragraaf
Nadere informatieHAGEMEYER REGELING 2015
HAGEMEYER REGELING 2015 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...
Nadere informatieHAGEMEYER REGELING 2014
HAGEMEYER REGELING 2014 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...
Nadere informatieSTICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018
STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...
Nadere informatieInhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling
Rexel Nederland Regeling 2014 Stichting Pensioenfonds Sagittarius Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...
Nadere informatieVOORBEELDPENSIOENREGLEMENT. Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen. Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement
VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement Dit voorbeeldpensioenreglement is onderdeel van de OPF services
Nadere informatieSTICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS REXEL NEDERLAND REGELING 2018
STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS REXEL NEDERLAND REGELING 2018 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...
Nadere informatieREXEL NEDERLAND REGELING 2014
REXEL NEDERLAND REGELING 2014 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...
Nadere informatieSTICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.
STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl
Nadere informatieSTICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.
STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1e 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl
Nadere informatieBedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak) 65 P e n s i o e n r e g e l i n g u t a - w e r k n e m e r s Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid
Nadere informatieBedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen) 7a 7.1 Algemeen 60 7.2 Deelnemers 62 7.3 Premies 62 7.4 Ouderdomspensioen 63 7.5 Vervroegd pensioen 63
Nadere informatieReglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren
Stichting Pensioenfonds Gasunie Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Vastgesteld: 13 december 1994 Gewijzigd: 14 november 1995
Nadere informatieBedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bitumen) 65 P e n s i o e n r e g e l i n g u t a - w e r k n e m e r s Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen bouwnijverheid 2009 P
Nadere informatieAddendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer
Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,
Nadere informatieBedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak) 65 P E N S I O E N R E G E L I N G U T A - W E R K N E M E R S Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47
PENSIOENREGLEMENT D Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers... 4 Artikel
Nadere informatieAddendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer
Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds
Nadere informatieAanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011
Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011 Het Pensioenreglement 2011 geldend voor werknemers voor wie op 31 juli 2011 het pensioenreglement 2008 van toepassing is dan wel in dienst getreden op of na 1
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47
PENSIOENREGLEMENT D Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers...4 Artikel
Nadere informatie- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2018 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling
Nadere informatieRegeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)
Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67) artikel 1. Algemeen Deze regeling is een bijlage bij het pensioenreglement van 1 van Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland,
Nadere informatieFondsreglement. Van Stichting Pensioenfonds Sanoma Magazines Nederland. Voor de werknemers van Sanoma Men s Magazines B.V.
Fondsreglement Van Stichting Pensioenfonds Sanoma Magazines Nederland Voor de werknemers van Sanoma Men s Magazines B.V. Inhoudsopgave Algemene Bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1 Artikel 2.
Nadere informatieToelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?
Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. In dit overzicht staat ook wat uw eventuele partner
Nadere informatieBijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.
Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r. 01-01-2015 / 1 INHOUDSOPGAVE 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 2. PENSIOENREGELING BIJ A.S.R.... 5 3. GEWEZEN DEELNEMERSCHAP AAN DE PENSIOENREGELING... 5 4. PENSIOENAANSPRAKEN
Nadere informatieBedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bitumen) Pensioenregeling uta-werknemers 7b 7.19 Deelnemers 70 7.20 Premies 70 7.21 Ouderdomspensioen 71 7.22 Vervroegd
Nadere informatieAanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)
Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag
Nadere informatieOudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35
64 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29 6b.30 6b.31 6b.32 6b.33 6b.34 6b.35 Deelnemers 66 Premies 66 Ouderdomspensioen 67 Vervroegd pensioen 67 Uitruil ouderdomspensioen in
Nadere informatiePensioenreglement 2006B Stichting Pensioenfonds Interpolis,
Pensioenreglement 2006B Stichting Pensioenfonds Interpolis, Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING 3 1. Deelnemers 3 2. Start en einde deelname 3 Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT C. Pensioenreglement C van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 januari pagina 1 van 50
PENSIOENREGLEMENT C Pensioenreglement C van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 januari 2014. pagina 1 van 50 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers...
Nadere informatiePensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:
van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: de stichting Algemeen mijnwerkersfonds van de steenkolenmijnen in Limburg. 45284 Inhoudsopgave Algemene
Nadere informatieR E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam
R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van ExxonMobil OFP per 1 januari 2019 pagina 1 van 51
PENSIOENREGLEMENT D Pensioenreglement D van ExxonMobil OFP per 1 januari 2019 pagina 1 van 51 INLEIDING Dit pensioenreglement is onderdeel van de pensioenovereenkomst tussen de werkgever en iedere individuele
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Gasunie
Stichting Pensioenfonds Gasunie Pensioenreglement 2013 Voor werknemers die op of na 1 januari 1950 zijn geboren, dan wel voor werknemers die na 30 juni 2013 bij Gasunie resp. na 31 december 2013 bij GasTerra
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE
REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND
Nadere informatiePensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:
van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: de stichting Beambtenfonds voor het mijnbedrijf. 45283 Inhoudsopgave Algemene Bepalingen Artikel 1.
Nadere informatieProgress. Pensioenreglement 2002
Progress Pensioenreglement 2002 1 juli 2012 Pagina 1 van 48 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 4 1.1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 1.2. DEELNEMERSCHAP... 9 1.3. PENSIOENAANSPRAKEN... 10 2. PENSIOENAANSPRAKEN TEN
Nadere informatieStichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonmortelindustrie (Bpf-Mortel)
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonmortelindustrie (Bpf-Mortel) 8 8.1 Algemeen 78 8.2 Deelnemers 80 8.3 Premies 80 8.4 Ouderdomspensioen 81 8.5 Vervroegd pensioen 81 8.6 Uitruil ouderdomspensioen
Nadere informatieProgress. Pensioenreglement 2002
Progress Pensioenreglement 2002 1 januari 2014 Pagina 1 van 48 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 4 1.1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 1.2. DEELNEMERSCHAP... 9 1.3. PENSIOENAANSPRAKEN... 10 2. PENSIOENAANSPRAKEN
Nadere informatiePensioenreglement 2017
Pensioenreglement 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 5 Artikel 2 Deelnemerschap... 8 Artikel 3 Informatieverstrekking... 9 Artikel 4 Pensioenaanspraken...10
Nadere informatiePensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis
Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING 3 1. Deelnemers 3 2. Start en einde deelname 3 Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE
REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND SALARIS...
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN
REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.
Nadere informatieAanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "
Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord
Nadere informatieReglement Prepensioenregeling. 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012)
Reglement Prepensioenregeling 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012) Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Deelnemers
Nadere informatieAANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON
STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Telefoon: 070-3061190 Fax : 08422-62369 Website: www.bpfavh.nl Postbus 3144 2280
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950
PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING
Nadere informatieSTICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>
STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement
Bijlage B Overzicht maximum pensioengevend salaris, grenssalaris, franchise en maximum uitkeringsloon WIA: Datum Maximum pensioengevend salaris Grenssalaris Franchise Maximum uitkeringsloon WIA 1 januari
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950
PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 Januari 2018 OVERGANGSREGELING
Nadere informatiePensioenreglement 2015.3 Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV
Pensioenreglement 2015.3 Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV Vastgesteld door het bestuur op 2 september 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding..3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...4 Artikel 2 Deelnemerschap...7
Nadere informatiePensioenreglement Stichting Pensioenfonds DSM Nederland
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Uitgave 1 januari 2019 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN... 3 DEFINITIES... 3 AANVANG EN EINDE DEELNAME... 7 FINANCIERING... 8 HOOFDSTUK 2 BASISPENSIOEN...
Nadere informatieStichting Pensioenfonds NEG Nederland. Pensioenreglement Inhoudsopgave
1 Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Pensioenreglement 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 - Begripsomschrijvingen... 2 Artikel 2 - Deelnemerschap en aspirant-deelnemerschap... 5 Artikel 3 - Omschrijving van
Nadere informatieANW- Hiaat Reglement 2015. De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland
ANW- Hiaat Reglement 2015 De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland Inhoudsopgave Artikel 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 2. Deelnemers... 5 Artikel 3. ANW-Hiaat... 5 Artikel 4. Einde van
Nadere informatieREGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A
REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A versie 7.0 d.d. 01-01-2014 ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING In het reglement zijn naast de begripsomschrijvingen van de statuten, waarvan sommigen hieronder ook
Nadere informatiePensioenreglement van kracht per 1 januari 2016 Stichting Pensioenfonds Atradius Nederland
Stichting Pensioenfonds Atradius Nederland Pensioenreglement van kracht per 1 januari 2016 Stichting Pensioenfonds Atradius Nederland Amsterdam, 11 mei 2016 A.M. van der Hall Voorzitter R.N. Nibbering
Nadere informatieToelichting. Uniform Pensioenoverzicht 2015. Uitkeringsovereenkomst
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015 Uitkeringsovereenkomst Actieve deelnemer Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft inzicht in uw inkomen dat u van Hagee
Nadere informatiePensioenreglement. Inclusief factoren in bijlage 1, 2 en 3
Pensioenreglement Inclusief factoren 1-1-2016 in bijlage 1, 2 en 3 Inhoudsopgave Inleiding..3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...5 Artikel 2 Deelnemerschap...8 Artikel 3 Informatieverstrekking...9 Artikel
Nadere informatieFondsreglement van de Stichting Pensioenfonds voor de Accountancy. Middelloonregeling
Fondsreglement van de Stichting Pensioenfonds voor de Accountancy Middelloonregeling Geldend vanaf 1 januari 2015 INHOUD Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 1 Artikel 2. Statuten en fondsreglement... 2
Nadere informatieAanvullend reglement
Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens
Nadere informatieSamenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016
Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement
Nadere informatieBedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bitumen)
6a Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof 53 P e n s i o e n Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen bouwnijverheid 2009 P e n s i o e n 54 Jaarboek 2009 6a.1 Algemeen Het
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Pensura PENSIOENREGLEMENT 2003
Stichting Pensioenfonds Pensura 1 Stichting Pensioenfonds Pensura PENSIOENREGLEMENT 2003 Voor werknemers die vóór 1 januari 1950 zijn geboren en die deelnemer waren aan de pensioenregeling van Pensura
Nadere informatiePensioenreglement voor notarissen, kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen van. Stichting Pensioenfonds Notariaat
Pensioenreglement voor notarissen, kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen van Stichting Pensioenfonds Notariaat INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 4 Artikel 2. Karakter van de pensioenregeling...
Nadere informatieVPL Reglement. 1 februari 2016 Pagina 1 van 7
VPL Reglement 1 februari 2016 Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave BEGRIPPENLIJST... 3 Artikel 1. Deelnemerschap... 5 Artikel 2. Additioneel ouderdomspensioen... 5 Artikel 3. Inkoop... 6 Artikel 4. Beëindiging
Nadere informatieUitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden
Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden Naar deze uitvoeringsrichtlijn wordt verwezen in Paragraaf A.IV van het pensioenreglement van het Fonds 1. De definities en toelichtingen
Nadere informatieAanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)
Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag
Nadere informatieAanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)
Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling
Nadere informatiePensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam d.d. 1 januari 2015
1 Pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam d.d. 1 januari 2015 Het karakter van de pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst op basis van een collectieve beschikbare premieregeling
Nadere informatiePensioenreglement. van de. Stichting Pensioenfonds Equens PR2014
Optional Descriptor Line 1 Optional Descriptor Line 2 Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Equens PR2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen... 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 1 Artikel
Nadere informatieSTICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW
REGLEMENT PREPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW Reglement Prepensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Inhoudsopgave Artikel 1 Definities 1 Artikel
Nadere informatiePensioenreglement voor notarissen, kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen. van. Stichting Pensioenfonds Notariaat
Pensioenreglement voor notarissen, kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen van Stichting Pensioenfonds Notariaat VOORWOORD Per 1 januari 2014 kent Stichting Notarieel Pensioenfonds voor notarissen,
Nadere informatiePensioenreglement Pensioenfonds DSM Nederland. Beschrijving
Uitgave 1 januari 2018 INHOUDSOPGAVE Beschrijving Pag. HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Aanvang en einde deelname 6 Artikel 3 Financiering 7 HOOFDSTUK 2 BASISPENSIOEN PENSIOENOPBOUW
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT NIELSEN NEDERLAND
PENSIOENREGLEMENT NIELSEN NEDERLAND Geldig vanaf 1 januari 2015 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1 Artikel 2. Strekking van dit pensioenreglement 3 Artikel 3. Karakter van de pensioenregeling
Nadere informatieBetreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling
Yvonne Bloem Administrateur Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland Westeinde 62 Postbus 2 1600 AA Enkhuizen Tel. 0228-366 435 Fax. 0228-366 445 yvonne.bloem@syngenta.com Betreft: Startbrief in verband
Nadere informatieSamenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015
Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement
Nadere informatieStichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008
Stichting Metro Pensioenfonds ANW Hiaatreglement Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 1 DEELNEMERSCHAP... 1 KEUZEMOGELIJKHEID ANW-HIAATPENSIOEN... 1 AANVANG EN WIJZIGING VAN DE VERZEKERING VAN ANW-HIAATPENSIOEN...
Nadere informatieBest. PF Aviko 041.2011. Pensioenreglement van de. Stichting Pensioenfonds Aviko
Best. PF Aviko 041.2011 Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Aviko Versie 9 juni 2011 Inhoudsopgave I. Basispensioenregeling 4 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 4 Artikel 2 Deelnemerschap...
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Pensura PENSIOENREGLEMENT 2003
Stichting Pensioenfonds Pensura 1 Stichting Pensioenfonds Pensura PENSIOENREGLEMENT 2003 Voor werknemers die vóór 1 januari 1950 zijn geboren en die deelnemer waren aan de pensioenregeling van Pensura
Nadere informatieStichting Algemeen Pensioenfonds KLM
Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM Inhoudsopgave 1 Algemeen 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1 Artikel 2 Deelnemerschap 5 2 Pensioenaanspraken van deelnemers 6 Artikel 3 Pensioenaanspraken en keuzemogelijkheden
Nadere informatieANW- Hiaat Reglement 2015
ANW- Hiaat Reglement 2015 1 februari 2016 Inhoudsopgave Artikel 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 2. Deelnemers... 5 Artikel 3. ANW-Hiaat... 5 Artikel 4. Einde van het deelnemerschap... 7 Artikel 5.
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT. Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie
PENSIOENREGLEMENT 2006 Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN... 4 INTRODUCTIE... 4 ARTIKEL 1 - ALGEMEEN...
Nadere informatieTOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht 2017 Actieve deelnemers
Postbus 2290 Nl-3430 DL Nieuwegein www.pfecolab.nl TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht 2017 Actieve deelnemers Stichting Pensioenfonds Ecolab Wat heeft u aan het Uniform pensioenoverzicht? Het Uniform
Nadere informatiePrepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014
Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland 2004 versie 1 oktober 2014 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT VAN GDF SUEZ E&P NEDERLAND B.V. EN NOORDGASTRANSPORT B.V.
PENSIOENREGLEMENT VAN GDF SUEZ E&P NEDERLAND B.V. EN NOORDGASTRANSPORT B.V. Voor akkoord Zoetermeer,. (Datum) GDF SUEZ E&P Nederland B.V. (Handtekening werkgever) Voor akkoord 's-gravenhage, Noordgastransport
Nadere informatiePensioenreglement Stichting Pensioenfonds DSM Nederland
INHOUDSOPGAVE Pag. Omschrijving 3 HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN 3 Artikel 1 - Definities 6 Artikel 2 Aanvang en einde deelnemerschap 7 Artikel 3 Startbrief en melding wijzigingen 8 HOOFDSTUK 2 - BASISPENSIOEN
Nadere informatiePensioenreglement 2004 Stichting Pensioenfonds Interpolis
Pensioenreglement 2004 Stichting Pensioenfonds Interpolis Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING 3 1. Deelnemers 3 2. Start en einde deelname 3 Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN
Nadere informatieSTICHTING NORIT PENSIOENFONDS ALGEMEEN PENSIOENREGLEMENT
STICHTING NORIT PENSIOENFONDS ALGEMEEN PENSIOENREGLEMENT INHOUDSOPGAVE Artikel Titel 1. Karakter regeling 2. Deelnemers 3. Informatieverstrekking 4. Omschrijving van de pensioenaanspraken 5. Pensioensalaris
Nadere informatieToelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.
Nadere informatiePensioenreglement Pensioenfonds DSM Nederland. Beschrijving
Uitgave 1 juli 2016 INHOUDSOPGAVE Beschrijving Pag. HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Aanvang en einde deelname 6 Artikel 3 Financiering 7 HOOFDSTUK 2 BASISPENSIOEN PENSIOENOPBOUW
Nadere informatieVoor werknemers die op of na 1 januari 1950 zijn geboren, dan wel voor werknemers die na 31 december 2005 bij de werkgever in dienst zijn getreden.
Stichting Pensioenfonds Gasunie Pensioenreglement 2006 Voor werknemers die op of na 1 januari 1950 zijn geboren, dan wel voor werknemers die na 31 december 2005 bij de werkgever in dienst zijn getreden.
Nadere informatiePensioenreglement. Stichting Pensioenfonds DSM Nederland. Uitgave 1 april 2014
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Uitgave 1 april 2014 Inhoud Pag. Omschrijving 03 Hoofdstuk 1 - Algemeen 03 Artikel 1 Definities 06 Artikel 2 Aanvang en einde deelnemerschap 07 Artikel
Nadere informatieNLBV Pensioenreglement Overgangsregeling FLO-ers
NLBV Pensioenreglement Overgangsregeling FLO-ers van AEGON Levensverzekering NV. voor de werknemers van Nederlands Loodswezen BV. en de met haar gelieerde ondernemingen Bijlagen Artikel 9. Levenslang partnerpensioen
Nadere informatiePensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland
Pensioenreglement II Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement per 01-01-2013 geldig voor werknemers die: in dienst zijn getreden op of na 01-01-2006; of in dienst zijn getreden vóór 01-01-2006
Nadere informatiePensioenreglement Sanoma pensioenregeling A
Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A Van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland Voor de werknemers van Sanoma die in dienst zijn getreden voor 1 januari 2009 Inhoudsopgave Algemene Bepalingen
Nadere informatieAddendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland
Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland Per 1 januari 2018 zijn de bepalingen uit dit addendum van toepassing voor alle gewezen
Nadere informatieStichting NN CDC Pensioenfonds. Pensioenreglement NN Basispensioenregeling, voor het laatst gewijzigd per 1 juli 2019
Pensioenreglement NN Basispensioenregeling, voor het laatst gewijzigd per 1 juli 2019 HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities, begrippen en afkortingen Als voor een begrip geen definitie
Nadere informatiePensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Astellas
Pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Astellas - 1 Inhoud 1 DEFINITIES EN TOELICHTINGEN... 4 2 PENSIOENREGELING EN UITVOERING... 6 2.1 Deelnemerschap... 6 2.2 Informatie... 7 2.2.1 Informatieverstrekking
Nadere informatie