Brussel, 1 juni Advies Voorontwerp van decreet brownfieldconvenanten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brussel, 1 juni Advies Voorontwerp van decreet brownfieldconvenanten"

Transcriptie

1 Brussel, 1 juni 2006 Advies Voorontwerp van decreet brownfieldconvenanten SERV, 14 juni 2006 MiNa-Raad, 8 juni 2006

2 Advies SERV en MiNa-Raad 1. Krachtlijnen van het advies SERV en MiNa-raad werden om advies gevraagd over een voorontwerp van decreet betreffende brownfieldconvenanten. Het decreet wil een kader bieden voor de ontwikkeling van Brownfields en voor het wegwerken van belemmeringen waarmee brownfieldprojecten vandaag te kampen hebben. In het advies onderschrijven de raden vooreerst de doelstelling van het voorontwerp. Zij waarderen tevens dat de Vlaamse regering in overeenstemming met eerdere adviezen van de beide raden heeft gezocht naar een efficiënter instrumentarium in vergelijking met een eerdere voorontwerp van decreet: brownfieldconvenanten bieden in vergelijking met de eerder voorgestelde erkenningsprocedure in principe meer mogelijkheden voor voorafgaand overleg met alle betrokkenen, meer mogelijkheden voor maatwerk, minder formele procedurestappen en minder administratieve lasten. De keerzijde is dat het vooraf minder duidelijk is hoe brownfieldprojecten in de praktijk zullen verlopen. In die context sluiten MiNa-raad en SERV zich aan bij het tijdelijk karakter van de voorgestelde regeling, gekoppeld aan een evaluatiebepaling. Naast de keuze van het instrumentarium, is het voorontwerp ook op andere punten een verbetering. Het voorontwerp bevat in vergelijking met de vroegere voorstellen bijvoorbeeld de vereiste dat er vooraf een visie moet zijn voor het brownfieldproject, en dat de meerwaarde van het project op sociaal, economisch en milieuvlak moet worden gemotiveerd. Er zullen criteria worden uitgewerkt voor de participatie door PMV in brownfieldprojecten, enzovoort. Globaal komt het huidige voorontwerp daadoor beter dan het vorige tegemoet aan belangrijkste bestaande knelpunten. Toch zijn nog belangrijke verbeteringen aan het voorontwerp nodig. De belangrijkste aanbevelingen betreffen: 1. De prioriteitenafweging bij de selectie van brownfieldprojecten waarvoor de onderhandelingen met het oog op een brownfieldconvenant worden opgestart. Uit het voorontwerp kan worden afgeleid dat wie eerst komt, eerst wordt bediend. Wie eerst komt, is echter niet noodzakelijk diegene met het brownfieldproject met de grootste maatschappelijke meerwaarde. De raden menen bijgevolg dat er criteria wenselijk zijn voor prioriteitenafweging. Zo kan het aangewezen zijn om geografisch prioritaire gebieden aan te duiden, waar brownfieldprojecten die in aanmerking komen voor een convenant gelegen moeten zijn. De globale visie voor het brownfieldproject moet bijvoorbeeld ook passen binnen de ruimtelijke visie die voor de betrokken buurt en streek is uitgetekend. Procedureel lijkt het zinvol om de aanvragen periodiek te groeperen via een call-systeem, zodat de aanvragen gelijktijdig bij de Vlaamse regering worden ingediend en aan een selectie kunnen worden onderworpen. 2. De omschrijving van de betrokkenen bij en het juridische statuut van de convenanten. Volgens de raden is het onduidelijk in de tekst van het voorontwerp wie welke rol speelt bij de bronwfieldconvenanten: Moet een aanvraag om over te gaan tot onderhandelingen over een Brownfieldconvenant gebeuren door alle actoren gezamenlijk? Of volstaat de aanvraag door één actor? Kan een Brownfieldconvenant enkel worden afgesloten tussen de Vlaamse Regering en àlle opgesomde actoren en àlle regisseurs? Ook het juridische statuut van de convenanten is niet duidelijk aangeven, evenmin als de gevolgen bij uittreding of opzegging. Pagina 2 van 19

3 Decreet brownfieldconvenanten 3. De regeling van de inspraakmogelijkheden en van openbaarmaking van de convenanten. De raden menen dat in het decreet een inspraakmogelijkheid moet worden opgenomen voor belanghebbenden die geen convenantpartij zijn. Het kan gaan om eigenaars, besturen, buurtbewoners, lokale sociale partners, milieuverenigingen, enzovoort. Concreet menen de raden dat de RESOC s daarin een coördinerende rol moeten spelen, uiteraard niet als convenantspartij bij de onderhandelingen, maar om via informatie en overleg een breed draagvlak voor het brownfieldproject te creëren en de afstemming met de ruimtelijke visie voor de betrokken regio te bewaken. Daarnaast moet ook de openbaarmaking van de afgesloten convenanten expliciet worden geregeld. 4. De regeling inzake afwijking van bestaande procedureregels. De raden kunnen enkel akkoord gaan met de voorgestelde regeling die afwijkingen van bestaande procedureregels toelaat voor brownfieldprojecten die het voorwerp uitmaken van een convenant, als aan vijf voorwaarden wordt voldaan: (1) de bevoegdheid wordt beperkt tot afwijkingen die het mogelijk moeten maken om tot een betere stroomlijning, een betere afstemming en een vlottere afhandeling van de procedures te komen, zonder dat essentiële onderdelen van die procedures worden geschrapt of onmogelijk gemaakt; (2) er wordt decretaal voorzien in een vroege inspraakmogelijkheid over het brownfieldproject, (3) de afwijkingsbevoegdheid is juridisch sluitend; (4) de afwijkingsbevoegdheid is tijdelijk, (5) de afwijkingsbevoegdheid wordt gekoppeld aan een evaluatie met het oog op de structurele oplossing van de vastgestelde procedurele en administratieve knelpunten. 5. De onderbouwing van de voorgestelde ondersteuningsmaatregelen. De raden herhalen hun vraag uit hun vroegere adviezen naar nadere onderbouwing van de noodzaak, doeltreffendheid en impact van de financiële ondersteuningsmaatregelen. Zij verwachtten dat de RIA die onderbouwing zou verschaffen, maar dat is nu niet het geval. Verder wijzen de raden er op dat indien het voorgestelde facilitair kader ertoe leidt dat enkel (para)publieke actoren bepaalde steun kunnen genieten of een bevoorrechte positie bekleden, het risico bestaat op juridische procedures door private actoren omwille van concurrentievervalsing en/of onwettige overheidssteun. Tot slot vragen de raden of de voorgestelde participaties van PMV wel een efficiënt instrument voor brownfieldontwikkeling kunnen zijn, omdat juist de projecten met een lage of negatieve financiële return de meeste behoefte hebben aan financiële ondersteuning. Tot slot beklemtonen de raden dat het beleid inzake brownfieldontwikkeling niet louter bottom-up tot stand kan komen. In die zin vragen zij dat de Vlaamse regering in aanvulling op het voorliggende voorontwerp een visienota brownfieldontwikkeling opstelt die informatie bevat over de problematiek en het beleid dat zal worden gevoerd en die de maatregelen bevat die naast het afsluiten van brownfieldconvenanten zullen worden ingezet om brownfieldontwikkeling te stimuleren. Het betreft onder meer de geïntegreerde procesmatige aanpak van brownfieldontwikkelingsprojecten, de feitelijke coördinatie van die projecten, de kennisvergaring en informatieontsluiting voor de beleidsformulering en beleidsopvolging, enzovoort. Daarnaast dringen de raden erop aan dat in de gevraagde visienota ook een preventief beleid wordt uitgetekend om veroudering van bedrijventerreinen te voorkomen. Dat omvat de permanente opvolging van bestaande bedrijventerreinen en de uittekening van een beleid om de veroudering en uiteindelijk de leegstand van bedrijventerreinen te vermijden. Een enquête uitgevoerd in het kader van het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie, geeft aan dat die problematiek reëel is. Pagina 3 van 19

4 Advies SERV en MiNa-Raad Inhoud 1. Krachtlijnen van het advies Inleiding Algemene bemerkingen MiNa-raad en SERV onderschrijven de doelstelling van het decreet Tijdelijke regeling via brownfieldconvenanten is verdedigbaar Het voorontwerp is ook op andere punten een verbetering Toch zijn nog belangrijke verbeteringen mogelijk Decreet vergt aanvulling met preventief beleid en governance maatregelen Juridisch-technisch en legistiek nazicht moet nog gebeuren Specifieke aanbevelingen Hoofdstuk algemene bepalingen en begrippen Definitie brownfield: zorg voor criteria voor prioriteitenafweging Verduidelijk wie betrokken moet worden bij een brownfieldproject Hoofdstuk brownfieldconvenanten Formuleer de mogelijke inhoud van een brownfieldconvenant beter Voorzie naast formele ook inhoudelijke criteria voor de beoordeling van aanvragen voor brownfieldconvenanten Zorg voor inspraakmogelijkheden Regel de openbaarmaking van de convenanten Zorg voor een duidelijke omschrijving van het juridische statuut van de convenanten Verduidelijk het onderscheid tussen opzegging en uittreding en controleer de gevolgen Hoofdstuk facilitair kader Koppel afwijkingen van geldende procedureregels aan strikte voorwaarden Werken van algemeen belang? Vermijd rechter en partij situaties bij de toekenning van de faciliteiten inzake administratief goederenrecht Onderbouw de voorgestelde financiële ondersteuningsmaatregelen Hoofdstuk slotbepalingen Zorg voor een meer volledige evaluatiebepaling...18 Pagina 4 van 19

5 Decreet brownfieldconvenanten 2. Inleiding Op 3 mei vroeg de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening de SERV en de MiNa-Raad om advies over een voorontwerp van decreet betreffende brownfieldconvenanten. Het decreet wil een kader bieden voor de ontwikkeling van Brownfields en voor het wegwerken van belemmeringen waarmee brownfieldprojecten vandaag te kampen hebben. Het voorontwerp vervangt het voorontwerp van decreet houdende oprichting van een financieringsmechanisme ten behoeve van brownfieldontwikkeling waarover SERV en MiNa-Raad op 11 juni 2004 om advies werden gevraagd. In dat voorontwerp stelde de Vlaamse Regering voor om de ontwikkeling van brownfields te stimuleren via het instrument erkenning als brownfieldproject. Aan die erkenning was een aantal voordelen gekoppeld. Daarnaast was ook een financieringsmechanisme voorzien ter ondersteuning van de ontwikkeling van brownfields en werd de oprichting van een Vlaams Coördinatiecentrum Brownfieldontwikkeling in het vooruitzicht gesteld. In zijn advies van 30 juni 2004 verwelkomde de SERV dat er een decreet ten behoeve van brownfieldontwikkeling werd voorbereid. Maar volgens de raad was de voorgestelde aanpak niet steeds doeltreffend en efficiënt. Lang niet alle procedurele knelpunten kunnen worden aangepakt door een erkenning als brownfieldontwikkelingsproject. Ook bij het erkenningssysteem zelf en bij het voorgestelde financieringsmechanisme formuleerde de SERV bedenkingen. De raad adviseerde meer maatwerk en vroeg tegelijk een integrale, multidisciplinaire aanpak gericht op de oplossing van de bestaande organisatorische, procedurele en financiële knelpunten. De MiNa-Raad formuleerde zijn advies op 7 oktober 2004 (met onthouding van de sociaaleconomische partners omdat die daarover in de SERV adviseerden). Daarin steunde de Raad de politieke keuze om brownfields versneld aan te pakken. De MiNa-Raad meende dat het voorontwerp zich onterecht beperkte tot het projectniveau en vroeg een integrale beleidsvisie zodat alle geïdentificeerde knelpunten zouden worden aangepakt. De Raad had kritiek op het voorgestelde erkenningsinstrument en het financieringsmechanisme en vroeg om te onderzoeken of er geen efficiënter instrumentarium kon worden ontwikkeld. Als gevolg van deze adviezen, heeft de Vlaamse Regering nu een volledig nieuw decreet opgesteld. In plaats van een erkenning als brownfieldproject wordt nu gekozen voor het afsluiten van brownfieldconvenanten. In de RIA wordt dat als volgt gemotiveerd: In een eerste draftversie van voorontwerp van decreet is ervoor geopteerd om brownfieldprojecten te laten erkennen door de Vlaamse Regering. Om te worden erkend zou een project aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Aan die erkenning zouden dan weer een aantal voordelen worden gekoppeld. Deze werkwijze vereist echter een grondig uitgeschreven erkenningsprocedure. Dergelijke procedure brengt nu de flexibiliteit, die een Brownfieldproject vraagt, in het gedrang. Om die reden is nagedacht over een snellere, meer wendbare methodiek, waarbij de overheid eveneens stimulerende incentives kan verlenen aan Brownfieldprojecten die aan bepaalde voorwaarden voldoen. De introductie van de figuur van de convenanten houdt een sterke vereenvoudiging in t.o.v. de initieel uitgedachte piste omtrent de erkenning van Brownfieldprojecten en schept meer flexibiliteit. De Vlaamse regering wil dat maatwerk in goede banen leiden door het bieden van een decretale grondslag voor de totstandkoming van Brownfieldconvenanten. Zo n convenant wordt afgesloten tussen de Vlaamse Regering, de actoren (projectontwikkelaars, grondeigenaars, ) en de regisseurs (subsidiërende en vergunnende overheden, ) bij een Brownfieldproject. Een Brownfieldconvenant houdt een aantal voordelen in. Het gaat zowel om de samenwerking tussen de verschillende projectbetrokkenen als om juridisch-administratieve en financiële faciliteiten. Pagina 5 van 19

6 Advies SERV en MiNa-Raad 3. Algemene bemerkingen 3.1 MiNa-raad en SERV onderschrijven de doelstelling van het decreet Volgens de raden is brownfieldontwikkeling een prioriteit. Zowel SERV als MiNa-raad hebben in het verleden gesteld dat zuinig omspringen met de eindige ruimte vraagt dat werk wordt gemaakt van de herintegratie van bestaande leegstaande en/of verontreinigde sites. Het opnieuw op de markt brengen van vroeger in gebruik genomen percelen die vandaag om verschillende redenen niet meer gebruikt worden, kan immers een belangrijk onderdeel zijn van een aanbodstrategie. Hoe meer bedrijventerreinen er kunnen gerecycleerd worden, hoe meer greenfields er kunnen uitgespaard worden. In dit verband zal herstructurering een belangrijke rol spelen. Herstructurering wordt hier als overkoepelende term gebruikt voor verschillende typen projecten: Face lift: Een grote opknapbeurt bij fysieke veroudering van het bedrijventerrein; Revitalisering: Een forse integrale verbetering van een verouderd terrein, met behoud van bestaande economische functies; Herprofilering: Nieuwe werkfunctie als reactie op wijzigingen in bedrijfsmatige activiteiten (bijv. van bedrijventerrein naar kantorenlocatie); Transformatie: Een bedrijventerrein wordt omgebouwd tot een multifunctionele locatie met (ook) andere functies zoals woningbouw, voorzieningen en kantoren, groenzones, ). Vandaag zijn er voor Vlaanderen geen globale cijfers beschikbaar over de aard en omvang van de te herstructureren bedrijventerreinen. Om te weten aan welke soort van herstructurering Vlaanderen nood heeft, zal moeten beroep gedaan worden op de terreinkennis van en analyse door de ontwikkelaars. Naast het aspect van zorgvuldig ruimtegebruik, spelen nog andere elementen in het voordeel van hergebruik van bestaande sites. Zo gaat het doorgaans om goedgelegen en goed ontsloten locaties, waar de nutsvoorzieningen al zijn aangelegd. Bovendien kan de herstructurering een halt toeroepen aan de verkrottingsspiraal van de buurt, waarbij de hele omgeving een nieuwe dynamiek krijgt. De raden onderschrijven dan ook de doelstelling van het voorontwerp van decreet. 3.2 Tijdelijke regeling via brownfieldconvenanten is verdedigbaar De raden waarderen tevens dat de Vlaamse regering heeft gezocht naar een efficiënter instrumentarium in vergelijking met de eerdere voorstellen. Zij erkennen de intrinsieke voordelen van brownfieldconvenanten in vergelijking met een erkenningsregeling. Een regeling via brownfieldconvenanten biedt in principe meer mogelijkheden voor voorafgaand overleg met alle betrokkenen, meer mogelijkheden voor maatwerk op alle vlakken, minder formele procedurestappen en dus mogelijke tijdswinst en minder administratieve lasten. De keerzijde van de keuze voor convenanten is dat het vooraf minder duidelijk is hoe brownfieldprojecten in de praktijk zullen verlopen: Hoe lang zullen de onderhandelingen duren? Wat zal er precies in een convenant worden geregeld en wat niet? Wie wordt er allemaal bij betrokken en hoe zal de concrete taakverdeling zijn? Hoe zal de uitvoering verlopen? Zal het instrument inderdaad effectief en efficiënt zijn? De raden waarderen in die context het experimenteel karakter van het voorontwerp. Het decreet wordt immers opgezet als sunset -wetgeving: de regeling loopt tot einde 2009; in 2009 zal ze Pagina 6 van 19

7 Decreet brownfieldconvenanten worden geëvalueerd, waarbij zal worden nagegaan welke bevindingen moeten leiden tot vast recht (art. 24, zie tevens deel van dit advies). 3.3 Het voorontwerp is ook op andere punten een verbetering Naast de keuze van het instrumentarium, is er volgens de raden ook op andere punten verbetering geboekt. Het voorontwerp bevat in vergelijking met de vorige voorstellen bijvoorbeeld de vereiste dat er vooraf een visie moet zijn voor het brownfieldproject, en dat de meerwaarde van het project op sociaal, economisch en milieuvlak moet worden gemotiveerd. Er zullen criteria worden uitgewerkt voor de participatie door PMV in brownfieldprojecten, enzovoort. Globaal komt het huidige voorontwerp beter dan het vorige tegemoet aan belangrijkste bestaande knelpunten. Die situeren zich op organisatorisch, procedureel en financieel vlak: organisatorisch: brownfieldontwikkeling vergt meestal een multidisciplinaire aanpak en samenwerking tussen een (groot) aantal partijen en administraties. procedureel: brownfieldontwikkeling vergt meestal een aanpassing van plannen van aanleg of van ruimtelijke uitvoeringsplannen, alsook een hele reeks andere procedures en formaliteiten (bv. eigendomsoverdracht risicogronden, oriënterend - en beschrijvend bodemonderzoek, bouwvergunning, milieuvergunning, ). financieel: brownfieldontwikkeling vergt meestal (hoge) bodemsaneringskosten, gekoppeld aan onzekerheid over de rentabiliteit ervan, en kan mede worden belemmerd door financiële lasten ten gevolge van een eventuele leegstandsbelasting, financiële zekerheden, etc. 3.4 Toch zijn nog belangrijke verbeteringen mogelijk Het voorgaande neemt niet weg dat er nu al belangrijke verbeteringen aan de voorgestelde regeling nodig zijn. Daarop wordt in deel 4 van dit advies uitvoeriger ingegaan. De belangrijkste aanbevelingen betreffen: de prioriteitenafweging bij de selectie van brownfieldprojecten waarvoor de onderhandelingen met het oog op een brownfieldconvenant worden opgestart, en daarmee samenhangend de criteria voor de beoordeling van aanvragen voor brownfieldconvenanten; de omschrijving van de betrokkenen bij en van het juridische statuut van de convenanten; de regeling van de inspraakmogelijkheden en van openbaarmaking van de convenanten; de regeling inzake afwijking van bestaande procedureregels; de onderbouwing van de voorgestelde ondersteuningsmaatregelen. 3.5 Decreet vergt aanvulling met preventief beleid en governance maatregelen De raden wensen te beklemtonen dat het beleid inzake brownfieldontwikkeling niet louter bottomup tot stand kan komen. In die zin missen de raden een meer diepgaande toelichting bij het te voeren beleid inzake brownfieldontwikkeling. Zij vragen daarom dat de Vlaamse regering een visienota brownfieldontwikkeling opstelt in aanvulling van het voorliggende voorontwerp van decreet, dat de maatregelen beschrijft die naast het afsluiten van brownfieldconvenanten zullen worden ingezet om brownfieldontwikkeling te stimuleren. In zo n nota kunnen de volgende governance aspecten aan bod komen: Pagina 7 van 19

8 Advies SERV en MiNa-Raad De geïntegreerde procesmatige aanpak van brownfieldontwikkelingsprojecten (een draaiboek ). De feitelijke coördinatie van brownfieldontwikkelingsprojecten (met onder andere de invoering van een soort peterschap door de aanstelling van een projectmanager die fungeert als draaischijf voor de organisatorische en procesmatige begeleiding van een brownfieldontwikkelingsproject, en die de noodzakelijke samenwerking tussen alle betrokken partijen en administraties stimuleert). De kennisvergaring voor de beleidsformulering en beleidsopvolging (verzameling en beheer van informatie over de ligging van mogelijke brownfields in Vlaanderen, over hun ontwikkelingsmogelijkheden en over kosten en timing om deze brownfields opnieuw te kunnen gebruiken, inventariseren van procedurele problemen en uitwerking van voorstellen om procedures te verbeteren door ze beter op mekaar af te stemmen en waar mogelijk te integreren, ). De bundeling of centralisatie van die kennisopbouw omtrent brownfields en de vlotte ontsluiting van de verzamelde informatie (vermijden van versnippering en verkokering, vlotte toegang tot informatie en data,...) Daarnaast dringen de raden erop aan dat in de gevraagde visienota ook een preventief beleid wordt uitgetekend om veroudering van bedrijventerreinen te voorkomen. Dat omvat de permanente opvolging van bestaande bedrijventerreinen en de uittekening van een beleid om de veroudering en uiteindelijk de leegstand van bedrijventerreinen te vermijden. Een enquête uitgevoerd in het kader van het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie, geeft aan dat de problematiek reëel is. De enquête peilde naar de kwaliteit van de terrein waarop de bedrijven gevestigd zijn. Volgens de 5500 ondervraagde bedrijven is 4,6% van de bedrijventerreinen verouderd en is 23,5 % verouderd maar voldoen ze nog aan de verwachtingen van de bedrijfsleiders. Dat betekent evenwel dat de problematiek van veroudering zich stelt voor 1/4 e van de huidige bedrijventerreinen. In de mate dat dit percentage van verouderde bedrijventerreinen kan toegepast worden op de huidige oppervlakte van bedrijventerreinen, komen we tot een acute herstructureringsopdracht van hectare. Voor ha is het noodzakelijk om voldoende aandacht te besteden aan het in stand houden van de kwaliteit om te voorkomen dat ook hier later herstructurering zich opdringt. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat men kan aannemen dat op de slechtste terreinen geen of weinig ondernemers gevestigd zijn. Bovendien kan men aannemen dat uitspraken over kwaliteit steeds subjectief zijn, waarbij door zittende ondernemingen vermoedelijk iets gunstiger wordt gedacht over de eigen situatie. Beide elementen leiden ertoe dat de voormelde cijfers nog een onderschatting zijn van de werkelijke problematiek. 3.6 Juridisch-technisch en legistiek nazicht moet nog gebeuren De raden wijzen tot slot op enkele verschillen tussen de memorie van toelichting en de decreettekst 1. Zij menen tevens dat er nog nood is aan een juridisch-technisch en legistiek nazicht van het voorontwerp. 1 In het decreet staat dat de termijn wordt gerekend met ingang van de datum van voorlegging aan het Vlaams Parlement. In de memorie staat Die afwijkingen moeten door het Vlaams Parlement worden bekrachtigd binnen een termijn van 60 kalenderdagen vanaf de inwerkingtreding ervan. Op een andere plaats in de memorie staat: Deze afwijkingen dienen wel binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding ervan te worden bekrachtigd door het Vlaams Parlement. Pagina 8 van 19

9 Decreet brownfieldconvenanten 4. Specifieke aanbevelingen Hierna formuleren MiNa-raad en SERV hun specifieke aanbevelingen bij het voorontwerp. Daarbij wordt de structuur van het voorontwerp gevolgd. 4.1 Hoofdstuk algemene bepalingen en begrippen Definitie brownfield: zorg voor criteria voor prioriteitenafweging In vergelijking met het vorige voorontwerp 2 wordt een ruimere definitie gebruikt: Een Brownfield is een geheel van verwaarloosde of onderbenutte gronden die zodanig zijn aangetast, dat zij kennelijk slechts gebruikt of opnieuw gebruikt kunnen worden door middel van structurele maatregelen. ( ) De gronden zijn geografisch aaneensluitend, of liggen binnen een gebied met een homogene graad van verwaarlozing of onderbenutting. De oppervlakte van de Brownfield laat toe om gecoördineerde bewerkingen voor de volledige Brownfield uit te voeren. Het decreet is dus gericht op alle Brownfieldprojecten, zowel deze mét als deze zonder bodemsaneringsaspecten. SERV en MiNa-raad ondersteunen die ruime definitie van brownfieldprojecten. Zij formuleren hierbij wel drie bedenkingen: De ruime definitie betekent dat het aantal sites dat potentieel voor een brownfieldproject in aanmerking komt toeneemt. Gelet op de beperkingen in beschikbare financiële middelen en capaciteit om de projecten te beheren, betekent dit dat het des te belangrijker wordt om een weloverwogen keuze te maken tussen potentiële projecten en dus om prioriteiten te leggen. Momenteel is er in het voorontwerp enkel voor de ondersteuning van projecten door de PMV voorzien dat er criteria kunnen worden vastgelegd zodat de voorziene middelen eerst en vooral naar projecten gaan die aan die criteria beantwoorden (art. 20). Voor de rest is er niets geregeld voor de selectie van projecten. De actoren kunnen via een aanvraag de Vlaamse Regering verzoeken om over te gaan tot onderhandelingen over een Brownfieldconvenant, en als de aanvraag ontvankelijk en gegrond is, organiseert de Vlaamse Regering onderhandelingen tussen de mogelijke convenantspartijen. Dat kan betekenen dat wie eerst komt, eerst wordt bediend. Wie eerst komt, is echter niet noodzakelijk diegene met het brownfieldproject met de grootste maatschappelijke meerwaarde. De raden menen dan ook dat er criteria wenselijk zijn voor prioriteitenafweging (zie hierover meer in detail deel van dit advies). Bij de prioriteitenstelling moet verder ook rekening worden gehouden met de ondersteuning die voor de betrokken projecten al mogelijk is los van brownfieldconvenanten. Er bestaan immers nu al verschillende mechanismen die ook voor brownfieldontwikkeling kunnen worden ingezet. De raden vragen waarborgen dat de overheidsmiddelen die bedoeld zijn voor bodemsanering niet worden gebruikt om andere kosten verbonden aan de ontwikkeling van brownfields te betalen. Dat betekent dat brownfieldprojecten zonder bodemsaneringsaspecten geen middelen die bestemd zijn voor bodemsanering ontvangen, maar ook dat voor brownfieldprojecten met bodemsaneringsaspecten de middelen bestemd voor bodemsanering geen andere bestemming krijgen. 2 Brownfields zijn verlaten, braakliggende of onderbenutte terreinen met voormalige of actuele economische activiteiten waar expansie of ontwikkeling wordt bemoeilijkt door de (mogelijke) aanwezigheid van bodemverontreiniging of bodembedreigende activiteiten maar met een actief potentieel voor hergebruik en ontwikkeling in de ruimste zin. Pagina 9 van 19

10 Advies SERV en MiNa-Raad Verduidelijk wie betrokken moet worden bij een brownfieldproject Het voorontwerp bepaalt dat een Brownfieldconvenant wordt afgesloten tussen de Vlaamse Regering enerzijds en de actoren en de regisseurs bij een Brownfieldproject anderzijds. Actoren zijn: 1 de projectontwikkelaars ; 2 de natuurlijke of private, publieke of publiek-private rechtspersonen die op grond van hun eigendomsrecht of overige zakelijke rechten toestemming moeten verlenen voor handelingen of activiteiten in het kader van het Brownfieldproject ; 3 de natuurlijke of private, publieke of publiek-private rechtspersonen die in het kader van een private of publiek-private samenwerking financiële of andere middelen in het project inbrengen. Regisseurs zijn: 1 de openbare besturen die een goedkeuring, machtiging of vergunning dienen te verlenen aan handelingen of activiteiten in het kader van het Brownfieldproject ; 2 de openbare besturen die het Brownfieldproject, of onderdelen daarvan, subsidiëren. OVAM kan zowel een actor- als een regisseursrol vervullen bij Brownfieldprojecten waarbij projectgronden, of delen daarvan, verontreinigd zijn. Het voorontwerp stelt verder dat de actoren de Vlaamse Regering kunnen verzoeken om over te gaan tot onderhandelingen over een Brownfieldconvenant. Voor SERV en MiNa-raad zijn de voormelde bepalingen niet altijd duidelijk. Zij vragen met name dat in het decreet of in de memorie van toelichting de onderstaande punten worden verduidelijkt: Volgens de raden is het uit de tekst van het decreet niet duidelijk of een aanvraag om over te gaan tot onderhandelingen over een Brownfieldconvenant moet gebeuren door alle actoren gezamenlijk, dan wel of de aanvraag door één actor volstaat. Een andere onduidelijkheid is of een Brownfieldconvenant enkel kan worden afgesloten tussen de Vlaamse Regering en àlle opgesomde actoren en àlle regisseurs. M.a.w. moet het convenant worden ondertekend door àlle opgesomde actoren en regisseurs? Dat lijkt enerzijds wenselijk omdat dat de slaagkans van het project vergroot en omdat zo de rechten van de eigenaars en houders van zakelijke rechten op de gronden in kwestie gerespecteerd worden. Anderzijds blijkt uit de praktijk dat er soms sprake kan zijn van onwil langs de kant van de eigenaars (of andere mogelijke betrokkenen). De raden menen dan ook dat het voorontwerp moet worden verduidelijkt. De raden wijzen erop dat de tekst van het decreet niet uitsluit dat eigenaars geconfronteerd kunnen worden met het feit dat een actor (bv. projectontwikkelaar, investeerder) die over geen enkel zakelijk recht beschikt, een aanvraag tot brownfieldconvenant bij de Vlaams regering indient, met als mogelijk gevolg dat de eigenaars onder dwang van een onteigening verplicht worden de door een derde op gang gebrachte onderhandelingen te voeren en een overeenkomst af te sluiten. De raden hebben begrepen dat dat niet de bedoeling is. Zij vragen dan ook dat in het decreet wordt geëxpliciteerd dat ingeval één of meerdere actoren de Vlaamse regering zouden verzoeken om een brownfieldconvenant af te sluiten, niet kan worden overgegaan tot onteigening van de eigenaars, en enkel deze eigenaars, die uitdrukkelijk wensen te participeren in het project en over de nodige financiële middelen beschikken. Verder menen de raden dat brownfieldprojecten die vallen onder een brownfieldconvenant in sommige gevallen zullen moeten worden beschouwd als een PPS-project in de zin van het decreet betreffende publiek-private samenwerking van 18 juli In datzelfde decreet is bepaald dat het Vlaams Kenniscentrum PPS belast is met beleidsvoorbereidende en beleidsevaluerende taken met betrekking tot Vlaamse PPS-projecten ( ). Deze taak behelst eveneens Pagina 10 van 19

11 Decreet brownfieldconvenanten de sensibilisering en intermediatie van respectievelijk tussen de overheid en de private sector. Voor PPS-projecten in er in dat decreet ook een specifiek faciliterend kader uitgewerkt. Ook in de praktijk worden brownfieldprojecten vandaag opgezet als PPS-projecten. Bijvoorbeeld de herwaardering van de brownfield-site Willebroek-Noord houdt een publiek-private samenwerking in voor de verwerving, het onderzoek, de sanering, de herbestemming en de verkoop van de bedrijventerreinen in kwestie voor de industrie, het ambachtswezen of de dienstensector. In de memorie van toelichting wordt echter niet ingegaan op de samenloop met het PPS-decreet. Voor brownfieldprojecten die moeten worden beschouwd als een PPS-project, heeft dat nochtans belangrijke gevolgen voor zowel de procedure (rol voor het Kenniscentrum PPS) als voor het facilitair kader. De raden menen dat de wetgeving inzake overheidsopdrachten voor bepaalde aspecten van toepassing zal zijn op brownfieldprojecten die het voorwerp uitmaken van een brownfieldconvenant, onder andere voor de keuze van de private (rechts)personen waarmee wordt samengewerkt en voor de uitvoering van de werken zelf. De raden vragen dat ook die relatie met de wetgeving inzake overheidsopdrachten nader wordt toegelicht. Tot slot merken de raden op dat art. 3 2 bepaalt dat de OVAM zowel een actorrol als een regisseursrol kan vervullen bij brownfieldprojecten waarbij projectgronden of delen ervan verontreiningd zijn. Dat moet wellicht potentieel verontreinigd zijn. De huidige formulering houdt strikt genomen immers in dat er voor de gronden in kwestie al een bodemonderzoek moet hebben plaatsgevonden. Dezelfde formulering komt terug in art. 8 en art Hoofdstuk brownfieldconvenanten Formuleer de mogelijke inhoud van een brownfieldconvenant beter Het voorontwerp bepaalt dat in een convenant de rechten en plichten van de betrokken partijen op bindende wijze worden vastgelegd. De zaken die verplicht in een brownfieldconvenant worden opgenomen staan opgesomd in art De Vlaamse Regering kan tevens de algemene voorwaarden vastleggen die op elk brownfieldconvenant van toepassing zijn. Verder wordt de concrete inhoud van de afspraken in een convenant beperkt door art. 6 1, 2 lid. Dat stelt dat de afspraken geen vrijstelling kunnen verlenen van bij of krachtens decreet vastgestelde procedurevereisten, onverminderd artikel 12 (zie verder). MiNa-raad en SERV menen dat de inhoud van een convenant beter moet worden geformuleerd. Vooral de relatie tussen de inhoud van een convenant en de geldende regelgeving moet verder worden uitgewerkt: De wettelijke bepalingen inzake de brownfieldconvenanten zijn voor een deel geïnspireerd op het decreet inzake milieubeleidsovereenkomsten. De raden vragen waarom de analogie niet werd doorgetrokken door te bepalen, zoals in art. 3 van dat decreet, een brownfieldconvenant de geldende wetgeving of reglementering niet kan vervangen, noch in minder strenge zin ervan afwijken. Volgens de raden is dat aangewezen, en moet de bepaling van art. 6 1, 2 lid dus niet enkel slaan op procedurevereisten. Verder vermeldt de nota aan de Vlaamse regering terecht dat in het kader van een convenant géén afspraken kunnen worden gemaakt over de inhoudelijke kant van vergunningen, subsidieaanvragen, e.d. Daarom bepaalt art. 6, 1, eerste lid, 2 volgens diezelfde nota dat in een convenant enkel procedurele afspraken kunnen worden gemaakt aangaande aanvragen betreffende goedkeuringen, machtigingen, vergunningen of subsidies. In art. 6, 1, eerste lid, 2 van de tekst van het decreet zelf stelt echter enkel dat men niet mag afwijken van verplichte procedurestappen (tenzij gebruik wordt gemaakt van art. 12). Er wordt dus blijkbaar niet expli- Pagina 11 van 19

12 Advies SERV en MiNa-Raad ciet uitgesloten dat er wél afspraken worden gemaakt over het afleveren van bepaalde vergunningen. Dat kan volgens de raden niet de bedoeling zijn. Wat de concrete punten betreft, die een goede convenant zou moeten bevatten, kan worden verwezen naar het SERV-rapport inzake milieubeleidsovereenkomsten van 9 juli Daarin is een uitgebreide checklist en bespreking opgenomen van de onderdelen die een milieubeleidsovereenkomst zou moeten bevatten (zie bijlage). Uit een eerste toetsing blijkt alvast dat een aantal noodzakelijke bepalingen niet voorzien zijn in art. 6 1 (bv. datum van inwerkingtreding, bepaling wie op welke manier controle zal uitoefenen op de naleving van de afspraken, ). De raden suggereren daarom dat de SERV-checklist in elk geval wordt gebruikt de voorziene nadere invulling van de inhoud in een uitvoeringsbesluit (art. 6 2) en bij de feitelijke redactie van de convenantteksten Voorzie naast formele ook inhoudelijke criteria voor de beoordeling van aanvragen voor brownfieldconvenanten In het voorontwerp staat dat de actoren via een aanvraag de Vlaamse regering kunnen verzoeken om over te gaan tot onderhandelingen over een Brownfieldconvenant. De inhoud van de aanvraag wordt door de Vlaamse Regering vastgelegd, maar het voorontwerp zelf bevat al een reeks formele criteria voor de beoordeling van aanvragen: er moet globale visie zijn, een financieel plan, de kredietwaardigheid moet worden aangetoond, enzovoort. Als de aanvraag ontvankelijk en gegrond is, organiseert de Vlaamse Regering onderhandelingen tussen de mogelijke convenantspartijen. Hieruit kan worden afgeleid dat volgens het voorontwerp een zeker automatisme bestaat tussen een aanvraag door de actoren die ontvankelijk en gegrond is, en de start van onderhandelingen tussen de mogelijke convenantspartijen. Volgens SERV en MiNa-raad is dat niet wenselijk. De raden hebben hiervoor al aangegeven dat het, gelet op de beperkingen in beschikbare financiële middelen en capaciteit om de projecten te beheren, niet aangewezen is dat wie eerst komt noodzakelijkerwijs ook eerst wordt bediend. De prioriteit zou moeten gaan naar projecten met de grootste maatschappelijke meerwaarde. Het lijkt zinvol om daarvoor objectieve criteria te hanteren, waaraan brownfieldprojecten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de start van onderhandelingen. Die criteria moeten méér omvatten dan de veeleer formele zaken vermeld in art. 7. Er moeten ook inhoudelijke criteria gelden. Zo kan het aangewezen zijn om geografisch prioritaire gebieden aan te duiden waar brownfieldprojecten die in aanmerking komen voor een convenant gelegen moeten zijn. De globale visie voor het brownfieldproject moet bijvoorbeeld ook passen binnen de ruimtelijke visie die voor de betrokken buurt en streek is uitgetekend. Actoren zullen immers vooral kiezen voor herontwikkeling in de richting van activiteiten die voor hen het grootste financiële rendement opleveren (bv. woningbouw, shoppingcentra, delfstoffenwinning ), terwijl zich voor de betrokken regio misschien een andere herstemming opdringt (tekort aan bedrijventerreinen, park- en groenzones ). Procedureel lijkt het zinvol om de aanvragen periodiek te groeperen via een call-systeem, zodat de aanvragen gelijktijdig bij de Vlaamse regering worden ingediend en aan een selectie kunnen worden onderworpen. Daarbij is het volgens de raden wenselijk dat ook de gevraagde inhoudelijke criteria vooraf bekend zijn, zodat ongeschikte projectaanvragen worden vermeden. Wellicht kunnen die criteria ook in het standaardaanvraagformulier worden verwerkt, zodat de aanvragen de noodzakelijke informatie en motivering voor de selectie bevatten. Daarnaast merken de raden op dat in het voorontwerp sprake is van een standaardaanvraagformulier en een gestandaardiseerd rapport, waarvan de sjablonen door de Vlaamse Regering worden vastgelegd. Er wordt tevens bepaald dat, wanneer een Brownfieldproject gronden bevat Pagina 12 van 19

13 Decreet brownfieldconvenanten die verontreinigd zijn, de aanvraag vergezeld van de voorhanden zijnde gegevens aangaande de bodemverontreiniging. De Vlaamse regering besliste op 5 mei 2006 evenwel dat in nieuwe regelgeving geen formulieren meer mogen worden vastgelegd; de wetgeving moet zich beperken tot het louter opsommen van de informatie die de overheid nodig heeft, en dat in nieuwe formulieren enkel informatie mag worden opgevraagd waarover de Vlaamse overheid al niet beschikt Zorg voor inspraakmogelijkheden In het voorontwerp zelf is geen inspraak en openbaarheid voorzien rond de brownfieldconvenanten. Er is enkel bepaald dat de Vlaamse regering nadere regels kan vastleggen voor het verloop van de procedure. De raden menen dat in het decreet een inspraakmogelijkheid voor belanghebbenden die geen convenantpartij zijn moet worden opgenomen. Het kan gaan om eigenaars, besturen, buurtbewoners, lokale sociale partners, milieuverenigingen, enzovoort. Volgens de raden is dat noodzakelijk om verschillende redenen. Ten eerste komt dat de inhoud en realisatie van het brownfieldproject ten goede. Consultatie verbetert de kwaliteit van de beslissingen en zorgt voor draagvlak, hetgeen zich vertaalt in een vlotter verloop van latere procedures. Dat is ook de filosofie achter de Europese inspraakrichtlijn 2003/35/EG. Ten tweede zullen naar aanleiding van een brownfieldproject wellicht belangrijke sommen overheidsgeld worden ingezet. Vanuit democratisch oogpunt is inzage en inspraak in die besteding gerechtvaardigd. Ten derde is een vroege inspraakmogelijkheid voor de raden een noodzakelijke voorwaarde voor afwijkingen verderop in de procedures (art. 12). De raden menen met name dat over een brownfieldproject best zo vroeg mogelijk wordt geconsulteerd, en dat op een zo efficiënt mogelijke manier. Dat veronderstelt minimaal een adequate bekendmaking, gericht op het verkrijgen van opmerkingen en suggesties ( notice and comment ). Concreet menen de raden dat de RESOC s daarin een coördinerende rol moeten spelen, uiteraard niet als convenantspartij bij de onderhandelingen, maar om via informatie en overleg een breed draagvlak voor het brownfieldproject te creëren en de afstemming met de ruimtelijke visie voor de betrokken regio te bewaken. Een RESOC of Regionaal Economisch en Sociaal OverlegComité vormt volgens het decreet van 7 mei immers de overlegtafel inzake sociaal-economische streekontwikkeling tussen vertegenwoordigers van de werkgevers, de werknemers en de gemeentebesturen en het provinciebestuur. Zij hebben bovendien de mogelijkheid tot het opnemen en betrekken van zogenaamde "levende krachten", zoals milieuorganisaties en andere relevante actoren, zowel naar aantal als naar statuut Regel de openbaarmaking van de convenanten In het voorontwerp is geen verplichte actieve openbaarmaking van de uiteindelijk goedgekeurde convenanten voorzien. 3 Zie het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaaleconomische overlegcomités. Pagina 13 van 19

14 Advies SERV en MiNa-Raad Volgens de raden is dat nochtans noodzakelijk, zowel om principiële redenen als om praktische redenen. Zo moet volgens het decreet de notaris en iedereen die een onderhandse akte opmaakt voor een overdracht in eigendom, de vestiging van zakelijk rechten, de verhuring voor meer dan negen jaar, of de inbreng in een vennootschap van een onroerend goed dat deel uitmaakt van een Brownfield waarvoor een Brownfieldconvenant, in alle onderhandse en authentieke akten een verwijzing naar het Brownfieldconvenant opnemen. Dat kan uiteraard alleen als zij van het bestaan van het Brownfieldconvenant op de hoogte kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor de toekenning van verschillende facilitaire maatregelen, bijvoorbeeld voor de tijdelijke opschorting van de uitoefening van voorkooprechten op de projecten Zorg voor een duidelijke omschrijving van het juridische statuut van de convenanten In het voorontwerp staat over het juridische statuut van de convenanten enkel dat het de partijen bindt als een overeenkomst. De raden suggereren om het juridische statuut duidelijker te omschrijven. In het decreet betreffende de milieubeleidsovereenkomsten bijvoorbeeld staat expliciet dat in geval van overtreding van de voorschriften van een milieubeleidsovereenkomst, iedereen die erdoor verbonden de dwanguitvoering in natura of bij equivalent kan vorderen van de overtreder. In het benchmarkingconvenant inzake energie-efficiëntie staat dat het convenant een overeenkomst is naar burgerlijk recht Verduidelijk het onderscheid tussen opzegging en uittreding en controleer de gevolgen Volgens het voorontwerp kan elke partij te allen tijde uit het Brownfieldconvenant treden. Opzegging moet gebeuren door de convenantspartijen gezamenlijk (uitgezonderd de Vlaamse regering). De uittreding van de Vlaamse Regering uit het convenant staat gelijk met de opzegging van het convenant. Telkens moet er een uittredingstermijn resp. opzeggingstermijn in acht worden genomen. Art. 6, 1, eerste lid, 9, geeft de mogelijkheid om aan de voortijdige uittreding bepaalde sancties of vergoedingen te verbinden. De raden menen dat de gevolgen van het uittreden of opzeggen van een convenant onduidelijk zijn: wat is dan de waarde van de afspraken die werden gemaakt? Kan de naleving alsnog worden afgedwongen? Zij vragen verder dat het voorontwerp zou worden nagekeken op de hypothese dat een partij uit het convenant treedt of een convenant wordt opgezegd: wat gebeurt er dan met de verstrekte voordelen? Is dat telkens duidelijk? Is dat telkens geregeld? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de door OVAM toegekende vrijstelling van financiële zekerheden, in het geval dat een betrokken partij nadien uittreedt of het brownfieldproject wordt afgeblazen? Voor de raden is daarnaast het onderscheid tussen uittreden en opzeggen niet helder. Volgens het voorontwerp kan elke partij te allen tijde uit het Brownfieldconvenant treden. Opzegging daarentegen moet gebeuren door de convenantspartijen gezamenlijk (uitgezonderd de Vlaamse regering). Maar wat als alle partijen (kort na mekaar) uittreden? Staat dat dan gelijk met opzegging of niet? En art. 6, 1, eerste lid, 9, geeft enkel de mogelijkheid om aan de voortijdige uittreding bepaalde sancties of vergoedingen te verbinden, niet aan opzegging. Pagina 14 van 19

15 Decreet brownfieldconvenanten 4.3 Hoofdstuk facilitair kader Koppel afwijkingen van geldende procedureregels aan strikte voorwaarden De Vlaamse regering stelt voor dat de regisseurs bij het project afspraken kunnen maken omtrent de behandeling van vergunningsaanvragen e.d. Er wordt tevens voorzien dat er ten behoeve van brownfieldconvenanten afgeweken wordt van bepaalde decretale procedureregelen. Die afwijkingen kunnen betrekking hebben op de duur van de behandeltermijnen, de duur van de eventuele openbare onderzoeken, de chronologie van het procedureverloop en de aard en de omvang van de aan te leveren informatie. De afwijkingen moeten door het Vlaams Parlement worden bekrachtigd binnen een termijn van 60 kalenderdagen. De raden hebben volgende bedenkingen bij dit voorstel: Het is onduidelijk wat de gevolgen zijn als de afwijkingen niet door het Vlaams Parlement worden bekrachtigd binnen een termijn van 60 kalenderdagen. Hoewel het volgens de nota aan de Vlaamse regering niet de bedoeling is dat in het kader van een convenant afspraken kunnen worden gemaakt over de inhoudelijke kant van vergunningen, subsidieaanvragen, e.d., blijkt dat niet duidelijk uit de tekst van het decreet zelf. Volgens het voorontwerp zou de overheid zich dus weldegelijk kunnen verbinden tot het afleveren van bepaalde vergunningen. Zoals in deel van dit advies reeds vermeld, kan dat volgens de raden niet de bedoeling zijn. In het voorontwerp staat dat er ten behoeve van brownfieldconvenanten kan worden afgeweken van bepaalde decretale procedureregelen. In totaal gaat het om 9 belangrijke decreten en hun uitvoeringsbesluiten. Die afwijkingen kunnen specifiek betrekking hebben op de duur van de behandeltermijnen, de duur van de eventuele openbare onderzoeken, de chronologie van het procedureverloop en de aard en de omvang van de aan te leveren informatie. Zelfs al gaat het louter om procedureregels, blijft dit een zeer ruime afwijkingsbevoegdheid. Strikt genomen kan het inhouden dat openbare onderzoeken drastisch worden ingekort waardoor geen echte inspraak meer mogelijk is, dat beslist wordt dat er voor het betrokken project geen MER nodig is, enz. Als er structurele problemen zijn met bestaande procedures en administratieve formaliteiten, is het omwille van principiële redenen en omwille van de rechtsgelijkheid aangewezen om die niet enkel voor brownfieldprojecten aan te pakken, maar voor alle activiteiten. Structurele problemen vergen m.a.w. een structurele oplossing en geen tijdelijke, ad hoc oplossing. Tot slot schept het voorstel een precedent: Voor brownfieldprojecten kan worden afgeweken van bepaalde decretale procedureregelen. Waarom dan niet voor infrastructuurprojecten? Voor belangrijke economische investeringen? Voor culturele voorzieningen? De raden zijn bezorgd om een mogelijk opbod aan gelijkaardige regelingen. MiNa-raad en SERV erkennen aan de andere kant dat brownfieldprojecten administratief complexe projecten kunnen zijn, die te maken kunnen hebben met allerhande procedures en formaliteiten (bv. aanpassingen ruimtelijke plannen, eigendomsoverdracht risicogronden, oriënterend - en beschrijvend bodemonderzoek, bouwvergunning, milieuvergunning, ). Daarom moet volgens de raden inderdaad worden gezocht naar manieren om onnodige complexiteiten en vertragingen te vermijden. Gelet op de bovenstaande bedenkingen, kunnen de raden echter enkel akkoord gaan met de voorgestelde oplossing, als de onderstaande vijf voorwaarden worden gerespecteerd: Pagina 15 van 19

16 Advies SERV en MiNa-Raad 1. De bevoegdheid wordt ook in de praktijk beperkt tot de feitelijke bedoeling van de afwijkingsmogelijkheid: de afwijkingen dienen om te komen tot een betere stroomlijning, een betere afstemming en vlottere afhandeling van de procedures, zonder dat essentiële onderdelen van die procedures worden geschrapt of onmogelijk gemaakt. Dat is niet alleen wenselijk om de kwaliteit van de beslissingen te waarborgen, maar ook noodzakelijk om achteraf juridische procedures te vermijden: er kan bv. niet zomaar worden afgeweken van procedureregels en informatieverplichtingen die Europees zijn opgelegd, zoals bijvoorbeeld de verplichting om een MER op te maken. 2. Er wordt decretaal voorzien in een vroege inspraakmogelijkheid over het brownfieldproject, zoals gevraagd in deel van dit advies. 3. De afwijkingsbevoegdheid is juridisch sluitend. 4. De afwijkingsbevoegdheid is tijdelijk. 5. De afwijkingsbevoegdheid wordt gekoppeld aan een uitbreiding van de huidige evaluatiebepaling in het voorontwerp. Met name wordt daaraan toegevoegd dat de evaluatie ook betrekking heeft op de inventarisatie en de formulering van voorstellen voor de structurele oplossing van procedurele en administratieve knelpunten waarmee brownfieldprojecten waarvoor een brownfieldconvenant werd afgesloten te maken hadden Werken van algemeen belang? Het voorontwerp bepaalt dat voor de toepassing van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, de werken en handelingen in het kader van een Brownfieldproject dat het voorwerp uitmaakt van een Brownfieldconvenant, van rechtswege worden beschouwd als zijnde van algemeen belang. Hierdoor krijgen die werken en handelingen een aantal bijkomende faciliteiten. Zo wordt de stedenbouwkundige vergunning voor werken van algemeen belang verleend door de Vlaamse Regering of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. De raden erkennen dat de bevoegdheid voor het afleveren van de stedenbouwkundige vergunningen voor werken die kaderen in een brownfieldconvenant in veel gevallen sowieso zal liggen bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, omwille van de betrokkenheid van publieke partners in het brownfieldproject. Het expliciet toekennen van het statuut werken van algemeen belang aan brownfieldprojecten heeft het voordeel van gelijke procedures voor alle Brownfieldprojecten die het voorwerp uitmaakt van een Brownfieldconvenant. Het heeft tevens het voordeel dat brownfieldprojecten kunnen genieten van de andere faciliteiten die verbonden zijn aan dat statuut. Voor werken van algemeen belang mag er bijvoorbeeld, binnen bepaalde voorwaarden, worden afgeweken van de voorschriften van een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan zodra de vergunningverlenende instantie kennis heeft van de resultaten van het openbaar onderzoek met betrekking tot het ontwerp van het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan waarmee de werken, handelingen en wijzigingen van algemeen belang verenigbaar zijn, enzovoort. Aan de andere kant is het lang niet zeker dat voor stedebouwkundige vergunningsaanvragen die kaderen in een brownfieldconvenant waarvoor de gemeente nu bevoegd is, een verschuiving van die bevoegdheid naar het Vlaamse niveau in de praktijk zal leiden tot een verkorting van de procedure. Door de bevoegdheid voor het afleveren van de stedebouwkundige vergunning aan de gemeenten te onttrekken, zijn de gemeenten ook niet als regisseur betrokken bij het brownfieldproject, terwijl zij in vele gevallen toch mee een centrale rol te vervullen zullen hebben. Volgens het voorontwerp is de regisseursrol van openbare besturen namelijk gekoppeld aan de bevoegdheid om een goedkeuring, machtiging of vergunning af te leveren voor handelingen of activiteiten in het kader van een brownfieldproject. Pagina 16 van 19

Aanvraagformulier. Aanvraag tot onderhandelingen omtrent de totstandkoming van een Brownfieldconvenant. 7 e call 2017

Aanvraagformulier. Aanvraag tot onderhandelingen omtrent de totstandkoming van een Brownfieldconvenant. 7 e call 2017 Aanvraagformulier Aanvraag tot onderhandelingen omtrent de totstandkoming van een Brownfieldconvenant 7 e call 2017 Gelieve het formulier volledig in te vullen. Voor toelichting: Agentschap Innoveren en

Nadere informatie

Onderwerp: Financiële zekerheden in kader van bodemsanering en brownfieldcovenanten Opsteller: Pascal Maebe Datum: 9 maart 2009

Onderwerp: Financiële zekerheden in kader van bodemsanering en brownfieldcovenanten Opsteller: Pascal Maebe Datum: 9 maart 2009 Onderwerp: Financiële zekerheden in kader van bodemsanering en brownfieldcovenanten Opsteller: Pascal Maebe Datum: 9 maart 2009 1 Inleiding. In kader van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: 9 de oproep inzake het indienen van een aanvraag tot onderhandelingen omtrent de totstandkoming van

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

Contactpersoon ons kenmerk Brussel Peter Van Humbeeck SERV_BR_ _evaluatie_brownfields_pvhit 13 oktober

Contactpersoon ons kenmerk Brussel Peter Van Humbeeck SERV_BR_ _evaluatie_brownfields_pvhit 13 oktober De Heer Kris Peeters Vlaams minister-president en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid Martelaarsplein 19 B- 1000 Brussel Contactpersoon ons kenmerk Brussel Peter

Nadere informatie

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet betreffende het

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

Datum : Plaats : Handtekening :

Datum : Plaats : Handtekening : Bijlage 2 Modelaanvraagformulier Aanvraag tot onderhandelingen omtrent de totstandkoming van een Brownfieldconvenant Gelieve de aanvraag volledig in te vullen. Het ingevulde formulier kan ten hoogste 3

Nadere informatie

PSR GEEFT TOEKOMST AAN BROWNFIELDS. Realty 2015 Dinsdag 19 Mei Johan Geeroms

PSR GEEFT TOEKOMST AAN BROWNFIELDS. Realty 2015 Dinsdag 19 Mei Johan Geeroms PSR GEEFT TOEKOMST AAN BROWNFIELDS Realty 2015 Dinsdag 19 Mei 2015 - Johan Geeroms PSR PARTNER IN SITE REONVERSION PSR geeft toekomst aan brownfields sinds 1999 Synergiën binnen Jan De Nul Group Kennis

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Decreet betreffende de Brownfieldconvenanten

Decreet betreffende de Brownfieldconvenanten Decreet betreffende de Brownfieldconvenanten Datum 30/03/2007 INHOUDSTAFEL 1. HOOFDSTUK I. Algemene bepaling 2. HOOFDSTUK II. Begrippen 3. HOOFDSTUK III. Inhoud en totstandkoming van Brownfieldconvenanten

Nadere informatie

NIEUW ENERGIEPRESTATIEDECREET - STAND VAN ZAKEN goedgekeurd door het VVSG-directiecomité op 27.03.2006 (doc.nr. 2006/81) Het energieprestatiedecreet (7 mei 2004) voert een energieprestatiecertificaat in

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de functionarissen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het

Nadere informatie

De omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning De omgevingsvergunning FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Problematiek Het realiseren van belangrijke investeringsprojecten

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.183/1 van 9 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, wat betreft

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het

Nadere informatie

Advies. Subsidiebesluit. Brussel, 12 december SERV_ADV_ _algemeneregelssubsidies.docx

Advies. Subsidiebesluit. Brussel, 12 december SERV_ADV_ _algemeneregelssubsidies.docx Advies Subsidiebesluit Brussel, 12 december 2012 SERV_ADV_20121212_algemeneregelssubsidies.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 F +32 2 217 70 08

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR Brussel, 25 juni 2002 AXM_advies 2. ADVIES 1. INLEIDING De SERV werd op 13 juni 2002 om advies gevraagd over het ontwerp van

Nadere informatie

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Advies Beroepsmogelijkheden milieuvergunningsdecreet Codex Ruimtelijke Ordening Brussel, Minaraad, 5 juli 2011 Brussel, SERV, 6 juli 20111 SERV_ADV_20110706_decreetberoepen Sociaal-Economische raad van

Nadere informatie

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS Advies 2017-09 / 6.07.2017 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Wijzigende

Nadere informatie

VR DOC.0161/1

VR DOC.0161/1 VR 2019 0802 DOC.0161/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE N. 2007 2567 VLAAMSE OVERHEID 30 MAART 2007. Decreet

Nadere informatie

De omgevingsvergunning komt eraan!

De omgevingsvergunning komt eraan! De omgevingsvergunning komt eraan! Sessie : vergunning Werner Van Hoof teammanager gebiedsontwikkeling VVSG studiedag : 23 november 2011 Dienstverlenende vereniging Opgericht in 1973, sinds 2003 intercommunale

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende de wijziging van artikel 19 van de Wet

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming

Nadere informatie

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Amendementen. op het ontwerp van decreet ingediend op 687 (2015-2016) Nr. 2 23 mei 2016 (2015-2016) Amendementen op het ontwerp van decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage

Nadere informatie

VR DOC.0365/1BIS

VR DOC.0365/1BIS VR 2017 2104 DOC.0365/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BIS - NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. Goedkeuring

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

Verwaarloosde of onderbenutte gronden, wat doen we ermee?

Verwaarloosde of onderbenutte gronden, wat doen we ermee? Vlaanderen is ondernemen BROWNFIELDS Verwaarloosde of onderbenutte gronden, wat doen we ermee? www.vlaio.be Blue gate Fotografie: Tom D Haenens Blue Gate Antwerp is een nieuw bedrijventerrein dat op het

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 18 februari 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1853 (2008-2009)

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de procedure en de voorwaarden volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies kan verlenen DE VLAAMSE

Nadere informatie

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de samenstelling, de werking en de opdrachten van

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004 Raad voor de Kunsten Advies bij het ontwerp van decreet houdende opheffing van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera en tot regeling van de rechtsopvolging. I. Toetsing van het

Nadere informatie

Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994)

Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994) Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994) Art. 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. Art. 2. Een milieubeleidsovereenkomst

Nadere informatie

Ruimtelijk-economische agenda

Ruimtelijk-economische agenda Ruimtelijk-economische agenda Ruimtelijk-economische agenda Doelstelling Kadert binnen opmaak Visienota Ruimte Vlaams-Brabant => vanuit een (sub-)regionale blik werken aan een strategische agenda, waardoor

Nadere informatie

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur. GEMEENTERAAD Bekendmaking reglement/verordening Zitting van 28 februari 2019 Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur. Het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2019 over:

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Voorstel van Decreet wijziging Decreet Grond- en pandenbeleid

Voorstel van Decreet wijziging Decreet Grond- en pandenbeleid Voorstel van Decreet wijziging Decreet Grond- en pandenbeleid Standpunt 1. Inleiding Via een parlementair initiatief wordt een wijziging van het Decreet Grond- en Pandenbeleid voorbereid. Deze wijzigingen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 8, 10 EN 18 VAN DE WET VAN 25 JUNI 1993 BETREFFENDE DE UITOEFENING EN DE ORGANISATIE VAN AMBULANTE EN KERMISACTIVITEITEN MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Advies. Wijziging decreet brownfieldconvenanten. Brussel, 15 september SERV_ADV_ _brownfields. Sociaal-Economische raad van Vlaanderen

Advies. Wijziging decreet brownfieldconvenanten. Brussel, 15 september SERV_ADV_ _brownfields. Sociaal-Economische raad van Vlaanderen Advies Wijziging decreet brownfieldconvenanten Brussel, 15 september 2010 SERV_ADV_20100915_brownfields Sociaal-Economische raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 F +32 2 217

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems ADVIES Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems 15 september 2016 Economische en Sociale Raad voor het Brussels

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

ADVIES. 10 maart 2014

ADVIES. 10 maart 2014 ADVIES Voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van 17 december 2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten en Voorontwerp van besluit betreffende de akten van familiale aard

Nadere informatie

SERV_ADV_20100120_erfgoedtoets. Advies. Onroerenderfgoedtoets. 20 januari 2010

SERV_ADV_20100120_erfgoedtoets. Advies. Onroerenderfgoedtoets. 20 januari 2010 SERV_ADV_20100120_erfgoedtoets Advies Onroerenderfgoedtoets 20 januari 2010 Adviesvraag: ontwerpbesluit betreffende de onroerenderfgoedtoets ontwerpbesluit houdende wijziging van het besluit betreffende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende het ontwerp Koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende de wijziging van artikel 19 van de Wet

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende

Nadere informatie

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting Besluit van de Vlaamse Regering van.. betreffende de landinrichting 4.03.2014 Situering

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen Pagina 1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen Besluit Vlaamse regering 19/3/2010 (Staatsblad.). Hoofdstuk 1. Stedenbouwkundige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 april 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Nota Ruimte. Ontwerp Nota Ruimte. Goedkeuring.

Nadere informatie

Advies. Besluit energieprestatiecertificaat bij verkoop en verhuur van niet-residentiële gebouwen

Advies. Besluit energieprestatiecertificaat bij verkoop en verhuur van niet-residentiële gebouwen Brussel, 10 september 2008 Advies besluit energieprestatiecertificaat bij verkoop Advies Besluit energieprestatiecertificaat bij verkoop Inhoud 1. Situering... 3 2. Advies... 4 2.1. Neem maatregelen om

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.106/3 van 3 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning

Nadere informatie

brownfieldconvenant Tweede oproep inzake het indienen van een aanvraag tot onderhandeling omtrent de toestandkoming van een

brownfieldconvenant Tweede oproep inzake het indienen van een aanvraag tot onderhandeling omtrent de toestandkoming van een organiseert de informatiesessie Tweede oproep inzake het indienen van een aanvraag tot onderhandeling omtrent de toestandkoming van een brownfieldconvenant Maandag 29 maart 2010 9.30 uur tot 13.00 uur

Nadere informatie

VR DOC.1037/1

VR DOC.1037/1 VR 2016 3009 DOC.1037/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

VR DOC.1318/1BIS

VR DOC.1318/1BIS VR 2018 2311 DOC.1318/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet

Nadere informatie

Brussel, 20 september 2005 JPM/Scheepvaartbegeleidingsdecreet. Advies

Brussel, 20 september 2005 JPM/Scheepvaartbegeleidingsdecreet. Advies Brussel, 20 september 2005 JPM/ Advies van de Vlaamse Havencommissie over het ontwerpdecreet betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen naar de Vlaamse havens en de organisatie

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 2312 DOC.1539/1BIS DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

Work in progress: brownfieldconvenanten in Vlaanderen

Work in progress: brownfieldconvenanten in Vlaanderen Work in progress: brownfieldconvenanten in Vlaanderen Realty 19.05.2015 20 1. Intro 2. Stavaza 3. Evaluatie 4. Toekomst 5. En nu.. 1. Intro Een brownfield is Een geheel van verwaarloosde of onderbenutte

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Werk, Economie, Innovatie en Sport NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch-, wetenschaps-

Nadere informatie

2 de uitwerking en uitvoering van de in artikel 8 bedoelde openbare dienstverplichtingen

2 de uitwerking en uitvoering van de in artikel 8 bedoelde openbare dienstverplichtingen Advies van de WaterRegulator met betrekking tot het ontwerp Ministerieel besluit houdende nadere regels tot uitvoering van artikel 27/3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1102 (2010-2011) Nr. 8 6 juli 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan-

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 69119 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2011/35925] 28 OKTOBER 2011. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de percelen gelegen in de woonzone

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/213 BERAADSLAGING NR. 16/094 VAN 4 OKTOBER 2016 OVER DE BIJZONDERE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID,

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID, Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting [Voorontwerp van] decreet houdende wijziging van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 en het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie en

Nadere informatie

MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME

MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME VLAAMS MINISTER VAN FINANCIEN EN BEGROTING EN RUIMTELIJKE ORDENING NOTA AAN DE VLAAMSE

Nadere informatie

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11 INHOUD Inhoud 3 Woord vooraf 11 1 Algemene inleiding 15 1 Ruimtelijke ordening en stedenbouw: begrippen 17 2 Ruimtelijke ordening en stedenbouw zijn nodig 18 3 Ruimtelijke ordening en stedenbouw versus

Nadere informatie

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 20 oktober 2015 Besluit nummer: 2015_GR_00785 Onderwerp: Addendum 1 aan het ontwerp van brownfieldconvenant voor het brownfieldproject 62 Kuhlmannkaai

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van tussen de Vlaamse

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Cultuur, Media, Jeugd en Brussel NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het decreet houdende

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001 ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001 inzake het voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie

Nadere informatie

Omzendbrief W/2014/01

Omzendbrief W/2014/01 Omzendbrief W/2014/01 Omzendbrief betreffende de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie Martelaarsplein 7, 1000 Brussel Tel.

Nadere informatie