Kredietrisicovermindering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kredietrisicovermindering"

Transcriptie

1 De Nederlandsche Bank N.V. Kredietrisicovermindering Consultatiedocument (Implementatie Bazel II) nr. K03B/NL oktober

2 De Nederlandsche Bank geeft marktpartijen de gelegenheid commentaar te leveren op dit consultatiedocument. Reacties dienen uiterlijk op 31 december 2005 via of post te worden gestuurd naar: Mw. dr. H.E. Meihuizen De Nederlandsche Bank Divisie Toezicht beleid Postbus AB Amsterdam Mocht u van mening zijn dat er belangrijke aspecten niet in het consultatiedocument aan de orde zijn gebracht, dan kunt u tevens bij hem aangeven wat dat onderwerp is en wat voor nadere uitwerking van dit onderwerp volgens u zinvol zou zijn. 2

3 INHOUD 1 INLEIDING WETTELIJKE BASIS EN OPZET TOEZICHTHOUDERREGELING ONDERDEEL KREDIETRISICOVERMINDERING INVULLING NATIONALE DISCRETIES AANSLUITING TUSSEN DE EERDERE CONSULTATIE EN DEZE REGELING KREDIETRISICOVERMINDERING CONCEPT TOEZICHTHOUDERREGELING ONDERDEEL KREDIETRISICOVERMINDERING

4 1 INLEIDING De Nederlandsche Bank (hierna DNB) publiceert dit document in het kader van de implementatie van het nieuwe Bazelse raamwerk en de daarop gebaseerde EU-Richtlijn 1. Het doel van dit document is de conceptversie van de Toezichthouderregeling Kredietrisico, onderdeel Kredietrisicovermindering bekend te maken aan de sector en de reacties daarop te vragen. Dit consultatiedocument is relevant voor de onder toezicht staande kredietinstellingen en in beginsel ook voor de onder toezicht staande effecteninstellingen (hierna: instellingen). DNB nodigt deze instellingen en hun respectievelijke brancheorganisaties uit commentaar te leveren op de voorstellen. Daarnaast nodigt DNB een breder publiek van geïnteresseerde marktdeelnemers uit om deel te nemen aan het consultatieproces. Op basis van dit document zal technisch overleg met de sector plaatsvinden. Het in dit document gepresenteerde onderdeel van de Regeling Kredietrisico implementeert de bepalingen van de CRD die betrekking hebben op Kredietrisicovermindering. De regeling is gebaseerd op de concepttekst van de EU-Richtlijn zoals op 14 juli 2004 gepubliceerd door de Europese Commissie alsmede het voorstel van de Raad van de Europese Unie van 1 december 2004 inhoudende wijzigingen ten aanzien van de concepttekst van 14 juli Latere amendementen in het Europees Parlement en de voorstellen ten aanzien van het Handelsboek, welke thans nog onderdeel zijn van de politieke besluitvorming zijn vooralsnog niet in de tekst verwerkt. Het onderhavige concept zal op een later moment op diverse vlakken nog aan verandering onderhevig zijn, om de definitieve amendementen van het EP (inclusief wijzigingen voortvloeiend uit de voorstellen ten aanzien van het Handelsboek) te verwerken. De wijze waarop de analyses en intenties van DNB tot stand komen, en welke factoren daarbij een rol spelen, staat beschreven in het algemene consultatiedocument inzake Consultatie en implementatie van het nieuwe Kapitaal Akkoord in Nederland (Nr. P01A/NL). Dit document is gepubliceerd op de website van DNB ( Door ontwikkelingen in Bazel of de EU kunnen daarna nog wijzigingen optreden en kunnen wellicht andere consultatiepunten naar voren komen. De informatie die DNB verkrijgt uit de discussie met de sector over implementatiekeuzes kan eveneens reden zijn voor aanpassing van de huidige voorstellen. Ingevolge de toekomstige invoering van de Wet financieel toezicht (Wft: wordt apart door het Ministerie van Financiën geconsulteerd) is de exacte vorm en inhoud van, en verantwoordelijkheid voor, deze conceptregelgeving nog niet helder. 1 Voorheen aangeduid als CAD III, maar nu geformuleerd in Richtlijn/2000/12/EG. Hierna aan te duiden als de Richtlijn of CRD. 4

5 Ten behoeve van de consultatie wordt het volgende aspect expliciet onder de aandacht gebracht: Invulling nationale discreties Voor de volledigheid is in dit document een overzicht met keuzes voor nationale discreties in het kader van Kredietrisicovermindering toegevoegd, waarin tevens is aangegeven waar welke discretie tot uitdrukking komt. De meerderheid van deze discreties zijn reeds onderwerp van de eerdere consultatieronde geweest en derhalve zal er in dit document niet verder worden ingegaan op de achtergrond van die keuzes. In dit document wordt ook ingegaan op de aansluiting tussen de eerdere consultatieronde en dit concept van de toezichthouderregeling. Een aantal discreties zijn nog geen onderwerp van consultatie geweest. Deze volgen uit het compromisvoorstel van de Europese Raad (het zogenaamde december-compromis ). De keuzes bij deze aanvullende discreties worden in dit document expliciet toegelicht. 5

6 2 WETTELIJKE BASIS EN OPZET TOEZICHTHOUDERREGELING ONDERDEEL KREDIETRISICOVERMINDERING Het onderhavige concept zal bij inwerkingtreding voortvloeien uit de regelgevende bevoegdheden die DNB in de Wet Financieel Toezicht en het daarop gebaseerde AMvB s krijgt toegewezen. Met het Ministerie van Financiën is in het kader van de implementatie van de CRD overleg gevoerd over de afbakening tussen Wet/AMvB en Toezichthouderregeling en is een voorlopige verdeling opgesteld. Deze verdeling is voor de artikelen 90 t/m 93 en de daarbij behorende Annex van de Richtlijn als volgt: Kredietrisicovermindering 90 Definitie lending credit institution Wet (wellicht op AMvB niveau) 91 Berekening risicoweging uitzettingen Wet/AMvB 92 Vermindering kredietrisico Aanhef in AMvB / toezichthouderregels 93 Gevolgen vermindering kredietrisico Aanhef in AMvB / toezichthouderregels Annex VIII Gedetailleerde bepaling over toepassing kredietrisicovermindering Toezichthouderregels Opgemerkt wordt dat de definitieve versie van de Toezichthouderregeling qua terminologie en inhoud zal aansluiten op de Wft. Hiertoe zal te zijner tijd nog een harmonisatie plaatsvinden met de Wft, waardoor er specifieke definities of artikelen kunnen verschuiven naar andere regels, dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de gebruikte definities (krediet- en effecteninstelling wordt niet gebruikt in de Wft) en bepalingen ten aanzien van interne beheersing in relatie tot regels voor bedrijfsvoering. Bij het opstellen van de Toezichthouderregeling Kredietrisico, onderdeel Kredietrisicovermindering is zoveel als mogelijk de reeds bekende structuur van de CRD gehandhaafd. Ter bevordering van de leesbaarheid en begrijpelijkheid van dit onderdeel, bleek het naar onze mening echter essentieel om een deel van de structuur te kantelen. De CRD bespreekt in Annex VIII deel 1 tot en met 3 respectievelijk de toelaatbaarheid, de minimumvereisten en de berekening van de risicogewogen posten. Binnen deze onderdelen wordt ingegaan op de verschillende productgroepen. In de Toezichthouderreling, onderdeel Kredietrisicovermindering wordt een indeling gemaakt per productgroep en wordt binnen die productgroep ingegaan op toelaatbaarheid, minimumvereisten en de berekening van de risicogewogen posten. Daarbij zijn de volgende productgroepen gehanteerd: Verrekenen van balansposten Repostijl transacties en kapitaalmarktgerelateerde transacties onder een kaderverrekeningsovereenkomst Financiële zekerheden toelaatbaar onder de standaardbenadering en de Basis IRB benadering 6

7 Additioneel toelaatbare zekerheden onder de Basis IRB benadering Andere volgestorte kredietprotectie Niet volgestorte kredietprotectie De in Annex VIII opgenomen delen 4 tot en met 6 zijn qua structuur en interne consistentie ongewijzigd gebleven. Benadrukt wordt dat in enkele artikelen verduidelijkingen zijn aangebracht, maar dat de duidelijkheid vooral wordt gegeven in de artikelsgewijze toelichting die nu voor alle artikelen is geschreven. Waar nodig is van de Nederlandse vertaling van de concepttekst van de EU-Richtlijn afgeweken. Het betreft hier situaties, waarin de Nederlandse vertaling niet in lijn is met de originele Engelse tekst (kennelijke fouten in de vertaling), dan wel situaties waarin de begrijpelijkheid van de artikelen gebaat is bij een andere formulering (de vertaling is op zich juist, maar de bedoeling van de originele tekst komt niet duidelijk over). Verder is ten aanzien van verrekenen van balansposten is een nadere invulling gegeven. Deze invulling komt overeen met de huidige regelgeving in Nederland. De nadere invulling van het begrip zo spoedig mogelijke betaling is onderdeel geweest van de eerdere consultatie. 7

8 3 INVULLING NATIONALE DISCRETIES Bij de opstelling van de Toezichthouderregels zijn ten aanzien van de daarin begrepen expliciete nationale discreties alle voorgenomen invullingen van DNB tot op dit moment verwerkt. Niet alle keuzes ten aanzien van de nationale discreties zullen overigens in Toezichthouderregels terecht komen. Een aantal van de keuzes, met name ten aanzien van de vrijstellingen, zal op niveau van Wet dan wel AMvB worden vastgelegd. Voor de volledigheid is hieronder een overzicht met keuzes voor nationale discreties in het kader van Kredietrisicovermindering toegevoegd, waarin tevens is aangegeven waar welke discretie tot uitdrukking komt. De meerderheid van deze discreties zijn reeds onderwerp van de eerdere consultatieronde geweest en derhalve zal er in deze nota niet verder worden ingegaan op de achtergrond van deze keuzes. Een aantal discreties volgt uit het compromisvoorstel van de Europese Raad (het zogenaamde december-compromis ). De keuzes bij deze aanvullende discreties worden expliciet toegelicht onder de tabel. DISCRETIE INHOUD KEUZE DNB IMPLEMENTATIE (gebaseerd op Quick scan) Credit Risk Mitigation CRD Annex VIII - Part 1, paragraph 15 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 16 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 17 Discretion to permit recognition of shares in Finnish housing companies as eligible CRE collateral under the Foundation IRB Approach. Discretion to permit waiver of the requirement applicable for RRE under the Foundation IRB approach that the repayment not be dependent on the cash flow from the property, where certain conditions are met. Member States also have the discretion to permit mutual recognition, where this discretion has been adopted by other Member States. Discretion to permit waiver of the requirement applicable for CRE under the Foundation IRB approach that the repayment not be dependent on the cash flow from the property, where certain conditions are met. Niet implementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie. Niet implementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie. Niet implementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie

9 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 19 Discretion to permit mutual recognition of paragraph 17 for NL firms with exposures under the Foundation IRB approach in other Members States that adopted the waiver. Implementeren Deze discretie zal beperkt worden ingevoerd: in eerste instantie alleen voor Duits onroerend goed. Een instelling kan een verzoek indienen om deze discretie uit te breiden naar andere lidstaten. Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:58, lid 2 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 20 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 21 Discretion to permit recognition of amounts receivable linked to a commercial transaction or transactions with an original maturity of less than or equal to one year as eligible collateral under the Foundation IRB Approach. Discretion to permit recognition under the Foundation IRB approach of other physical collateral that meets certain criteria. Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie. Implementeren In de 14 juli 2004 Richtlijntekst is dit een discretie voor de toezichthouder geworden (daarvoor was dit een discretie voor instellingen). Voorstel om te implementeren. Deze niet eerder expliciet geconsulteerde discretie zal verder niet worden besproken. Implementeren Instellingen zullen moeten aantonen dat het fysieke onderpand voldoet aan de gestelde criteria. Er zal derhalve geen standaard lijstje van toepassing zijn. Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:62 Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:66 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 23 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 24 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 25 CRD Annex VIII, Part 1, paragraph 28 Discretion to recognise cash on deposit as eligible credit protection. Discretion to recognise life insurance policies as eligible credit protection. Discretion to recognise institution instruments repurchased on request as eligible credit protection. Discretion to extend the list of eligible providers of unfunded credit protection. Invulling van deze discretie is in lijn de eerdere consultatie. Implementeren Dit is door de Raad veranderd in een discretie voor de instelling, dus implementeren (in lijn met de eerdere consultatie). Implementeren Dit is door de Raad veranderd in een discretie voor de instelling, dus implementeren (intentie in eerdere consultatie was niet implementeren). Implementeren Dit is door de Raad veranderd in een discretie voor de instelling, dus implementeren (intentie in eerdere consultatie was niet implementeren). Niet implementeren Voorstel om deze discretie niet te implementeren. Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:74 Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:75 Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4: Niet eerder expliciet in 9

10 CRD Annex VIII, Part 2, paragraphs 9(a)(ii) and 10(b) CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 19 Discretion to permit the recognition under the Foundation IRB approach of a first priority claim over receivables and other physical collateral, where it is subject to claims of preferential creditors provided for in legislative or implementing provisions. Discretion to allow firms to use empirical correlations. consultatie geweest. Wordt expliciet toegelicht onder deze tabel. Impl ementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie. Niet implementeren Voorstel om deze discretie niet te implementeren. Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:63, onderdeel c, en artikel 4:67, onderdeel b --- CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 44 CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 59 CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 59 (h) CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 60 CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 73 Discretion to use an own estimate for each category of security investment grade or above. Discretion to allow firms to apply a volatility adjustment of 0% to collateral and exposures for repurchase transactions and securities lending or borrowing transactions. Discretion to decide which type of entities may be deemed core market participants. Discretion to allow NL regulated firms, subject to meeting certain criteria, to apply a volatility adjustment of 0% to collateral and exposures for repurchase transactions or securities lending or borrowing transactions in securities issued by another competent authority. Discretion to permit reduction of supervisory LGDs under the Foundation IRB approach in respect of senior CRE and equipment leasing exposures for a transitional period. Niet eerder expliciet in consultatie geweest. Wordt expliciet toegelicht onder deze tabel. Implementeren Invulling van deze discretie is in lijn de eerdere consultatie. Implementeren Dit is door de Raad veranderd in een discretie voor de instelling, dus implementeren (overigens in lijn met de eerdere consultatie). Implementeren Door de Raad is de opsomming van entiteiten die als kerndeelnemer kunnen worden beschouwd tot een verplichte lijst veranderd, dus implementatie van de gehele lijst zoals genoemd in de CRD (overigens in lijn met de eerdere consultatie). Implementeren Door het besluit van de Raad om de discretie in deel 3, paragraaf 59 te wijzigen naar een discretie voor de instelling, is ook deze discretie inmiddels een discretie voor de instelling, dus implementeren (overigens in lijn met de eerdere consultatie). Niet implementeren Voorstel om deze discretie niet te implementeren. Niet eerder expliciet in consultatie geweest. Wordt expliciet toegelicht onder deze tabel. Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:46, lid 3 Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:53 Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:1, onderdeel e Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:

11 CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 74 CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 76 CRD Annex VIII, Part 3, paragraph 90 Discretion to permit a 50% risk weighting to the part of the exposure fully collateralised by RRE or CRE, in lieu of the amount produced by utilising the IRB framework, where relevant markets are well developed and long established and loss-rates meet certain conditions. Discretion to permit mutual recognition of paragraph 74 for national firms with exposures in other Members States that adopted the waiver. Discretion to allow firms to recognise sovereign guarantees as eligible credit protection. Niet implementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie. Niet implementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie. Implementeren Invulling van deze discretie is in lijn met de eerdere consultatie Toezichthouderregeling Kredietrisico: Artikel 4:92 Toelichting op keuzes ten aanzien van de aanvullende nationale discreties in CRD, die nog niet eerder in consultatie zijn geweest: 1) Annex VIII, part 1, paragraph 28 (Uitbreiding van lijst van toelaatbare protectiegevers inzake niet volgestorte kredietprotectie) De mogelijkheid bestaat om de lijst van erkende protectiegevers uit te breiden naar andere financiële ondernemingen, die weliswaar aan de voorwaarden moeten voldoen inzake onder toezicht staan e.d., maar waaraan geen voorwaarden meer worden gesteld betreffende de kredietkwaliteit (meer concreet een kredietbeoordeling hebben van kredietkwaliteitstrap 3 en beter). Voorstel is deze discretie niet te implementeren. Implementatie leidt namelijk tot de mogelijkheid om een risicovolle positie te laten garanderen door een garantiegever die slechts marginaal minder risicovol is dan het risico van de positie. Een dergelijke garantie kan het onterechte gevoel van veiligheid oproepen. Vanuit risico-oogpunt is het juist aan te moedigen om een vordering te laten garanderen door een veel minder risicovolle garantiegever. Ook vanuit level playing field lijkt het niet nodig om deze discretie te implementeren. 2) Annex VIII, part 3, paragraph 19 (Gebruik van empirische correlaties bij interne modellen benadering) De bevoegde autoriteiten kunnen kredietinstellingen toestaan om bij het gebruik van de interne modellenbenadering, empirische correlaties te hanteren indien zij ervan overtuigd zijn dat het systeem waarmee de instelling de correlaties meet, solide is en op integere wijze wordt toegepast. 11

12 Het gebruik van interne modellen voor transacties onder kaderverrekeningsovereenkomsten, en dus ook de eventuele mogelijkheid om empirische correlaties te gebruiken, staat open voor FIRB én SA instellingen. Vanwege het feit dat het vanuit risico-oogpunt onwenselijk is om SAinstellingen toe te staan empirische correlaties te gebruiken, en het feit dat op dit gebied mogelijk veranderingen te verwachten zijn n.a.v. de voorstellen inzake het Handelsboek, is het voorstel om deze discretie niet te implementeren, en de mogelijke wijzigingen vanuit het Handelsboek af te wachten. 3) Annex VIII, part 3, paragraph 73 (Mogelijkheid om voor een beperkte tijd lagere LGD s toe te passen voor fysiek onderpand) Bij wijze van uitzondering mogen de bevoegde autoriteiten toestaan dat t/m 31 december 2012 lagere LGD s worden toegepast op niet achtergestelde lease-vorderingen en vorderingen gedekt door onroerend goed. Gezien de geringe toegevoegde waarde van de tijdelijk lagere LGD s, alsmede de potentieel hogere administratieve lasten, doordat instellingen hun systemen meermalen zullen moeten aanpassen, is het voorstel om deze discretie niet te implementeren. 12

13 4 AANSLUITING TUSSEN DE EERDERE CONSULTATIE EN DEZE REGELING KREDIETRISICOVERMINDERING De nationale discreties die in de Richtlijn zijn opgenomen, zijn in de meeste gevallen ingevuld conform het consultatiedocument. Enkele discreties zijn ten opzichte van het consultatiedocument gewijzigd, aangezien het nu geen discretie meer is voor de toezichthouder, maar voor de instelling. Het betreft hier met name de erkenning van de zogenoemde bankbonds en levensverzekeringen. 13

14 5 CONCEPT TOEZICHTHOUDERREGELING ONDERDEEL KREDIETRISICOVERMINDERING Hieronder is het onderdeel Kredietrisicovermindering van de concept toezichthouderregeling Kredietrisico opgenomen. Ten aanzien van de vorm wordt opgemerkt dat rekening is gehouden met de aanwijzingen voor de regelgeving. Voor het overzicht is hieronder eerst de indeling van het Hoofdstuk Kredietrisicovermindering opgenomen. In de volledige tekst zijn verwijzingen met geel gemarkeerd. Dit heeft enkel tot doel om in de definitieve versie de verwijzingen eenvoudig te kunnen terugvinden en eventueel aan te passen. De coderingen achter de artikelnamen verwijzen naar de CRD, dus art 90 verwijst naar artikel 90 van CRD en a8p1 5 verwijst naar Annex 8, deel 1, paragraaf 5. HOOFDSTUK 4. KREDIETRISICOVERMINDERING AFDELING 4.1. ALGEMENE BEPALINGEN Definities Algemene bepalingen AFDELING 4.2 VERREKENING VAN BALANSPOSTEN Verrekening van balansposten ten name van dezelfde wederpart ij Verrekening van balansposten ten name van dezelfde relatie of groep Verrekening van balansposten ten aanzien van verbonden partijen Berekening van de volledig aangepaste omvang van de vordering AFDELING 4.3. KADERVERREK ENINGSOVERENEKOSMTEN MET BETREKKING TOT REPO-STIJL TRANSACTIES EN KAPITAALMARKTGERELATEERDE TRANSACTIES Toelaatbaarheid Minimumvereisten Berekening van de volledig aangepaste omvang van de vordering Interne modellenbenadering AFDELING 4.4 FINANCIËLE ZEKERHEDEN TOELAATBAAR IN DE STANDAARDBENADERING EN DE BASIS IRB Financiële zekerheden toelaatbaar onder de eenvoudige en de uitgebreide methode Financiële zekerheden toelaatbaar onder de uitgebreide methode Minimumvereisten Algemene bepalingen ten aanzien van eenvoudige methode of uitgebreide methode Toe te passen risicoweging in de eenvoudige methode van financiële zekerheden Berekening van de volledig aangepaste omvang van de vordering volgens de uitgebreide methode van de financiële zekerheden Herwaardering op minder frequente basis dan eenmaal per dag Toepassen van een 0% volatiliteitsaanpassing AFDELING 4.5. ADDITIONEEL TOELAATBARE ZEKERHEDEN IN DE B ASIS IRB Algemeen Toelaatbaarheid en eisen ten aanzien van zekerheden in de vorm van onroerend goed Toelaatbaarheid en eisen ten aanzien van zekerheden in de vorm van kortlopende vorderingen Toelaatbaarheid en eisen ten aanzien van zekerheden in de vorm van overige fysieke zekerheden Toelaatbaarheid en eisen ten aanzien van zekerheden in de vorm van leasing Berekening van risicogewogen posten en verwachten verliezen ten aanzien van additioneel toelaatbare zekerheden in de basis IRB AFDELING 4.6. ANDERE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE 14

15 Bij derde instellingen aangehouden deposito s Aan leningverstrekkende kredietinstellingen in pand gegeven levensverzekeringsovereenkomsten Op verzoek teruggekochte instrumenten van instellingen AFDELING 4.7. NIET VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE (GARANTIES EN KREDIETDRIVATEN) Bij alle benaderingen toelaatbare protectiegevers Toelaatbare typen kredietderivaten Interne afdekkingsinstrumenten Minimumeisen Berekening van risicogewogen posten en verwachte verliezen AFDELING 4.8. BASKET-TECHNIEKEN INZAKE KREDIETRISICOVERMINDERING Kredietverzuim voor het eerst optredende kredietverzuim Kredietderivaten voor het Nde optredende kredietverzuim AFDELING 4.9. LOOPTIJDVERSCHIL Algemeen Bepaling van de effectieve looptijd Waardering van de protectie AFDELING DE COMBINATIE VAN VERSCHILLENDE VORMEN VAN KREDIETRISICOVERMINDERING Behandeling voor instellingen die de standaardbenadering toepassen Behandeling voor instellingen die de Basis IRB toepassen 15

16 De volledige tekst van de toezichthouderregeling onderdeel Kredietrisicovermindering: CONCEPT-TOEZICHTHOUDERREGELS KREDIETRISICO, ONDERDEEL KREDIETRISICOVERMINDERING DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Regeling kredietrisico Regeling van DNB N.V. van [datum] houdende regels ingevolge de artikelen [ ] van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot de minimumkapitaalvereisten voor instellingen en beleggingsondernemingen (Regeling kredietrisico) De Nederlandsche Bank N.V., Na overleg met de betrokken representatieve organisaties; Gelet op [artikel / de artikelen ] van de Wet op het financieel toezicht; Gelet op [artikel / de artikelen ] van het Besluit [citeertitel van de relevante algemene maatregel van bestuur] (Stb. 2006, [nummer]); Gelet op de artikelen [74 tot en met 101] van richtlijn nr. [kenmerk] van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot herschikking van richtlijn nr. 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van instellingen (PbEG L [nummer]) en artikel [20] van richtlijn nr. [kenmerk] van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot herschikking van richtlijn nr. 93/6/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 maart 1993 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en instellingen (PbEG L [nummer]); BESLUIT: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Besluit: Besluit [citeertitel amvb]; b. DNB: De Nederlandsche Bank N.V.; c. Wet: Wet op het financieel toezicht; d. [ ]; en [ ]. Artikel 2 Reikwijdte Deze regeling is van toepassing op: a. [ ]; b. [ ]; en c. [ ]. Artikel 3 Uitzonderingen op de reikwijdte 16

17 Deze regeling is niet van toepassing op: a. [ ]; b. [ ]; en c. [ ]. HOOFDSTUK 2. [ ] HOOFDSTUK 3. [ ] HOOFDSTUK 4. STANDAARDBENADERING INTERNE RATING BENADERING KREDIETRISICOVERMINDERING Afdeling 4.1. Algemene bepalingen Definities Artikel 4:1 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder : a. E* (volledig aangepaste omvang van de vordering): de omvang van de vordering nadat het risicoverminderende effect van de zekerheid in aanmerking is genomen, en nadat volatiliteitsaanpassingen zijn toegepast. b. EAD: omvang van de vordering op het moment van wanbetaling; c. eigen ramingen benadering: benadering waarbij de volatiliteitsaanpassingen op basis van eigen ramingen van de instelling worden vastgesteld; d. EKBI (externe kredietbeoordelingsinstelling): een entiteit, niet zijnde een exportkredietverzekeringsmaatschappij, die beoordelingen van de kredietwaardigheid van andere entiteiten opstelt; e. gedekte leningstransactie (secured lending): een transactie die leidt tot het ontstaan van een vordering die is gedekt door middel van een zekerheidsovereenkomst. Transacties die een bepaling bevatten waarbij aan de instelling het recht wordt verleend frequent margebetalingen te ontvangen, worden niet als gedekte leningstransactie beschouwd; f. interne modellenbenadering: benadering waarbij de volatiliteitsaanpassingen worden vastgesteld op basis van een intern model dat rekening houdt met de correlatie-effecten tussen effectenposities die onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen evenals met de liquiditeit van de betrokken instrumenten; g. kapitaalmarktgerelateerde transactie: een transactie, niet zijnde een repo-stijl transactie, die leidt tot het ontstaan van een vordering die is gedekt door middel van een zekerheidsovereenkomst die een bepaling bevat waarbij aan de instelling het recht wordt verleend frequent margebetalingen te ontvangen; h. kerndeelnemer aan de markt: 1. entiteiten als bedoeld in artikel 4:24, eerste lid, onderdeel b, indien aan de vorderingen op deze entiteiten in de Standaardbenadering een risicogewicht van 0% wordt toegekend; 2. instellingen; 3. andere financiële ondernemingen, met inbegrip van verzekeraars, indien aan de vorderingen op deze ondernemingen in de Standaardbenadering een risicogewicht van 20% wordt toegekend; 4. andere financiële ondernemingen die geen kredietbeoordeling van een erkende EKBI hebben, maar waaraan door een kredietinstelling, die de risicogewogen posten en verwachte verliezen van de financiële ondernemingen overeenkomstig de IRB berekent, wel een interne rating is toegekend. De kans op wanbetaling volgens deze interne rating moet gelijk zijn aan de kans op wanbetaling volgens kredietkwaliteitstrap 2 of beter in de Standaardbenadering; 5. gereguleerde instellingen voor collectieve beleggingen die aan solvabiliteitsvereisten of vereisten inzake de verhouding eigen/vreemd vermogen zijn onderworpen; 6. gereguleerde pensioenfondsen; of 17

18 7. erkende clearing-instellingen. i. kredietgebeurtenis: een in het kredietderivaatcontract gedefinieerde gebeurtenis die betaling onder het contract tot gevolg heeft; j. leningverstrekkende kredietinstelling: de kredietinstelling die de vordering in kwestie heeft, ongeacht of daaraan een lening ten grondslag ligt; k. LGD (verlies bij wanbetaling): de verhouding tussen het verwachte verlies op een vordering als gevolg van wanbetaling en het naar verwachting uitstaande bedrag bij wanbetaling; l. LGD*: de aangepaste omvang van LGD na inaanmerkingneming van de effecten van kredietrisicovermindering; m. liquidatieperiode (holding period): het, van het type transactie afhankelijke, aantal dagen waarover een prijsbeweging in ogenschouw genomen moet worden om de volatiliteit te bepalen; n. marktwaarde: het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen terzake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn (definitie nog niet in werking); o. onafhankelijke taxateur: een persoon die over de nodige kwalificaties, bekwaamheid en ervaring beschikt om een taxatie uit te voeren en die geen enkele rol vervult in of belang heeft bij het kredietacceptatieproces; p. PD (kans op wanbetaling): de kans dat situatie van wanbetaling zich voordoet in een periode van één jaar; q. repo-stijl transactie: een transactie die leidt tot het ontstaan van: 1º. cessie- en retrocessieovereenkomsten, 2º. opgenomen en verstrekte effectenleningen, of 3º. opgenomen en verstrekte grondstoffenleningen, tenzij in dit hoofdstuk specifiek uitgesloten; r. richtlijn (EG) nr. 93/6/EEG: Richtlijn 93/6/EEG van de Raad van 15 maart 1993 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (PbEG L-.); s. toezichthouderbenadering: benadering waarbij de volatiliteitsaanpassingen door de toezichthouder worden vastgesteld; t. type effecten: de effecten: 1º. die door dezelfde entiteit op dezelfde datum zijn uitgegeven, 2º. die dezelfde looptijd hebben, en 3º. waarvoor dezelfde liquidatieperiode en voorwaarden gelden, als voor de uitgebreide methode van financiële zekerheden; u. volatiliteitsaanpassing: een aanpassing op de waarde van de vordering en zekerheden, teneinde rekening te houden met de prijsvolatiliteit of valutavolatiliteit; en Algemene bepalingen Artikel 4:2 {a8p1 1&p3 1} PM [Kapstok naar wet/amvb] [Bij de berekening van risicogewogen posten zoals bedoeld in artikel 2:... XXX voor de Standaardbenadering en de berekening van de risicogewogen posten en de verwachte verliezen zoals bedoeld in artikel 3:... XXX voor de Basis IRB kan het effect van kredietrisicovermindering in aanmerking genomen worden, indien wordt voldaan aan de in dit hoofdstuk vervatte vereisten hiervoor.] Artikel 4:3 {a8p2 1&2}, 1. Indien een instelling, met inachtneming van de toepasselijke vereisten hiervoor, voor de berekening van risicogewogen posten of eventuele verwachte verliezen met kredietrisicovermindering rekening houdt, beschikt zij over adequate risicomanagementprocessen ter beheersing van de risico s waaraan zij blootgesteld kan zijn als gevolg van deze kredietrisicovermindering. 18

19 2. Indien een instelling voor de berekening van risicogewogen posten of eventuele verwachte verliezen met kredietrisicovermindering rekening houdt, blijft zij een volledige kredietrisicobeoordeling van de onderliggende vordering uitvoeren. 3. Bij repo-stijl transacties wordt, uitsluitend voor de toepassing van het tweede lid, aangenomen dat de onderliggende vordering de nettopost is. Artikel 4:4 {a8p1 10} Met betrekking tot het gebruik van kredietbeoordelingen afgegeven door EKBI s is op dit hoofdstuk het gestelde in artikel 2:xxx (paragraaf behandeling) van de Standaardbenadering van toepassing. Afdeling 4.2. Verrekening van balansposten Verrekening van balansposten ten name van dezelfde wederpartij Artikel 4:5 {a8p1 3&4} 1. Ten name van dezelfde wederpartij op naam gestelde leningen enerzijds en deposito s anderzijds kunnen op de balans met elkaar worden verrekend, indien daartoe tussen een leningverstrekkende instelling en de wederpartij een overeenkomst tot verrekening van balansposten wordt gesloten, die voldoet aan de in artikel 4:6 en 4:7 bepaalde minimumvereisten. 2. De in het eerste lid bedoelde verrekening van balansposten kan niet plaatsvinden onder een kaderverrekeningsovereenkomst die betrekking heeft op repo-stijl transacties of kapitaalmarktgerelateerde transacties, waarop de artikelen 4:11 tot en met 4:23 van toepassing zijn. Artikel 4:6 {a8p2 3} Onverminderd artikel 4:5, kunnen overeenkomsten tot verrekening van balansposten uitsluitend als kredietrisicovermindering in aanmerking worden genomen indien aan de volgende voorwaarden ten aanzien van de rechtszekerheid is voldaan: a. in de verrekeningsovereenkomst is gewaarborgd dat, in geval van wanprestatie, insolventie of faillissement, uiteindelijk één nettobedrag resulteert dat door de ene partij aan de andere verschuldigd is; b. de leningverstrekkende instelling kan aantonen dat de verrekeningsovereenkomst rechtsgeldig en afdwingbaar in alle relevante jurisdicties is, ook in geval van insolventie of faillissement van een tegenpartij; en c. de leningverstrekkende instelling vergewist zich van de blijvende rechtsgeldigheid en afdwingbaarheid in alle relevante jurisdicties van de verrekeningsovereenkomst. Artikel 4:7 {a8p2 3} Onverminderd artikel 4:5, kunnen overeenkomsten tot verrekening van balansposten uitsluitend als kredietrisicovermindering in aanmerking worden genomen indien aan de volgende voorwaarden ten aanzien van het risicobeheer is voldaan: a. de leningverstrekkende instelling is te allen tijde in staat te bepalen welke activa en passiva onder de verrekeningsovereenkomst vallen; b. de leningverstrekkende instelling bewaakt en beheerst de risico s die aan de opzegging van de kredietprotectie verbonden zijn; c. onverminderd artikel 4:3, tweede lid, bewaakt en controleert de leningverstrekkende instelling de desbetreffende vorderingen op nettobasis Verrekening van balansposten ten name van dezelfde relatie of groep Artikel 4:8 1. Ten name van dezelfde relatie of groep luidende debetsaldo s enerzijds en creditsaldo s anderzijds kunnen door een leningverstrekkende instelling op de balans met elkaar worden 19

20 verrekend, indien het creditsaldo bij afzonderlijke pandovereenkomst formeel aan een leningverstrekkende instelling is verpand tot zekerheid van het debetsaldo. 2. In afwijking van het eerste lid, is de in dat lid bedoelde pandovereenkomst is niet vereist, indien op de verhouding tussen de instelling en de wederpartij algemene voorwaarden van toepassing zijn, die reeds in een zodanige verpanding voorzien, mits de juridische effectiviteit van die voorwaarden is gewaarborgd Verrekening van balansposten ten aanzien van verbonden partijen Artikel 4:9 1. Verbonden rekeningen van verschillende relaties kunnen door een leningverstrekkende instelling op de balans met elkaar worden verrekend, indien: a. het creditsaldo bij afzonderlijke pandovereenkomst formeel aan de instelling is verpand tot zekerheid voor het debetsaldo; b. het debetsaldo voor rekening en risico van de crediteur loopt, dan wel de crediteur zich borg stelt voor de debiteur, dan wel de crediteur hoofdelijk schuldenaar is naast de debiteur. Daarnaast is het creditsaldo bij afzonderlijke pandovereenkomst formeel aan de instelling verpand tot zekerheid voor de op de crediteur rustende verplichting als bedoeld in de eerste zin van dit deel; of c. de instelling de bevoegdheid heeft om zich tegenover de crediteur te allen tijde ten volle te kwijten door haar vordering op de debiteur aan de crediteur te cederen. 2. In afwijking van het eerste lid, onder b, is de in dat lid bedoelde pandovereenkomst niet vereist indien op de verhouding tussen de instelling en de wederpartij algemene voorwaarden van toepassing zijn, die in een zodanige verpanding voorzien, mits de juridische effectiviteit van die voorwaarden is gewaarborgd Berekening van de volledig aangepaste omvang van de vordering Artikel 4:10 {a8p3 4} Een instelling berekent de volledig aangepaste omvang van de risicopositie (E*) overeenkomstig formule 1a in bijlage X, waarbij leningen en deposito s bij de leningverstrekkende instelling die op de balans worden verrekend, als zekerheden in de vorm van contanten worden behandeld. 1. Een instelling die de Standaardbenadering toepast, merkt E* aan als de waarde van de vordering op de tegenpartij. 2. Een instelling die de Basis IRB benadering toepast, gebruikt E* om LGD* af te leiden in overeenstemming met formule 2 in bijlage X. Een zodanige instelling blijft EAD berekenen zonder de effecten van verrekening in aanmerking te nemen. 3. Bij de berekening van E*: a. wordt de toezichthouderbenadering toegepast; b. geldt een liquidatieperiode van tien dagen; c. past een instelling de volatiliteitsaanpassing overeenkomstig artikel 4:52 aan, indien de herwaardering minder dan eenmaal per dag plaatsvindt; en d. zijn de bepalingen van afdeling 4.9 van overeenkomstige toepassing. Afdeling 4.3. Kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot repo-stijl transacties en kapitaalmarktgerelateerde transacties Toelaatbaarheid Artikel 4:11 {a8p1 5} 1. Een instelling kan het effect van een bilaterale verrekeningsovereenkomst met betrekking tot repo-stijl transacties en kapitaalmarktgerelateerde transacties in aanmerking nemen, indien de instelling de in paragraaf beschreven uitgebreide methode van 20

21 financiële zekerheden toepast, en indien de kaderverrekeningsovereenkomst voldoet aan de in artikel 4:12 bedoelde minimumvereisten. 2. Onverminderd het bepaalde in bijlage II bij Richtlijn [93/6/EEG]: settlement and counterparty risk, moeten de, in het kader van de in het eerste lid bedoelde verrekeningsovereenkomst geaccepteerde, zekerheden en geleende effecten of grondstoffen voldoen aan de in de paragrafen en vastgelegde toelaatbaarheidsvereisten voor zekerheden Minimumvereisten Artikel 4:12 {a8p2 4&5} Kaderverrekeningsovereenkomsten als bedoeld in artikel 4:11, worden uitsluitend als kredietrisicovermindering in aanmerking genomen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. de overeenkomst is rechtsgeldig en afdwingbaar in alle relevante jurisdicties, ook in geval van insolventie of faillissement van een tegenpartij; b. de overeenkomst verleent de niet in gebreke blijvende partij het recht om bij wanbetaling alle in het kader van de overeenkomst verrichte transacties zo spoedig mogelijk te beëindigen en af te wikkelen, ook in geval van insolventie of faillissement van een tegenpartij; c. de overeenkomst voorziet in een zodanige verrekening van de winsten en verliezen op in het kader van de overeenkomst afgewikkelde transacties dat uiteindelijk slechts één nettobedrag resulteert dat door de ene partij aan de andere partij verschuldigd is; en d. de instelling voldoet aan de in paragraaf vastgelegde minimumvereisten voor het in aanmerking nemen van financiële zekerheden bij de uitgebreide methode van financiële zekerheden Berekening van de volledig aangepaste omvang van de vordering Artikel 4:13 {a8p3 5&21-24} 1. Indien voor de berekening van de volatiliteitsaanpassing gebruik wordt gemaakt van de toezichthouderbenadering of de eigen-ramingenbenadering, berekent een instelling de volledig aangepaste omvang van de vordering (E*) overeenkomstig formule 2 in bijlage X, met dien verstande dat: a. op deze berekening de artikelen 4:43 tot en met 4:51 van overeenkomstige toepassing zijn; en b. bij deze berekening rekening wordt gehouden met een eventueel looptijdverschil als bedoeld in afdeling Indien voor de berekening van de volatiliteitsaanpassing gebruik wordt gemaakt van de interne modellenbenadering, zoals verder uitgewerkt in paragraaf berekent een instelling de volledig aangepaste omvang van de vordering (E*) overeenkomstig formule 4 in bijlage X, met dien verstande dat: a. bij deze berekening gebruik wordt gemaakt van de modeluitkomsten van de voorgaande werkdag; en b. bij deze berekening rekening wordt gehouden met een eventueel looptijdverschil als bedoeld in afdeling Instellingen die de Standaardbenadering toepassen, beschouwen de volledig aangepaste omvang van de vordering (E*), als de waarde van de vordering op de tegenpartij die voortvloeit uit de transacties die onder de kaderverrekeningsovereenkomst vallen. 4. Instellingen die de Basis IRB benadering toepassen, gebruiken de volledig aangepaste omvang van de vordering (E*) om EAD af te leiden. Het effect van de zekerheden op deze transacties leidt niet tot een aanpassing van de LGD Interne modellenbenadering Artikel 4:14 {a8p3 12&13} 21

22 1. Indien een instelling opteert voor het vaststellen van de volatiliteitsaanpasssingen op basis van de interne modellenbenadering, bedoeld in artikel 4:13, tweede lid, past zij deze benadering op alle tegenpartijen en effecten toe, met uitzondering van immateriële portefeuilles, ten aanzien waarvan zij gebruik kan maken van de toezichthouderbenadering of van de eigen-ramingenbenadering, bedoeld in artikel 4:13, eerste lid. 2. Derivatentransacties zijn uitgesloten van behandeling volgens de interne modellenbenadering. Artikel 4:15 {a8p3 14&15} 1. Het gebruik van de interne modellenbenadering staat uitsluitend open voor een instelling, die gebruik maakt van een intern risicometingsmodel dat door DNB is erkend. 2. De erkenning, bedoeld in het eerste lid, kan worden verleend op basis van een daartoe strekkend verzoek van een instelling wier intern risicometingsmodel niet eerder, al dan niet ingevolge dit artikel, is erkend. 3. Instellingen wier intern risicometingsmodel al eerder is erkend ingevolge bijlage V van Richtlijn (EEG) nr. 93/6/EEG worden geacht de erkenning als bedoeld in het tweede lid ontvangen te hebben. Artikel 4:16 {a8p3 16} De in artikel 4:15, eerste lid, bedoelde erkenning wordt uitsluitend verleend indien de verzoekende instelling aantoont dat haar risicomanagementsysteem, voor het beheer van de risico's die voortvloeien uit de transacties die onder de kaderverrekeningsovereenkomst vallen, qua concept solide is en op integere wijze wordt toegepast, en aantoont dat zij in ieder geval aan de kwaliteitsnormen, genoemd in de artikelen 4:17 tot en met 4:21, voldoet. Artikel 4:17 {a8p3 16&18} 1. De verzoekende instelling hanteert een intern risicometingsmodel, voor de berekening van de potentiële prijsvolatiliteit van de transacties, dat in het dagelijkse proces van risicobeheer van de instelling geïntegreerd is en als basis dient voor de rapportering van vorderingen en resultaten aan de hoogste leiding van de instelling. 2. Het interne risicometingsmodel bestrijkt een voldoende aantal risicofactoren om alle wezenlijke koersrisico s te kunnen ondervangen. Artikel 4:18 {a8p3 16} De instelling heeft een afdeling risicobeheersing die: a. voldoende onafhankelijk kan opereren en vrij is van beïnvloeding die het onafhankelijk opereren in gevaar brengt; b. over voldoende personeel beschikt dat onderlegd is in het gebruik van verfijnde modellen op het gebied van risicobeheersing; c. belast is met het ontwerpen en implementeren van het risicobeheersysteem van de instelling; en d. dagelijks de uitkomsten van het risicometingsmodel analyseert en, indien nodig, voorstellen aan de hoogste leiding doet voor het treffen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van de positielimieten. Artikel 4:19 {a8p3 16} 1. De hoogste leiding en het seniormanagement van de verzoekende instelling merkt risicobeheer aan als een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering, is daarbij actief betrokken en stelt hiervoor voldoende middelen ter beschikking. 2. De dagelijkse rapporten die de afdeling risicobeheersing opstelt, worden beoordeeld door een directie-echelon dat voldoende bevoegdheden heeft om een vermindering van de ingenomen posities of van de totale vordering van de instelling op te leggen. Artikel 4:20 {a8p3 16} 1. De interne modellen op het gebied van risicobeheersing van de verzoekende instelling hebben in het verleden bewezen voldoende voorspellende waarde te bezitten bij het meten van 22

23 risico's, hetgeen kan worden aangetoond door de uitkomsten ervan achteraf te testen ("backtesting") aan de hand van gegevens over een periode van ten minste één jaar. 2. De verzoekende instelling voert frequent een stringent programma van stresstests uit. De uitkomsten van deze tests worden beoordeeld door de hoogste leiding en worden verwerkt in het beleid en in de limieten die door die hoogste leiding worden bepaald. Indien stresstests een bijzondere kwetsbaarheid laten zien bij bepaalde scenario s onderneemt een instelling prompt stappen om de desbetreffende risico s adequaat te managen. Bovendien stelt zij DNB onverwijld op de hoogte van deze bijzondere kwetsbaarheid. Artikel 4:21 {a8p3 16} 1. De verzoekende instelling heeft procedures vastgesteld voor de bewaking van en het doen naleven van een schriftelijk vastgelegde reeks interne gedragslijnen en controlevoorschriften, die betrekking hebben op de werking van het risicometingssysteem als geheel. 2. Als onderdeel van de periodieke interne controle voert de verzoekende instelling een onafhankelijke evaluatie van het risicometingssysteem uit, die betrekking heeft op de activiteiten van de handelsafdelingen en de zelfstandige afdeling risicobeheersing. 3. De verzoekende instelling voert tenminste eenmaal per jaar een evaluatie uit van het complete risicobeheersingsproces. Artikel 4:22 {a8p3 12&17} De bij de interne modellenbenadering gebruikte modellen verschaffen ramingen van de potentiële waardewijzigingen van niet-gedekte posten. Voor de raming van de potentiële waardewijziging gelden de volgende minimumvereisten: a. de potentiële waardewijziging wordt tenminste eenmaal per dag berekend; b. er wordt een eenzijdig betrouwbaarheidsinterval van 99% toegepast; c. de van toepassing zijnde liquidatieperiode is: 1º. tenminste 5 dagen of een equivalent daarvan voor repo-stijl transacties, daaronder niet begrepen verstrekte of opgenomen grondstoffenleningen, en 2º. 10 dagen of een equivalent daarvan voor andere transacties; d. de feitelijke historische waarnemingsperiode is tenminste één jaar, tenzij een kortere waarnemingsperiode gerechtvaardigd is op grond van een aanmerkelijke toename van de prijsvolatiliteit; en e. het gegevensbestand wordt driemaandelijks bijgewerkt en vaker voor zover marktontwikkelingen hiertoe aanleiding geven. Artikel 4:23 {a8p3 20} 1. Een instelling die gebruik maakt van de interne modellenbenadering test de resultaten van haar interne risicometingsmodel achteraf op grond van een steekproef van 20 tegenpartijen. De lijst van deze 20 tegenpartijen wordt jaarlijks vastgesteld en bestaat uit de 10 grootste tegenpartijen die door de instelling op grond van haar interne risicometingsmodel zijn bepaald en 10 andere willekeurig gekozen en wisselende tegenpartijen. 2. De instelling vergelijkt voor elk van de 20 tegenpartijen, bedoeld in het eerste lid, dagelijks de feitelijke waardewijziging van de vorderingen op deze tegenpartijen met de op basis van de interne modellenbenadering aan het einde van de vorige werkdag geraamde waardewijziging van deze vorderingen. 3. Wanneer de feitelijke waardewijziging de geraamde waardewijziging overschrijdt, is sprake van een uitzondering. De geraamde waarde, die het interne risicometingsmodel genereert, wordt per periode van 250 werkdagen voor elke tegenpartij afzonderlijk vermenigvuldigd met de bijbehorende factor uit tabel 1 in bijlage X. 4. De instelling toont, door middel van de back-testing, aan dat de uitzonderingen niet geconcentreerd zijn in haar vorderingen op één of meer tegenpartijen. 23

24 Afdeling 4.4. Financiële zekerheden toelaatbaar in de Standaardbenadering en de Basis IRB Financiële zekerheden toelaatbaar onder de eenvoudige en de uitgebreide methode Artikel 4:24 {a8p1 7} De volgende financiële instrumenten worden, met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 4.4.3, als toelaatbare zekerheden aangemerkt: a. contanten gedeponeerd bij of met contanten gelijk te stellen instrumenten aangehouden bij een leningverstrekkende instelling; b. schuldtitels uitgegeven door centrale overheden of centrale banken waarvan de effecten in de Standaardbenadering een kredietbeoordeling hebben die door DNB is toegewezen aan kredietkwaliteitstrap 4 of beter; c. schuldtitels uitgegeven door instellingen of andere entiteiten waarvan de effecten in de Standaardbenadering een kredietbeoordeling hebben die door DNB is toegewezen aan kredietkwaliteitstrap 3 of beter; d. schuldtitels met een kredietbeoordeling voor de korte termijn die door DNB is toegewezen aan kredietkwaliteitstrap 3 of beter; e. aandelen of converteerbare obligaties die in een hoofdindex zijn opgenomen; en f. goud. Artikel 4:25 {a8p1 7} Onder de schuldtitels, bedoeld in artikel 4:24, onderdeel b, worden tevens verstaan: a. schuldtitels uitgegeven door regionale of lokale overheden, indien de vorderingen op deze overheden in de Standaardbenadering worden behandeld als vorderingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn; b. schuldtitels uitgegeven door multilaterale ontwikkelingsbanken waarop in de Standaardbenadering een risicogewicht van 0% wordt toegepast; en c. schuldtitels uitgegeven door internationale organisaties waarop in de Standaardbenadering een risicogewicht van 0% wordt toegepast; Artikel 4:26 {a8p1 7} Onder de schuldtitels, bedoeld in artikel 4:24, onderdeel c, worden tevens verstaan: a. schuldtitels uitgegeven door regionale of lokale overheden indien de vorderingen op deze overheden in de Standaardbenadering niet worden behandeld als vorderingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn; b. schuldtitels uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen indien de vorderingen op deze lichamen in de Standaardbenadering worden behandeld als vorderingen op instellingen; en c. schuldtitels uitgegeven door andere multilaterale ontwikkelingsbanken dan die waarop in de Standaardbenadering een risicogewicht van 0% wordt toegepast. Artikel 4:27 {a8p1 8} Schuldtitels uitgegeven door een instelling waarvan de effecten geen kredietbeoordeling hebben van een erkende EKBI, worden, met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 4.4.3, als toelaatbare zekerheden aangemerkt, indien zij aan de volgende criteria voldoen: a. de schuldtitels zijn aan een erkende beurs genoteerd; b. de schuldtitels hebben betrekking op een niet-achtergestelde schuld; c. de uitgevende instelling heeft geen andere uitgifte van schuldtitels gedaan van dezelfde rangorde, die wel een kredietbeoordeling heeft en die door DNB is toegewezen aan een minder goede kredietkwaliteitstrap dan kredietkwaliteitstrap 3; d. de leningverstrekkende instelling beschikt niet over informatie waaruit blijkt dat de uitgifte van de schuldtitels een lagere kredietbeoordeling zou verdienen dan kredietkwaliteitstrap 3; en 24

Gelet op de artikelen 61, vijfde lid, 72, eerste lid, 73, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Gelet op de artikelen 61, vijfde lid, 72, eerste lid, 73, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft; Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 16 december 2010 tot wijziging van de Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft 2010 in verband met de implementatie van de CRD III richtlijn

Nadere informatie

Standaardbenadering Kredietrisico

Standaardbenadering Kredietrisico verstreken consultatie De Nederlandsche Bank N.V. Standaardbenadering Kredietrisico Consultatiedocument (Implementatie Bazel II) nr. K02B/NL oktober 2005 verstreken consultatie 2 De Nederlandsche Bank

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB.

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB 11 november 2010 Deze consultatie is aangekondigd via Open Boek Toezicht. Dit document is

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.10.2016 C(2016) 6329 final ANNEXES 1 to 4 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees

Nadere informatie

Interne Rating Benadering

Interne Rating Benadering De Nederlandsche Bank N.V. Interne Rating Benadering Consultatiedocument (implementatie Bazel II) nr. K01C/NL oktober 2005 De Nederlandsche Bank geeft marktpartijen de gelegenheid commentaar te leveren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17090 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 tot wijziging van de Regelingen solvabiliteitseisen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB 1 april 2011 Deze consultatie is aangekondigd via Open Boek Toezicht. Dit document is tevens

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken 23.11.2017 A8-0255/ 001-001 AMENDEMENTEN 001-001 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Peter Simon A8-0255/2017 Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 17.1.2015 L 11/37 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/62 VAN DE COMMISSIE van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, 27.12.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 345/27 VERORDENING (EU) 2017/2395 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (wijziging van) Regeling Solvabiliteitseisen voor het Kredietrisico

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (wijziging van) Regeling Solvabiliteitseisen voor het Kredietrisico De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (wijziging van) Regeling Solvabiliteitseisen voor het Kredietrisico 28 juni 2010 1 (Tekst geldend op: 01-12-2009) Regeling van De Nederlandsche

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17690 28 juni 2013 Beleidsregel van de Stichting Autoriteit Financiële Markten aangaande de definitie en de berekening

Nadere informatie

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017 DANIÈLE NOUY Voorzitter van de Raad van Toezicht ECB-OPENBAAR Aan: de leiding van belangrijke banken Frankfurt am Main, 28 juli 2017 Openbare leidraad betreffende informatie over transacties die de grenzen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn, 89/647/EEG van de Raad met betrekking tot de aanvaarding door toezichthouders van schuldvernieuwingscontracten

Nadere informatie

CRD IV factsheet toelichting methodologie van implementatie keuzevrijheden CRD IV en CRR

CRD IV factsheet toelichting methodologie van implementatie keuzevrijheden CRD IV en CRR CRD IV factsheet toelichting methodologie van implementatie keuzevrijheden CRD IV en CRR Relevant voor: ba, bo Geldigheid: geldig Datum: 15 januari 2014 Status: Factsheet Auteur: Koen Holtring, Maurit

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule EIOPA-BoS-14/174 NL Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 26 Besluit van 12 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van

Nadere informatie

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [datum] 2016 houdende regels ingevolge artikel 108, derde lid, en artikel 111, zesde lid, van het Besluit prudentiële

Nadere informatie

Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. (ter consultatie)

Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. (ter consultatie) Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft (ter consultatie) Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Securitisaties

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Securitisaties De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Securitisaties 28 juni 2010 1 Regeling securitisaties Regeling van de Nederlandsche Bank N.V. van 2010, houdende nadere regels

Nadere informatie

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, dd mm 2015 Kenmerk: NBB_2015_xx uw correspondent:

Nadere informatie

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03 RICHTSNOEREN BETREFFENDE DE OPENBAARMAKING VAN BEZWAARDE EN NIET-BEZWAARDE ACTIVA 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03 Richtsnoeren betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa EBA-richtsnoeren

Nadere informatie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 23.11.2017 A8-0255/2 Amendement 2 Roberto Gualtieri namens de Commissie economische en monetaire zaken Verslag A8-0255/2017 Peter Simon Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

Feedback Statement Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Feedback Statement Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Feedback Statement Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële

Nadere informatie

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht In dit document vindt u een overzicht van relevante wetsartikelen die van toepassing zijn

Nadere informatie

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 25 april 2016 Kenmerk: NBB_2016_16 uw correspondent:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0360 (COD) 8855/17 LIMITE PUBLIC EF 89 ECOFIN 330 CCG 11 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

9480/17 ons/ass/ev DG G 1C

9480/17 ons/ass/ev DG G 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 31 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0360 (COD) 9480/17 EF 103 ECOFIN 434 CCG 16 CODEC 873 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico - 1 - Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico MEI 2008 - 2 - De aanvraag DNB kan een financiële onderneming

Nadere informatie

Afdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied

Afdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied 1. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN XX-XX-2013. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België op het eigen vermogen van de instellingen voor elektronisch geld

Nadere informatie

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht Expertisecentrum Markttoetreding Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Datum Uw kenmerk Doorkiesnummer 020 524 Bijlage(n) Onderwerp MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

Nadere informatie

Implementatiewet Europees kader voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (34 208) het "Wetsvoorstel"

Implementatiewet Europees kader voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (34 208) het Wetsvoorstel Additionele vragen inzake Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.8.2017 C(2017) 5812 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 wat betreft de specificatie

Nadere informatie

Steunstichting SBWU. Boekjaar 2014. Steunstichting SBWU Utrecht. 2 april 2015

Steunstichting SBWU. Boekjaar 2014. Steunstichting SBWU Utrecht. 2 april 2015 Steunstichting SBWU Boekjaar 2014 Steunstichting SBWU Utrecht 2 april 2015 Inhoud Blad Jaarrekeningverslag over boekjaar 2014 3 Jaarrekening 2014 4 Balans per 31 december 2014 5 Winst-en verliesrekening

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 3:18a, en 3:111a van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 3:18a, en 3:111a van de Wet op het financieel toezicht; DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Beleidsregel maximering ratio deposito s en uitzettingen Wft Beleidsregel van de Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, houdende maximering van de ratio van deposito s en de

Nadere informatie

J A A R STUKKEN 2014. Pertax BV Ede

J A A R STUKKEN 2014. Pertax BV Ede J A A R STUKKEN 2014 Pertax BV Ede Opmaakdatum: 21 mei 2015 Jaarstukken 2014 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 21 mei 2015 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening - Toelichting

Nadere informatie

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede J A A R STUKKEN 2016 Pertax BV Ede Opmaakdatum: 30 maart 2017 Jaarstukken 2016 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 6 april 2017 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening - Toelichting

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 20 maart 2013 Betreft Beantwoording vragen lid Van Hijum

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 20 maart 2013 Betreft Beantwoording vragen lid Van Hijum > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

Commissie juridische zaken

Commissie juridische zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 21.2.2011 2010/0207(COD) AMENDEMENTEN 6-22 Ontwerpadvies Dimitar Stoyanov (PE456.696v01-00) over het voorstel voor een Richtlijn.../.../EU van het

Nadere informatie

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft - 1 - DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.10.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.10.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.10.2014 C(2014) 7484 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 17.10.2014 tot correctie van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 ten aanzien

Nadere informatie

Ja, hier ben ik mee bekend. Voor mijn reactie op dit bericht verwijs ik naar de antwoorden op de onderstaande vragen.

Ja, hier ben ik mee bekend. Voor mijn reactie op dit bericht verwijs ik naar de antwoorden op de onderstaande vragen. 2015Z03278 Vragen van de leden Aukje de Vries en Van der Linde (beiden VVD) aan de ministers van Financiën en voor Wonen en Rijksdienst over het bericht "ABN AMRO CFO: Nieuwe kapitaalbodems kunnen buffer

Nadere informatie

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND CONFIDENTIEEL Onderwerp: Informatieformulier Derdelanden Beleggingsondernemingen Toezicht nationale instellingen Beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN

Nadere informatie

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 16.12.2014 C(2014) 9950 final Mededeling van de Commissie van 16.12.2014 Richtsnoerennota van de Commissie over de tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen van Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */ Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */ Publicatieblad Nr. C 369 van 07/12/1996 blz. 0010 Voorstel voor een verordening van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

RJ-Uiting : Wijzigingen in Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten

RJ-Uiting : Wijzigingen in Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten RJ-Uiting 2017-6: Wijzigingen in Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten Algemeen RJ-Uiting 2017-6: Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten bevat de wijzigingen in hoofdstuk 615 Beleggingsentiteiten. Achtergrond

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 28.11.2017 L 312/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2194 VAN DE COMMISSIE van 14 augustus 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Stichting DSI inzake vakbekwaamheid van Relevante personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van Ondernemingen STICHTING AUTORITEIT

Nadere informatie

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. en de Pensioen- & Verzekeringskamer ingevolge

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17099 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 tot vaststelling van de voorwaarden

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie Regeling staten financiële ondernemingen 3 maart 2014

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie Regeling staten financiële ondernemingen 3 maart 2014 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie Regeling staten financiële ondernemingen 3 maart 2014 Inhoud 1. Reacties... 2 2. Toelichting... 3 2.1 CRD IV en CRR: gevolgen voor het nationaal regelkader... 3 2.2

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17098 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 houdende nadere regels inzake securitisaties

Nadere informatie

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van tot wijziging van het Besluit melding zeggenschap in uitgevende instellingen Wft,

Nadere informatie

In het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt na artikel 6a een artikel ingevoegd, luidende:

In het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt na artikel 6a een artikel ingevoegd, luidende: Besluit van houdende regels tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2015/2365 Op de voordracht van Onze Minister

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 662 Besluit van 11 december 2006, houdende wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft ter implementatie van richtlijn nr. 2006/48/EG van

Nadere informatie

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014 EBA/GL/2014/09 22 september 2014 Richtsnoeren voor de soorten tests, doorlichtingen of exercities die kunnen leiden tot steunmaatregelen uit hoofde van artikel 32, lid 4, onder d), punt iii) van de richtlijn

Nadere informatie

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2016 Inhoudsopgave Pagina Tussentijdse cijfers 1 Balans per 30 juni 2016 3 2 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Definitieve richtsnoeren

Definitieve richtsnoeren EBA/GL/2017/02 11/07/2017 Definitieve richtsnoeren inzake het onderlinge verband tussen de volgorde van afschrijving en omzetting volgens BRRD en CRR/CRD 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 9.12.2003 COM(2003) 761 definitief 2003/0295 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG

Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bng.nl Vastgesteld door de Raad van Bestuur op en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico Agendapunt 05 Bijlage 08 TREASURYSTATUUT I Begripsbepalingen Artikel 1 In dit statuut wordt verstaan onder: Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

Toezichthouderregels tegenpartijkredietrisico

Toezichthouderregels tegenpartijkredietrisico De Nederlandsche Bank N.V. Toezichthouderregels tegenpartijkredietrisico Consultatiedocument (implementatie Bazel II) nr. K05B/NL (errata verwerkt) augustus 2006 De Nederlandsche Bank geeft marktpartijen

Nadere informatie

Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten

Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten Circulaire _2009_29 dd. 30 september 2009 Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten Toepassingsveld: Verzekeringsondernemingen onderworpen aan de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle

Nadere informatie

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s Richtsnoeren voor risicometing en de berekening van het totale risico voor bepaalde types gestructureerde icbe s ESMA/2012/197 Datum: 23

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12086 29 april 2014 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 17 april 2014, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU) 16.12.2014 L 359/155 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 12 december 2014 betreffende de gelijkwaardigheid van de toezicht- en reguleringsvereisten van bepaalde derde landen en grondgebieden ten behoeve

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 4 februari 2019, 2019-16957, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 525 Besluit van 4 december 2013 tot wijziging van het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een

Nadere informatie

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU RS TER SPECIFICATIE VAN DE VOORWAARDEN VOOR FINANCIËLE STEUN BINNEN DE GROEP EBA/GL/2015/17 08.12.2015 Richtsnoeren ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde

Nadere informatie

Voorwaarden Effectenkrediet Tripartiete Dienstverlening

Voorwaarden Effectenkrediet Tripartiete Dienstverlening Tripartiete Dienstverlening 2 1 Definities 1.1 De in deze Voorwaarden met een hoofdletter geschreven woorden hebben dezelfde betekenis als die daaraan is toegekend in de Voorwaarden Tripartiete Dienstverlening,

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5959 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Beheerovereenkomst WINKELVASTGOEDFONDS DUITSLAND 5 NV. WVGF Dlnd 5 NV - BEH (execution copy).docx

Beheerovereenkomst WINKELVASTGOEDFONDS DUITSLAND 5 NV. WVGF Dlnd 5 NV - BEH (execution copy).docx WVGF Dlnd 5 NV - BEH (execution copy).docx ONDERGETEKENDEN: I. Holland Immo Group Beheer B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Eindhoven en kantoorhoudende

Nadere informatie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2007 VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 4843 6 maart 208 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 9 maart 208 houdende wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.1.2015 L 15/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/81 VAN DE RAAD van 19 december 2014 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de toepassing van Verordening

Nadere informatie

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar Kerkstraat 75 2242 HE INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2016 1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 2 Toelichting op de balans per 31 december 2016 6 A BALANS PER 31 DECEMBER 2016

Nadere informatie

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) 2019 Vragen en antwoorden Algemene informatie over de berekeningsmethode 1. Waarom is de berekeningsmethode die in de bijdrageperiode

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 283 Besluit van 8 juli 2008, houdende wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft ter implementatie van Richtlijn

Nadere informatie