De Europese Torenvalk ( Falco Tinnunculus) Frans : Fancon crécerelle Duits : Turmfalke Engels : Eurasian Kestrel

Transcriptie

1 Technische steekkaart : De Europese Torenvalk ( Falco Tinnunculus) Frans : Fancon crécerelle Duits : Turmfalke Engels : Eurasian Kestrel Orde : Falconiformes - Familie : Falconidae - Geslacht : Falco Soort : Falco tinnunculus Ondersoorten : Falco tinnunculus tinnunculus F.t. carariensis F.t. dacotiae F.t. rufescens F.t. rupicolaeformis F.t. interstinctus F.t. objugatus F.t. archeri F.t. perpallidus F.t. rupicolus F.t. neglectus F.t. alexandri Vlaanderen : Voor het Vlaamse landsgedeelte is de Torenvalk opgenomen in het Soortenbesluit van 15 mei Bijlage 1 artikel 1 : 1 soort : een verzameling organismen die in alle belangrijk geachte kenmerken met elkaar en hun nakomelingen overeenkomen, daarbij inbegrepen alle ondersoorten,rassen en variëteiten. Wanneer u één van de hierboven genoemde ondersoorten in uw bezit moest hebben of kunnen krijgen, moeten deze dus voldoen aan de onderstaande wetgevingen.(ongeacht waar deze vogels leven of vandaan komen.) artikel 3 2. In afwijking van 1 is dit besluit niet van toepassing op : 1 gedomesticeerde soorten, rassen of variëteiten. Dat zijn soorten of rassen of variëteiten van een soort, die het resultaat zijn van menselijke domesticatieprocessen en die zich door middel van uiterlijke kenmerken onderscheiden van soorten, of rassen of variëteiten van soorten, die van nature in het wild voorkomen; Kleurafwijkingen komen dus niet in aanmerking voor het Soortenbesluit. Het ringen is evenwel zeer aangeraden.

2 De Torenvalk moet bijgevolg geringd worden met een gesloten pootring afgeleverd door de erkende vogelvereniging KBOF conform artikel en artikel 42 van het Soortenbesluit, met binnendiameter 8.0. Cites : De Torenvalk is opgenomen in de bijlage A II op de lijst van CITES EG verordening 709/2010 van 22 juli 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr 338/97 De Torenvalk moet voorzien zijn van een cites-certificaat, ingeschreven zijn in een register van binnenkomst en bij sterfte of verhandeling, in een register van vertrek. KB van 09 april 2003 artikel 2. 3 en artikel Zoals u in de technische steekkaart hebt gelezen zijn er enkele verplichtingen waaraan wij ons moeten houden alvorens wij ons een stel Torenvalken aankopen. Zorg ervoor dat u bij de aankoop steeds het cites-certificaat meekrijgt( Laat u niet verleiden door de verkoper die deze certificaten later zal opsturen ). Controleer of de gegevens op de pootring overeenstemmen met de gegevens op het certificaat. Zo kan u met een gerust geweten beginnen kweken met de Torenvalk. De Europese Torenvalk heeft een lengte die gemiddeld tussen de 33 en 38 cm bedraagt. (Van kop tot staart) De spanwijdte tussen de 68 en 82 cm. Het gewicht van het mannetje (Tarcel genoemd) is tussen de gr. Van het vrouwtje tussen gr. Het is één van de meest voorkomende valkjes in Europa en onze streken. Meestal ziet u ze biddend met de vleugels slaand, stil hangen in de lucht, speurend naar een prooi op de grond. U kan ze ook veel aantreffen bovenop een verlichtingspaal speurend naar prooi. Open terreinen met lage vegetatie zijn hun geliefkoosde biotoop. Het geluid is typisch kikikikiki. Zo kan men ze ook in de steden terugvinden. Er is zelfs koloniebroed waargenomen. Wat zo speciaal is bij de torenvalk dat zij het urinespoor van muizen kunnen zien van op hun vlieghoogte en bijgevolg hun prooien als het ware kunnen volgen.(soort ultravioletstraling) Het volwassen mannetje heeft een licht blauwgrijze kopkleur, de rug en vleugels is roodbruin en de vleugels zijn voorzien van kleine donkere vlekken. De staart is blauwgrijs met een brede zwarte eindband. De onderzijde is geelachtig bruin met donkere vlekken.

3 Het volwassen vrouwtje is iets minder fraai gekleurd. De kop, rug en vleugels zijn roestbruin Het vleugeldek ook met donkere vlekken. De onderzijde is eveneens geelachtig bruin met donkere vlekken, iets meer vlekkerig dan het mannetje. De staart is voorzien van zwarte dwarse banden. De jonge vogels lijken bij het uitvliegen meest op het vrouwtje, maar er zijn toch kleine verschillen te zien tussen tarcel en vrouwtje, later meer details hiervan. De Torenvalk maakt zelf geen nest en gebruikt oude ekster of kraaiennesten. Hij maakt ook gretig gebruik van geplaatste bakken waarvan de afmetingen circa 40 cm hoogte, 40 cm diepte en 40 cm breedte moeten zijn waarvan één kant open is, voorzien van een opstaande kant van ongeveer 12 a 15 cm. Deze bakken moeten op een hoogte van minsten 4 m van de grond geplaatst worden. In de polderstreken plaatsen veel landbouwers zulke bakken om de muizenplagen in toom te houden. Het voedsel in de natuur bestaat hoofdzakelijk uit muizen (praktisch 85 % en 15 % uit insecten) Muizen bevatten bijzonder veel calcium. Buiten het kweekseizoen leven zowel tarcel als vrouwjte solitair. Het zijn deels trekvogels en deels standvogels. Kweken in gevangenschap. In de voliere zijn deze vogels goed te houden en kweken relatief goed. Torenvalken zijn reeds na één jaar kweekrijp. Een voliere met afmetingen van 2.5 m lengte, 2.5 m diepte en 2.5 m hoogte is aangewezen. Zorgen voor voldoende vliegruimte. De bodem kan bestaan uit aarde of zand.(gemakkelijk te kuisen). Men kan ook keien gebruiken als ondergrond maar dat vind ik toch niet zo geschikt. De voliere mag ook kleiner zijn. Bv. 2 m lengte, 1.5 m diepte en 2 m hoog. De kweekbak, met de afmetingen hierboven vermeld, plaatst men zo hoog mogelijk. Men voorziet de bodem ervan van hooi of stro. Ik prefereer hooi. Ik kuis mijn volieres elke week uit. Ik maak de bodem schoon. Regelmatig gebruik ik Farm Fresh te koop in de vogelwinkels. Het is een goed ruikend ontsmettingsmiddel dat op de bodem en muren mag aangebracht worden, ook wanneer de vogels in de voliere zitten. Men doet dit met een verstuiver. Plaats een koppel steeds samen en laat het samen. Als men weet dat Torenvalken niet voor de rest van hun leven bij elkaar blijven en buiten het kweekseizoen een

4 solitair leven leiden, kan het zijn dat er buiten het kweekseizoen ruzies kunnen ontstaan tussen de tarcel en het vrouwtje. Mijn ervaring leert echter dat dit eerder zeldzaam is. Buiten het kweekseizoen ziet men wel dat beide vogels apart zitten en niet dicht bij elkaar. Let wel op dat deze ruzies niet escaleren en dat u tijdig kan ingrijpen. Als voedsel geeft ik diepvries ééndagskuikens en muizen. Ik wissel deze voeding geregeld. Driemaal in de maand geef ik Vitamin-cal en zuiver beendermeel aan mijn Torenvalken. Dat doe ik als volgt. Ik koop een doos Vitamin-cal (In Aveve) verkrijgbaar. Ik koop bij de apotheker 1 kg zuiver beendermeel. Bij de inhoud van de doos Vitamin-cal voeg ik dan drie a vier soeplepers beendermeel toe en meng alles goed. Ik trek onder de bek van het ééndagskuiken de huid wat open en doe een mespuntje van deze mengeling op het blote vlees. Ik geeft per dag, buiten het broedseizoen, 2 ééndagskuikens per kop. Dus 4 stuks per voliere. Ik geef daarbij regelmatig een tweetal muizen. Vanaf januari begin ik deze voeding op te drijven. Tweemaal in de week 6 ééndagskuikens. Dit doe ik tot einde februari. Vanaf maart geef ik dagelijks 6 kuikens en enkele muizen meer. Dit om volgende reden. Hoe meer het voedselaanbod, hoe meer eieren gelegd worden. Vanaf half april ziet men dat de tarcel het vrouwtje naar de nestbak lokt met de typische roep kikikiki Tamelijk vlug worden dan eieren gelegd. Als men de pop niet meer ziet, is het nodig eens in de nestbak te kijken. Normaal ziet men dan bruine gespikkelde eieren liggen. Normaal worden om de twee dagen de eieren gelegd. Tussen de 4 en 6 eieren kunnen verwacht worden. Normaal begint het vrouwtje te broeden vanaf het voorlaatste ei dat gelegd wordt. Als ik zie dat er een ei in het nest ligt tel ik daar 30 dagen bij om dan eens te kijken of er reeds jongen zijn. Als het vrouwtje gaat eten zal de tarcel de eieren warm houden. Ik heb vastgesteld dat de tarcel toch tamelijk lang op de eieren kan blijven zitten. Als het vrouwtje aan het broeden is ziet men die praktisch niet. Zij ligt zo plat achter de opstaande kant.

5 Vanaf het ogenblik dat er jongen zijn moet het aanbod van het voedsel opgevoerd worden. In regel geef ik dan een ééndagskuiken per jong méér, ook een muis méér. Ik geef dan ook mijn Vitamin-cal met beendermeel dagelijks. Het voedsel wordt door de tarcel naar het nest gebracht. Zoals het hoort moet u al in het bezit zijn van de juiste ringen! Let erop dat u de jongen niet te vroeg ringt (verlies van ringen). Met een beetje ervaring weet men rap wanneer de jongen de gepaste grootte hebben om te ringen. Let ook op het feit dat de jongen van leeftijd verschillen. Dus drie a vier dagen is nodig om alle jongen te ringen. Kijk bij de tweede ringbeurt of de reeds geringde jongen hun ring nog dragen. Wanneer alle jongen geringd zijn is het aangeraden toch nog eens nestcontrole te doen of alle jongen voorzien zijn van hun vaste pootring. Bij het ringen is het wel oppassen geblazen. Best zet men een muts op en voorzie u van een dikke jas. Doe één werkhandschoen aan om de pop van het nest te doen gaan. Soms blijft zij krijsend met opengesperde bek en klauwen zitten. De tarcel kan u ook in het aangezicht vliegen. Let daar mee op. Ze zijn werkelijk vliegensvlug en om hun nest te beschermen maken zij gretig gebruik van hun scherpe klauwen! Met een beetje ervaring zie je reeds van in het nest, als de jongen reeds een tweetal weken zijn, het verschil tussen vrouwtje en tarcel. De tarcels zijn iets kleiner en de washuid (boven de bek) is ook iets kleiner. Dat is toch wel opvallend. Normaal komen praktisch alle jongen uit. Ik heb een gemiddelde van 4 a 5 jongen per nest. Nadat de jonge vogels zijn uitgevlogen worden zij nog een veertiental dagen gevoederd door beide ouders. Ook dan kan men reeds minieme verschillen zien tussen tarcel en vrouwtje. De tarcels hebben een meer blauwere kleur op hun stuit en de dwarse banden zijn fijner. Bij de vrouwtjes is de tekening op de staart veel breder. Nadat de jongen van de ouders genomen zijn kan het vrouwtje met een nieuw nest beginnen. Ik heb zo een twee koppels die dat doen. De andere brengen slechts één nest groot. Als de jongen er zijn en in een aparte voliere zitten, is het uiteraard sterk aangeraden de ringnummers van de jongen te noteren op een kaartje welke jongen uit welke voliere komen. Enkele bemerkingen nopens het voedsel.

6 Vele kwekers en roofvogelhouders verwijderen de dooier uit het ééndagskuiken. Ik doe dat niet en heb nog nooit moeilijkheden ondervonden. Andere kwekers en houders doen dat wel. Ik kan maar één raad geven. Doe zoals ge het voor uzelf goed vindt. Verander uw voedingsgewoonten niet. Leer uw jonge roofvogels muizen eten. Want wanneer deze dat niet kennen zullen zij dat niet vanzelf eten! Nadat wij jongen op de stok hebben begint de administratieve kant van onze hobby terug in werking te treden. Namelijk per jong moeten deze, wanneer u ze verhandeld, een cites-certificaat hebben. Voor de jonge liefhebbers leg ik hier nog eens uit wat er moet gebeuren. U vult een document Verklaring van Kweek in. De invulling wijst zijn eigen uit. U vult per jong een blanco Cites-certificaat in. Duidelijk schrijven, zeker de ringnummer. U kan deze blanco documenten vragen aan de dienst CITES (Adres hieronder) of aan een collega kweker. Neem dan ook enkele kopies, zodat u die in de toekomst in het bezit hebt. Bij een eerste kweek van uw oudervogels moet u de originele cites-certificaten meesturen met de ingevulde Verklaring van Kweek en Cites-certificaten Aangeraden is van alle documenten een kopie te nemen. Zeker van uw originele certificaten. Dit alles stuurt u op naar : C.I.T.E.S Beheersorgaan Eurostation Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein 40 bus BRUSSEL Na verloop van tijd krijgt u de originele certificaten teruggestuurd. Op het einde van de maand krijgt u dan een factuur ter betaling. Per nieuw certificaat dient tot op heden 12.5 betaald te worden. (In de toekomst wordt dat 20 ) Al uw jonge vogels schrijft u dan ook in op de register van binnenkomst.

7 Wanneer u jongen verhandeld schrijft u deze uit op het register van vertrek. (KB 09 april 2003). Het lijkt allemaal nogal omslachtig en ingewikkeld, maar het valt al bij al mee. Ik wens u nog veel succes toe bij de kweek van deze toch mooie vogels.