TOTAAL. bos (63M) bos (66B) jacht soortenbescherming natuur

Transcriptie

1 Handhaving visserij TOTAAL ANT LIM OVL VLB WVL bos (63M) bos (66B) jacht soortenbescherming natuur riviervisserij afval andere totaal Aantal processen verbaal per sectorwetgeving 1

2 TOTAAL ANT LIM OVL VLB WVL bos (63M) bos (66B) jacht soortenbescherming (64J-SB) natuur (64J-ND) natuur (64J) riviervisserij afval andere totaal Aantal aanmaningen per sectorwetgeving TOTAAL ANT LIM OVL VLB WVL bos (63M) bos (66B) jacht (63A) soortenbescherming (64-SB) natuur(64-nd) riviervisserij (63B) afval (64E) andere totaal Aantal meldingen per sectorwetgeving 2

3 Nalevingsgraad wet op de riviervisserij in WVL Jaarlijks ong visverloven gecontroleerd Gemiddeld 10% in overtreding. Nalevingsgraad is gemiddeld 90% Overtredingen vnl op: art. 12 wet: gesloten tijd Artikel 7 wet: vissen zonder visverlof Artikel 12 besluit: gesloten tijd, nachtvisserij, bijhouden vis, Artikel 13 besluit: meer dan 2 hengels, wijze van vissen, vistuigen Handhaving Geregeld door het MHD Natuurinspectie Boswachters Politie Bijzondere veldwachters (op terreinen waar ze zijn aangesteld) Betichtingscode 63B Politierechtbank (indien Parket Samenwerkings Verband : correctioneel) Toekomst: depenaliseren: milieu-inbreuk 3

4 toepassingsgebied de visserijwet is van toepassing op : Alle wateren van het hydrografische net + wateren die er in open verbinding mee staan -bevaarbare of bevlotbare wateren (rivieren en kanalen) ) + aanhorigheden daarmee in open verbinding (oude meanders, vijvers, plassen, ) -onbevaarbare wateren + aanhorigheden daarmee in open verbinding (oude meanders, vijvers, plassen, ) Niet open betekent : 1. - Geen fysische verbinding 2. - Wel fysische verbinding maar volwassen vissen kunnen 3. zich er niet doorheen bewegen = afsluiting door vast rooster met maximum 2cm opening tussen de staven Periodiek overstroombare wateren: vallen wel onder het toepassingsgebied van de wet op de riviervisserij! Toepassingsgebied en visrecht WATERSYSTEEM is een binnenwater van het hydrografisch net (rivier, kanaal) of staat in open verbinding met het hydrografisch net (vijver, meander, NEE = gesloten water - wet op de riviervisserij is niet van toepassing (Art. 1) JA * = open water - Wet op de riviervisserij is van toepassing op het watersysteem (Art.1) - om te hengelen is een visverlof verplicht (Art. 7 van de wet) overheid = openbaar water bevaarbaar - visrecht behoort aan de staat (Art.2) - oever mag over een breedte van1,50m gebruikt worden voor te hengelen (art. 5) watersysteem wordt onderhouden door: particulier persoon = privaat water (semi-openbaar water) onbevaarbaar - visrecht is aan de oevereigenaar (art. 6) - naast visverlof is toestemming + eventueel bijkomende vergunning van visrechthebbende nodig bestuur van polders of wateringen = polders en kreken - visrecht behoort aan bestuur van polders en kreken (art.6bis) - naast visverlof is toestemming + eventueel bijkomende vergunning van visrechthebbende nodig - indien verpacht, heeft PVC eerste pachtrecht tegen hoogste bod (art.6bis) 4

5 Het begrip vis Wet bepaalt het begrip «vis» niet nader somt wel soorten vissen en kreeften op (cf. bijlage 1 BVR) bevruchte eieren worden beschouwd als vis het vangen van kikkers, waterinsecten enz. valt niet onder deze wet (= soortenbesluit) Wie is eigenaar van de vis? vis word als niemandsgoed (res nullius) beschouwd vis is eigendom van degene die zich er het eerst meester van maakt 5

6 Wat is vissen en wat niet? Vissen = alle handelingen die tot doel hebben vissen of kreeften uit wateren waarop de riviervisserijwet van toepassing is, in bezit te krijgen en/of te doden met de middelen die daartoe dienstig zijn. vis op het droge oprapen is niet vissen zeevisserij valt niet onder deze wet verboden tuigen gebruiken is strafbare visserij visredding mag onder toezicht van de overheid toevallig gedode vis (vb. door schroef van schip) is geen visserij hengelen (met een hengel) vissen (ook met andere tuigen) Visverlof en vrijstelling visverlof (artikel 7-9) Visverlof 3 types visverlof (Art. 9 van de wet van 1 juli 1954): zie ook folder met Reglement Openbare Visserij 2013 Elk visverlof geeft het recht te vissen op de wijze die krachtens de minder dure visverloven is toegestaan. ANB bepaalt vorm visverlof Visverloven worden verdeeld via de Postkantoren of online: Een visverlof is persoonlijk en geldt alleen voor het jaar waarin het is afgegeven Vrijstelling visverlof Kinderen beneden de 14 jaar die met één hengel vissen en vergezeld zijn van hun vader, moeder of voogd, voorzien van een visverlof (Art. 8, 2 van de wet van 1 juli 1954). Voor een initiatie of promotiecampagne voor het hengelen, georganiseerd door een vissersvereniging : toelating nodig van de voorzitter van de provinciale visserijcommissie of van de voorzitter van het Centraal Comité van het Visserijfonds (vrijstelling is alleen geldig voor de duur van de initiatie en/of promotiecampagne) Hengelwedstrijden (zie punt 9) 6

7 ^ Beschermde vissoorten en visverbod (artikel 10-11) Visverbod Het is verboden te vissen op de volgende plaatsen: 1) in sluizen 2) van boven op de bruggen van de waterwegen 3) in vispassages Punt 1 tot en met 3: de facto visverbod (geen borden nodig; borden mogen wel) 4)in gedeelten van de waterlopen als het peil abnormaal laag is of als zich uitzonderlijk hoge visconcentraties voordoen In voorkomend geval wordt besluit uitgevaardigd op basis van Art. 14 van de wet van 1 juli 1954 ; delegatie naar ANB) 5) op alle plaatsen, zowel vanaf de oever als op het water, waar ANB ter plaatse door middel van signalisatieborden een tijdelijk of permanent visverbod heeft aangeduid. Punt 5: enkel visverbod indien borden aanwezig zijn op terrein Signalisatieborden: beschreven in bijlage 2 van het besluit Pictogram visverbod en pijlen Indien waterloop niet breed is borden enkel op rechteroever Extra aanduiding indien visverbod tijdelijk is (optioneel) Extra aanduiding afstand visverbod (optioneel) Vissen in gesloten tijd en nachtvisserij (artikel 12, 1-4) Begrippen Gesloten tijd: van 16 april tot en met 31 mei Nachtvisserij: vissen tussen twee uur na zonsondergang en twee uur voor zonsopgang Principe Vissen in gesloten tijd en nachtvissen overal toegelaten, behalve in de ecologisch waardevolle waterlopen Ecologisch waardevolle wateren: Alle onbevaarbare waterlopen (Delen van) waterwegen opgesomd in bijlage 3 van het besluit Visplassen opgesomd in bijlage 3 van het besluit 7

8 Vissen in gesloten tijd en nachtvisserij (artikel 12, 1-4) Gesloten periodes 1) In alle wateren is het verboden te vissen op zalmachtigen in de periode van 1 oktober tot en met 28 februari. 2) In alle onbevaarbare waterlopen, in de waterwegen of delen daarvan, opgesomd in bijlage 3 en in de visplassen, opgesomd in bijlage 3, is het verboden: a) te vissen op snoek en snoekbaars in de periode van 1 maart tot en met 31 mei b) te vissen op alle andere vissoorten in de periode van 16 april tot en met 31 mei Voorwaarden Alle vissen die toevallig gevangen worden in de tijd waarin verboden is, moeten onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten. In de wateren waar het vissen is toegelaten in de periode van 16 april tot en met 31 mei geldt een volledige terugzetverplichting in deze periode. In de wateren van punt 2)geldt het volgende: Het gebruik van vis of delen ervan als aas en van kunstaas met een totale lengte van meer dan 2 cm is verboden in de periode van 1 maart tot en met 31 mei. 5. Vissen in gesloten tijd en nachtvisserij (artikel 12, 1-4) Nachtvisserij is verboden in de ecologisch waardevolle wateren: Alle onbevaarbare waterlopen Waterwegen of delen daarvan opgesomd in bijlage 3 van het besluit Visplassen opgesomd in bijlage 3 van het besluit In alle andere wateren is nachtvisserij in principe toegelaten (voor visplassen dienen de lokale regels inzake toegankelijkheid wel gerespecteerd te worden). In de wateren waar nachtvisserij is toegelaten gelden volgende voorwaarden tijdens de uitoefening van de nachtvisserij: Alle vissen die gevangen worden moeten onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten. Een visser mag evenmin vis in het bezit hebben die buiten de periode van nachtvisserij is gevangen. Het gebruik van vis of delen ervan als aas en van kunstaas met een totale lengte van meer dan 2 cm is verboden. 8

9 Bijzondere bepalingen (artikel 12, 5) Peurvissen Het is altijd en in alle wateren toegestaan met de peur op paling te vissen. Vissers mogen tijdens het vissen in de periode van 16 april tot en met 31 mei of tijdens de nachtvisserij alleen paling in het bezit hebben of meenemen op voorwaarde dat ze gebruik maken van één peur en geen andere hengel gebruiken. Vliegvissen (=hengeltechniek waarbij gebruik gemaakt wordt van het gewicht van de lijn om het aas, de kunstvlieg te werpen) In de waterwegenvan bijlage 3 en in de onbevaarbare waterlopenis het vliegvissen vanaf de oever toch toegestaan van 16 april tot en met 31 mei. Elke gevangen vis moet onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten. In de visplassenvan bijlage 3 geldt de uitzondering niet! Toelichting kunstaas groter of kleiner dan 2 cm Kunstaas met een totale lengte groterdan 2 cm In de praktijk betreft dit kunstaas waarmee op snoek en snoekbaars gevist wordt. Kunstaas met een totale lengte kleinerdan 2 cm In de praktijk betreft dit allerlei soorten kunstaas zoals kleine kunstvliegjes, namaak of imitatie aas waarmee (in onze wateren) meestal op karperachtigen wordt gevist. 9

10 Vissen in gesloten tijd en nachtvisserij (artikel 12, 1-4) vissen op forel Januari Februari Maart April Mei Juni x x x x x vissen op snoek en snoekbaars Juli Augustus September Oktober November December vissen op andere soorten nachtvissen wadend vissen x x x x x Toegelaten Toegelaten, m.u.v. Bijlage 3 wateren (in de praktijk, toegelaten op bevaarbare waterlopen) xverboden Verboden wijzen van vissen (artikel 13) Het is verboden om het even welke levende vis afkomstig uit viswater waarop de wetgeving van toepassing is aan dit water te onttrekken en tevervoeren. Deze regel is niet van toepassing op paling en op aasvissen (cfr. Art. 15 en 16 van de wet van 1 juli 1954). Het gebruik van de (paling)fuik en het kruisnet is verboden. Onder ijs mag er niet gevist worden. Het gebruik van gekleurde maden is verboden. Het is verboden om met meer dan twee hengels te vissen. Het is verboden eenzelfde hengel van meer dan drie enkelvoudige of veelvoudige haken voorzien. Wadend vissen is verboden in de periode van 1 december tot en met 28 februari en van 16 april tot en met 31 mei Definitie wadend vissen: de wijze van vissen waarbij de visser zich tijdens het vissen door het water verplaatst over de bedding van de rivier. 10

11 Gebruik van hengel en schepnet (artikel 14) Definitie hengel(art. 1, 3): elk snoer dat van een roede voorzien is, ongeacht het gebruikte aas, alsook de peur. Het gebruik van de hengel is alleen geoorloofd voor zover de visser zich in de mogelijkheid bevindt de hengel voortdurend te bewaken. (auditief ook goed) Het schepnet mag alleen worden gebruikt om de met de hengel gevangen vis weg te nemen. de hengel mag enkel gebruikt worden voor zover de visser hem voordurend kan bewaken er isgeen maatop de hengel er mogen maximaal twee hengels gebruikt worden vissen met slepende lijn vanop een motorboot is toegelaten maximaal 3 enkel- of meervoudige haken per hengel Maten van vissoorten en meeneembeperking (artikel 15) Maten vissoorten Minimum maat 30 cm: beekforel, zeelt, paling, karper, sneep Minimum maat 45 cm: barbeel, snoekbaars, snoek Minimum maat 30 cm en maximummaat 60 cm: karper Alle exemplaren (in afwijking van de geldende maten) die toevallig worden gevangen, moeten onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten. snoek: volledige terugzetplicht tot en met 31 december 2018! De lengte wordt gemeten van de punt van de bek tot het uiteinde van de staartvin. Een visser mag dus, terwijl hij aan het vissen is, geen gevangen vissen in het bezit hebben waarvan de kop of de staart verwijderd zijn. (reden waarom er geen vis mag geconsumeerd worden aan de waterkant ) 11

12 Maten van vissoorten en meeneembeperking (artikel 15) Meeneembeperking 5 vissen Elke visser mag na zijn hengelbeurt in totaal 5 vissen, waarvan maximum drie snoekbaarzen, onttrekken en vervoeren. De vissen moeten groter zijn dan 15 cm en dood zijn. Enkel paling mag levend vervoerd worden. Tevens moeten de minimum en maximum maten van vissoorten nageleefd worden en is het meenemen van beschermde soorten (en snoek tot en met 31 december 2018) verboden. De vissen mogen niet ter plaatse worden geconsumeerd. Definitie onttrekken: vis in het bezit hebben met als doel die blijvend te verwijderen uit een water waarop wet van 1 juli 1954 van toepassing is. Gebruik leefnet is expliciet toegestaan (Art. 15, 3): respecteren maten van vissoorten en gesloten periodes vissoorten geen beschermde soorten. Hengelwedstrijden (artikel 9 en 16) Definitie wedstrijd: een hengelwedstrijd die door een Vlaamse vissersvereniging georganiseerd wordt. Voor wedstrijden gelden enkele uitzonderingen: Vrijstelling visverlof voor wie niet in het Vlaamse Gewest gedomicilieerd is en deelneemt aan een door een Vlaamse vissersvereniging georganiseerde en openbaar aangekondigde nationale of internationale wedstrijd tussen vissersverenigingen op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag. De vrijstelling is alleen geldig voor de werkelijke duur van de wedstrijd. Voor wedstrijden op Europees vlak en voor wereldkampioenschappen geldt die vrijstelling gedurende de week die voorafgaat aan de wedstrijd. De maten van vissoorten van vissoorten vermeld in Art. 15 (minimum en maximum) gelden niet voor de duur van de wedstrijd. Vissen die afwijken van deze maten mogen dus ook in het leefnet bewaard worden. Vissen mogen eveneens bewaard worden in een leefnet in de periode van 16 april tot en met 31 mei. Randvoorwaarden: Minstens één maand vooraf wordt een aanvraag tot toelating gericht aan ANB. Het voederen wordt beperkt tot maximaal 10 liter klaargemaakt voer per deelnemer per wedstrijd. Een hengelvangstregistratie wordt voor elke wedstrijd opgemaakt. Alle gevangen vissen moeten in voldoende grote leefnetten worden bewaard tot na de weging of meting. Snoek, snoekbaars en de beschermde soorten, mogen niet in een leefnet bewaard worden. Na weging of meting moet elke vis onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten. 12

13 Aasvissen (artikel 17) Definitie: elke vis of deel van een vis dat gebruikt wordt als aas om andere vissen mee te vangen. Een hengelaar mag maximum 20 levende of dode aasvisjes kleiner dan 15 cm (ongeacht hun herkomst) bezitten of vervoeren. Beschermde soorten, kleurvariëteiten van vissoorten, niet inheemse soorten of soorten waarvoor een minimum maat geldt, mogen niet als aasvisje gebruikt worden. Alleen aasvisjes die behoren tot de karperachtigen (cyprinidae) mag men levend vervoeren. Aasvissen groter dan 15 cm kunnen in de praktijk ook gebruikt worden, levend of dood. Levend als ze gevangen zijn ter plaatse (en in het leefnet worden behouden), maar een visser mag evenwel maximum 5 vissen groter 15 cm onttrekken en dood vervoeren. 13

14 visfuik Fuiken en kruisnet 14

15 Kruisnet en peurnet 15

16 16

17 Rattenfuiken rattenfuik 17

18 Sleepnet/zegennet 18

19 Varia Het vervoeren en verhandelen van vis vervoer levende vis is verboden (uitgez. 5 palingen en 20 aasvisjes) verhandelen van vis: enkel toegelaten mits naleving van wetgeving inzake handel en keuring van vis = andere wetgeving sportvissers mogen geen vis verhandelen! Het vervoer van tuigen buiten de woning geen verboden tuigen, tenzij aangetoond kan worden dat ze niet in openbaar water gebruikt worden Uitzetten van vis in openbare waters verboden zonder machtiging van de minister in praktijk : enkel de PVC s in kader van herbepotingen (jaarlijks door minister goedgekeurd herbepotingsplan) Gebruik bedwelmende of schadelijke stoffen verboden gekleurde maden zijn verboden sinds

20 Praktijk Check type waterloop (open, gesloten, bijlage 3 of niet) Check datum (gesloten tijd of niet) Check uur (nachtvisserij: 2 u na zonsondergang tot 2u voor zonsopgang) Check aantal personen en aantal hengels (zoek naar verborgen hengels) Benaderen (tactische driehoek/maneuverelement en beveiligingselement, visser tussen u en het water, ) Voorstellen in naam en hoedanigheid Controle visverlof (en identiteit) Controle hengels (meervoudige haken/type aas) Controle leefnet (bezit van ondermaatse vis, beschermde vis, ) Check eventueel voertuig Bij inbreuk: verdere afhandeling (aanmaning/pv) Géén beslagname noch bestuurlijk meenemen van materiaal (proportionaliteit) Cases Case 1 nachtcontrole visserij Tijdens een visserijcontrole op 11 oktober gedurende de nacht (het is 00u05), rij je langs een oude Schelde-arm. Met de warmtecamera zie je een visser aan de overkant van de plas zitten. Om tot bij de visser te komen moet je langs het jaagpad en door een stukje bos. De visser heeft de slagboom eigenhandig verwijderd en is door het bosje met zijn jeep tot bij de plas gereden. Hij heeft er een tentje gezet en zijn vislijn ligt nog in het water. Bespreek hoe je als natuurinspecteur te werk gaat. 20

21 Cases Case 2 nachtcontrole visserij Tijdens een visserijcontrole op 11 oktober gedurende de nacht (het is 00u20), rij je langs een oude Schelde-arm. Met de warmtecamera zie je een visser zitten. Je gaat dichter en je ziet dat de visser een tentje heeft opgesteld waarin zijn vriendin reeds in dromenland ligt. Ook liggen 2 lijnen in het water waarmee op karper wordt gevist. Bespreek hoe je als natuurinspecteur te werk gaat. Cases Case 3 dregactie visserij Tijdens een dregactie worden twee fuiken gevonden, vastgemaakt met kettingen aan de oever. Er hangt lokaas in de fuik. Een persoon aan de overzijde spreekt ons aan vanuit zijn tuintje en zegt dat hij mensen bezig zag met die fuiken. We varen naar de overzijde en merken een zelfde type fuiken met dezelfde kettingen vasthangen aan zijn oever. De man geeft toe dat hij de fuiken geplaatst heeft. Bespreek in groep hoe je dit verder zou afhandelen. 21