Bijlage 4 Verslag informatieavond 18 december 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 4 Verslag informatieavond 18 december 2013"

Transcriptie

1 63 Bijlage 4 Verslag informatieavond 18 december 2013 Rho adviseurs voor leefruimte

2 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex Aanwezig namens gemeente Bussum De heer T. Scherder Voorzitter De heer H. Heijman Burgemeester De heer B. Stolk Projectleider MOB-complex Mevrouw L. Beenke Stedenbouwkundige Mevrouw M. de Haan Projectmedewerker Aanwezig namens Giesbers Rotterdam De heer W. van Zanten Algemeen Directeur De heer B. Wiedeman Planontwikkelaar Aantal aanwezigen volgens presentielijst: 38 Verslag sturen naar: de aanwezigen volgens presentielijst Datum : 18 december 2013 Tijd : uur tot uur Plaats : gemeente Bussum 1. Welkom Voorzitter, de heer Scherder heet de aanwezigen welkom op de informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp MOB-complex en stelt de aanwezigen van de gemeente Bussum en Giesbers Rotterdam voor. De volgende raadsleden zijn aanwezig: Henk Lansink (GroenLinks), Pieter Hoekstra (PvdA) en Paul Rijpstra (VVD). 2. Inleiding Waarom burgemeester aanwezig? Burgemeester, de heer Heijman neemt het woord en legt uit dat wethouder Barneveld in het college kenbaar heeft gemaakt dat hij mogelijk privé belangstelling heeft in een woning van dit project en daarom in dit project niet meer als bestuurder betrokken kan zijn. Om alle schijn van belangenverstrengeling te voorkomen heeft de heer Heijman het van wethouder Barneveld overgenomen. De heer Heijman geeft aan dat als hier vragen over zijn, deze beantwoord kunnen worden. Achtergrond historie Domeinen bood in het verleden het MOB-complex te koop aan bij de gemeente. De bedoeling is om van het terrein zoveel mogelijk terug te geven aan de natuur. Er is in 2010 door de gemeenteraad een Nota van uitgangspunten vastgesteld. De aanbesteding, die hierop is gebaseerd, is gewonnen door Giesbers-Rotterdam Ontwikkeling B.V. De aanbesteding is door de verslechterde woningmarkt niet gelukt. De Nota van Uitgangspunten is door de financiële recessie inmiddels achterhaald. Er is vervolgens gewerkt aan Gebiedsontwikkeling 2.0. Het doel is een flexibel plan te maken en samen met potentiële bewoners verder te ontwikkelen. Vraaggestuurd ontwikkelen is hierbij een belangrijk uitgangspunt. De gemeente heeft bewust gekozen voor Giesbers. Door de sterk gewijzigde situatie op de woningmarkt is voor 25 dure woningen, zoals in de Nota van Uitgangspunten was opgenomen, geen markt meer. Op basis van Gebiedsontwikkeling 2.0 heeft de gemeenteraad, na inspraak in juni 2013, een Ambitiedocument vastgesteld. Giesbers heeft als uitwerking op dit Ambitiedocument een Voorlopig Ontwerp opgesteld. Ook de commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft naar het Voorlopig Ontwerp gekeken. Dit ontwerp is getoetst aan het Ambitiedocument. Het college heeft groen licht gegeven voor het verder ontwikkelen van het plan en ook de raadscommissie Ruimte heeft positief geadviseerd. De rol van de gemeente is het zorgdragen voor de randvoorwaarden en de kaders. Binnen deze kaders werkt de ontwikkelaar het plan verder uit en samen met toekomstige bewoners wordt het plan verder ontwikkeld. Proces en procedure In januari/februari 2014 ligt het ontwerpbestemmingsplan 6 weken ter visie en kan men reageren. De raadscommissie Ruimte bespreekt het plan in de vergadering van april 2014 en ook dan is er gelegenheid om in te spreken. De raad stelt het bestemmingsplan in april /mei 2014, al dan niet gewijzigd, vast. In het najaar 2014 is er nog de mogelijkheid te reageren op de omgevingsvergunning. 1/17

3 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex Speelveld Vanavond gaat het om een informatieavond waarin we belangstellenden informeren over de voornemens die er zijn. Men kan volop reactie geven, maar er zijn wel marges, zoals het zoveel mogelijk teruggeven van grond aan de natuur. Er zijn naast natuurdoelstellingen ook financiële en economische randvoorwaarden. Het stuk is aangekocht voor 2,5 miljoen euro. De grond moet schoon en bouwrijp gemaakt worden. Dit kan alleen als er aan de randvoorwaarden voldaan wordt. We kunnen 25 huizen bouwen van 1 miljoen, maar daar is geen markt voor en maakt de kans van slagen van het project te klein. Daarom is het voornemen maximaal 50 woningen te bouwen tussen ca en ca Hierbij heeft de Raad uitgesproken dat woningen bereikbaar moeten zijn voor veel Bussumers. De heer Heijman geeft vanuit het oogpunt van verwachtingsmanagement aan dat de marges voor inspraak bij dit project klein zijn, ook voor alternatieve plannen. 3. Toelichting kaders door de heer B. Stolk Zie presentatie. 4. Toelichting Voorlopig Ontwerp door Giesbers Rotterdam Zie presentatie. Het Voorlopig Ontwerp van Giesbers is op 12 december jl. op de website geplaatst zodat iedereen hier kennis van kon nemen voorafgaand aan deze vergadering. Het Voorlopig Ontwerp is deze avond ook aan de wand van de ontmoetingsruimte opgehangen, zodat aanwezigen na de presentatie hier langs kunnen lopen, vragen kunnen stellen en reacties kunnen noteren op de flapovers. Het totale gebied is ca. 11 ha. Van de, volgens het Ambitiedocument MOB-complex maximaal 2 ha uit te geven grond voor woningbouw, gaat Giesbers in het Voorlopig Ontwerp uit van uitgifte voor woningbouw van ca. 1,1 ha. Het Voorlopig Ontwerp voorziet in gebouwen met een A (appartementen) en een B (één laagse bungalows). 5. Toetsing Ambitiedocument door de heer B. Stolk Een sterk punt van het Voorlopig Ontwerp van Giesbers is dat de woningen zoveel mogelijk op plekken zijn gesitueerd waar nu al bebouwing of verharding aanwezig is, en hierdoor zo min mogelijk bestaande natuur hoeft te wijken. Het Voorlopig Ontwerp voldoet aan alle randvoorwaarden en kaders zoals gesteld in het Ambitiedocument van september Toetsing CRK (Commissie Ruimtelijke Kwaliteit) Zie presentatie. 7. Toelichting procedure en planning Zie presentatie. 8. Verkoopproces door Giesbers Op 3 januari 2014 start de inschrijving voor de woonworkshops. Het adres voor aanmelding volgt in het BussumsNieuws, op de website en op de website van de ontwikkelaar op 24 december 2013 en op 2 januari De verwachting is dat er tussen januari en april 2014 twee of drie woonworkshops plaatsvinden. Bij over-intekening van kavels wordt een lotingprocedure doorlopen, door een notaris begeleid. 9. Algemene vragen De aanwezigen hebben gelegenheid algemene vragen plenair te stellen. Na het plenaire gedeelte is er gelegenheid bij de panelen specifieke vragen te stellen. Vraag 1: De heer Barbas geeft complimenten voor de fraaie plaatjes en vraagt welke schaal is gehanteerd aangezien de bebouwing duidelijk te klein is? Giesbers: De woningen zijn 1 op 1 (met een hele kleine marge) in de tekening gezet en zijn 2/17

4 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex niet te klein. Vraag 2: De heer Eenhuis vraagt of Giesbers niet nr. 2 was in de aanbesteding? De nr. 1 van de aanbesteding is failliet gegaan. Zij had wellicht wel een plan opgesteld en had de gemeente daar niet naar moeten kijken? De heer Stolk: BK Bouw uit Bussum is failliet gegaan en daarom is Giesbers als nr. 2 de winnaar van de aanbesteding geworden. Giesbers heeft er voor gekozen met het eigen plan van de aanbesteding verder te gaan. De kaders waren voor beide aanbieders gelijk. De heer Eenhuis vraagt of er dan niet een nieuwe aanbesteding moet plaatsvinden? De gemeente heeft zich, nadat duidelijk werd dat de crisis op de woningmarkt niet slechts tijdelijk bleek, bezonnen op de toekomst van Gebiedsontwikkelingen. Deze bezinning werd en wordt door vele gemeenten gedaan in het land. De oude wijze van werken, waarbij de overheid met veel regels aan de voorkant van een gebiedsontwikkeling een dicterende rol had, moet wijken voor een nieuwe flexibele aanpak bij Gebiedsontwikkelingen. Uit deze herbezinning is Gebiedsontwikkeling 2.0 tot stand gekomen, dat groot draagvlak bij het college en de gemeenteraad kreeg. Een belangrijk uitgangspunt bij deze nieuwe aanpak is dat aanbesteden niet meer een goed middel is om tot een succesvolle gebiedsontwikkeling te komen, maar dat grondverkoop in combinatie met een flexibel bestemmingsplan veel effectiever is. Omdat Giesbers als enige partij overgebleven is in de aanbesteding heeft het college gemotiveerd ervoor gekozen om deze nieuwe aanpak met Giesbers verder uit te werken. De heer Eenhuis betwijfelt of dit wel zo kan. Vraag 3: Er wordt gevraagd of met het tijdelijk verhuur van opstallen de bestaande opstallen op het terrein worden bedoeld? De heer Stolk: Ja, dat klopt. Vraag 4: Er wordt gevraagd of er ook gekeken is naar Europese subsidie? Het gebied valt ook binnen de Ecologische hoofdstructuur. De heer Stolk: dit is bij de gemeente niet bekend, maar de gemeente gaat dit uitzoeken. Vraag 5: De heer Smit vraagt of er ook een perceel kan worden gekocht? Giesbers: Nee, dit is niet mogelijk. Wel kan er samen met Giesbers gekeken worden of er een tweekapper gebouwd kan worden. De gemeente is eigenaar van de grond. Vraag 6: De heer Herman vraagt waarom de oorspronkelijk beoogde 25 woningen toch niet kunnen? Waarom is er geen markt voor dure woningen? De heer Herman is gecharmeerd van de folder met woningen in de natuur. Het verbaast hem dat zelfs bij de woningen het een massaal geheel is. De lage bebouwing is mooi, maar waarom toch meer woningen en zo massaal? Giesbers: Er moet rekening worden gehouden met diverse kosten. Het plan vanuit de aanbesteding met 25 woningen is in een exploitatie gezet. Dat waren alleen appartementen. Hierbij bleek dat met de ingestoken prijsstelling het verkooptempo te laag zou liggen en in combinatie met fasering het project niet haalbaar bleek. Het huidige Voorlopig Ontwerp gaat er ongeveer uitzien als op de getoonde plaatjes is getoond en is niet massaal. 24 appartementen, geschakeld in 3 blokjes van 8. Als je allemaal vrijstaande woningen bouwt met natuur ertussen wordt het ruimtebeslag te veel. Bij de woningen is zeer beperkte privébuitenruimte meegegeven. Het privégebied loopt middels een natuurlijke overgang over in natuur. Vraag 7: De heer Rademaker is namens Stichting Cruysbergen aanwezig en zegt dat er invalshoeken ontbreken. Er is met dank aan de burgemeester gelegenheid om dit te bespreken op vrijdagmiddag 19 december a.s. Bij de diverse bijeenkomsten zijn veel vragen gesteld en opmerkingen gegeven. Mensen zijn wederom uitgenodigd, maar omwonenden hebben niet allemaal een brief ontvangen. Antwoord: De voorzitter geeft aan dat, naast de uitnodigingen per brief aan de directomwonenden, de informatiebijeenkomst uitgebreid in de media is gecommuniceerd. Vraag 8: De heer Rademaker vraagt of bewoners kunnen rekenen op inspraak of blijft dit een beleefdheidsritueel? Antwoord: Burgemeester, de heer Heijman geeft nogmaals aan dat dit een informatieavond 3/17

5 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex is. Een informatieavond met kaders die zijn vastgelegd. Bewoners moeten niet de verwachting hebben dat er ruimte is voor alternatieve plannen. Burgerinitiatieven zijn altijd welkom, maar dit is een lastig project waarbij we zoveel mogelijk natuur willen overhouden. Er komen geen schuttingen, tuinen e.d. De bedoeling is ook dat natuur wordt teruggegeven en dat ook sprake is van natuurontwikkeling op het gedeelte waar ook woningen worden gebouwd. Vragen en opmerkingen die het plan kwalitatief verbeteren, zijn welkom; daar gaan we mee aan de slag. We doen hiermee aan management van verwachtingen. Opmerkingen zijn welkom, nieuwe invalshoeken nemen we mee, maar moeten binnen de marges vallen als gesteld door de gemeenteraad. Vraag 9: De heer Herman zegt naar aanleiding van de folder met een bepaald beeld naar de bijeenkomst te zijn gekomen. Een ruime opzet van woningen in de natuur met verbinding naar de natuur. De werkelijkheid is anders, weinig bouwoppervlak en de mogelijkheden zijn beperkt. Antwoord: Burgemeester, de heer Heijman zegt dat het goed is dat deze avond er is, om dat beeld te corrigeren. Woningen zijn te gast in de natuur en de natuur grenst aan het privéterrein. Vraag 10: De heer Rademaker vraagt hoe het ontwerp moet worden gelezen. Er zit volop blad aan de bomen. Er is geen enkel beeld van leven, geen lichtmasten, auto s, kliko s. Mensen moeten er leven. Dit kan niet weggeredeneerd worden en Giesbers gaat niet handhaven. Antwoord: Giesbers geeft aan dat de woningen in het landschap zijn opgenomen. Voor de tweekappers worden 2 parkeerplaatsen in de bebouwing opgenomen. Er is nog geen beeld van de ruimtelijke inrichting. De wegen komen grotendeels daar waar nu ook paden lopen. Er worden bouwrijpe kavels uitgegeven. De gemeente is verantwoordelijk voor het bouw- en woonrijp maken. Ook dit gaat in samenspraak met geïnteresseerde bewoners. Vraag 11: De heer Loovens merkt op dat de bebouwing ruim onder de bomen staat. Hoe hoog zijn dan de bomen? Antwoord: Giesbers zegt dat het ontwerp een impressie blijft waarbij zaken zo goed mogelijk worden weergegeven. Men moet het zien vanuit een bepaald perspectief. De bomen staan op de voorgrond, waardoor de bomen hoger lijken. Vraag 12: Mevrouw Verwoerd vraagt of de dennenbomen aan de zuidzijde wel genoeg zon krijgen? Antwoord: Giesbers legt uit dat er een strook van 15m is aangehouden waarin geen bebouwing komt en cirkels van 80 meter rondom de bestaande villa s waarin geen nieuwe bebouwing komt. De bebouwing komt zoveel als mogelijk op plekken waar nu barakken staan of verharding ligt. Vraag 13: Mevrouw Elias vraagt hoe er wordt gedacht over de ontsluiting en de belasting van de Nieuwe s-gravelandseweg. Mevrouw geeft aan dat er nu maar 23 woningen zijn en er niet veel verkeer is en straks wel. Er is maar 1 ontsluiting, dus het wordt een druk punt op piekmomenten. Antwoord: De heer Stolk legt uit dat er nu ca bewegingen zijn op de Nieuwe s Gravelandseweg per etmaal. 50 woningen geeft ca. 250 bewegingen extra. Als dit gewogen wordt op de belasting van het wegvak, dan doet dit procentueel gezien weinig op de intensiteit en is de belasting beperkt. Het aantal verkeersbewegingen van 5 per woning per etmaal is een gemiddelde. Vraag 14: Mevrouw Pannebakker vraagt naar het aantal kubieke meters inhoud en de prijs van de woningen. Antwoord: Vanaf 3 januari 2014 kan men interesse tonen, via en website. In januari worden woonworkshops georganiseerd. Deze woonworkshops zijn een onderdeel van de voorverkoopfase. De woningen gaan pas echt in de verkoop als het bestemmingsplan is vastgesteld. Een indicatie voor de woningprijzen: De bungalows in de prijsklasse van ca tot ruim De appartementen in de prijsklasse vanaf ca tot ruim voor de 4/17

6 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex penthousen. Vraag 15: Mevrouw Pannebakker vindt het goedkope bungalows in vergelijking met woningen in de buurt en snapt dat de wethouders interesse hebben. Antwoord: Burgemeester, de heer Heijman zegt dat een wethouder een publieke functie vervult en net als iedere burger gelijke rechten en plichten heeft. De procedure bij verkoop is transparant en eerlijk. Vraag 16: De heer Hulst vindt het een massaal woongebeuren en vraagt of de aanbesteding niet opnieuw moet, is de procedure juist gevolgd? Meneer wenst meer inzicht in de cijfers. De prijzen zijn min of meer bekend terwijl de sanering nog moet plaatsvinden. Er wordt al jaren over het project gesproken en nu wordt het binnen een paar maanden door de strot geduwd. Meneer wenst schriftelijk antwoord. Antwoord: Burgemeester, de heer Heijman legt uit dat het een plan betreft met een kleine marge. Waar mogelijk (daar waar het financiële en economische belang van de gemeente niet wordt geschaad) kan er inzicht in de cijfers gegeven worden. Het bouwrijp maken moet nog worden aanbesteed. Die cijfers zijn niet openbaar. De gemeente dient altijd het algemeen publieke belang. De gemeente heeft geen winstoogmerk bij deze ontwikkeling. We hebben verder geen belang, alleen zoveel mogelijk grond teruggeven aan de natuur binnen de randvoorwaarden. De plaatjes geven aan dat op de helft van het gebied bebouwd wordt. Men kan er op rekenen dat de ontwikkelaar verschillende zaken rondom het wonen op dit terrein privaatrechtelijk gaat regelen. Dat er niet veel auto s geparkeerd worden, geen schuttingen mogen komen e.d. De afdeling Vergunningen en Handhaving is in Bussum goed georganiseerd en kan goed handhaven. Giesbers heeft hier ook ervaring mee. In de koopcontracten worden zaken vastgelegd met boeteclausules. Voorbeelden zijn boetesancties en het weghalen van bijvoorbeeld schuttingen. Het Goois Natuur Reservaat heeft hier ook belang in. Vraag 17: De heer Wijnen vindt het niet duidelijk hoe dit plan tot stand is gekomen. De doelstelling was zo min mogelijk woningen tegen zo min mogelijk verlies van natuur. Nu komen er 50 woningen, is de grond nog niet gesaneerd en zitten we al in de verkoopfase. Antwoord: Giesbers geeft aan dat er nog geen sprake is van een verkoopfase. We gaan praten en van gedachten wisselen met geïnteresseerden (deelname in het ontwikkelproces). Vraag 18: Is de doelstelling, zo min mogelijk woningen en veel natuur, nog hard? De heer Stolk: Ja, deze doelstelling staat nog. We gaan nu uit van maximaal 50 woningen. Deze zijn echt nodig om het financieel rond te krijgen. De gemeente wil er vanuit de doelstelling van het project niet op verdienen. Vraag 19: Hoe kan je stellen dat de marges laag zijn, als de aanbesteding van grondsanering nog niet gedaan is? De heer Stolk: Er is een grondexploitatie opgesteld voor dit project. Hier liggen onderzoeken en adviezen van externe partijen, waaronder adviesbureau s, aan ten grondslag. Vraag 20: De heer Hensum vraagt of er een overeenkomst is tussen de gemeente en de ontwikkelaar/bouwer? De heer Stolk: Ja, er is overeenstemming over de inhoud. Op dit moment vindt de administratieve afhandeling hiervan plaats. Zodra de contractvorming rond is, legt de gemeente de zakelijke inhoud van deze overeenkomst ter inzage en wordt dit gepubliceerd in het Bussums Nieuws. Vraag 21: De heer Bos merkt op dat er aan de noordkant een weg loopt die de illusie wekt dat er een ontsluiting is naar de Meent toe. De heer Stolk: In het Ambitiedocument is het uitgangspunt opgenomen om bij de herontwikkeling van het MOB-complex een doorgaand recreatief fiets- en wandelpad te realiseren. De recreatieve fietsverbinding is een ontbrekende schakel in het recreatieve fietsroutenetwerk. Het realiseren van deze fietsverbinding is in het algemeen belang van Bussum en de regio. In de uitvoering wordt dit zorgvuldig uitgevoerd. Vraag 22: De heer Ruizendaal zegt dat de voorwaarde van GNR was dat er geen fietspad 5/17

7 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex over hun terrein zou lopen. Hoe moeten we het plan beoordelen als het niet goed op tekening staat? Waarom gaat het pad niet over het zandgedeelte heen, zoals al eerder is ingebracht? De heer Stolk: GNR weet van het geplande recreatieve fietspad af. Vormgeving en uitwerking vindt in overleg met GNR plaats. Vraag 23: Hoe kan de prijsstelling vast staan als de aanbesteding nog niet geweest is? De heer Stolk: Er is een inschatting van kosten en een calculatie gemaakt waarbij aan de ene kant de kosten staan (waaronder 2,5 miljoen voor de aankoop) en aan de andere kant de opbrengsten. Deze zijn met elkaar in evenwicht. Om deze grondopbrengsten te halen zijn 50 woningen nodig. De grondopbrengsten zijn marktconform en residueel bepaald. Dit betekent dat de verkoopprijzen, de stichtingskosten en de grondprijs in verband staan met elkaar. Vraag 24: Zijn de woningen alleen bestemd voor Bussumers? Antwoord: Burgemeester, de heer Heijman geeft aan dat het in strijd is met de wet om het alleen aan Bussumers aan te bieden. Er is wettelijk sprake van vrije vestiging. Wij gaan er wel van uit dat deze woningen een beweging in de lokale woningmarkt geven en de woningen naar verwachting voor 60 à 70 procent door Bussumers wordt bezet. Vraag 25: De heer Barbas vraagt hoe GNR er in staat om het groen in de wijk en tussen de woningen te onderhouden. Waarom komt dit niet voor rekening van de gemeente? De heer Rademaker zegt dat GNR er niets voor voelt om het groen te onderhouden. De heer Stolk: Het stedenbouwkundig plan, gebaseerd op het Ambitiedocument, is nu beschikbaar. Naar aanleiding hiervan is recent met het GNR besproken dat de gemeente en het GNR de komende periode gezamenlijk een verkenning gaan doen om te bezien hoe het beheer kan worden gedaan, ook van het natuurgedeelte waar woningen komen. Vraag 26: De heer Swets zegt dat er erg veel haast is met dit plan. Hij vindt dat er meer aandacht moet worden gegeven aan uniformiteit in het aanzicht van de nieuwe woningen. Antwoord: Giesbers: Mensen worden begeleid in de afwerking. Samen met de gemeente en de CRK wordt gekeken wat past bij een goede ruimtelijke kwaliteit. De woningen zullen ondergeschikt moeten zijn aan de natuur, zoals genoemd in het Ambitiedocument MOBcomplex. Als iemand meer glas wil en het ontwerp van de woning wordt er kwalitatief beter van, dan kunnen we dit ten alle tijden met de gemeente bekijken. Vraag 27: De heer Rademaker vraagt of is onderzocht om gefaseerd te ontwikkelen, te verkopen en te bouwen? De heer Stolk: Het plan voorziet in de mogelijkheid van 3 fases. Ook gefaseerd saneren is mogelijk. Vraag 28: De heer Barbas vraagt hoe het bouwverkeer wordt afgevoerd via de Nieuwe s- Gravelandseweg? Antwoord: Welke route voor het bouwen wordt gebruikt is een punt van uitwerking. Aan de zuidkant is welllicht hiervoor een mogelijke ontsluiting, die nu overigens niet wordt gebruikt. Vraag 29: De heer Simons vraagt wie eigenaar wordt van de grond tussen de percelen in? Antwoord: Dit zal de komende periode samen met GNR verkend worden. De gemeente heeft de voorkeur dat het beheer en het eigendom, ook van deze natuur, wordt overgedragen aan GNR. Vraag 30: Het is logischer, ook ecologisch gezien om links te bebouwen. Het ziet er nu naar uit dat dit deel later aan het terrein van Gamma en Hocras wordt gegeven. De heer Stolk: In het Ambitiedocument staat dat woningbouw zoveel mogelijk aan de rechterzijde (oostzijde) van het terrein moet worden gerealiseerd. Dit houdt ook verband met de aldaar al aanwezige villabebouwing en de ontsluiting van het terrein aan de Nieuwe s- Gravelandseweg aan de oostzijde van het terrein. 6/17

8 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex Vragen/opmerkingen genoteerd op de flapovers Vraag 31: Fietspad ten noorden van het MOB-Complex? Door het afgraven Cruysbergen ter bescherming van bosgebied MOB-Complex. Vraag 32: Parking achter woningen nr. 82 en 84 heeft op die plek geen enkele functie om fout volk en rumoer van vertrekkende en aankomende auto s etc. Heeft zeer nadelige invloed op woongenot op nr. 84. Dito inbraak. Ligt buitengewoon direct dicht achter nr. 84. Indien bedoelt voor wandelaars van Cruysbergen: praktijk leert dat deze bijna altijd te voet komen. Vraag 33: Gaarne fietspad tussen Meentweg en Nieuwe s-gravelandseweg, want kunnen we ook fietsen door natuur over bv. Schelpenpad net als elders in natuurgebieden ipv langs Gamma. Vraag 34: Bestemmingsplan: s-gravelandseweg 69: Hoe zit het met Bestemmingsplan? Bewoonster wil dat het weer 2 kavels worden. Vraag 35: Wordt er rekening gehouden met het waterpeil? Vraag 36: Waar komen auto s / garages? Vragen namens Stichting Cruysbergen Natuurlijk (schriftelijk overhandigd tijdens de informatiebijeenkomst) Vraag 37: We hebben al een aantal bijeenkomsten gehad, soms informatief, dan weer formeel. We hebben wederom geconstateerd dat een aantal omwonenden en betrokken organisaties, niet zijn uitgenodigd, ook bewoners die er straks recht op uitkijken. Hoe ziet de gemeente zijn verantwoordelijkheid om wat te doen met wat er op die avonden, al dan niet met zienswijzen, wordt ingebracht? Kunnen wij rekenen op daadwerkelijke inspraak en aanpassingen of blijft dit een beleefdheidsritueel? Vraag 38: In het Ambitiedocument is gesteld dat zoveel mogelijk van het gebied zal worden toegevoegd aan de natuur, en zal worden aangesloten op het natuurgebied Cruysbergen. In het recentelijk onherroepelijk geworden Bestemmingsplan Zuidwest is er na het nodige overleg 2 ha te bebouwen grond afgesproken. De nu voor bebouwing gereserveerde oppervlakte, in het VO is ca. de helft van het terrein onder invloed van bebouwing, is hiermee in strijd. Waarom wordt hier nu van afgeweken? Vraag 39: In het Ambitiedocument is de doelstelling van de Nota van Uitgangspunten overgenomen: een zo beperkt mogelijk aantal woningen om de financiële haalbaarheid te waarborgen. Bouwen is daarmee geen doel, maar slechts een middel. Waarom zien we nu 50 woningen ingetekend worden? Waarom wordt de onderbouwing van dat aantal niet gegeven? Vraag 40: In het Ambitiedocument wordt uitgegaan van max. 2 ha bebouwing. Eerder was er één bouwvlek in de plattegrond van het MOB-complex ingetekend. Waarom en door wie is er zo plots de vrijheid genomen om een complete woonwijk in te tekenen? Is dat bedacht door de Wethouder of door de projectontwikkelaar? 7/17

9 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex Vraag 41: In het Ambitiedocument wordt rekening gehouden met een gefaseerde ontwikkeling. Daar zien we bij het VO nog niet zoveel van terug. Wat wordt de fasering, en op basis van welke criteria zal er worden gefaseerd in de ontwikkeling, in de bouw? Geldt die fasering ook voor het opruimen en schoonmaken van het complex, of wordt dat bij aanvang van fase-1 direct en in zijn geheel voorzien? En wie bepaalt op welk moment dat er genoeg is gebouwd? En wie bepaalt wat de kosten zijn die moeten worden goedgemaakt? Vraag 42: In de presentatie van het VO worden woningen en gebouwen op een natuurlijke wijze in de bestaande situatie geplaatst. De plaatjes doen suggereren dat de bestaande bomen en struiken er straks nog net zo zullen staan; ook zo dicht op de woningen zullen komen. Het terrein moet overigens ook nog worden gesaneerd. Waarom wordt er voor deze bijna naïeve, misleidende vorm van presentatie gekozen? Waarom krijgen we geen realistische voorstelling van zaken? Vraag 43: In de presentatie van het VO wordt uitsluitend een impressie gegeven van de bebouwing in de bestaande situatie; met als enige referentie de huidige ligging van een pad of de blusvijver. We zien geen aanknopingspunten en/of referenties naar de straks feitelijke situatie, de infrastructuur van de beoogde woonwijk; met borden, lantaarnpalen, bakken, asfaltwegen, wandelaars, fietsers. Met respect voor het voorlopige karakter van de presentatie, waarom worden wij met een dergelijke presentatie geconfronteerd? Hoe denkt de gemeente, of de ontwikkelaar, bij de verdere uitwerking het nu geschetste karakter te kunnen behouden? Vraag 44: In de presentatie van het VO zien we nergens in beeld wat straks het straatbeeld gaat worden. Verder dan de mededeling dat in parkeren onder de appartementsgebouwen wordt voorzien, en de woningen een inpandige garage krijgen, komt het niet. De gemeente heeft toch gegevens over het profiel van toekomstige bewoners, zoals 2 e autobezit, bezoekersdruk in het weekend, etc.? Waarom wordt daar in de presentatie van het VO, zowel in de plattegrond als in de plaatjes, volledig aan voorbij gegaan? Of mogen we hieruit afleiden dat de projectontwikkelaar zelf ook zo zijn (professionele) twijfels heeft over het bewaren van het natuurkarakter in deze woonwijk? Vraag 45: U stelt dat de ruimtes tussen de geprojecteerde woningen natuur wordt. En dat dat zal worden bijgehouden door GNR. Zijn die daarvan op de hoogte? Is de definitie van natuur nog van toepassing en is dat onderzocht? Vraag 46: In de getoonde schetsen liggen woningen en appartementsgebouwen zo onopvallend mogelijk in het bestaande groen, en dan ook nog in de toestand van vol blad, hoogzomer. Straks staat er minder groen, is de helft van het jaar het blad eraf, en is de verlichting in de wijk en de woningen aan. Er is gekozen voor 3 woonlagen met (voor alle woningen!) grote glasoppervlaktes en goedkopere bouw; het beeld wordt straks totaal anders, niet zo idealistisch als de schetsen nu. Heeft de ontwikkelaar ook plaatjes beschikbaar van de minder gunstige periodes van het jaar? En het beeld vanaf Natuurgebied Cruysbergen in de avond en nacht met de voorgestelde bebouwing? Vraag 47: Nu is het VO door projectontwikkelaar Giesbers gepresenteerd. Wat we hebben begrepen is dat deze partij ook fase-1 van de ontwikkeling is gegund. Wanneer komen andere partijen in de gelegenheid om te bouwen? Of gaat de huidige ontwikkelaar toch het gehele project doen? Waar hangt dat vanaf? Vraag 48: In de voorlopige planning wordt aanpassing van het bestaande bestemmingsplan voorzien. 8/17

10 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex Is dit al klaar en is daar een financiële onderbouwing van beschikbaar? Waar bestaan die aanpassingen uit? Wanneer krijgen we daar inzage en inspraak in? Kunnen er dan zienswijzen worden ingediend? Vraag 49: Er is dus al gekozen voor deze projectontwikkelaar. Een eerder plan heeft deze partij al niet rond gekregen. Wat is de garantie dat dit nu wel gebeurt. Is er al een overeenkomst tussen de Gemeente en Giesbers? Vraag 50: Het VO gaat uit van een situering van woningen en gebouwen op plekken waar nu ook al gebouwen staan. De projectontwikkelaar vindt deze keuze recht doen aan de herkenning(swaarde) van de huidige situatie, en/of is het kennelijk voordeliger om de bestaande indeling van het gebied te handhaven. Waarom wordt hiermee voorbij gegaan aan het belangrijkste uitgangspunt om zoveel mogelijk van het gebied terug te kunnen geven aan de natuur? Nu wordt immers een groter gebied bebouwd? Vraag 51: Hoe heeft de gemeente de impact van licht/geluid/verkeersvervuiling ingeschat t.o.v. het natuurgebied en is dit onderzocht? Vraag 52: Wat zijn de effecten van de sanering op de bestaande natuur van het MOB-complex. Is dat onderzocht? Vraag 53: De gemeente heeft steeds laten weten dat de sloop- en saneringskosten ca. 1,5-2 milj. euro bedragen. Is dat nog steeds zo? Waar komen de geruchten vandaan dat deze kosten veel hoger zullen zijn en is dat juist cq. getoetst? Vraag 54: Hoe houdt de gemeente controle over de minimum woningdoelstelling? Vraag 55: Is er een saneringsplan? En is daar de volgordelijkheid (fasering) in opgenomen? Op welk moment en hoe krijgt bijv. GNR de grond overgedragen? Vraag 56: Door toename van de hoeveelheid woningen neemt ook de verkeersdruk op de ontsluiting aan de s Nieuwe Gravelandseweg toe. Is er onderzoek gedaan naar impact van deze bewegingen, van zowel fietsers als auto s? Is er een mogelijkheid om aan noordzijde een ontsluiting te creëren? Vraag 57: Stel dat de oorspronkelijke doelstelling, het gebied terug geven aan de natuur, niet naar behoren kan worden gerealiseerd. Simpel omdat de kosten te hoog zijn en er teveel woningbouw nodig is. Rest dan niet de conclusie dat de gemeente terug moet naar de verkopende partij, het ministerie van Defensie? En wellicht met de steun van de provincie de problematiek van de sloop- en saneringskosten ter discussie moet stellen? En dus inzetten op een bijdrage in de kosten? Vraag 58: Als er rekening wordt gehouden met fasering van de herontwikkeling, kan er dan ook niet nu al worden geanticipeerd op een herstel van de economie, de woningmarkt? Het project loopt al ruim 10 jaar; nu in 3 maanden een slecht plan forceren is misschien helemaal niet nodig. Als de korte termijnrisico s en de aanloopkosten nu wel al kunnen worden voorzien, dan is er wellicht ook een alternatief scenario denkbaar: met (uiteindelijk) minder, maar duurdere bouw. En kunnen we dus nu al afzien van de ongewenste 3 e woonlaag op de appartementsgebouwen, en de rij woningen langs de rand van het complex 9/17

11 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex laten vervallen? Staat de gemeente open voor dergelijke alternatieve benaderingen? Vraag 59: De planning lijkt erg krap. Als er onverhoopt wat tegenzit met het aanpassen van het bestemmingsplan, procedures, etc., hoe ziet de gemeente dan het vervolg? De verkiezingen zullen resulteren in een nieuw college, resp. andere samenstelling van de Raad. Wanneer is er het risico dat het plan vertraging gaat oplopen? Wat betekent dat voor de gemeente? Vraag 60: GNR blijkt niet bij de planontwikkeling, het VO, te zijn betrokken. Wat zijn de consequenties als zij van mening zijn dat het onderhoud van het bebouwde deel niet bij GNR hoort? En GNR niet belast kan worden met handhaving van de regels in het gebied? Heeft de gemeente hier rekening mee gehouden? Wat is dan het plan? Vraag 61: Als blijkt dat het VO inderdaad te optimistisch is over de inpassing van de bebouwing in de natuur; en het er straks toch echt gaat uitzien en functioneren als een woonwijk met bijkomende overlast voor, en aantasting van de omgeving, wat dan? Gaat de gemeente dan maatregelen nemen, waardevermindering van omringende woningen compenseren, etc.? Heeft de gemeente hier in de risicoanalyse rekening mee gehouden? Zo ja, hoe? Vraag 62: De gemeente doet zijn best, en is van mening dat alle besluiten en procedures zorgvuldig zijn genomen. Het is echter ook duidelijk dat er onrust leeft bij de omgeving en diverse organisaties; volgens de gemeente onterecht; er leven te hoge verwachtingen over wat er met het MOB-complex kan. Als de gemeente onverhoopt in procedures terecht komt, het bestemmingsplan wordt aangevochten, etc., wat betekent dat dan voor de planning en de planontwikkeling. 10. Sluiting De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun komst, sluit het plenaire gedeelte en nodigt de mensen uit specifieke vragen te stellen bij de panelen. Bijlage: presentatie informatiebijeenkomst 18 december /17

12 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 11/17

13 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 12/17

14 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 13/17

15 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 14/17

16 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 15/17

17 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 16/17

18 Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex 17/17

19 Regels

20 66 Rho adviseurs voor leefruimte

21 67 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Zuidwest - MOB-complex met identificatienummer NL.IMRO.0381.BP2013B va01 van de gemeente Bussum. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage. 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, ten aanzien waarvan ingevolge deze regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aan-huis-gebonden beroepen een dienstverlenend beroep, dat in een woning (niet in een bijgebouw bij de woning) door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.5 bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.6 bedrijf een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen. 1.7 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.8 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.9 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming Bevi-inrichting bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen bevoegd gezag het bevoegd gezag zoals bedoeld in Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Rho adviseurs voor leefruimte

22 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats bouwgrens de grens van een bouwvlak bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor wonen geschikt te maken is bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bijgebouw een vrijstaand, gebouw dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw extensieve dagrecreatie niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt huishouden een groep mensen waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het in een woning (niet in een bijgebouw bij de woning), door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt en voor zover deze activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is natuurwaarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna. Rho adviseurs voor leefruimte

23 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en maximaal twee wanden peil a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld slopen het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt voorgevelrooilijn de denkbeeldige lijn in en in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw woning een complex van ruimten geschikt voor de huisvesting van één huishouden. Rho adviseurs voor leefruimte

24 70 Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.3 inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.4 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.5 vloeroppervlakte de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580. Rho adviseurs voor leefruimte

25 71 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Natuur 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden; b. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': tevens ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen; c. ter plaatse van de aanduiding 'water': tevens water; met daaraan ondergeschikt: d. extensieve dagrecreatie; e. water ten behoeve van de waterhuishouding; f. wandel en fietspaden. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m; c. de bestaande gebouwen mogen niet worden vergroot en mogen na gehele sloop niet worden herbouwd. 3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; c. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan Voorwaarde voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. Rho adviseurs voor leefruimte

26 72 Artikel 4 Natuur - Woongebied 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur - Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden; b. woningen, zowel gestapeld als grondgebonden, daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; c. ter plaatse van de aanduiding 'water': tevens water; met daaraan ondergeschikt: d. ontsluitings- en toegangswegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, ondergrondse afvalvoorzieningen, nutsvoorzieningen, straatmeubilair, tuinen en water. 4.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 50; c. de totale oppervlakte van bouwpercelen bedraagt ten hoogste m²; d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste m², met dien verstande dat de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen per bouwperceel ten hoogste 70% bedraagt van de oppervlakte van het bouwperceel; e. de afstand van een gebouw en een overkapping tot de perceelgrens bedraagt ten minste 1 m, met dien verstande dat deze afstand niet geldt bij de aaneengebouwde zijde van aaneengebouwde woningen; f. gebouwen bestaan uit ten hoogste 2 bouwlagen; g. in afwijking van het bepaalde onder f bestaan gestapelde gebouwen uit ten hoogste 3 bouwlagen, waarbij deze bouwlagen gebouwd kunnen worden op een verdiepte of half-verdiepte parkeervoorziening; h. in afwijking van het hiervoor bepaalde bedraagt de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 3 m en de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 5 m; i. bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn; j. gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan onder woningen Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. erfafscheidingen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de openbare verlichting bedraagt ten hoogste 3 m. 4.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van artikel 10, nadere eisen stellen aan de situering van de gebouwen ten behoeve van behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, landschapsen cultuurhistorische waarden. De nadere eisen mogen niet leiden tot een beperking van de toegestane oppervlakte aan gebouwen of een beperking van het aantal gebouwen en/of woningen. 4.4 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen; Rho adviseurs voor leefruimte

27 73 b. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 50; c. de totale oppervlakte van bouwpercelen bedraagt ten hoogste m². 4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Woongebied - Natuur' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan Voorwaarde voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. Rho adviseurs voor leefruimte

28 74 Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied 5.1 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m. 5.2 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen; b. natuur; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, ondergrondse en bovengrondse parkeervoorzieningen, bovengrondse afvalvoorzieningen, nutsvoorzieningen en straatmeubilair. Rho adviseurs voor leefruimte

29 75 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 6 Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 7 Algemene bouwregels Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt. Artikel 8 Algemene afwijkingsregels Maten en bouwgrenzen Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Artikel 9 Algemene wijzigingsregels Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Rho adviseurs voor leefruimte

30 76 Artikel 10 Algemene procedureregels In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen: a. het ontwerp-besluit omtrent nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende drie weken voor een ieder ter inzage; b. het bevoegd gezag maakt de terinzagelegging vooraf bekend via en c. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzageligging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit naar voren te brengen bij het bevoegd gezag; d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede. Artikel 11 Overige regels 11.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening De voorschriften van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft: a. de ruimte tussen bouwwerken; b. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen. waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan. Rho adviseurs voor leefruimte

31 77 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 12 Overgangsrecht 12.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Rho adviseurs voor leefruimte

32 78 Artikel 13 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Zuidwest - MOB-complex'. Rho adviseurs voor leefruimte

33 Verbeelding

34

35 Hilversumse Hilversumse Meentweg N V-VB (wa) (wa) (wa) (wa) (os) N (wa) N-WG (wa) (os) Nieuwe s-gravelandseweg Melkmeent Plangebied Plangrens Enkelbestemmingen N N-WG V-VB Natuur Natuur - Woongebied Verkeer - Verblijfsgebied Bouwvlakken bouwvlak Functieaanduidingen (os) (wa) ontsluiting water gemeente bestemmingsplan Bussum Zuidwest - MOB-complex identificatie planstatus tekening noordpijl identificatiecode datum status schaal : 1:1000 NL.IMRO. BP2013B va01 projectnummer concept voorontwerp ontwerp vastgesteld afmeting : A1 bladnummer : 1 aantal bladen : 1 bestand : 0YN9-BPL postbus AD Rotterdam info@rho.nl referte : drs. M. Hoorn getekend : ing. E.J. Dekkers

36 Raamsaneringsplan MOB-complex Nieuwe s-gravelandseweg 80A te Bussum Gegevens opdrachtgever Gemeente Bussum Postbus HA Bussum Contactpersoon: Dhr. ing. B.I.C. Stolk Contactpersoon CSO Dhr. drs. K.B. Timmerman Projectnummer: 13M4125 Document: 13M4125 RAP.v2 Versiedatum: 20 oktober 2014 Status: Definitief

37 CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Hoofdkantoor Postbus CA Bunnik Regulierenring LB Bunnik Tel.: Fax: Regiokantoor Noord (CSO-Milfac) Postbus BE Leeuwarden Orionweg AH Leeuwarden Tel.: Fax: Autorisatie Opgesteld door: De heer drs. K.B. Timmerman Senior adviseur bodemsanering Handtekening Akkoord bevonden door: De heer drs. E. Schurink Senior adviseur bodemsanering Regiokantoor Oost Postbus AA Deventer Gotlandstraat AZ Deventer Tel Fax Regiokantoor Zuid Postbus BH Maastricht Sleperweg NK Maastricht Tel.: Fax: Internet Handtekening Projectnummer: 13M4125 Documentnummer: 13M4125 RAP.v2 Versiedatum: 28 juli 2014

38 Inhoudsopgave 1. INLEIDING AANLEIDING LEESWIJZER ALGEMENE INFORMATIE PLANGEBIED TERREINBESCHRIJVING VERHARDINGEN BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE UITGEVOERDE ONDERZOEKEN Uitgevoerde bodemonderzoeken, asbestinventarisaties en kostenramingen Samenvatting bodemonderzoeken VERONTREINIGINGSSITUATIE Grondkwaliteit Grondwaterkwaliteit Slib Asbest Brandstoftanks Asfaltverharding en funderingslaag TOETSING VERONTREINIGINGSSITUATIE AAN BODEMKWALITEITSKAART AANGRENZENDE ZONES GEVALSDEFINITIE, ERNST EN SPOEDEISENDHEID GEVALSDEFINITIE SPOEDEISENDHEID BELEIDSUITGANGSPUNTEN DOELSTELLING, RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN DOELSTELLING RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN SANERING OP HOOFDLIJNEN ALGEMENE BESCHRIJVING SANERINGSAANPAK GRONDBALANS PLANNEN VAN AANPAK UITVOERINGSASPECTEN MELDINGEN EN VERGUNNINGEN MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING AANVULLING ONTGRAVINGSPUTTEN VEILIGHEID EN ORGANISATIE FASERING EN PLANNING M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

39 Bijlagen BIJLAGE 1: BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BIJLAGE 4: BIJLAGE 5: BIJLAGE 6: BIJLAGE 7: BIJLAGE 8: REGIONALE LIGGING SANERINGSLOCATIE KADASTRALE INFORMATIE OVERZICHTSTEKENING SANERINGSLOCATIE LIGGING PAK-VERONTREINIGING LANGS PADEN TOEKOMSTIGE SITUATIE ONTGRAVING PAK-VERONTREINIGING VOORLOPIGE FASERING ONTWIKKELING EXPLOSIEVENONDERZOEK 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

40 1. Inleiding 1.1 Aanleiding In opdracht van de gemeente Bussum, heeft CSO in samenwerking met de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek een raamsaneringsplan opgesteld voor het MOB-complex aan de Nieuwe s-gravelandseweg 80a te Bussum. Het MOB-complex (Mobilistatiecomplex) is een oud militair terrein, dat zijn functie heeft verloren. Het terrein is op dit moment deels in eigendom van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en deels bij de gemeente Bussum. Op het terrein is een geval van ernstige bodemverontreiniging met PAK, zware metalen en minerale olie aanwezig. De aangetroffen verontreinigingen houden verband met het historische gebruik van de locatie als Mobilisatiecomplex. De grenzen van het geval worden bepaald door de kadastrale grenzen. De sterke PAK-verontreiniging bevindt zich in de bovengrond, aan weerszijden van de met asfalt verharde paden. Verspreid over de locatie worden lichte tot sterke verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie gemeten. Het grondwater is maximaal licht verontreinigd. Op het zuidwestelijk deel van de locatie wordt een verhardingslaag aangetroffen met asbest-gehalten boven de restconcentratie-norm (100 mg/kg gewogen (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie)). Vanwege de unieke ligging is het complex geschikt voor herontwikkeling tot natuur en wonen. Uitgangspunt is om het grootste deel van het terrein terug te geven aan de natuur. Het terrein is onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Bij het ontwikkelen van natuur is de intentie om de huidige situatie zo min mogelijk te verstoren. Dit houdt in dat alleen grondverzet plaatsvindt ter plaatse van: - toekomstige bouwkavels, voor het aanbrengen van een leeflaag van 0,5 m bestaande uit grond die voldoet aan de bodemfunctieklasse wonen ; - ondergrondse infrastructuur (kabels en leidingen); - toekomstige wegen, verblijfplaatsen; - eventueel te dempen watergangen. De ambities met betrekking tot de herontwikkeling zijn verwoord in het Ambitiedocument MOB-complex (gemeente Bussum, 26 september 2013). Doelstelling van de herontwikkeling is het versterken van het natuurgebied Cruysbergen. De ambities zijn om cultuurhistorische en landschappelijke waarden in het ontwerp te integreren. Bovendien dient de herontwikkeling (en woningbouw) duurzaam te worden uitgevoerd. Zo worden de woningen energiezuinig en met duurzame materialen gebouwd. De aankoop van het terrein en de realisering van nieuwe natuur dient budgetneutraal plaats te vinden. Dit kan alleen indien een deel van het terrein als woongebied wordt bestemd. Met de opbrengsten van nieuw te bouwen woningen worden de natuurdoelstellingen gerealiseerd (inclusief bodemsanering). De herontwikkeling van het terrein resulteert in een aanzienlijke verbetering van de milieukwaliteit doordat: de bronnen van verontreiniging (teerhoudend asfalt, asbesthoudend puin) worden verwijderd; de (asbesthoudende) opstallen worden verwijderd; de eventueel aanwezige ondergrondse opslagtanks worden verwijderd. 13M4125RAP.v2 Pagina 1 van oktober 2014 Definitief

41 Bij de ontwikkeling van het gebied wordt gebruik gemaakt van het principe Gebiedsontwikkeling 2.0. Deze nieuwe aanpak houdt o.a. het volgende in: De eindgebruiker centraal (vraag-gestuurd ontwikkelen). Reële gezamenlijk gedragen ambities/doelen (stip op de horizon). Flexibiliteit (in bouwen en indeling). Globaal bestemmingsplan. Fasegewijs ontwikkelen (tijdelijkheid). Transparantie. De gemeente neemt op zich om de aanwezige geasfalteerde wegen (teerhoudend) en onderliggende wegfundering te verwijderen. Voor de aanpak van de aanwezige bodemverontreiniging dient een sobere aanpak gekozen te worden om de herontwikkeling van het terrein financieel haalbaar te maken. Bij de gekozen saneringsaanpak wordt gekozen voor het realiseren van een leeflaag van minimaal 0,5 m meter ter plaatse van de tuinen, wat bijdraagt aan de verkoopbaarheid en waardevastheid van de te realiseren woningen. Deze aanpak draagt bij aan de economische haalbaarheid van het ontwikkelingsplan. Op het terrein zal de komende jaren veelvuldig grondverzet plaatsvinden als gevolg van de herontwikkeling (o.a. nieuwbouw, aanleg ondergrondse infrastructuur). Gezien de omvang van het terrein, de mogelijk gefaseerde herontwikkeling en het feit dat het definitieve ontwerp en de tijdstippen van de diverse werkzaamheden nog niet exact bekend zijn, is gekozen voor de vorm van een raamsaneringsplan. Het raamsaneringsplan is daarmee gericht op de beschrijving van prestaties, doelstellingen en procedures in plaats van de beschrijving van middelen en methoden. Het raamsaneringsplan richt zich met name op het vastleggen van de uitgangspunten en randvoorwaarden waaronder de bodemsanering zal worden uitgevoerd. Tijdens de uitvoering van het project zal een nadere detailuitwerking in Plannen van Aanpak worden ingediend bij het bevoegd gezag Wbb (de provincie Noord-Holland). Het raamsaneringsplan is verder procedureel van belang in het kader van de beschikking op basis van de Wet bodembescherming (Wbb). 1.2 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt een algemene beschrijving van het projectgebied gegeven. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de terreinsituatie, aanwezige bodemverontreinigingen en het bestemmingsplan. De gevalsdefinitie en saneringsurgentie zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3. De beleidsuitgangspunten worden besproken in hoofdstuk 4; doelstelling, randvoorwaarden en uitgangspunten worden geformuleerd in hoofdstuk 5. Op basis hiervan is de sanering in hoofdlijnen uitgewerkt (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 is aangegeven hoe de op hoofdlijnen vastgestelde sanering wordt uitgewerkt in Plannen van Aanpak, waarbij verschillende uitvoeringsaspecten (hoofdstuk 8) worden uitgewerkt. Een indicatieve planning is uitgewerkt in hoofdstuk 9. 13M4125RAP.v2 Pagina 2 van oktober 2014 Definitief

42 2. Algemene informatie plangebied 2.1 Terreinbeschrijving Het voormalige MOB-complex is gelegen in het zuidwesten van Bussum en heeft een oppervlakte van circa 11 ha. Voor het terrein is een nieuw (postzegel)bestemmingsplan vastgesteld (18 juni 2014), dat de ontwikkeling van het gebied juridisch-planologisch mogelijk maakt. In figuur 1 is de globale ligging van het plangebied aangegeven. De kadastrale informatie van de locatie is opgenomen in bijlage 2. Figuur 1 Globale ligging voormalig MOB-complex Het voormalige MOB-complex aan de Nieuwe 's-gravelandseweg ligt in een bosrijke setting op de voormalige zanderijen. Het terrein maakt deel uit van de groen(bos)structuur van de Nieuwe 's-gravelandseweg. Het MOB-complex heeft een besloten karakter. Grote delen van het gebied bestaan uit loofbomen/loofbos. De aanwezige bebouwing is nauwelijks vanuit de omgeving zichtbaar. De hoofdtoegang ligt verscholen en is bereikbaar vanaf de Nieuwe s-gravelandseweg. Het complex kent een heldere opzet door een rechte wegenstructuur waaraan de gebouwen en loodsen liggen. Bij de ingang bevindt zich een verhard plein. Hieraan liggen twee gebouwen: het voormalige wachtgebouw en het voormalige verbindingscentrum. De overige wegen zijn via dit plein te bereiken. Het gebied ligt ingeklemd tussen het natuurgebied Cruysbergen aan de noordzijde en de bedrijfsbebouwing en woningen aan de oost- en zuidzijde. In de jaren '20 van de vorige eeuw werd ter plaatse van het voormalige mobilisatiecomplex een renbaan aangelegd. In de jaren '50 van de vorige eeuw werd de renbaan in gebruik genomen als defensieterrein en werden op het terrein in een lineaire structuur langwerpige barakken gebouwd. De vorm van de renbaan is nog steeds te herkennen. Het totale mobilisatiecomplex heeft een oppervlakte van circa 11 ha. Figuur 2 is een visualisatie van de ligging van het terrein. 13M4125RAP.v2 Pagina 3 van oktober 2014 Definitief

43 Figuur 2 Ligging van het terrein (Bussum, 2010) Op het MOB-complex staan 16 loodsen, 2 voormalige munitiebunkers, een voormalig wachtgebouw, asfaltbanen en een voormalige werkplaats. Het grootste deel van de bebouwing stamt uit Drie loodsen zijn in 1993 gebouwd. Op het terrein is een blusvijver aanwezig. Het MOB-complex werd gebruikt als magazijncomplex. Hierin werden gewone' goederen opgeslagen. Dit in tegenstelling tot de munitiemagazijnencomplexen die uitsluitend gebruikt werden voor de opslag van munitie. Het complex bestaat uit een voormalig wachtgebouw voor de bewaking, een voormalige eenvoudige werkplaats voor het uitvoeren van inspecties of het doen van kleine reparaties, meerdere loodsen voor voertuigen en materieel, twee voormalige munitiemagazijnen, een voormalig verbindingsmagazijn en meerdere voormalige BOS-opslagplaatsen (voor benzine, olie en smeermiddelen). Al deze gebouwen liggen met hun lange zijde aan de aanwezige asfaltwegen, vanwaar men de goederen kon in- en uitladen. Om het gehele terrein staat een afrastering, waarin een nooduitgang aan de zuidzijde is opgenomen. Het terrein is niet openbaar toegankelijk. Op dit moment wordt het terrein tijdelijk gebruikt door een wielerclub. Het plangebied maakt onderdeel uit van de ecologische verbindingszone tussen de Utrechtse Heuvelrug en het Naardermeer. De verbinding loopt via de Franse Kampheide en Cruysbergen en vormt een groene buffer tussen de bebouwing van Bussum en het woongebied de Hilversumse Meent. De hoofddoelstelling van de ontwikkeling van het voormalige MOB-complex is het toevoegen van een zo groot mogelijk deel van het bestaande (natuur)terrein aan het bestaande natuurgebied Cruysbergen. Hiervoor wordt een groot deel van het gebied aan het Goois Natuurreservaat (GNR) overgedragen. Het toevoegen van woningbouw maakt dit project financieel mogelijk. De westzijde van de ontwikkelingslocatie (ca. 6,6 ha) wordt ontwikkeld tot natuur. Het oostelijk deel wordt ontwikkeld tot Natuur-woongebied. In tabel 1 zijn de oppervlaktes en toekomstige bestemmingen van het oostelijk terreindeel weergegeven. 13M4125RAP.v2 Pagina 4 van oktober 2014 Definitief

44 Tabel 1 Oppervlaktes en toekomstige bestemming MOB-complex Bestemming m 2 Bebouwingsoppervlak Tuinen Verharding/ontsluiting Natuur De totale oppervlakte aan natuur in de toekomstige situatie bedraagt ca m 2. Onderstaand overzicht is een samenvatting van de algemene gegevens van de locatie. Adres : Oppervlakte : Voormalig gebruik : Huidig gebruik : Toekomstig gebruik : Gebruik omliggende percelen : Verharding : Bebouwing : Gedempte sloten : Nieuwe s-gravelandseweg 80A te Bussum circa 11 ha, waarvan circa 2,6 ha verharding, overige delen bestaan uit bos en opstallen militair mobilisatiecomplex grotendeels leegstaand complex en deels opslag allerlei bedrijven natuur, recreatie en wonen natuur en wonen asfalt, tegels en klinkers, overig deel onverhard circa 25 gebouwen voor zover bekend geen gedempte sloten aanwezig 2.2 Verhardingen Naast natuur bestaat het terrein voor een deel uit asfalt. De asfaltverharding heeft een gemiddelde dikte van circa 8 cm (5-10 cm). Daaronder is een puin- en slakken houdende laag gebruikt als funderingslaag. De dikte van de funderingslaag bedraagt circa 25 cm met daaronder de oorspronkelijke bodemlaag, bestaande uit zwak siltig zand. De asfaltverharding is opgemeten over het hele terrein en het betreft circa m 2 met een dikte van circa 8 cm. Hiermee wordt het totale volume aan asfalt 1600 m 3 met een geschat tonnage van circa 4000 ton. De funderingslaag onder het asfalt betreft tevens circa m 2 met een dikte van circa 25 cm. Hiermee wordt het totale volume aan funderingsmateriaal circa 5000 m 3 met een geschat tonnage van circa ton. De volgende elementenverhardingen (klinkers, tegels, betonbakken ed.) zijn opgemeten over het maaiveld van het hele terrein: Klinkers: ca m 2, dikte ca. 8 cm, volume ca. 192 m 3 (384 ton) Tegels: ca m 2, dikte ca. 5 cm, volume ca. 50 m 3 (100 ton) Stelcon: ca m 2, dikte ca. 12 cm, volume ca. 192 m 3 (384 ton) Beton: ca. 50 ronde bakken, ca. 200 blokken en inspectiebrug van beton, totaal minimaal ton. 2.3 Bodemopbouw en geohydrologie De navolgende gegevens zijn ontleend aan Google Earth en de Grondwaterkaart van Nederland, blad 32 west (TNO-Dienst Grondwaterverkenning, 1979). De maaiveldhoogte in de gemeente Bussum varieert van circa 1m +NAP in het noordwesten tot circa 5 m +NAP in het zuidoosten van de gemeente. 13M4125RAP.v2 Pagina 5 van oktober 2014 Definitief

45 De regionale bodemopbouw in de gemeente Bussum kan globaal als volgt worden geschematiseerd: Tabel 2.1. Regionale bodemopbouw Meters t.o.v. NAP geologische omschrijving lithostratigrafie grondsoort Meters t.o.v. NAP Geologische omschrijving lithostratigrafie Grondsoort 1 tot ca. -1,85 1 e en 2 e watervoerend pakket Formaties van Twente, Drenthe, Zand Urk, Sterksel, Kedichem en Harderwijk Vanaf ca. -1,85 Slecht doorlatende basis Formatie van Maassluis Klei Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van circa m 2 /dag. Het freatisch grondwater bevindt zich op circa 1,0 m-mv en stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. De locatie ligt in een poldergebied gebied waar regionaal zowel kwel als infiltratie optreden. Het ondiepe grondwater (polderpeil) staat op 0,3 m-mv. Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. De saneringslocatie bevindt zich niet in of nabij een grondwaterbeschermingsgebied (website provincie Noord-Holland). 2.4 Uitgevoerde onderzoeken Uitgevoerde bodemonderzoeken, asbestinventarisaties en kostenramingen Op de saneringslocatie zijn in het verleden meerdere bodemonderzoeken uitgevoerd. Verschillende onderzoeken hebben betrekking op het Wiegmansterrein ; dit betreft het zuidwestelijk deel van de locatie. Het voormalige wiegmansterrein is eveneens benoemd in de tekening in bijlage 3. Onderstaand zijn de uitgevoerde onderzoeken en referenties van correspondentie met het bevoegd gezag weergegeven: Indicatief Bodemonderzoek B.O.S-laadstation op het M.O.B.-complex te Bussum, Ecolyse, november Nader Onderzoek B.O.S.-laadstation M.O.B.-complex tr Bussum, Ecolyse, december Sanering B.O.S.-Pomp M.O.B.-complex te Bussum, Ecolyse, T RF, november Evaluatie sanering M.O.B.-complex te Bussum, Heidemij adviesbureau B.V., /3, juni Asbestinventarisatie conform BRL 5052 gebouw W1 HO1 W2 HO2, Search, 16 augustus Asbestinventarisatie OG Defensie klasse 3-4 Blok B, Bravenboers en Scheers, juli Meldingsformulier reiniging benzine- en dieseltank, De Koning, Vijfhuizen, tank 26 januari Gebiedsdekkend bodemonderzoek MOB Bussum, Tauw, R001/ /MES/D01/A, 24 september Volledige asbestinventarisatie BRL 5052 Wiegmansterrein te Bussum (geen bodemonderzoek), Tauw, R MES-D01-A, 3 oktober Asbestonderzoek in grond MOB-complex en Wiegmansterrein te Bussum, Tauw, R HAH- D01-A, 3 oktober Verkennend bodemonderzoek terrein Wiegmans te Bussum, Tauw, R SFM-C01-A, 30 november Nader bodemonderzoek en asfaltonderzoek MOB-complex te Bussum, Tauw, R /HSN-D03- A, 4 december M4125RAP.v2 Pagina 6 van oktober 2014 Definitief

46 EOD vooronderzoek, , 10 mei Asbestinventarisatie militair complex aan de Nieuwe 's Gravelandseweg 80A te Bussum, CSO, 07L265, 3 maart Verkennend Onderzoek, Bodemonderzoek en asfaltonderzoek Nieuwe 's Gravelandseweg 80A te Bussum, CSO, 07L265C, 10 april Kostenraming Sloop opstallen en verharding Nieuwe 's Gravelandseweg 80A te Bussum, CSO, 07L265C, 23 september Bodemonderzoek diverse locaties voormalig mobilisatiecomplex Nieuwe s-gravenlandseweg 80A te Bussum, CSO, 09L160, 25 augustus Inventarisatie actuele bodemkwaliteit MOB-complex te Bussum, Tauw, kenmerk I JOJ-V01, 27 oktober Kostenraming sloop en sanering MOB-complex te Bussum, Tauw, Projectnr , 2 november 2009 Asbestonderzoek MOB-complex te Bussum, Oranjewoud, , 24 juni Notitie kostenraming sloop opstallen, verwijderen verhardingen en bodemsanering voormalig MOBcomplex te Bussum, CSO, 11L011, 15 april Nader bodemonderzoek voormalig MOB-complex te Bussum, CSO, 11L011, 19 april MOB-complex te Bussum, Risicobeoordeling bodemverontreiniging, Grontmij, kenmerk: GM , 10 januari MOB-complex te Bussum, Beschikbaarheid van PAK-verontreiniging, aanvullend onderzoek naar ecologische risico s, Grontmij, kenmerk: GM , 17 januari Naast bovenstaande bodemonderzoeken worden twee memo s van de provincie Noord-Holland nader besproken. Het gaat hier om: Memo Provincie Noord-Holland van 1 augustus 2011; Wet bodembescherming, Nieuwe s- Gravenlandseweg 80 te Bussum (MOB-complex). Beantwoording vragen saneringsdoelstelling. Memo Provincie Noord-Holland van 25 augustus 2011; Wet bodembescherming, Nieuwe s- Gravenlandseweg 80 te Bussum (MOB-complex). Randvoorwaarden bodemsanering Samenvatting bodemonderzoeken In deze paragraaf worden de rapporten uit het bovenstaand overzicht kort besproken. Indicatief bodemonderzoek B.O.S.-laadstation op het M.O.B. complex te Bussum (Ecolyse, rapportnummer T d.d. november 1987). In dit onderzoek wordt aangegeven dat in 1987 bij het B.O.S. laadstation 8 ondergrondse tanks zijn gelegen. Het betreft 3x benzinetanks, 1x liter dieseltank, 2x dieseltanks, 1x liter kerosinetank en 1x liter kerosinetank. De omzet van de tanks is laag. Het betreft met name een buffervoorraad voor een eventuele mobilisatie. Conclusies: in het grondwater worden rondom de tanks matige verontreinigingen met minerale olie aangetroffen. Sanering B.O.S.-Pomp M.O.B.-complex te Bussum, Ecolyse, T RF, november 1988 In dit rapport wordt melding gemaakt van het verwijderen van 8 tanks, 1 x en 1 x 6000 liter voor de opslag van kerosine (gelegen ten oosten van de B.O.S. pomp), 3 x benzine, 1 x en 2 x liter voor de opslag van diesel (gelegen ten westen van de B.O.S. pomp). Het rapport beschrijft in detail de werkzaamheden naar aanleiding van het verwijderen van de tanks en de sanering van omliggende verontreinigde grond. Volgens Ecolyse werden na de saneringswerkzaamheden twee nieu- 13M4125RAP.v2 Pagina 7 van oktober 2014 Definitief

47 we (dubbelwandige) tanks geplaatst. Hier wordt in de gedetailleerde werkbeschrijving geen melding meer van gemaakt. Het is niet waarschijnlijk dat deze tanks ook werkelijk werden geplaatst. Ze zijn ieder geval in het veld niet meer terug gevonden. De saneringswerkzaamheden duurden van 22 augustus tot 4 november. Een groot deel van die tijd heeft er een onttrekking gestaan om de grondwaterverontreiniging te saneren. Uit de conclusies blijkt dat de verontreiniging van de vaste bodem en het grondwater, zoals deze bij het indicatief en nader bodemonderzoek werden aangetroffen, tijdens de saneringswerkzaamheden tot beneden de toenmalige A-waarden zijn gesaneerd. Men stelde dat is voldaan aan de gestelde saneringseisen. Evaluatie sanering M.O.B.-complex te Bussum, Heidemij adviesbureau B.V., /3, juni 1989 Het rapport beschrijft de bevindingen van een evaluatieonderzoek en de milieukundige begeleiding, verricht door Heidemij naar aanleiding van de verwijdering van de 8 tanks en de daaropvolgende grond- en grondwatersanering. De milieukundige begeleiding vond eind november 1988 plaats. Gebiedsdekkend bodemonderzoek MOB Bussum, Tauw, R001/ /MES/D01/A, 24 september 1999 Doel van het rapport was het vastleggen van de nul-situatie. Uit het onderzoek komt naar voren dat de bovengrond, binnen enkele vakken, sterk verhoogde concentraties bevatten aan PAK. Bovendien wordt regelmatig de tussenwaarde voor enkele stoffen overschreden. De overschrijdingen van de interventiewaarde in het grondwater (1989) worden in dit onderzoek niet meer aangetoond. De waterbodem van sloot A bevat sterk verontreinigd slib (klasse 4). Verwijdering (sanering) van deze sliblaag kan nodig zijn, wanneer de locatie een andere bestemming krijgt. Volledige asbestinventarisatie BRL 5052 Wiegmans-terrein te Bussum, Tauw, R MES-D01-A, 3 oktober 2001 De aanwezige opstallen en gebouwen bevatten asbest. Voor realisatie van de sloop moeten de panden van het asbest worden gestript. Deze werkzaamheden moeten conform de geldende wet- en regelgeving plaatsvinden en door een erkend saneringsbedrijf. Asbestonderzoek in grond MOB-complex en Wiegmansterrein te Bussum, Tauw, R HAH- D01-A, 3 oktober 2001 Het MOB-complex blijkt niet noemenswaardig verontreinigd met asbest. Het Wiegmansterrein daarentegen is wel sterk verontreinigd met asbest. Vastgesteld is dat de gemiddelde concentratie aan asbest boven de interventiewaarde ligt. Deze interventiewaarde bedraagt 100 mg/kg droge stof gewogen (serpentijn- asbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). De verhoogde gehalten komen, gebaseerd op het bodemonderzoek, vooral voor in de puinverharding. Deze puinverharding is ook sterk verontreinigd met enkele zware metalen (nikkel en zink). Verkennend bodemonderzoek terrein Wiegmans te Bussum, Tauw, R SFM-C01-A, 30 november 2001 Op het Wiegmansterrein zijn een drietal loodsen aanwezig waar caravans worden gestald. Tevens is een opslagschuur voor butaan- en propaanflessen aanwezig. Vrijwel het gehele Wiegmansterrein (zuidelijk deel) is bedekt met een verhardingslaag (puin). Het noordelijk deel is weiland. In het verleden bevond zich een vloeiveld in de zuidwesthoek van het terrein waar lijmresten werden bezonken voordat deze via een overstort in de watergang het luide gat werden geloosd. De verhardingslaag blijkt sterke verhoogde concentraties zink, nikkel en asbest te bevatten. De onderliggende grond en het grondwater zijn niet of slechts licht verontreinigd. 13M4125RAP.v2 Pagina 8 van oktober 2014 Definitief

48 Nader bodemonderzoek en asfaltonderzoek MOB-complex te Bussum, Tauw, R /HSN-D03-A, 4 december 2001 Ter plaatse van de eerder aangetoonde matige verontreinigingen met PAK en minerale olie (zie Tauw 1999) is nader bodemonderzoek uitgevoerd. In vak D is sprake van een overschrijding van de interventiewaarde voor PAK. Er is onvoldoende informatie voorhanden over de omvang zodat niet op te maken valt of er sprake is van een ernstig geval. Van de asfaltverharding is de eerste 4,5 cm niet teerhoudend. In principe is deze laag voor hergebruik geschikt. De daaronder liggende lagen zijn wel teerhoudend en komen niet in aanmerking voor hergebruik. EOD vooronderzoek, , 10 mei 2006 De kans dat er een verhoogd risico aanwezig is op het aantreffen van achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, is onwaarschijnlijk. Er zijn bovendien geen aanwijzingen gevonden dat er explosieven of andere wapentuig in de ondergrond zijn gedeponeerd in de periode dat de locatie door defensie is gebruikt. Asbestinventarisatie militair complex aan de Nieuwe 's Gravelandseweg 80A te Bussum, CSO, 07L265, 3 maart 2008 Het betreft hier een asbestinventarisatie van de gebouwen op het perceel Nieuwe Gravelandseweg 80A te Bussum. In de verschillende gebouwen werd asbest (chrysotiel) gevonden. Het betreft hechtgebonden materiaal met een laag potentieel blootstellingsrisico. Bij het huidige gebruik van de locatie is verwijdering of afscherming niet direct noodzakelijk. Voorafgaand aan renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal wel verwijderd te worden. Verkennend Onderzoek, Bodemonderzoek en asfaltonderzoek Nieuwe 's Gravelandseweg 80A te Bussum, CSO, 07L265C, 10 april 2008 In opdracht van de Dienst Landelijk Gebied heeft CSO een vooronderzoek, een asfaltonderzoek en een indicatief bodemonderzoek uitgevoerd aan de Nieuwe s-gravelandseweg 80A te Bussum. In tegenstelling tot het resultaat uit het onderzoek van Tauw uit 2001, kenmerk: R /HSN-D03-A, is vastgesteld dat het asfalt op de onderzoekslocatie (gehele terrein) teerhoudend is (meer dan 75 mg/kgds PAK). De gemiddelde dikte is 8 cm. Het volume asfalt wordt geschat op m 3 (circa ton). Het totale volume aan funderingsmateriaal (dikte circa 25 cm) onder het asfalt wordt geschat op circa m 3 (circa ton). Overige elementverhardingen zoals klinkers, tegels, beton/stelcon en klinkerpuin betreffen minimaal m 3 (circa ton). In de zintuiglijk schone zandgrond onder de asfalt- en funderingslaag is een licht verhoogd gehalte aan PAK gemeten. Het asfalt/de fundering heeft niet geleid tot matige of sterke verontreinigingen met PAK in de bodem onder de asfaltverharding. De funderingslaag is niet onderzocht in dit onderzoek. Voorzien is dat gemiddeld m 3 materiaal van de locatie wordt verwijderd. Het Wiegmansterrein op het zuidwestelijk deel van de locatie, is verhard met ca m 2 asbestverdacht steenpuin. Kostenraming Sloop opstallen en verharding Nieuwe 's Gravelandseweg 80A te Bussum, CSO, 07L265C, 23 september 2008 Door CSO is in opdracht van de DLG een kostenraming opgesteld voor de sloop van de gebouwen, het verwijderen van de asfaltwegen, het verwijderen van de overige verhardingen en bodemsanering. Op basis van de toenmalige gegevens en enkele specifieke uitgangspunten werd een bedrag begroot van ,--. 13M4125RAP.v2 Pagina 9 van oktober 2014 Definitief

49 Bodemonderzoek diverse locaties voormalig mobilisatiecomplex Nieuwe s-gravenlandseweg 80A te Bussum, CSO, 09L160, 25 augustus 2009 Dit onderzoek is verricht door CSO in opdracht van de DLG. Naar aan leiding van de ouderdom en onvolledigheid van een aantal oudere onderzoeksrapporten, is een aantal verdachte deellocaties onderzocht. De onderzochte locaties betreffen een aantal boven- en ondergrondse tanks, twee met PAK-verontreinigde deellocaties, een waterbodemonderzoek en een indicatief onderzoek naar de puinfundering onder de aanwezige verharding. Ter plaatse van een mogelijk ontluchtingspunt van een ondergrondse brandstoftank, ten zuiden van gebouw WB1-AO, is in het bodemtraject van 0,0-1,0 m-mv huisvuil in de bodem aangetroffen. Analytisch is hier een sterke verontreiniging met zink en een matige verontreiniging met PAK aangetroffen. De verontreiniging is ingekaderd en ingeschat op het circa 10 m 3 sterk verontreinigde grond. De in eerder onderzoek aangetoonde PAK-verontreiniging ten zuidoosten van gebouw L3 en ten oosten van gebouw L7 is met dit onderzoek bevestigd. Op beide locaties is een sterke, heterogeen verdeelde PAK-verontreiniging aanwezig. Op basis hiervan is aangenomen dat de sterke PAK-verontreiniging diffuus verdeeld in de grond langs de paden aanwezig is, in een strook van circa 2 meter langs beide zijden van de paden tot een diepte van 0,5 m-mv. Omdat de paden een totale lengte van meter hebben, is de omvang van de verontreiniging ingeschat op m 3. Er is geen duidelijke relatie waargenomen met de zintuiglijke waarnemingen in de grond. Voorts is via dit onderzoek ook de waterbodemkwaliteit van twee sloten en de blusvijver op de locatie (opnieuw) vastgelegd. Het slib in de sloten en blusvijver blijkt plaatselijk licht verontreinigd met cadmium, kwik, lood, zink, PCB s en/of minerale olie. Op basis van peilingen van de slibdikte zijn de volgende hoeveelheden slib vastgesteld: Sloot A (circa 150 meter lang, 7 m breed en gemiddeld 0,64 m dik): 675 m 3. Sloot D (circa 90 meter lang, 9,5 m breed en 0,79 m dik): 675 m 3. Blusvijver G (circa m 2, en 1,21 m dik): m 3. De sterke slibverontreiniging uit het onderzoek van Tauw, kenmerk: R001/ /MES/D01/A, datum: 24 september 1999, werd niet aangetroffen. Naast het slib is ook de kwaliteit van de puinverharding onder de asfaltwegen onderzocht. Hieruit blijkt dat op basis van indicatieve toetsing de puinverharding in aanmerking komt voor hergebruik. Inventarisatie actuele bodemkwaliteit MOB-complex te Bussum, Tauw, kenmerk I JOJ-V01, 27 oktober 2009 Dit rapport bevat een samenvatting van de bodemkwaliteit van het MOB-complex en is gebruikt voor het opstellen van een kostenraming voor de sloop van de gebouwen en de sanering van de sterk verontreinigde grond. Kostenraming sloop en sanering MOB-complex te Bussum, Tauw, Projectnr , 2 november 2009 Door Tauw is in opdracht van de gemeente Bussum een kostenraming opgesteld voor de sloop van de gebouwen, het verwijderen van de asfaltwegen, de overige verhardingen en een bodemsanering. Alle beschreven maatregelen zijn begroot op 2,11 mln excl. BTW (op basis van de toenmalige gegevens en enkele specifieke uitgangspunten). Daarbinnen zijn de sloop en saneringswerkzaamheden begroot op 1,58 mln. Asbestonderzoek MOB-complex te Bussum, Oranjewoud, , 24 juni Dit rapport is samengesteld door Oranjewoud in opdracht van de gemeente Bussum. Het betreft hier een nader asbestonderzoek van de bodem conform de NEN 5707 en de NEN 5897 (Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en puin). Uit het onderzoek blijkt, met uitzondering van het Wiegmansterrein, dat op het voormalige militair complex geen sprake is van een bodemverontreiniging met asbest. 13M4125RAP.v2 Pagina 10 van oktober 2014 Definitief

50 Notitie kostenraming sloop opstallen, verwijderen verhardingen en bodemsanering voormalig MOBcomplex te Bussum, CSO, 11L011, 15 april Dit onderzoek is samengesteld door CSO in opdracht van de DLG. Het doel van het onderzoek was het vaststellen van de omvang van de PAK-verontreiniging langs de aanwezige asfaltpaden en het vaststellen van de algehele milieuhygiënische bodemkwaliteit van de grond en het grondwater langs de paden. Er werden 180 boringen geplaatst tot 1 m-mv, 30 analyses op PAK (10 VROM) en 4 analyses op het standaardpakket. Voor de omvang bepaling van de PAK-verontreiniging is in overleg met de opdrachtgever een toetsingswaarde van 3,2 mg/kg d.s. gehanteerd. Deze waarde is afkomstig van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Bussum voor aangrenzende zones. De toplaag langs de paden is sterk verontreinigd met PAK. De verontreiniging heeft een ruimtelijke gradiënt. De concentratie PAK vermindert naar gelang deze verder verwijderd is van de asfaltverharding. De totale omvang van de PAK-verontreiniging boven de 3,2 mg/kg d.s. is berekend op (afgerond) circa m 3. Op de locatie is sprake van een geval van ernstige verontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming. Voor het overige terrein is de bodem plaatselijk licht verontreinigd met cadmium, lood, nikkel, zink, PCB en minerale olie. De algehele milieuhygiënische kwaliteit van de toplaag is hiermee vastgelegd. De sterk verhoogde PAK-gehalten zijn te relateren aan de paden, zoals hiervoor al beschreven. De overige, licht verhoogde gehalten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van een nader onderzoek. In het grondwater zijn plaatselijk licht verhoogde gehalten aan barium, zink, xylenen en naftaleen aangetroffen. Een eenduidige oorzaak voor deze verhogingen is niet voorhanden. Deze licht verhoogde gehalten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van een nader onderzoek. MOB-complex te Bussum, Risicobeoordeling bodemverontreiniging, Grontmij, kenmerk: GM , 10 januari In verband met de toekomstige aanvraag van een beschikking ernst en spoed en een beschikking op een saneringsplan, is in opdracht van de gemeente Bussum door Grontmij een risicobeoordeling uitgevoerd conform de Circulaire Bodemsanering (april 2012). De beoordeling is tot stand gekomen met behulp van het programma Sanscrit (stap 2) met de toekomstige situatie als uitgangspunt. Alle gehalten aan zink en PAK die liggen boven de tussenwaarden zijn in beschouwing genomen. Daarbij was het uitgangspunt een worst-case benadering. Gerekend is met de hoogst gemeten gehalten (zink 450 mg/d.s.) (PAK 990 mg/kg d.s.). Conclusie is dat op de locatie geen sprake is van onaanvaardbare humane risico s voor de mens bij het gebruik als natuur en wonen met tuin. Dit is niet het geval bij het ecologisch risico. Op grond van de aanwezigheid van PAK in de bovenste 1,0 meter van de onbedekte bodem is zowel bij het toekomstige gebruik als natuur of als wonen met tuin sprake van onaanvaardbare risico s voor het ecosysteem. De grond en grondwaterverontreiniging leveren geen risico op als het gaat om de verspreiding. MOB-complex te Bussum, Beschikbaarheid van PAK-verontreiniging, aanvullend onderzoek naar ecologische risico s, Grontmij, kenmerk: GM , 17 januari Wanneer het om ecosystemen gaat, zijn niet de totaal gehalten aan PAK richting gevend, maar is de biologische beschikbaarheid van die verontreinigingen veel belangrijker. Organismen nemen namelijk niet alle verontreinigingen in de bodem op, maar slechts dat deel dat niet (sterk) aan bodemdeeltjes gebonden is. Verontreinigingen met organische stoffen zoals PAK binden bijvoorbeeld sterk aan organische deeltjes in de bodem. Hierdoor zijn niet alle aanwezige verontreinigingen in de bodem ook daadwerkelijk biologisch beschikbaar. Ook is de beschikbaarheid afhankelijk van de vorm waarin PAK voorkomt in de bodem. Kool of teerachtige verbindingen zijn minder beschikbaar dan puur product. Bovendien, naarmate PAK langer in de bodem aanwezig is, wordt de binding aan de bodem steeds sterker. Met deze effecten houdt de standaard risicobeoordeling geen rekening. Daarom is een locatiespecifiek onderzoek verricht waarin bovenstaande factoren worden meegewogen. Dit geeft een veel exacter beeld van de mogelijk ecologische risico s dan de standaard beoordeling. 13M4125RAP.v2 Pagina 11 van oktober 2014 Definitief

51 Uit het onderzoek komt naar voren dat de gemeten beschikbaarheid van PAK in de bodem van het MOBcomplex gemiddeld 1851 keer lager is dan in de standaard risicobeoordeling is aangenomen. Herberekening van de Toxische Druk met de gemeten actuele beschikbare PAK gehalten geeft op alle locaties een TD van 0,0%. De bodemverontreiniging met PAK leidt niet tot onaanvaardbare ecologische risico s door de sterk verlaagde biologische beschikbaarheid van PAK. 2.5 Verontreinigingssituatie Grondkwaliteit Op het terrein is een sterke verontreiniging met PAK aanwezig. De PAK-verontreiniging bevindt zich in de bovengrond, aan weerszijden van met asfalt verharde paden. De sterke PAK-verontreiniging wordt aangetroffen tot gemiddeld 2 m uit de geasfalteerde paden. De totale lengte van de geasfalteerde paden bedraagt circa m. Verwacht wordt dat langs de bebouwing (circa 800 m) de verhoogde PAK-gehalten slechts aan één zijde van de paden aangetroffen wordt. Verticaal is de sterke PAK-verontreiniging afgeperkt op 0,5 m-mv. Het totale bodemvolume dat verontreinigd is met PAK boven de interventiewaarde bedraagt circa m 3. Op een afstand van gemiddeld circa 5 m zijn de gehalten aan PAK afgenomen tot beneden de achtergrondwaarde. Het totale volume aan grond met PAK-gehalten boven de achtergrondwaarde bedraagt circa m 3. De volumes zijn bepaald op basis van de op dit moment beschikbare informatie en kunnen afwijken van de genoemde volumes in eerdere onderzoeken. Ter plaatse van de deellocaties chemiehok B3, B1 en VB/AO zijn matig tot sterke verontreinigingen met zink, PAK en/of minerale olie aangetoond. Uit de onderzoeken blijkt verder dat de bovengrond van de overige terreindelen licht tot sterk verontreinigd is met enkele zware metalen, minerale olie en PAK Grondwaterkwaliteit Uit de uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat het grondwater op de locatie maximaal licht verontreinigd is met zware metalen, minerale olie en/of vluchtige aromaten. (zie o.a. Notitie kostenraming sloop opstallen, verwijderen verhardingen en bodemsanering voormalig MOB-complex te Bussum, CSO, 11L011, 15 april 2011). Gezien de eigenschappen van de sterk verontreinigde parameters (PAK) wordt aangenomen dat de beschreven verontreinigingssituatie van het grondwater actueel is. Deze verontreinigingen leveren geen belemmeringen op voor een woonbestemming Slib Het slib uit de sloten en blusvijver is incidenteel licht verontreinigd met cadmium, kwik, lood, zink en PAK. In sloot A is ook een lichte verontreiniging met PCB s en minerale olie aangetoond. Het slib is echter vrij verspreidbaar op land. De totale hoeveelheid slib in de sloten bedraagt circa m 3 en in de blusvijver m Asbest Het afdak van de bovengrondse tank naast gebouw L11 is van asbesthoudende golfplaten maar is nagenoeg intact. Op het maaiveld rondom het afdak is geen asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen. Gebouwen B1, B2 en B3 zijn voorzien van een dak van asbesthoudend plaatmateriaal. Bij gebouw B1 is in het verleden een boom 13M4125RAP.v2 Pagina 12 van oktober 2014 Definitief

52 op het dak gevallen waardoor het dak is beschadigd. Op het maaiveld aan de zuidzijde van dit gebouw zijn stukken plaatmateriaal op het maaiveld aangetroffen. Het bodemonderzoek van Oranjewoud ( , 24 juni 2010) heeft verder aangetoond dat de bodem over het gehele terrein niet verontreinigd is met asbest. Wiegmansterrein Het voormalig Wiegmansterrein, op het zuidwestelijk deel van de locatie, is verhard met asbesthoudend puin en beton. De oppervlakte van de verhardingslaag bedraagt circa m 2 en heeft een gemiddelde dikte van circa 0,25 cm. Het totale volume aan verhardingslaag bedraagt circa m 3. In de verhardingslaag is asbest gemeten boven de restconcentratienorm. Verwijdering van de asbesthoudende puinverharding valt niet onder het raamsaneringsplan omdat geen sprake is van grond in de zin van de Wet bodembescherming Brandstoftanks Ondergrondse tank bij pomphuis Naast gebouw WG achter het pomphuis is een verhoging van grond aanwezig waaronder zich een olietank bevindt. Volgens de beheerder is deze tank nooit in gebruik geweest voor de opslag van olieproducten maar is de tank volgestopt met aardappelschillen (bron: dhr. Van Dorsten, beheerder terrein). Uit later onderzoek blijkt dat hier een oud militair voertuig in de grond is ingegraven. Ondergrondse tank bij gebouw VB1-AO Bij gebouw VB1-AO is een ondergrondse brandstoftank aanwezig van liter, welke gereinigd is. Het nader onderzoek van Tauw (2001) heeft aangetoond dat de matige verontreinigingen met minerale olie in grond ter plaatse van gebouw VB-AO beperkt van omvang zijn (zwaardere oliesoort, geen geval van ernstige bodemverontreiniging). De verontreinigingssituatie is voldoende vastgelegd. Twee ondergrondse tanks tussen gebouwen B3 en B5 Tussen gebouwen B3 en L5 is een voormalige benzinepomp aanwezig. Het betreft een ondergrondse benzinetank (7000 liter) en een ondergrondse dieseltank ( liter) die in 1988 gesaneerd zijn en verwijderd. Tevens is een autohefbrug met wasplaats aanwezig maar deze is alleen in gebruik geweest voor het uitvoeren van inspecties en niet voor reparaties (bron: dhr. Van Dorsten, voormalig beheerder terrein). Bovengrondse tank bij gebouw L11 Naast gebouw L11 is nog een bovengrondse tank aanwezig in een lekbak. De tank is niet meer in gebruik en de lekbak is intact. Er zijn zintuiglijk geen sporen van verontreinigingen. De aanwezigheid en ligging van brandstoftanks op de locatie lijkt met de uitgevoerde bodemonderzoeken grotendeels achterhaald. Ook is de bodemkwaliteit ter plaatse in beeld gebracht Asfaltverharding en funderingslaag De asfaltverharding op locatie heeft een gemiddelde dikte van circa 8 cm (5-10 cm). De totale oppervlakte van de geasfalteerde terreindelen bedraagt circa m 2. Het totale volume aan asfalt bedraagt circa m 3. De funderingslaag onder het asfalt bestaat uit een puinhoudende laag, plaatselijk met slakken. De dikte van de funderingslaag is circa 25 cm en het totale volume aan funderingsmateriaal bedraagt circa m 3. Op basis van indicatieve toetsing aam het Besluit bodemkwaliteit wordt verwacht dat de funderingslaag kan worden hergebruikt als funderingsmateriaal. Verwijdering van het teerhoudend asfalt en de wegfundering vallen niet onder het raamsaneringsplan omdat geen sprake is van grond in de zin van de Wet bodembescherming. 13M4125RAP.v2 Pagina 13 van oktober 2014 Definitief

53 2.6 Toetsing verontreinigingssituatie aan bodemkwaliteitskaart aangrenzende zones Het gebied van het MOB-complex is uitgezonderd in de bodemkwaliteitskaart (CSO, 11K040, d.d. 22 december 2011), omdat het een verdachte locatie betreft. Op het MOB-complex worden over de gehele locatie in de bodem immobiele verontreinigingen aangetroffen. Getoetst is of de gemeten verontreinigingen op het voormalig MOBcomplex afwijken van de achtergrondwaarden in de omringende bodem, op basis van de bodemkwaliteitskaart in de aangrenzende zones. Figuur 3 Uitsnede bodemkwaliteitskaart (CSO, 2011) Zone 5 van de bodemkwaliteitskaart is gelegen ten noorden van het voormalig MOB-complex, zone 3 ten zuiden. In tabel 2.2 zijn de gemiddelde gehalten en 90-percentielwaarden in de bodem in de aangrenzende zones weergegeven. De gehalten zijn vergeleken met de toetsingswaarden uit de Wet bodembescherming en de gemeten gehalten binnen de saneringslocatie. Groene waarden liggen beneden de achtergrondwaarde, blauwe waarden liggen beneden de tussenwaarden. Getoetst is of de gemeten verontreinigingen op het MOB-complex afwijken van de gehalten uit de bodemkwaliteitskaart in zones die grenzen aan de saneringslocatie. De gemeten gehalten op de saneringslocatie zijn hoger. In de bodem van het MOB-complex worden veelvuldig gehaltes gemeten (zware metalen en PAK) die de tussenwaarde-en zelfs de interventiewaarde overschrijden. Uit tabel 2.2 blijkt dat zowel de gemiddelde gehaltes als de P90-waarden in de bodem buiten het terrein onder de tussenwaarde liggen. 13M4125RAP.v2 Pagina 14 van oktober 2014 Definitief

54 Tabel 2.2 Gemiddelde gehalten immobiele verontreinigingen in zones grenzend aan de saneringslocatie Zone 3 Zone 5 Zone 3 Zone 5 T 1) bovengrond T 2) bovengrond T 3) ondergrond T 4) Ondergrond gem 90 p gem 90 p gem 90 p gem 90 p Barium ,9 42, ,5 38, ,2 34, ,1 23,1 Cadmium 4,2 0,28 0,35 4,2 0,28 0,29 3,95 0,25 0,35 3,95 0,23 0,25 Cobalt 29,2 2,5 2,8 29,2 2,8 2,8 29,2 2,5 2,8 29,2 2,8 2,8 Koper 57,9 11,9 23,0 58,5 8,7 16,0 55,6 11,7 10,0 55,6 6,0 7,2 Kwik 12,7 0,16 0,25 12,7 0,13 0,26 12,6 0,11 0,19 12,6 0,08 0,10 Lood , ,6 52, ,4 51, ,0 26,2 Molybdeen 95,8 0,94 1,05 95,8 0,70 0,70 95,8 1,23 2,10 95,8 0,70 0,70 Nikkel 23,2 4,4 7,0 23,2 4,4 5,8 23,2 4,4 7,4 23,2 4,9 7,8 Zink , ,6 63, ,0 54, ,9 23,1 PCB (som 7) 0,16 0,007 0,012 0,18 0,005 0,005 0,102 0,008 0,011 0,102 0,004 0,004 PAK 20,8 6,3 18,8 20,8 1,0 1,3 20,8 1,2 3,7 20,8 0,5 0,4 Minerale olie ,0 50, ,1 35, , ,0 30,8 xx Gehalten < achtergrondwaarde xx Gehalten > achtergrondwaarde en < tussenwaarde 1) T-waarde = (achtergrondwaarde + interventiewaarde / 2), lutum = 2,0%, organische stof = 3,2% 2) Lutum = 2,0%, organische stof = 3,5% (zone 5, bovengrond) 3) Lutum = 2,0%, organische stof = 2,0% (zone 3, ondergrond) 4) Lutum = 2,0%, organische stof = 2,0% (zone 5, ondergrond) Geconcludeerd wordt dat het gebruik van het MOB-complex ook heeft geresulteerd in een verontreiniging van de bodem met zware metalen en PAK buiten de zones langs de geasfalteerde paden. Waarschijnlijk is deze verontreiniging ontstaan als gevolg van het aanbrengen van verhardingslagen en half-verhardingslagen. Deze zijn in de bodem in de zones buiten het complex niet of in veel mindere mate aanwezig. Omdat alle bodemverontreiniging op het MOB-complex is ontstaan door het gebruik van het terrein door defensie, en er sprake is van ruimtelijke, technische en organisatorische samenhang, wordt geconcludeerd dat sprake is van één geval van ernstige verontreiniging. 13M4125RAP.v2 Pagina 15 van oktober 2014 Definitief

55 3. Gevalsdefinitie, ernst en spoedeisendheid 3.1 Gevalsdefinitie Op het terrein is een geval van ernstige verontreiniging met PAK, zware metalen en minerale olie aanwezig (zie par. 2.6). De sterk verhoogde PAK-gehalten worden aangetroffen langs de geasfalteerde paden. De sterke PAKverontreiniging wordt aangetroffen tot gemiddeld 2 m buiten de geasfalteerde paden. Verticaal is de sterke PAKverontreiniging afgeperkt op 0,5 m-mv. Onder de wegfundering worden maximaal licht verhoogde PAKgehalten gemeten. Het totale bodemvolume dat verontreinigd is met PAK boven de interventiewaarde bedraagt circa m 3. (zie par en 2.6). Daarnaast worden ook elders op het complex, verspreid over de gehele locatie, lichte tot sterke verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie gemeten. Het grondwater is maximaal licht verontreinigd. De verontreiniging op het MOB-complex is ontstaan vóór Omdat in meer dan 25 m 3 bodemvolume de interventiewaarde wordt overschreden, is sprake van een historisch geval van ernstige verontreiniging. De aangetroffen verontreinigingen houden verband met het gebruik van de locatie als Mobilisatiecomplex. De verontreinigingen vertonen ruimtelijke, technische en organisatorische samenhang en maken derhalve deel uit van één geval van ernstige bodemverontreiniging. De grenzen van het geval worden bepaald door de terreingrens. 3.2 Spoedeisendheid Begin 2013 heeft Grontmij (324369, GM , 10 januari 2013) met Sanscrit een risicobeoordeling uitgevoerd bij het toekomstig gebruik Natuur en Wonen met tuin. In de standaard risicobeoordeling blijkt dat op de locatie geen sprake is van onaanvaardbare risico s voor de mens. Dit geldt zowel voor gebruik als Natuur als voor gebruik Wonen met tuin. Ook is geen sprake van verspreidingsrisico s. Op grond van de aanwezigheid van de PAK-verontreiniging in de bovenste meter van de onbedekte bodem is er zowel bij het toekomstige gebruik als natuur of als wonen met tuin sprake van onaanvaardbare risico s voor het ecosysteem (stap 2). Het rekenmodel in stap 2 van Sanscrit is echter een generieke risicobeoordeling: het model richt zich niet op een specifiek ecosysteem of een bepaalde locatie. Om te bepalen of de berekende ecologische risico s op de juiste veronderstellingen gebaseerd zijn, heeft Grontmij aanvullend onderzoek verricht naar de beschikbaarheid van PAK (Grontmij, , GM , 17 januari 2013) voor planten en dieren. Op basis van aanvullend onderzoek wordt geconcludeerd dat de PAK s die op de locatie aangetroffen zijn, vrijwel niet beschikbaar zijn (lager dan 1%) voor planten en dieren. Gemiddeld zijn de PAK s keer minder beschikbaar dan het standaardmodel voorspelt. Het minimale verschil van alle metingen is 84 keer minder gemeten beschikbaarheid. De resultaten van het aanvullend onderzoek zijn als locatie-specifieke input gebruikt voor het risicomodel. Bij de berekening is uitgegaan van het worst case scenario, namelijk de hoogst mogelijke-denkbare beschikbaarheid per individuele PAK zoals in het aanvullend onderzoek bepaald. De herberekening geeft aan dat PAK s dusdanig verminderd beschikbaar zijn, dat er geen onaanvaardbare ecologische risico s te verwachten zijn, zelfs niet wanneer het meest negatieve scenario wordt gekozen (Grontmij, , GM , 10 januari 2013). 13M4125RAP.v2 Pagina 16 van oktober 2014 Definitief

56 De bodemverontreiniging met PAK en andere verontreinigingscomponenten op het MOB-complex te Bussum leidt niet tot onaanvaardbare humane, ecologische en/of verspreidingsrisico bij het gebruik Natuur en Wonen met tuin. Het geval wordt dus niet als spoedeisend beschouwd. 13M4125RAP.v2 Pagina 17 van oktober 2014 Definitief

57 4. Beleidsuitgangspunten De grondverontreiniging op de ontwikkelingslocatie betreft een historisch geval van ernstige verontreiniging dat niet met spoed gesaneerd hoeft te worden. Er is geen sprake van actuele humane, ecologische en/of verspreidingsrisico s bij het gebruik Natuur en Wonen met tuin. Vanuit de Wet bodembescherming is er geen noodzaak om de aanwezige bodemverontreiniging met spoed te saneren. De aanleiding voor het raamsaneringsplan is de voorgenomen ontwikkeling van de locatie. Bij deze ontwikkeling zullen graafwerkzaamheden uitgevoerd worden in een geval van ernstige verontreiniging. De aanpak van de verontreiniging en het saneringsdoel worden bepaald door: wensen van de opdrachtgever; eisen uit andere wetgeving (bijvoorbeeld Wro, Arbowet); beleidsuitgangspunten bij het herschikken binnen het geval. Bij de herinrichting zal ter plaatse van de toekomstige bouwkavels een leeflaag van minimaal 0,5 meter aangebracht worden met grond die voldoet aan de bodemfunctieklasse wonen. De toekomstige maaiveldhoogte is (vrijwel) gelijk aan de huidige maaiveldhoogte. Om de leeflaag te realiseren wordt de aanwezige bovengrond ter plaatse van de bouwkavels ontgraven. Herschikken van verontreinigde grond binnen het geval wordt aangewend om vrijkomende grond van de bouwkavels en kabel- en leidingencunet toe te passen binnen de ontwikkelingslocatie. Herschikking van ernstig verontreinigde grond is toegestaan mits: deze plaatsvindt binnen de grenzen van het geval van ernstige bodemverontreiniging; in de nieuwe situatie er geen sprake is van actuele risico s; er geen sprake is van een mobiele verontreiniging; de kwaliteit van de op te brengen grond vergelijkbaar of beter is dan de kwaliteit van de ontvangende bodem (dit wordt het stand still/beginsel genoemd ); herschikking plaatsvindt in het kader van een goedgekeurd (raam)saneringsplan en voorafgaand aan de uitvoering het grondverzet ter beoordeling aan het bevoegd gezag wordt verstuurd. De licht tot sterk met PAK-verontreinigde grond dat ontgraven wordt ten behoeve van de bouwkavels of het kabel- en leidingencunet wordt herschikt ter plaatse van de huidige wegfundering. 13M4125RAP.v2 Pagina 18 van oktober 2014 Definitief

58 5. Doelstelling, randvoorwaarden en uitgangspunten 5.1 Doelstelling Ter plaatse van de toekomstige bouwkavels wordt een leeflaag van minimaal 0,5 meter aangebracht met grond die voldoet aan de bodemfunctieklasse wonen. Ter plaatse van de bouwkavels wordt de bodemlaag 0,5-1,0 m mv bemonsterd en geanalyseerd op een NEN-pakket. Als in de bodemlaag een overschrijding van de tussenwaarde gemeten wordt, wordt een leeflaag van 1,0 m gerealiseerd. Voor de bouwkavels wordt gekozen voor een leeflaag van 0,5 m, waarbij de ondergrond maximaal licht verontreinigd is. De keuze voor een leeflaag van 0,5 m komt voort uit de diffuse heterogene (lichte) verontreiniging die ook wordt gemeten in de ondergrond van aangrenzende zones uit de bodemkwaliteitskaart. De verwachting is dat de bodem op 0,5 m-mv schoon of vrijwel schoon is. Om te voorkomen dat grote hoeveelheden licht verontreinigde grond afgevoerd moeten worden van de locatie is gekozen voor een leeflaag van 0,5 meter. Deze keuze maakt financiele haalbaarheid van de herontwikkeling groter wordt. Ter plaatse van het kabel- en leidingencunet wordt schone grond aangebracht, of grond met een kwaliteit waarmee onder standaard veiligheidscondities gewerkt mag worden aangebracht, zodat bij toekomstige onderhoudswerkzaamheden geen aanvullende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Voor het overige is geen sprake van een specifieke saneringsdoelstelling. Dat is ook niet nodig omdat de huidige verontreinigingssituatie niet resulteert in actuele risico s bij het toekomstig gebruik. Eventueel nog aanwezige (ondergrondse) tanks worden gereinigd en afgevoerd naar een erkende verwerker. Voor een overzicht van bekende tanks wordt verwezen naar par Indien verontreiniging met mobiele componenten wordt aangetroffen, wat niet wordt verwacht gezien de uitgevoerde onderzoeken, dan wordt gesaneerd tot beneden de tussenwaarde buiten de bouwkavels en tot beneden de achtergrondwaarde binnen de bouwkavels. 5.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten Onderstaand zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten weergegeven die van toepassing zijn op het raamsaneringsplan. verwijdering van het teerhoudend asfalt, de wegfundering, de asbesthoudende puinverharding en sloop van de oude opslagloodsen, vallen niet onder het raamsaneringsplan omdat geen sprake is van grond in de zin van de Wet bodembescherming. Deze activiteiten worden genoemd in het raamsaneringsplan omdat ze van belang zijn voor het herschikken van verontreinigde grond; de kwaliteit van de af te voeren materialen dient bekend te zijn, zodat deze ingenomen kunnen worden door een erkende verwerker. De beschikbare onderzoeksresultaten en indicatieve toetsingen kunnen als basis dienen voor het bepalen van de noodzaak en opzet voor onderzoek; sloop van de opstallen vindt plaats vóór uitvoering van de grondsanering. Na sloop van de asbesthoudende panden wordt een controle-onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of de bodemkwaliteit voldoet, ten aanzien van asbest; na verwijdering van de asbesthoudende puinverharding (voormalig Wiegmansterrein) wordt een controle-onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of de bodemkwaliteit voldoet, ten aanzien van asbest; aanwezige kabels en leidingen die na herinrichting niet meer worden gebruikt, worden verwijderd en op milieuhygiënisch verantwoorde wijze afgevoerd; 13M4125RAP.v2 Pagina 19 van oktober 2014 Definitief

59 binnen het raamsaneringsplan wordt onder een bouwkavel verstaan de uit te geven percelen ten behoeve van wonen (met tuin). op dit moment is niet exact duidelijk hoeveel (ondergrondse) tanks op de locatie aanwezig zijn. Eventuele tanks worden gereinigd en afgevoerd naar een erkende verwerker; uit de beschouwingen die zijn uitgevoerd blijkt dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er een verhoogde kans bestaat op het aantreffen van achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Verder zijn er geen aanwijzingen gevonden dat er mogelijk explosieven of ander wapentuig in de ondergrond is gedeponeerd in de periode dat de locatie door Defensie werd gebruikt. In het raamsaneringsplan zijn geen aanvullende eisen opgenomen voor de uitvoering van werkzaamheden, specifiek gericht op eventuele aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven (zie bijlage 5: EOD-onderzoek); op de saneringslocatie zijn geen risico-relevante kabels en/of leidingen aanwezig die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden bijzondere aandacht behoeven; op basis van de beleidsnota cultuurhistorie van de gemeente Bussum zijn op de saneringslocatie geen archeologische resten in de bodem te verwachten. Voor de uitvoering van de werkzaamheden zijn geen bijzondere maatregelen voorzien met betrekking tot archeologie. 13M4125RAP.v2 Pagina 20 van oktober 2014 Definitief

60 6. Sanering op hoofdlijnen 6.1 Algemene beschrijving saneringsaanpak Voor en tijdens de uitvoering van de bodemsanering worden activiteiten uitgevoerd die niet onder het raamsaneringsplan vallen: Slopen en afvoeren opstallen. Verwijderen en afvoeren teerhoudend asfalt. Verwijderen en afvoeren wegfundering onder asfalt. Verwijderen puinverharding (voormalig Wiegmansterrein). Verwijderingen overige verhardingen op het te ontwikkelen terreindeel. Slopen opstallen: Voorafgaand aan de sanering van de locatie worden de aanwezige opstallen gesloopt. Vrijkomende materialen worden afgevoerd naar een erkend verwerker. De sloop en afvoer maken geen deel uit van voorliggend raamsaneringsplan. Verwijderen asfalt en wegfundering: Het totale geasfalteerde oppervlak en onderliggende wegfundering worden opgenomen en afgevoerd naar een erkend verwerker. Verwijdering en afvoer van de vrijkomende materialen maken geen deel uit van voorliggend raamsaneringsplan. Verwijderen puinverharding Wiegmansterrein: De puinverharding ter plaatse van het Wiegmansterrein wordt opgenomen en afgevoerd naar een erkend verwerker. Verwijdering en afvoer van de vrijkomende materialen maken geen deel uit van voorliggend raamsaneringsplan. In tabel 6.1 zijn de vrijkomende materialen afkomstig van de paden, wegfundering en Wiegmansterrein samengevat. Tabel 6.1 Vrijkomende materialen geasfalteerde paden en Wiegmansterrein Herkomst Hoeveelheid (m 3 ) Bestemming/verwerking (m 3 ) 1) Teerhoudend asfalt Afvoeren naar erkend verwerker 2) Wegfundering onder asfalt Afvoeren naar erkend verwerker 3) Asbesthoudende puinverharding Afvoeren naar erkend verwerker (Wiegmansterrein) De volgende activiteiten vallen wel onder het raamsaneringsplan: ontgraven van met PAK verontreinigde grond. Aanleg leeflaag ter plaatse van bouwkavels. Aanleg ondergrondse infrastructuur (kabels- en leidingencunet). Overig grondverzet op de saneringslocatie. 13M4125RAP.v2 Pagina 21 van oktober 2014 Definitief

61 PAK-verontreiniging langs geasfalteerde paden: Bij het ontwikkelen van natuur is de intentie om de huidige situatie zo min mogelijk te verstoren. Dit betekent dat alleen met PAK-verontreinigde grond wordt ontgraven ter plaatse van de bouwkavels en kabel- en leidingcunetten. In bijlage 5 is de toekomstige situatie van de ontwikkelingslocatie weergegeven. In bijlage 6 is aangegeven waar de PAK-verontreiniging boven de achtergrondwaarde binnen de toekomstige bouwkavels en of valt. Omdat de PAK-verontreiniging buiten de bouwkavels en kabel- en leidingencunetten niet ontgraven wordt, wordt slechts een klein deel van de PAK-verontreiniging ontgraven. Vanwege de geringe overlap tussen de bouwkavels / kabel- en leiding cunetten en de met PAK verontreinigde grond is het volume her te schikken grond dat verontreinigd is met PAK relatief klein. In tabel 6.2 zijn de vrijkomende volumes met PAK verontreinigde grond opgenomen. Tabel 6.2 Vrijkomende met PAK verontreinigde grond Herkomst Hoeveelheid (m 3 ) Bestemming/verwerking 1) grond PAK > I 500 Herschikken ter plaatse van wegfundering 2) grond, PAK > achtergrondwaarde 1000 Herschikken ter plaatse van wegfundering De licht tot sterk met PAK verontreinigde grond wordt herschikt ter plaatse van de huidige wegfundering (0 0,25 m-mv), buiten toekomstige bouwkavels, en kabel- en leidingcunetten. In figuur 6.1 is het conceptueel model weergegeven voor het herschikken van de met PAK verontreinigde grond. huidige situatie 0,25 m-mv 0,5 m-mv 1 m-mv herschikken PAK-verontreiniging <I 0,25 m-mv 0,5 m-mv 1 m-mv wegfundering PAK > I-waarde 3,2 mg/kg < PAK < I-waarde PAK < 3,2 mg/kg/ds licht tot sterk met PAK verontreinigde grond Figuur 1 Conceptueel model herschikken PAK-verontreiniging 13M4125RAP.v2 Pagina 22 van oktober 2014 Definitief

62 Om sterk met PAK verontreinigde grond moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Het herschikken van de sterk met PAK verontreinigde grond vindt plaats binnen het geval van ernstige bodemverontreiniging. In de nieuwe situatie is geen sprake van actuele risico s en er is geen sprake van een mobiele verontreiniging. Het herschikken van verontreinigde grond op schone(re) grond in uitzonderingssituaties toegestaan. Onderstaand wordt gemotiveerd waarom herschikken van de licht tot sterk met PAK verontreinigde grond ter plaatse van de wegfundering milieu hygiënisch verantwoord is en voor de ontwikkelingslocatie de beste optie. De herschikte licht tot sterk met PAK verontreinigde grond (0 0,25 m-mv) wordt aan weerszijden begrensd door sterk met PAK-verontreinigde grond (0 0,5 m-mv). In het onderzoek van Grontmij (zie par. 3.2) is aangetoond dat de aanwezige PAK s vrijwel niet beschikbaar zijn (lager dan 1%) voor planten en dieren. Het effect op ecologie is derhalve verwaarloosbaar. Bovendien wordt bij de herinrichting van de locatie de bron van de PAKverontreiniging (teerhoudend asfalt) verwijderd. Naar de diepte toe is geen noemenswaardig effect negatief effect op de onderliggende bodem te verwachten. De PAK-verontreiniging en overige aanwezige verontreinigingen betreffen immobiele componenten. Die niet tot zeer beperkt naar de diepte verplaatsen. Herschikken van de met PAK verontreinigde grond resulteert, in vergelijking met afvoeren naar een reiniger, in minder brandstofverbruik (transport) en energieverbruik (reiniging). Geconcludeerd wordt dat het herschikken van de met PAK verontreinigde grond geen onacceptabele milieu hygiënische consequenties heeft en dat deze aanpak overall het beste milieurendement heeft. Aanbrengen leeflaag ter plaatse van bouwkavels Ter plaatse van de toekomstige bouwkavels (totaal ca m 2 ) wordt een leeflaag van minimaal 0,5 meter aangebracht met grond die voldoet aan de bodemfunctieklasse wonen. De vrijkomende grond wordt toegepast ter plaatse van de wegfundering of afgevoerd van de locatie. Aanleg ondergrondse infrastructuur Op de ontwikkelingslocatie worden kabels en leidingen aangelegd. Voor de aanleg van de kabels en leidingen wordt ontgraven in diffuus heterogeen verontreinigde grond. Het kabel- en leidingencunet wordt aangevuld met schone grond of grond met een kwaliteit waarmee onder standaard veiligheidscondities gewerkt mag worden. De vrijkomende grond wordt toegepast ter plaatse van de wegfundering of afgevoerd van de locatie. Verwijdering eventueel aanwezige ondergrondse tanks: Bij de sanering van een terreindeel worden eventueel aanwezige tanks gereinigd en afgevoerd naar een erkend verwerker. De werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend tanksaneerder, conform BRL K904. De bodem ter plaatse wordt gecontroleerd op minerale en eventueel vluchtige aromaten. Eventuele verontreiniging met olieproducten in de grond wordt gesaneerd. Binnen de bouwkavels wordt minerale olie/vluchtige aromaten gesaneerd tot de achtergrondwaarde, buiten de bouwkavels tot de tussenwaarde. De vrijkomende grond wordt afgevoerd naar een erkend verwerker. Het grondwater is niet verontreinigd met mobiele componenten boven de tussenwaarde en hoeft niet aanvullend gesaneerd te worden. De wijze van sanering zal worden uitgewerkt in het Plan van Aanpak voor de betreffende deellocaties. Overig grondverzet Bij de ontwikkeling van de locatie kan het noodzakelijk zijn dat nog aanvullend grondverzet plaatsvindt. Ook dit grondverzet valt onder het raamsaneringsplan. Vooralsnog is voorzien in de aanleg van een vijver op het westelijk deel van de ontwikkelingslocatie (natuur) in het kader van ecologie. De vijver heeft een oppervlakte van circa 400 m 2 en een diepte van circa 1,5 m. De exacte locatie van de vijver is nog niet bekend. 13M4125RAP.v2 Pagina 23 van oktober 2014 Definitief

63 6.2 Grondbalans In tabel 6.3 is de grond- en materiaalbalans weergegeven voor de beschreven werkzaamheden op de ontwikkelingslocatie. In de op te stellen Plannen van Aanpak wordt de grond- en materiaalbalans voor de betreffende fase in meer detail opgenomen. Opgemerkt wordt dat het bestemmingsplan ruimte biedt aan maximaal m 2 uitgeefbaar terrein voor woningbouw. Op dit moment is voorzien dat m 2 wordt uitgegeven voor woningbouw. In de grond- en materiaalbalans is van deze, meest recente, gegevens uitgegaan. De hoeveelheden zijn indicatie en kunnen bijgesteld worden als er een wijziging optreedt in de herinrichtingsplannen. Tabel 6.3 Grondbalans raamsaneringsplan Herkomst Hoeveelheid Bestemming/verwerking (m 2 ) dikte (m 3 ) Bouwkavels 1) Appartementen (1,5 m-mv) , Toepassen t.p.v. wegfundering / afvoeren van de locatie voor hergebruik (klasse industrie) 2) Gebouwen met kruipruimte (ontgraven tot 1 m-mv) , Toepassen t.p.v. wegfundering / afvoeren van de locatie voor hergebruik (klasse industrie) 3) Tuinen (0,5 m-mv, 20% extra) , Toepassen t.p.v. wegfundering / afvoeren van de locatie voor hergebruik (klasse industrie) 4) K&L-cunet ,5* Toepassen t.p.v. wegfundering / afvoeren van de locatie voor hergebruik (klasse industrie) 5) Vijver westzijde 400 1,5 600 Toepassen t.p.v. wegfundering / afvoeren van de locatie voor hergebruik (klasse industrie) Totaal Aanvoer van grond bodemfunctieklasse wonen Aanbrengen leeflaag t.p.v. tuinen en groen / 0,3 m onder kruipruimte Verklaring: *) bij het graven van de kabel- en leidingcunetten komt ca m 3 grond vrij. Verwacht wordt dat de grond beneden 0,5 m-mv teruggeplaatst kan worden in de kabel en leidingcunetten, omdat de kwaliteit voldoet aan bodemfunctieklasse wonen In totaal komt circa m 3 grond vrij ter plaatse van de bouwkavels en het kabel- en leidingencunet. De bovenzijde van de huidige geasfalteerde weg ligt niet boven het maaiveld. Na verwijdering van asfalt en wegfundering wordt aangevuld tot maaiveld-niveau. In totaal kan circa m 3 grond worden toegepast op de ontwikkelingslocatie (wegfundering en Wiegmansterrein). De licht tot sterk met PAK verontreinigde grond (1.500 m 3 ) wordt toegepast ter plaatse van de huidige wegfundering, waar in de toekomst geen weg voorzien is. Dit houdt verband met de aanleg van de nieuwe riolering onder de toekomstige wegen, waar de grondkwaliteit minimaal moet voldoen aan de bodemfunctieklasse wonen. Voor het overige wordt de geasfalteerde weg/wegfundering (circa m 3 ) aangevuld met grond van de saneringslocatie, afkomstig van de gebieden buiten de verhoogde PAK-gehalten. Dit betreft licht tot matig verontreinigde grond met immobiele componenten, zoals beschreven in de diverse uitgevoerde bodemonderzoeken. Deze grond is afkomstig van bouwkavels, kabel- en leidingcunetten en/of vijver ( zie tabel 6.3). De kwaliteit van deze grond is vergelijkbaar met de kwaliteit van de bovengrond, zoals die binnen de gehele ontwikkelingslocatie wordt aangetroffen. 13M4125RAP.v2 Pagina 24 van oktober 2014 Definitief

64 Ter plaatse van het Wiegmansterrein wordt de asbesthoudende puinverharding verwijderd. De bodem onder deze puinverharding is maximaal licht verontreinigd met immobiele componenten. Voor de aanvulling wordt grond gebruikt die maximaal licht verontreinigd is met immobiele componenten (stand still-beginsel). Naar verwachting komt bij het aanleggen van de bouwkavels en het graven van de kabel- en leidingcunetten voldoende grond vrij die maximaal licht verontreinigd is met immobiele componenten. Deze grond zal dan gebruikt worden voor aanvulling van het Wiegmansterrein. Komt onvoldoende grond vrij die aan deze kwaliteitseisen voldoet, dan wordt grond van elders aangevoerd. Niet alle grond die vrijkomt van de bouwkavels, kabel- en leidingcunetten en vijver kan toegepast worden op de locatie. In totaal is er een overschot aan grond van circa m 3, die wordt afgevoerd van de locatie. De bestemming is afhankelijk van de kwaliteit, die wordt bepaald AP)4 depotkeuringen. 13M4125RAP.v2 Pagina 25 van oktober 2014 Definitief

65 7. Plannen van Aanpak In voorgaande hoofdstukken is het wettelijk kader, de saneringsaanpak en saneringsdoel beschreven. De saneringslocatie wordt zeer waarschijnlijk gefaseerd ontwikkeld. Als bekend is welke terreindelen tijdens een fase ontwikkeld gaan worden, wordt een Plan van Aanpak voor de betreffende fase opgesteld. Het Plan van Aanpak wordt ingediend bij het bevoegd gezag Wet bodembescherming. In het Plan van Aanpak worden de volgende onderdelen opgenomen: Organisatie en betrokken partijen Beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden tijdens de fase Overzicht van ontwikkelingsgebied tijdens fase Ligging bouwlocaties Grond- en materiaalbalans voor fase Veiligheidsmaatregelen Milieukundige begeleiding Meldingen en vergunningen Communicatie Planning 13M4125RAP.v2 Pagina 26 van oktober 2014 Definitief

66 8. Uitvoeringsaspecten In dit hoofdstuk worden uitvoeringsaspecten beschreven die voor iedere fase van toepassing zijn. 8.1 Meldingen en vergunningen Voor de uitvoering van de bodemsanering dienen een aantal meldingen te worden verricht. In onderstaande tabel zijn de benodigde meldingen/vergunningen weergegeven. Tabel 8.1 Meldingen/vergunningen Activiteit Bevoegd gezag/instantie Termijnen Beschikking op raamsaneringsplan Provincie noord-holland 15 weken Onttrekkingsmelding (t.b.v. kelders) Waternet 4 weken voor start Lozings- of infiltratiemelding (t.b.v. kelders) Waternet 4 weken voor start Plannen van Aanpak Provincie Noord-Holland 4 weken voor start Melding start sanering Provincie Noord-Holland 10 werkdagen voor start Melding kritische fases in saneringsuitvoering (dieptes, Provincie Noord-Holland 1 week van te voren saneringsdoelen, eindbemonstering, aanvullen ontgravingsput) Melding onvoorziene omstandigheden Provincie Noord-Holland Zodra deze zich voordoen Melding beëindiging saneringswerkzaamheden Provincie Noord-Holland 1 week van te voren Melding afvoerbestemming Provincie Noord-Holland 1 week van te voren Transport verontreinigde grond over de weg Provincie Noord-Holland Regelt de aannemer Het raamsaneringsplan moet worden ingediend bij het bevoegd gezag Wet bodembescherming (provincie Noord-Holland). Het bevoegd gezag geeft een beschikking af waarmee zij instemmen met het raamsaneringsplan. Bij lozing op de gemeentelijke riolering moet ook de gemeente instemmen met lozen van het opgepompte grondwater op de gemeentelijke riolering. De bodemsanering kan pas opgestart worden als de benodigde meldingen zijn verricht en de bevoegde gezagen hebben ingestemd. 8.2 Milieukundige begeleiding De saneringswerkzaamheden worden uitgevoerd onder BRL SIKB 6000, protocol Voor de taken van de milieukundige begeleider wordt verwezen naar het vigerende VKB-protocol De milieukundige begeleider: heeft een signalerende en adviserende taak tijdens de sanering; ziet toe op alle milieukundige aspecten; ziet toe op het behalen van het in het saneringsplan omschreven saneringsdoel; informeert de directie over de voortgang op milieukundig vlak en heeft dus de oppervlakte en inhoud van de sanering ten opzichte van de inschattingen in het saneringsplan voor ogen; heeft een signalerende functie voor wat betreft veiligheidsaspecten; 13M4125RAP.v2 Pagina 27 van oktober 2014 Definitief

67 communiceert met de directie over de vanuit milieukundig oogpunt gewenste aanpak; is verantwoordelijk voor de tussentijdse en eindbemonsteringen alsmede het laten verrichten van chemische analyses minimaal conform de strategie uit het saneringsplan en eventueel aanvullende afspraken; legt het verloop van de sanering vast in een dagboek en is daar verantwoordelijk voor. In dat dagboek zijn bemonsteringen beschreven met dag-, plaats- en monsteraanduiding; schrijft het evaluatierapport van de sanering; ziet toe op de naleving van de eisen uit vergunningen. 8.3 Aanvulling ontgravingsputten De ontgravingsputten binnen de bouwkavels worden aangevuld met grond die voldoet aan de bodemfunctieklasse wonen. Buiten de bouwkavels wordt aangevuld met grond van de saneringslocatie (herschikken). 8.4 Veiligheid en organisatie Bij de bodemsanering dienen de veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen zoals beschreven in CROW publicatie 132 Werken in of met verontreinigde grond en (verontreinigd) grondwater. Voor de benodigde veiligheidsmaatregelen wordt verwezen naar CROW publicatie 132 van het CROW. Met behulp van de het berekeningsprogramma T- en F-klasse versie 3.0 van het CROW is de voorlopige veiligheidsklasse 1T/0F bepaald, voor de uitvoering van de bodemsanering. De aannemer dient een V&G-plan uitvoeringsfase op te stellen. De saneringsmaatregelen zullen naar verwachting niet leiden tot noemenswaardige overlast voor de omgeving. Aanvullende maatregelen op dit vlak zijn derhalve niet voorzien. 9. Fasering en planning Voor de ontwikkeling van de locatie wordt vooralsnog uitgegaan van 3 fasen. In bijlage zijn de de terreindelen weergegeven die per fase ontwikkeld worden. In een fase wordt een stuk wonen-natuur en een stuk natuur gerealiseerd. De aanvang van fase 1 staat gepland voor medio 2015, fase 2 en 3 voor 2016 en Naar verwachting zal fase 1 circa 20 weken duren. Voorafgaand aan de sloop worden de benodigde meldingen verricht. De werkzaamheden worden niet eerder gestart dan dat de benodigde instemmingen van bevoegde gezagen verkregen zijn. 13M4125RAP.v2 Pagina 28 van oktober 2014 Definitief

68 Bijlage 1: Regionale ligging saneringslocatie 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

69 Kaartbijlage 1: Regionale ligging onderzoekslocatie schaal 1 : (bij A4) Meters

70 Bijlage 2: Kadastrale informatie 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

71

72 Kadastraal bericht object pagina 1 van 3 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk bij Franse Kampweg 28 BUSSUM 16:14:59 Uw referentie: 13M4125 Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Omschrijving kadastraal object: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk DEFENSIE ERF - TUIN

73 Kadastraal bericht object pagina 2 van 3 Kadaster Betreft: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk bij Franse Kampweg 28 BUSSUM 16:14:59 Uw referentie: 13M4125 Toestandsdatum: Locatie: bij Franse Kampweg 28 BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A 1406 NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A A NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A B NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A B NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A B NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A M NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A M NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A P 1406 NJ BUSSUM (Er zijn meer adressen bij dit kadastraal object) Ontstaan op:

74 Kadastraal bericht object pagina 3 van 3 Kadaster Betreft: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk bij Franse Kampweg 28 BUSSUM 16:14:59 Uw referentie: 13M4125 Toestandsdatum: Ontstaan uit: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Bureau Beheer Landbouwgronden St.-Jacobsstraat BT UTRECHT Postadres: Postbus: RM UTRECHT Zetel: 'S-GRAVENHAGE Recht ontleend aan: HYP /10 d.d Eerst genoemde object in BUSSUM C 1377 brondocument: Brondocumenten mogelijk van belang: HYP /11 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

75 Bijlage 3: Overzichtstekening saneringslocatie 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

76

77 Bijlage 4: Ligging PAK-verontreiniging langs paden 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

78 M:\CSO\Users\Autocad\Instellingen CSO AutoCAD JacoM\autocad\Algemeen\Vaak gebruikte blocks\logo_cso Groot Nieuw.jpg D e d A B C voormalig Wiegmansterrein Natuurgebied Ontwikkelingsgebied Legenda OPDRACHTGEVER Gemeente Bussum 3 x boring tot 1 m -mv op resp. 1,0, 2,5, en 5,0 m vanaf pad Peilbuis Pad Achtergrondwaarde PAK PROJEKT NR TITEL GET GEZ DATUM SCHAAL 0 13M BIJLAGE Overzichtstekening met boringen en peilbuizen Verticale begrenzing B. Ebben B. Timmerman 15 juli :2000 bij A m

79 Bijlage 5: Toekomstige situatie 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

80 90 80a vw a A/B/C Nieuwe s-gravelandseweg MOB complex Stedebouwkundig Ontwerp Afdeling getekend datum Ruimte aantal bladen gewijzigd naam datum Brinklaan 35 Postbus HA BUSSUM tel schaal formaat 1:100 A plotdatum: 08 Oct :53 bestandsnaam: stedenbouwkundig ontwerp.dwg

81 Bijlage 6: Ontgraving PAK-verontreiniging 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

82

83 Bijlage 7: Voorlopige fasering ontwikkeling 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

84

85 Bijlage 8: Explosievenonderzoek 13M4125 RAP.v2 20 oktober 2014 Definitief

86

87

88 Plan van Aanpak Voormalig MOB-complex Nieuwe s-gravenlandseweg 80A te Bussum Documentcode: 13M4125.RAP002

89 Plan van Aanpak Voormalig MOB-complex Nieuwe s-gravenlandseweg 80A te Bussum Documentcode: 13M4125.RAP002 Opdrachtgever Gemeente Bussum Postbus HA Bussum Contactpersoon opdrachtgever Dhr. ing. B.I.C. Stolk Contactpersoon LievenseCSO Dhr. drs. K.B. Timmerman Projectcode 13M4125 Documentnummer 13M4125.RAP002 Versiedatum 29 september 2015 Status Definitief

90 Autorisatie Documentnummer Versiedatum Status 13M4125.RAP september 2015 Definitief Opgesteld door: Functie Datum Paraaf Mevrouw E.M.C. Meijer-Verschuur Senior adviseur Geverifieerd door: Functie Datum Paraaf De heer K.B. Timmerman Senior adviseur bodemsanering Akkoord projectleider: Functie Datum Paraaf De heer K.B. Timmerman Projectleider LIEVENSECSO MILIEU B.V. HOOFDKANTOOR REGIOKANTOOR LEEUWARDEN REGIOKANTOOR GRONINGEN REGIOKANTOOR DEVENTER REGIOKANTOOR MAASTRICHT REGIOKANTOOR HOOGVLIET Postbus 2 Postbus 422 Postbus 2239 Postbus 2018 Postbus 1323 Postbus CA Bunnik 8901 BE Leeuwarden 9704 CE Groningen 7420 AA Deventer 6201 BH Maastricht 3190 AM Rotterdam-Hoogvliet Regulierenring 6 Orionweg 28 Zernikepark 4 Gotlandstraat 26 Sleperweg 10 Hoefsmidstraat LB Bunnik 8938 AH Leeuwarden 9747 AN Groningen 7418 AZ Deventer 6222 NK Maastricht 3194 AA Rotterdam-Hoogvliet info@lievensecso.com Website: LievenseCSO.com IBAN:NL96RABO KvK-nummer : BTW-nummer: NL B.01

91 Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1 Inleiding Achtergronden Algemene locatiegegevens Voorgaande bodemonderzoeken en raamsaneringsplan Regionale bodemopbouw en geohydrologie Verontreinigingssituatie Gevalsdefinitie Ecologische aspecten / Natuurwaarden Saneringsdoelstelling, -resultaat en -methode en randvoorwaarden en uitgangspunten Saneringsdoelstelling Immobiele verontreiniging: verontreiniging met metalen en/of PAK in grond Mobiele verontreinigingen: minerale olie en/of vluchtige aromaten in grond en/of grondwater Saneringsresultaat Saneringsmethode Randvoordwaarden en uitgangspunten Uitvoering Voorbereidende werkzaamheden Grondverzet Herschikken vrijkomende grond Verificatieonderzoek Grond- en materiaalstromen Materiaalstromen Grondstromen Ecologisch werkprotocol Uitvoeringsaspecten Betrokken partijen Communicatie Meldingen en vergunningen Directievoering en milieukundige begeleiding Directievoering Milieukundige begeleiding Veiligheid en gezondheid Planning werkzaamheden Gebruiksbeperkingen en nazorg Gebruiksbeperkingen Nazorg...22 PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

92 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Regionale ligging van de onderzoekslocatie Kadastrale informatie Overzichtstekening saneringslocatie Ligging PAK-verontreiniging langs wegen Toekomstige situatie Ontgraving grond, verwachte kwaliteit Herschikken/aanvullen grond, minimale kwaliteit Berekening voorlopige T- en F-klassen PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

93 1 Inleiding In opdracht van gemeente Bussum heeft LievenseCSO Milieu B.V. een plan van aanpak opgesteld voor het voormalige mobilisatiecomplex (hierna MOB-complex ) gelegen aan de s-gravenlandseweg 80a te Bussum. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage 1 en figuur 2.1. De aanleiding voor dit plan van aanpak betreft de voorgenomen herontwikkeling van het voormalige MOB-complex en de aangetroffen verontreinigingen tijdens eerdere onderzoeken. Op het complex is een historisch geval van bodemverontreiniging aanwezig, bestaande uit lichte tot sterke verontreiniging met PAK in grond. Daarnaast worden in de bovengrond licht tot sterke verontreinigingen met immobiele componenten aangetroffen. Plaatselijk kunnen beperkte verontreinigingen aangetroffen worden met mobiele componenten als gevolg van opslag en gebruik van olieproducten. Voor het herschikken van verontreinigde grond in het kader van de ontwikkeling van de locatie is al een raamsaneringsplan ingediend bij bevoegd gezag. In de beschikking is als voorwaarde opgenomen dat voorafgaand aan de uitvoering van de sanering een plan van aanpak opgesteld en ingediend moet worden (zie schrijven van provincie Noord-Holland met kenmerk / d.d. 11 december 2014, nadere informatie eveneens opgenomen in paragraaf 2.5 en 3.2) Het doel van het plan van aanpak is de noodzakelijke saneringswerkzaamheden nader toe te lichten conform het vereiste in de hiervoor genoemde beschikking d.d. 11 december In hoofdstuk 2 zijn de gegevens van de locatie en verontreinigingssituatie opgenomen. In hoofdstuk 3 worden het saneringsbeleid, -doelstelling, -methode evenals de randvoorwaarden en uitgangspunten van de sanering toegelicht. In hoofdstuk 4 wordt de uitvoering van de sanering nader beschreven. De uitvoeringsaspecten worden nader beschreven in hoofdstuk 5. Tenslotte worden de gebruiksbeperkingen en nazorg in hoofdstuk 6 behandeld. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

94 2 Achtergronden 2.1 Algemene locatiegegevens Het voormalige MOB-complex is gelegen aan de Nieuwe s-gravenlandseweg in het zuidwesten van Bussum en heeft een oppervlakte van circa 11 ha. In figuur 2.1 is de globale ligging van het terrein aangegeven. Figuur 2.1 Globale ligging voormalig MOB-complex Het voormalige MOB-complex ligt ingeklemd tussen het natuurgebied Cruysbergen aan de noordzijde en de bedrijfsbebouwing en woningen aan de oost- en zuidzijde. In de jaren '20 van de vorige eeuw werd ter plaatse van het terrein een renbaan aangelegd. In de jaren '50 van de vorige eeuw werd de renbaan in gebruik genomen als defensieterrein en werden op het terrein in een lineaire structuur langwerpige barakken gebouwd. De vorm van de renbaan is nog steeds te herkennen. Voor het voormalige MOB-complex is een nieuw (postzegel)bestemmingsplan vastgesteld (18 juni 2014), dat de ontwikkeling van het terrein juridisch-planologisch mogelijk maakt. De doelstelling van de ontwikkeling van het voormalige MOB-complex is het toevoegen van een zo groot mogelijk deel van het bestaande (natuur)terrein aan het bestaande natuurgebied Cruysbergen. Hiervoor wordt een deel van het gebied (het westelijke deel van het terrein) aan het Goois Natuurreservaat (GNR) overgedragen. Het toevoegen van woningbouw maakt dit project financieel mogelijk. In bijlage 3 is een overzichtstekening van de saneringslocatie opgenomen. Het terrein wordt kadastraal aangeduid als gemeente Bussum, sectie C, perceelnummer 1377 (zie eveneens de gegevens opgenomen in bijlage 2). De toekomstige inrichting van het terrein is opgenomen in bijlage 5. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

95 Een samenvatting van de algemene gegevens van de locatie is in onderstaand overzicht gegeven. Adres : Oppervlakte : Voormalig gebruik : Huidig gebruik : Toekomstig gebruik : Gebruik omliggende percelen : Verhardingen : Bebouwing : Gedempte sloten : Nieuwe s-gravelandseweg 80A te Bussum circa 11 ha, waarvan circa 3 ha verharding, overige delen bestaan uit bos en opstallen bos/natuur, renbaan, MOB-complex leegstaand complex, beperkte bedrijfsactiviteiten natuur, recreatie en wonen natuur en wonen zuidwestelijk deel (voormalig Wiegmansterrein) is verhard met asbesthoudend puin (circa m 2 ; m 3 ), asfalt (circa m 2 ; m 3 ), stelcon (circa m 2 ), klinkers (circa m 2 ) en tegels (circa m 2 ), overig deel onverhard circa 25 gebouwen voor zover bekend geen gedempte sloten aanwezig 2.2 Voorgaande bodemonderzoeken en raamsaneringsplan Ter plaatse van het voormalige MOB-complex zijn in het verleden al diverse (bodem)onderzoeken uitgevoerd. Een overzicht van de meest relevante onderzoeken is opgenomen in het raamsaneringsplan 1 opgesteld voor dit terrein. Het raamsaneringsplan is ter goedkeuring ingediend bij Provincie Noord-Holland zijnde bevoegd gezag. Deze heeft ingestemd met het raamsaneringsplan onder voorwaarde dat voorafgaande aan de uitvoering van de saneringswerkzaamheden een plan van aanpak wordt opgesteld 2. Onderhavige rapportage betreft dit plan van aanpak. 2.3 Regionale bodemopbouw en geohydrologie De navolgende gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland, blad 32 west (TNO-Dienst Grondwaterverkenning, 1979). De maaiveldhoogte in de gemeente Bussum varieert van circa 1m +NAP in het noordwesten tot circa 11 m +NAP in het zuidoosten van de gemeente. De regionale bodemopbouw in de gemeente Bussum kan globaal als volgt worden geschematiseerd: Tabel 2.1 Regionale bodemopbouw Meters t.o.v. NAP Geologische omschrijving Lithostratigrafie Grondsoort 1 tot ca. -1,85 1 e en 2 e watervoerend pakket Formaties van Twente, Drenthe, Urk, Zand Sterksel, Kedichem en Harderwijk Vanaf ca. -1,85 Slecht doorlatende basis Formatie van Maassluis Klei 1 Raamsaneringsplan MOB-complex Nieuwe s-gravenlandseweg 80A te Bussum, CSO, rapportnummer 13M4125 RAP.v2; 20 oktober Wet bodembescherming, Nieuwe s-gravelandseweg 80a (MOB-complex), gemeente Bussum, locatiecode NH/0381/00033, kenmerk /505562, 11 december 2014, publicatie 12 december PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

96 Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van circa m²/dag. Het freatisch grondwater bevindt zich op circa 1,0 m-mv en stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. De locatie ligt in een poldergebied waar regionaal zowel kwel als infiltratie optreedt. Het ondiepe grondwater (polderpeil) staat op 0,3 m-nap (circa 0,9 m-mv). Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. De saneringslocatie bevindt zich niet in of nabij een grondwaterbeschermingsgebied (website provincie Noord-Holland). 2.4 Verontreinigingssituatie Grond Op het voormalige MOB-complex is een sterke verontreiniging met PAK aanwezig. De PAKverontreiniging bevindt zich in de bovengrond, aan weerszijden van met asfalt verharde paden. De sterke PAK-verontreiniging wordt aangetroffen tot gemiddeld 2 meter uit de geasfalteerde paden. De totale lengte van de geasfalteerde paden bedraagt circa m. Verwacht wordt dat langs de bebouwing (circa 800 meter) de verhoogde PAK-gehalten slechts aan één zijde van de paden aangetroffen wordt. Verticaal is de sterke PAKverontreiniging afgeperkt op 0,5 m-mv. Het totale bodemvolume dat verontreinigd is met PAK boven de interventiewaarde bedraagt circa m 3. Op een afstand van gemiddeld circa 5 m zijn de gehalten aan PAK afgenomen tot beneden de achtergrondwaarde. Het totale volume aan grond met PAK-gehalten boven de achtergrondwaarde bedraagt circa m 3. De situering van de PAK-verontreiniging is weergegeven op bijlage 4. Nabij de opstallen chemiehok B1 en B3 en ter plaatse van de deellocatie VB/AO zijn matig tot sterke verontreinigingen met zink, PAK en/of minerale olie in grond aangetoond. Uit de onderzoeken blijkt verder dat de bovengrond van de overige terreindelen licht tot sterk verontreinigd zijn met enkele zware metalen, minerale olie en PAK. Grondwater Uit de uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat het grondwater op de locatie maximaal licht verontreinigd is met zware metalen, minerale olie en/of vluchtige aromaten. Slib Het slib uit de sloten en blusvijver is incidenteel licht verontreinigd met cadmium, kwik, lood, zink en PAK. In sloot A is ook een lichte verontreiniging met PCB en minerale olie aangetoond. Het slib is echter vrij verspreidbaar op land. De totale hoeveelheid slib in de sloten bedraagt circa m 3 en in de blusvijver m 3. Asbest Het bovengrondse deel van het chemieblok B1 is momenteel al gesloopt, van dit gebouw zijn ter plaatse nog de betonvloer en de fundering aanwezig. Bij de sloop van het bovengrondse deel zijn het asbesthoudend plaatmateriaal evenals de stukken plaatmateriaal op het maaiveld verwijderd. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

97 Het bodemonderzoek van Oranjewoud ( , 24 juni 2010) heeft verder aangetoond dat de bodem over het gehele terrein niet verontreinigd is met asbest. Brandstoftanks Ter plaatse van het voormalige MOB-complex zijn mogelijk nog ondergrondse en/of bovengrondse brandstoftanks aanwezig. Momenteel is niet geheel duidelijk welke brandstoftanks nog ter plaatse aanwezig zijn en daarom gesaneerd/verwijderd dienen te worden. Ter plaatse van de bekende brandstoftanks wordt op basis van de beschikbare gegevens geen ernstige bodemverontreiniging verwacht maar valt vooralsnog niet geheel uit te sluiten. Wiegmansterrein Ter plaatse van het Wiegmansterrein is sprake van een asbesthoudende puinverharding die in het kader van de herinrichting tot natuurgebied zal worden verwijderd. De puinverharding valt buiten de reikwijdte van de Wet bodembescherming, maar wordt hier genoemd omdat ter plaatse grond van de saneringslocatie teruggebracht wordt (herschikken) om de toekomstige maaiveldhoogte te realiseren. 2.5 Gevalsdefinitie Op het voormalige MOB-complex is een geval van ernstige verontreiniging met PAK, zware metalen en minerale olie aanwezig. Het totale bodemvolume dat verontreinigd is met PAK boven de interventiewaarde bedraagt circa m 3. Daarnaast worden ook elders op het complex, verspreid over de gehele locatie, lichte tot sterke verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie gemeten. Het grondwater is maximaal licht verontreinigd. De verontreiniging op het MOB-complex is ontstaan vóór Omdat in meer dan 25 m 3 bodemvolume de interventiewaarde wordt overschreden, is sprake van een historische verontreiniging. De aangetroffen verontreinigingen houden verband met het gebruik van de locatie als Mobilisatiecomplex. De verontreinigingen vertonen ruimtelijke, technische en organisatorische samenhang en maken daarom deel uit van één geval van ernstige bodemverontreiniging. De grenzen van het geval worden bepaald door de terreingrens. Uit aanvullend onderzoek 3 blijkt dat de op locatie aanwezige verontreiniging met PAK praktisch niet beschikbaar is voor planten en dieren. De berekende toxische druk bedraagt bij de biologische beschikbaarheid 0%. Bij het huidige en gewenste toekomstige gebruik van het terrein is geen sprake van onaanvaardbare ecologische risico s. Bij het huidige en toekomstige gebruik is eveneens geen sprake van onaanvaarde humane risico s (geen overschrijding van het maximaal toelaatbaar risico voor de mens) of verspreiding (geen ernstige grondwaterverontreiniging). Ter plaatse van het voormalige MOB-complex is daarom sprake van een historisch geval van ernstige bodemverontreiniging die niet met spoed gesaneerd behoeft te worden. 3 Stap 3 van het saneringscriterium, , GM , Grontmij, 10 januari PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

98 2.6 Ecologische aspecten / Natuurwaarden Voor het terrein is een natuurtoets 4 uitgevoerd waaruit blijkt dat ter plaatse sprake is van door de Flora- en faunawet beschermde functies. Om de negatieve effecten op zwaar beschermde soorten zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te verzachten is een mitigatieplan 5 opgesteld (RegelinkEcologie & Landschap met kenmerk RA d.d. 3 november 2014) wat is gebruikt om ontheffing aan te vragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland omdat overtreding van artikel 11 van de Flora- en faunawet 6 niet kan worden voorkomen. De ontheffing is verleend (kenmerk FF/75C/2014/0455.toek.jw d.d. 8 mei 2015). 4 Amfibieën-, reptielen-, broedvogel- en vleermuisonderzoek MOB-complex, Bussum. In het kader van de Flora- en faunawet, Regelink Eocologie & Landschap, kenmerk RA , RegelinkEcologie & Landschap met kenmerk RA d.d. 3 november Het verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone vleermuis, ruige dwergvleermuis en de buizerd alsmede beschadigen, vernielen en verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de ringslang. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

99 3 Saneringsdoelstelling, -resultaat en -methode en randvoorwaarden en uitgangspunten 3.1 Saneringsdoelstelling Het terrein zal functiegericht worden gesaneerd. Concreet betekent dit dat ter plaatse van de woningbouwkavels en het kabel- en leidingcunet en op het overig deel van het terrein saneringsmaatregelen zullen worden uitgevoerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen immobiele en mobiele verontreinigingen Immobiele verontreiniging: verontreiniging met metalen en/of PAK in grond Bouwkavels Ter plaatse van de bouwkavels wordt een leeflaag gerealiseerd met een minimale dikte van 0,5 m met een kwaliteit die voldoet aan de bodemfunctieklasse wonen. De grondlaag 0,5-1,0 m-mv wordt verder gesaneerd als in de grond nog gehalten gemeten worden die boven de tussenwaarden liggen. Kabel- en leidingcunet Ter plaatse van het kabel- en leidingcunet wordt grond teruggeplaatst/aangebracht met een kwaliteit waarbij onder standaard (basis)veiligheidscondities gewerkt mag worden (Maximale waarden klasse Industrie), zodat bij toekomstige onderhoudswerkzaamheden geen aanvullende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Overig deel van het terrein Ter plaatse van het overige deel van het terrein zijn geen saneringswerkzaamheden voorzien aangezien de huidige verontreinigingssituatie niet resulteert in actuele risico s bij het toekomstige gebruik. Wel wordt op het overig terreindeel vrijkomende grond herschikt Mobiele verontreinigingen: minerale olie en/of vluchtige aromaten in grond en/of grondwater Bouwkavels Binnen de bouwkavels wordt eventuele mobiele verontreiniging in de grond gesaneerd tot beneden de achtergrondwaarde. Overig deel van het terrein Indien bij de grondwerkzaamheden ter plaatse van het overige terrein een mobiele verontreiniging in de grond wordt waargenomen, zal worden gesaneerd tot beneden de tussenwaarde. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

100 3.2 Saneringsresultaat Het te behalen saneringsresultaat is per deelgebied van het terrein in tabel 3.1 opgenomen. Tabel 3.1 Saneringsresultaat per deelgebied Deelgebied Traject (m-mv) Immobiele verontreiniging Bouwkavels 0-0,5 0,5-1,0 >1,0 <achtergrondwaarde <tussenwaarde Niet tot sterk verontreinigd Kabel- en leidingcunet 0-2,5 <Maximale waarden klasse Industrie Overig deel van het terrein Niet tot sterk verontreinigd 3.3 Saneringsmethode Mobiele verontreiniging <achtergrondwaarde <achtergrondwaarde <achtergrondwaarde <Maximale waarden klasse Industrie <tussenwaarde Asbest Vrij van asbest Vrij van asbest Wettelijk norm Ter plaatse van de bouwkavels worden verontreinigingen boven de terugsaneerwaarden ontgraven. Vrijkomende grond wordt herschikt op de locatie of afgevoerd. Het kabel- en leidingcunet wordt ontgraven. Vrijkomende grond die voldoet aan de Maximale waarden klasse Industrie wordt teruggeplaatst. Grond met gehalten aan verontreiniging groter dan de Maximale waarden klasse Industrie wordt herschikt op locatie of afgevoerd. Voor aanvulling van het cunet wordt grond van de locatie gebruikt (terugplaatsen/ herschikken) die voldoet aan de Maximale waarden klasse Industrie en civieltechnisch geschikt is. Eventueel aanwezige verontreinigingen in het grondwater zullen worden verwijderd door middel van grondwateronttrekking. Indien noodzakelijk wordt het opgepompte grondwater voor lozing gezuiverd. De hiervoor genoemde saneringsmethodes zijn het meest bedrijfszeker met betrekking tot het te behalen saneringsresultaat en hebben in relatie tot andere saneringsmethoden een kortere doorlooptijd. 3.4 Randvoordwaarden en uitgangspunten Onderstaand zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten weergegeven die van toepassing zijn op het plan van aanpak. Herontwikkeling vindt zoveel mogelijk met een neutrale grondbalans plaats, vrijkomende grond- en materiaalstromen worden daarom zoveel mogelijk binnen het voormalige MOB-complex herschikt en gebruikt als aanvulgrond. De natuur wordt zoveel als mogelijk ontzien. Verwijdering van het teerhoudend asfalt, de wegfundering, de asbesthoudende puinverharding en sloop van de oude opslagloodsen, vallen niet onder het plan van aanpak omdat geen sprake is van grond in de zin van de Wet bodembescherming. Deze activiteiten worden genoemd in het plan van aanpak omdat ze van belang zijn voor het herschikken van verontreinigde grond. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

101 De kwaliteit van de af te voeren materialen dient bekend te zijn, zodat deze ingenomen kunnen worden door een erkende verwerker. De beschikbare onderzoeksresultaten en indicatieve toetsingen kunnen als basis dienen voor het bepalen van de noodzaak en opzet voor onderzoek. Sloop van de opstallen, inclusief vrijgave door middel van een verificatieonderzoek in geval van asbesthoudende panden, vindt plaats vóór uitvoering van de grondsanering. Aanvullend bodemonderzoek na sloop van asbesthoudende panden is daarom niet noodzakelijk. Na verwijdering van de asbesthoudende puinverharding (voormalig Wiegmansterrein) wordt een controle-onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of de bodemkwaliteit voldoet, ten aanzien van asbest. Daar waar mogelijk worden aanwezige kabels en leidingen die na herinrichting niet meer worden gebruikt, verwijderd en op milieu hygiënisch verantwoorde wijze afgevoerd. Binnen het plan van aanpak wordt onder een bouwkavel verstaan de uit te geven percelen ten behoeve van wonen (met tuin). Op dit moment is niet exact duidelijk hoeveel (ondergrondse) tanks op de locatie aanwezig zijn. Eventuele tanks worden gereinigd en afgevoerd naar een erkende verwerker door een erkend tanksaneerder. Grond aangevoerd van elders ten behoeve van toepassen ter plaatse van onderhavig terrein dient vrij te zijn van asbest en puin. Uit de beschouwingen die zijn uitgevoerd blijkt dat op het voormalige MOB-complex het zeer onwaarschijnlijk is dat er een verhoogde kans bestaat op het aantreffen van achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Verder zijn er geen aanwijzingen gevonden dat er mogelijk explosieven of ander wapentuig in de ondergrond is gedeponeerd in de periode dat de locatie door Defensie werd gebruikt. In het raamsaneringsplan zijn geen aanvullende eisen opgenomen voor de uitvoering van werkzaamheden, specifiek gericht op eventuele aanwezigheid van nietgesprongen explosieven. Voor zover bekend zijn op de saneringslocatie geen risico-relevante kabels en/of leidingen aanwezig die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden bijzondere aandacht behoeven. Op basis van de beleidsnota cultuurhistorie van de gemeente Bussum zijn op de saneringslocatie geen archeologische resten in de bodem te verwachten. Voor de uitvoering van de werkzaamheden zijn geen bijzondere maatregelen voorzien met betrekking tot archeologie. De mitigerende voorzieningen zoals vereist in de ontheffing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland dienen te worden uitgevoerd. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

102 4 Uitvoering 4.1 Voorbereidende werkzaamheden Alvorens met de saneringswerkzaamheden kan worden begonnen, dienen een aantal voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd te worden: Aanvragen vergunningen en het doen van meldingen (zie paragraaf 5.3). Het uitvoeren van een Klic-melding. Inrichten werkterrein (aanbrengen keet etc.) 4.2 Grondverzet PAK-verontreiniging langs geasfalteerde paden: Bij het ontwikkelen van natuur is de intentie om de huidige situatie zo min mogelijk te verstoren. Dit betekent dat alleen met PAK-verontreinigde grond wordt ontgraven ter plaatse van de bouwkavels en het kabel- en leidingcunet. In bijlage 5 is de toekomstige situatie van de ontwikkelingslocatie weergegeven. In bijlage 6 is aangegeven waar de PAK-verontreiniging boven de achtergrondwaarde binnen de toekomstige bouwkavels en het toekomstige kabel- en leidingcunet valt en daarom in het kader van de herontwikkeling zal worden ontgraven en herschikt ter plaatse van de wegfundering van de asfaltpaden. Omdat de PAK-verontreiniging buiten de bouwkavels en kabel- en leidingcunet niet ontgraven wordt, wordt slechts een deel van de PAK-verontreiniging ontgraven en herschikt. In tabel 4.1 zijn de vrijkomende volumes met PAK verontreinigde grond opgenomen. Tabel 4.1 Vrijkomende met PAK verontreinigde grond Herkomst Hoeveelheid (m 3 ) Bestemming/verwerking 1) PAK > AW tpv bouwkavels Herschikken ter plaatse van wegfundering 2) PAK > AW tpv k&l-cunet Herschikken ter plaatse van wegfundering De licht tot sterk met PAK verontreinigde grond wordt herschikt ter plaatse van de huidige wegfundering (0 0,25 m-mv), buiten toekomstige bouwkavels, en kabel- en leidingcunet. Aanbrengen leeflaag ter plaatse van bouwkavels Ter plaatse van de toekomstige bouwkavels (totaal ca m 2 ) wordt de bovengrond ontgraven tot 0,5 m-mv. Hierbij wordt met PAK-verontreinigde grond en diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond gescheiden (zie par. 4.4). De vrijkomende grond wordt herschikt op locatie. Met verificatieonderzoek (zie paragraaf 4.4) wordt vastgesteld of de bodemkwaliteit op 0,5 m-mv voldoet aan de terugsaneerwaarden, of dat verontreinigde grond nog dieper ontgraven moet worden. Ter plaatse van de toekomstige bouwkavels wordt een leeflaag van minimaal 0,5 meter aangebracht met grond die voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse wonen (zie bijlage 7). De kwaliteit van de aanvulgrond dient te worden aangetoond door middel van een erkend bewijsmiddel conform Besluit bodemkwaliteit. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

103 Aanleg ondergrondse infrastructuur Op de ontwikkelingslocatie worden kabels en leidingen aangelegd. De riolering wordt gelegd op een diepte van circa 2,5 m-mv en de overige kabels en leidingen tot een diepte van circa 1,1 m-mv. De bovengrond ter plaatse van het toekomstig kabel- en leidingcunet wordt ontgraven tot 0,5 m-mv. Hierbij wordt met PAK-verontreinigde grond en diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond gescheiden (zie par. 4.4). De vrijkomende grond wordt herschikt op locatie. De kwaliteit van de ondergrond (0,5-2,5 m-mv) wordt onderzocht voor uitvoering van de rioleringswerkzaamheden (zie paragraaf 4.4). Als de grondkwaliteit voldoet aan de Maximale waarden klasse Industrie wordt deze langs de sleuf geplaatst en teruggeplaatst na aanleg kabels en leidingen (zie bijlage 7). Vrijkomende grond die niet voldoet aan de kwaliteitseisen en/of civieltechnisch niet geschikt is, wordt herschikt op locatie of afgevoerd. Opvullen funderingsruimten na sloop gebouwen De op locatie aanwezige opstallen worden gesloopt en funderingen verwijderd. Op plaatsen waar in de toekomstige situatie geen bouwkavels of kabel- en leidingcunet zijn voorzien wordt de funderingsruimte opgevuld met diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond (zie bijlage 7). Eventuele verlagingen groter dan 0,5 m-mv worden opgevuld met diffuus heterogeen verontreinigde ondergrond. Baggeren vijvers en toepassing bagger In het waterbodemonderzoek uit 2006 is geconcludeerd dat in de sloten en blusvijver licht verontreinigd slib aanwezig is. De totale hoeveelheid slib in de sloten bedraagt circa m 3 en in de blusvijver m 3. Op korte termijn wordt het waterbodemonderzoek geactualiseerd. Het onderzoek wordt uitgevoerd conform NEN 5717 en NEN De analyseresultaten worden getoetst aan de door het (voormalige) Ministerie van VROM vastgestelde normwaarden zoals vastgelegd in het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Voor waterbodem wordt hierbij onderscheid gemaakt in het toepassen van baggerspecie op landbodems, in oppervlaktewater (op waterbodem) en in grootschalige toepassingen en het verspreiden van baggerspecie in oppervlaktewater en over aangrenzend perceel. Voor ieder toetsingskader gelden. Indien de baggerspecie, rekening houdend met de eisen uit het raamsaneringsplan, toegepast mag worden op de landbodem van de ontwikkelingslocatie, wordt hier mogelijk gebruik van gemaakt. In dat geval wordt de baggerspecie eerst ontwaterd en dan toegepast. Voor het baggeren en toepassen of afvoeren van de vrijkomende baggerspecie wordt een melding verricht bij de gemeente Bussum. Omdat de toepassingslocatie een saneringslocatie betreft wordt ook het bevoegd gezag Wet bodembescherming op de hoogte gesteld van de voorgenomen toepassing. Verwijdering eventueel aanwezige ondergrondse tanks: Bij de sanering van een terreindeel worden eventueel aanwezige tanks gereinigd en afgevoerd naar een erkend verwerker. De werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend tanksaneerder, conform BRL K904. De bodem ter plaatse wordt gecontroleerd op PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

104 minerale olie en eventueel vluchtige aromaten. Eventuele verontreiniging met olieproducten in de grond wordt gesaneerd (zie eveneens 3.1.2). Overig grondverzet Bij de ontwikkeling van de locatie kan het noodzakelijk zijn dat nog aanvullend grondverzet plaatsvindt. Ook dit grondverzet valt onder het raamsaneringsplan. Vooralsnog is voorzien in de aanleg van een vijver op het westelijk deel van de ontwikkelingslocatie (natuur) in het kader van ecologie. De vijver heeft een oppervlakte van circa 560 m 2 en een diepte van circa 2 m. Voor de aanleg van de vijver is een separaat plan van aanpak opgesteld (LievenseCSO, rapport 13M4125.RAP003, d.d. 8 september 2015). 4.3 Herschikken vrijkomende grond Een groot deel van de vrijkomende grond kan herschikt worden op locatie. In hoofdstuk 4 van het raamsaneringsplan is beschreven onder welke voorwaarden grond herschikt mag worden binnen het geval van ernstige bodemverontreiniging. Op basis van de beschikbare bodeminformatie wordt verwacht dat buiten de PAKverontreiniging in de bovenste 0,5 m sprake is van een diffuus heterogeen verontreinigingsbeeld met incidenteel overschrijdingen van de interventiewaarden voor zware metalen. De ondergrond (>0,5 m-mv) is minder sterk verontreinigd dan de bovengrond. Voor het herschikken van grond op het MOB-complex worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Te ontgraven licht tot sterk met PAK-verontreinigde grond langs de geasfalteerde paden mag worden herschikt ter plaatse van de wegfundering van de geasfalteerde paden; Diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond (0-0,5 m-mv) afkomstig van het overig deel van de saneringslocatie mag worden herschikt in de bovengrond van de saneringslocatie, buiten de bouwkavels en buiten het kabel- en leidingcunet. Te ontgraven grond verontreinigd met mobiele verontreiniging groter dan de Maximale waarden Wonen wordt niet herschikt, maar afgevoerd naar een erkend verwerker. Bij de ontwikkeling van de locatie komen verschillende grond- en materiaalstromen vrij. In paragraaf 4.5 worden de grond- en materiaalstromen beschreven. Hierbij wordt aangegeven waar en welke grondstromen herschikt gaan worden. In kaartbijlage 6 is de verwachte kwaliteit van de te ontgraven grond weergegeven en in kaartbijlage 7 de minimaal benodigde kwaliteit van de aanvul-/herschikgrond. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

105 4.4 Verificatieonderzoek Ter plaatse van een aantal deellocaties dient een verificatieonderzoek te worden uitgevoerd om vast te stellen of wordt voldaan aan de saneringsdoelstelling. Het gaat hier om de volgende deellocaties en/of verontreinigingen: Bouwkavels Bij het ontgraven van de bovengrond wordt grond verontreinigd met PAK en diffuus heterogeen verontreinigde grond gescheiden (zie kaartbijlage 6). Eerst wordt de met PAK verontreinigde bovengrond ontgraven en in depot geplaatst. Vervolgens worden de putwanden binnen de bouwkavels geverifieerd op PAK conform BRL SIKB 6000 en het onderliggend VKB protocol Per 50 m 2 putwand wordt een mengmonster samengesteld door 10 gutssteken. Het mengmonster wordt geanalyseerd op PAK. Als het PAK-gehalte lager is dan 3,2 mg/kg.ds, dan is de PAK-verontreiniging ter plaatse verwijderd en valt de rest van de te ontgraven bovengrond binnen de bouwkavel in de categorie diffuus heterogeen verontreinigd. Als het gehalte aan PAK hoger is dan 3,2 mg/kg.ds wordt ter plaatse verder gegraven en wordt de putwand opnieuw bemonsterd. Na ontgraven van de overige bovengrond (0-0,5 m-mv) wordt gecontroleerd of de saneringsdoelstelling is bereikt (gehalten in putbodem <tussenwaarde). De verificatie wordt uitgevoerd conform de vereisten uit de BRL SIKB 6000 en het onderliggende VKB protocol Voor immobiele verontreinigingen wordt per 100 m 2 putbodem een mengmonster samengesteld door 10 gutssteken. Het mengmonster wordt geanalyseerd op het standaard NEN-pakket. Als de saneringsdoelstelling op 0,5 m-mv nog niet bereikt is, wordt dieper ontgraven en wordt het saneringsresultaat opnieuw gecontroleerd. Kabel- en leidingcunet De grondkwaliteit van het toekomstige kabel- en leidingcunet dient te voldoen aan de Maximale waarden klasse Industrie, zodat in de toekomst (onderhouds)werkzaamheden kunnen worden verricht onder standaard veiligheidscondities (basisklasse). Bij het aanleggen van het kabel- en leidingcunet wordt de bovengrond tot 0,5 m-mv ontgraven en in depot geplaatst. Hierbij wordt grond verontreinigd met PAK en diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond gescheiden (zie kaartbijlage 6). Eerst wordt de met PAK verontreinigde bovengrond ontgraven en in depot geplaatst. Vervolgens worden de putwanden binnen het kabel- en leidingcunet geverifieerd op PAK conform BRL SIKB 6000 en het onderliggend VKB protocol Per 50 m 2 putwand wordt een mengmonster samengesteld door 10 gutssteken. Het mengmonster wordt geanalyseerd op PAK. Als het PAK-gehalte lager is dan 3,2 mg/kg.ds, dan is de PAKverontreiniging ter plaatse verwijderd en valt de rest van de te ontgraven bovengrond binnen het kabel- en leidingcunet in de categorie diffuus heterogeen verontreinigd. Als het gehalte aan PAK hoger is dan 3,2 mg/kg.ds wordt ter plaatse verder gegraven en wordt de putwand opnieuw bemonsterd. Bij de aanleg van het kabel- en leidingcunet is het uitvoeringstechnisch wenselijk om vrijkomende grond langs de sleuf te plaatsen en direct na aanbrengen van de kabels en leidingen weer terug te plaatsen. Om dit mogelijk te maken dient de kwaliteit van de grond ter plaatse van het toekomstig kabel- en leidingcunet voor uitvoering van de PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

106 werkzaamheden bekend te zijn In CROW publicatie 307 worden richtlijnen gegeven voor onderzoek ten behoeve van veilig en zorgvuldig werken aan ondergrondse lijninfrastructuur. Voor de onderzoeksinspanning wordt bij deze publicatie aangesloten. In het toekomstig kabel- en leidingentracé wordt iedere 50 meter een boring geplaatst tot 2,5 m-mv. Bij een kabels- en leidingentracé van 600 meter worden in totaal 13 boringen geplaatst tot 2,5 m-mv. Grondmonsters van maximaal vijf naast elkaar gelegen boringen worden gebruikt voor het samenstellen van een mengmonster. De bodemlaag 0,5-1,1 m- mv en 1,1-2,5 m-mv worden onderzocht op het standaard NEN-pakket grond. Grond uit de tracé-delen en trajecten waarvan de kwaliteit van de grond voldoet aan de Maximale waarden klasse Industrie worden na aanleg van kabels en leidingen in de sleuf teruggeplaatst. Indien tijdens de boringen in het toekomstig kabel- en leidingcunet zintuiglijk waarnemingen worden gedaan die kunnen duiden op de aanwezigheid van mobiele verontreiniging, worden grondmonsters geanalyseerd op mobiele componenten. Als mobiele componenten aangetroffen worden in gehalten groter dan de Maximale waarden klasse Industrie, wordt deze verontreiniging verder afgeperkt. Grond in het kabel- en leidingcunet met mobiele verontreiniging groter dan klasse industrie wordt ontgraven en afgevoerd naar een erkend verwerker. Voormalige Wiegmansterrein Het vaststellen van de verontreinigingssituatie met betrekking tot asbest in bodem zal na verwijdering van de asbesthoudende puinlaag worden geverifieerd door een verkennend asbestonderzoek in grond conform NEN Brandstoftanks en/of olieproducten Indien van toepassing zullen ter plaatse van de brandstoftanks de putbodem en wanden bemonsterd worden conform BRL SIKB 6000, protocol en geanalyseerd op minerale olie en/of vluchtige aromaten. 4.5 Grond- en materiaalstromen Materiaalstromen In tabel 4.2 zijn de vrijkomende materiaalstromen op het voormalige MOB-complex weergegeven. De volumes in de materiaalstromen zijn exclusief sloop van de aanwezige opstallen en funderingen. Tabel 4.2 Vrijkomende materiaalstromen Herkomst Hoeveelheid Bestemming/verwerking (m 2 ) dikte (m 3 ) Teerhoudend asfalt , Afvoeren naar erkend verwerker Wegfundering , Afvoeren naar erkend verwerker/hergebruiken Wiegmansterrein (asbesthoudend puin) , Afvoeren naar erkend verwerker PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

107 De vrijkomende wegfundering mag worden hergebruikt op locatie als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Als het funderingsmateriaal in de toekomstige situatie dezelfde functie krijgen, niet bewerkt wordt en er is geen sprake van overdracht, dan mag het funderingsmateriaal hergebruikt worden op de locatie. Wordt niet aan deze voorwaarden voldaan, of er is geen of minder funderingsmateriaal nodig in de toekomstige situatie, dan wordt het overschot afgevoerd naar een erkend verwerker. Het vrijkomende teerhoudende asfalt en asbesthoudend puin wordt afgevoerd naar een erkend verwerker Grondstromen Het bestemmingsplan biedt de ruimte aan maximaal m 2 uitgeefbaar terrein voor woningbouw. Op dit moment is voorzien dat circa m 2 wordt uitgegeven voor woningbouw. In het overzicht van de grondstromen is van deze, meest recente, gegevens uitgegaan. Bij de ontwikkeling van de locatie komen verschillende grondstromen vrij. Het toekomstig maaiveld is vergelijkbaar met het huidig maaiveld. In bijlage 6 is weergegeven waar grond ontgraven gaat worden en wat de verwachte kwaliteit is. In tabel 4.3 zijn vrijkomende grondstromen en kwaliteit weergegeven. Tabel 4.3 Vrijkomende grondstromen Herkomst Hoeveelheid Kwaliteit PAK-verontreiniging t.p.v. bouwkavels en K&L-cunet + diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond nabij PAK-verontreiniging Bouwkavels (m 2 ) dikte (m 3 ) , ** Licht tot sterke PAKverontreiniging + diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond 1) Appartementen (1,5 m-mv) , Diffuus heterogeen verontreinigd, bovengrond 1, Diffuus heterogeen verontreinigd, ondergrond 2) Gebouwen met kruipruimte (ontgraven tot 1 m-mv) , Diffuus heterogeen verontreinigd, bovengrond 0, Diffuus heterogeen verontreinigd, ondergrond 3) Tuinen (gemiddeld 0,75 m-mv) ,50* Diffuus heterogeen verontreinigd, bovengrond ,25* Diffuus heterogeen verontreinigd, ondergrond K&L-cunet , Diffuus heterogeen verontreinigd, bovengrond 1,1 a 2, Diffuus heterogeen verontreinigd, ondergrond Vijver westzijde 560 2,0 600 Diffuus heterogeen verontreinigd, ondergrond Totaal ** *) verwachte gemiddelde diepte voor bereiken terugsaneerwaarde (klasse Wonen) is 0,75 m-mv PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

108 **) De m 3 met PAK verontreinigde grond en diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond nabij PAK-verontreiniging maakt deel uit van de volumes t.p.v. de bouwkavels en K&L-cunet In totaal komt circa m 3 grond vrij ter plaatse van de bouwkavels, het kabel- en leidingcunet en de vijver. De vrijkomende grond wordt zoveel als mogelijk herschikt op locatie (zie par. 4.3). In bijlage 7 is weergegeven waar grond wordt herschikt of aangevuld en wat de minimale kwaliteit van de grond dient te zijn. In tabel 4.4 is aangegeven waar grond herschikt kan worden, welke hoeveelheden en van welke kwaliteit. Tabel 4.4 Herschikken vrijkomende grond Toepassing Benodigde hoeveelheid (m 3 ) kwaliteit herschikgrond Herkomst Beschikbare hoeveelheid (m 3 ) t.p.v. wegfundering PAK>I + diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond opvullen fundering te slopen opstallen Diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond PAK-verontreiniging tpv bouwkavels en K&L-cunet + diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond nabij PAK-verontreiniging Bovengrond bouwkavels: Appartementen Gebouwen Tuinen K&L-bovengrond Subtotaal PAK-verontreiniging Totaal t.p.v. K&L-cunet Klasse Industrie Ondergrond bouwkavels: Appartementen Gebouwen Tuinen K&L-ondergrond vijver Totaal leeflaag t.p.v. tuinen 5.250* Klasse Wonen Onbekend, keuring t.p.v <tussenwaarde Onbekend, keuring Wiegmansterrein 3.250** Totaal *) m 2 tuinen * gemiddeld 0,75 m **) De m 3 met PAK verontreinigde grond en diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond nabij PAK-verontreiniging maakt deel uit van de volumes diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond t.p.v. de bouwkavels en K&L-cunet De vrijkomende licht tot sterk met PAK verontreinigde grond (3.250 m 3 ) en diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond nabij de PAK-verontreiniging wordt herschikt ter plaatse van de huidige wegfundering, waar in de toekomst geen weg voorzien is (zie bijlage PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

109 7). Dit houdt verband met de aanleg van de nieuwe riolering onder de toekomstige wegen, waar de grondkwaliteit minimaal moet voldoen aan de Maximale waarden klasse Industrie. De wegfundering kan verder aangevuld worden met diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond. De resterende diffuus heterogeen verontreinigde bovengrond kan herschikt worden ter plaatse van de fundering van te slopen opstallen. Ter plaatse van de fundering van te slopen opstallen kan verder aangevuld worden met diffuus heterogeen verontreinigde ondergrond. Ter plaatse van de tuinen binnen de bouwkavels dient een leeflaag aangebracht te worden met grond die voldoet aan de Maximale waarden klasse Wonen. Mogelijk voldoet de vrijkomende diffuus heterogeen verontreinigde ondergrond aan de Maximale waarden klasse Wonen. De kwaliteit van deze grond wordt door middel van AP04-keuring conform het Besluit bodemkwaliteit vastgesteld. Als de grond voldoet kan deze gebruikt worden voor de leeflaag ter plaatse van de tuinen binnen de bouwkavels. Ter plaatse van het Wiegmansterrein wordt de asbesthoudende puinverharding verwijderd. De bodem onder deze puinverharding is maximaal licht verontreinigd met immobiele componenten. Voor de aanvulling wordt grond gebruikt die maximaal licht verontreinigd is met immobiele componenten (zie bijlage 7). Naar verwachting komt bij het aanleggen van de bouwkavels en het graven van het kabel- en leidingcunet voldoende grond vrij die maximaal licht verontreinigd is met immobiele componenten. Deze grond zal dan gebruikt worden voor aanvulling van het Wiegmansterrein. Komt onvoldoende grond vrij die aan deze kwaliteitseisen voldoet, dan wordt grond van elders aangevoerd. Als de diffuus heterogeen verontreinigde grond voldoet aan de Maximale waarden klasse Wonen kan alle vrijkomende grond op locatie hergebruikt worden. Voldoet de grond niet, dan is sprake van een beperkt overschot aan grond (circa m 3 ). Op af te voeren grond wordt een partijkeuring AP04 verricht. Afhankelijk van de kwaliteit wordt een bestemming gezocht. De hoeveelheden zijn indicatief en kunnen bijgesteld worden als er een wijziging optreedt in de herinrichtingsplannen. In het evaluatierapport wordt de herkomst van de te herschikken grond en de plaats van toepassing vastgelegd. Voor de tuinen binnen de bouwkavels wordt aanvulgrond gebruikt die voldoet aan de Maximale waarden Wonen (zie bijlage 7). Indien deze grond niet vrijkomt op het MOBterrein zal aanvulgrond van elders aangevoerd worden. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

110 4.6 Ecologisch werkprotocol Zoals vereist in de ontheffing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is een ecologisch werkprotocol 7 opgesteld. De mitigerende voorzieningen ten behoeve van de herontwikkeling van het terrein bestaan uit het treffen van (tijdelijke) alternatieve verblijfplaatsen en eisen aan de planning van de werkzaamheden. Voor een volledig overzicht van de mitigerende voorzieningen wordt verwezen naar het mitigatieplan en het ecologisch werkprotocol. 7 Ecologisch werkprotocol (concept), kenmerk NC , RPS, 20 juli PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

111 5 Uitvoeringsaspecten 5.1 Betrokken partijen Opdrachtgever: Eigenaar van het terrein: Toekomstig eigenaar van het terrein: Adviseur opdrachtgever: Aannemer: Directievoering: Milieukundige begeleiding: Bevoegd gezag Wet bodembescherming: Acceptanten af te voeren materialen: gemeente Bussum gemeente Bussum nog niet bekend Omgevingsdienst OFGV nog niet bekend gemeente Bussum nog niet bekend provincie Noord-Holland nog niet bekend 5.2 Communicatie Communicatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zal plaatsvinden conform de bepalingen opgenomen in de UAV Communicatie met de diverse bevoegde gezagen zal plaatsvinden in overeenstemming met de eisen die bij het verlenen van de vergunningen, meldingen of toestemmingen worden gesteld. Communicatie met derden wordt verzorgd door de directievoerder of een daartoe gemandateerd persoon. 5.3 Meldingen en vergunningen Voor de uitvoering van de bodemsanering dienen een aantal meldingen te worden verricht. In tabel 5.1 zijn de benodigde meldingen/vergunningen weergegeven. Tabel 5.1 Meldingen/vergunningen Activiteit Bevoegd gezag/instantie Termijnen Plan van aanpak Provincie Noord-Holland 5 weken voor start Onttrekkingsmelding (t.b.v. kabels en leidingen) Waternet 4 weken voor start Lozings- of infiltratiemelding (t.b.v. kabels en leidingen) Waternet 4 weken voor start Aanvraag milieu hygiënische verklaring/toepassen Gemeente/provincie 5 werkdagen bagger op landbodem Noord-Holland Melding start sanering Provincie Noord-Holland 10 werkdagen voor start Melding kritische fases in saneringsuitvoering (dieptes, Provincie Noord-Holland 1 week van te voren saneringsdoelen, eindbemonstering, aanvullen ontgravingsput) Melding hergebruik wegfundering Meldpunt Bodemkwaliteit 1 week van tevoren Melding aanvoer zand tbv leeflaag Meldpunt bodemkwaliteit 1 week van tevoren Melding onvoorziene omstandigheden Provincie Noord-Holland Zodra deze zich voordoen Melding beëindiging saneringswerkzaamheden Provincie Noord-Holland 1 week van te voren Melding afvoerbestemming Provincie Noord-Holland 1 week van te voren Transport verontreinigde grond over de weg Provincie Noord-Holland Regelt de aannemer PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

112 Het onttrokken grondwater zal op het oppervlaktewater binnen het terrein worden geloosd. Indien sprake is van verontreinigd grondwater zullen de noodzakelijke maatregelen (zandvang, zuivering etc.) worden getroffen om te voldoen aan de lozingsnormen. Indien lozing op oppervlaktewater niet mogelijk is, dan wel niet wordt toegestaan, zal het onttrokken grondwater worden geloosd op de gemeentelijke riolering. Op die terreindelen waar sprake is van een onttrekking met het oog op de bodemsanering zullen de werkzaamheden pas plaatsvinden als de benodigde meldingen zijn verricht en de bevoegde gezagen hebben ingestemd. 5.4 Directievoering en milieukundige begeleiding Directievoering De saneringswerkzaamheden worden begeleid door een directievoerder eventueel ondersteunt door een toezichthouder. De directie houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden conform de eisen in het Plan van Aanpak en algemene wettelijke verplichtingen Milieukundige begeleiding De saneringswerkzaamheden worden uitgevoerd onder BRL SIKB 6000, protocol Voor de taken van de onafhankelijke milieukundige begeleider wordt verwezen naar het vigerende VKB-protocol Voor de graafwerkzaamheden moet de onafhankelijkheid van de milieukundig begeleider worden gewaarborgd. De milieukundig begeleider mag geen enkele relatie hebben met de opdrachtgever, eigenaar/-aren van het grondgebied waarop het onderzoek is uitgevoerd, eigenaren van in depots opgeslagen partijen grond en bouwstoffen en de aannemer. Pas dan kan worden voldaan aan de eisen uit de BRL SIKB De milieukundige begeleider: heeft een signalerende en adviserende taak tijdens de sanering; ziet toe op alle milieukundige aspecten; ziet toe op het behalen van het in het saneringsplan omschreven saneringsdoel; informeert de directie over de voortgang op milieukundig vlak en heeft dus de oppervlakte en inhoud van de sanering ten opzichte van de inschattingen in het saneringsplan voor ogen; heeft een signalerende functie voor wat betreft veiligheidsaspecten; communiceert met de directie over de vanuit milieukundig oogpunt gewenste aanpak; registreert de grondstromen en houdt de grondbalans bij; is verantwoordelijk voor de( tussentijdse en) eindbemonsteringen evenals het laten verrichten van chemische analyses minimaal conform de strategie uit het saneringsplan en eventueel aanvullende afspraken; PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

113 legt het verloop van de sanering vast in een dagboek en is daar verantwoordelijk voor. In dat dagboek zijn bemonsteringen beschreven met dag-, plaats- en monsteraanduiding; schrijft het evaluatierapport van de sanering; ziet toe op de naleving van de eisen uit vergunningen. 5.5 Veiligheid en gezondheid Bij de uitvoering van een bodemsanering ligt een wettelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid bij de aannemer. Voorafgaand aan de sanering wordt een V&G-plan uitvoeringsfase opgesteld. In het V&G-plan staan de te nemen veiligheidsmaatregelen beschreven. Ter plaatse van de deelgebieden waar grondwerkzaamheden in het kader van de herinrichting worden voorzien en waar sprake is van een verontreiniging met PAK in grond boven de interventiewaarde, wordt de sanering uitgevoerd onder de veiligheidsklasse 3T (gebaseerd op het gehalte aan PAK). Indien tijdens uitvoering van de werkzaamheden een mobiele verontreiniging nabij de te verwijderen (boven-/ondergrondse) brandstoftanks wordt aangetroffen, dient op basis van de verkregen aanvullende bodemkwaliteitgegevens de veiligheidsklasse voor de grondwerkzaamheden ter plaatse van deze deellocaties te worden bepaald. 5.6 Planning werkzaamheden Zodra alle benodigde instemmingen verkregen zijn, is de gemeente Bussum voornemens zo spoedig mogelijk te starten met de uitvoering van de bodemsanering en de herinrichting. Indien mogelijk zal de startdatum ergens begin oktober van 2015 liggen. De sanering op de locatie wordt integraal uitgevoerd. Er is geen fasering meer opgenomen. Naar verwachting zal de uitvoering van de sanering circa 18 maanden in beslag nemen. Indien hier wijzigingen in optreden wordt het bevoegd gezag Wbb daarover geïnformeerd. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

114 6 Gebruiksbeperkingen en nazorg 6.1 Gebruiksbeperkingen Na uitvoering van de saneringswerkzaamheden is ter plaatse van het overige terreindeel sprake van een lichte tot sterke verontreiniging in de grond. Grondwerkzaamheden ter plaatse van dit deel van het terrein zijn zonder schriftelijke instemming van het bevoegd gezag op grond van de Wet bodembescherming niet toegestaan. Eventuele toekomstige gebruikswijzigingen dienen te worden gemeld bij het bevoegd gezag Wet bodembescherming, in deze Provincie Noord-Holland. 6.2 Nazorg Na afronding van de saneringswerkzaamheden, zoals opgenomen in onderhavig plan van aanpak, kan het toekomstig gebruik van de deelgebieden zonder aanvullende, actieve maatregelen plaatsvinden. De nazorg voor onderhavig terrein bestaat na bereiken van het saneringsresultaat vermeld in onderhavig plan van aanpak in het kadastraal registreren van de (rest)verontreiniging. PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september / 22

115 Bijlagen

116 Bijlage 1 Regionale ligging van de onderzoekslocatie PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

117 Kaartbijlage 1: Regionale ligging onderzoekslocatie schaal 1 : (bij A4) Meters

118 Bijlage 2 Kadastrale informatie PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

119 Kadastraal bericht object pagina 1 van 3 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk bij Franse Kampweg 28 BUSSUM 16:14:59 Uw referentie: 13M4125 Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Omschrijving kadastraal object: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk DEFENSIE ERF - TUIN

120 Kadastraal bericht object pagina 2 van 3 Kadaster Betreft: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk bij Franse Kampweg 28 BUSSUM 16:14:59 Uw referentie: 13M4125 Toestandsdatum: Locatie: bij Franse Kampweg 28 BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A 1406 NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A A NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A B NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A B NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A B NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A L NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A M NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A M NJ BUSSUM Nieuwe 's-gravelandseweg 80 A P 1406 NJ BUSSUM (Er zijn meer adressen bij dit kadastraal object) Ontstaan op:

121 Kadastraal bericht object pagina 3 van 3 Kadaster Betreft: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk bij Franse Kampweg 28 BUSSUM 16:14:59 Uw referentie: 13M4125 Toestandsdatum: Ontstaan uit: BUSSUM C 1377 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Bureau Beheer Landbouwgronden St.-Jacobsstraat BT UTRECHT Postadres: Postbus: RM UTRECHT Zetel: 'S-GRAVENHAGE Recht ontleend aan: HYP /10 d.d Eerst genoemde object in BUSSUM C 1377 brondocument: Brondocumenten mogelijk van belang: HYP /11 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

122

123 Bijlage 3 Overzichtstekening saneringslocatie PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

124

125 Bijlage 4 Ligging PAK-verontreiniging langs wegen PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

126 M:\CSO\Users\Autocad\Instellingen CSO AutoCAD JacoM\autocad\Algemeen\Vaak gebruikte blocks\logo_cso Groot Nieuw.jpg D e d A B C voormalig Wiegmansterrein Natuurgebied Ontwikkelingsgebied Legenda OPDRACHTGEVER Gemeente Bussum 3 x boring tot 1 m -mv op resp. 1,0, 2,5, en 5,0 m vanaf pad Peilbuis Pad Achtergrondwaarde PAK PROJEKT NR TITEL GET GEZ DATUM SCHAAL 0 13M BIJLAGE Overzichtstekening met boringen en peilbuizen Verticale begrenzing B. Ebben B. Timmerman 15 juli :2000 bij A m

127 Bijlage 5 Toekomstige situatie PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

128 90 80a vw a A/B/C Nieuwe s-gravelandseweg MOB complex Stedebouwkundig Ontwerp Afdeling getekend datum Ruimte aantal bladen gewijzigd naam datum Brinklaan 35 Postbus HA BUSSUM tel schaal formaat 1:100 A plotdatum: 08 Oct :53 bestandsnaam: stedenbouwkundig ontwerp.dwg

129 Bijlage 6 Ontgraving grond, verwachte kwaliteit PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

130 LEGENDA Diffuus heterogeen verontreinigde grond PAK verontreinigde grond Herschikken t.p.v. wegfundering Nieuwe kavels Nieuwe cunet Opdrachtgever Gemeente Bussum Project nummer 13M4125 Locatie Titel Subtitlel Tekenaar MOB-Complex te Bussum Ontgraving grond Verwachte kwaliteit B. Ebben BIJLAGE 6 Veldwerker - Datum veldwerk- Datum Schaal 1: 1000 Formaat A m LievenseCSO Milieu B.V. Kantoor Bunnik Postbus 2, 3980 CA Bunnik Info@LievenseCSO.com Tel:

131 Bijlage 7 Herschikken/aanvullen grond, minimale kwaliteit PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

132 LEGENDA Klasse wonen Klasse industrie Diffuus heterogeen verontreinigde grond PAK verontreinigde grond Nieuwe kavels Nieuwe cunet Oude kavels Oude asfalt weg Opdrachtgever Gemeente Bussum Project nummer 13M4125 Locatie Titel Subtitlel Tekenaar Veldwerker MOB-Complex te Bussum Herschikken/aanvullen grond Minimale kwaliteit B. Ebben - BIJLAGE 7a Datum veldwerk- Datum Schaal 1: 1000 Formaat A m LievenseCSO Milieu B.V. Kantoor Bunnik Postbus 2, 3980 CA Bunnik Info@LievenseCSO.com Tel:

133 LEGENDA Klasse wonen Klasse industrie Diffuus heterogeen verontreinigde grond PAK verontreinigde grond < Tussenwaarde Nieuwe kavels Nieuwe cunet Oude kavels Oude asfalt weg Opdrachtgever Gemeente Bussum Project nummer 13M4125 Locatie Titel Subtitlel Tekenaar Veldwerker Datum veldwerk- MOB-Complex te Bussum Herschikken/aanvullen grond Minimale kwaliteit B. Ebben - Datum Schaal 1: 1000 Formaat A m LievenseCSO Milieu B.V. Kantoor Bunnik Postbus 2, 3980 CA Bunnik Info@LievenseCSO.com Tel: BIJLAGE 7b

134 Bijlage 8 Berekening voorlopige T- en F-klassen PLAN VAN AANPAK VOORMALIG MOB-COMPLEX NIEUWE S-GRAVENLANDSEWEG 80A TE BUSSUM DOCUMENTCODE: 13M4125.RAP002 Status: Definitief Versiedatum: 29 september 2015

135 Maatregelen Veiligheidsklasse T Veiligheidsklasse 3T (droog) V&G-plan Controle/bepaling en vaststelling veiligheids-klassen, bepaling maatregelen en goedkeuring V&G-plan Logboek Bijhouden logboek Deskundigheid Continu begeleiding uitvoeringsfase Overige deskundigheid Voorlichting & instructie Startwerkinstructie over: - Veiligheidsklasse - Toxische stoffen - Arbeidshygiënische risico's - Zonering en veiligheidsvoorzieningen - PBM - Meetapparatuur - Acties calamiteiten Filteroverdrukinstallaties Adembescherming Leeflucht Ademlucht Gezondheidskundige zorg HVK: - Niet-vluchtige stoffen en, - vluchtige stoffen, - CMR-stoffen en - asbest Bij vluchtige en CMR-stoffen ook: - Frequentie luchtkwaliteitsmetingen en meetmiddelen - Wanneer aanvullende PBM moeten worden uitgereikt en gedragen, werk moet worden onderbroken en/of heroverweging veiligheidsklasse en maatregelen. V&G-plan aanvullen met: - Veiligheidsklasse - Toxische stoffen en concentraties - Grenswaarden stoffen en bijzonderheden - Risico's stoffen en bijbehorende R&S-zinnen - Arbeids- en rusttijden verontreinigde zone - Voorzieningen materieel - Persoonlijke beschermingsmiddelen - Afzetten/zonering verontreinigde zone en bebording - Onderhoud/inspectie/reparatie materieel DLP DLP HVK: - Niet-vluchtige stoffen, - Vluchtige stoffen, - CMR-stoffen en - Asbest HVK: - Niet-vluchtige stoffen, - Vluchtige stoffen, - CMR-stoffen en - Asbest Specifieke instructie filteroverdrukinstallaties: - Type filter, juiste gebruik, onderhoud en vervanging, opslag en afvoer - Maximale werktijden en rusttijden HVK: Specifieke instructie: - Type adembescherming, juiste gebruik, schoonmaak en onderhoud - Maximale werktijden en rusttijden - Filters, vervangingstijd, opslag en afvoer HVK: Specifieke instructie: - Juiste gebruik, schoonmaak en onderhoud - Maximale werk- en rusttijden - Filters filterset voor ademluchtcompressor, vervangingstijd, opslag en afvoer Specifieke opleiding :19, 1/6

136 Medische keuring conform Protocol "Arbeidsgezondheidskundig onderzoek" Kolom A: - Voor iedereen die de verontreinigde zone wil betreden - Machinisten, chauffeurs en opvarenden met maatregelen om blootstelling te voorkomen. Verbod in verontreinigde zone Luchtkwaliteitsmetingen Asbest = 3T Niet vluchtige stoffen Kolom A+B: - Niet-vluchtige stoffen bij stof- of aerosolvorming. - Grondwerkers en andere functies met kans dat de grenswaarden worden overschreden. - Machinisten, chauffeurs en opvarenden die uit cabine moeten komen waar dragen adembescherming verplicht is. Kolom A+B+C: - Werkzaamheden met buitenlucht onafhankelijke ademlucht. Personen jonger dan 18 jaar. Personen die niet beschikken over een geldige Medische geschiktheidsverklaring Zwangere vrouwen en vrouwen in de lactatieperiode Eten, drinken en roken Minimaal 2 x per uur meten en bij aanvang en iedere onderbreking werkzaamheden of zichtbaar droge bodem Bodemvochtmeter > 10%. Bij stofvorming/aerosol, personnal sampling (kleefmonsters)of luchtmetingen in overleg HVK/AH en bedrijfsarts. Alleen meting bij waarneming van (ongebruikelijke) geuren. Meetstrategie als bij vluchtige stoffen 1T. Totaal koolwaterstofmeters zoals CH, PID of specifieke gasdetectie. Vluchtige stoffen Continu registrerende meetapparatuur. Als concentratie > 1/5 grenswaarde in overleg HVK/AH meten op grensgebied werklocatie. Continu meten in cabines materieel permanent in verontreinigde zone. In grensgebied concentratie > 1/5 grenswaarde in overleg met HVK/AH aanvullende maatregelen treffen en GGD inlichten Totaal koolwaterstofmeter zoals CH, PID of specifieke gasdetectie. Stofspecifiek Waarde Totaal koolwaterstofmeter zoals CH, PID > 1/5 grenswaarde. Vullen gaszak, laten analyseren met gaschromatograaf, Gasdetectiebuisjes of CMS-chips. Personal sampling In overleg met HVK/AH en bedrijfsarts. Badges, low volume samplers of high volume samplers. Koolmonoxide (CO) Bij beperkt en/of besloten ruimte, waar verbrandingsmotoren worden gebruikt. CO-sensor. Besloten ruimten Meten voor aanvang werkzaamheden en continu tijdens toegang. Ex/Ox/Tox-meter. Stof- en aerosolvorming Meting in geval van stofdeeltjes en/of aerosolvorming. Stofmeter/High Volume sampler met specifieke stofneming koppen Uitvoering en interpretatie DLP-er en/of betrokken deskundige luchtkwaliteitsmetingen Arbeidshygiënische voorzieningen Middelen voor basishygiëne, de mogelijkheid schoonmaak handen (water en zeep of schoonmakendoekjes) 3-traps sanitairunit grens schoon/vuil Dagelijkse Schoonmaak Stromend water vuile zijde buitendouche (vierde trap) bij asbest :19, 2/6

137 Ketenpark opdrachtgever, toezichthouders en uitvoerende partij(en) Wasstraat/borstelplaats of waadgoot wegtransport Materieel Materieel continu op locatie (verontreinigde zone) Transportmaterieel Buiten de verontreinigde zone Scheiding verontreinigde/schone zone schoonmaakzone voor schoonmaken wegtransportmiddel. Locatie schoon verlaten. Van wielen en buitenzijde wegtransportmiddel vuil verwijderden. Voorkomen ophoping verontreinigde (water)bodem bij wasstraat, borstelplaats of waadplaats. Bij afspuiten materieel aerosolvorming tegengaan. Anders deskundige aanvullende maatregelen laten treffen. Filteroverdruksysteem met klimaatbeheersing op materieel dat continu op locatie is droog en open laadsystemen nat. - CE-markering: Filteroverdrukinstallatie bestaande uit installatie en filters. - Zicht van machinist niet belemmeren - Bestand tegen schok- en puntbelastingen - Overdruk gemeten in cabine minimaal 100 Pa (Pascal) en maximaal 300 Pa (voor machines in gebruik voor overdruk altijd > 50 Pa). - Luchtopbrengst minimaal 40 m³ per uur en maximaal 120 m³ per uur en een contacttijd van minimaal 0,2 seconden. - Aangezogen lucht kan alleen via de filters toestromen. - Aanzuiging van uitlaatgassen is uitgesloten. - Automatische opstart om inschakelen van filteroverdrukinstallatie te garanderen. - Inlaat cabine is niet rechtstreeks op gebruiker gericht - Optische en/of akoestische signalering in cabine (aanwezigheid overdruk, filters en schadelijke stoffen) - Lekkage tussen de behuizing en filters is uitgesloten - Filteroverdruksysteem na montage en vervolgens jaarlijks keuren op bovengenoemde eisen. Keuringsrapport met gemeten waarden moet bij de machine aanwezig zijn. Gebruik filteroverdruksysteem verplicht als: - gewerkt wordt met vluchtige stoffen met kans op emissie en/of waarbij emissie is gemeten - gewerkt wordt met CMR-stoffen - gerede kans is op stof- en aerosolvorming - geuren worden waargenomen - de deskundige besluit dat dit in andere situaties noodzakelijk is Open treeplank met laarzenpennen. Telecommunicatieapparatuur moet in machine aanwezig zijn. Materieel buiten verontreiniging (graaffront) plaatsen bij schaft of einde werkdag. Indien dit niet mogelijk is, uitstappen in verontreinigde zone toegestaan als: - Saneringslaarzen worden gedragen - Luchtkwaliteitsmetingen aangeven concentratie stoffen < 1/5 grenswaarde - Er geen stof en/of aerosolvorming is - Deskundige bepaalt maatregelen in overige gevallen. Roken, eten en drinken in cabines van materieel verboden. Ramen en deuren gesloten houden. Filteroverdruksysteem met klimaatbeheersing eisen als materieel continu op locatie. Deskundige beslist over gebruik installatie. Laadbak vloeistofdicht Laadbak geheel sluiten voor verlaten van laadplaats (Ook asfaltklep dicht). Mechanisme voor afsluiten of afdekken vanuit cabine te bedienen. Voorladen verboden: vluchtige CMR-stoffen :19, 3/6

138 Onnodig onderbreken van reis niet toegestaan, woonwijken vermijden. Wielen/wagen schoon bij transport Uitstappen binnen verontreinigde zone verboden Ramen en deuren gesloten houden. Roken, eten en drinken in cabines verboden. Geleidebiljet Geleidebiljet volledig ingevuld en voorzien van juiste handtekeningen. Vluchtige en CMR-stoffen: Veiligheidsklasse op geleidebiljet en vermelding vluchtig of CMR (waar van toepassing) Filters voor materieel Bij transportmaterieel is het gebruik van filteroverdruksysteem en filters van toepassing bij een veiligheidsklasse van 3T - Stof (P1, P2 en P3) Vervangen: - na 6 maanden en - direct bij defect filter Als stoffilters tijdelijk worden uitgenomen in luchtdichte zak opbergen. Registratie draaiuren en concentraties bijhouden. - Actief kool (A, B, E, K, HG, X) Minimaal 10 kg actief kool per filter. Nieuwe actief koolfilters moeten luchtdicht zijn verpakt en verzegeld. Vervangen: - Bij doorslag/verzadiging van actief kool. Meting met continu registrerende apparatuur (voorzien van datalog) op 3 plekken, voor- en na filter en in cabine - of maximaal na 13 weken - direct bij defect filter Als actief koolfilters tijdelijk worden uitgenomen dan in luchtdichte zak opbergen. Registratie draaiuren en concentraties bijgehouden. - Vervangen filters Bij vervangen filters altijd PBM's gebruiken behorende bij veiligheidsklasse 3T. Ook bij vervangen voorfilter P1 en motorfilters Filters moeten zonder gereedschap uit de filterkast te halen zijn. Uitgekomen filters inpakken en als gevaarlijk afval afvoeren. Bij plaatsen nieuwe filters datum plaatsing en vervanging op filters vermelden. Filterwisselingen in logboek opnemen. Onderhoud/Afvoer Onderhoud gesloten systemen Inspectie leidingsystemen Transportmiddelen Voorkoming stofvorming/schoonmaken materieel en gereedschap PBM's PBM-pakket Licht: - Werkzaamheden met open vuur PBM-pakket Middel: Materieel schoonmaken. Indien uitkeuring noodzakelijk deze (laten) uitvoeren. Materieel buiten verontreinigde zone brengen PBM behorende bij veiligheidsklasse waarin de werkzaamheden zijn uitgevoerd Voor uitnemen filters zie Vervangen filters. Vervanging luchtfilters motoren machines ter bepaling van de deskundige. Lossen/laden buiten verontreinigde zone Terrein bevochtigen Brandvertragende overall - Chemisch resistente laars van natuurrubber Niet-vluchtige stoffen Asbest Vluchtige stoffen CMR-stoffen :19, 4/6

139 Inspannende werkzaamheden PBM-Pakket Zwaar: Overall en handschoenen PBM-pakket licht vervangen door: - Saneringsoverall meervoudig gebruik of wegwerp, (CE categorie 3 type 4, 5 en 6) - Werkhandschoenen afgestemd op verontreiniging. Vaak handschoen van PVC, volledig gecoat, lange schacht (ten minste 35 cm), beschermingsniveau mechanisch 4,2,2,1 (EN 388) en chemisch 6,6,6,2 (EN 374) afdoende. Bij specifieke stoffen, specifieke handschoenen bepaling door deskundige - Vochtregulerende (thermo-)onderkleding Vluchtige stoffen meetwaarden boven 1/5 grenswaarde Stof- en/of aerosolvorming PBM-pakket Middel uitbreiden met adembescherming. Dragen adembescherming is afhankelijk van grenswaarde en gemeten concentratie. De deskundige beoordeelt of gebruik noodzakelijk is. De volgende adembescherming kan ingezet worden: + Afhankelijke adembescherming -volgelaatsmasker (EN 136) en aanblaasunit (EN 12942) -halfgelaatsmasker (EN 140) -hoofdkap (EN 12941) met gelaatsaansluiting en aanblaasunit (12942) bij stof- en aerosolvorming + Onafhankelijke adembescherming -ademlucht (EN 12021) -leeflucht (EN 139), lucht uit schone omgeving en altijd filteren Bij vluchtige of CMR-stoffen opname door de huid: volgelaatsmasker dragen, capuchon overall aansluiten op masker. Voor alle PBM-pakketten Maatregelen Maatregelen om emissies van vluchtige stoffen te verkleinen Immobiele verontreiniging Mobiele verontreiniging Boven actiewaarde plaatsen waar lucht binnen kan dringen afplakken met tape. Bij hoge concentraties kan een gaspak worden voorgeschreven. Als bij asbesthoudende (water)bodem adembescherming moet worden gedragen dan altijd volgelaatsmasker met filter P3. Adembescherming op naam verstrekken in verband met hygiëne. Of dagelijks masker reinigen met een door de fabrikant masker goedgekeurd middel Altijd voldoende schone PBM. Gebruikte PBM moeten in de vuile ruimte blijven. Wegwerpmiddelen als gevaarlijk afval afvoeren. Saneringsoveralls meervoudig gebruik moeten minimaal wekelijks door de werkgever worden gewassen. Verboden om gebruikte PBM mee naar huis te nemen. Wachten op betere weersomstandigheden (lagere temperatuur en wind) Gedwongen ventilatie toepassen bij emissiefront In situ bemonsteren en direct afvoeren Graaffront klein houden en direct na ontgraven afdekken Nat maken/houden of afdekken Depot op folie plaatsen en afdekken :19, 5/6

140 Maatregelen Veiligheidsklasse F Geen brandbaarheidsklasse :19, 6/6

141 Notitie Gemeente Gooise Meren Verslag veldbezoek landgoed Nieuw Cruysbergen ( ) Aan: Gemeente Gooise Meren Van: Ir. W. (Wouter) Delforterie Datum: Status: Definitief Contactpersoon: Ir. W. (Wouter) Delforterie Op 12 juli 2016 jl. is een veldbezoek gebracht aan landgoed Nieuw Cruysbergen te Bussum. Aanwezig waren Ellen Feller (Gemeente Gooise Meren), Bart Stolk (Gemeente Gooise Meren), Poul Hulzink (Goois Natuurreservaat), een afvaardiging van de toekomstige bewoners (het bestuur van de kopersvereniging en een groenadviseur en tevens koper) en Wouter Delforterie (Bosgroep Midden Nederland). Voor landgoed Nieuw Cruysbergen zal in de komende periode een beheerplan worden opgesteld. Het veldbezoek met de toekomstige bewoners was gepland om ter plaatse met een aantal deskundige te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om al beheermaatregelen m.b.t. de natuur te treffen op korte termijn, vooruitlopend op het op te stellen beheerplan voor de natuur.. Poul Hulzink was als adviseur aanwezig omdat het Goois Natuurreservaat beoogd eigenaar en beheerder van de natuur van het gebied is en tevens beheerder is van naastliggende natuurterreinen. Wouter Delforterie zal het beheerplantraject gaan begeleiden in opdracht van de gemeente en was tijdens het veldbezoek aanwezig als extern adviseur. Gedurende de avond zijn een aantal locaties in het project bekeken en doorgesproken met de aanwezigen, de resultaten hiervan zijn hieronder thematisch uitgewerkt. Tijdens de rondwandeling hebben de aanwezigen namens de kopers verschillende onderwerpen aan de orde gesteld die besproken zijn. Vitaliteit randbomen Een aantal bouwkavels liggen op locaties die voorheen (deels) bebost waren. Deze plekken zijn afgelopen winter vrijgekapt bij de boswerkzaamheden. Hierdoor is op die plekken veelal een nieuwe bosrand ontstaan met bomen die voorheen volledig omsloten waren door andere bomen. Deze bomen moeten zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden waardoor deze gedurende de eerste twee á drie jaar meer kwetsbaar zijn. Bij de Gemeente Gooise Meren Verslag veldbezoek landgoed Nieuw Cruysbergen 1

142 bouwwerkzaamheden is niet te voorkomen dat er ook wordt gereden met zwaar materieel in de omgeving van de bomen. Tevens moest op verschillende plekken de naaste omgeving van de gebouwen gebruikt worden als (tijdelijke) opslag van bouwmaterialen. Tijdens de bouwrijpfase is op verschillende plekken het wortelstelsel van de bomen beschadigd geraakt bij het graven van de fundering van de nieuwe bebouwing. Dit was onvermijdelijk om de kavels bouwrijp te krijgen. Het gevolg is dat op een aantal locaties minder vitale bomen in de randen van de bosvakken staan. Die in de toekomst dus naast een gebouw of de openbare weg staan. De bewoners maken zich zorgen hoe hier mee omgegaan wordt. Conclusie Wanneer de gebouwen gereed zijn, wordt een ronde gedaan langs alle randbomen om de vitaliteit te beoordelen. Waar wenselijk worden snoeiwerkzaamheden uitgevoerd of worden risicovolle bomen verwijderd. Wanneer bomen verwijderd worden, zullen op deze locaties bosranden met gemengde struiken worden aangelegd zodat in de toekomst vergelijkbare situaties voorkomen kunnen worden. Deze werkzaamheden worden nu nog niet uitgevoerd om de bomen eerst de tijd te gunnen om zich te herstellen. Beplanting vindt in nauw overleg met de bewoners plaats. Dood hout en ruige struiklaag Op verschillende locaties in het gebied staan of liggen dode bomen. O.a. Esdoorn en Es zijn van slechte vitaliteit en verscheidene exemplaren zijn het afgelopen jaar afgestorven. Daarnaast is op verschillende plekken in de bosvakken een ruige struiklaag aanwezig. De staande dode bomen kunnen gevaarlijke situaties opleveren voor bewoners en wandelaars wanneer deze binnen het bereik van het pad staan. Ook ervaren sommige bewoners het dood hout in de vakken en de struiklaag soms als slordig. Conclusie De veiligheid voor bewoners en wandelaars staat voorop in het project Landgoed Nieuw Cruysbergen. Wanneer dode bomen in vallengte van het pad staan zullen deze worden verwijderd. Dit zal in de toekomst ook regelmatig gecontroleerd worden. Ten aanzien van ruige bosbeelden en dood hout zal gedurende het beheerplantraject een standpunt ingenomen moeten worden. Uitgangspunt is echter wel dat het gebied als natuurgebied beheerd zal worden. Dit betekent altijd een zekere mate van ruimte voor spontane processen zoals het kiemen van een struiklaag en het afsterven van bomen. Tevens herbergen deze structuurelementen veel biodiversiteit. Schade door bouwwerkzaamheden en opslag bouwmaterialen Met de bouw vinden er veel rijbewegingen plaats en worden verschillende locaties gebruikt als (tijdelijke) opslagplaats voor bouwmaterialen. Dit zorgt voor een verrommeling in het gebied en plaatselijk ook schade aan het bomenbestand en de bosbodem. Conclusie Uiteraard dient de aannemer de ruimte te hebben om zijn werkzaamheden uit te kunnen voeren. Echter is het wenselijk om hierbij meer aandacht te hebben voor de groene Gemeente Gooise Meren Verslag veldbezoek landgoed Nieuw Cruysbergen 2

143 omgeving. De gemeente stelt dit aan de orde met het bouwbedrijf om rijbewegingen en opslag van materialen beter te laten verlopen. Entree landgoed De directe entree van het landgoed doet momenteel erg rommelig aan. Veel bouwmateriaal is hier opgeslagen en de bodem wordt veel bereden. Omdat dit straks de eerste indruk van het landgoed moet geven is het wenselijk nu al vooruit te kijken naar het gewenste beeld hier. Conclusie Voor de aannemer is dit een logische locatie om materiaal op te slaan omdat hier veel ruimte is en de plek goed bereikbaar is voor leveranciers. Er kan echter een deel van de plek afgezet worden zodat ca. de helft van de locatie gewoon te gebruiken is voor opslag, maar de andere helft ook echt rust krijgt en wellicht al eerste spontane ontwikkeling naar nieuw bos kan plaatsvinden. Inrichtingsmaatregelen hebben hier in dit stadium echter nog geen zin omdat nog veel gereden wordt en het risico dat de inspanningen gaandeweg de werkzaamheden teniet worden gedaan is reëel. Eindconclusie De punten die bekeken zijn tijdens het veldbezoek vragen inderdaad de aandacht. Aan het eind van de rondgang is besproken of het gezien de situatie van het project op dit moment meerwaarde heeft om op korte termijn beheermaatregelen uit te voeren voor de natuur. De conclusie uit deze bespreking was dat het in dit stadium echter niet handig is om al beheersmaatregelen te treffen. Het meepakken van het najaarsseizoen levert mbt de natuur geen voordeel op t.o.v. het treffen van maatregelen in het voorjaar van Er vinden de komende tijd ook nog verschillende werkzaamheden plaats waardoor nieuwe beheers- en inrichtingsmaatregelen teniet gedaan kunnen worden tijdens de bouwwerkzaamheden. Tevens waren de aanwezigen tijdens het veldbezoek het er over eens dat het eerst van belang is om overeenstemming te bereiken over de basisprincipes van het beheer in het project. Maatregelen kunnen dan meer in samenhang worden uitgevoerd. Bewoners en de gemeente dringen bij de ontwikkelaar erop aan om de groene haagjes rondom de woningen, bijvoorbeeld een beukenhaag, aan te planten zodra de woningen worden opgeleverd. Ede, augustus 2016 Gemeente Gooise Meren Verslag veldbezoek landgoed Nieuw Cruysbergen 3

144 Optilux lichtberekeningen Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Optilux program version VLN14.5 Innolumis mini-nicole Batlamp Datum: 1 juli 2016 Ontwerper: P. Oostendarp Getekend voor gezien: 14 berekening(en), 20 pagina's

145 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Inhoud Toelichting : pagina 3 Voorbehoud : pagina 3 Tabel met de gebruikte armatuurtypen : pagina 3 Overzicht van de uitkomsten : pagina 4 Berekende weergaven : pagina 5 Fotometrische gegevensbladen per armatuurtype : pagina 19 Optilux program version VLN14.5 Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 2 van 20

146 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Toelichting Optilux program version VLN14.5 Voorbehoud Specifieke bedrijfsomstandigheden kunnen afwijkingen geven in berekende waarden voor verlichtingssterkten en luminanties. Zaken als voedingsspanning, verliezen in kabels, feitelijke vervuiling en toleranties in lampen en armaturen zijn van invloed op het uiteindelijk te bereiken resultaat. Tabel met de gebruikte armatuurtypen Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 3 van 20

147 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Overzicht van de uitkomsten CEN klasse Eh,gem (lx) Uh elabel 01 wegdeel S wegdeel S D 03 wegdeel S wegdeel S wegdeel S wegdeel S parkeerplaats S parkeerplaats S F 10 parkeerplaats S G 11 parkeerplaats S F 12 toegangspad S toegangspad S Optilux program version VLN toegangspad S overzicht Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 4 van 20

148 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m wegdeel m A G Optilux program version VLN14.5 A A B < lx Eh,gem = 0.55 lx Emax = 7.2 lx Emin = 0.00 lx elabel = Uh = 0.00 klasse = S-- 01 wegdeel m A G A A B Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 5 van 20

149 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m wegdeel m A A Optilux program version VLN14.5 < lx Eh,gem = 3.2 lx Emax = 7.2 lx Emin = 0.64 lx elabel = D Uh = 0.20 klasse = S5 02 wegdeel m A A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 6 van 20

150 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m wegdeel m A A A B Optilux program version VLN14.5 < lx Eh,gem = 0.73 lx Emax = 6.9 lx Emin = 0.00 lx elabel = Uh = 0.00 klasse = S-- 03 wegdeel m A A A B Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 7 van 20

151 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m wegdeel m B A A Optilux program version VLN14.5 A < lx Eh,gem = 2.1 lx Emax = 7.3 lx Emin = 0.01 lx elabel = Uh = 0.01 klasse = S-- 04 wegdeel m B A A A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 8 van 20

152 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m wegdeel m B A A Optilux program version VLN14.5 < lx Eh,gem = 1.06 lx Emax = 7.3 lx Emin = 0.00 lx elabel = Uh = 0.00 klasse = S-- 05 wegdeel m B A A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 9 van 20

153 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m wegdeel m B A Optilux program version VLN14.5 < lx Eh,gem = 0.97 lx Emax = 7.1 lx Emin = 0.00 lx elabel = Uh = 0.00 klasse = S-- 06 wegdeel m B A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 10 van 20

154 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m parkeerplaats m A Optilux program version VLN14.5 B < lx Eh,gem = 1.85 lx Emax = 6.6 lx Emin = 0.44 lx elabel = Uh = 0.24 klasse = S-- 08 parkeerplaats m A B Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 11 van 20

155 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m parkeerplaats m B Optilux program version VLN14.5 A < lx Eh,gem = 2.2 lx Emax = 6.6 lx Emin = 0.70 lx elabel = F Uh = 0.32 klasse = S6 09 parkeerplaats m B A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 12 van 20

156 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m parkeerplaats m B A Optilux program version VLN14.5 < lx Eh,gem = 2.4 lx Emax = 6.5 lx Emin = 0.87 lx elabel = G Uh = 0.36 klasse = S6 10 parkeerplaats m B A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 13 van 20

157 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m parkeerplaats m B Optilux program version VLN14.5 A < lx Eh,gem = 2.5 lx Emax = 6.5 lx Emin = 0.77 lx elabel = F Uh = 0.31 klasse = S6 11 parkeerplaats m B A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 14 van 20

158 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m toegangspad m A Optilux program version VLN14.5 < lx Eh,gem = 0.19 lx Emax = 1.94 lx Emin = 0.00 lx elabel = Uh = 0.01 klasse = S-- 12 toegangspad m A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 15 van 20

159 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m toegangspad m B A Optilux program version VLN14.5 A < lx Eh,gem = 0.24 lx Emax = 2.4 lx Emin = 0.00 lx elabel = Uh = 0.00 klasse = S-- 13 toegangspad m B A A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 16 van 20

160 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m toegangspad m B A Optilux program version VLN14.5 A < lx Eh,gem = 0.64 lx Emax = 2.5 lx Emin = 0.05 lx elabel = Uh = 0.07 klasse = S-- 14 toegangspad A m B A A A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 17 van 20

161 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Fabrikaat Armatuur Optiek Lamp LPH Elev Uith Beh Fluxr Aantal A INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 0 0m B INNOLUMIS MINI-NICOLE LEDMOD-BATLAMP24 6m 5 0m G PHILIPS FGS PL-L24 6m 0 0m overzicht m A B B A A A B A G B Optilux program version VLN14.5 A A A < lx A overzicht m A B B A A A B A G B A A A A Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 18 van 20

162 Imtech Traffic & Infra Landgoed Nieuw Cruysbergen - Bussum Innolumis mini-nicole Batlamp Armatuur type A, B Intensiteitsdiagram (bij elev. = 0 ) 500 cd/klm C0/180 C30 C60 C90 Optilux program version VLN14.5 Armatuurfamilie : MINI-NICOLE Fabrikaat: INNOLUMIS Armatuur: MINI-NICOLE Optiek: Fluxregeling: 100 % Opgenomen vermogen: 24.6 W Lichtstroom nieuwwaarde: 1035 lm Lamp / lichtbron set: LEDMOD-BATLAMP24 Ontwerper: P. Oostendarp 1 juli 2016 pagina 19 van 20

Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex

Verslag Informatiebijeenkomst Voorlopig Ontwerp Mobilisatiecomplex Aanwezig namens gemeente Bussum De heer T. Scherder Voorzitter De heer H. Heijman Burgemeester De heer B. Stolk Projectleider MOB-complex Mevrouw L. Beenke Stedenbouwkundige Mevrouw M. de Haan Projectmedewerker

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 6 Artikel 3 Maatschappelijk... 6 Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied...

Nadere informatie

1 van 4 25 4 2012 13:15

1 van 4 25 4 2012 13:15 1 van 4 25 4 2012 13:15 HOOFDSTUK INLEIDENDE REGELS 1 In deze regels wordt verstaan onder: 1 Begrippen 1 Plan: het bestemmingsplan 'Mijnbouwlocatie Rodewolt' van de gemeente Winsum. 2 Bestemmingsplan:

Nadere informatie

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. de projectkaart de analoge en digitale voorstelling van de in het

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels bestemmingsplan 3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN" - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 3e herziening

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 124.14734.00 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 124.14734.00 Rotterdam / Middelburg Bijlage 1 Wegverkeerslawaai 1 Adviesbureau RBOI 124.14734.00 2 Bijlage 1 124.14734.00 Adviesbureau RBOI Bijlage 2 Brieven overlegreacties 1 Adviesbureau RBOI 124.14734.00 2 Bijlage 2 124.14734.00 Adviesbureau

Nadere informatie

Oudere Dorp-Brinklaan 15ab

Oudere Dorp-Brinklaan 15ab Oudere Dorp-Brinklaan 15ab Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 9 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 10 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied 10 Artikel

Nadere informatie

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 2 van 13 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Besluitvlakregels 8 Artikel 3 Gemengd 8

Nadere informatie

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein ID-code: NL.IMRO.0439.BPBRANTJES2018-va03 Procedure: Vaststelling door raad: 31 mei 2018 Herziene vaststelling

Nadere informatie

Regels. Kenmerk: R05

Regels. Kenmerk: R05 Regels Kenmerk: 1581-06-R05 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Wonen 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen regels behorende bij het bestemmingsplan Gemeente: Wijk bij Duurstede Plan status: vastgesteld Datum: september 2011 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat Regels wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat Planstatus: vastgesteld Datum: 2010-11-23 Plan identificatie: NL.IMRO.0638.BPDorpskernWY001-VAS1 Auteur: Zoeterwoude 1 Inleidende regels...4 Artikel 1 Begrippen...4

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11 Inhoud Blz. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 5 Artikel 3 Bedrijf - Mijnbouw 5 Artikel 4 Groen 6 Artikel 5 Sport 7 Artikel

Nadere informatie

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels Transformatorstation Vijfhuizen Regels 2 inpassingsplan Transformatorstation Vijfhuizen Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN SINT JANSHOF PARTIËLE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN SINT JANSTEEN REGELS. Regels - Bestemmingsplan Sint Janshof - 1

BESTEMMINGSPLAN SINT JANSHOF PARTIËLE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN SINT JANSTEEN REGELS. Regels - Bestemmingsplan Sint Janshof - 1 BESTEMMINGSPLAN SINT JANSHOF PARTIËLE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN SINT JANSTEEN REGELS Regels - Bestemmingsplan Sint Janshof - 1 INHOUDSOPGAVE H1. Inleidende regels 3 Artikel 1. Begrippen 3 Artikel 2. Wijze

Nadere informatie

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

Voorschriften aan projectbesluit Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg" - 1 - HOOFDSTUK 1 Begrippen Artikel 1 Begrippen 1.1 het projectbesluit de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende

Nadere informatie

Bestemmingsplanregels

Bestemmingsplanregels Bestemmingsplanregels 02816.002bp12 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel 2 Wijze van meten... 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied...

Nadere informatie

Bijlage 3 Voorbeeld planregels

Bijlage 3 Voorbeeld planregels Bijlage 3 Voorbeeld planregels 2 Artikel 3 Agrarisch met waarden 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van agrarische bedrijven

Nadere informatie

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS Bestemmingsplan Voetgangersverbinding Castricum Limmen REGELS Inhoudsopgave Artikel 1. BEGRIPPEN...3 Artikel 2. WIJZE VAN METEN...4 Artikel 3. VERKEER VERKEER EN VERBLIJF...5 Artikel 4. GROEN...5 Artikel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Groen 6 Artikel 4 Tuin 7 Hoofdstuk 3 Algemene regels 9 Artikel

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt INPASSINGSPLAN RANDSTAD 380 KV VERBINDING BE- VERWIJK - ZOETERMEER (BLEISWIJK) REGELS INHOUDSOPGAVE blz HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1: Begrippen 1 Artikel 2: Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2.

Nadere informatie

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Regels, behorende bij het bestemmingsplan "Grooterkamp" van de gemeente Lochem Wissing stedebouw en ruimtelijke

Nadere informatie

N307 Passage Dronten (9071)

N307 Passage Dronten (9071) N307 Passage Dronten (9071) blad 2 van 16 Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7 Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 11 Artikel 3 Verkeer 11

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 44 52101.14056.00 Adviesbureau RBOI 45 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Kinderdagverblijf Schoolstraat 24 van de gemeente Zuidplas. 1.2 bestemmingsplan de

Nadere informatie

pompstation Breehei te Leunen REGELS

pompstation Breehei te Leunen REGELS pompstation Breehei te Leunen REGELS Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Bedrijf 6 Hoofdstuk 3 Algemene

Nadere informatie

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071) Bestemmingsplan N307 Passage Dronten (9071) Bestemmingsplan N307 Passage Dronten (9071) Revisie Datum 19 juni 2015 Auteur(s) Opdrachtgever datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 19 juni

Nadere informatie

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2 Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Leiding - Gas 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 7 Artikel 4

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Maatschappelijk 6 Hoofdstuk 3 Algemene regels 8 Artikel

Nadere informatie

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat 2 bestemmingsplan Groene Scheg- Oldenzaalsestraat (vastgesteld) Inhoudsopgave Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplanregels

Bestemmingsplanregels Bestemmingsplanregels 00666.061bp12 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 4 Artikel 1 Begrippen... 4 Artikel 2 Wijze van meten... 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 8 Artikel 3 Gemengd... 8 Artikel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regels 3

Inhoudsopgave. Regels 3 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Agrarisch met waarden 9 Artikel 4 Natuur 11 Artikel 5

Nadere informatie

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST REGELS van het bestemmingsplan Spoorwegonderdoorgang Den Dolder van de GEMEENTE ZEIST Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1525.BP2009SAS04001.0401 29-05-2009 concept 15-07-2009 voorontwerp projectnummer: 06-10-2009 ontwerp

identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1525.BP2009SAS04001.0401 29-05-2009 concept 15-07-2009 voorontwerp projectnummer: 06-10-2009 ontwerp Teylingen Hortusplein bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1525.BP2009SAS04001.0401 29-05-2009 concept 15-07-2009 voorontwerp projectnummer: 06-10-2009 ontwerp

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 8 Artikel 4 Slotregel

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Gemeente Wieringermeer projectnr. 194453.08 revisie 05 27 mei 2010 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Directie B&U, Unit ACR Postbus 205 2050 AE Overveen datum vrijgave

Nadere informatie

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom GEMEENTE HILLEGOM REGELS onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom Hillegom, april 2010 INHOUDOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 4 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden WIJZIGIN Datum: Fase: Planid: NL.IMRO.1735.DExKadeDelden-VS10 Inhoudsopgave Regels 2 3 Hoofdstuk1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk2 Artikel 3 Artikel 4 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 42 189200.15106.00 Adviesbureau RBOI 43 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 1.1 plan het bestemmingsplan Aansluiting A20 Moordrecht,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16 Regels Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Verkeer 7 Artikel 4 Wonen 8 Hoofdstuk 3 Algemene

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3 Bedrijf 7 Artikel 4 Leiding 8 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel

Nadere informatie

GEMEENTE MOERDIJK BESTEMMINGSPLAN "HERZIENING NOORDHOEKSEDIJK TE NOORDHOEK" REGELS

GEMEENTE MOERDIJK BESTEMMINGSPLAN HERZIENING NOORDHOEKSEDIJK TE NOORDHOEK REGELS GEMEENTE MOERDIJK BESTEMMINGSPLAN "HERZIENING NOORDHOEKSEDIJK 12-14 TE NOORDHOEK" REGELS 1 GEMEENTE MOERDIJK BESTEMMINGSPLAN "HERZIENING NOORDHOEKSEDIJK 12-14 TE NOORDHOEK" REGELS Inhoudsopgave 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Voorontwerpbestemmingsplan Achterstraat,Willemstad. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Voorontwerpbestemmingsplan Achterstraat,Willemstad. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Verkeer Verblijfsgebied 7 Artikel 4 Wonen 8 Artikel 5 Waarde Archeologie

Nadere informatie

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje Gemeente Amsterdam Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje Ontwerp blz. 3 Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN MEDISCH CENTRUM MET APPARTEMENTEN DE GRAEFFWEG 2019

BESTEMMINGSPLAN MEDISCH CENTRUM MET APPARTEMENTEN DE GRAEFFWEG 2019 BESTEMMINGSPLAN MEDISCH CENTRUM MET APPARTEMENTEN DE GRAEFFWEG 2019 Medisch centrum met appartementen De Graeffweg 2019 Bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro Status: ontwerp Gemeente Purmerend Ruimtelijk

Nadere informatie

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9" Inhoudsopgave Regels 3 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 6 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Agrarisch - Bomenteelt 7 3

Nadere informatie

Gemeente Drimmelen. Bestemmingsplan : Regels. Buitengebied, herziening Voorstraat ong. Id = NL.IMRO bp11voorstraat-on01.

Gemeente Drimmelen. Bestemmingsplan : Regels. Buitengebied, herziening Voorstraat ong. Id = NL.IMRO bp11voorstraat-on01. Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan : Regels Buitengebied, herziening Voorstraat ong. Id = NL.IMRO.1719.1bp11voorstraat-on01 Fase Voorontwerp Ontwerp Vastgesteld Van kracht Raad van State Onherroepelijk

Nadere informatie

Mortiere Fase 6B Herziening

Mortiere Fase 6B Herziening Ontwerp uitwerkingsplan Mortiere Fase 6B Herziening Regels Gemeente Middelburg Datum: 13 september 2016 Projectnummer: 160193 ID: NL.IMRO.0687.BPUMORF6BH-ON01 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel

Nadere informatie

vastgesteld wijzigingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding Gemeente Ommen Projectnummer

vastgesteld wijzigingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding Gemeente Ommen Projectnummer Regels blad 31 van 44 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding van de gemeente Ommen;

Nadere informatie

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug - 1 - INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg Regels NL.IMRO.0501.Thoelaverweg2-0131 297-330 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg2-0131 298-330 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het bestemmingsplan "Thoelaverweg 2" met identificatienummer

Nadere informatie

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat Bestemmingsplan Oerle 2015, herziening Sint Janstraat Regels Gemeente Veldhoven Datum: 18 juni 2015 Projectnummer: 120453.02 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kolbacherf Goudswaard, gemeente Korendijk

Bestemmingsplan Kolbacherf Goudswaard, gemeente Korendijk Bestemmingsplan Kolbacherf Goudswaard, gemeente Korendijk Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Tuin

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BOVENKERKWEG NABIJ 35A vastgesteld maart ruimte voor ideeën

BESTEMMINGSPLAN BOVENKERKWEG NABIJ 35A vastgesteld maart ruimte voor ideeën BESTEMMINGSPLAN BOVENKERKWEG NABIJ 35A - 37 vastgesteld maart 2018 ruimte voor ideeën Bovenkerkweg nabij 35a - 37 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2

Nadere informatie

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels Bestemmingsplan Regels Gemeente Deurne BESTEMMINGSPLAN Gemeente Deurne Inhoud IDN-nummer : Regels : NL.IMRO.0762.BP201704-B001 Projectnummer : 044063 Profitmanagernr. Opdrachtgever Opsteller Status :

Nadere informatie

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8 Voorthuizerstraat 5 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Wonen 9 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18 Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18 Planstatus: vastgesteld Datum: 2012-04-16 IMRO code: NL.IMRO.0335.BPAnneFranklaan-vg01 Auteur: Cultuurland Advies Inhoudsopgave 1 Inleidende

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Regels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: a. plan: het bestemmingsplan Scholenzone Hanzekwartier Dronten 2041 van de gemeente Dronten; b. bestemmingsplan:

Nadere informatie

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan Waterfront-Zuid Watersportboulevard Vastgesteld uitwerkingsplan Waterfront-Zuid - Watersportboulevard Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Planstatus: vastgesteld Datum: 2016-03-15 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPZijldijk41-VG01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen Regels Eynderhoof 2015 Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen Vastgesteld, maart 2016 INHOUD REGELS Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Brandweerkazerne Halfweg

Brandweerkazerne Halfweg Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk2 Artikel 3 Artikel 4 Bestemmingsregels Maatschappelijk Verkeer 7 7 8 Hoofdstuk3 Artikel

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 267.00.01.43.01.rgl I n h o u d s o p g a v e I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Relatie met geldend bestemmingsplan 5 B e s t e m m i n g s r e g e l s Artikel

Nadere informatie

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7 Regels Inhoud Blz. Hoofdstuk I Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk II Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Verkeer 4 Hoofdstuk III Algemene regels 5 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Regels 0375-20-R02 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingen 6 Artikel 3 Groen 6 Artikel 4 Tuin 7 Artikel 5 Wonen 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein Bestemmingsplan Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein Gemeente Doesburg Datum: 16 februari 2012 Projectnummer: 110191 ID: NL.IMRO.0221.BPL11001MO-VA01 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels

Nadere informatie

Planregels Bestemmingsplan Fietspad Abeelseweg

Planregels Bestemmingsplan Fietspad Abeelseweg Planregels Bestemmingsplan Fietspad Abeelseweg Identificatie Planstatus identificatiecode datum: status: NL.IMRO.0687.BPBGMFAB-OH99 06-09-2010 onherroepelijk Fietspad Abeelseweg - Gemeente Middelburg Pagina

Nadere informatie

1.5 aan- en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.5 aan- en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 59 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Scheermanlocatie van de gemeente Oisterwijk. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het

Nadere informatie

R e g e l s. 151.19.50.00.00.rgl

R e g e l s. 151.19.50.00.00.rgl R e g e l s 151.19.50.00.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o fd s tu k 1 I n l eiden d e regels Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 8 H o o fd s tu k 2 B es t e m m i n g s r eg e l s Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Inhoud Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3 Cultuur en ontspanning 7 Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp Gemeente Goeree-Overflakkee Regels Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Planidentificatie: NL.IMRO.1924.ODPGroenedijk1-BP30 Inhoud 1 Inleidende

Nadere informatie

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Westsingel. Datum 22 juni 2009 Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. Eric Verhagen, gemeente Venray Projectnummer NL.IMRO.0984.BP09005-on01 Projectkenmerk BRO 211x03263 Datum 22 juni 2009 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012 BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012 Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 december 2012 Pagina: 1 van 5 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Bijgebouw/Bijbehorend bouwwerk 3 2. Definities 3 2.1 Begrippen

Nadere informatie

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit ONTWERP VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels Artikel X Wonen X.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroepen; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18 Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18 Regels Status ontwerp Januari 2011 NL.IMRO.0373.BPG09002NWSCHLPW18-B001 Opgesteld door: John Dekker A&O Zinnia-Advies AMA-design

Nadere informatie

8. bestaande situatie: bestaande bouwwerken in combinatie met bestaand gebruik (functie);

8. bestaande situatie: bestaande bouwwerken in combinatie met bestaand gebruik (functie); HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN Artikel 1: Begrippen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan: het uitwerkingsplan Ser i Bentana; 2. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur,

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN Identificatienummer NL.IMRO.1690.BP00370-0301

Nadere informatie

wijzigingsplan Zijldijk 32a

wijzigingsplan Zijldijk 32a Regels wijzigingsplan Zijldijk 32a Planstatus: ontwerp Datum: 2016-03-01 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPzijldijk32a-ON01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen... 5 1.1 plan:...

Nadere informatie

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1 plan: Begrippen Inleidende regels het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Herenweg 57 te Bergen. Regels. ontwerp 24 juni 2011

Bestemmingsplan. Herenweg 57 te Bergen. Regels. ontwerp 24 juni 2011 Bestemmingsplan Regels ontwerp 24 juni 2011 pagina 2 van 14 Inhoudsopgave pagina 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Wijze van meten... 7 2 Bestemmingsregels... 8 Artikel

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 195.00.03.52.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g

Nadere informatie

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw. Pelgrimsche Hoeve Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw 's-hertogenbosch Fase 3 kavelnummer: 1 PRIJS: 145.925 k.k. ex. btw Team Uitgifte Monique van Griensven - van Lent 06-31942182 m.vangriensven@s-hertogenbosch.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Regels 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening 10 Artikel 4 Maatschappelijk

Nadere informatie

Oranjestraat 1 en

Oranjestraat 1 en Oranjestraat 1 en 7-2012 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVORANJESTR0107.va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Bussum. Winkelcentrum Koekoeklaan. bestemmingsplan. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

Bussum. Winkelcentrum Koekoeklaan. bestemmingsplan. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening Bussum Winkelcentrum Koekoeklaan bestemmingsplan 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening Bussum Winkelcentrum Koekoeklaan bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0381.BP2009B001003-va01

Nadere informatie

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat: Artikel 8 Wonen - 2 8.1 Bestemmingsomschrijving 8.2 Bouwregels 8.3 Nadere eisen 8.4 Afwijking van de bouwregels 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.

Nadere informatie

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015) Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015) 2 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: de "Uitwerking Schoenmakershoek-Oost fase 3" (NL.IMRO.0777.0086SCHOENOOST3-3001)van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels pagina 1 van 8 Plan: Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP045PH01-0401 Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Horeca terras met tuin 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 8 Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN JOHAN DE RIDDERLAAN TEN ZUIDEN VAN NR. 1 voorontwerp juni ruimte voor ideeën

BESTEMMINGSPLAN JOHAN DE RIDDERLAAN TEN ZUIDEN VAN NR. 1 voorontwerp juni ruimte voor ideeën BESTEMMINGSPLAN JOHAN DE RIDDERLAAN TEN ZUIDEN VAN NR. 1 voorontwerp juni 2018 ruimte voor ideeën Johan de Ridderlaan ten zuiden van nr. 1 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening 2 Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 7 7 9 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28 Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28 b-2) M DH (tc) [sba-ob] Bouwaanduiding [sba-ob] specifieke bouwaanduiding - oppervlakte bijgebouwen Voorstel reparatie perceel Zwarteweg 28

Nadere informatie

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; Artikel 15 Wonen 15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; alsmede voor: b. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; c. dienstverlening,

Nadere informatie

REGELS BESTEMMINGSPLAN OUDEWEI 5A DIRKSLAND

REGELS BESTEMMINGSPLAN OUDEWEI 5A DIRKSLAND REGELS BESTEMMINGSPLAN OUDEWEI 5A DIRKSLAND INHOUDSOPGAVE Pag. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Artikel 2 Begrippen Wijze van meten Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Wonen Hoofdstuk 3

Nadere informatie

datum: 8 december 2016 NL.IMRO.0610.bp2016dedriehoek-1001

datum: 8 december 2016 NL.IMRO.0610.bp2016dedriehoek-1001 GEMEENTE SLIEDRECHT VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN DE DRIEHOEK Regels 8 december 2016 projectnummer: 069-DD-02 status: voorontwerp datum: 8 december 2016 IMRO-IDN: NL.IMRO.0610.bp2016dedriehoek-1001 od205sl

Nadere informatie

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari VOORSCHRIFTEN februari 2007 20 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze bepalingen wordt verstaan onder: a. Het plan: Bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B. b. De plankaart: De plankaart van het

Nadere informatie

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C) Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6 Artikel

Nadere informatie

Regels 1e herziening bestemmingsplan De Staart, locatie Zonnepark Crayestein

Regels 1e herziening bestemmingsplan De Staart, locatie Zonnepark Crayestein Regels 1e herziening bestemmingsplan De Staart, locatie Zonnepark Crayestein Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 6 HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie