CertiQ jaarverslag 2006

Transcriptie

1 jaarverslag 2006

2 CertiQ jaarverslag Bericht van de directie 3 2 Voorwoord 5 3 CertiQ Werkwijze Waarde certificaten Tarieven Omgeving CertiQ Corporate Governance Code Informatievoorziening Organisatie CertiQ 16 4 Ontwikkelingen Biomassa Windenergie Zonne-energie en waterkracht WKK Internationale handel Veranderingen in de leiding 20 5 Resultaten Kerncijfers Tabellen Garanties van Oorsprong Geïmporteerde en geëxporteerde 23 Garanties van Oorsprong over duurzame elektriciteit 5.4 Tabellen WKK-certificaten Financieel resultaat 28 6 Jaarrekening Accountantsverklaring 39 Kalender CertiQ Adresgegevens en colofon 42

3 Waardevol Bericht van de directie Waardevol is het thema dat het jaarverslag 2006 van CertiQ B.V. en EnerQ B.V. verbindt. Een begrip dat duidt op de meerwaarde die beide uitvoeringsorganen in de afgelopen jaren hebben verworven, in het zich ontwikkelde duurzame speelveld van de Nederlandse energievoorziening. Dat de MEP-subsidie waardevol is gebleken, staat als een paal boven water. Er ontwikkelden zich in de afgelopen jaren veel verschillende initiatieven voor de opwek van duurzame energie. Een waardevol succes, waarmee de voor Nederland gestelde doelstelling in 2010, namelijk minimaal 9% van onze elektriciteit duurzaam opgewekt, mede wordt behaald. Ook zonder verdere voortzetting van de subsidie, zo geeft Economische Zaken medio 2006 aan. Een belangrijke randvoorwaarde daarvoor is natuurlijk een goed functionerend certificatensysteem voor duurzame elektriciteit. Het nieuwe kabinet moet bepalen onder welke voorwaarden en op welk moment de MEP-regeling voor nieuwe productie-installaties weer wordt opengezet. Voor CertiQ en EnerQ is in ieder geval duidelijk dat we voor de komende generaties verder dan de horizon van ons eigen mensenleven moeten kijken en een waardevolle bijdrage moeten blijven leveren voor een leefbare wereld. Uiteraard zijn we zeer benieuwd naar de keuzes die het nieuwe kabinet op dit gebied gaat maken. Zowel nationaal als internationaal zijn er veelbelovende plannen zoals die van de huidige regering, welke zich uitspreekt voor 20% duurzame energie in In het zoeken naar succesvolle maatregelen kan de politiek daarbij onverkort rekenen op de steun van CertiQ en EnerQ. Ir. J.M. Kroon MBA Algemeen directeur TenneT TSO B.V. Ir. B.G.M. Voorhorst Operationeel directeur TenneT TSO B.V. 3 CertiQ jaarverslag 2006

4 4 CertiQ jaarverslag 2006

5 Voorwoord Voor CertiQ was 2006 een interessant jaar. Ontwikkelingen op verschillende gebieden bepaalden de activiteiten van de organisatie. Zo waren er de MEP-tarieven die werden bijgesteld, waardoor zich grote schommelingen voordeden in de aantallen aanvragen voor certificaten. De regeling voor warmtekrachtkoppelingcertificaten werd aangepast en er kwam een nieuwe regeling voor afvalverbrandingsinstallaties. En natuurlijk op 18 augustus het bericht van toenmalig minister Joop Wijn van Economische Zaken, dat de MEP-regeling per direct tijdelijk werd stopgezet. Dit omdat, volgens de minister, de doelstelling om in 2010 via geleidelijke groei uit te komen op een duurzame elektriciteitsproductie van 9%, inmiddels ook zonder voortzetting van de regeling wordt gehaald. Het nieuwe kabinet moet bepalen onder welke voorwaarden en op welk moment, de MEP-regeling voor nieuwe productie-installaties weer wordt opengezet. CertiQ is echter meer dan een voorportaal voor EnerQ om de MEP-subsidie uit te keren. De Garanties van Oorsprong die door CertiQ worden uitgegeven zijn door de Nederlandse wetgever aangewezen als het exclusieve bewijs dat elektriciteit duurzaam is geproduceerd. Zij vertegenwoordigen het duurzame karakter van elektriciteit en hebben daarmee waarde in de markt. Niet alleen worden zij door partijen gebruikt als bewijs van levering van duurzame elektriciteit; zij worden ook nationaal en internationaal verhandeld. Internationaal maakte CertiQ vorderingen met de Association of Issuing Bodies (AIB), het Europese samenwerkingsverband voor garantiebeheerinstanties zoals CertiQ. De door de AIB gehanteerde norm voor Garanties van Oorsprong, de EECS-norm, is door de Europese Commissie overgenomen als internationale standaard en zij geeft nu als officiële aanbeveling deze standaard te gebruiken. De commissie erkent daarmee de betrouwbaarheid van de norm waaraan ook de Garanties van Oorsprong van CertiQ voldoen en dat is zeker iets om trots op te zijn. Blij waren wij ook met het rapport van de commissie Cramer, die duurzaamheidscriteria voor biomassa heeft opgesteld. Dit rapport zal in 2007 verder worden uitgewerkt in concrete instrumenten. Het rapport vormt de aanleiding tot verdere discussie over de gevolgen van de productie, winning en transport van de verschillende soorten (bio)brandstof voor mens, maatschappij en milieu. CertiQ hoopt dat aan de hand hiervan de politiek tot structurele keuzes komt. Keuzes die wat ons betreft daadwerkelijk leiden tot investeringen in een leefbare wereld, nu en in de toekomst. Het is overduidelijk dat op lange termijn de leveringszekerheid van energie alleen kan worden gegarandeerd als we de afhankelijkheid van fossiele energie beperken. 5 CertiQ jaarverslag 2006

6 En om klimaatverandering tegen te gaan zal de uitstoot van CO 2 verder moeten worden beperkt. Onze overtuiging, van CertiQ én zusterbedrijf EnerQ, is dat de MEP-regeling en de uitgifte van betrouwbare duurzame certificaten de Garanties van Oosprong - waardevolle instrumenten zijn om te komen tot een groter duurzaam gehalte van de elektriciteitsproductie. Uiteraard zijn we zeer benieuwd naar de keuzes die het nieuwe kabinet op dit gebied gaat maken. Het regeerakkoord spreekt van 20% duurzame energie in De Europese Unie heeft zich in de voorjaarstop van 2007 uitgesproken voor 20% reductie van CO 2 -emissies. Daarvoor is veel milieubewust opgewekte elektriciteit nodig. Voor CertiQ, beheerder van het elektriciteitscertificatensysteem, is duidelijk dat deze ambitieuze plannen alleen een serieuze kans krijgen als er de komende tijd stimuleringsmaatregelen blijven bestaan om duurzame elektriciteit in kostprijs concurrerend te maken met gewone stroom. CertiQ en EnerQ hopen een waardevolle sparringpartner te zijn voor de ministeries en de politiek, om zo een bijdrage te leveren aan de besluitvorming in de steeds omvangrijkere duurzame energiemarkt. Mr. Gineke van Dijk Manager CertiQ B.V. 6 CertiQ jaarverslag 2006

7 CertiQ De liberalisering van de markt voor duurzame elektriciteit deed de overheid in 2001 besluiten om met een certificatensysteem de handel in en de levering van groene stroom vorm te geven. Voor het beheer van het systeem werd in 2001 het bedrijf Groencertificatenbeheer opgericht. Een naam die in 2003, ook vanwege een verbreding van het takenpakket, werd veranderd in CertiQ B.V. (hierna: CertiQ). De aandelen van CertiQ zijn volledig in handen van moederbedrijf TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT). In december 2003 wees het Ministerie van Economische Zaken TenneT officieel aan als garantiebeheerinstantie. CertiQ is daarnaast de uitvoerende organisatie in Nederland voor het Renewable Energy Certificate System (RECS). Dit is een commercieel Europees certificatensysteem, dat is geïnitieerd door verschillende marktpartijen. Het grote voordeel van een certificatensysteem is dat het traject van producent tot eindverbruiker inzichtelijk en controleerbaar wordt. Productiecertificaten worden gebruikt als bewijs van duurzame opwekking, beter bekend als Garanties van Oorsprong. CertiQ geeft drie typen certificaten uit: - Garanties van Oorsprong; - WKK-certificaten; - RECS-certificaten. De eerste twee typen certificaten vloeien voort uit ministeriële regelingen, de RECS-certificaten zijn gebaseerd op een vrijwillig systeem, conform de normen van de Association of Issuing Bodies (AIB). De invoering van het certificatensysteem houdt nauw verband met de ontwikkelingen in de energiesector en met name met het belang dat in 1997 wereldwijd werd toegekend aan duurzaam opgewekte elektriciteit. In het Japanse Kyoto werden in dat jaar door de belangrijkste industrielanden afspraken gemaakt (het Kyoto-protocol) over de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, waaronder koolstofdioxide (CO 2 ). Gestreefd wordt naar een reductie van gemiddeld 5% in de periode , ten opzichte van het niveau in Voor Nederland geldt dat in 2010 minimaal 9% van de energie die wordt verbruikt duurzaam moet worden opgewekt. Uit gegevens van het CBS van maart 2007 blijkt dat het percentage elektriciteit dat groen werd geproduceerd de afgelopen jaren is gestegen van 4,3% in 2004 tot 6,1% in 2005 en 6,6% in De verwachting van het Ministerie van Economische Zaken is dat het streefpercentage van 9% in 2010 wordt gehaald. 7 CertiQ jaarverslag 2006

8 Bij de uitvoering van haar taak maakt CertiQ gebruik van het geautomatiseerde Elektriciteitscertificatensysteem (E-certificatensysteem). Installaties komen in aanmerking voor Garanties van Oorsprong of WKK-certificaten als de netbeheerder, op wiens net zij zijn aangesloten, vaststelt dat het daadwerkelijk gaat om een duurzame installatie of een WKK-installatie. Tevens moet eenduidig kunnen worden gemeten hoeveel elektriciteit er wordt opgewekt. De Garanties van Oorsprong die CertiQ uitgeeft zijn het enig in Nederland toegelaten bewijs dat elektriciteit duurzaam is opgewekt. Ze worden onder meer gebruikt door de DTe voor de controle op de elektriciteitsetikettering en dragen daarmee bij aan de transparantie en controleerbaarheid van de markt voor duurzame elektriciteit. Een ander doel van de Garanties van Oorsprong is het faciliteren van de markt voor duurzame elektriciteit. Doordat de Garanties van Oorsprong los van de elektriciteits- contracten kunnen worden verhandeld, wordt de liquiditeit in de markt bevorderd. Tot slot wordt op basis van de Garanties van Oorsprong en WKK-certificaten door zusterbedrijf EnerQ B.V. (hierna: EnerQ) de MEP-subsidie uitbetaald. Deze subsidie kan worden verkregen als elektriciteit wordt opgewekt uit duurzame bronnen zoals wind, biomassa, zon en waterkracht, en via warmtekrachtkoppeling (WKK). 3.1 Werkwijze Producenten die in aanmerking willen komen voor Garanties van Oorsprong of WKK-certificaten moeten in het E-certificatensysteem worden geregistreerd. Daarvoor moet een verzoek tot vaststelling worden gedaan. Die vaststelling is een verklaring van de netbeheerder dat de installatie voldoet aan de wettelijke eisen. Als aan deze voorwaarden is voldaan, ontvangt de producent een deelnemingsovereenkomst, die ondertekend aan CertiQ moet worden geretourneerd. Hierna wordt de producent geregistreerd en komt de duurzame of WKK- elektriciteit in aanmerking voor certificaten. Het aantal certificaten wordt bepaald aan de hand van de productiegegevens die door de netbeheerder maandelijks worden ingestuurd. Voor biomassa is extra informatie nodig om certificaten te kunnen aanmaken. Een handelaar moet in percentages aangeven welk deel van de productie duurzaam is. Vervolgens moet hij aangeven in welke hoeveelheid de verschillende soorten biomassa in die periode zijn ingezet. 8 CertiQ jaarverslag 2006

9 Ook voor producenten die elektriciteit opwekken met een WKK-installatie zijn er aanvullende verplichtingen. Het aantal certificaten is sinds juli 2004 gerelateerd aan de CO 2 -uitstoot van de installatie. Dit wordt uitgedrukt in de CO 2 -index. Deze is voor installaties die alleen bestaan uit gasmotoren, vastgelegd in een standaard tabel die is vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken. Voor installaties die niet alleen bestaan uit gasmotoren wordt door de producent een meetprotocol opgesteld, waarna voor iedere productiemaand aan de hand van een meetrapport de CO 2 -index wordt bepaald. De certificaten die na registratie van de producent automatisch worden aangemaakt, worden bijgeboekt op het account van de door de producent aangegeven handelaar. Alleen handelaren kunnen eigenaar zijn van aangemaakte Garanties van Oorsprong. Iedere (rechts)persoon kan zich bij CertiQ inschrijven als handelaar. Deze kan ervoor kiezen de certificaten te verhandelen, te splitsen in kleine coupures, terug te trekken of in te zetten als bewijs van levering van duurzame elektriciteit aan eindverbruikers. Voor elk megawattuur (MWh) geleverde groene elektriciteit, moet een certificaat van gelijke waarde afgeboekt worden. De handelaar doet dit door certificaten op zijn rekening als gebruikt aan te merken (afboeken ofwel redeemen). WKK-certificaten zijn niet verhandelbaar en dienen alleen als basis voor de uitkering van de MEP-subsidie. Hetzelfde geldt voor certificaten van duurzaam geproduceerde elektriciteit die niet aan het openbare net, maar aan een installatie wordt geleverd. Niet verhandelbare certificaten kunnen ook niet worden gebruikt als bewijs van levering van duurzaam opgewekte elektriciteit. 3.2 Waarde certificaten Uitgegeven certificaten vertegenwoordigen verschillende waarden en staan voor het aantal MWh dat een certificaat vertegenwoordigt. Er zijn coupures van 1, 10, 100, en MWh. De certificaten worden in zo groot mogelijke waarden uitgegeven. Op de certificaten staan tevens de herkomst, de omvang van de geproduceerde elektriciteit en de uitgiftedatum vermeld. Certificaten hebben een geldigheid van één jaar. Daarna verliest het certificaat zijn geldigheid en kan het niet meer als bewijs van levering van duurzame elektriciteit worden gebruikt. 9 CertiQ jaarverslag 2006

10 3.3 Tarieven Na consultatie van de Deelnemersraad, waarin deelnemers van CertiQ vertegenwoordigd zijn, stelt de directie periodiek de tarieven van CertiQ vast. Aan de basis hiervan ligt de exploitatieprognose. Uitgangspunt is dat de tarieven van CertiQ kostendekkend zijn. Eventuele verschillen tussen inkomsten en uitgaven worden verdisconteerd met tarieven over toekomstige jaren. Tabel 1 Tarieven sinds juli 2001 Component juli maart januari juli januari januari januari Inschrijving producent Inschrijving handelaar Inschrijving aggregator Inschrijving handelsplatform Jaargeld producent Jaargeld handelaar Jaargeld handelaar < MWh Jaargeld aggregator Jaargeld aggregator < MWh Jaargeld handelsplatform Per certificaat van 1 MWh - aanmaken 0,300 0,150 0,100 0,037 0,037 0,037 0,060 - re-issue ,027 0, transfer 0,250 0,020 0,020 0,010 0,010 0,010 0,010 - verbruiken (redeemen) 0,300 0,150 0,100 0,074 0,074 0,074 0,060 - importeren - 0,020 0,020 0,010 0,010 0,010 0,010 - exporteren - 0,020 0,020 0,010 0,010 0,010 0, CertiQ jaarverslag 2006

11 3.4 Omgeving CertiQ CertiQ heeft een nauwe band met verschillende partijen in de markt. De belangrijkste zijn: TenneT TSO B.V. TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, is door het Ministerie van Economische Zaken belast met het opzetten van een certificatensysteem voor milieubewust opgewekte elektriciteit (art 73 E-wet). Namens TenneT voert CertiQ deze taak uit. TenneT is het moederbedrijf van CertiQ en tevens enig aandeelhouder. Voor het beheer van het E-certificatensysteem maakt CertiQ gebruik van de elektronische infrastructuur van TenneT. EnerQ B.V. Zusterbedrijf EnerQ keert namens TenneT en op basis van de door CertiQ aangemaakte certificaten, de MEP-subsidie uit. Ministerie van Economische Zaken Het Ministerie van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van duurzame energie, warmtekrachtkoppeling (WKK) en klimaatneutrale fossiele energie (KNFE). Met het ministerie vindt beleidsafstemming plaats over de onderwerpen die CertiQ raken. Netbeheerders De netbeheerders hebben naast hun normale taken de verantwoordelijkheid om productieverklaringen te beoordelen en goed te keuren en de meetdata tijdig in te zenden. Directie Toezicht Energie (DTe) De DTe is de toezichthouder voor de energiesector. De instantie ziet onder meer toe op uitvoering en naleving van de Elektriciteitswet 1998 en de regelingen die door CertiQ worden uitgevoerd. Producenten Producenten wekken elektriciteit op met een installatie voor duurzaam opgewekte elektriciteit of met een WKK-installatie en leveren deze op het elektriciteitsnet of andere installatie. Voor deze productie geeft CertiQ Garanties van Oorsprong of WKK-certificaten uit. 11 CertiQ jaarverslag 2006

12 Handelaren Alleen een handelaar kan eigenaar zijn van aangemaakte certificaten. Hij koopt duurzame elektriciteit van producenten. De producenten geven bij CertiQ aan dat de Garanties van Oorsprong op de rekening van deze handelaar moeten worden bijgeboekt. De handelaar kan ervoor kiezen om de certificaten te verhandelen of in te zetten als bewijs van levering van duurzame elektriciteit aan eindverbruikers. Deelnemersraad en Platform E-MEP Voor een optimale afstemming op de wensen van haar participanten heeft CertiQ een deelnemersraad opgericht. De leden vertegenwoordigen de belangen van de deelnemers aan het certificatensysteem. Met de adviezen van de raad wordt rekening gehouden bij het opstellen van het jaarplan. Naast de deelnemersraad draagt ook het Platform E-MEP bij aan een optimale werking van het systeem. Het platform is in juni 2005 ontstaan door het samenvoegen van het Platform E-certificaten van CertiQ en een vergelijkbaar platform van EnerQ. In het Platform E-MEP hebben vertegenwoordigers zitting van CertiQ, EnerQ, de deelnemersraad, het Ministerie van Economische Zaken en de DTe, alsmede enkele regionale netbeheerders. Association of Issuing Bodies (AIB) De AIB is een internationaal samenwerkingsverband van garantiebeheerinstanties zoals CertiQ. CertiQ participeert hierin. De AIB streeft naar standaardisering van Energiecertificatensystemen om zodoende internationale handel te faciliteren. De EECS-norm van de AIB is inmiddels door de Europese Commissie overgenomen en geldt als officiële aanbeveling voor de implementatie van nationale certificatensystemen. De leden van de AIB geven Garanties van Oorsprong en RECS-certificaten uit. RECS International RECS staat voor Renewable Energy Certificate System. RECS International is de belangenorganisatie van dit commerciële Europese certificatensysteem, dat is geïnitieerd door verschillende marktpartijen. Binnen CertiQ loopt het RECS-systeem zoveel mogelijk parallel aan het systeem van Garanties van Oorsprong. SenterNovem SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken en voert onder meer de subsidieregeling duurzame elektriciteit vergistingsinstallaties uit. Deze subsidie wordt uitgekeerd op basis van de door CertiQ uit te geven Garanties van Oorsprong. 12 CertiQ jaarverslag 2006

13 Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) CertiQ stuurt maandelijks statistieken met betrekking tot productie van duurzame elektriciteit naar het CBS. Dit gebeurt op basis van een overeenkomst tussen TenneT en het CBS. De gegevens worden door het CBS verwerkt in zijn publicaties. 3.5 Corporate Governance Code Bij de introductie van de Corporate Governance Code van de Commissie Tabaksblat eind 2003 heeft TenneT, enig aandeelhouder en bestuurder van CertiQ, ervoor gekozen om deze code, daar waar toepassing mogelijk is, ook na te leven, ondanks het feit dat TenneT geen beursgenoteerde onderneming is. De principes en best practice-bepalingen uit de code vormen naar de mening van TenneT een leidraad voor het handelen van de onderneming en de dochters waarover zeggenschap bestaat. De code wordt niet alleen nageleefd door TenneT, maar daar waar toepassing mogelijk is eveneens door haar groepsmaatschappijen, waaronder CertiQ. Dat laatste spreekt vanzelf aangezien TenneT niet alleen enig aandeelhouder van CertiQ is, maar tevens statutair directeur en voorts de vaste medewerkers bij CertiQ gedetacheerd zijn vanuit TenneT. In 2006 zijn nagenoeg geen wijzigingen aangebracht in de corporate governance structuur. Directie De directie van CertiQ is verantwoordelijk voor het strategische en organisatorische beleid en voor het op effectieve en efficiënte wijze uitvoeren van de Garanties van Oorsprong en certificatenregelingen. CertiQ legt daarover verantwoording af aan TenneT. TenneT stelt het kader vast voor de beleidsvorming inzake de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Binnen dit kader zijn de directie en het management van CertiQ verantwoordelijk voor het beheer van deze systemen. CertiQ stelt een jaarplan op, inclusief het exploitatiebudget, het investeringsbudget en de financieringsbehoefte. Dit jaarplan wordt goedgekeurd door de aandeelhouder en vormt het mandaat voor het management. CertiQ rapporteert ten minste elk kwartaal aan de aandeelhouder over de uitvoering van het jaarplan. Periodiek wordt er over de financiële resultaten en operationele ontwikkelingen gerapporteerd. 13 CertiQ jaarverslag 2006

14 Kernwaarden: kwaliteit en integriteit Kwaliteit en integriteit zijn de kernwaarden waaraan het handelen van TenneT getoetst kan worden. Deze waarden zijn nader uitgewerkt in de bedrijfscode van TenneT, die in 2006 geheel vernieuwd is. Tevens is in overeenstemming met artikel 11b van de Elektriciteitswet 1998 een werknemersreglement vastgesteld. De bedrijfscode kan aangemerkt worden als de gedragscode waaraan de Corporate Governance Code refereert. De bedrijfscode geldt voor alle medewerkers van TenneT, zowel voor degenen met een dienstverband, als voor alle medewerkers die door TenneT worden ingehuurd en derhalve ook voor de medewerkers van CertiQ. Alle medewerkers van CertiQ hebben inmiddels schriftelijk verklaard de bedrijfscode en het werknemersreglement na te leven. De bedrijfscode is gepubliceerd op de website. Het toezicht op de naleving van de bedrijfscode en het werknemersreglement is belegd bij de compliance officer. De compliance officer fungeert als aanspreekpunt voor de onderneming en heeft een adviserende en monitorende functie. Voorts rapporteert de compliance officer aan de directie en draagt zorg voor het jaarlijkse nalevingsverslag aan de Directie Toezicht Energie (DTe). TenneT draagt zorgt voor verdere voorlichting en bewustwordingsacties. Een ander middel om de kwaliteit en integriteit binnen de onderneming te bewaken vormt de klokkenluiderregeling, die medewerkers in staat stelt om vermeende onregelmatigheden binnen de onderneming van algemene, operationele of financiële aard anoniem te melden. Een melding kan bij een speciaal daartoe aangewezen vertrouwenspersoon worden gedaan. Expliciet is vastgelegd dat de melding gedaan kan worden, zonder dat de rechtspositie van de medewerker in gevaar komt. De klokkenluiderregeling is gepubliceerd op de website. In 2006 is de vertrouwenspersoon een aantal malen door medewerkers van TenneT benaderd. Geconcludeerd kan evenwel worden dat binnen de onderneming geen onregelmatigheden van algemene, operationele of financiële aard zijn geconstateerd. Financiële verslaggeving De directie is van mening dat de jaarrekening 2006 geen onjuistheden van materieel belang bevat. 14 CertiQ jaarverslag 2006

15 De directie is, naar beste weten en overtuiging, van mening dat er geen verdere indicaties zijn dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen van CertiQ ten aanzien van de financiële verslaggevingsrisico s in het verslagjaar niet naar behoren hebben gewerkt en geen redelijke mate van zekerheid zouden geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. Externe accountant De externe accountant van CertiQ, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., is belast met de controle van de jaarrekening en rapporteert aan de raad van commissarissen en de directie. De externe accountant stelt het accountantsverslag en de managementletter op en geeft de accountantsverklaring bij de jaarrekening. De diensten die CertiQ uitbesteedt aan PricewaterhouseCoopers worden vooraf getoetst op de verenigbaarheid met de onafhankelijkheid van de externe accountant. Volgens de richtlijnen van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) is het verplicht om in het kader van onafhankelijkheid, eens per zeven jaar van externe accountant te wisselen. Dit ligt ook in lijn met de beginselen van de Code Tabaksblat. Met ingang van het verslagjaar 2006 is de verantwoordelijkheid voor CertiQ binnen PricewaterhouseCoopers overgedragen aan een andere partner. 3.6 Informatievoorziening In een poging alle betrokkenen bij het E-certificatensysteem zo goed mogelijk te informeren over de procedure en eventuele veranderingen, maakt CertiQ intensief gebruik van haar eigen website. CertiQ beschikt tevens over een Servicedesk voor de afhandeling van telefonische vragen. Hiervan wordt veelvuldig gebruik gemaakt door vertegenwoordigers van de meest uiteenlopende partijen in de elektriciteitsmarkt. De digitale en telefonische contacten zorgen er voor dat CertiQ nauw in contact blijft met de markt en snel kan inspringen op eventuele wensen. 15 CertiQ jaarverslag 2006

16 3.7 Organisatie CertiQ CertiQ zelf heeft geen werknemers in dienst; de medewerkers van CertiQ zijn in dienst van TenneT. In 2006 bedroeg het gemiddeld aantal ingehuurde medewerkers 13,6 fte. Twee medewerkers werden bij derden ingehuurd. Het aantal medewerkers per eind 2006 bedroeg 11,7 fte. In 2005 was dit 10,5 fte. Per eind 2006 werden geen medewerkers meer ingehuurd, anders dan via TenneT. 16 CertiQ jaarverslag 2006

17 Ontwikkelingen 2006 Het aantal producenten van duurzame elektriciteit dat deelneemt aan het certificatensysteem is in 2006 verder gegroeid. De goed functionerende certificatenregeling werd alleen op onderdelen bijgesteld. Zo werd op 1 juli een wijziging van kracht, waarbij voor afvalverbrandingsinstallaties (AVI s) eisen worden gesteld aan het energetisch rendement van de installatie. Dit energetisch rendement, dat maandelijks wordt vastgesteld, is bepalend voor de hoogte van het subsidietarief. De groei van het aandeel duurzame elektriciteit en indirect daarmee het succes van de MEP-regeling bleken echter ook een keerzijde te kennen. Het oplopen van de kosten deed toenmalig minister Joop Wijn van Economische Zaken op 18 augustus besluiten de MEP-regeling voor nieuwe installaties voor duurzaam opgewekte energie, tijdelijk stop te zetten. De argumentatie was dat met de installaties die bekend waren bij EnerQ op dat moment en met de bestaande installaties die geen recht hebben op MEP, de 9% naar verwachting reeds kon worden gehaald. Toenmalig minister Wijn vond het aan het nieuwe kabinet om verder te beslissen over de toekomst van de MEP-regeling. Deze beslissing zorgde voor onrust en onzekerheid in de markt, en het aantal nieuwe duurzame productie-installaties dat werd aangemeld liet in de maanden na 18 augustus een daling zien. Voor een kleine categorie producenten was er een overgangsregeling die het Ministerie van Economische Zaken eind 2006 instelde, te weten de kleinschalige (co)mestvergisters. Deze subsidieregeling wordt uitgevoerd door SenterNovem en is gebaseerd op de door CertiQ uit te geven Garanties van Oorsprong. Het besluit van het kabinet drukte CertiQ nog eens met de neus op de feiten, namelijk dat het bedrijf erg afhankelijk is van de overheid en de politiek. Niettemin bleef de rust in de organisatie bewaard en wordt onverminderd met vertrouwen naar de toekomst gekeken. Vertrouwen dat enerzijds is gebaseerd op de plannen van het nieuwe kabinet en anderzijds op de zorg van veel mensen voor het milieu. CertiQ hoort steeds vaker van marktpartijen dat de vraag naar duurzame elektriciteit en naar Garanties van Oorsprong toeneemt bij bedrijven, overheden en instellingen. Het streven naar maatschappelijk verantwoord ondernemen speelt daarbij een rol. TenneT bijvoorbeeld, koopt Garanties van Oorsprong ter vergroening van haar netverliezen. In 2006 werd 460 GWh door TenneT vergroend. Daarnaast heeft TenneT, mede ten behoeve van EnerQ en CertiQ, zijn eigen elektriciteitsverbruik vergroend. 17 CertiQ jaarverslag 2006

18 In december 2006 werd een mijlpaal bereikt met het passeren van de grens van 55 miljoen MWh aan milieubewust opgewekte elektriciteit. Deze 55 miljoen MWh staat ongeveer gelijk aan het gemiddelde jaarverbruik van zestien miljoen huishoudens. Het betreft in Nederland geproduceerde elektriciteit opgewekt uit zonne-energie, wind- en waterkracht, door een biomassa-installatie of door middel van warmtekrachtkoppeling. In totaal leverden meer dan productie-installaties een bijdrage. Het grootste deel van de gecertificeerde elektriciteit is opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling (WKK) en door biomassa-installaties. WKK-installaties buiten beschouwing gelaten is 67,5% van de certificaten die worden uitgegeven voor binnenlandse productie afkomstig uit biomassa, 31,1% uit windenergie, 1,3% uit waterkracht en minder dan 0,1% uit zonne-energie. In 2006 lag het aantal redeems (het afboeken van Garanties van Oorsprong door de handelaar ten bewijze van levering van duurzame elektriciteit aan de consument) op het verwachte niveau en vrijwel op hetzelfde niveau als in Het aantal redeems kwam uit op Garanties van Oorsprong. 4.1 Biomassa Het aandeel bij- en meestook van biomassa in grootschalige productie-installaties groeide in de afgelopen jaren sterk. In 2006 veranderde dat als gevolg van een daling van het MEP-tarief voor deze categorie per 1 juli. De daling was aangekondigd en daarom speelden producenten op de verandering in. Het aandeel bij- en meestook kende in de laatste maanden voor juli 2006 een grote piek om vervolgens sterk terug te vallen. Ook was er een verschuiving zichtbaar richting meestook van schoon hout, waarvoor een hoger subsidietarief geldt dan voor overige biomassa. 4.2 Windenergie Windenergie gaf in het najaar van 2006 een grote opbrengst; het waaide bovengemiddeld. Een andere ontwikkeling bij windenergie is dat de technologie elk jaar verbetert, waardoor moderne windmolens beschikken over steeds meer vermogen. Voor het eerste windpark op zee werden in oktober de eerste Nederlandse Garanties van Oorsprong uitgegeven. Het totale opwekvermogen van windenergie dat bij CertiQ is ingeschreven, is inmiddels gegroeid tot meer dan megawatt. 18 CertiQ jaarverslag 2006

19 4.3 Zonne-energie en waterkracht Op het totaal aan duurzaam opgewekte elektriciteit is het aandeel van zonne-energie en stroom, opgewekt met behulp van waterkracht, marginaal. Veertien kleine waterkrachtinstallaties staan bij CertiQ ingeschreven. Het aandeel van de 609 producenten van zonne-energie bedraagt twaalf megawatt. Dit is minder dan 0,1% van de totale duurzame productie in Omdat deze installaties elektriciteit produceren die weliswaar als zeer duurzaam geldt, maar tevens in vergelijking met andere soorten opwekking duur is, kunnen zij bij EnerQ het hoogste subsidietarief ontvangen. 4.4 WKK Na jaren van onafgebroken groei daalde in 2006 voor het eerst het aantal uitgegeven certificaten voor WKK-installaties. Een trendbreuk die niet los kan worden gezien van een nieuwe regeling die voorschrijft dat per 1 januari WKK-installaties, die langer dan tien jaar geleden in gebruik zijn genomen, moeten worden uitgeschreven. Later, in augustus, werd dit besluit met een renovatieregeling verzacht. WKK-installaties ouder dan tien jaar, die voldoen aan bepaalde criteria, werden alsnog toegelaten tot de WKK-certificatenregeling. Nederland is in Europa een van de koplopers als het gaat om het gebruik van WKK. Het huidige park voorziet ons in ongeveer 40% van de elektriciteit. Daarbij levert WKK een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen van de overheid op het gebied van energiebesparing en CO 2 -reductie. 4.5 Internationale handel Voor de internationale handel werd door de markt ook in 2006 gebruikgemaakt van het Renewable Energy Certificate System (RECS). Een Europees certificatensysteem, geïnitieerd door verschillende marktpartijen. Dit systeem vertoont grote overeenkomsten met het systeem van Garanties van Oorsprong zoals dat in Nederland door CertiQ wordt beheerd. Nederlandse producenten en handelaren die internationaal willen opereren, kunnen via CertiQ RECS-certificaten aanvragen of ontvangen. RECS-certificaten die niet ook Garanties van Oorsprong zijn, mogen binnen Nederland niet worden gebruikt als bewijs voor duurzaam geproduceerde elektriciteit. 19 CertiQ jaarverslag 2006

20 4.6 Veranderingen in de leiding De leiding van CertiQ kwam in 2006 met ingang van 15 juni in handen van mr. Gineke van Dijk. Zij geeft als manager CertiQ leiding aan het bedrijf. Directeur ir. Paul Dirix nam afscheid. Gineke van Dijk is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de directie van TenneT. 20 CertiQ jaarverslag 2006

21 Resultaten Kerncijfers In 2006 is het aantal producenten dat deelneemt aan het certificatensysteem weer verder toegenomen, met uitzondering van de categorie WKK-installaties. De WKK-installaties die (op peildatum 1 januari 2006) langer dan tien jaar geleden in gebruik genomen waren, zijn per 1 januari 2006 van rechtswege uitgeschreven. De aanmaak van certificaten voor WKK-elektriciteit daalde in vergelijking met het voorgaande kalenderjaar dan ook aanzienlijk (van naar certificaten). Het aantal uitgegeven certificaten over met name de categorieën wind en biomassa kende in 2006 een verdere groei. Overigens werd de productie van duurzame elektriciteit met behulp van biomassa in de tweede helft van het kalenderjaar sterk verlaagd, mogelijk door een afnemend MEP-subsidietarief. Ondanks het feit dat het aantal producenten met een installatie op zonneenergie verder steeg, bleef de bijdrage van deze categorie installaties aan de totale opwek van elektriciteit marginaal. De aanmaak van certificaten voor duurzame elektriciteit kwam in 2006 overeen met MWh. De import van duurzame elektriciteit daalde ten opzichte van 2005 met enkele procenten en bedroeg MWh. Het totale verbruik aan duurzame elektriciteit bedroeg MWh. De voorraad geldige certificaten steeg in de periode 1 januari 2006 tot 1 januari 2007 met ongeveer 1 miljoen certificaten tot CertiQ jaarverslag 2006

22 5.2 Tabellen Garanties van Oorsprong Tabel 2 Participanten per 31 december 2006 Aantal producenten per 31 december december 2005 Biomassa Water Zon Wind WKK Totaal Aantal handelaren/aggregators per 31 december december 2005 Handelaren Aggregators 7 4 Totaal Het aantal geldige inschrijvingen voor WKK is aanzienlijk afgenomen, doordat installaties die voor 1 januari 1997 in gebruik zijn genomen per 1 januari 2006 niet meer in aanmerking komen voor certificering. Het verschil tussen de aantallen geldige inschrijvingen per einde 2005 en per einde 2006 is echter kleiner dan het aantal uitschrijvingen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door nieuwe aanmeldingen van kleinschalige WKK-projecten. Grafiek 1 Gecertificeerde productie van duurzame elektriciteit in Nederland (1 juli 2001 t/m 31 december 2006) 700 x MWh / / / / / /2007 Zon Water Wind Biomassa 22 CertiQ jaarverslag 2006

23 Grafiek 2 Aangemaakte certificaten over Nederlandse duurzame elektriciteit x MWh / / / / / /2007 Zon Water Wind Biomassa In het bovenstaande schema is tot juli 2006 een gestage groei van de gecertificeerde biomassaelektriciteit te zien, waarna we een flinke daling kunnen onderkennen. Bovendien is er eind 2006 een groei waarneembaar in de gecertificeerde windelektriciteit. In 2007 zal moeten blijken in hoeverre deze groei toe te schrijven valt aan de oplevering van het eerste off-shore windpark van Nederland. 5.3 Geïmporteerde en geëxporteerde Garanties van Oorsprong over duurzame elektriciteit Tabel 3 Overzicht import en export Import / Export in MWh Import Export CertiQ jaarverslag 2006

24 Grafiek 3 Import van duurzame elektriciteit x MWh / / / / /2007 Zon Water Wind Biomassa Dit schema toont dat de import van certificaten in 2006, net als in 2005, hoofdzakelijk betrekking had op elektriciteit opgewekt met behulp van waterkracht. Grafiek 4 Activiteiten met duurzame elektriciteit in het systeem x MWh / / / / / /2007 Export Verlopen (expire) Levering (redeem & own consumption) Nieuwe aanmaak 24 CertiQ jaarverslag 2006

25 Het evenwicht tussen nieuwe aanmaak en de levering van certificaten, heeft zich in 2006 voortgezet. Grafiek 5 Onderlinge overboekingen van certificaten x MWh / / / / / /2007 Tabel 4 Participanten RECS RECS 31 december december 2005 Aantal producenten (aansluitpunten) Aantal handelaren Aantal aggregatoren 0 0 Aantal handelsplatforms 0 0 Tabel 5 Participanten EECS EECS 31 december december 2005 Aantal producenten (aansluitpunten) Aantal handelaren Aantal aggregatoren 4 7 Aantal handelsplatforms CertiQ jaarverslag 2006

26 Grafiek 6 Onderlinge overboekingen RECS en/of EECS certificaten x MWh / / / / / / Tabellen WKK-certificaten Tabel 6 Aanmaak certificaten over WKK-elektriciteit (in MWh) Aangemaakte WKK-certificaten De bovengenoemde aantallen hebben betrekking op zowel de gecertificeerde productie van WKK-elektriciteit onder de regeling certificaten warmtekrachtkoppeling, als op de gecertificeerde productie van CO 2 -neutrale elektriciteit onder de regeling kooldioxide-index warmtekrachtkoppeling. 26 CertiQ jaarverslag 2006

27 Grafiek 7 Aangemaakte WKK-certificaten x MWh / / / /2007 Aanmaak WKK-overgangsregeling Aanmaak WKK CO 2 -indexregeling 27 CertiQ jaarverslag 2006

28 5.5 Financieel resultaat De kosten en opbrengsten in 2006 laten zich als volgt samenvatten: Gefactureerde omzet Te verrekenen Omzet volgens jaarrekening Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten In 2006 is de gefactureerde omzet gestegen ten opzichte van Dit is met name veroorzaakt door het op nihil stellen van de in het verleden toegepaste kortingen, resulterend in een hoger netto-tarief bij creaties, transfers en redeems van certificaten. De bedrijfslasten zijn in 2006 fors gedaald in vergelijking tot Dit wordt vooral veroorzaakt door verminderde inhuur van externe krachten, ondermeer door de afronding van het project CO 2 -index. 28 CertiQ jaarverslag 2006

29 Jaarrekening 2006 Balans per 31 december 2006 na resultaatbestemming 30 Winst- en verliesrekening over het jaar Kasstroomoverzicht over het jaar Algemene toelichting 32 Toelichting op de balans per 31 december Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar Overige gegevens CertiQ jaarverslag 2006

30 Balans per 31 december 2006 na resultaatbestemming (in euro) Activa Ref. 31 december december 2005 Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen 2 Debiteuren Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen Liquide middelen Passiva Ref. 31 december december 2005 Eigen vermogen Aandelenkapitaal Kortlopende schulden 4 Groepsmaatschappijen Overlopende passiva CertiQ jaarverslag 2006

31 Winst- en verliesrekening over het jaar 2006 (in euro) Ref Omzet Bedrijfslasten 6 Systeem voor procesautomatisering Inhuur van personeel Afschrijving op materiële vaste activa Kosten algemeen beheer Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Resultaat voor belasting - - Belasting - - Resultaat na belasting CertiQ jaarverslag 2006

32 Kasstroomoverzicht over het jaar 2006 (in euro) Kasstroom uit operationele activiteiten Afschrijving op materiële vaste activa Werkkapitaal: - Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Algemene toelichting Aard der bedrijfsactiviteiten TenneT, de beheerder van het landelijk transportnet, is door de minister van Economische Zaken in een ministeriële beschikking aangewezen om een E-certificatensysteem in te richten. TenneT heeft CertiQ B.V. opgericht om dit systeem in te richten en de bijbehorende activiteiten uit te voeren. CertiQ heeft ten doel de handel in duurzame elektriciteit te faciliteren door het uitgeven en beheren van productiecertificaten. Productiecertificaten worden gecreëerd bij de productie van milieubewust opgewekte elektriciteit en een deel daarvan, de Garanties van Oorsprong, kan door handelaren worden verhandeld. De certificaten komen onder de Wet Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie in aanmerking voor subsidie. Hiertoe verzorgt CertiQ vanaf 1 juli 2003 ook de uitgifte van warmtekrachtkoppelingcertificaten. Tevens verzorgt CertiQ de uitgifte van RECS-certificaten (Renewable Energy Certificate System), een internationaal initiatief om te komen tot eenduidige afspraken om de handel in duurzame energie te faciliteren. Alle aandelen van CertiQ worden gehouden door TenneT. 32 CertiQ jaarverslag 2006

33 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde verslaggevingregels. Voor zover niet anders is vermeld, zijn de bedragen opgenomen tegen nominale waarde. Vaste activa Materiële vaste activa - De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van lineaire afschrijvingen. Met op balansdatum verwachte duurzame waardeverminderingen wordt rekening gehouden. De afschrijvingen worden naar tijdsgelang berekend over de verkrijgings- of vervaardigingsprijs uitgaande van de economische levensduur. Vlottende activa Debiteuren - Debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Omzet Conform de ministeriële regeling Garanties van Oorsprong voor duurzame elektriciteit mag de onafhankelijk beheerder van het transportnet de kosten voor het beheer van de productiecertificaten in rekening brengen bij de producent, afnemer, leverancier of handelaar. Jaarlijks worden door CertiQ, na advisering door de Deelnemersraad, tarieven vastgesteld. De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Het verschil tussen de werkelijke kosten en de gefactureerde omzet, wordt in toekomstige tarieven verwerkt. Belastingen Als belasting over het resultaat wordt verantwoord de overeenkomstig het geldende tarief berekende belastinglast, rekening houdend met permanente verschillen tussen fiscale en commerciële winstberekening. 33 CertiQ jaarverslag 2006

34 Toelichting op de balans per 31 december 2006 (in euro) 1 Vaste activa Materiële vaste activa Onder de materiele vaste activa is begrepen de software. Deze wordt in drie jaar afgeschreven. Met ingang van 2006 wordt de door TenneT in opdracht van CertiQ ontwikkelde software op de balans geactiveerd en in eigendom overgedragen. De boekwaarde van de materiële vaste activa is als volgt te specificeren: Software Per 1 januari Aanschafwaarde - - Cumulatieve afschrijvingen en - - waardeverminderingen Boekwaarde per 1 januari - - Activeringen Ingebruikname Desinvesteringen tegen boekwaarde - - Afschrijvingen Mutaties Per 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde per 31 december CertiQ jaarverslag 2006

35 2 Vorderingen Nog te ontvangen bedragen Dit betreft het verschil tussen de bedrijfslasten en de gefactureerde omzet. Dit verschil zal worden verrekend met toekomstige tarieven. 3 Eigen vermogen Aandelenkapitaal Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt , verdeeld in 900 aandelen van 100 elk. Hiervan zijn 180 aandelen geplaatst en gestort. 4 Kortlopende schulden Overlopende passiva Dit betreft passiveringen wegens nog te ontvangen facturen en te betalen vakantiedagen. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Voor het door TenneT ontwikkelde geautomatiseerde certificatensysteem bestaan op de balansdatum nog verschuldigde termijnen ten bedrage van Deze hebben een looptijd van een half jaar. De aangegane verplichtingen inzake investeringen bedraagt ultimo CertiQ maakt met TenneT en haar dochtermaatschappijen deel uit van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en omzetbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zoals die bij het aangaan van de fiscale eenheid zijn afgegeven door de fiscus, is CertiQ hoofdelijk aansprakelijk voor de vennootschapsbelasting- en omzetbelastingschulden van de gehele fiscale eenheid. 35 CertiQ jaarverslag 2006

36 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2006 (in euro) 5 Omzet In de verslagperiode is op basis van vastgestelde tarieven gefactureerd. Voor dekking van de kosten is nodig (2005: ). Het nadelige verschil met de gefactureerde omzet zal gedekt worden uit nog te behalen voordelen in volgende jaren Omzet Te verrekenen in tarieven Totaal De gefactureerde omzet kan als volgt worden gespecificeerd: Inschrijfgelden Lidmaatschappen Creaties van certificaten Transfers van certificaten Transfers van handelsplatformen Redeems van certificaten Creaties uit import Overige inkomsten Totaal De omzet van lidmaatschappen is afgenomen ten opzichte van Dit komt met name doordat een aantal aggregators hun account hebben opgeheven in verband met de structuurwijziging in Tevens zijn er meer partijen onder de grens van 50 MWh gebleven, waarvoor een lager tarief geldt. De omzet van de creaties, de transfers en de redeems van certificaten vertoont een stijging. Dit wordt met name veroorzaakt door het op nihil stellen van de in het verleden toegepaste korting (en dus een hoger netto-tarief). 36 CertiQ jaarverslag 2006

37 6 Bedrijfslasten Kosten van systemen voor procesautomatisering Dit betreft de vergoeding voor het gebruik van automatiserings- en communicatiesystemen ten behoeve van registratie en verrekening, welke systemen door TenneT ter beschikking worden gesteld. Deze kosten zijn afgenomen doordat met ingang van 2006 door TenneT in opdracht van CertiQ ontwikkelde software in eigendom worden overgedragen. Hierdoor ontstaat een verschuiving naar afschrijvingslasten materiele vaste activa. Inhuur van personeel De vennootschap heeft geen werknemers in dienst. In 2006 bedroeg het gemiddeld aantal ingehuurde medewerkers 13,6 fte. Deze medewerkers zijn ingeleend bij TenneT (11,6 fte) en bij derden (2,0 fte). Het aantal medewerkers ultimo verslagjaar bedraagt 11,7 fte (2005: 10,5 fte). De inhuur van derden ultimo verslagjaar is nihil. De personeelskosten zijn afgenomen ten opzichte van Dit wordt met name veroorzaakt door de afronding en implementatie van het project CO 2 index. Hierdoor is de inhuur van externe krachten gedaald. De kosten zijn als volgt te specificeren: Inhuur personeel TenneT Inhuur personeel derden Totaal Kosten algemeen beheer Tot de kosten van algemeen beheer worden alle kosten van huisvesting, advisering, kantoorkosten en reis- en verblijfkosten gerekend. De afname in 2006 ten opzichte van 2005, wordt voornamelijk veroorzaakt door een afname van de huisvestingskosten. Arnhem, 5 april 2007 Directie van CertiQ B.V. 37 CertiQ jaarverslag 2006

38 Overige gegevens Winstbestemming De winstbestemming is geregeld in artikel 29 van de statuten. De tekst daarvan luidt: 1 Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening, waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 2 De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. 3 De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden uitgehouden. 4 Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. 38 CertiQ jaarverslag 2006

39 Accountantsverklaring Aan de directie en aandeelhouders van CertiQ B.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag op pagina 29 tot en met 38 opgenomen jaarrekening 2006 van CertiQ B.V. te Arnhem bestaande uit de balans per 31 december 2006 en de winst-enverliesrekening over 2006 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de vennootschap. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen 39 CertiQ jaarverslag 2006