MEMORANDUMVAN OVEREENSTEMMING TUSSEN BETREFFENDE DE AUDIOVISUELE COPRODUCTIE REGERINGVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE REGERINGVAN DE FRANSE

Transcriptie

1 MEMORANDUMVAN OVEREENSTEMMNG TUSSEN ll'e~;pecte"te REGERNG EN VAN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUTSTALGE '"''-''LU1. VAN HET KONNKRJK BELGË EN DE REGERNG CANADAVAN BETREFFENDE DE AUDOVSUELE COPRODUCTE REGERNGVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE REGERNGVAN DE FRANSE,,.,~,[ru; EN DE REGERNG VAN DE DUTSTALGE GEMEENSCHAP (BELGSCHE DE REGERNGVAN CANADA (CANADA), hierna de 'deelnemers', dat kwaliteitsvolle audiovisuele coproducties de vitaliteit van de audiovisuele industrieën van de Deelnemers en hun economische en culturele in de hand werken; dat culturele diversiteit wordt verrijkt door de interactie en uitwisseling "''V,... vu en versterkt door het vrije verkeer van ideeën;,.lj._. dat, in het kader van internationale samenwerking, het Verdrag de bescherming en de bevorderzng van de dzverszteit van cultuuruitzngen van...,"-'. goedgekeurd te Parijs op 20 oktober 2005, overeenkomsten voor coproductie aanmoedigt als een middel om de internationale samenwerking dat dergelijke uitwisselingen hun relaties kunnen verbeteren; dat het verlenen van voordelen aan in aanmerking komende coproducties begunstigend is voor de audiovisuele sector die van de Gemeenschappen en van Canada ; HEBBEN VOLGENDE OVEREENSTEMMNG BEREKT: Voor de toepassing van het onderhavige Memorandum van overeenstemming ~. (MvO): onder 'audiovisueel' wordt verstaan een cinematografische, tv- en!of videoproductie op eender welke bestaande of toekomstige drager, ongeacht het ', genre (fictie, animatie, documentaire), in overeenstemming met de wettelijke en. reglementaire bepalingen, van kracht in de Belgische Gemeenschappen en in,,, Canada, bestemd voor eender welk distributieplatform met het oog op de vertoning ervan;, 'overheden': onder 'administratieve overheid inzake coproductie' wordt verstaan de door elke Deelnemer aangestelde overheid die het onderhavige Mvü zal beheren; onder 'bevoegde overheid inzake coproductie' wordt verstaan de door elke Deelnemer aangestelde overheid - die met de uitvoering van het onderhavige Mvü belast zal zijn.,. onder 'medewerker' wordt verstaan een onderdaan die aan de productie, ',deelneemt als lid van het creatieve of technische personeel;

2 'elementen': onder 'Canadese elementen' wordt verstaan de uitgaven, gedaan in Canada door de Canadese producent en de uitgaven met betrekking tot het Canadese creatief en technisch personeel, gedaan door de Canadese producent in andere staten in de loop van de productie van een werk; onder 'Belgische elementen' wordt verstaan de rechtstreeks aan de productie verbonden uitgaven, gedaan in België door de Belgische producent en de uitgaven met betrekking tot het Belgische creatief en technisch personeel, gedaan door de Belgische producent in andere staten in de loop van de productie van een werk ten gunste van een natuurlijke of rechtspersoon met fiscale woonplaats in België; onder 'derde staat' wordt verstaan een staat waaraan minstens een van de Deelnemers verbonden is door een instrument inzake coproductie en waarvan de producent aan het werk deelneemt; onder 'coproducerende Deelnemer' wordt verstaan de Deelnemer die aan het werk deelneemt en, indien van toepassing, de derde staten; onder 'niet-deelnemer' wordt verstaan een andere staat dan een derde staat, met uitsluiting van de Deelnemers aan de onderhavige Mvü; onder 'producent' wordt verstaan een onderdaan die de productie van een werk leidt; onder 'Belgische producent' wordt verstaan een onderdaan van België die de productie van een werk leidt; 2. onder 'Canadese producent' wordt verstaan een onderdaan van Canada die de productie van een werk leidt; onder 'werk' wordt verstaan een audiovisueel werk, met alle versies van dit werk, dat achteraf door de Deelnemer wordt erkend als een audiovisuele coproductie uit hoofde van het onderhavige MvO; onder 'onderdaan' wordt verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die beantwoordt aan de definitie, gegeven door de wetten die respectievelijk in België en de Belgische Gemeenschappen en in Canada, van toepassing zijn en die, uit hoofde van deze wetten, de toepassing van het onderhavige MvO kan genieten; onder 'onderdaan' wordt in het geval van de Belgische Gemeenschappen ook verstaan: (1) een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie; of ALGEMENEVOORWAARDEN een onderdaan van een Verdragspartij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei Elke Deelnemer zal elk werk behandelen als zijn eigen productie wanneer het erom gaat te bepalen of dit werk aanspraak kan maken op dezelfde voordelen als die, aangeboden aan zijn eigen audiovisuele industrie.

3 (c) Elke Deelnemer zal de voordelen, vermeld in paragraaf 1, toekennen aan de producenten van het werk die zijn eigen onderdanen zijn. Elke Deelnemer zal streven naar een globaal evenwicht tussen de financiering door de producenten en zijn eigen financiering voor alle gecoproduceerde werken over een periode van vijf jaar. ( d) Elke Deelnemer zal erop toezien dat zijn producent aan de onderstaande vereisten voldoet opdat een werk in aanmerking kan komen voor de voordelen die uit de toepassing van het onderhavige Mvü kunnen voortvloeien. ( e) De Deelnemers begrijpen dat de bepalingen betreffende de uitvoering van het onderhavige MvO in zijn bijlages opgesomd zijn. 3. MEEWERKENDE PRODUCENTEN De Deelnemers begrijpen dat, om in aanmerking te komen voor de voordelen die uit de toepassing van het onderhavige MvO kunnen voortvloeien, het werk een gezamenlijke coproductie moet zijn van producenten van Canada en, in voorkomend geval, van de Vlaamse Gemeenschap; en/ of de Franse Gemeenschap; en/of de Duitstalige Gemeenschap. De Deelnemers kunnen de producenten van derde staten, met schriftelijke wederzijdse instemming van hun administratieve overheid inzake coproductie, toelaten aan het werk deel te nemen. 4. PROPORTONALTET De Deelnemers begrijpen dat de delen van de Canadese en Belgische elementen van een werk redelijkerwijze proportioneel zullen zijn met de respectieve Canadese en Belgische financiële participatie. De Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming van hun administratieve overheid inzake coproductie, vrij stellingen van subparagraaf toekennen, met name ten behoeve van het scenario en het creatieve proces. 5. NATONALTET VAN DE MEDEWERKERS De Deelnemers begrijpen dat elke medewerker aan een werk een onderdaan van de coproducerende Deelnemers moet zijn, tenzij anders bepaald in bijlage 1 van het onderhavige Mvü. De Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming van hun administratieve overheid inzake coproductie, vrij stellingen van subparagraaf aanbevelen, met name om de onderdanen van nietdeelnemers de mogelijkheid te bieden aan een werk deel te nemen voor de doeleinden van het scenario, het creatieve proces of de productie.

4 6. TJDELJKE TOEGANG EN VERBLJF Onder voorbehoud van de wetten en reglementen die respectievelijk in België en in Canada van toepassing zijn, faciliteren de Deelnemers: a) de tijdelijke toegang en het verblijfvoor het creatief en technisch personeel, door de producent van de Deelnemers aangeworven voor de uitvoering van het werk; b) de tijdelijke invoer en heruitvoer van alle materiaal, nodig voor de uitvoering van het werk. 7. AUTEURSRECHTEN EN NKOMSTEN Onder voorbehoud van de wetten en reglementen die respectievelijk in België en Canada van toepassing zijn, zullen de Deelnemers er via hun administratieve overheid inzake coproductie op toezien dat de verdeling van de auteursrechten en de inkomsten in principe proportioneel is met de financiële bijdrage van hun respectieve producent en dat ze niet lager is dan de minimale financiële bijdrage, voorzien in bijlage DSTRBUTE Elke Deelnemer zal er via zijn administratieve overheid inzake coproductie op toezien dat zijn producent aantoont dat hij beschikt over een engagement tot distributie of uitzending van het werk voor elk van de coproducerende Deelnemers. De Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming van hun administratieve overheid inzake coproductie, een ander engagement tot distributie aanvaarden dan die, beschreven in de subparagraaf. 9. BELANGRJKE WJZGNGEN Elke Deelnemer zal erop toezien dat zijn producent zijn administratieve overheid inzake coproductie onverwijld op de hoogte brengt van elke belangrijke wijziging die aan een werk wordt aangebracht en die een invloed kan hebben op het feit of het werk al dan niet in aanmerking komt voor de voordelen die uit de toepassing van het onderhavige MvO kunnen voortvloeien. 10. COMMUNCATE Elke Deelnemer zal de andere Deelnemers onverwijld via zijn bevoegde overheid inzake coproductie op de hoogte brengen van elke wijziging of interpretatie die een invloed kan hebben op de mogelijke voordelen die voortvloeien uit de toepassing van het onderhavige MvO.

5 11. BJLAGEN De Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming van hun bevoegde overheid inzake coproductie, wijzigingen aanbrengen aan de bijlages, voor zover deze wijzigingen niet in strijd zijn met het onderhavige MvO. 12. VERSCHLLEN NZAKE NTERPRET A TE OF TOEPASSNG De Deelnemers zullen elk geschil betreffende de interpretatie of de toepassing van het onderhavige Mvü regelen middels overleg. 13. STATUS De onderhavige memorandum is niet bedoeld om juridische bindende verplichtingen uit hoofde van het internationale recht vast te leggen. 14. SLOTBEPALNGEN Elke Deelnemer zal de andere Deelnemers schriftelijk op de hoogte brengen van zijn interne procedures, nodig voor het van kracht worden van het onderhavige MvO. Het onderhavige Mvü wordt van kracht op de eerste dag van de eerste maand na de datum van de laatste van deze kennisgevingen. De Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming van hun bevoegde overheid inzake coproductie, wijzigingen aanbrengen aan het onderhavige MvO. Elke Deelnemer zal de andere Deelnemers schriftelijk op de hoogte brengen dat hij de interne procedures ten gevolge van een wijziging heeft vervuld. ( c) Elke Deelnemer kan het onderhavige MvO beëindigen door schriftelijke kennisgeving aan de andere Deelnemers. Het onderhavige Mvü loopt ten einde zes (6) maanden nadat alle Deelnemers deze kennisgeving hebben ontvangen.

6 (d) De Deelnemers begrijpen dat de gecoproduceerde werken die in productie zijn op het ogenblik dat ze het onderhavige Mvü beëindigen de voordelen van het onderhavige Mvü ten volle zullen blijven genieten tot de voltooiing van de werken. ONDERTEKEND in vier exemplaren te 0-t\- "' w c._, op \ 2 ""'Q. ~ Y" , in de Nederlandse, Engelse en Franse taal, waarbij elke versie gelijkelijk authentiek is. VOOR DE VLAAMSE REGERNG VOOR DE REGERNG VANCANADA Geert Bourgeois Minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed VAN GERNG SE GEMEENSCHAP ~ Rudy Demotte De minister-president, belast met internationale betrekkingen p Oliver Paasch De minister-president

7 BJLAGE 1-VOO RW AARDENVAN COPRODUCTE De deelnemers begrijpen dat: 1. Definities Voor de toepassing van de onderhavige bijlage: onder 'sleutelfuncties' wordt verstaan de acht (8) volgende functies, opgesomd per type werk: (iii) (iv) animatie: auteur-regisseur of regisseur, scenarioschrijver, componist of geluidsontwerper, hoofdvertolker (stem) of tweede hoofdvertolker (stem), chef animatie/directeur animatie, chef maquettes/hoofd storyboard of chef-beeldmonteur/beeldmonteur, directeur speciale of stereoscopische effecten en directeur lay-out; documentaire: auteur-regisseur of regisseur, scenarioschrijver of onderzoeker, componist, hoofdvertolker of verteller, tweede hoofdvertolker ofverteller, director ofphotography, artdirector, r of production designer en chef-beeldmonteur/beeldmonteur; fictie: auteur-regisseur of regisseur, scenarioschrijver, componist, hoofdvertolker, tweede hoofd vertolker, director of photography, art director of production designer en chefbeeldmonteur/beeldmonteur; voor de andere types werken, andere dan diegene die hierboven zijn opgesomd, zoals niet-lineaire, digitale werken, zullen de functies die onder de sleutelfuncties staan, worden bepaald door de administratieve overheden inzake coproductie, met schriftelijke wederzijdse instemming; onder 'auteur-regisseur' wordt voor de Belgische Gemeenschappen verstaan de persoon die alle technische en artistieke aspecten van een werk leidt en voor de Franse Gemeenschap de persoon die specifiek verantwoordelijk is voor de regie van het werk. ( c) onder 'regisseur' wordt voor Canada verstaan de persoon die alle technische en artistieke aspecten van een werk leidt. 2. Minimale financiële bijdrage van de producenten De minimale financiële bijdrage van elk van de producenten aan een werk mag niet lager zijn dan vijftien (15) procent van het totale budget van de productie. n geval van een werk met meerdere partijen mag de minimale bijdrage van elk van de producenten niet lager zijn dan vijftien (15) procent van het totale budget van de productie. De administratieve overheden inzake coproductie van de coproducerende Deelnemers mogen deze minimale bijdrage herleiden tot tien (1 0) procent van het totale budget van de productie, met schriftelijke wederzijdse instemming.

8 (c) 3. Sleutelfuncties Strikt financiële audiovisuele coproducties komen niet in aanmerking voor de voordelen die uit de toepassing van het onderhavige MvO kunnen voortvloeien. De sleutelfuncties, opgesomd in paragraaf 1 van de onderhavige bijlage, zullen worden vervuld door een onderdaan of onderdanen van elk van de coproducerende Deelnemers. Een van deze sleutelfuncties kan door een onderdaan van een nietdeelnemer worden vervuld. ( c) n geval van een werk met een groot budget kunnen de administratieve overheden inzake coproductie van de coproducerende Deelnemers met schriftelijke wederzijdse instemming toestaan dat een tweede onderdaan van een niet-deelnemer een van deze sleutelfuncties vervult. De drempel voor werken met een groot budget zal worden bepaald door de administratieve overheden inzake coproductie van elke coproducerende Deelnemer en bijgevolg toegepast zoals gezamenlijk door deze overheden is bepaald. 4. Plaats van opnames en technische diensten Een werk zal worden gecoproduceerd op het grondgebied van een van de coproducerende Deelnemers. De administratieve overheden inzake coproductie van de coproducerende Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming, toestaan dat een werk wordt gecoproduceerd op het grondgebied van een niet-deelnemer om redenen gerelateerd aan het scenario en/ofhet creatieve proces. ( c) De administratieve overheden inzake coproductie van de co producerende Deelnemers kunnen, met schriftelijke wederzijdse instemming, toestaan dat de verlening van technische diensten op het grondgebied van een of meerdere niet-deelnemers plaatsvindt, op voorwaarde dat de producenten aantonen dat deze diensten op het grondgebied van geen enkele van de coproducerende Deelnemers beschikbaar zijn en dat de waarde van deze diensten niet meer bedraagt dan vijfentwintig (25) percent van het totale budget van de productie van het werk. 5. Dubbing (c) Onder 'dubbing' wordt verstaan de productie van elke versie van het gecoproduceerde werk in een andere taal dan de originele taal/talen. Alle dubbingdiensten van een werk, in het Engels, Frans, Nederlands of Duits, moeten worden uitgevoerd op het grondgebied van een van de Deelnemers. Wanneer een producent redelijkerwijze kan aantonen dat de nodige capaciteit inzake dubbing bij geen enkele van de coproducerende Deelnemers aanwezig is, kunnen de coproducerende Deelnemers met schriftelijke wederzijdse instemming toestaan dat de dubbingdiensten elders worden uitgevoerd.

9 BJLAGE 2 - ÁDMNSTRA TEVE VOO RW AARDEN De deelnemers begrijpen dat: 1. dentificatie van de overheden Als 'administratieve overheid inzake coproductie' gelden volgende instanties:: (iii) (iv) Canada: Téléfilm Canada; de Vlaamse Gemeenschap: Vlaams Audiovisueel Fonds de Franse Gemeenschap: Centre du Cinéma et de 1' Audiovisuel de Duitstalige Gemeenschap: de Duitstalige Gemeenschap 'Bevoegde overheid inzake coproductie' stelt de volgende instanties aan: (iii) (iv) 2. V er gaderingen Canada: Ministerie van Canadees Erfgoed; de Vlaamse Gemeenschap: de Vlaamse Gemeenschap de Franse Gemeenschap: de Franse Gemeenschap de Duitstalige Gemeenschap: de Duitstalige Gemeenschap Elke drie jaar zullen er vergaderingen worden belegd tussen de vertegenwoordigers van de bevoegde overheid inzake coproductie van elke Deelnemer om de voorwaarden van het onderhavige MvO te bespreken en te onderzoeken. Voor zover mogelijk zullen deze vergaderingen via videoconferentie of teleconferentie plaatsvinden. 3. Canadese aanvraagprocedures voor de certificatie als werk Téléfilm Canada zal de administratieve instantie zijn, belast met de studie van de projecten om te evalueren of ze eventueel als audiovisuele coproductie kunnen worden erkend. Téléfilm Canada zal hiertoe een aanbeveling bezorgen aan de minister van Canadees Erfgoed door tussenkomst van het Bureau de certification des produits audiovisuels canadiens. De minister zal de uiteindelijke beslissing nemen over de erkenning als audiovisuele coproductie. Behalve de aanvraag bij Téléfilm Canada voor een aanbeveling als audiovisuele coproductie zullen de Canadese producenten hetzij een 'Certificat de production cinématographique ou magnétoscopique canadienne' vragen, hetzij een verklaring over het statuut van coproductie, voorzien door een akkoord, bij het Bureau de certification des produits audiovisuels canadiens in het kader van het programma voor belastingkrediet voor Canadese cinematografische of magnetoscopische productie.

10 ( c) De aanbevelingsprocedure van T éléfilm Canada van een werk als audiovisuele coproductie zal uit twee etappes bestaan: Aanvraag van voorlopige aanbeveling. Aanvraag van definitieve aanbeveling. ( d) De aanvragen voor voorlopige aanbeveling moeten door de Canadese producent (of zijn toegestane vertegenwoordiger) worden ingevuld, ondertekend en voorgelegd: Voor de reële beeldopnames (fictie of documentaire): minstens 30 dagen voor de start van de belangrijkste beeldopnames. V oor de animatiewerken: op het ogenblik van de voornaamste animatiewerkzaamheden of, voor series, ten laatste op het ogenblik van de productie van de master videoband van de eerste aflevering. ( e) Bij het indienen van het werk bij Téléfilm Canada voor evaluatie zal de Canadese producent in staat zijn een bewijs te leveren van een engagement tot eventuele distributie of uitzending van het werk in Canada en de andere coproducerende Deelnemer. n geval de buitenlandse producent niet in staat is een dergelijk engagement te verkrijgen voor zijn staat kan een engagement tot distributie of uitzending van het werk in een andere staat dan de coproducerende Deelnemer een aanvaardbaar alternatief zijn, met schriftelijke wederzijdse instemming van de administratieve overheden van de coproducerende Deelnemers. 4. Aanvraagprocedures van de belgischegemeenschappen voor de certificering als werk Voorlopige goedkeuring Om recht te hebben op de voordelen die uit de toepassing van het onderhavige MvO kunnen voortvloeien, moeten de Belgische producenten die bij het werk betrokken zijn, bij hun toekenningsaanvraag, ten laatste dertig (30) dagen voor de start van de opnames, aan hun administratieve overheid inzake coproductie een dossier bijvoegen met: (iii) (iv) (v) (vi) een document betreffende de verwerving van de auteursrechten voor de exploitatie van het werk; een synopsis met precieze informatie over de aard van het onderwerp van het werk; de voorlopige lijst van technische en artistieke elementen; het voorlopige werkplan met opgave van het aantal weken van opnames (in studio en buiten) in de landen (of streken) waar de opnames zullen worden uitgevoerd; een gedetailleerde en samenvattende kostenraming en een gedetailleerd, voorlopig financieringsplan met de kosten en middelen van elke producent; de coproductieovereenkomst(en); en,

11 (vii) elk ander document, gewenst door de overheden, nodig voor de technische en financiële analyse van het project. De administratieve overheid inzake coproductie van de Deelnemer met meerderheidsparticipatie zal zijn aanbeveling ter advies voorleggen aan de administratieve overheid inzake coproductie van de Deelnemer met minderheidsparticipatie. Definitieve goedkeuring Ten laatste zes (6) maanden na de eerste uitzending op het grondgebied van een van de Deelnemers zullen de Belgische producenten hun administratieve overheden inzake coproductie een dossier bezorgen met: (iii) (iv) een update van het voorlopige dossier; de contracten ofbevestigingen van verbintenis van de regisseur en de technische en artistieke elementen, gesloten met elk van de betreffende Deelnemers; de promotie- en verspreidingsplannen; de begin- en eindgeneriek; en (v) een kopie (dvd) van het werk in een officiële taal (gesproken, gedubd of ondertiteld) van een van de Deelnemers. Voor de Vlaamse Gemeenschap is de termijn om de definitieve goedkeuring te geven twaalf (12) maanden.