REGLEMENT HIPPO KART CLUB SEIZOEN 2008

Transcriptie

1 REGLEMENT HIPPO KART CLUB SEIZOEN 2008 WEDSTRIJDKALENDER 2008 Race 1 Race 2 Race 3 Race 4 Race 5 Race 6 Race 7 Race 8 27 januari 24 februari 30 maart of 27 april (ivm Texel) 25 mei 29 juni 24 augustus 28 september of 26 oktober 26 oktober of 23 november 2 uurs race 14 december Onder voorbehoud Tijdschema Aanwezig Rijdersbriefing minuten kwalificatie minuten kwalificatie e manche (15 ronden) e manche (15 ronden) e manche (20 ronden) Gedurende het evenement kan de wedstrijdleider afwijken van het bovengenoemde tijdschema. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

2 Kwalificatie: 2 x10 minuten start vanaf de opstelplaats voor de erker. De uitslag van de vorige wedstrijd bepaalt de startvolgorde van de 1 e kwalificatie. Heeft een rijder niet deelgenomen aan de vorige wedstrijd sluit hij/zij achter aan in de rij. De uitslag van de 1 e kwalificatie bepaalt de startvolgorde van de 2 e kwalificatie. Startopstelling: Deelnemers dienen zich volgens betreffend tijdschema voor de erker op te stellen. Indien men niet op tijd gereed is, dient men achter aan te sluiten. De desbetreffende rijder moet achteraan starten en mag niet de oorspronkelijke positie weer innemen. Bij het uitlopen van het programma moet de rijder altijd het verloop van de dag volgen. Opwarmronde: Tijdens de opwarmronde(n) is het verboden in te halen. Indien men de startopstelling verstoort (spinnen, e.d.) dient men achteraan te starten of men wordt gediskwalificeerd voor dat wedstrijdonderdeel. In de opwarmronden wordt niet overmatig slingerend gereden. In de laatste ronde wordt er bij het aanrijden naar de startplek in het geheel niet slingerend gereden. De voorste rijder drukt in de 2 e opwarmronde het tempo, zodat iedereen aaneengesloten de startplek bereikt. Indien men toch overmatig slingerend rijdt kan 3 strafpunten worden toegekend aan de desbetreffende rijder. Positie startopstelling Tijdrijden 2 x 10 minuten. (of anders indien de WL bepaald) e 15 ronden 1 manche: Startopstelling volgens resultaat tijdrijden. (gemiddelde van 2 snelste ronden) (of anders indien de WL bepaald) 2 e manche: 15 ronden 3 e manche: Puntentelling Startopstelling volgens resultaat 1 e manche, waarbij de nr. 1 t/m 5 in omgekeerde volgorde starten. (of anders indien de WL bepaald) 20 ronden Startopstelling volgens klassement 1 e en 2 e manche. Bij ex-aequo geeft de snelste rondetijd in de 1 e en 2 e manche de doorslag. (of anders indien de WL bepaald) De resultaten van de 1 e, 2 e & 3 e manche bepalen evenredig het dagklassement. Bij ex-aequo plaatsing geeft het resultaat in de laatste manche de doorslag. Nieuwe leden starten de 1 e 2 wedstrijden in de 1 e en 2 e manche, ongeacht hun eerdere resultaat, achteraan. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

3 Start: Staande start: Deze wordt uitgevoerd binnen 5 seconden na het moment dat alle karts (evt. na één of meer opwarmronden) in startopstelling stilstaan achter de aangewezen startlijn. Nadat het startsein gegeven is, mag elke rijder onmiddellijk beginnen met racen. Startsein: Er wordt gestart middels het startlicht. Het startlicht heeft 3 rode lichten, die één voor één aangaan en gezamenlijk uitgaan. Indien de 3 lichten gezamenlijk uitgaan is het startsein gegeven. Indien de start wordt afgebroken, gaan de 3 lichten gezamenlijk knipperen. Vervolgens maken de rijders de ronde af, waarna er opnieuw gestart zal gaan worden, zoals eerder omschreven. Einde van de race: Het einde van de race wordt 2 ronden tevoren aangegeven door middel van een bordje "2" en vervolgens "1" voor de laatste ronde. De race wordt beëindigd middels de zwart/wit geblokte vlag. Iemand heeft de finish gehaald als hij/zij binnen 60 seconden van het afvlaggen van de winnaar de finish motorisch passeert. De rijder mag maximaal 2 ronden achterstand hebben op de winnaar. Tijdens de laatste 2 ronden zal men geen straffen meer uithangen, maar wel degelijk toekennen / uitschrijven. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

4 Overzicht van straffen: (de WL is ten alle tijden bevoegd straffen op te leggen of te veranderen) Terugzetten op startgrid: Geen tijd gereden (bij meerdere rijders door loting) Te laat bij startopstelling 3 Strafpunten: Rijgedrag (dit ter beoordeling van de WL) Negeren gele vlag Hulp in de baan Het niet vrij maken baan bij uitval (rijder moet bij kart blijven/geen monteurs etc op de baan) of anders op aanwijzing van de official. Valse start + aantal ten onrechte ingenomen plaatsen (verstoren startprocedure) Afwezig en/of te laat bij rijdersbriefing Officiële waarschuwing Overmatig slingeren tijdens opwarmronde(n) of in laatste gedeelte 2 e opwarmronde Diskwalificatie wedstrijdonderdeel: Inhalen tijdens opwarmronde(n) Spinnen tijdens opwarmronde(n) en vervolgens niet achteraan starten Onsportief en/of gevaarlijk rijgedrag (dit ter beoordeling van de WL) Kart technisch en reglementair niet conform het reglement Opzettelijk afsnijden van de baan Gebruik van niet gemerkte banden Diskwalificatie gehele evenement / wedstrijd: Het gebruik van bewerkte of niet originele motor onderdelen Onttrekken technische controle Verkeerde rijrichting Fraude banden Beïnvloeden tijdwaarneming Kart technisch en reglementair niet conform het reglement / dit ter beoordeling van de wedstrijdleider Verbaal en/of lichamelijk geweld (vervolg deelname ter beoordeling van de organisatie) Diskwalificatie: Wedstrijden waarin men gediskwalificeerd wordt, of dit nu een manche betreft of het gehele evenement, zijn niet aftrekbaar van het kampioenschap. Indien men voor een wedstrijdonderdeel wordt gediskwalificeerd, krijgt men het aantal strafpunten gezien het aantal deelnemers op dat wedstrijdonderdeel. Indien men voor het gehele evenement wordt gediskwalificeerd krijgt men geen punten (0) en deze race is niet aftrekbaar. Vervolgens zullen de opvolgende rijders een plaats opschuiven. Officiële waarschuwing = 3 strafpunten: Officiële waarschuwingen neemt men het gehele kampioenschap mee. Dit houdt in, bij de tweede officiële waarschuwing automatisch een zwarte vlag. (zie betekenis vlaggen). De organisatie zal deze officiële waarschuwingen bijhouden in een logboek. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

5 Strafpunten: Strafpunten tijdens een wedstrijdonderdeel worden direct verwerkt en hebben dus invloed op de startpositie van het daar opvolgende wedstrijdonderdeel, tenzij anders wordt aangegeven door de wedstrijdleider. Een wedstrijdleider kan meerdere strafpunten per wedstrijdonderdeel aan dezelfde rijder toewijzen. Tijdens de laatste manche van de laatste wedstrijd van het kampioenschap worden de opgelopen straffen direct verwerkt. Rode vlag: De rijder waarvoor de rode vlag situatie wordt gegeven, dient indien mogelijk in zijn/haar kart te blijven en zich moeten laten onderzoeken door de medische dienst (EHBO). Vervolgens zal de rijder na goedkeuring van de medische dienst zich moeten melden bij de wedstrijdleider alvorens weer deel te kunnen nemen aan het evenement. Tijdens een rode vlag situatie wordt er niet gesleuteld tenzij de WL anders aangeeft. Straf: Het niet naleven van deze regel heeft automatisch diskwalificatie voor het gehele evenement tot gevolg. Bij > 60% van de race gereden, dan wordt de race afgevlagd en zal er geen herstart plaats vinden. De uitslag van dit wedstrijdonderdeel, is de laatst volledig afgelegde race ronde alvorens de rode vlag is gegeven. Bij < 60% van de race gereden, vindt er een herstart plaats. De startopstelling is de volgorde zoals in de laatst volledig afgelegde race ronde alvorens de rode vlag is gegeven. De duur van het betreffende wedstrijdonderdeel zal het restant van de race duur bedragen. Verbaal en/of lichamelijk geweld: Verbaal en/of lichamelijk geweld tegen officials en/of medewerkers en/of rijders van Hippo Kart Club door rijders of hun ouders, verzorgers, monteurs, sponsors, fans enz., zal worden bestraft met diskwalificatie van betreffende rijder voor het gehele evenement (resultaat is niet aftrekbaar in het kampioenschap), dit geldt ook voor bovenvernoemde personen onderling op het evenement, dit ter beoordeling van de wedstrijdleiding. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

6 PROTESTEN 1. Protesten kunnen alleen worden ingediend door de betrokken inschrijver. Familieleden/voogden, helpers enz. zijn niet gerechtigd tot het indienen van een protest, alleen deelnemers beneden de leeftijd van 16 jaar mogen zich laten bijstaan door een der ouders of wettelijke voogd. 2. De hieronder genoemde protesten worden niet in behandeling genomen: collectieve protesten; protesten tegen tijdwaarneming en/of rondentelling; protesten tegen de uitslag van de technische nakeuring; 3. Protesten tegen de beslissing van de wedstrijdleiding in enig wedstrijdonderdeel, dienen direct na de afloop van het betreffende wedstrijdonderdeel mondeling bij de wedstrijdleider te worden ingediend. Na afhandeling van het protest, zal dit mondeling bekend gemaakt worden. De mondelinge bekendmaking vindt plaats voor de volgende start van de betrokken deelnemer. Tegen deze beslissing is beroep mogelijk bij het bestuur van de Hippo Kart Club binnen 48 uur na afloop van de wedstrijd. 4. Protesten tegen de beslissing van de wedstrijdleiding in de finale, dienen direct na afloop van de betreffende finale mondeling bij de wedstrijdleider te zijn ingediend. De mondelinge bekendmaking vindt plaats voor de prijsuitreiking. Verder geldt voor de finale hetzelfde als voor de wedstrijdonderdelen zoals bedoeld in punt Protesten later ingediend dan de hierboven gestelde termijnen worden niet in behandeling genomen. Onvoorziene situaties: Indien er sprake is van omstandigheden waarin dit reglement niet voorziet, zal de wedstrijdleiding, eventueel na overleg met het bestuur, een beslissing nemen. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

7 Puntentelling dagklassement: De resultaten van de 1e, 2e & 3e manche bepalen evenredig het dagklassement. Bij ex-aequo plaatsing geeft het resultaat in de laatste manche de doorslag. Puntenverdeling dagklassement: 1 e Manche Plaats 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e 6 e 7 e 8 e 9 e 10 e enz. Punten enz. 2 e Manche Plaats 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e 6 e 7 e 8 e 9 e 10 e enz. Punten enz. 3 e Manche Plaats 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e 6 e 7 e 8 e 9 e 10 e enz. Punten enz. Puntentelling tussenklassement: Puntenverdeling tussenklassement per evenement: Plaats 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e 6 e 7 e 8 e 9 e 10 e enz. Punten enz. Puntentelling eindklassement: De beste 6 resultaten uit maximaal 8 evenementen worden geteld voor het eindklassement. Indien men wordt gediskwalificeerd voor het gehele evenement zal men geen punten ontvangen voor deze wedstrijd (0) en is men verplicht dit te tellen als raceresultaat voor het eindklassement! Wedstrijden waarin men gediskwalificeerd wordt, of dit nu een manche betreft of het gehele evenement, zijn niet aftrekbaar van het kampioenschap. Bij ex-aequo (na 8 wedstrijden) zijn het aantal dagoverwinningen doorslaggevend voor het eindklassement. Straflood: Per evenement wordt aan de top 3 straflood uitgegeven. Nr.1 3 kilo Nr.2 2 kilo Nr.3 1 kilo Dit lood dient het gehele seizoen, tijdens wedstrijden, op een veilige manier aangebracht te worden op/aan de kart. Maximaal wordt 12 kilo lood uitgegeven. In gevallen waarin de rijder gekozen heeft voor het aanbrengen van lood ter verbetering van de wegligging, telt dit lood niet mee als straflood. Technische controle: Het bestuur houdt zich het recht voor een kart aan een technische controle te onderwerpen. De technische controle zal zo spoedig mogelijk na de prijsuitreiking plaatsvinden. De te controleren karts worden na de prijsuitreiking bekend gemaakt. De eigenaar van de te controleren kart moet zelf alle technische werkzaamheden om de kart te controleren uitvoeren. De technisch inspecteur zal niet sleutelen aan de kart. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

8 BEPALINGEN RIJGEDRAG 1. De rijder die blijk geeft van gevaarlijk rijgedrag, het maken van ernstige rijfouten of gebrek aan voertuigbeheersing kan verdere deelname worden verboden. 2. De rijders aan wie een vlagsignaal (eventueel in combinatie met wedstrijdnummer) wordt getoond dient de hieraan verbonden bepalingen onmiddellijk op te volgen. 3. Opzettelijk hinderen van een andere rijder, zoals afhouden, combine rijden, onnodig scherp naar links of rechts insturen, duwen, nodeloos remmen of het meer dan EENMAAL van lijn veranderen kan worden bestraft. 4. Het met opzet tegen een andere rijder botsen of met kennelijke opzet laten botsen door remen/of stuurmanoeuvres waardoor de ander benadeeld wordt kan worden bestraft. De rijder die op grond van de race-situatie in de beste positie verkeert om een botsing te voorkomen en hierin nalatig is, maakt zich schuldig aan onzorgvuldig c.q. onsportief rijgedrag ten opzichte van de andere rijders. De rijder die ten koste van een andere rijder een voorzienbaar risicovolle manoeuvre uitvoert en daardoor met de andere rijder in botsing komt, maakt zich eveneens schuldig aan onsportief rijgedrag en kan hiervoor worden bestraft. 5. Een rijder aan de binnenzijde van de bocht heeft recht op vrije doorgang in de bocht als het voorwiel voorbij het achterwiel van de rijder naast hem/haar is. 6. Elke vorm van opwarmen van banden anders dan door ermee te rijden is verboden. Slingerend rijden bij het oprijden naar de start is verboden. 7. Na uitvallen door panne of anderszins is de rijder verplicht zijn kart onmiddellijk naar een veilige plaats te brengen zodat de kart geen gevaar kan opleveren voor de andere deelnemers. De rijder moet bij zijn kart blijven tot na het vallen van de finishvlag. Aanwijzingen van officials dienen stipt te worden opgevolgd. 8. Hulp, teneinde een kart met pech of panne definitief van de baan te verwijderen of wederom op gang te brengen, mag uitsluitend worden verleend door daartoe aangewezen personen en door rijders, die aan dezelfde manche deelnemen. Wordt men geholpen door andere dan bovengenoemde personen dan heeft dit diskwalificatie voor de betreffende manche tot gevolg. 9. In geval van panne dient men de betreffende kart ogenblikkelijk van de baan te verwijderen. Men zet dus de kart direct op een plaats waarbij hij zijn/haar mededingers niet hindert. Dit na aanwijzing en/of met hulp van een van de baanofficials. Laat men de kart wel op de baan, waarbij men zijn mededingers hindert kan dit diskwalificatie voor de betrokken manche tot gevolg hebben. Heeft een rijder met direct herstelbare panne zijn kart of motor (bijv. ketting of bumper) herstelt, dan kan hij de wedstrijd hervatten. Het sleutelen aan een kart is niet toegestaan. Bij het inkomen van de baan dient hij er echter op te letten, dat hij door zijn hervatting geen andere rijder last bezorgt. Hiervoor dient hij naderende rijders voorbij te laten gaan. Doet men dit niet en hindert men een naderende rijder dan kan dit diskwalificatie voor de betreffende manche tot gevolg hebben. Het binnenrijden van de sleutelruimte wordt gezien als het verlaten van de wedstrijd, u kunt dan niet meer terugkeren in de race. 10. Een rijder die tijdens de race wenst te stoppen of de baan te verlaten om welke reden dan ook, dient dit duidelijk te maken door het opsteken van de rechterhand. Men mag bij het verlaten van de baan geen andere rijders hinderen. Wenst de rijder de race te hervatten dan mag daarbij de andere rijders niet worden gehinderd. In geval van een pitstop (alleen tijdens kwalificatie toegestaan) mag de rijder de pitstraat (=sleutelruimte) alleen op aanwijzingen van een pit- of baancommissaris weer verlaten. Een deelnemer, die in de pitstrook of op een andere plaats wenst te stoppen, dient zich ervan te overtuigen, dat hij/zij met deze handeling geen andere deelnemers hindert. Daarnaast mag nimmer gestopt worden op de start- en finishlijn in verband met de elektronische tijdwaarneming. Hij/zij dient van tevoren zijn/haar bedoeling om te gaan stoppen duidelijk kenbaar te maken door het duidelijk zichtbaar opsteken van de rechterhand. Het niet naleven van dit artikel kan diskwalificatie voor die manche ten gevolge hebben. 11. Tijdens het rijden zal de rijder ten alle tijde tenminste met een hand het stuur moeten vasthouden. 12. Het negeren van vlagsignalen wordt beschouwd als een ernstige overtreding van de reglementen en kan dus diskwalificatie tot gevolg hebben. 13. De wedstrijdleider kan naar eigen inzicht na de race aan een rijder een officiële waarschuwing uitdelen. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

9 KLASSE 340 cc TECHNISCH REGLEMENT Motortype: Honda GX 340 Motornummers: De motor dient voorzien te zijn van de origineel door de fabrikant aangebrachte motor- en typenummers, welke duidelijk zichtbaar moeten zijn. Motor: De motor dient geheel origineel en standaard te zijn met uitzondering van: - de toerentalregeling, deze mag verwijderd worden. - de originele brandstoftank van de motor moet verwijderd worden. - de aangegoten steunen voor de originele brandstoftank moeten verwijderd worden. - de motor mag uitsluitend bewerkt worden om montage van een vacuümpomp mogelijk te maken. Het is dus niet toegestaan om inwendige motoronderdelen op welke manier dan ook te bewerken (bijvoorbeeld vijlen of polijsten). - er wordt aanbevolen dat de motor aan de bovenkant voorzien is van een standaard polyester beschermkap zonder scherpe randen en met afgeronde hoeken. Zuiger: origineel en standaard; originele en standaard overmaten toegestaan. Drijfstang: originele glijlagering in het small-end en het big-end; in het big-end zijn losse lagerschalen toegestaan. (hartafstand small-end big-end volgens fabrieksspecificaties) Krukas: origineel; het tapeind mag alleen bewerkt worden om de aandrijving naar de achteras mogelijk te maken. Overbrenging: met centrifugaalkoppeling; vanaf de motor rechtstreeks naar de achteras; verder vrij. Carburateur: de origineel en standaard bij het motortype behorende carburateur met duidelijk zichtbare typenummers. Luchtfilter: origineel en standaard (type silent), met origineel schuimrubber eromheen. Het luchtfilter en het luchtfilterhuis dienen beiden middels een zelfborgende moer te worden gemonteerd, het uitstekende deel van de pen dient zo kort mogelijk boven de moer te worden afgezaagd/afgeschermd. Ontluchtingen: Alle ontluchtingen dienen te worden aangesloten op het luchtfilter en mogen dus niet uitmonden in een apart reservoir.. Banden: Dunlop SL1 (tijdens wedstrijden mogen slechts door Hippo Kart Club gemerkte banden worden gebruikt) Deze gemerkte banden dienen het gehele seizoen gebruikt te worden. In geval van aantoonbare slijtage of anderszins kan de WL nieuwe banden toelaten. Brandstof: Vrij in de handel verkrijgbare benzine zonder toevoegingen. Brandstoftank: Moet gemaakt zijn van slagvaste kunststof en mag geen deel van frame of carrosserie uitmaken maar dient op deugdelijke wijze aan het chassis te zijn bevestigd (dus niet aan de motor). De inhoud van de brandstoftank is maximaal 9,5 liter. De brandstofleidingen dienen flexibel te zijn en op zodanige wijze gemonteerd dat lekkage tijdens het rijden onder alle omstandigheden is uitgesloten. De brandstoftank mag de motor alleen van benzine voorzien onder normale luchtdruk (zoals buiten). Uitlaat: Slechts voorzien van 1 uitmonding. Indien de uitlaat voorzien is van 2 uitmondingen, dient 1 uitmonding op deugdelijke wijze dicht gemaakt te zijn. De open uitmonding mag niet recht tegenover de binnendemper aangebracht zijn. Inlaat: toegestaan extra inlaatklepveer van een 160cc motor Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

10 CHASSIS 1. Hoofddelen van het chassis: een stalen buisconstructie uit één stuk (gelast of hardgesoldeerd), niet demonteerbaar, zonder losse verbinding in welke richting dan ook. de flexibiliteit van het frame is gelimiteerd door de verende eigenschappen van de gebruikte buisconstructie. Ieder veringsmechanisme, zowel elastisch als scharnierend, is verboden. overbrenging van de krachten van het chassis op het wegdek alleen met behulp van de banden. Het gebruik van titanium is verboden. 2. Losse onderdelen van het chassis: losse onderdelen van het chassis moeten zodanig bevestigd zijn dat zij gedurende een race niet kunnen loslaten. bevestigingsbouten of -schroeven mogen niet langer zijn dan noodzakelijk. Het gebruik van titanium is verboden. 3. Bumpers: dienen als beveiliging aan de voor-, achter- en zijkant. Voorbumper: De bumper dient te bestaan uit één enkele buis met een diameter van minimaal 15 mm en een weerstand in overeenstemming met het doel. Achterbumper: De bumper dient te bestaan uit één enkele buis met een diameter van minimaal 18 mm en een weerstand in overeenstemming met het doel. Tevens moet er een onderrijbumper gemonteerd worden. Zijbumpers: De bumpers dienen te bestaan uit een buis met een diameter van minimaal 15 mm en een weerstand in overeenstemming met het doel. 4. Bodemplaat: Deze dient te bestaan uit een stijf materiaal vanaf de zitting van de rijder tot aan de voorkant van het voertuig. De bodemplaat dient voorzien te zijn van een framebuis opzij ofwel met een opgezette rand, waardoor de voeten van de rijder niet van de bodemplaat kunnen glijden. Indien de bodemplaat geperforeerd is mogen de gaten niet groter zijn dan 1 cm. 5. Stuurinrichting: Moet worden bediend door een stuurwiel met een ronde gesloten vorm, waarbij het bovenste deel boven 2/3 van het stuurwiel afgeplat mag zijn. Iedere flexibele verbinding door kabel of ketting is verboden. Voor de scharnierende verbindingen van stuur en/of spoorstangen mogen uitsluitend kogelgewrichten worden gebruikt. Alle verbindingen moeten worden geborgd, eventueel met splitpennen of door deugdelijke zelfborgende moeren. 6. Wielen: 7. Remmen: 8. Carrosserie: De voorwielen moeten, evenals de achteras, van kogellagers zijn voorzien. Er mogen uitsluitend luchtbanden worden gebruikt. Alle wielmoeren dienen d.m.v. splitpennen of zelfborgende moeren tegen loslopen te zijn geborgd. Het aantal wielen is vastgesteld op vier, evenals het aantal banden. Alleen de banden mogen in contact komen met de grond wanneer de rijder in de kart zit. De remmen moet op de vaste achteras werken, effectief zijn en gelijktijdig werken. Remmen op de voorwielen dus niet toegestaan. Tussen het rempedaal en de remcylinder dient een noodkabel te worden aangebracht. Voorspoilers, stuurspoilers en side pods zijn verplicht. De voorspoiler dient op maximaal 2 punten door middel van het originele bevestigingssysteem te worden gemonteerd, waarbij het gebruik van inwendig versterkende delen of steunen is verboden. Om verlies van de klemmen van het snelbevestigingssysteem te voorkomen is het toegestaan Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

11 om deze klemmen te borgen, mits dit de werking van de klem niet beïnvloedt. Een en ander ter beoordeling van de technische commissie. Met andere woorden het is niet toegestaan de voorspoiler met tape of iets dergelijks aan het chassis vast te maken. De side pods dienen stevig aan het chassis bevestigd te zijn op tenminste drie, niet in lijn liggende, punten. Geen enkel deel van de carrosserie mag gebruikt worden als brandstoftank of voor het plaatsen van ballastgewicht. Elke andere vorm van carrosserie is verboden. Bij verlies van een voorspoiler, stuurspoiler of side pods om welke redenen dan ook, dient men onmiddellijk de pits op te zoeken. Overtreding kan uitsluiting tot gevolg hebben. 9. Uitlaatdempers: Een goed werkend systeem van geluidsdemping verplicht. Alleen de door de het bestuur van de Hippo Kart Club goedgekeurde uitlaatsystemen mogen worden gebruikt. Er mogen geen veranderingen, in welke vorm dan ook, aan het uitlaatsysteem worden uitgevoerd. Geen enkel deel van de uitlaat mag achter de achterbumper uitsteken. Elke constructie die geluidsvermindering tot gevolg heeft, kan in overleg met het bestuur van Hippo Kart Club worden toegestaan. Het staat het bestuur vrij om ten allen tijde een motor af te keuren wegens een te grote geluidsproductie. Dit reglement vervangt alle eerdere wedstrijdreglementen van Hippo Kart Club. Het Bestuur, Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

12 BIJLAGE 1 VLAGSIGNALEN Betekenis vlaggen Blauwe vlag: wordt getoond aan rijders die op minstens een ronde achterstand worden gezet. Indien onbewogen getoond: u wordt ingehaald, behoudt uw lijn. Indien zwaaiend getoond: een of meerdere rijders willen u voorbij; geef ze de ruimte om in te halen. Gele vlag: gevaar, rustig rijden, het is verboden in te halen. Valse start (groen met gele chevron): valse start, opnieuw formeren. Overige officials geven de gele vlag. Geel met rode strepen: Gevaar! Er ligt olie, koelvloeistof of water op de baan. Rode vlag: (wordt door de wedstrijdleider en/of start/finisher getoond) onderbreking wedstrijd, direct stoppen met racen. Gereed zijn om direct op aanwijzing van de officials de kart stil te zetten. Het is verboden de pits in te rijden. Tevens mag er geen technische hulp op de baan komen tenzij de WL anders bepaald. Zwart/wit diagonaal vlag met startnummer: wordt door de wedstrijdleider en/of start/finisher getoond) waarschuwing voor uitsluiting wegens onsportief gedrag. Zwarte vlag met startnummer: (wordt door de wedstrijdleider en/of start/finisher getoond) de rijder dient zich direct naar de pits te begeven en zich bij de wedstrijdleider of diens assistent te melden. Deze zal de rijder voor het desbetreffende wedstrijdonderdeel diskwalificeren. Zwarte vlag met oranje stip met startnummer: (wordt door de wedstrijdleider en/of start/finisher getoond) rijder dient in de pits te stoppen wegens een technisch mankement en mag verder na reparatie. Zwart/wit geblokte vlag: (wordt door de wedstrijdleider en/of start/finisher of diens assistent getoond) einde van de wedstrijd. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club

13 Ondergetekende, verklaart bij deze, dat hij/zij kennis heeft genomen van het wedstrijdreglement 2008 en verklaart tevens dit reglement te aanvaarden. Naam Kartnr. Motornr. Motortype : : : : Handtekening : Dit formulier dient voor aanvang van de 1 e wedstrijd in 2008 ingeleverd te worden bij de wedstrijdleider Theo de Reus. Ondergetekende, verklaart bij deze, dat hij/zij deel wil nemen aan het kampioenschap Naam Kartnr.(#123) Kaartnr. (10600) : : : Handtekening : Dit formulier dient voor 1 januari 2008 ingeleverd te worden bij de wedstrijdleider Theo de Reus. Wedstrijdreglement Hippo Kart Club