EXAMENVRAGEN TBV 2. 3 Waar moet het verlichtingsniveau van beveiligingsverlichting van parkeerterreinen in het algemeen aan voldoen?

Transcriptie

1 EXMENVRGEN TV 2 1. Waarom wordt aanbevolen sleutels te registreren bij uitgifte? Omdat de registratiekamer dit verplicht stelt. Omdat een bewakingsdienst toegang heeft tot alle ruimten. ij bedrijven, die gezien de aard van het risico, er een grote kans aanwezig is dat bij een inbraak sleutels kunnen zoek raken. Het verdient aanbeveling om te registreren wie een sleutel in gebruik heeft. 2 Waarom worden goederen gemerkt? Om bij de aankoop van de goederen deze te kunnen onderscheiden. Omdat na diefstal dit nuttig is voor de herkenning en opsporing. Om tijdens een diefstal te kunnen bepalen of het de moeite is om deze mee te nemen Omdat dit na diefstal nuttig is voor het vaststellen van de heler vergoeding 3 Waar moet het verlichtingsniveau van beveiligingsverlichting van parkeerterreinen in het algemeen aan voldoen? Ten minste 8 Lux. Hetzelfde als de verlichting in het object. Het verlichtingsniveau moet ten minste gelijk aan dat van de openbare verlichting. Variabel aan de omstandigheden met dien verstande dat het niveau niet minder dan 2 en niet meer dan 20 mag zijn. 4 Welke organisatorische beveiligingsmaatregelen zijn noodzakelijk bij een inbraakwerend compartiment? at alle goederen in het compartiment opgeborgen moeten worden en hier niet uitgehaald mogen zijn voordat de gebruiker aanwezig is. Veiligheidsmaatregelen nemen ter voorkoming van inbraak. at het compartiment solide van constructie is en de deur hiervan deugdelijk op slot gedraaid wordt at er afspraken gemaakt worden over wie er verantwoordelijk is voor het goede gebruik van het compartiment en wie er als plaatsvervanger optreedt. 5. Welke organisatorische beveiligingsmaatregelen zijn noodzakelijk voor de opslag van computer gegevens? fspraken maken over wie er verantwoordelijk is voor de opslag en bewaren van de data gegevens, het goede gebruik ervan alsmede wie er als plaatsvervanger optreedt. e beheerder van het bedrijf is verantwoordelijk voor het beheer van de datagegevens op gegevensdragers. Hij kan dit delegeren naar een systeembeheerder. ubbele opslag van de computergegevens die op meerdere plaatsen bewaard worden. lle computergegevens, inclusief de back-up moeten binnen het beveiligde gebied van het eigen object zijn opgeborgen.

2 6. Welke administratieve maatregelen worden er in het Politie Keurmerk Veilig Wonen brochure opgesomd? - Het merken en registreren van bezittingen. - Merken, door postbus en huisnummer, met een merkset aan te brengen op alle goederen. - Registreren van de waardevolle goederen op een registratiekaart verkrijgbaar bij de politie. - Fotografeer en/of leg op video de waardevolle goederen vast. - Het merken en registreren van waardevolle bezittingen. - Merken, door postbus en huisnummer, met een merkset aan te brengen op de waardevolle goederen. - Registreren van de niet waardevolle goederen op een registratiekaart verkrijgbaar bij de politie. - Het fotograferen en/of op video vast leggen van de waardevolle goederen. - Het merken en registreren van het huis. - Merken, door het huisnummer, met een merkset aan te brengen op de waardevolle goederen. - Registreren van de waarde goederen op een registratiekaart, verkrijgbaar bij de politie. - Het fotograferen en/of op video vast leggen van de waardevolle goederen. - Het merken en registreren van waardevolle bezittingen. - Het merken, door postcode en huisnummer, met een merkset aan te brengen op de waardevolle goederen. - Het registreren van de waardevolle goederen op een registratiekaart, verkrijgbaar bij de politie. - Het fotograferen en/of op video vast leggen van de waardevolle goederen. 7. an welke eisen moeten bouwkundige voorzieningen voldoen om te kunnen toepassen bij beveiligingsmaatregelen voor het ertificaat Veilige Woning? Keurmerk SKK * of ** met het logo keurmerk veilig slot. Keurmerk SGG ** of *** met het logo keurmerk veilig slot. Keurmerk SKG * of ** met het logo keuring veilig wonen. Keurmerk SKG * of ** met het logo keurmerk veilig wonen. 8. Wat moeten de rookmelders die toegepast mogen worden voor het ertificaat Veilige Woning detecteren? e ontwikkeling van een mogelijke brand. Rookontwikkeling in de buurt van de brandhaard. Rook en plotseling oplopende warmte. Warmteontwikkeling veroorzaakt door een plotselinge brandhaard. 9. e alarmering en communicatie van het Erkende org Technisch eveiligingsbedrijf moet voldoen aan: akoestisch alarm + P3 communicatie akoestisch alarm binnen + P3 communicatie akoestisch alarm binnen + optisch alarm buiten + P3 communicatie akoestisch alarm binnen + optisch alarm buiten + P2 communicatie

3 10. 1: In welke norm is de bereikbaarheid van gevelelementen van nieuwbouw woningen vastgelegd? 2: innen welke hoogte vanaf een werkvlak dienen gevelelementen te worden beveiligd? 1: NEN norm : hoogte 2.40 meter 1: NEN norm : hoogte 2.45 meter 1: NEN norm : hoogte 2.40 meter (5.50 m. begane grond) 1: NEN norm : hoogte 2.45 meter 11. Naast de normering van gevelelementen, waarin de totale constructie van het gevelelement en het hang- en sluitwerk wordt getest, bestaat er een richtlijn waarin het keuren van het individuele hang- en sluitwerk staat omschreven. Welke richtlijn is dit? e enelec richtlijn voor bouwkundige constructies e RL 3104 e HRL 3104 e Europese richtlijn voor bouwkundige constructies 12. 1: In een brandwerende kast, geschikt voor papieren documenten, mogen zonder gevaar voor beschadiging tijdens een brand ook diskettes in worden opgeborgen. 2: Een brandwerende kast voorzien van een codeslot is tevens geschikt voor het opbergen van waardevolle attractiviteit. Stelling 1 is juist Stelling 2 is juist e stellingen 1 en 2 zijn beide juist e stellingen 1 en 2 zijn beide onjuist 13. 1: Een brandwerende kast dient altijd te worden verankerd aan de vloer volgens de voorschriften van de lijst Safes en Kluisdeuren van de VGW. 2: Een brandwerende kast moet minimaal voldoen aan de norm NEN Stelling 1 is juist Stelling 2 is juist e stellingen 1 en 2 zijn beide juist e stellingen 1 en 2 zijn beide onjuist. 14. Moeten alle opendraaiende ramen in alle gevallen worden beveiligd om in aanmerking te komen voor het ertificaat Veilige Woning? lle ramen met uitzondering van zeer moeilijk bereikbare dakramen. Neen voor alle hoog gelegen ramen, hoger dan 3 meter en alle ramen waar geen attractieve goederen achter liggen. Neen, hoog gelegen of moeilijk bereikbare ramen niet volgens de NEN norm 5087 fhankelijk van de situatie.

4 Wat is de naam van de inbraakbeveiliging voor naar buiten draaiende klapramen die voor ventilatie doeleinden worden gebruikt? 2. Wat is de maximale toelaatbare opening tussen de spijlen? 1. oorklimbeveiliging. 2. < 15 cm. 1. Opklimbeveiliging cm. 1. oorklimbeveiliging. 2. < 18 cm. 1. Raambeveiliging. 2. < 15 cm. 16. Welke extra voorzieningen kunnen bij bereikbare dakramen worden genomen zodat deze voldoet aan het Keurmark Veilige Woning overeenkomstig 1? Het bijplaatsen van 2 afsluitbare oplegsloten aan de bovenzijde of het plaatsen van een goede opklimbeveiliging. Rekwerkbeveiliging en 2 sloten aanbrengen. Het bijplaatsen van 2 afsluitbare oplegsloten aan de onderzijde of het plaatsen van een goede doorklimbeveiliging. e ruit vervangen door extra dik glas en het plaatsen van 2 kierstandhouders. 17. Onder welke omstandigheden moet er goede verlichting bij een garage worden toegepast volgens het Pol. Keurmerk Veilig Wonen? lleen als er een inbraak is geweest moet er verlichting worden aangebracht. ls de garage aan de achterkant van het huis is gelegen en geen toegang geeft tot de woning waarbij de garage niet zichtbaar is vanuit andere huizen, dan dient deze verlicht te worden als een woonhuis. ls de garage aan de achterkant van het huis is gelegen en toegang tot de woning geeft waarbij de garage zichtbaar is vanuit andere huizen, dan dient deze verlicht te worden als een achterdeur. ls de garage niet bouwkundig met het woonhuis is verbonden moet altijd verlichting worden toegepast. 18. Wat kan bij het proces van beveiligen worden gezegd van de maatregelen van organisatorische aard? at goede organisatorische beveiligingmaatregelen verdere beveiligingsmaatregelen overbodig maakt. at de juiste interventie goed moet worden afgestemd op de maatregelen van mechanische aard. at het inbraakproces wordt versneld bij het toepassen van de juiste organisatorische beveiligingsmaatregelen. at organisatorische beveiligingsmaatregelen alleen effectief nut hebben als deze gedeeltelijk worden uitgevoerd. 19. Wat is het doel van veilig hang- en sluitwerk? at onder alle omstandigheden het openen van ramen en deuren wordt voorkomen. euren en ramen stevig te maken om een inbraak altijd te voorkomen. Om een dader het snel betreden van een ruimte te belemmeren. Om inbreker na een inbraak binnen te houden waardoor de pakkans wordt vergroot.

5 20. Wat wordt voorkomen tijdens een inbraak als uitsluitend elektronische beveiliging wordt uitgevoerd? at goederen niet uit het pand worden weggenomen. at personen zich uren in het pand ophouden. at het elektronische detectiesysteem afgaat. at goederen moeilijk uit het pand zijn te krijgen. 21. Welke keuze mogelijkheden van risicoacceptatie worden er onderscheiden? Het risico niet aanvaarden, het risico verzekeren, preventieve maatregelen en het risico verzekeren. Het risico aanvaarden, het risico niet verzekeren, preventieve maatregelen en het risico verzekeren. Het risico aanvaarden, het risico verzekeren, preventieve maatregelen en preventieve maatregelen zonder verzekeren. Het risico aanvaarden, het risico verzekeren, preventieve maatregelen zonder verzekeren en preventieve maatregelen met verzekeren. 22. Wat wordt verstaan onder een integraal beveiligingsconcept? e verkoopformule van een beveiligingsinstallateur die een goedgekeurd beveiligingssysteem volgens de regelgeving in de beveiligingsmarkt verkoopt. Het evenwichtig uitvoeren van de organisatorische, bouwkundige, compartimenterende en elektronische beveiligingsmaatregelen welke op elkaar zijn afgestemd. Een evenwichtig concept van de te nemen goedgekeurde beveiligingsmaatregelen. eveiliging dat volgens een concept is uitgevoerd waarin de elektronische beveiligingsmaatregelen centraal staan. 23. Wat is de repressiefactor? e verhouding tussen de indringtijd en de interventietijd. e tijd die een inbreker nodig heeft om een bewoner onder druk te zetten, zodat deze zo bang wordt dat een geslaagde inbraak is uit te voeren. Repressie is de tijdsschaal die nodig is om een geslaagde aanrijdtijd van de inbreker te realiseren. e vermenigvuldigheidsfactor van de braaktijd en de overvaltijd. 24. oor welke instantie worden de z.g. gele en rode kaarten verstuurd? e politie. e verzekeringsmaatschappij. e beveiligingsinstallateur. e Particuliere larm entrale. 25. U bent erkend org eveiligingsinstallateur. e bedrijfsruimte moet beveiligd zijn tegen inbraak en diefstal. Volgens de RL org 2005 versie 2 moet dit in de klasse: klasse 2 woningen klasse 3 winkels en showrooms klasse 3 bedrijven en instellingen klasse 3* bedrijven en instellingen.

6 26. Wat verstaat men onder immateriële schade? e gang naar de psychiater na een inbraak. e psychologische klap die een slachtoffer van een inbraak ondergaat waardoor deze zich niet meer veilig voelt in zijn eigen woonomgeving. e schok na een inbraak zo groot is dat een bewoner van een woning altijd elektronische beveiliging in zijn woning wil hebben. nders durft hij hier niet meer in te wonen. Gestolen goederen die zo waardeloos zijn dat de verzekeringsmaatschappij hier geen geld voor uitkeert. 27. Wat is de naam van de beveiligingsmaatregelen voor woningen tegen criminele risico s? Inbraakpreventieve beveiligingsmaatregelen. Een offerte voor het voorkomen van een inbraak. O,,, E en R maatregelen. Politie Keurmerk Veilig Wonen. 28. Wat is de naam van de beveiligingsmaatregelen voor bedrijfspanden tegen criminele risico s? eveiligingsmaatregelen voor winkels/showrooms en bedrijven. iefstalpreventieve beveiligingsmaatregelen. Risicoanalyse. Het voorkomen van inbraken. 29. Wat zijn de elementen van een inbraak volgens de PIV-LRE theorie? Object, goederen, tijdstip en planning. Planning, inbraak, aftocht, verdelen, verkopen en incasseren. Planning, inbraak, verzamelen, aftocht. Plaats, goederen, inbreken, inladen, wegwezen. 30. In welke delen van de PIV-LRE theorie moeten de tijdsoverlopen met elkaar gelijk lopen om een succesvolle pakkans te realiseren? anvang en het verzamelen van de goederen. Verzamelen van de buit en reactie van de gewaarschuwde diensten. Het verzamelen en inladen van de goederen alsmede de alarmerings- en reactietijd. Uiterlijk op het moment dat de daders met de goederen willen wegrijden of lopen. 31. Welke zaken(vragen) moet een adviseur bij het ontwerpen van een beveiligingsplan zich altijd afvragen? Wil de klant op mijn manier van aanpak beveiligd worden en hoe maak ik het de potentiële inbreker zo moeilijk mogelijk Welke dader(s) in welke leeftijd categorie kan er worden verwacht, op welke wijze zullen zij binnenkomen en niet waarschijnlijk: waar en wat is de meest gangbare weg naar het risico toe? Welke aanpak ik ook kies er is nooit een juiste! Welke dader categorie kan er worden verwacht, op welke wijze zullen zij binnenkomen en mogelijk waar en wat is de meest gangbare weg naar het risico toe?

7 Moet er altijd gebruik gemaakt worden van een compartiment in de verschillende risicoklassen? 2. Wat is hier onder meer van invloed op? 1. Ja. 2. e waarde van de attractieve goederen. 1. Neen. 2. Het is erg afhankelijk van het volume en wat er beschermd moet worden. 1. Ja. 2. Het is erg afhankelijk van het volume en wat er beschermd moet worden. 1. Neen. 2. e verzekeringsmaatschappij stelt dit altijd vast. 33. Waar dienen de specifieke bouwkundige beveiligingsmaatregelen te worden toegepast voor: 1. Woningen? 2. edrijven? 1. e deuren en ramen. 2. Rondom het bedrijfsrisico. 1. e deuren en ramen. 2. Het compartiment. 1. e periferie. 2. Het compartiment. 1. euren en ramen. 2. Rondom de goederen. 34. Wat is in een te realiseren bouwkundige beveiligingsconstructie ten aanzien van de gezamenlijke sterkte van alle materialen, een gouden regel, waar altijd rekening mee moet worden gehouden? at de architect de constructie van het bouwwerk op het kritische punt sterk genoeg maakt. e ketting is even sterk als de zwakste schakel. e kosten van de te gebruiken materialen niet de sluitpost worden. In de beveiligingsconstructie voldoende marge wordt gehouden. 35. Volgens welke testmethoden werden voorheen en thans de bouwkundige materialen op krachten getest? 1. Voorheen. 2. Nu. 1. Statisch. 2. ynamisch. 1. Normkrachten. 2. Statisch. 1. Trekbank. 2. Statisch. 1. Normkrachten. 2. ynamisch.

8 36. Wat is, volgens de NEN 5089, de minimale uitslag van de nachtschoot van een veiligheidsslot als met één toer/draai van de sleutel, de cilinder wordt omgedraaid? Minimaal 30 mm. Tussen 20 en 30 mm. fhankelijk van de sterkte van het slot. Ten minste 20 mm. 37. Welke 2 eisen worden er volgens de NEN 5089 aan een veiligheidscilinder gesteld die in een veiligheidsslot is gemonteerd? 1. at de cilinder, rekening houdende met de dikte van het beslag, minimaal 2 mm buiten het beslag moet uitsteken; 2. at de cilinder recht in het beslag moet zitten. 1. ltijd een SKG*** cilinder gebruikt moet worden in alle situaties. 2. e cilinder niet meer dan 1 mm mag uitsteken buiten het beslag. 1. at de cilinder moet worden beschermd door SKG veiligheidsbeslag 2. e cilinder niet meer dan 3 mm uit het beslag mag uitsteken. 1. ls veiligheidsbeslag wordt gebruikt maakt de sterkte van de cilinder niet uit. 2. e cilinder nooit meer dan 1 mm binnen het beslag mag zitten In welke norm zijn de kwaliteitseisen met betrekking tot inbraakwerendheid van gevelelementen van nieuwbouwwoningen vastgelegd? 2. an welke klasse aanduiding dienen deze gevelelementen minimaal te voldoen? 1: NEN norm : weerstandsklasse 2 1: NEN norm weerstandsklasse 2 1: NEN norm weerstandsklasse 1 1: NEN norm weerstandsklasse Welk slotsystemen zijn er te onderscheiden? Insteek, Opleg en Eurocilinder. ilinder, draai, profiel, opleg, klavier, insteek en seniorenslot. entraal, generaal, semi-generaal, euro en oplegsloten ontebaardslot, semi klavierslot, klavierslot en cilinderslot. 40. Wat zijn de kenmerken van een bontebaardslot. e sleutel is minimaal, met eenvoudige middelen te manipuleren, de nachtschootconstructie is zwak en de kenmerkende 33 mm uitslag van de nachtschoot. e sleutelvariatie is minimaal, met eenvoudige middelen te manipuleren, de nachtschootconstructie is zwak en de kenmerkende 33 mm uitslag van de nachtschootconstructie. e sleutelvariatie is minimaal, met eenvoudige middelen te manipuleren, de nachtschootconstructie is zwak en de kenmerkende 13 mm uitslag van de nachtschoot. e sleutelvariatie is maximaal, niet met eenvoudige middelen te manipuleren, de dagschootconstructie is sterk en de kenmerkende 13 mm uitslag van de nachtschoot.

9 41. Wat zijn de specifieke kenmerken van cilindersloten? e nachtschoot wordt bediend door de sluitbaard/meenemer van de cilinder, de cilinder is op éénvoudige wijze te plaatsen c.q. te vervangen, er zijn verschillende typen profielen en het aantal sleutel permutaties zijn groot. e dagschoot wordt bediend door de baard van de cilinder, de cilinder is op niet éénvoudige wijze te plaatsen c.q. te vervangen, er zijn geen profielen en het aantal sleutelprofielen en permutaties zijn klein. e nachtschoot wordt bediend door de sluitbaard van de cilinder, de cilinder is op éénvoudige wijze te saboteren, er zijn veel verschillende typen profielen en het aantal sleutelprofielen en permutaties zijn niet groot van afmeting. e schoten worden bediend door de cilinder, de cilinder is niet te herplaatsen c.q. te vervangen, er zijn geen verschillende typen profielen en er zijn sleutelprofielen en permutaties. 42. Welke veiligheidsvoorzieningen moeten er in een 3*** veiligheidscilinder zijn ingebouwd? Sabotagelus in de slotkast, nachtschootschakelaar en aansluiting op het S. oorboorbeveiliging, kerntrekbeveiliging, een aantal niet geharde stiften en 6 stiftkanalen. oorboorbeveiliging, kerntrekbeveiliging, een aantal geharde stiften en minimaal 8 stiftkanalen. oorboorbeveiliging, kerntrekbeveiliging, een aantal geharde stiften en minimaal 6 stiftkanalen. 43. Wat zijn de doelen die met veiligheidsbeslag moeten worden bereikt? e deurconstructie er sterker uit te laten zien, het uiteenvallen van de slotkast bij een inbraakpoging te voorkomen en de cilinder gelijkmatig te belasten. Het beschermen van de cilinder tegen weersinvloeden, het versterken van het insteekslot en het bescherming van de dagschoot. e kozijnconstructie versterken, het uiteenvallen van de slotkast bij een inbraakpoging te voorkomen en de scharnieren te beschermen. Het beschermen van de cilinder tegen afbreken en het versterken van de deurconstructie bij het insteekslot. 44. Waar moet een bijzetslot worden geplaatst in een achterdeur? oven het hoofdslot op ooghoogte. Onder het hoofdslot op kniehoogte. an de onder- en bovenzijde. Indien noodzakelijk direct onder of boven het slot. 45. Wat is het meest belangrijk bij de montage van oplegsloten? Montage aan de binnenzijde van de deur en altijd met slotbouten. Een goede bevestiging en met de juiste bevestigingsmiddelen. e montage en het gebruik van een sluitkom. Een vlakke ondergrond die schoon en vetvrij is.

10 46. Wat is bij de bevestiging van een veiligheidssluitkom belangrijk? at de stalen sluitplaat wordt gemonteerd en dat op alle plaatsen waar schroeven gemonteerd moeten worden, de juiste schroeven worden gebruikt en op de juiste manier worden geplaatst. at er een ruim gat in het kozijn wordt gemaakt, de sluitkom altijd wordt vastgelijmd en de schroeven na het lijmen degelijk worden aangebracht. at de stalen sluitplaat wordt verlijmd en dat op alle plaatsen waar schroeven gemonteerd moeten worden, de juiste schroeven worden gebruikt qua lengte en dikte. at de kunststof sluitplaat wordt gemonteerd, niet onnodig veel schroeven gebruikt worden en altijd de hiervoor bekende speciale schroeven worden gebruikt en worden geplaatst. 47. Wat is het verschil tussen een hoofdsleutel- en een generaal hoofdsleutel-systeem? Een generaal hoofdsleutel-systeem heeft t.o.v. een hoofdsleutel systeem geen groep, hoofdgroep en generale sleutels. Een generaal hoofdsleutel-systeem heeft t.o.v. een hoofdsleutel systeem, groep, hoofdgroep en generale sleutels. Een generaal hoofdsleutel-systeem heeft net als een hoofdsleutel systeem groep, hoofdgroep maar geen generale sleutels. Een generaalsleutel-systeem heeft geen hoofdsleutel systeem zoals groep, hoofdgroep en generale sleutels Wat is het specifieke kenmerk van een hoofdsleutel systeem? 2. Waar wordt dit veelal toegepast? 1. Elke deur heeft een individuele sleutel en voor alle deuren is er een hoofdsleutel. 2. Voor bedrijven. 1. Elke deur heeft een individuele sleutel en voor alle deuren is er een hoofdsleutel. 2. lleen voor woningen. 1. Elke deur heeft geen individuele sleutel en voor alle deuren is er een hoofdsleutel. 2. Voor winkels. 1. Elke deur heeft een generale individuele sleutel en voor elke deur is er een generale sleutel. 2. Voor het afsluiten van bedrijfspanden en hekken. 49. Welk niveau van compartimentering valt in de matrices van de risicoklasse indelingen? b, e of o. 1, 2 of 3. a, b en s. 2, 3 en Wat verstaat men onder een compartiment 1? Een brandkast of datasafe. Een inbraakwerende kast of datasafe. Een inbraakwerende kast of kluis Kast, kluis, brandkast en datasafe. 51. an welke norm moet een inbraakwerende kast of kluis voldoen? an de waardebergingsindicatie volgens S Safes en Kluisdeuren an de waardebergingsindicatie volgens VGW Safes en Kluisdeuren an de waardebergingsindicatie volgens SKG Safes en Kluisdeuren an de waardebergingsindicatie volgens SKS Safes en Kluisdeuren

11 52. Wat is het doel van compartimenteren? oor het toepassen van een compartiment worden de meest attractieve zaken en goederen extra beveiligd terwijl voor de rest van het gebouw meestal volstaan kan worden met een lager niveau van beveiliging. Een bouwkundig moeilijk te nemen bolwerk dat niet eenvoudig te nemen is. Een ruimte te creëren waarin de waardevolle en voor diefstal geschikte goederen in worden opgeborgen. Het openen van deze ruimte is zodanig bemoeilijkt dat geen toegang mogelijk is. Voor het gebouw, zijn bij toepassing hiervan, geen aanvullende bouwkundige voorzieningen nodig. oor het compartiment worden de meest zaken en goederen van enige waarde extra beveiligd terwijl voor de rest van het gebouw moet worden volstaan met een hoger niveau van beveiliging. 53. oven welk eigen gewicht is het niet nodig om een inbraakwerende kast of kluis te verankeren? 1000 kg kg kg. 500 kg. 54. Moet compartimentering altijd in één ruimte worden uitgevoerd en waarom? Ja, er mag uitsluitend één ruimte als compartiment worden gebruikt. Nee, het mogen ook meerdere ruimten zijn die voor het gehele object samen de compartimenten vormen. Ja, als de compartimenten aan elkaar zijn gebouwd. Neen, het mogen niet meerdere ruimten zijn die voor het gehele object samen het compartiment vormen. 55. Moet bij een compartiment 1 altijd een elektronisch inbraaksignaleringssysteem worden toegepast? Nee. Ja. Nee, mits er altijd bouwkundige beveiligingsmaatregelen zijn genomen. Ja, omdat er altijd kans is dat er te veel aan goederen in het compartiment liggen. 56. Welke aanvalszijde(n) moet het elektronische inbraak detectie systeem bij een compartiment detecteren? lle aanvalszijden van het compartiment (dus ook vloer en plafond of dak). e aanvalkant van het compartiment. lle aanvalszijden van het compartiment (dus ook plafond of dak). innen en buiten het compartiment aan alle zijden waar een doorbraak is te verwachten. 57. Hoe lang dienen de gegevens van de klant bewaard te worden? 3 jaar 3 jaar + 8 maanden 5 jaar 5 jaar + 8 maanden

12 58. In bepaalde gevallen is het niet goed mogelijk (of zeer onpraktisch) om attractieve goederen of zaken (telkens) op te bergen in een compartiment. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een aantal computers in een kantoorgebouw. Of aan bepaalde artikelen in een winkel. Welke maatregelen kunnen worden genomen in plaats van het inrichten van een compartiment? Verankering. Het realiseren van doelmatige meeneembeperkende maatregelen. Geen maatregelen verplicht. it zijn vrijwillige beveiligingsmaatregelen. Het realiseren van diefstalbeperkende maatregelen. 59. Wat wordt bereikt bij het realiseren van meeneembeperkende maatregelen? Het toepassen van beperkende maatregelen geven een extra tijdvertraging bij het verzamelen en afvoeren van de 'buit'. Het toepassen van meeneembeperkende maatregelen geven een extra tijdvertraging bij het verzamelen en afvoeren van de 'buit'. Het toepassen van meeneembeperkende maatregelen geven een extra stimulans bij het verzamelen en afvoeren van de 'buit'. Het niet toepassen van meeneembeperkende maatregelen geven een extra tijdverkorting bij het verzamelen en afvoeren van de 'buit'. 60. ij het elektronisch beveiligen van een compartiment 2 en 3 moeten detectiemiddelen worden toegepast. Waar en hoe moeten deze worden geplaatst? Elektronische beveiliging buiten de periferie van het gebouw. Hierbij dient het niet bewaakte gebied eveneens alle aanvalszijden te omvatten: dus ook de vloer en het plafond of dak. ouwkundige beveiliging buiten het compartiment. Hierbij dient het parkeer gebied eveneens alle aanvalszijden te omvatten: dus ook de vloer en het plafond of dak. Elektronische beveiliging buiten het compartiment. Hierbij mag het bewaakte gebied nooit alle aanvalszijden te omvatten zoals de vloer en het plafond of dak. Elektronische beveiliging buiten het compartiment. Hierbij dient het bewaakte gebied eveneens alle aanvalszijden te omvatten: dus ook de vloer en het plafond of dak. 61. e Wet op de Particuliere eveiligingsorganisaties en Recherchebureaus is niet van toepassing op: Geld en Waardetransport bedrijven (PGW) Particuliere edrijfsbeveiligingsdiensten () Particuliere ouw eveiligingsdiensten () Particuliere Horecabeveiligingsbedrijven (HN) 62. ij de oplevering van beveiligingsmaatregelen is een ORG certificaat afgegeven. Er is geen onderhoudscontract afgesloten. Het ORG certificaat heeft een geldigheidsduur van:. 6 maanden 1 jaar 1 jaar + 6 maanden 2 jaar

13 NTWOORENL VRGEN TV vraag antwoord vraag antwoord vraag antwoord vraag antwoord vraag antwoord LEES E VRGEN GOE! NEEM JE TIJ ERVOOR! SUES!

14 NTWOORENL VRGEN TV vraag antwoord vraag antwoord vraag antwoord vraag antwoord vraag antwoord LEES E VRGEN GOE! NEEM JE TIJ ERVOOR! SUES!