Welstandsnota Gemeente Deurne 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welstandsnota Gemeente Deurne 2016"

Transcriptie

1 Welstandsnota Gemeente Deurne 2016

2 Welstandsnota gemeente Deurne 2016 Besluitvorming: Ontwerpversie: 10 mei 2016 Inspraak: van 27 mei tot 8 juli 2016 Raadscommissie Wonen en Vastgoed: 31 oktober 2016 Vastgesteld door de gemeenteraad: 15 november 2016 In werking getreden: 20 januari 2017 Welstandsnota gemeente Deurne

3 Hoofdstuk 1 Welstandsbeleid in de gemeente Deurne Inleiding: bouwen aan een Mooi Deurne Welstandscriteria Excessenregeling Relatie met andere beleidsterreinen Procedures 7 Hoofdstuk 2 De Welstandscriteria 8 Gebieden waar specifieke welstandscriteria gelden: Categorie 1 Centrumgebied Deurne: Markt en historische linten 10 Categorie 2 Dorpsinbreidingen 14 Categorie 3 Historische dorpslinten 21 Categorie 4 Gebieden met waardevolle dorpsbebouwing 25 Categorie 5 Kasteellandschap Haageind 31 Categorie 6 Bijzondere gebouwen 35 Categorie 7 Kantoorgebieden 38 Categorie 8 Karakteristieke boerderijen 42 Categorie 9 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: historische dorpskern en veenontginningslandschap 46 Categorie 10 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: Belvedèrebouwen 50 Categorie 11 Beschermde monumenten 55 Gebieden waar sneltoetscriteria gelden: Categorie 12 Thematische woningbouw 59 Categorie 13 Zichtlocaties op bedrijventerreinen en perifere detailhandel 62 Categorie 14 Groen, parken, sport- en speelvelden 65 Categorie 15 Overig Buitengebied 69 Gebieden waar geen redelijke eisen van welstand gelden Categorie 16 Welstandsvrij 72 Hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen 74 Hoofdstuk 4 Sneltoetsriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen 82 Hoofdstuk 5 Begrippenlijst 85 Welstandskaart gemeente Deurne 2016, blad: Deurne Welstandskaart gemeente Deurne 2016, blad: Deurne Kern Welstandskaart gemeente Deurne 2016, blad: Kerkdorpen Bijlage: Overzicht van karakteristieke boerderijen behorend bij categorie 8 Welstandsnota gemeente Deurne

4 Hoofdstuk 1 Welstandsbeleid in de gemeente Deurne 1.1. Inleiding: bouwen aan een Mooi Deurne Het welstandsbeleid is gericht op het handhaven (en realiseren) van een goede basiskwaliteit voor de gebouwde omgeving. Centraal staat daarbij de karakteristiek van het gebied waarin een bouwwerk staat of wordt opgericht. In bepaalde gebieden is sprake van een hoge omgevingskwaliteit (bijvoorbeeld het centrum van Deurne en het beschermd dorpsgezicht Helenaveen). Daar zal een nieuw bouwwerk zorgvuldig ingepast moeten worden. Dat vraagt om duidelijke welstandsregels. In andere gebieden staat de bebouwing veel meer op zichzelf, of hoeven minder hoge eisen gesteld te worden aan het straatbeeld. In deze gebieden is meer ruimte voor individuele keuzes en past een terughoudend welstandsbeleid. In hoofdstuk 5 vindt u een begrippenlijst waarin veel begrippen uit deze welstandsnota worden toegelicht. Welstandstoets, ja of nee? In het gemeentelijke welstandsbeleid staat een goede balans tussen individueel en algemeen belang centraal: de vrijheid van de initiatiefnemer om de eigen bouwplannen uit te voeren aan de ene kant en het behoud van het karakter van Deurnese kernen, wijken, buurten en landschappen aan de andere kant. Een bouwplan moet voldoen aan het bestemmingsplan, het bouwbesluit, de Bouwverordening en bij monumenten ook aan de monumentenwetgeving. De Woningwet stelt ook dat het uiterlijk en de plek van een gebouw niet in strijd mogen zijn met redelijke eisen van welstand. Welke eisen dit zijn heeft de gemeente vastgesteld in deze welstandsnota. Voor vergunningsvrije bouwwerken is geen toestemming van de gemeente nodig. Daarvoor geldt ook geen welstandstoets vooraf. Voor vergunningplichtige bouwwerken is de welstandstoets een onderdeel van de vergunningsprocedure De Welstandscriteria Indeling in categorieën Aan een appartementengebouw moeten andere eisen van welstand gesteld worden dan aan een vrijstaand woonhuis, aan een agrarisch bedrijfspand andere dan aan een kantoorgebouw. Daarom is Deurne onderverdeeld in verschillende categorieën. Een categorie kan bestaan uit een wijk, een buurt, maar ook uit een verzameling straten die niet aan elkaar grenzen of een groep dezelfde soort gebouwen. Waar het om gaat is dat in een categorie de gebouwen samen een herkenbare eenheid vormen. Bijvoorbeeld omdat er hetzelfde type huizen uit eenzelfde bouwperiode staat, of omdat het merendeel van de bebouwing bestaat uit bedrijfspanden. Elke categorie heeft dus specifieke kenmerken en een eigen identiteit. Bij sommige categorieën is het belangrijk dat veranderingen aan gebouwen of nieuwbouw aansluiten bij de bestaande bebouwing, in andere kan een grotere vrijheid om te bouwen gepast zijn. Voor elke categorie afzonderlijk is daarom beschreven waaraan een bouwplan moet voldoen. Iedere categorie heeft haar eigen beschrijving. Deze beschrijvingen zijn vormgegeven als losse brochures en kunnen ook zo gebruikt worden. De categoriebeschrijvingen De categoriebeschrijvingen geven initiatiefnemers vooraf duidelijkheid over de criteria waaraan een bouwplan getoetst wordt. De gemeente wil hiermee initiatiefnemers en architecten ook inspireren en uitdagen om plannen te ontwikkelen die een positieve bijdrage leveren aan het karakter en de eenheid van de leefomgeving. De beschrijvingen geven ook informatie over de identiteit van gebieden in Deurne. Op de Welstandskaart Deurne staat welke categorie bij een locatie hoort. In iedere categoriebeschrijving wordt eerst het profiel van de categorie beschreven. Dat wil zeggen, een korte beschrijving van de geschiedenis en de kenmerken die er samen voor zorgen dat deze categorie een herkenbare eenheid is. Dan volgt een beschrijving van het doel van het welstandsbeleid voor deze categorie en van de algemene aandachtspunten van de welstandstoets. Welstandsnota gemeente Deurne

5 Ten slotte worden de welstandscriteria genoemd waaraan het bouwplan moet voldoen. Vergunningplichtige bouwwerken worden getoetst aan deze criteria. Dit kunnen specifieke criteria zijn of sneltoetscriteria. Ook staat in de categoriebeschrijving welke onderdelen van een bouwplan op welstand getoetst worden en welke welstandsvrij zijn. Sneltoetscriteria In gebieden waar sneltoetscriteria gelden is het beleid erop gericht om een minimum kwaliteitsniveau te waarborgen. Het doel is om buitensporigheden of duidelijke inbreuken op redelijke eisen van welstand te voorkomen. Specifieke criteria Voor gebieden waar sprake is van een hoogwaardige stedenbouw en architectuur of van cultuurhistorische waarden is een minimum kwaliteitsniveau onvoldoende. Deze gebieden vragen om een zorgvuldige afstemming van nieuwe bouwkundige ingrepen. Hiervoor worden meer toegespitste criteria gehanteerd: de specifieke welstandscriteria. Geen redelijke eisen van welstand Er zijn ook gebieden en gebouwen waar het maatschappelijk belang van vormgeving en materiaalkeuze beperkt is, of waar dit vooral te zien is als de eigen verantwoordelijkheid van eigenaren.. In die gebieden gelden geen redelijke eisen van welstand. Die gebieden zijn welstandsvrij. Voor- en achtererfgebied van een gebouw In een aantal categorieën is opgenomen dat bebouwing op het achtererfgebied welstandsvrij is. Om te bepalen wat voorerfgebied of achtererfgebied is, is de zichtbaarheid vanuit het openbaar gebied het uitgangspunt. De definitie van het achtererfgebied is dezelfde als in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In de onderstaande figuur is dit weergegeven: De welstandsadvisering Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van het welstandsbeleid en weigert of verleent een omgevingsvergunning. Voor gebieden waar specifieke criteria gelden vraagt het college advies aan de welstandscommissie. Voor gebieden waar sneltoetscriteria gelden vindt een ambtelijke toets plaats. Voor gebieden waar geen redelijke eisen van welstand gelden vindt geen welstandstoets plaats. Het welstandsadvies wordt bij de brief over verlening of weigering van een omgevingsvergunning meegezonden aan de aanvrager. In uitzonderlijke gevallen kan het college om gewichtige redenen afwijken van het welstandsadvies. De welstandscommissie kan het college voorstellen toch een omgevingsvergunning af te geven voor een plan dat strijdig is met het welstandsbeleid. De commissie doet dit alleen wanneer naar haar mening overtuigend is aangetoond dat het plan een positieve impuls geeft aan de kwaliteit van de gebouwde omgeving. De welstandscommissie kan dit ook doen als het onverkort toepassen van de welstandscriteria bij de beoordeling van een plan zou leiden tot een aantasting van de bestaande stedenbouwkundige structuur. De vergaderingen van de welstandscommissie zijn openbaar. De initiatiefnemers van een bouwplan hebben tijdens de vergaderingen spreekrecht. In het geval van een negatief ambtelijk welstandsadvies kan een initiatiefnemer om een aanvullend advies van de welstandscommissie vragen. De initiatiefnemer dient daarbij te motiveren waarom het bouwplan naar zijn mening wel beantwoordt aan het welstandsbeleid of passend is op de locatie. In het geval dat een aanvrager het niet eens is met het advies van de welstandscommissie, dan kan hij bezwaar maken nadat het college een besluit heeft genomen op de aanvraag om een omgevingsvergunning. 1.3.Excessenregeling De gemeente ziet erop toe dat het welstandsbeleid wordt gehandhaafd. Dat gebeurt zowel in de vorm Welstandsnota gemeente Deurne

6 van toetsing achteraf als door middel van de excessenregeling. Toetsing achteraf vindt plaats bij: omgevingsvergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn uitgevoerd; bouwwerken die afwijken van de tekeningen waarop een omgevingsvergunning is verleend. De aanvrager van de omgevingsvergunning krijgt de gelegenheid om alsnog of opnieuw een vergunning aan te vragen. Het kan zijn dat deze omgevingsvergunning geweigerd wordt, bijvoorbeeld vanwege een negatief welstandsadvies. De gemeente kan de eigenaar dan aanschrijven deze strijdigheid binnen een bepaalde termijn op te heffen. De excessenregeling geldt voor alle bestaande bouwwerken en voor bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is maar die toch ernstig in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Dat wil zeggen het bouwwerk is in ernstige mate in strijd met de criteria van deze welstandsnota. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het uiterlijk of de plek van een bouwwerk buitensporig afwijkt en een grote afbreuk doet aan de ruimtelijke eenheid, kwaliteit en eigenheid van een welstandscategorie. Denk bijvoorbeeld aan het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving, het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden, armoedig materiaalgebruik, felle kleuren en te opdringerige reclames. In sommige categoriebeschrijvingen staat al expliciet aangegeven in welke gevallen de gemeente de uitvoering van een vergunningsvrij bouwwerk als een exces beschouwt. De gemeente kan de eigenaar aanschrijven deze strijdigheid binnen een bepaalde termijn op te heffen. Voordat het college een besluit neemt over een exces wordt het advies ingewonnen van de welstandscommissie. Als voor het gebied waar het bouwwerk is gelegen geen redelijke eisen van welstand gelden, dan kan daar ook geen sprake zijn van een exces Relatie met andere beleidsterreinen De welstandsnota in relatie tot bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen Zowel het bestemmingsplan als de welstandsnota regelt de kwaliteit van de gebouwde omgeving. In beide documenten zijn voorschriften opgenomen voor het oprichten van bouwwerken. Bestemmingsplannen en de welstandsnota zijn daarom zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Hoofduitgangspunten staan in de voorschriften van bestemmingsplannen. Die zijn voor iedereen bindend. De uitwerking in architectuur wordt vastgelegd in de welstandsnota (in de categoriebeschrijvingen). Die criteria zijn zwaarwegend. Aanvragen om een omgevingsvergunning worden in principe zowel aan de bestemmingsplanvoorschriften als aan de welstandscriteria getoetst. Naast bestemmingsplannen en de welstandsnota bestaan er voor een aantal gebieden in Deurne ook beeldkwaliteitplannen. Een beeldkwaliteitplan is een beleidsdocument waarin het ambitieniveau van de beeldkwaliteit is omschreven en waarin uitspraken gedaan worden over de gewenste uitstraling van de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte, op zich en in hun onderlinge samenhang. Op zich hebben beeldkwaliteitplannen geen juridische status. De gemeente Deurne hanteert hierbij het uitgangspunt dat de stedenbouwkundige uitgangspunten van een beeldkwaliteitplan opgenomen worden in de voorschriften van een bestemmingsplan. Die zijn dan bindend. Uitgangspunten over architectuur, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik kunnen opgenomen zijn in de criteria van de welstandsnota die gelden voor het betreffende gebied. De welstandsbeoordeling van een bouwwerk vindt plaats op basis van de criteria van de welstandsnota en niet op basis van het beeldkwaliteitplan tenzij dat expliciet zo in de welstandsnota is bepaald. Een belangrijk uitgangspunt van deze nota is dat het een dynamisch beleidsdocument is. Op het moment dat zich ergens gebiedsontwikkelingen voordoen of bouwwerken ontwikkeld worden waarvoor een nieuw bestemmingsplan nodig is, zal tegelijkertijd ook het welstandsbeleid voor die locatie tegen het licht gehouden worden. Als dat nodig is kan dan samen met het nieuwe bestemmingsplan ook een aanpassing van het relevante onderdeel van de welstandsnota plaatsvinden. Op deze wijze blijft het welstandsbeleid actueel. Monumenten Beschermde monumenten zijn specifieke gebouwen (exterieur en interieur, soms inclusief hun buitenruimte) die door het rijk, de provincie of gemeente als zodanig zijn aangewezen. Voor monumenten gelden aparte regels die zijn vastgelegd in de Erfgoedwet, de Wabo en de gemeentelijke monumentenverordening. Voor werkzaamheden aan beschermde monumenten is altijd een vergunning nodig. Ook voor het beschermd dorpsgezicht Helenaveen gelden specifieke criteria. Welstandsnota gemeente Deurne

7 1.5. Procedures Vaststelling en wijziging van de welstandsnota De welstandsnota is een dynamisch beleidsdocument. Als bijvoorbeeld ontwikkelingen daartoe aanleiding geven kan de raad besluiten tot wijziging of aanvulling van onderdelen van de welstandsnota. Inwerkingtreding Deze welstandsnota is vastgesteld door de gemeenteraad van Deurne op 20 januari De welstandsnota treedt in werking de dag na de bekendmaking. De welstandsnota kan aangehaald worden met Welstandsnota gemeente Deurne Overgangsregeling De Welstandsnota gemeente Deurne 2014 en de Welstandsnota gemeente Deurne 2014, partiële herziening 2015 zijn van toepassing op een aanvraag om een omgevings-vergunning, die is ingediend vóór het tijdstip waarop de Welstandsnota gemeente Deurne 2016 van kracht is geworden en waarop op dat tijdstip nog niet is beschikt. Het gaat daarbij om aanvragen om een omgevingsvergunning waarvoor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een toetsing aan redelijke eisen van welstand vereist. De Welstandsnota gemeente Deurne 2014 en de Welstandsnota gemeente Deurne 2014, partiële herziening 2015 zijn verder van toepassing op een aanvraag om omgevingsvergunning die is vooraf gegaan door zogenoemd vooroverleg op grond van de Wabo voor het realiseren van een bouwplan. Het vooroverleg moet hebben plaatsgehad vóór het tijdstip waarop de Welstandsnota gemeente Deurne 2016 van kracht is geworden en verder moet de aanvraag om een omgevingsvergunning zijn ingediend binnen 6 maanden na afronding van dat vooroverleg. Ook hier gaat het om aanvragen om een omgevingsvergunning waarvoor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een toetsing aan redelijke eisen van welstand vereist. Welstandsnota gemeente Deurne

8 Hoofdstuk 2 De categoriebeschrijvingen In deze welstandsnota wordt bij de categorieën een onderscheid gemaakt naar drie vormen van welstandstoezicht: 1. Categorieën waarvoor specifieke welstandscriteria gelden. Over bouwwerken in deze categorieën adviseert de welstandscommissie. Dit betreft: Categorie 1 Centrumgebied Deurne: Markt en historische linten; Categorie 2 Dorpsinbreidingen Categorie 3 Historische dorpslinten Categorie 4 Gebieden met waardevolle dorpsbebouwing Categorie 5 Kasteellandschap Haageind Categorie 6 Bijzondere gebouwen Categorie 7 Kantoorgebieden Categorie 8 Karakteristieke boerderijen Categorie 9 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: historische dorpskern en veenontginningslandschap Categorie 10 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: Belvedèrebouwen Categorie 11 Beschermde monumenten Hoofdstuk 4 Specifieke criteria voor antennes en zonepanelen 2. Categorieën waarvoor sneltoetscriteria gelden. De bouwwerken uit deze categorieën worden ambtelijk getoetst. Dit betreft: Categorie 12 Thematische woningbouw Categorie 13 Zichtlocaties op bedrijventerreinen en perifere detailhandel Categorie 14 Groen, parken, sport- en speelvelden Categorie 15 Overig buitengebied Hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen Hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria voor antennes en zonnepanelen 3. Gebieden waar geen redelijke eisen van welstand gelden. Hier vindt geen welstandstoezicht plaats. Dit betreft: Categorie 16 Welstandsvrij Bij een aantal andere categorieën is het achtererfgebied welstandsvrij. Dit is aangegeven in de desbetreffende categoriebeschrijving. Welstandsnota gemeente Deurne

9 Markt Stationsstraat Categorie 1 Centrum Deurne: Markt en historische linten Heuvel/Stationsstraat Markt Stationsstraat Kerkstraat Kerkstraat Molenstraat Martinetstraat Welstandsnota gemeente Deurne

10 Categorie 1: Centrumgebied Deurne: Markt en historische linten Profiel Algemeen Deurne kent een lange geschiedenis. De eerste bewoning van het centrum van Deurne gaat terug tot rond het jaar 700. De Markt was een belangrijk knooppunt waar zes wegen samenkwamen bij de Sint-Willibrorduskerk. Deze structuur is nog steeds stedenbouwkundig bepalend voor het centrum. De oorspronkelijke bebouwing was overwegend agrarisch van aard. In de afgelopen 100 jaar is de agrarische functie verdwenen en zijn de oude linten verstedelijkt en veranderd. Naast de woonfunctie hebben zich aan de linten centrumfuncties gevestigd, zoals detailhandel, horeca en zakelijke en maatschappelijke dienstverlening. Aan de Markt liggen de kerk, horeca en het gemeentehuis. De openbare ruimte heeft een belangrijke verblijfsfunctie. De Markt is het centrale plein, met terrassen, de weekmarkt en allerlei evenementen. Gedeelten van de linten zijn ingericht als voetgangersgebied. De Markt Aan de Markt staat de middeleeuwse toren van de Sint-Willibrorduskerk die fungeert als een baken voor de wijde omgeving. Deze toren moet van alle kanten zichtbaar blijven en zijn functie als oriëntatiepunt behouden. Naast de kerk vormen het monumentale complex van het gemeentehuis en het pand Markt 8 accenten aan de Markt. De overige bebouwing is een mengeling van historische monumentale en dorpse panden gecombineerd met eigentijdse invullingen. De beeldkwaliteit aan de oostzijde van de Markt (Molenstraat/Kerkstraat) heeft verbetering nodig. De linten De historische linten worden gekenmerkt door een kleinschalige verkaveling- en bebouwingstructuur en een menging van functies. Er is een grote variatie in ouderdom van de bebouwing. Het behoud van die structuur en variatie is belangrijk voor de identiteit van het centrum. De bebouwing in de omgeving van de Markt vormt een aaneengesloten straatwand van afzonderlijke panden. Verder van de Markt afgelegen zijn er tussenruimtes tussen de bebouwing. Die zelfstandigheid van bebouwing moet zichtbaar blijven. Gebouwen Elk pand heeft een eigen karakter door de massa, de breedte met bijbehorende gevelindeling, de kap, de kleur- en materiaaltoepassing en de stijlkenmerken. De breedte van de kavels varieert van 7 tot 25 meter. De panden hebben een eenduidige vorm en zijn opgebouwd in twee tot drie bouwlagen met een schuine kap (overwegend zadeldaken of schilddaken). Als de nok loodrecht op de straat staat komen schijngevels voor die plat of schuin zijn vormgegeven. Incidenteel hebben de gebouwen platte daken. De gevels zijn opgebouwd uit een (verdiepingshoge) plint, een middendeel en een duidelijke beëindiging door een dak met gootlijsten of banden en vertandingen in metselwerk. De gevels zijn gemetseld in baksteen, gestuukt of geschilderd. De gevelvlakken zijn veelal uitgevoerd in aardekleuren of gebroken wit en grijstinten. Dit levert een harmonieus, rustig maar toch afwisselend bebouwingsbeeld op. De ramen op de verdiepingen zijn duidelijke openingen in de wand. De kwaliteit van de architectuur van de gevels varieert. Een groot aantal panden laat een samenhang van onder- en bovenlaag in de gevel zien. Het straatbeeld wordt bepaald door een aaneenschakeling van individuele gevels. Bij verscheidene winkelpanden is door de toepassing van grote glazen puien de gevelsamenhang verdwenen waardoor het gevelbeeld verstoord is. De vooroorlogse panden en de bebouwing uit de Wederopbouwperiode hebben een sobere, maar zorgvuldig gedetailleerde architectuur. De bebouwing van de jaren is strak van opzet en heeft nauwelijks of geen ornamenten. De gebouwen van na 2000 zijn rijker gedetailleerd. De opzet van deze gebouwen volgt de historische verkaveling. De linten hebben overwegend een hoge beeldkwaliteit; op enkele plekken is die verstoord of aangetast. Daar is verbetering gewenst. Samenhang met de openbare ruimte De Markt en de Stationsstraat hebben een hoogwaardige inrichting met bomenrijen en bestrating van gebakken klinkers en graniet. Welstandsnota gemeente Deurne

11 Waardevolle en structuurbepalende bomen zijn hierbij zorgvuldig ingepast. Deze inrichting sluit aan op het gebied Wolfsberg en het Martinetplein. Doel van de welstandszorg Het doel van de welstandszorg is de kwaliteit van de individuele architectuur en van het totale straatbeeld op peil te houden en waar nodig en mogelijk te verbeteren. Het belangrijkste is daarbij het behoud van de historisch gegroeide bebouwingskarakteristiek zoals die onder het kopje Profiel is beschreven. Het centrum van Deurne kent een grote concentratie van economische en maatschappelijke functies. Hiervoor kunnen aanpassingen van bebouwing nodig zijn. Voorwaarde is dat deze aanpassingen passen binnen het karakter van de bestaande bebouwing en verkaveling en dat ze het straatbeeld verbeteren. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen De bestaande verkaveling- en bebouwingsstructuur gelden als leidraad; Het uiterlijk van gebouwen moet van hoge architectonische kwaliteit zijn; Nieuwbouw in de linten moet bijdragen aan het behoud en herstel van het bestaande karakter van de bebouwing en verkaveling. Er moet sprake zijn van individuele panden en gevels; De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Daarbij wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied; Laad- en losvoorzieningen aan het openbaar gebied moeten verzorgd worden vormgegeven. Situering Vasthouden aan de gegroeide continuïteit van licht gebogen rooilijnen. De hoofdgebouwen richten zich naar deze rooilijnen; Serres, veranda s en geringe verspringingen in de rooilijn moeten passen in het straatbeeld en moeten zijn afgestemd op de naastgelegen bebouwing; Bij nieuwbouw moet de samenhang in het straatbeeld worden behouden of hersteld; De ritmiek van individuele gevels met een eigen vormgeving, maatvoering en detaillering blijft behouden. Bestaande tussendoorgangen blijven behouden of blijven bij nieuwbouw in de gevelgeleding afleesbaar; Panden zijn rechtstreeks georiënteerd op de openbare ruimte. Toegangen naar publieksruimten zijn altijd aan de straat gelegen. Gebouwen De bebouwingshoogte en massa zijn afgestemd op het straatbeeld. Gebouwen moeten de eenheid binnen bestaande gevelwanden ondersteunen of herstellen; Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en opbouwen moeten binnen de bestaande maatverhoudingen passen en het totale gebouw verrijken. Deze toevoegingen blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa; Toepassing van schuine kappen op hoofdgebouwen is verplicht, overwegend in grijze kleuren. Dakkapellen moeten in vormgeving, kleur- en materiaalgebruik aansluiten bij de architectuur van het gebouw; In bijzondere situaties zijn eigentijdse interpretaties van kapvormen toegestaan, zoals bijvoorbeeld setbacks. Deze kapvormen moeten aansluiten bij de bestaande kappen in het betreffende lint; Gebouwen mogen op de onderste laag geen blinde voor- en zijgevels hebben aan zijden die aan het openbare gebied grenzen; Blinde gevels op de verdieping moeten zorgvuldig ingepast worden in het straatbeeld en moeten passen in de gevelarchitectuur. Gevels De gevel moet verticaal opgebouwd zijn in een plint (begane grondlaag), middenstuk (verdiepingen) en hoofd (daklijst of topgevel met eventueel een dakkapel of ornament als bekroning); Bij verbouw en renovatie van de gevel moeten waardevolle karakteristieke elementen waar mogelijk behouden blijven. Het totale gevelbeeld van een pand moet een architectonische samenhang houden; Wanneer panden functioneel worden samengevoegd dan moeten de individuele uitstraling en het ritme van de gevels behouden blijven; In de gevelindeling domineert de verticale lijn. De vormgeving van de onderpui hangt samen met die van de bovengevel; De entree en de eventuele symmetrie van de gevelopbouw worden zorgvuldig vormgegeven. Luifels en overstekende delen Welstandsnota gemeente Deurne

12 zijn in maat en vormgeving afgestemd op de pui waar zij onderdeel van vormen en zijn beperkt tot de omgeving van de hoofdentree; De voor- en zijgevels moeten zorgvuldig zijn gedetailleerd; Toevoegingen als trappen en hellingbanen zijn ondergeschikte elementen in de gevel. Ze zijn opgenomen in de architectuur van de voor- en zijgevels. Kleur- en materiaalgebruik Gevels zijn opgetrokken uit baksteen in aarden tinten, mogelijk in combinatie met natuursteen. Donkere tot zwarte, en geglazuurde stenen zijn niet toegestaan. Gepleisterde gevels zijn wel toegestaan; Bij nieuwbouw moeten de hoofdmaterialen voor de gevels en de daken op elkaar zijn afgestemd; Bij verbouwing en renovatie wordt in principe het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik als uitgangspunt genomen. Tenzij de oorspronkelijke gevel duidelijk storend was in het straatbeeld. In dat geval worden materialen en kleuren gekozen die leiden tot een verbetering van het straatbeeld; De hoofdvlakken van stucwerk of geschilderde gevels worden uitgevoerd in gebroken wit, bruin- of grijstinten. Accenten in andere kleuren zijn toegestaan. De kleurkeuze is afgestemd op het straatbeeld; Daken worden afgedekt met keramische pannen, leien of zink. Kleuren van dakpannen en gevels zijn op elkaar afgestemd. Pannen hoofdzakelijk in grijsblauwe kleuren; Kunststof, volkernplaat, spiegelende oppervlakken mogen niet worden toegepast bij beplating van gevels of delen van de gevels; De kleurstelling van kozijnen, ramen en deuren in de voor- en zijgevels moet harmoniëren met het totale gevelbeeld en het straatbeeld. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

13 Martinetplein Hogeweg Torenstraat Raadhuisstraat Wolfsberg Harmoniestraat Visser Visser Categorie 2 Dorpsinbreidingen Pastoor Roespark WSZ Liessel Heuvel WSZ St.-Jozefparochie WSZ Liessel WSZ St.-Jozefparochie Welstandsnota gemeente Deurne

14 Categorie 2 Dorpsinbreidingen Profiel Algemeen In de afgelopen decennia heeft op diverse plekken in Deurne inbreiding van bebouwing plaatsgevonden. Op onbebouwde achterterreinen of op locaties waar eerst lage bebouwing stond, zijn grote nieuwbouwcomplexen gerealiseerd. In de gebouwen is meestal een combinatie van functies gehuisvest: maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, detailhandel, culturele voorzieningen en wonen. Dorpsinbreidingen in het centrum van Deurne De concentratie van centrumfuncties en de grote maat en schaal van de inbreidingen, zorgen voor het verstedelijkte karakter van het centrum van Deurne. Naast overeenkomsten in maat en schaal van bebouwing zijn er ook verschillen tussen de diverse inbreidingsgebieden in het centrum. Hieronder volgt een korte beschrijving van de belangrijkste inbreidingslocaties. Gemeentehuis, Martinetstraat, Raadhuisstraat en Schuifelenberg In de jaren tachtig is in het gebied tussen de Stationsstraat en de Molenstraat nieuwbouw gerealiseerd. Deze bestaat uit woningen, detailhandel en kantoren (waaronder de uitbreiding van het gemeentehuis). De Raadhuisstraat en de Schuifelenberg zijn toen als nieuwe structuur toegevoegd. De bebouwing aan de Raadhuisstraat en de Schuifelenberg (deels), en de uitbreiding van het gemeentehuis zijn uitgevoerd in de stijl van de Bossche School. Ofschoon de gebouwen een forse schaal hebben, harmoniëren ze toch in het dorpsbeeld. Dit komt door het gebogen stratenverloop, de geleding en detaillering van de gevels en in het bijzonder de aansluitingen op de historische linten. Deze kwaliteiten moeten behouden blijven. Heuvel Heuvelstraat In verschillende fasen is de oorspronkelijke bebouwing op deze locatie vervangen door een appartementencomplex, een supermarkt en een kantoorgebouw. Het appartementengebouw en de supermarkt zijn in oppervlak en gevellengte duidelijk forser dan de bebouwing in de omgeving. Bij de vormgeving van het kantoorgebouw aan de Heuvelstraat is een goede overgang gecreëerd naar de bestaande woonbebouwing aan de Heuvelstraat. Wolfsberg In 2010 is een grootschalige inbreiding gerealiseerd aan de zuidzijde van het centrum, tussen de historische linten Molenstraat en Martinetstraat, en de Hogeweg die onderdeel is van de centrumring. De inbreiding heeft een hoge stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit. Het programma bestaat uit woningen (appartementen), detailhandel, dienstverlening en cultuurfuncties. De stedenbouwkundige opzet en architectuur zijn afgestemd op het programma en de omgeving. Hogeweg plein Wolfsberg Aan de Hogeweg en het plein Wolfsberg zijn grote gebouwen neergezet die de straat- en pleinwand vormen. Deze hebben duidelijk een eigen identiteit. Dit komt door variaties in gevelarchitectuur en kleur- en materiaalkeuze. Ook de toepassing van terugliggende verticale balkonstroken waardoor het lijkt alsof de gebouwen los staan, speelt hierbij in belangrijke mate mee. De gevels kennen een verticale opbouw in plint (begane grond), middenstuk (verdiepingen) en daklaag. Aan het plein bestaat de plint uit de onderste twee verdiepingen. De grijze betonnen pijlers in de plint vormen een denkbeeldige colonnade rondom het plein. De gebouwen worden bekroond door een setback, al dan niet voorzien van overstekende luifels, of door een halfronde kap. Aan de achterzijde van de appartementen op het tweede niveau bevinden zich gezamenlijke buitenruimtes voor de bewoners. Deze zijn evenals de achtergevels zorgvuldig vormgegeven. De gevel van het centrale gebouw aan de Hogeweg is op een bijzondere wijze vormgegeven. Vóór het eigenlijke gebouw is een wand met openingen geplaatst waarachter balkons zijn aangebracht. Deze gevel heeft daardoor een grote sculpturale kwaliteit en transparantie. Die kwaliteiten moeten behouden blijven. Torenstraat Wever In het straatprofiel en de grootte en breedte van de panden is aansluiting gezocht bij de historische structuur van de bestaande winkelstraten van het centrum. Het gevelbeeld is gevarieerd. De omvang Welstandsnota gemeente Deurne

15 van de panden is duidelijk kleiner dan die van de panden aan het plein. Plaatselijk verspringt de rooilijn, waardoor een levendig straatbeeld ontstaat. De gevels zijn opgebouwd in drie lagen: plint, middenstuk en daklaag. In de plint bevinden zich de zorgvuldig vormgegeven winkelpuien. In het middenstuk zijn de ramen zowel verticaal als horizontaal uitgelijnd wat een eenheid geeft aan het gevelbeeld. Alle panden zijn voorzien van een schuine kap. Bij de aansluiting van de Wever op de Molenstraat en Martinetstraat, zijn de bouwhoogte, architectuur en kapvorm afgestemd op de maat en schaal van de historische linten. De gevels aan de achterzijde van de appartementen zijn evenals de straatzijden vormgegeven als afzonderlijke panden. Ook hier liggen hoogwaardig ingerichte binnenterreinen. Martinetplein Cultuurcentrum Centraal aan het Martinetplein ligt het Cultuur centrum Martien van Doorne. De gevel presenteert zich naar het plein en voegt zich tegelijkertijd in de straatwand. De gevel kent een duidelijk contrast tussen open en gesloten gevelvlakken. Dit contrast moet behouden blijven. Kleur- en materiaalgebruik en detaillering Op de inbreidingslocatie Wolfsberg is sprake van een zorgvuldig materiaal- en kleurgebruik. De meeste gevelvlakken zijn uitgevoerd in metselwerk van baksteen. De kleuren van de bakstenen variëren van roodachtig, oranjebruin tot grijs en zwartbruin. Een aantal gevels is gekeimd. De kleuren zijn zodanig verdeeld over de gevels dat een gevarieerd maar toch harmonieus straatbeeld is ontstaan. Enkele terugliggende geveldelen zijn voorzien van kleuraccenten. Deze verlevendigen het straatbeeld, maar overstemmen het niet. De plint van de gevels met de winkelpuien is soms omkleed met grijze natuursteen. De kozijnen van ramen en winkelpuien hebben een terughoudende kleurstelling die is afgestemd op de gevel. Reclame-uitingen zijn afgestemd op het gevelbeeld en zijn aangebracht in de daartoe bestemde zone van de gevel. De kappen van de gebouwen zijn bedekt met pannen of met zink. De gebouwen zijn zorgvuldig gedetailleerd, wat onder andere tot uiting komt in de integratie van zonweringen, hemelwaterafvoer en roosters in het gevelontwerp. Nieuwbouw Europastraat In dit gebied is nieuwbouw voorzien voor 73 appartementen, 16 duplexwoningen en 6 patiowoningen. Op de hoek Molenstraat Europastraat ligt 1 appartementengebouw gericht naar beide straten (De Parel, 1). Aansluitend aan dit gebouw is in de Europastraat een strook met duplexwoningen gelegen (de Strook, 2). Met zijn schuine ligging wordt een link gelegd naar de schuingeoriënteerde bestaande woningen verderop in de straat. Tussen deze woningen en de genoemde bestaande woningen is een V-vormig appartementencomplex gesitueerd (De Ster, 3). Achter de bestaande woningen liggen, op de grens van het plangebied, de patiowoningen (4). Met uitzondering van de patiowoningen zijn alle gebouwen qua ontsluiting georiënteerd op de bestaande infrastructuur. Het groen in het plangebied is zoveel mogelijk geconcentreerd aan de zijde van de Europastraat en of aan het einde van de te realiseren zichtlijnen tussen de gebouwen. De infrastructuur is voornamelijk gericht op een goede afwikkeling van de te realiseren parkeerplaatsen op maaiveld. In verband met de omvang van dit nieuwbouwproject is een aparte passage in de welstandscriteria opgenomen. Impressie 1 2 Overige inbreidingen, zoals Visser, Nieuwenhof en Pastoor Roespark Aan de noordzijde van het centrum is in de jaren negentig een aantal, deels grootschalige inbreidingen gerealiseerd. De Nieuwenhof is vormgegeven als een zelfstandig complex. Het heeft een opvallend kleur- en materiaalgebruik. Het gebouwencomplex is voorzien van schuine kappen. De woonbebouwing aan het Pastoor Roespark is strak van vormgeving. De bebouwing sluit niet overal goed aan op de historische structuren. In het centrale groene park is een fraai doorzicht naar de kerk gerealiseerd. Aan de Visser en de Zandbosweg zijn solitaire gebouwencomplexen gerealiseerd. Samenhang met de openbare ruimte Het gebied Wolfsberg, het Martinetplein en de Raadhuisstraat hebben een hoogwaardige inrichting met bomenrijen en bestrating van gebakken klinkers en graniet. Waardevolle en structuurbepalende bomen zijn hierbij zorgvuldig ingepast. Deze inrichting sluit aan op de Markt en de Stationsstraat. 3 4 Welstandsnota gemeente Deurne

16 Dorpsinbreidingen buiten het centrum van Deurne Woonservicezones In een aantal wijken en kernen van Deurne zijn dorpsinbreidingen gerealiseerd in de vorm van woonservicezones. Een woonservicezone is een woonwijk waar zowel ouderen als gezinnen met kinderen, alleenstaanden, en mensen met een beperking een (nieuwe) plek kunnen vinden. De woningen in de woonservicezones bestaan (hoofdzakelijk) uit appartementen. Belangrijk kenmerk van een woonservicezone is de aanwezigheid van een wijksteunpunt voor zorg- en welzijnsvoorzieningen, aangepaste of aanpasbare woningen, een brede school en een toegankelijke, sociaal veilige en verkeersveilige woonomgeving. Deze verschillende functies komen tot uitdrukking in de stedenbouwkundige opzet en de architectuur van de gebouwen. De woonservicezones bestaan uit een complex van gebouwen die zowel stedenbouwkundig als architectonisch een duidelijke samenhang vormen. Deze samenhang wordt versterkt door de inrichting van de openbare ruimte. De onbebouwde ruimte binnen de woonservicezones is hoofdzakelijk openbaar (geen privé tuinen). Deze openbare ruimte vormt een belangrijke schakel tussen alle gebouwen en functies in het gebied. De gebruiks- en belevingswaarde en de uitstraling van het gebied zijn van hoge kwaliteit. De woonservicezones zijn nieuwe stedenbouwkundige structuren die zorgvuldig in de bestaande ruimtelijke omgeving zijn ingevoegd. Hierbij is veel aandacht besteed aan structuur, massavorming en opbouw van de bebouwing. Een zorgvuldige aansluiting op de bestaande bebouwing is van groot belang. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit samengestelde blokken met een verticale gevelgeleding. In Liessel zijn de blokken voorzien van een schuine kap. In de Sint-Jozefparochie is een combinatie van platte daken en setbacks toegepast. Veranderingsprocessen De realisatie van nieuwbouw op inbreidingslocaties betekent vaak een grote verandering voor de omgeving. Om deze bebouwing goed in te passen worden stedenbouwkundige voorschriften in het bestemmingsplan voor de locatie opgenomen. Hieraan kan een beeldkwaliteitplan zijn gekoppeld. Is de bebouwing eenmaal gerealiseerd dan kenmerkt het gebied zich over het algemeen door een lage dynamiek: er vinden geen grootschalige veranderingen aan de bebouwing plaats. Eerder gaat het om aanpassingen van geveldelen, overstekken en dergelijke, die beperkt van omvang zijn. Omdat op inbreidingslocaties veelal sprake is van hoogwaardige architectuur kunnen kleine aanpassingen wel een grote impact hebben op de kwaliteit van het gevel- en straatbeeld. Een zorgvuldige welstandsbeoordeling is daarom op zijn plaats. Doel van de welstandszorg Op inbreidingslocaties is sprake van hoogwaardige stedenbouw en architectuur. Het streven is gericht op het behoud van de gerealiseerde kwaliteit. Dit vraagt zowel op stedenbouwkundig als architectonisch niveau een zorgvuldig beleid. Ingrepen in de bestaande context maar ook in gerealiseerde inbreidingslocaties dienen daarom zeer weloverwogen plaats te vinden. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen De gebouwen moeten stedenbouwkundig en architectonisch op elkaar en op de omgeving zijn afgestemd; De gebouwen en de (semi-)openbare ruimte vormen samen een duidelijke functionele en visuele eenheid; Wijzigingen moeten passen bij het architectonisch gevel- en straatbeeld; Bij de beoordeling van de voorkant van bebouwing wordt gekeken naar hoofdvlakken, deelvlakken en detaillering; De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Daarbij wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied; Erfafscheidingen (algemeen) Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Welstandsnota gemeente Deurne

17 o Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Dorpsinbreidingen in het centrum van Deurne Gebouwen en situering Gebouwen moeten van hoge architectonische kwaliteit zijn Nieuwbouw sluit aan bij de karakteristiek van de bebouwing in de omgeving; Op locaties binnen de centrumring heeft nieuwbouw een verwantschap in vorm, massa en vormgeving met de bebouwing aan de historische linten, zodat een eenheid in het dorpsbeeld ontstaat; De gevels zijn geleed. Binnen de centrumring wordt een parcellering toegepast die geïnspireerd is op de traditionele verkaveling; Op locaties aan de centrumring heeft nieuwbouw in massa, vorm en vormgeving een duidelijke presentatie naar deze ontsluitingsweg, in een passende schaal en omvang. Bij de aansluitingen op de historische linten, creëert de nieuwbouw een goede overgang naar de bestaande bebouwingskarakteristiek; Gebouwen hebben een verticale opbouw bestaande uit een plint (begane grondlaag), middenstuk en daklaag; Hoofdgebouwen binnen de centrumring zijn voorzien van een schuine kap, al dan niet met kroonlijst; Bij hoofdgebouwen aan de ring kan een andere invulling van de daklaag toegestaan worden, bijvoorbeeld een setback. Deze moet passen in de omgeving; De panden staan georiënteerd op de openbare ruimte. De entrees zijn direct bereikbaar vanaf de openbare ruimte; Grote bouwblokken zijn verticaal en horizontaal geleed en opgedeeld in kleinere volumes aansluitend op de maat en schaal van het centrum van Deurne. Gevels Bij verbouw en renovatie worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamentiek en het materiaal- en kleurgebruik gerespecteerd; Bij latere toevoegingen op een inbreidingslocatie is de overige bebouwing van de inbreidingslocatie of van de omgeving wat betreft architectuur en materiaal- en kleurgebruik het uitgangspunt; De bestaande geleding in zelfstandige gevels door verspringingen of door toepassing van terugliggende balkonstroken moet behouden blijven. Wijzigingen aan de balkons mogen dit beeld niet aantasten; De bestaande sculpturale kwaliteit van de gevels die gevormd wordt door de afwisseling van ramen en loggia s moet behouden blijven. Aan verzoeken om loggia s met glas af te sluiten kan alleen medewerking verleend worden als deze de sculpturaliteit van de gevel in tact laten. De glazen afscherming moet strak en met minimale profilering zijn vormgegeven. Eenmaal goedgekeurde voorzieningen zijn maatstaf voor vergelijkbare voorzieningen elders in hetzelfde gebouw; Wijzigingen aan de gevels van individuele appartementen mogen de totale eenheid in de gevel van een gebouw niet aantasten; Bij winkelpuien moet vanuit de straat de diepte van de dagkanten te zien zijn. De ramen liggen zichtbaar terug in het gevelvlak; Bij de winkelpuien zijn enkel transparante rolluiken of hekken toegestaan; Blindering van ramen naar de openbare ruimte is niet toegestaan. Kleur- en materiaalgebruik Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit baksteen in aarden tinten. Toepassing van donkere en/of zwarte bakstenen is bij nieuwbouw niet toegestaan; Gekeimde of gestuukte gevels zijn toegestaan. De hoofdvlakken van stuc- of keimwerk worden uitgevoerd in gebroken wit of warme grijstinten. Accenten in andere kleuren zijn toegestaan mits ze het straat- en gevelbeeld niet overheersen; Bij verbouwing of renovatie wordt in principe het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik als uitgangspunt genomen, tenzij een andere keuze leidt tot verbetering van het gevel- én straatbeeld; Daken worden afgedekt met keramische (niet geglazuurde) dakpannen. Als architectonisch accent kan ook zink als dakbedekking worden toegepast. De kleur van de dakbedekking is afgestemd op het gevel- en straatbeeld; De plint van het gebouw wordt opgetrokken uit baksteen en/of bekleed met natuursteen. De kleur en het materiaal moeten afgestemd zijn op de rest van het gevelbeeld; Glas, spiegelende oppervlakten en volkernplaat worden niet toegepast als beplating van gevels; De kleurstelling van kozijnen, ramen en deuren in de voor- en zijgevels moet passen bij het totale gevelbeeld en het straatbeeld; Welstandsnota gemeente Deurne

18 De detaillering, kleurstelling en materiaalkeuze van winkelpuien moet zo gekozen worden dat deze zo min mogelijk uitnodigt om beeld en kleur aan te passen met de bedoeling deze af te stemmen op een zogenaamde huisstijl van de winkel. De eenheid van het gevelbeeld mag niet worden aangetast. Detaillering De detaillering van het gebouw moet zorgvuldig zijn, afgestemd op de architectuur van het gebouw. Nieuwbouw Europastraat Gebouwen Door eenheid en samenhang in vormgeving, materialisatie, kleurgebruik en detaillering ontstaat een verbindend bebouwingsbeeld. Panden zijn georiënteerd op de openbare ruimte. Het hoogteverschil in het terrein wordt zoveel mogelijk binnen de gebouwen opgelost. De parel: Het gebouw is voorzien van een plat dak. Bij een bouwhoogte van meer dan 3 bouwlagen zijn de hierboven gelegen bouwlagen voorzien van een setback. De hoofdentree is als bijzonder element duidelijk zichtbaar en onderdeel van de verschillende volumes van het gebouw. De hoofdentree is opgenomen in de architectuur. De richting van de aansluitende bouwdelen is zichtbaar. De gevels zijn geleed. De parcellering sluit aan op de traditionele verkaveling c.q. korrel van de Molenstraat. De strook: de woningen zijn voorzien van een langskap. Op de hoek aan de westzijde is een kapverdraaiing of andere verbijzondering verplicht. De entrees zijn allemaal gericht op de Europastraat. De entrees zijn zoveel mogelijk geclusterd en springen naar voren. De ster: Het gebouw is plat afgedekt. Bij een bouwhoogte van meer dan 3 bouwlagen is de bovenste bouwlaag voorzien van een setback. Ook aan de zijde van de Europastraat is sprake van een setback. Het gebouw bestaat uit twee duidelijke hoofdmassa s, gekoppeld door een terugliggend, transparant tussendeel (hoofdentree). De hoofdmassa s tonen een duidelijke plasticiteit zodat er een gevarieerd beeld ontstaat. De galerijen zijn gelegen aan de binnenzijde van het woonblok. De galerijen zijn opgenomen in het volume of als eigentijds steenachtig element voor het volume geplaatst, contrasterend met het woningblokvolume. De patio s: Voor zover de patio-woningen zijn voorzien van een tweede bouwlaag is deze alleen aan de voorzijde gesitueerd. De tweede bouwlaag is plat afgedekt. De entree s en tuinen zijn gelegen aan de voorzijde. De woningen zijn opgebouwd uit twee verschillende volumes, mede herkenbaar door verschil in materiaalgebruik. Gevels Blinde gevels op hoeksituaties, gericht op de openbare ruimte, zijn niet toegestaan. Gevels van gebouwen eindigen op een zichtlijn zijn voorzien van een verbijzondering in de gevel, al dan niet gecombineerd met beplanting. De parel: De balkons zijn verticaal gekoppeld. De strook: Open trappen aan de buitenzijde zijn niet toegestaan. Kleur en materiaalgebruik Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit baksteen in sprekende oranje/warmrode tinten. Het metselwerk wordt gecombineerd gekeimd metselwerk (wit). Aanvullend kan gebruik worden gemaakt van hout (natuurlijke uitstraling, plaatmateriaal met houtprint is toegestaan) of zink. Daken worden afgedekt met pannen (niet geglazuurd), in een oranje kleur. Kozijnen (aluminium of hout) worden uitgevoerd in een witte of donkere kleurstelling (zwart, antraciet, donkergrijs, diep donker bruin). Materialisatie van overige ondergeschikte elementen zijn duurzaam. Spiegelglas en felle (neon) kleuren zijn niet toegestaan. Detaillering en overige zaken: De detaillering is zorgvuldig en afgestemd op de architectuur van het gebouw. Erfafscheidingen, bijgebouwen (voor zover gelegen aan de openbare ruimte) en trappen/hellingbanen worden mee-ontworpen in de architectuur van de woningen (inclusief materialisatie): Installatieruimtes en zonnepanelen zijn onderdeel van het architectonisch concept. Welstandsnota gemeente Deurne

19 De klikostalling en bergingen bij de appartementsgebouwen zijn intern opgelost. Woonservicezones Gebouwen De hoogte van de bebouwing vormt een passende overgang naar de bebouwing in de omgeving. Er mag geen onevenredig groot verschil in hoogtes zijn; De gebouwen hebben een beheerst gelede opzet. Binnen een blok dient duidelijk sprake te zijn van een eenheid; In de woonservicezone Liessel moeten de hoofdgebouwen zijn uitgevoerd met een schuine kap; In de woonservicezone Sint-Jozefparochie moeten de hoofdgebouwen zijn uitgevoerd met platte daken en/of een setback; Afval- en materiaalopslag en technische installaties zijn inpandig opgelost; Toevoegingen aan de bouwvolumes mogen niet leiden tot een aantasting van de opzet en het karakter van de hoofdgebouwen en de openbare ruimte; Een open centrale binnentuin of (semi-) openbaar plein kan eventueel overkapt worden en omgevormd worden tot atrium / wintertuin. Gevels In de gevel is sprake van veel en grote ramen met een duidelijke ritmiek. Zonwering moet per gebouw een duidelijke eenheid hebben; Bij de balkons moet een variatie in soort worden nagestreefd (inpandige en uitstekende balkons of een combinatie hiervan). Daarbij moet wel sprake zijn van een duidelijke architectonische eenheid. Die eenheid moet passen bij het hoofdvolume; De bestaande sculpturale kwaliteit van de gevels die gevormd wordt door de afwisseling van ramen en loggia s moet behouden blijven. Aan verzoeken om loggia s met glas af te sluiten kan alleen medewerking verleend worden als deze de sculpturaliteit van de gevel in tact laten. De glazen afscherming moet strak en met minimale profilering zijn vormgegeven. Eenmaal goedgekeurde voorzieningen zijn maatstaf voor vergelijkbare voorzieningen elders in hetzelfde gebouw keramische dakpannen en/of gras- en sedumdaken; Kleuren moeten rustig, warm en natuurlijk zijn en bij elkaar passen; Bij aanpassingen binnen de woonservicezone moet worden aangesloten bij het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik om de eenheid binnen het plan te houden. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Kleur- en materiaalgebruik Het materiaal- en kleurgebruik van de individuele gebouwen moeten binnen het plangebied op elkaar zijn afgestemd; Materialen moeten een hoge kwaliteit hebben en zorgvuldig gedetailleerd zijn. Uitgangspunt is het gebruik van duurzame, traditionele materialen met een accent op baksteen, in combinatie met hardsteen, hout, zink, Welstandsnota gemeente Deurne

20 Deurne, Stationsstraat Deurne, Stationsstraat Categorie 3 Historische dorpslinten Deurne, Kruisstraat Liessel, Hoofdstraat Deurne, Visser Neerkant, Dorpsstraat Welstandsnota gemeente Deurne

21 Categorie 3 Historische dorpslinten Profiel Algemeen Onder deze categorie vallen de oude dorpskernen en -linten van Vlierden, Liessel en Neerkant. Ook de historische bebouwingslinten in de kern Deurne die buiten het Centrumgebied liggen, horen bij deze categorie. In de Middeleeuwen bestond Deurne uit een spinnenweb van landwegen en zandpaden. Langs deze paden ontstonden op verschillende plekken agrarische gehuchten; op de belangrijkste kruisingen groeiden deze uit tot de dorpen Vlierden, Liessel, Neerkant en Deurne zelf. Vanuit die dorpscentra waaierde de van oorsprong voornamelijk agrarische bebouwing zich langs de wegen uit in (soms lange) bebouwingslinten. In de dorpscentra zelf is een verdichting van bebouwing en menging van functies opgetreden. De kern van Deurne heeft hierbij een stedelijk karakter gekregen. Tegenwoordig zijn de dorpslinten met hun gevarieerde bebouwingsbeeld, hun centrumfuncties en de aanwezigheid van monumenten de dragers van de dorpse identiteit. Stedenbouwkundige kenmerken Het stedenbouwkundig patroon wordt gekenmerkt door een historisch gegroeide webachtige structuur. Bij de samenkomst van meerdere wegen ligt vaak een plein of brink, al dan niet voorzien van enkele bomen. De historische dorpskern bestaat in het algemeen uit een verzameling losstaande gebouwen en onbebouwde terreinen. Vaak is in de bebouwing de oorspronkelijke agrarische functie nog herkenbaar. Het straatbeeld is afwisselend. Er is een grote variatie in de individuele plaatsing van panden en de onderlinge verschillen in bouwstijl en (historische) functie. De plaatsing van de bebouwing is historisch bepaald door de ontginningswijze en verkaveling van het omringende landschap. De gebouwen Vrijwel alle oudere bebouwing aan de linten is opgebouwd uit één of twee lagen met een stevige kap en staat gericht naar de weg. De meeste van deze panden staan direct aan de straat. Bij kruisingen of splitsingen van wegen staat de bebouwing gericht naar de belangrijkste weg. De relatief grote kavels bieden vaak ruimte voor forse aan- en bijbouwen, geschikt voor een veelheid aan functies. De gevels van de historische en vroeg-20ste eeuwse bebouwing zijn opgebouwd uit een plint, het hoofdvlak en een kroonlijst of een stevige goot. De gevelopeningen hebben een overwegend verticaal karakter. Kenmerkend is de plaatsing van kozijnen vóór in het gevelvlak en de onderverdeling van ramen. Het kleurgebruik is traditioneel: aardkleuren voor de hoofdmaterialen, gebroken wit en standgroen voor ramen en deuren. Boven de ramen en deuren kunnen versieringen in het metselwerk zijn aangebracht. De naoorlogse bebouwing staat soms wat verder van de rooilijn af en heeft vaak een voortuintje. Naast schuine kappen zijn hierbij ook platte daken toegepast, zeker bij winkelpanden. Qua materiaalen kleurkeuze voegen ze zich over het algemeen in het straatbeeld. De kwaliteit van de bebouwing is wisselend. Sommige linten hebben een fraai en samenhangend straatbeeld, bij andere is dit beeld verstoord. Veranderingsprocessen Door de economische ontwikkeling hebben de dorpscentra en de daarop aansluitende linten een geleidelijk veranderingsproces ondergaan. Functies zijn gewijzigd, de gebouwen zijn aangepast en uitgebreid en de bebouwing is verdicht. De openbare ruimte heeft daar zijn oorspronkelijke groene karakter verloren. Er is een stenige inrichting voor in de plaats gekomen. Delen van de historische bebouwingslinten zijn opgenomen in latere woonwijken. De oorspronkelijke wegenstructuur is dan nog herkenbaar. De samenhang in de lintbebouwing is plaatselijk verloren gegaan. Doel welstandszorg Algemeen Het beleid is gericht op behoud en waar nodig, versterking van de historisch gegroeide bebouwingskarakteristiek van de dorpscentra en dorpslinten. Deze komt tot uitdrukking in de zelfstandige plaatsing van de bebouwing, in het Welstandsnota gemeente Deurne

22 individuele en kleinschalige karakter van de panden en in de harmonie en variatie in architectuur en kleur- en materiaalgebruik. Verdere verdichting en schaalvergroting van de bebouwing voor de gevestigde functies is in beperkte mate mogelijk. Hierbij wordt gekeken naar het behoud van de specifieke ruimtelijke kenmerken van het historisch bebouwingslint, zoals openheid, samenhang in het bebouwingsbeeld en dergelijke. Nieuwe bebouwing moet wat betreft maat en schaal en ook wat betreft kleur- en materiaalgebruik in harmonie met de bestaande bebouwing ontworpen worden. Sterke contrasten worden vermeden. Zorgvuldigheid is gevraagd bij de toelating van bouwwerken als reclame, luifels, puien, rolluiken en dergelijke. Deze moeten altijd ondergeschikt blijven aan het totale ruimtelijke en architectonische beeld van de omgeving. Bebouwingsbeeld Het beleid is vooral gericht op het behoud van het afwisselende beeld van de bebouwingslinten. Dit houdt in dat het eigen architectonisch karakter van de panden voorop staat. Bij nieuwe invullingen, wordt eigentijdse architectuur gestimuleerd. Deze moet op een zorgvuldige manier in zijn omgeving worden ingepast. Op plekken waar het straatbeeld is aangetast is het gewenst dat dit wordt hersteld. Toevoegingen als hekjes, luifels, naamborden en dergelijke moeten ondergeschikt blijven aan het ruimtelijke en architectonische beeld van de omgeving. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen De stedenbouwkundige en architectonische samenhang staat bij elke verandering voorop; In de structuur, de opbouw en de breedte van de bebouwing blijven het oorspronkelijke ruimtelijk karakter, de diversiteit en kleinschaligheid, en de historische ontwikkeling afleesbaar; Het achtererfgebied van een bouwwerk is welstandsvrij. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied van een bouwwerk; Situering en gebouwen Gebouwen moeten zich voegen naar de historisch gegroeide bebouwings- en verkavelingsstructuur; Gebouwen moeten individueel te onderscheiden zijn; Gebouwen moeten zich voegen in het algemene beeld van kleuren, materialen, bouwstijlen en kapvormen in het lint; Gebouwen moeten in schaal, massa en hoogte aansluiten bij de schaal van het lint en afgestemd zijn op de naastgelegen bebouwing; Gebouwen moeten binnen een lint van vergelijkbare hoogte zijn; Kleine verspringingen in de rooilijn zijn mogelijk, binnen de uitersten van de naastgelegen bebouwing; Gebouwen moeten het architectonische kwaliteitsniveau van het lint in stand houden en bij voorkeur vergroten; Gebouwen zijn rechtstreeks georiënteerd op de openbare ruimte. Toegangen naar publieksruimten zijn steeds aan de straat gelegen; De kapvorm en kaprichting sluiten aan bij die van de omgeving; Eigentijdse interpretaties van kapvormen sluiten aan bij de bestaande schuine kappen in het betreffende lint of (centrum-)gebied. Gevels Bij verbouw en renovatie van historische panden worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamentiek en het materiaal- en kleurgebruik zoveel mogelijk gerespecteerd; Opbouw van de voorgevels in een: o Voet: begane-grondlaag; met borstwering en/of trasraam. De begane grondlaag mag uitgevoerd zijn in een afwijkend duurzaam materiaal, eventueel met lijst als overgang naar eerste verdieping; o Romp: verdiepingslaag (of -lagen); een gevelvlak met hoofdzakelijk verticale ramen; o Hoofd: een daklijst of topgevel en eventueel een dakkapel of ornament als bekroning; De vormgeving van het dak is afgestemd op het karakter van het betreffende pand en het straatbeeld; Toevoegingen als dakkapellen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa van de woning; Serres voor horecadoeleinden zijn in maatvoering afgestemd op de ondergevel en transparant uitgevoerd; Welstandsnota gemeente Deurne

23 De vormgeving van de serres moet passen bij de gevelarchitectuur en het straatbeeld; De architectonische eenheid van het oorspronkelijke pand blijft uitgangspunt in geval van splitsing; De architectonische individualiteit van de panden blijft bij samenvoeging gehandhaafd. Kleur- en materiaalgebruik van hoofdvlakken Bij verbouwing of renovatie worden het materiaal- en kleurgebruik afgestemd op het bestaande gebouw en op de omgeving; Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit baksteen in aarden tinten in combinatie met natuursteen, afgewisseld met gepleisterde gevels. De kleuren van de gepleisterde gevels moeten passen in het straatbeeld. Kleuraccenten zijn toegestaan mits ze het straatbeeld niet overheersen; Daken worden afgedekt met keramische gewelfde pannen of leien; Kunststof, volkernplaat, spiegelende oppervlakken worden niet toegepast bij beplating van gevels; Bij nieuwbouw, verbouwing en renovatie moeten de hoofdmaterialen en kleuren voor de gevels en de daken op elkaar zijn afgestemd; Pannen in rode of donkere kleuren; 3. Bouwen bij of aan karakteristieke boerderijen Voor karakteristieke boerderijen die in deze gebieden liggen gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 8 Karakteristieke boerderijen. 4. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 5. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. Welstandsnota gemeente Deurne

24 Tuindorp St.-Jozefparochie Categorie 4 Villa s Stationslaan Gebieden met waardevolle dorpsbebouwing Religieus ensemble Zeilberg Boswonen in de Wiegershof Vlierbocht en kerk Vlierden Willibrordhaeghe Molenhof Kouwenhoek Oude Torenweg / Vloeieindseweg Welstandsnota gemeente Deurne

25 Categorie 4 Gebieden met waardevolle dorpsbebouwing Profiel Algemeen In de kernen van Deurne zijn nog diverse plekken met karakteristieke dorpsbebouwing te vinden. Deze plekken zijn goede voorbeelden van de historische ontwikkeling van Deurne. In de meeste gevallen bevinden zich binnen deze gebieden één of meer beschermde monumenten. Vanwege hun schoonheid en hun bijzondere ruimtelijke en architectonische kwaliteit zijn ze waardevol voor Deurne. De algemene kenmerken, individuele architectonische kwaliteiten en ruimtelijke samenhang van deze gebieden moeten dan ook behouden blijven. Beschrijving waardevolle ensembles Lindenlaan, Deurne De Lindenlaan is van oorsprong een achterstraat voor de ontsluiting van de percelen aan de Molenstraat en de Kerkstraat. Aan de oostzijde staat een reeks arbeiderswoningen uit het begin van de 20ste eeuw. Deze woningen zijn één bouwlaag hoog en hebben een zadeldak evenwijdig aan de straat. Het statige historische winkelpand Lindenlaan 1 vormt de overgang naar de Kerkstraat. Op de hoek bij de Molenstraat staat een woning uit het eerste kwart van de 19de eeuw (Lindenlaan 47, gemeentelijk monument). Aan de westzijde van de Lindenlaan staat een rij tweelaags arbeiderswoningen uit de jaren 50. Ze zijn opgetrokken in een traditionele baksteenarchitectuur. Het gave karakteristieke bebouwingsbeeld in combinatie met het smalle wegprofiel, maken dit gebied waardevol. Villabebouwing aan de Stationsstraat en de Stationslaan, Deurne De Stationsstraat loopt van het centrum van Deurne naar het spoor; de Stationslaan takt hiervan af in de richting van het station. De Stationsstraat is van oudsher een belangrijke ontsluitingsweg van Deurne. Oorspronkelijk bevond zich hierlangs vooral agrarische bebouwing en beperkte bedrijvigheid. Met de komst van het spoor nam de betekenis en status van de straat gaandeweg toe. In de 19de eeuw verschenen dan ook de eerste villa s, een ontwikkeling die zich in de 20ste eeuw voortzette. De zuidoostzijde van de Stationsstraat en de hele Stationslaan wordt tegenwoordig gekenmerkt door een vrijwel aaneengesloten bebouwing van fraaie villa s en herenhuizen. De panden zijn opgetrokken in verschillende bouwstijlen en liggen vaak in ruime, boomrijke tuinen. Tussen de villa s liggen enkele oudere panden, restanten van de oudere lintbebouwing. Een aantal villa s is aangewezen als beschermd monument. De combinatie van fraaie historische panden in samenhang met de groene omgeving maken dit een waardevol gebied. Tuindorparchitectuur in de Sint-Jozefparochie en aan de Zeilbergsestraat, Deurne In de eerste decennia van de 20ste eeuw is in Deurne op diverse plekken volkswoningbouw gerealiseerd. Deze complexen werden vormgegeven in de voor die tijd kenmerkende tuindorparchitectuur. Met name in de Sint- Jozefparochie is in die stijl veel gebouwd. De eerste complexen van volkswoningbouw werden gerealiseerd aan het Sint-Jozefplein, de Beukenstraat en de Vloeieindsedreef. In de jaren 20 volgden de bouw van de kerk, pastorie, klooster, scholen en een aantal wat statiger woningen. In latere jaren zijn veel woningen uit die tijd veranderd en aangepast aan de tijd. Die straten hebben nog wel iets van het karakter van een tuindorp, maar in de architectuur is het oorspronkelijke beeld verloren gegaan. In een groot gedeelte van de woningen aan de Beukenstraat is de oorspronkelijke architectonische uitstraling wel behouden gebleven. Ook rond de Sint-Jozefkerk heeft de bebouwing zijn karakter behouden. Dit geldt ook voor een klein groepje woningen aan de Zeilbergsestraat. Deze gebieden worden daarom aangemerkt als waardevolle dorpsbebouwing. Wiegershof, Deurne In 1922 liet de arts en kunstschilder Hendrik Wiegersma aan de Oude Liesselseweg De Wieger, een grote villa in neorenaissancestijl, bouwen. De villa is een rijksmonument. De Wieger ligt middenin een grote privétuin en bosdomein. In 1976 is huize De Wieger verbouwd en kreeg het de huidige functie van museum. Eind jaren 60 zijn in het bos van De Wieger 15 bungalows gesitueerd in losse groepjes van telkens 3 woningen. De inpassing van de bungalows in het bos is een goed voorbeeld van het zogenaamde bostuinwonen uit de jaren 60 In de zuidwesthoek van het domein ligt een beeldbepalende atelierwoning. Welstandsnota gemeente Deurne

26 Het gebied is een goed voorbeeld van een modernistische omgang met een historisch park. De oorspronkelijke opzet van De Wieger is nog steeds duidelijk afleesbaar. Deze combinatie maakt dit een waardevol gebied. De Zeilbergse kerk en omgeving, Zeilberg In het begin van de 20ste eeuw werden aan de Blasiusstraat een katholieke kerk, een jongens- en een meisjesschool en een klooster gebouwd. Vanaf dat moment was Zeilberg een zelfstandige parochie. Een groot gedeelte van deze historische bebouwing bestaat nog en bepaalt in hoge mate het ruimtelijk beeld van het centrum van Zeilberg. Typerend voor het gebied is de open groene ruimte rond de verschillende panden. Het is een waardevol gebied. Willibrordhaeghe De karakteristieke en zorgvuldig vormgegeven sobere jaren 50-architectuur, de ligging in een eigen bosdomein en de presentatie naar de omgeving en de cultuurhistorische betekenis maken dat bij het complex Willibrordhaeghe sprake is van een waardevol complex. Pastoriestraat en de Vlierbocht, Vlierden Ongeveer in het midden van de Pastoriestraat staat een groep gebouwen die allemaal in meer of mindere mate aan de daar aanwezige kerk gerelateerd zijn: de 18de eeuwse pastorie, het neogotische Huize De Vliert en een aantal monumentale woonhuizen. De kerk en de omliggende panden zijn opgetrokken in verschillende historische stijlen. Daar waar het oude bebouwingslint van de Pastoriestraat, Vlierdenseweg en Kapelweg een duidelijke knik maakt ligt de zogenaamde Vlierbocht. Het is een markante plek met zijn karakteristieke dorpsbebouwing waaronder het voormalige gemeentehuis. De panden zijn allemaal verschillend georiënteerd naar de weg. Bij de panden staan enkele forse, beeldbepalende bomen. In deze gebiedjes is het oorspronkelijke dorpsbeeld van Vlierden nog waarneembaar. Een aantal gebouwen is beschermd als monument Oude Torenweg, Vloeiendseweg en windmolen Johanna Elisabeth, Vlierden In dit gebied ligt de oorsprong van Vlierden. In de buurt van het kerkhof bij de grafkapel aan de Oude Torenweg stond de middeleeuwse kerk van Vlierden. Daaromheen lag oorspronkelijk het dorp Vlierden. Al in de 15 de eeuw was sprake van lintbebouwing aan de Vloeieindseweg. Vanaf de 17de eeuw veplaatste de dorpsbebouwing zich naar de locatie waar nu het centrum van Vlierden ligt. Aan de Oude Torenweg, de Kapelweg en de Vloeiendseweg liggen nu meerdere redelijk tot zeer gave langgevelboerderijen te midden van een agrarisch landschap. Recent is daar een aantal zorgvuldig vormgegeven woonhuizen ingepast. Aan de Molenhuisweg ligt de windmolen die met de naastgelegen woning een waardevol ensemble vormt. Het is een bijzonder waardevol gebied. Kouwenhoek is een buurtschap ten noorden van de kern Deurne. De buurtschap is al voor 1650 bewoond geweest. De buurtschap vormt een unieke eenheid van drie historische gebouwen met bijbehorende erven. Ze ligt aan het zandpad Kouwenhoekseweg in een vrij open, uitgebreid akkerland en wordt aan de westzijde begrensd door hoge akkers. Buurtschap Kouwenhoek heeft grote historische betekenis en vormt visueel en ruimtelijk een duidelijke eenheid. De drie historische panden in de buurtschap zijn gemeentelijk monument. Kerkeind is een buurtschap ten noorden van de kern Deurne aan de Oude Bakelseweg en Kerkeindseweg. In de buurtschap lagen in de Late Middeleeuwen enkele voorname landgoederen, zoals Ter Vloet, Ter Brake en het Spierinxgoed. Ook lag hier de oudst bekende watermolen. In de buurtschap woonde in het midden van de veertiende eeuw op het Goed Ter Vloet de lokale machthebber, de heer van Deurne. Kort vóór 1383 verplaatste hij zijn residentie naar het Haageind, aan de oostzijde van de Vloeiakker (het huidige Klein Kasteel). Daarmee verloor het Kerkeind geleidelijk zijn vooraanstaande positie. De buurtschap wordt tegenwoordig door de provinciale weg Helmond-Venray van de dorpskom afgesneden. In de buurtschap zijn nog enkele oude boerderijen aanwezig, onder meer op de locaties waar voorheen Ter Brake en het Spierinxgoed lagen (aan de Kerkeindseweg). De buurtschap heeft grote historische betekenis en is ook landschappelijk nog fraai gelegen, omgeven door enkele bolle akkers. Het pand Oude Bakelseweg 26 is een gemeentelijk monument. Molenhof is een buurtschap gelegen tegen de noodwestgrens van Deurne. De buurtschap was bij de vaststelling van de gemeentegrenzen een belangrijk gehucht. Via Molenhof liep de verbindingsweg naar Bakel. De huidige buurt wordt gevormd door 6 boerderijen en woningen, voornamelijk in lintbebouwing langs de weg Molenhof. De buurtschap heeft gezien zijn ligging in het open landschap en de geschiedenis een historische betekenis. Stappad. Als buurtschap is het gebied Oude stappad, tussen Theo van Doesburgstraat en St. Jozefstraat nog duidelijk herkenbaar. Welstandsnota gemeente Deurne

27 Deze buurtschap bestaat uit een groep boerderijen en woningen die voorheen deel uitmaakten van het in 1387 genoemde grotere gebied Vreekwijk. De huidige poel op het driehoekig open terrein (heuvel of plaetse) is nog een restant van een oude drinkpoel / brandput. Deze buurtschap heeft historische betekenis en heeft een duidelijke eigen identiteit. Het karakter van de bebouwing in relatie tot de erven en de open ruimte moet behouden blijven. Het pand St. Jozefstraat 93 is een gemeentelijk monument. Breemortel en t Hoekske. Zuidwestelijk gelegen van het huidig bedrijventerrein Kranenmortel. Deze twee buurtschappen bestaan uit boerderijen en woningen met bedrijfsgebouwen, hoofdzakelijk als lintbebouwing gelegen aan de Breemortelweg en de Kranenmortelweg. De buurtschappen hebben een agrarisch karakter. Van de buurtschap Breemortel wordt in 1444 melding gemaakt in samenhang tot andere in de omgeving gelegen voormalige buurtschappen zoals Kranenmortel en Hanenberg. Van de huidige buurtschappen Breemortel en t Hoekske gaat nog een duidelijke ensemblewerking uit. Ze liggen in het nog relatief open akkerlandschap, oorspronkelijk op de overgang van een hoge dekzandrug naar natte gronden in het oosten, Het is van belang deze samenhang, kwaliteiten en karakter te behouden en waar mogelijk te versterken. Hazeldonk. Deze buurtschap, tussen Vlierden en Liessel aan de Hazeldonkseweg, kent een oude geschiedenis. Van dit gehucht dateert de eerste vermelding uit 1340 en het bestond hoofdzakelijk uit wei- gras- en bouwland. Vanaf 1750 namen de heren van Vlierden hun intrek op de Hazeldonk en maakten er een landgoed van met strakke lanen. Hazeldonk heeft een fraaie ligging tegen de Liesselse bossen en is van historische betekenis. Het pand Hazeldonkseweg 18 is een gemeentelijk monument. Doel welstandszorg Het welstandsbeleid is gericht op het behoud van het historisch gegroeide bebouwingsbeeld. Veranderingen aan bouwwerken en nieuwe bouwwerken moeten zorgvuldig in en met respect voor dit bebouwingsbeeld worden ingepast. Ze mogen de samenhang in het bebouwingsbeeld niet verstoren. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering voor waardevolle dorpsbebouwing de volgende specifieke criteria. De criteria voor Willibrordhaeghe staan apart vermeld. Algemeen: Voor het totale karakter van een waardevol gebied is behoud van de samenhang tussen de gebouwen onderling en met hun omgeving van belang; De gebouwen zijn individueel vormgegeven en/of verschillen in architectuur, maar vormen door hun ligging ten opzichte van elkaar een duidelijke eenheid; Daar waar het vrijstaande gebouwen betreft hebben deze een sterk individueel/eigen karakter. Daar waar het geschakelde gebouwen betreft vormen zij een duidelijk collectief; Nieuwbouw moet wat betreft plaatsing, massa, schaal, vormgeving en materiaal- en kleurkeuze zorgvuldig ingepast worden in het waardevol gebied; Aanpassingen aan een individueel gebouw mag de ensemblewerking van het totale gebied niet schaden; De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Daarbij wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied; Situering De bestaande ligging van de panden is van belang voor de karakteristieke uitstraling van het ensemble. Bij eventuele herbouw moet de oorspronkelijke ligging van het pand in het gebied worden gerespecteerd; Panden zijn georiënteerd op de openbare ruimte, de gevels die grenzen aan het openbaar gebied dragen positief bij aan de levendigheid en de sfeer; Bijgebouwen mogen voor wat betreft de situering geen afbreuk doen aan het ensemble. Gebouwen De massa en vorm van gebouwen moeten passen in het totale beeld van het gebied; Nieuwbouw moet een positieve bijdrage leveren aan het behoud van het bebouwingsbeeld; De algemene verschijningsvorm van gebouwen is van hoge architectonische kwaliteit. Bij verbouw moet het oorspronkelijke karakter en Welstandsnota gemeente Deurne

28 de kwaliteit behouden blijven, of verbeterd worden; Eventuele splitsing of samenvoeging van gebouwen mag geen afbreuk doen aan de uitstraling van het pand; Op een gebouw zijn dakkapellen toegestaan, maar ondergeschikt en passend op het bestaande gebouw. Met dakkapellen aan de voorzijde en/of zichtbaar vanuit de openbare ruimte moet terughoudend om worden gegaan. Het toepassen van dakkapellen aan de voorzijde moet passen bij de architectuurstijl van het pand; Bijgebouwen moeten qua architectuur en stijl passen bij het hoofdgebouw. Gevels De bestaande gevelopbouw en de maat en schaal van de gevelindeling moeten worden gerespecteerd; De detaillering van de gevels en gevelonderdelen zijn van hoge kwaliteit; Aanpassingen en toevoegingen aan de gevel moeten de architectonische kwaliteit van het gebouw evenaren of verbeteren. Ze moeten passen qua stijl, detaillering, kleur- en materiaalgebruik; Aan de zijde van de openbare ruimte zijn blinde gevels niet toegestaan, ramen mogen niet worden geblindeerd. Kleur- en materiaalgebruik Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit baksteen in aarden tinten in combinatie met natuursteen, afgewisseld met gepleisterde gevels. Daken worden afgedekt met gebakken pannen of leien. Glazuurpannen zijn alleen toegestaan als deze oorspronkelijk ook zijn toegepast; Bij verbouw of renovatie is er speciale aandacht voor bestaande kwaliteit, detaillering en ornamentiek; Het kleurgebruik in de gevel en in de kap past in de omgeving en bij het oorspronkelijke karakter van het gebouw. Kleuren van dakpannen en gevels zijn op elkaar afgestemd. Gebouwen variëren en harmoniëren binnen het ensemble in kleur en materiaalgebruik; De kleurstelling van puien, (voor-)deuren, garagedeuren zijn in een kleur overeenkomstig met de vaste kozijndelen geschilderd of in en donkere gedekte kleur. Indien de bouwstijl en/of het karakter van het pand hier aanleiding voor geeft kan eventueel een andere kleur worden toegepast; Materialen moeten een hoge kwaliteit hebben en fijnzinnig gedetailleerd zijn; Kleuren moeten een rustig en natuurlijk palet vormen; Het toepassen van andere, eigentijdse materialen in de gevel is mogelijk mits ze passen bij het oorspronkelijke materiaal en zodanig dat het ondergeschikt blijft in het totale bouwplan. Kunststof, volkernplaat, en spiegelende oppervlakten zijn niet toegestaan; Goten en regenpijpen voor hemelwaterafvoer zijn bij voorkeur van zink. Pvc mag niet worden toegepast. Luiken mogen worden toegepast als deze oorspronkelijk ook zijn toegepast, maar moeten functioneel zijn en kunnen draaien. Tegen de gevel geschroefde nepluiken zijn niet toegestaan; Aan de vanuit de openbare ruimte zichtbare zijde, zijn rolluiken alleen toegestaan als deze opgenomen zijn in de architectuur van de gevel en inpandig zijn weggewerkt. Los aangebrachte rolluiken tegen de buitenzijde van de gevel zijn niet toegestaan. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Willibrordhaeghe Algemeen De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Daarbij wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied. Veranderingen mogen niet leiden tot aantasting van het bestaande bebouwingsbeeld van het complex Willibrordhaeghe. De bovenstaande criteria voor erfafscheidingen zijn van toepassing. Situering en gebouwen Welstandsnota gemeente Deurne

29 Gebouwen zijn in een onderlinge samenhang op het terrein geplaatst; Bij (vervangende) nieuwbouw wordt de bebouwing qua positie afgestemd op het complex; Publieke en representatieve functies zijn naar de openbare straatzijde gericht. Bij gebouwen gelegen binnen een complex hoeft dit niet per se; Bij verbouwing of nieuwbouw moet het parkachtige karakter van de omgeving behouden blijven. De gebouwen moeten daarop afgestemd zijn; Aan- en bijbouwen houden rekening met de herkenbaarheid van de hoofdbebouwing. 5. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Gevels De gevelvlakken en gevelindeling zijn afgestemd op het complex. Kleur- en materiaalgebruik van hoofdvlakken Bij verbouwing zijn het bestaande materiaalen kleurgebruik uitgangspunt; Bij renovatie en nieuwbouw zijn de materiaalen kleurkeuze afgestemd op de overige delen van het complex; Het gebruik van sterk contrasterende kleuren in grotere vlakken is niet toegestaan. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Bouwen bij of aan karakteristieke boerderijen Voor karakteristieke boerderijen die in deze gebieden liggen gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 8 Karakteristieke boerderijen. 4. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. In aanvulling daarop geldt: Omdat de gebieden met waardevolle dorpsbebouwing in het geheel een hoge waarde en beeldkwaliteit hebben, moeten reclame- en naamsaanduidingen zeer zorgvuldig worden ingepast. Welstandsnota gemeente Deurne

30 Haageind Watermolen Haageind De Vlier Het Klein Kasteel Maria-Vredeskapel De ruïne van het Groot Kasteel Categorie 5 Kasteellandschap Haageind Tennisbaan Kasteelpark Welstandsnota gemeente Deurne De Ossenbeemd

31 Categorie 5 Kasteellandschap Haageind Profiel Algemeen Aan het Haageind ligt een van oorsprong laatmiddeleeuws buurtschap dat bestaat uit twee kastelen, een watermolen en de bijbehorende voormalige pachthoeven. Het complex ligt in het beekdal van de Vlier. De gebouwen liggen in het voormalige landgoed met zijn grachten, park, tuinen en graslanden in het beekdal. Het gebied vormde historisch altijd een eenheid. Ook nu vertoont het nog steeds een grote samenhang in bebouwing en landschappelijke inrichting. Het kan met recht een cultuurhistorisch waardevol kasteellandschap genoemd worden. Beschrijving van de belangrijkste onderdelen Omstreeks 1380 vestigde de heer van Deurne zich aan het Haageind en liet daar de watermolen en het Klein Kasteel bouwen. Het Klein Kasteel bestaat uit een voor oorsprong middeleeuwse woontoren, met daaraan vast een stalgebouw en woonhuis van latere datum. Het gebouw ligt op een ruim perceel dat wordt omgeven door een gracht. Naast het kasteel staat de watermolen, een bakstenen gebouw uit de 17de eeuw. Rond 1390 bouwde een andere tak van dezelfde familie aan de overzijde van de weg het Groot Kasteel. Bij het kasteel stonden diverse bijgebouwen waarvan het Dinghuis resteert. De 18de-eeuwse bakstenen brug over de gracht herinnert aan het verdwenen poortgebouw. In de 17 de en 18 de eeuw werd het kasteel verbouwd tot een buitenverblijf in classicistische stijl. In 1944 is het Groot Kasteel grotendeels verwoest. In 1952 en in 2002 zijn de muurresten geconsolideerd waarbij het behoud van het gebouw als ruïne als uitgangspunt is genomen. Bij het kasteel lag in de 17de eeuw een siertuin met twee boomgaarden. De bestaande grachten geven hier nog de hoofdvorm van aan. Ten noorden hiervan is in de 19de en vroege 20ste eeuw een park in Engelse landschapsstijl aangelegd. In 1952 is dit in gebruik genomen als openbaar wandelpark. In de randzones van het park zijn tennisbanen en een milieueducatiecentrum gesitueerd. Om de beide kastelen en het park liggen grachten. In de directe omgeving van de beide kastelen, in het bebouwingslint aan het Haageind ligt een aantal voormalige pachthoeven van het kasteel. Verder staan in de omgeving twee kapelletjes. Gebouwen en architectuur De bestaande gebouwen dateren uit verschillende perioden. Ze zijn gebouwd in verschillende architectuurstijlen, variërend van laatgotiek bij de ruïne van het Groot Kasteel tot Hollands classicisme bij het Dinghuis, de kasteelbrug en het Klein Kasteel. De boerderijen zijn opgetrokken in een traditionele vormgeving, evenals de beide kapelletjes. De bijgebouwen bij de tennisbanen en het milieueducatiecentrum zijn hedendaags vormgegeven; ze liggen verscholen in het parklandschap. Kenmerkend voor de historische gebouwen zijn het harmonieuze materiaal- en kleurgebruik en de zorgvuldige detaillering. De gebouwen zijn opgetrokken uit baksteen en de daken zijn voorzien van gebakken dakpannen. Alleen bij de belangrijkste bouwdelen zoals de torens van beide kastelen en het Dinghuis is ook natuursteen toegepast en hebben de daken een leistenen dakbedekking. De status van de gebouwen is direct afleesbaar uit de vormgeving en het materiaalgebruik. Veranderingsprocessen Met al zijn historische gebouwen lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan aan het Haageind. Toch heeft dit gebied zich altijd gekenmerkt door grote veranderingen, zowel aan de gebouwen als aan het landschap. Deels ging het daarbij om weloverwogen en zorgvuldig vormgegeven aanpassingen aan de eisen en de mode van de tijd. Maar er is ook sprake geweest van vernietiging door oorlogsgeweld of aantasting door onachtzaamheid. Inmiddels is een groot aantal gebouwen in dit gebied aangewezen als beschermd monument. Van grote waarde is de samenhang tussen de bebouwing en de landschappelijke inrichting van het voormalige landgoed. De instandhouding van de historische bebouwing en parken vergt veel onderhoud en is kostbaar. Eigenaren zoeken daarom vaak naar toevoeging van nieuwe functies of nevenbronnen van inkomsten. Dergelijke ontwikkelingen kunnen een druk leggen op het behoud van waardevolle onderdelen van Welstandsnota gemeente Deurne

32 gebouwen en op de samenhang tussen de gebouwen en park en landschap. Dat vraagt naast monumentenzorg om een zorgvuldig welstandsbeleid. Doel van de welstandszorg De waarde van het kasteellandschap Haageind zit in het bijzonder in de samenhang tussen de historische gebouwen en het omliggende voormalige landgoed met zijn grachten, parken en beekdal. Het doel van het welstandsbeleid is de historisch gegroeide identiteit en de ruimtelijke eenheid tussen gebouwen, park en landschap en tussen de gebouwen onderling te bewaren. Aanpassingen en nieuwe ontwikkelingen zijn in beginsel niet uitgesloten, maar ze moeten bijdragen aan het behoud van de identiteit en ruimtelijke eenheid van het kasteellandschap. Welstand heeft daarom tot doel het hoge kwaliteitsniveau van ontwerp en verzorging van de gebouwen en de omgeving in stand te houden en te verbeteren. Doel is niet om het kasteellandschap tot een openluchtmuseum te maken, wel om het unieke karakter voort te laten bestaan en de historische elementen te behouden. Welstandstoets Er moet behoedzaam en genuanceerd met veranderingen worden omgesprongen. Vergunningaanvragen moeten goed worden gemotiveerd vanuit de kenmerken van het gebouw en zijn omgeving. Bij beschermde monumenten staat het behoud van de cultuurhistorische waarden van het gebouw centraal. Bij restauratie en aanpassingen ziet de welstandscommissie erop toe dat het karakter van het gebouw wordt gerespecteerd en de relatie met de omgeving behouden blijft. Bij nieuwbouw wordt vooral getoetst of deze positief bijdraagt aan de historisch gegroeide ruimtelijke samenhang van de omgeving en aan het bestaande harmonieuze bebouwings- en landschapsbeeld. 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen De historisch gegroeide ruimtelijke identiteit en het bebouwingsbeeld van het kasteellandschap moeten behouden blijven. Nieuwe gebouwen en/of verbouwingen moeten hieraan een positieve bijdrage leveren; De gebouwen en de (semi-)openbare ruimte vormen een duidelijke functionele en visuele eenheid; De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Bij niet als monument beschermde bouwwerken wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied; Situering en gebouwen De situering, massa en vorm van gebouwen en bouwwerken moeten afgestemd zijn op de stedenbouwkundige structuur en op het bestaande bebouwings- en landschapsbeeld. Ze moeten harmoniëren met hun omgeving. Ze mogen niet leiden tot een aantasting van het landschapsbeeld; Alle gebouwen moeten onderling een ruimtelijke relatie aangaan door een zorgvuldige bepaling van positie en oriëntatie van voor- en zijgevels. Deze positiebepaling moet mede gemotiveerd zijn vanuit de historische ruimtelijke structuur; Nieuwe gebouwen mogen met hun massa en vormgeving bestaande hoofdgebouwen niet overstemmen; Gebouwen moeten voorzien zijn van een schuine kap. Indien sprake is van een ontwerp van bijzonder hoge architectonische kwaliteit mogen andere dakvormen toegepast worden. Voorwaarde is dat het bouwwerk zorgvuldig en met respect voor de historische bebouwing en het parklandschap wordt ingepast. De afwijkingen moeten gemotiveerd worden. Toevoegingen aan de bestaande bouwwerken van de Ossenbeemd en de tennisbaan sluiten in massa, vormgeving en kap aan op de architectuur van die gebouwen. Gevels De architectuur van nieuwe gebouwen of aanbouwen moet hoogwaardig zijn en mag eigentijds van vormgeving zijn. De nieuwbouw moet met respect voor de historische gebouwen en het parklandschap zijn ingevoegd. Grote contrasten met de historische architectuur moeten vermeden worden; Bestaande gevelbeelden moeten behouden blijven; Aanpassingen en toevoegingen aan de gevel moeten de architectonische kwaliteit van het gebouw minstens evenaren. Daarnaast moeten ze passen qua stijl, detaillering, kleur- en materiaalgebruik; Alle zijden van een gebouw moeten van hoge kwaliteit zijn; Welstandsnota gemeente Deurne

33 De gevels moeten zorgvuldig gedetailleerd zijn; Aan- en uitbouwen, opbouwen, bijgebouwen, overkappingen moeten binnen de bestaande architectuur en maatverhoudingen passen en het totale gebouw verrijken. Kleur- en materiaalgebruik De kleuren en materialen moeten harmoniëren met de kleuren en materialen van de bestaande bebouwing in de omgeving. Bij gevels wordt bij voorkeur baksteen of hout toegepast. Sterk afwijkende materialen en kleuren zijn niet toegestaan; De kappen van gebouwen moeten afgedekt zijn met keramische (niet-geglazuurde) pannen. Leisteen mag niet worden toegepast; dit is voorbehouden aan de bestaande monumenten. Bij bijgebouwen van beperkte omvang mag ook zink worden toegepast; Aan- en uitbouwen, opbouwen, bijgebouwen, overkappingen en reclame- en naamsvermeldingen moeten in kleur en materiaal afgestemd zijn op het gebouw. Erfafscheidingen Langs- of direct vanaf de openbare weg zichtbaar en op hoeksituaties zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren toegestaan. Een groene erfafscheiding (hagen) heeft de voorkeur. Op het voorerfgebied zijn toegestaan: o Een lage groene haag en of andere o lage beplanting; Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Erfafscheidingen moeten van hoge esthetische kwaliteit zijn en moeten een uitstraling hebben die past in het kasteellandschap; Erfafscheidingen mogen de relatie tussen gebouwen en landschap niet verstoren. Omdat het kasteellandschap in zijn geheel een hoge cultuurhistorische waarde en beeldkwaliteit heeft, moeten reclame- en naamsaanduidingen zeer zorgvuldig worden ingepast. 5. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. 6. Aanbevelingen De volgende punten kunnen een bouwplan op een (nog) hoger niveau tillen: In het kasteellandschap speelt de onbebouwde ruimte een even grote rol als de bebouwde ruimte. De parkinrichting en beplanting verdienen eenzelfde zorg als de bebouwing en moeten afgestemd zijn op de historische inrichting; De onderdelen van het kasteellandschap zijn bewust ontworpen en ingericht als cultuurmonument. Wijzigingen in het landschap en ecologische maatregelen dienen altijd mede gestuurd te worden vanuit dit besef. Ze moeten bijdragen aan het historische landschapsbeeld van het gebied en aan het behoud van de identiteit; Van bijzonder belang hierbij zijn de historische park- en landschapsstructuren (beek, grachten en lanen) en de zichtlijnen naar de kastelen; De inrichting van de parken moet bijdragen aan het behoud van de historische gegroeide identiteit. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. Welstandsnota gemeente Deurne

34 St.-Willibrorduskerk, Neerkant Categorie 6 Bijzondere gebouwen Sporthal De Kubus, Heiakker St.-Willibrorduskerk, Liessel Helmondseweg Welstandsnota gemeente Deurne

35 Categorie 6 Bijzondere gebouwen Profiel Algemeen Onder deze categorie vallen gebouwen en gebouwcomplexen met religieuze, maatschappelijke en economische functies, die in hun schaal en omvang duidelijk afwijken van hun directe omgeving. Deze gebouwen liggen in de kernen, meestal in een woonomgeving. Het gaat hierbij om gebouwencomplexen zoals scholen, maar bijvoorbeeld ook om sporthallen, buurtsupers en de brandweerkazerne. Een bijzondere groep binnen deze categorie vormen de kerkgebouwen. Zij liggen vaak in het hart van de kern of de wijk, en vormen soms zelfs de oorsprong daarvan. Hun bouwmassa en architectuur maken ze tot een duidelijk markeringspunt in de omgeving. Stedenbouwkundige kenmerken Bij de bebouwing uit deze categorie gaat het om duidelijk losstaande bebouwing die deel uitmaakt van het gemengde straatbeeld van de bebouwde kom. Over het algemeen is de bebouwing een stuk groter dan de omliggende bebouwing. Ze is daarbij duidelijk lager of juist hoger dan de bebouwing in de omgeving. Bij de gebouwen ligt vaak een parkeerterrein. Gebouwen De gebouwen binnen deze categorie hebben een eigen identiteit. Vaak wijkt de vormgeving van de gebouwen duidelijk af van de (woon)omgeving waarin ze liggen. De architectuur is meestal sober en doelmatig. Daken zijn per bouwvolume plat of afgedekt met een schuine kap. Daarbij worden verschillende kapvormen toegepast. De historische kerkgebouwen zijn juist bijzonder rijk van architectuur. De kerken in Deurne zijn over het algemeen opgetrokken in een gotische of neogotische bouwstijl, maar ook andere bouwstijlen komen voor. De meeste kerken zijn aangewezen als beschermd monument. Nieuwe ontwikkelingen Spoorzone-Middengebied In het gebied tussen het spoor en de Fabriekstraat zijn bouwwerken voor parkeren, fietsenstalling en andere spoorgerelateerde voorzieningen voorzien. Voor deze bouwwerken geldt dat een kwalitatief hoogwaardige inpassing vereist is. Hiervoor zijn in deze categorie enkele specifieke criteria opgenomen. Deze criteria gelden in aanvulling op de overige criteria. Doel van de welstandszorg Algemeen Het welstandsbeleid is gericht op het behoud en de verdere ontwikkeling van het karakter van deze gebouwen. De gebouwen moeten een positieve bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit van de wijk waarin ze staan. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen Omdat de gebouwen in massa en maatvoering veelal afwijken van hun omgeving is een zorgvuldige inpassing in hun omgeving van groot belang; De gebouwen en de (semi-)openbare ruimte vormen samen een duidelijke functionele en visuele eenheid; De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Daarbij wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied; Gebouwen De gebouwen hebben een gelede opzet zonder dat er sprake is van overdadige afwisseling. Binnen een blok moet duidelijk sprake zijn van een eenheid; Afval- en materiaalopslag en technische installaties zijn inpandig; Toevoegingen aan de bouwvolumes mogen niet leiden tot een aantasting van de opzet en het karakter van de hoofdgebouwen en de openbare ruimte. Welstandsnota gemeente Deurne

36 Gevels De gevels zijn zorgvuldig vormgegeven; Toevoegingen en wijzigingen zijn afgestemd op de te handhaven delen van de oorspronkelijke gevels. Kleur- en materiaalgebruik Het materiaal- en kleurgebruik van de individuele gebouwen is afgestemd op de omgeving; Materialen moeten een hoge kwaliteit hebben en zorgvuldig gedetailleerd zijn. Uitgangspunt is het gebruik van duurzame materialen. Deelgebied Spoorzone-Middengebied De parkeergarage is een (semi)open constructie. Het bouwwerk moet aan de buitenzijde worden voorzien van hoogwaardig en duurzaam materiaal. De gevels van de parkeergarage krijgen een groen karakter (beplanting). Met uitzondering van de zijde naar het spoor mag de constructie aan de buitenzijde niet volledig gesloten zijn. Geluidschermen langs het spoor zijn overwegend transparant. Daar waar de constructie niet transparant is heeft worden deze voorzien van beplanting. opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. 5. Aanbevelingen De volgende punten kunnen een bouwplan op een (nog) hoger niveau tillen: De buitenruimte wordt zorgvuldig ontworpen en ingericht; De groene ruimte is zoveel mogelijk openbaar toegankelijk. Ze staat in goede verbinding met en aansluiten bij de bestaande omgeving. Bij niet openbaar gebruik van de open en groene ruimte, is de fysieke afscherming van dat deel zo vormgegeven dat deze ruimte visueel nog wel een onderdeel vormt van het totaal. Zoals bij de speelplaats van een school, een kerkhof of een erf. Erfafscheidingen Langs- of direct vanaf de openbare weg zichtbaar en op hoeksituaties zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren toegestaan. Dit geldt niet voor bestaande historische muren. Een groene erfafscheiding (hagen) of hekwerk heeft de voorkeur. Op het voorerfgebied zijn toegestaan: o Een lage groene haag en of andere o lage beplanting; Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn Welstandsnota gemeente Deurne

37 De Poort De Poort De Poort Categorie 7 Kantoorgebieden De Poort Dunantweg De Poort Welstandsnota gemeente Deurne Elkerliek ziekenhuis

38 Categorie 7 Kantoorgebieden Profiel Algemeen In deze categorie vallen locaties waar meerdere kantoorgebouwen bij elkaar staan. Het betreft over het algemeen opvallende locaties aan ontsluitingswegen. De kern Deurne kent één kantorengebied: Poort van Deurne. Dit kantorengebied is gelegen aan de noordzijde van de kern Deurne tussen de provinciale weg (N270) en de Dunantweg. Daarnaast komen binnen de kernen van Deurne enkele solitair liggende kantoorgebouwen voor. Die vallen niet binnen deze welstandscategorie maar maken deel uit van welstandscategorie 9 Woonservicezones, dorps- en wijkvoorzieningen, waar ze wat bebouwing het beste bij aansluiten. Poort van Deurne Een goede zichtbare presentatie is voor veel kantoren van groot belang. De locatie Poort van Deurne ligt om die reden dan ook op een voor Deurne prominente plaats. Aan de gebouwen en presentatie is veel aandacht besteed. De gebouwen aan de Houtenhoekweg en de Dunantweg, liggen het meest prominent in het zicht en vormen het visitekaartje van het kantorengebied. Het kantorengebied Poort van Deurne sluit wat betreft hoogte en massaopbouw aan bij het ziekenhuis. De gebouwen zijn van alle kanten zichtbaar. De hoofdentrees zijn gericht op het middengebied. Hier is ook het parkeren geconcentreerd. De randen van de totale locatie hebben een groen karakter. Binnen het kantoorgebied De Poort van Deurne zijn drie deelgebieden (hoven) te onderscheiden. Hof één (gericht naar de Houtenhoekweg / Dunantweg) waarbij de gebouwen letterlijk het gezicht bepalen van De poort van Deurne. Ook vanuit de hoger gelegen Houtenhoekweg zijn de gebouwen door hun hoogte duidelijk zichtbaar. Hof twee ligt midden in het plangebied. De gebouwen hebben een meer ingetogen karakter en zijn minder hoog dan in het eerste hof. Hof drie wordt gevormd door het ziekenhuis en de voormalige verpleegsterflat, beiden met 7 bouwlagen. Het ziekenhuis is het meest dominante gebouw in het gebied. De hoofdbouw van het ziekenhuis bestaat uit een strak en qua architectuur eenvoudig opgaand volume. De naastgelegen en aangebouwde elementen zijn daaraan duidelijk ondergeschikt. Dit geldt eveneens voor de verpleegsterflat. Gebouwen De kantoren hebben een duidelijke eigen identiteit. Zij zijn ontworpen met grote aandacht voor de inpassing in het stedelijk beeld en voor hun architectuur. Er wordt geen kwalitatief onderscheid gemaakt in voor-, zij- en achtergevels. De hoofdentree is duidelijk vormgegeven. In het kantoorgebied Poort van Deurne zijn de entrees voornamelijk gericht naar het centrale binnenterrein. De gebruikte materialen zijn divers, maar van hoogwaardige kwaliteit. Zowel tussen de panden onderling als binnen één pand, kunnen verschillende materialen toegepast zijn. Veranderingsprocessen Bij een zorgvuldige vormgeving leiden bedrijfswisselingen zelden tot ingrijpende wijzigingen in de bouwkundige of architectonische vormgeving van een gebouw. Wijzigingen in de bedrijfsvoering kunnen wel belangrijke interne verbouwingen van kantoren tot gevolg hebben. Doel welstandszorg Algemeen De kantoorgebieden zijn belangrijk voor de plaatselijke en regionale economie. Het beleid is gericht op het stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit van het kantoorgebied en in het bijzonder van de zichtlocaties. Gestreefd wordt naar een samenhang in plaatsing, volume en uitstraling van de bebouwing, zonder het individuele karakter van de bedrijven en hun eigen identiteit aan te tasten. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen De stedenbouwkundige en architectonische samenhang staat bij elke ingreep voorop; Welstandsnota gemeente Deurne

39 De welstandscriteria gelden voor het voorerfen achtererfgebied van het bouwwerk; Er is sprake van een hoogwaardige architectuur. Situering De indeling van het perceel en de hoofdopzet van het kantoorgebouw zijn afgestemd op de stedenbouwkundige opzet van het kantorengebied (rangorde tussen gebouwen, ontsluiting, zichtlijnen en dergelijke); De vormgeving van hoofdgebouwen vertoont een duidelijke samenhang met hoofdgebouwen in de omgeving. Hierbij spelen karakter, vormgeving, hoogte, kleur- en materiaalgebruik een belangrijke rol. Binnen de Poort van Deurne is deze samenhang per hof vormgegeven; Bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie; Per perceel staan de gebouwen gegroepeerd en in een onderlinge samenhang op het terrein; Publieke en representatieve functies, zoals entrees, zijn herkenbaar vormgegeven. Binnen de Poort van Deurne zijn deze georiënteerd op het centrale binnenterrein. Gebouwen De hoofdvorm van de gebouwen is helder en duidelijk van opzet. Eventuele aan- en bijbouwen verstoren deze eenduidigheid niet en sluiten qua architectuur aan bij het hoofdgebouw; Bedrijfswoningen bij kantoren worden zoveel als mogelijk opgenomen in de massa van het kantoorgebouw; De gebouwen zijn representatief van architectuur en presenteren zich naar de openbare ruimte. Dit geldt in het bijzonder voor zichtlocaties zoals de Poort van Deurne Eventuele los geplaatste bebouwing voor parkeeroplossingen (auto, fiets) en / of (container)opslag, moeten wat betreft vormgeving een samenhang vertonen met de overige bebouwing. Gevels Gevels met een groot open karakter zijn alleen toegestaan op de onderverdiepingen en/of bij de entree. De open gevels zijn gericht op de openbare ruimte; Grote volumes worden geleed; Gevelopeningen hebben een vertikaal karakter; De gevelopbouw en indeling zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm van het gebouw. Kleur- en materiaalgebruik van hoofdvlakken Uitgangspunt bij verbouwing is het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik; Bij renovatie en nieuwbouw is de materiaalkeuze eigentijds en passend binnen het kantorengebied. De kleuren van de hoofdvlakken zijn ingetogen en gedekt; Accenten in afwijkend materiaal (staal, glas, hout, zink etc.) zijn mogelijk. Sterke kleurcontrasten zijn daarbij niet toegestaan; Per gebouw moeten de kleuren bij elkaar passen; Grote vlakken hebben een structuur of onderverdeling; Kunststof, volkern plaat, spiegelende (glas)oppervlakken worden niet toegepast bij beplating van dichte gevels. Detaillering De detaillering is zorgvuldig en met aandacht voor de vormgeving van de gevel uitgewerkt. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk Welstandsnota gemeente Deurne

40 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

41 De Weijst, weijstwoning De Weijst, herenhuis De Weijst, weijstwoning Categorie 8 Karakteristieke boerderijen De Weijst, weijstwoning De Weijst, weijstwoning De Weijst, herenhuis De Weijst, weijstwoning Welstandsnota gemeente Deurne

42 Categorie 8 Karakteristieke boerderijen Profiel Deurne is van oorsprong een agrarische gemeenschap. Boerderijen en bijbehorende agrarische gebouwen hebben lange tijd het gezicht van Deurne bepaald. De boerderijen zijn een belangrijk onderdeel van het cultuurhistorisch erfgoed van Deurne. Door veranderingen in de agrarische bedrijfsvoering en doordat de rol van de landbouw in Nederland met de jaren kleiner wordt, verdwijnen steeds meer boerderijen. Deurne heeft vier verschillende boerderijtypen: de langgevelboerderij, de kortgevelboerderij, de kophals-rompboerderij en boerderijen uit de Wederopbouwperiode. De langgevelboerderij is ontstaan uit het hallehuis, een heel oud boerderijtype. Het woon- en stalgedeelte van deze boerderij bevinden zich onder één dak en zijn goed van elkaar te onderscheiden. De kortgevelboerderij is ook ontstaan uit het hallehuis. Deze boerderij heeft een breder en meer gedrongen uiterlijk dan de langgevelboerderij. De ingang van het woonhuis bevindt zich in de voorgevel. Varianten op deze twee typen zijn de hoekgevelboerderij en de keuterboerderij. Kop-hals-rompboerderijen zijn ontstaan uit het type van de langhuisboerderij. Van oorsprong komt dit type komt voornamelijk voor in Noord- Nederland. In Deurne is deze boerderij vooral te vinden in Helenaveen, waar deze ten tijde van de turfontginning zijn gebouwd. Dit boerderijtype heeft een woonhuis met erachter een groot schuurgedeelte. Wederopbouwboerderijen zijn tijdens en na de Tweede Wereldoorlog gebouwd (tot ongeveer 1955). De herbouw van verwoeste boerderijen gaf de mogelijkheid om de boerderijen te moderniseren. Door de beperkte financiële middelen kwamen sommige traditionele elementen, zoals de pronkkamer (de goei kamer), niet meer terug in de nieuwe boerderijen. Als een boerderij nog veel authentieke elementen heeft, kan dat aanleiding zijn om die boerderij aan te wijzen als beschermd monument. In Deurne zijn meerdere boerderijen aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument. Daarnaast zijn er nog veel meer boerderijen die cultuurhistorisch waardevol of die typerend zijn voor het buitengebied, maar die niet in aanmerking komen voor de status van beschermd monument. De meeste van deze boerderijen zijn door hun hoofdstructuur, maat, schaal of het type waar ze onder vallen, nog duidelijk herkenbaar als één van de historische boerderijtypen. Vaak leveren ze een belangrijke bijdrage aan de beleving van het landschap. Deze boerderijen zijn in de welstandsnota aangemerkt als karakteristieke boerderijen. De gemeente Deurne vindt het belangrijk om het uiterlijk van de karakteristieke boerderijpanden te behouden. De boerderijen van vóór de Wederopbouwperiode werden oorspronkelijk gebouwd met materialen uit de omgeving, zoals hout, leem en riet of stro. In de loop van de geschiedenis zijn boerderijen steeds meer gemaakt van steen. Dit was een langzaam proces, waarvan de sporen soms nog zichtbaar zijn in de gevels en het dak van de boerderijen. De verstening begon over het algemeen bij het woongedeelte van het huis, het stalgedeelte volgde vaak veel later. De daken waren oorspronkelijk vaak gemaakt van riet of stro. Wanneer de boer genoeg geld had kon hij ervoor kiezen om dat te vervangen door dakpannen. In de gevels van de boerderijen zijn ook vaak nog bouwsporen terug te vinden, zoals dichtgemetselde (stal)deuren of ramen of een verlenging van de boerderij. In sommige boerderijen zijn het oude houten gebint en de kapconstructie nog aanwezig. Dit zijn waardevolle onderdelen van de boerderij. Er werd voornamelijk gebruik gemaakt van sobere kleuren, op basis van lokaal beschikbare pigmenten. Vaak was de kleur van het woon- en stalgedeelte niet hetzelfde. Uit al deze veranderingen is de historische ontwikkeling van boerderijen in Deurne goed af te lezen. Een boerderij staat dikwijls niet op zichzelf. Op het erf kunnen bijgebouwen staan voor de agrarische bedrijfsvoering. Daarnaast staan er bomen en hagen op het erf die bepalend zijn voor de karakteristieke uitstraling van de boerderij. Het totaal: de boerderij, bijgebouwen en erfbeplanting, vormde oorspronkelijk een evenwichtig en herkenbaar geheel. Door de intensivering van het agrarisch bedrijf, of verandering van de functie van gebouwen, is dat niet altijd meer het geval. Welstandsnota gemeente Deurne

43 Op sommige plaatsen zijn de oorspronkelijke functie, karakter en situering van de boerderijen nog wel goed te zien. De ligging van de boerderijen tussen de akkers en weilanden, aan lanen of in het open landschap maken de boerderijen karakteristieke elementen van het buitengebied. In de bijlage van deze welstandsnota staat een overzicht van de boerderijen die onder deze categorie vallen. Doel van de welstandszorg De karakteristieke boerderijen zijn belangrijk voor de identiteit van het buitengebied Deurne. Doel van het welstandsbeleid is om de karakteristieke kenmerken van de boerderijtypen, zoals massa en indeling, ongeacht hun huidige functie, te behouden en/of herkenbaar te houden. Daarnaast zorgt het welstandbeleid voor evenwicht tussen de hoofd- en bijgebouwen op de erven, zowel wat betreft situering als uitwerking. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen De karakteristieke boederijen zijn met een ster aangeduid op de welstandskaart. Ze liggen op de kaart binnen andere welstandscategorieën. De hieronder staande welstandscriteria gaan boven de criteria van de welstandscategorieën waarin ze gelegen zijn. Situering De bestaande ligging van de boerderij op het perceel is van belang voor de karakteristieke uitstraling van de boerderij; Bijgebouwen moeten zowel qua situering als uitwerking een duidelijke relatie hebben met het hoofdgebouw. Ze moeten een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van het hoofdgebouw; Als het na sloop bij nieuwbouw niet mogelijk is de oorspronkelijke locatie te behouden, moet bij de nieuwe locatie rekening worden gehouden met de stedenbouwkundige context van de omgeving. Uitgangspunt is dat hierbij zoveel mogelijk wordt aangesloten op de historische situering; De welstandscriteria zijn ook van toepassing op het achtererfgebied. Daarbij wordt dan enkel gekeken naar de situering, massa, en gevelvlakken. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied; Het achtererfgebied van beschermde monumenten is niet welstandsvrij. Gebouwen Het is verplicht een schuine kap te behouden/plaatsen. De kleur en het type van de kap moet passen in de omgeving en bij het oorspronkelijk karakter van de boerderij. Dakkapellen moeten aan de achterzijde van de boerderij worden geplaatst. De dakkapellen moeten in vormgeving, kleur- en materiaalgebruik aansluiten bij de architectuur en het karakter van de boerderij; De oorspronkelijke bouwmassa moet worden gerespecteerd. In de gevelarchitectuur moet een zichtbaar verschil aangebracht worden tussen het woon- en stalgedeelte bij boerderijen; In geval van splitsing van een boerderij moet een onderscheid tussen woon- en het voormalige stalgedeelte in de gevelarchitectuur zichtbaar blijven. Dat betekent dat twee precies dezelfde woninggevels naast elkaar niet toegestaan zijn; Het toepassen van een schuine kap op bijgebouwen is verplicht. Bij aangebouwde bijgebouwen wordt een lessenaarsdak toegepast (zoals de vroegere afhang ); Aan de voorzijde zijn erkers niet toegestaan. Gevels Bij verbouwing en renovatie worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamenten en het materiaal- en kleurgebruik gerespecteerd; De maat en schaal van de gevelindeling worden gerespecteerd; Zorgvuldige detaillering van de gevels en gevelonderdelen is vereist; Aanpassingen en toevoegingen moeten de architectonische kwaliteit van het gebouw evenaren en moeten passen in stijl, detaillering, kleur- en materiaalgebruik. Kleur- en materiaalgebruik Bij nieuwbouw moeten de hoofdmaterialen voor de gevels en de daken op elkaar zijn afgestemd; Bij verbouwing of renovatie is het oorspronkelijke materiaal en kleurgebruik het uitgangspunt; Het toepassen van andere, eigentijdse materialen in de gevel is mogelijk, als ze passen bij het oorspronkelijke materiaalgebruik. De eigentijdse materialen Welstandsnota gemeente Deurne

44 mogen het uiterlijk van de boerderij niet overheersen; Grote gevelvlakken van kunststof, volkernplaat, en spiegelende oppervlakten zijn niet toegestaan; Bij plaatsing van bijvoorbeeld ramen in of achter de staldeuropening blijven de (bestaande) staldeuren gehandhaafd. Als dit niet mogelijk is, zijn ook andere oplossingen toegestaan mits ze het beeld van traditionele staldeuren evenaren; Bij schuine kappen worden gebakken pannen of riet toegepast. De kleuren van dakpannen en gevels zijn op elkaar afgestemd; Geglazuurde pannen zijn niet toegestaan; Goten en regenpijpen voor hemelwaterafvoer zijn van zink. Het plaatsen van regenton(nen) wordt aanbevolen; Luiken mogen worden toegepast als deze van oorspong eveneens zijn toegepast; De materialen van bijgebouwen moeten overeenkomen met de gebruikte materialen bij het hoofdgebouw. Het realiseren van een (volledig) houten bijgebouw is ook een mogelijkheid; Het metselwerk van de hoofdvlakken wordt uitgevoerd in aardetinten. Het wordt op een dergelijke manier aangebracht dat het de architectuur ondersteunt. Voegwerk is hierop afgestemd; (Voor-)deuren, stal- garagedeuren zijn in een donkere gedekte kleur geschilderd. Kozijnen en ramen zijn in een lichte kleur geschilderd. Een andere kleur mag gebruikt worden als die past bij de bouwstijl en/of het karakter van het pand en bij de overige bebouwing van de omgeving; Kozijnen zijn van hout of materialen met een vergelijkbare profilering en kleuring; De kleuren van bijgebouwen zijn hetzelfde als die van het hoofdgebouw. Bij houtbouw is een donkere kleurstelling het uitgangspunt, een natuurlijke uitstraling van het hout is ook toegestaan. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor karakteristieke boerderijen die tevens rijksof gemeentelijk monumenten zijn, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. 5. Aanbevelingen De volgende punten kunnen een bouwplan op een (nog) hoger niveau tillen: Bij voorkeur worden duurzame materialen gebruikt; Verharding, beplanting en eventuele hekken, poorten en versieringen, stralen een landelijke sfeer uit en zijn altijd eenvoudig; Het ruimtelijk beeld, sfeer en karakter van een boerenerf wordt mede bepaald door hagenstructuren en grote bomen van inheemse soort. Bij nieuwbouw is het van belang ook nieuwe bomen en hagen te planten. (Ver)bebouwing mag niet ten koste gaan van grote bestaande bomen. Erfafscheidingen Langs- of direct vanaf de openbare weg zichtbaar en op hoeksituaties zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren toegestaan. Een groene erfafscheiding (hagen) of hekwerk heeft de voorkeur. Op het voorerfgebied zijn toegestaan: o Een lage groene haag en of andere o lage beplanting; Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Welstandsnota gemeente Deurne

45 Koning Willem III plein Soemeersingel St.-Willibrorduskerk Categorie 9 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: historische dorpskern en veenontginningslandschap Koolweg Soemeersingel, Koningshoeve Helenastraat Helenavaart Geldersestraat, vml. tabakschuur Welstandsnota gemeente Deurne

46 Categorie 9 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: historische dorpskern en veenontginningslandschap Profiel De veenontginning De voormalige Veenkolonie Helenaveen ligt in het zuidoosten van de gemeente Deurne in het hoogveengebied. Helenaveen is in 1853 door Jan van de Griendt gesticht als veenontginningsnederzetting. Van de Griendt richtte samen met zijn broer de Maatschappij Helenaveen op van waaruit de turfwinning en later de landbouwontwikkeling aangestuurd werd. In de ruimtelijke opbouw en de economische opzet is Helenaveen een duidelijk voorbeeld van een company-town. Om de turf te vervoeren werd de Helenavaart uitgegraven. Met behulp van schepen werd de gestoken turf vervoerd. Naast de vaart waren er ook zogenaamde wijken. Deze zijtakken van de vaart liepen in een drietandensysteem het turfwingebied in. Plaatselijk is dit drietandsysteem nog zichtbaar in het landschap. De landbouwontwikkeling De ontwikkeling van de veenkolonie was niet uitsluitend gericht op de turfwinning. Door grootschalige grondverbetering probeerde men een landbouwcultuur op te starten. Hierbij werd gebruik gemaakt van de ruimtelijke structuur van de veenwinning. Eerst werd geprobeerd tabak te telen. Dat was ongeveer 20 jaar succesvol. Vanaf 1870 werden hiervoor de eerste tabaksschuren gebouwd. Rond 1885 werd deze productie weer stopgezet omdat niet was te concurreren met de goedkope tabak uit Indië. Aan de Geldersestraat staan nog enkele van de voormalige tabaksschuren. Ze zijn nog steeds herkenbaar maar hebben inmiddels een andere functie gekregen. In 1886 werd koning Willem III beschermheer van de Maatschappij Helenaveen. Om de landbouw, tuinbouw en veeteelt te verbeteren richtte hij in 1889 het Koning Willem III fonds op. Vanaf 1908 werden uit dit fonds de bouw van grote koningshoeven gefinancierd. Deze naar Noord- Nederlands model gebouwde hoeven liggen aan de Soemeersingel. Dichter bij het dorpscentrum bouwde de Maatschappij in die periode meerdere landarbeiderswoningen. Het kerkdorp Helenaveen Het dorp heeft een regelmatige structuur, die zijn oorsprong heeft in de structuur van de afgewaterde en ontgonnen veengronden. De Helenavaart met de voormalige jaagpaden vormt de centrale noord-zuid lopende as van het dorp. Aan de uiteinden van deze as staan de Hervormde kerk met predikantenwoning en de voormalige directeursvilla, alle uit Langs de zichtas tussen deze twee gebouwen werden vervolgens de katholieke kerk, pastorie, school, klooster en de woningen gesitueerd. Ruimtelijk allemaal streng geordend overeenkomstig hun maatschappelijke positie. De eerste woonhuizen verschenen rond Dit waren meestal zeer eenvoudige woningen veelal gemaakt van stro. Van deze woningen rest niets meer. Vanaf 1875 worden er eenvoudige arbeiderswoningen en keuterboerderijen gebouwd. Deze gebouwen waren eenvoudig van uitvoering: één bouwlaag hoog met een zadeldak. In Helenaveen zijn nog steeds veel voorbeelden van deze woningen terug te vinden. Ze dragen in belangrijke mate bij aan het waardevolle bebouwingsbeeld van het dorp. In 1881 werd aan de Soemeersingel een turfstrooiselfabriek gebouwd. Bij de fabriek verrezen personeelswoningen. Deze woningen leken wat betreft vorm op de eerder gebouwde keuterboerderijen maar ze zijn iets meer gedrongen en hebben schuine kappen met wolfseinden. Vanaf 1910 werden er niet veel nieuwe gebouwen meer gebouwd. Dit veranderde na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog. De kern van het dorp raakte zwaar beschadigd waarbij veel van de oorspronkelijke bebouwing verloren ging, waaronder de R.K. kerk. Hierdoor wordt de kern van het dorp nu gekenmerkt door gebouwen uit de Wederopbouwperiode. De gebouwen zijn opgetrokken in de stijl van de Delftse School. Dit is een traditionele baksteenarchitectuur, waarbij de woonhuisarchitectuur simpel en ingetogen van aard is. Het kerkgebouw en de publieke gebouwen zijn in het dorpsbeeld beeldbepalend en hebben een monumentaal karakter. In hun vormgeving wordt duidelijk hun functie tot uitdrukking gebracht. Na de Tweede Wereldoorlog is in de kern een aantal woonwijken gerealiseerd. Deze vallen buiten deze welstandcategorie. Welstandsnota gemeente Deurne

47 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen is het oudste voorbeeld van een planmatige particuliere veenontginning in Zuid- Nederland. In Helenaveen zijn de ruimtelijke karakteristieken van de veenafgraving en ontginning goed bewaard gebleven. De verschillende ontwikkelingsfasen na 1870 hebben in de historische bebouwing waardevolle sporen achtergelaten. Om deze reden heeft het Rijk de voormalige veenkolonie Helenaveen in 2000 aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Tegelijkertijd is een groot aantal historische panden aangewezen als beschermd rijksmonument en gemeentelijk monument. Doel van de Welstandszorg Het welstandsbeleid richt zich op het behoud van het historisch gegroeide bebouwings- en landschapsbeeld van Helenaveen. Het beleid richt zich verder op een goede inpassing van nieuwe ontwikkelingen in deze cultuurhistorisch waardevolle omgeving. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen Het bijzondere karakter van de historische bebouwing en de oorspronkelijke ruimtelijke structuur hebben een hoge cultuurhistorische waarde. De historische bebouwing samen met de bijzondere ruimtelijke structuur is de drager van de identiteit van Helenaveen als geheel. Veranderingen die dit beeld aantasten moeten worden vermeden. Vergaande wijzigingen in plaatsing, schaal of vormgeving kunnen leiden tot een aantasting van de eenheid in het bebouwingsbeeld. Het beleid is dan ook gericht op behoud en waar nodig, versterking van de ruimtelijke karakteristiek. Deze komt vooral tot uitdrukking in de zelfstandige plaatsing van de bebouwing, in het individuele en kleinschalige karakter van de panden. De architectuur van de historische bebouwing heeft een doelmatig en sober karakter. Nieuwe bebouwing moet wat betreft maat, schaal, architectuur, kleuren materiaalgebruik in harmonie met de bestaande bebouwing ontworpen worden. Sterke contrasten zijn niet toegestaan. De welstandscriteria gelden voor het voorerfen het achtererfgebied van het bouwwerk. Situering De bestaande ruimtelijke structuur heeft een rationele, bedrijfsmatige oorsprong. De bebouwingsstructuur kenmerkt zich door een strenge rangorde in belangrijke en minder belangrijke gebouwen en door openheid. De plaatsing van nieuwbouw moet aansluiten op het bestaande bebouwingspatroon; In een lint moet de openheid tussen gebouwen bewaard blijven; De afstand tot de vestigingsas van het lint (de weg/waterloop waaraan wordt gebouwd) moet overeenkomen met die van de naastgelegen bebouwing; De plaatsing van lintbebouwing en vrij liggende bebouwing moet aansluiten op de ruimtelijke structuur van de omgeving; De verkaveling, de positie en de oriëntatie van de oorspronkelijke bebouwing zijn richtinggevend bij nieuwbouw; Verspringingen in de rooilijn blijven binnen de uitersten van de naastgelegen bebouwing en moet aansluiten op de historisch bepaalde ruimtelijke structuur; Het bebouwingbeeld van herkenbare individuele panden wordt in stand gehouden. Panden vertonen een typologische samenhang in vormgeving, maatvoering en detaillering afgestemd op hun omgeving; Panden zijn gericht naar de openbare ruimte; Zijgevels die duidelijk zichtbaar zijn vanaf de openbare weg zijn als voorgevel behandeld. Gebouwen De bebouwing is opgebouwd uit individuele panden, in vormgeving aansluitend op de omgeving; De opbouw bestaat uit maximaal twee lagen met kap en is afgestemd op de bouwmassa en kapvorm van de omgeving; De massa en vorm van nieuwbouw zijn zorgvuldig ingepast tussen de bestaande bebouwing; Bij vervangende nieuwbouw van historische bebouwing worden de basisvorm en de gevelindeling aan de voorzijde, en de kapvorm gehandhaafd; Bij panden die een stedenbouwkundig geheel vormen zijn toevoegingen per pand ondergeschikt aan de hoofdstructuur en de ritmiek van het geheel; Goedgekeurde toevoegingen zijn vervolgens de standaarduitvoering voor de toekomstige vergelijkbare toevoegingen aan andere vergelijkbare panden; De bestaande samenhang en afwisselende vormgeving van de kappen in de omgeving blijven gehandhaafd; De kapvorm en kaprichting sluiten aan bij die van de omgeving; Welstandsnota gemeente Deurne

48 De vormgeving van het dak is afgestemd op de stijl van het betreffende pand en op de stedenbouwkundige structuur; Aan- en uitbouwen moeten rekening houden met de herkenbaarheid van de hoofdbebouwing. Gevels Bij verbouw en renovatie worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamentiek en het materiaal- en kleurgebruik gerespecteerd; Bij nieuwbouw vormt de bebouwing in de omgeving wat betreft volume en massaopbouw het uitgangspunt; De architectonische eenheid van het oorspronkelijke pand blijft uitgangspunt in geval van splitsing; De individualiteit van de panden blijft bij samenvoeging gehandhaafd; Het is niet toegestaan op de begane grond aan de zijde van de openbare weg geheel of vrijwel geheel geblindeerde glaspartijen en geheel of vrijwel geheel gesloten gevelvlakken aan te brengen; Bij (voormalige) boerderijen heeft de architectuur van de bebouwing een duidelijke relatie met de (oorspronkelijke) agrarische functie: dit uit zich in eenvoudige hoofdvormen en een duidelijke gevel indeling, aansluitend op het oorspronkelijk boerderijtype van dit gebied; De maat en schaal van de gevelindeling worden gerespecteerd; De geleding en ritmiek van de gevel is verticaal gericht; Bij verbouwen of renovatie moet worden aangesloten bij de vorm en maatverhoudingen van de bestaande gevelopeningen; Grote vlakken moeten een structuur of onderverdeling hebben; De bebouwing heeft een relatief vlakke voorgevel, die door de ambachtelijke bouwkundige detaillering van ramen, kozijnen, deuren, luiken, puien, daklijsten, metselwerk, ornamenten etc. zorgvuldig is afgewerkt; Onderscheid wordt gemaakt tussen het woonen het bedrijfsgedeelte bij (voormalige) boerderijen. Kleur- en materiaalgebruik Het kleurgebruik is ondergeschikt en moet zo worden toegepast dat het de architectuur ondersteunt. Tevens is het dorpsbeeld ter plaatse mede bepalend voor de keuze van de kleur; Kleuren van dakpannen en gevels zijn op elkaar afgestemd; Bij nieuwbouw bepalen aardkleuren het aanzicht van de hoofdvlakken; Grotere vlakken tonen geen sterke kleurcontrasten; Het toepassen van felle, dominante of sterk contrasterende kleuren is niet toegestaan; De kleurtoepassing moet in harmonie zijn met het pand en de omgeving; Bij verbouwing of renovatie is het oorspronkelijke kleurgebruik tot uitgangspunt genomen. Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit rode baksteen, of indien van toepassing in overeenstemming met oorspronkelijke kleur, wit gekeimd; Daken worden afgedekt met keramische pannen in een oranje of donkere kleur. Geglazuurde pannen zijn niet toegestaan; Houtwerk, zoals gootlijsten, kozijnen en dergelijke zijn in traditionele kleuren geschilderd. (Voor-)deuren, stal-, en garagedeuren zijn in een donkere gedekte kleur geschilderd. Kozijnen en ramen zijn in een lichte kleur geschilderd. Een andere kleur mag gebruikt worden als die past bij de bouwstijl en/of het karakter van het pand en bij de overige bebouwing in de directe omgeving; Muurankers zijn in een donkere kleur geschilderd; Kunststof, volkernplaten, spiegelende oppervlakken worden niet toegepast bij beplating van gevels; Bij nieuwbouw moeten de hoofdmaterialen voor de gevels en de daken op elkaar zijn afgestemd; Kozijnen zijn van hout of materialen met een vergelijkbare profilering en kleuring; Goten en hemelwaterafvoer zichtbaar toepassen en uitvoeren in zink, (of omtimmerd in hout.) Detaillering Bij renovatie of nieuwbouw wordt zorgvuldig omgegaan met de kenmerkende ornamentiek als overstekken, dak- en gevellijsten, siermetselwerk en speklagen; Specifieke detaillering van gevelopeningen, balkonhekken, deurluifels, gootlijsten e.d. zijn zorgvuldig ontworpen en afgestemd op de architectuur van het gebouw. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; In het buitengebied geldt deze bepaling ook voor het achtererfgebied. Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Welstandsnota gemeente Deurne

49 De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Bouwen bij of aan karakteristieke boerderijen Voor karakteristieke boerderijen die in deze gebieden liggen gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 8 Karakteristieke boerderijen. 4. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. In aanvulling daarop geldt: Omdat het beschermd dorpsgezicht Helenaveen in zijn geheel een hoge cultuurhistorische waarde en beeldkwaliteit heeft, moeten reclame- en naamsaanduidingen zeer zorgvuldig worden ingepast. 5. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

50 Categorie 10 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: Belvedèrebouwen Welstandsnota gemeente Deurne

51 Categorie 10 Beschermd dorpsgezicht Helenaveen: Belvedèrebouwen Profiel Algemeen In de ontwikkeling van Helenaveen is een aantal karakteristiek belangrijke perioden te onderscheiden Veenontginning voor turfwinning Van veenontginning naar grondbewerking Omschakeling naar land en tuinbouw Wederopbouwperiode Heden. Modernisering / doorontwikkeling van Helenaveen. Beschermd dorpsgezicht Helenaveen is het oudste voorbeeld van een planmatige particuliere veenontginning in Zuid- Nederland. In Helenaveen zijn de ruimtelijke karakteristieken van de veenafgraving en ontginning goed bewaard gebleven. De verschillende ontwikkelingsfasen na 1870 hebben in de historische bebouwing waardevolle sporen achtergelaten. Om deze reden heeft het Rijk de voormalige veenkolonie Helenaveen in 2000 aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het doel is het behouden, beschermen en versterken van de ruimtelijke structuren, kwaliteiten en karakteristieken. Van groot belang en waarde hierbij zijn de infrastructuur, het vaartenen waterlopensysteem, de laan- en vaartbeplantingen, de open ruimten, de doorkijken naar het landschap, een aantal belangrijke gebouwen en ensembles en de zichtassen tussen de bebouwing. Dit heeft zijn doorvertaling gekregen in het vastgestelde bestemmingsplan. Tegelijkertijd is een groot aantal historische panden aangewezen als beschermd rijksmonument en gemeentelijk monument. In het bestemmingsplan zijn enkele gebieden opgenomen waar nieuwbouw kan plaatsvinden. Voor deze gebieden en voor locaties waar recent nieuwbouw heeft plaatsgevonden geldt deze welstandscategorie. Belvedèrebouwen Bij nieuwbouw op uitbreiding- en inbreidinglocaties moet worden gebouwd volgens het Belvedèrebeleid. Dit beleid heeft als uitgangspunt dat nieuwe ontwikkelingen zorgvuldig worden ingepast in een bestaande, cultuurhistorisch waardevolle omgeving. De nieuwe ontwikkelingen leveren een positieve bijdrage aan het erfgoed. Voor Helenaveen betekent dit: Behoud van bestaande waarden en kwaliteiten door ontwikkeling; Het erkennen en doorontwikkelen van de bestaande cultuurhistorische kenmerken van Helenaveen; Oude en nieuwe landschappelijke en ruimtelijke structuren met elkaar verbinden; In uitbreidingen en in de nieuwe woonbuurt, dorps bouwen naar oorsprong, sfeer en typologie van Helenaveen; Het uitbouwen van de identiteit en historische structuur; Integratie van bouwen en landschap; Verbinding, relaties en openheid naar het bestaande landschap en bestaande bebouwing; De verkaveling en de plaatsing van de woningen zijn geënt op de historische verkaveling, Ze volgen de ordening van het bestaande rechtlijnige stelsel van straten, lanen, vaarten en waterlopen; Woningen in heldere, eenvoudige hoofdvormen en gevels met strakke baksteenarchitectuur en zadeldaken, uitgevoerd in een relatief sobere en doelmatige architectuur. De nieuwbouw aan het Hannes Joostenplein In 2006 zijn 6 halfvrijstaande woningen gerealiseerd aan een nieuw plein voor de R.K. kerk. Deze woningen zijn ingepast en gebouwd volgens het Belvedèrebeleid. De woningbouw achter De Gouden Helm In het bestemmingsplan Kom Helenaveen, eerste herziening is de ruimtelijke hoofdstructuur voor deze woningbouwlocatie opgenomen. Op deze locatie wordt gebouwd volgens het Belvedèrebeleid. De woningen De woningen zijn gelegen aan woonstraten of paden en hebben voor het merendeel direct contact met en zicht op het groen. De richting van de straten, de verkaveling en plaatsing van de woningen is gebaseerd op de historische verkaveling van Helenaveen en sluit aan op het rechtlijnig stelsel van vaarten, waterlopen, lanen en straten. Welstandsnota gemeente Deurne

52 De woningtypen zijn verschillend: vrijstaand, tweeonder-een-kap, blokjes van drie of vier, geschakeld en rijtjes van maximaal 8 woningen. De woningen hebben ieder een individuele architectuur / karakter / expressie, maar vormen gezamenlijk verwantschap en hebben een duidelijke ruimtelijke relatie door overeenkomsten in kenmerken (materiaal, hoogte, volume, accenten en kleuren). De architectuur en uitvoering zijn helder, met eenvoudige, duidelijke hoofdvormen en gevels in strakke baksteenarchitectuur. De bouwmassa bestaat uit maximaal 2 bouwlagen met een zadeldak. Schaal en volume passen bij de maat van Helenaveen. Ruimtelijke planstructuur, kwaliteit en inrichting De ontwikkellocatie heeft aan de westzijde een toegang en ontsluiting op de Oude Peelstraat en aan de oostzijde een ontsluiting op de Helenastraat. De hoofdstructuur van het plan wordt gevormd door grote plantsoenen die tegelijkertijd ook dienen voor waterberging. Deze plantsoenen vormen een ruimtelijke verbinding met de directe omgeving en geven een doorkijk naar het bestaande landschap. De inrichting van de groenstructuur volgt de ruimtelijke, functionele en cultuurhistorische kenmerken en kwaliteiten van Helenaveen. Doel van de Welstandszorg Het welstandsbeleid richt zich op het behoud van het historisch gegroeide bebouwings- en landschapsbeeld van Helenaveen. Het beleid richt zich verder op een goede inpassing van nieuwe ontwikkelingen in deze cultuurhistorisch waardevolle omgeving. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Een bouwplan moet voldoen aan het profiel en de criteria van deze categorie en moet een bijdrage leveren aan het geformuleerde doel van welstandszorg. De welstandscommissie hanteert bij de welstandsadvisering de volgende specifieke criteria: Algemeen Het bijzondere karakter van de historische bebouwing en de oorspronkelijke ruimtelijke structuur van Helenaveen hebben een hoge cultuurhistorische waarde. De historische bebouwing samen met de bijzondere ruimtelijke structuur bepalen de identiteit van Helenaveen. Veranderingen die tot een verstoring van dit beeld leiden moeten worden voorkomen. Het beleid richt zich op een goede inpassing van nieuwe ontwikkelingen in Helenaveen. Het beleid is dan ook gericht op behoud en waar nodig, versterking van de ruimtelijke karakteristiek. Nieuwe bebouwing moet wat betreft maat, schaal, kleur- en materiaalgebruik in harmonie met de bestaande bebouwing ontworpen worden. Grote contrasten worden vermeden. De welstandscriteria gelden voor het voorerfen het achtererfgebied van het bouwwerk. Situering Nieuwbouw moet wat betreft plaatsing en oriëntatie passen binnen de stedenbouwkundige opzet van een ontwikkellocatie; Nieuwbouw moet zorgvuldig ingepast worden in het bestaande bebouwingspatroon; De voorgevel van nieuwbouw moet aansluiten bij de rooilijn van naastgelegen bebouwing. Dit geldt ook voor voor- en zijgevels die gericht zijn naar de openbare weg of waterlopen; Bestaande doorkijken moeten worden behouden; Bij rijenbouw en (half)vrijliggende bebouwing moet aansluiting worden gezocht bij de (al dan niet historisch bepaalde) structuurlijnen in het landschap. Ze moeten passen in de stedenbouwkundige opzet; Het ruimtelijk karakter heeft een rationele, bedrijfsmatige oorsprong. De bebouwingsstructuur kenmerkt zich door een duidelijke rangorde in belangrijke en minder belangrijke gebouwen en door ruimtelijke openheid; De verkaveling, de positie en de oriëntatie van de bestaande bebouwing zijn richtinggevend voor nieuwbouw in de verdere fasen; Verspringingen in de rooilijn blijven binnen de uitersten van de naastgelegen bebouwing en sluiten aan op de (historisch bepaalde) ruimtelijke structuur. Gebouwen Het bebouwingbeeld van individuele panden wordt in stand gehouden. Panden hebben een eigen architectuur en karakter maar vertonen een typologische samenhang in vormgeving, maatvoering en detaillering met hun omgeving; Panden zijn gericht naar de openbare ruimte; De bouwmassa en kapvorm van de bebouwing sluiten aan op bestaande bebouwing in de omgeving. Woningen bestaan uit maximaal 2 bouwlagen met een zadeldak. Hierbij is bij voorkeur de tweede woonlaag in de hoofdmassa van de schuine kap gesitueerd; De vormgeving van de kap is afgestemd op de stijl van het gebouw; Welstandsnota gemeente Deurne

53 Dakkapellen zijn toegestaan. Aan de voorgevel en/of straatzijde mag maximaal één dakkapel per woning geplaatst worden. Aan de achterzijde mogen meerdere dakkapellen geplaatst worden. De dakkapellen zijn duidelijk ondergeschikt aan de hoofdmassa en de kapvorm; Aan- en uitbouwen moeten afgestemd zijn op het karakter van de hoofdbebouwing; Erkers, entreeportalen en vergelijkbare bouwkundige accenten aan de voor- en zijgevel zijn toegestaan, als ze terughoudend zijn toegepast en duidelijk ondergeschikt zijn aan de hoofdmassa / woning. Hierbij moeten de gevelopbouw en de verhoudingen worden gerespecteerd; Goedgekeurde toevoegingen zijn vervolgens de standaarduitvoering voor de toekomstige vergelijkbare toevoegingen aan andere vergelijkbare gebouwen. Gevels Bij verbouw of uitbreiding worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamentiek en het materiaal- en kleurgebruik gerespecteerd; Elke individueel vormgegeven gevel heeft verwantschap met naastgelegen gevels en met de stedenbouwkundige samenhang en karakter van de directe omgeving; De geleding en ritmiek van de gevel zijn verticaal gericht; Bij verbouwing of uitbreiding moet worden aangesloten bij de richting en de maatverhoudingen van de bestaande gevelopeningen; Gebouwen hebben een relatief vlakke voorgevel, die door de ambachtelijke bouwkundige detaillering van ramen, kozijnen, deuren, luiken, puien, erkers, daklijsten, metselwerk, ornamenten etc. verlevendigd wordt; Geheel of vrijwel geheel geblindeerde raampartijen en geheel of vrijwel geheel gesloten gevelvlakken zijn op straatniveau niet toegestaan. Kleur- en materiaalgebruik De kleuren en materialen moeten in harmonie met de architectuur van het gebouw en de omgeving zijn; Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit rode- of rood / bruine baksteen, of indien van toepassing en passend in het cultuurhistorisch beeld van Helenaveen, wit gekeimd; Daken worden afgedekt met keramische pannen en zijn oranje / rood genuanceerd of grijs / blauw gesmoord. Geglazuurde of hoogglanzende pannen zijn niet toegestaan; Kleuren van dakpannen en gevels zijn op elkaar afgestemd; Grotere vlakken tonen geen sterke kleurcontrasten; Het toepassen van felle, dominante of sterk contrasterende kleuren is niet toegestaan; Bij verbouwing of uitbreiding is het oorspronkelijke kleurgebruik uitgangspunt; Kunststof, volkernplaten, spiegelende oppervlakken worden niet toegepast bij beplating van gevels; (Voor-)deuren, stal- garagedeuren zijn in een donkere gedekte kleur geschilderd. Kozijnen en ramen zijn in een lichte kleur geschilderd. Een andere kleur mag gebruikt worden als die past bij de bouwstijl en/of het karakter van het pand en bij de overige bebouwing van de omgeving; Kozijnen zijn van hout of materialen met een vergelijkbare profilering en uitstraling; Goten en hemelwaterafvoer zijn van zink; Bakgoten zijn niet toegestaan; Als raamluiken worden toegepast moeten deze functioneel draaiend worden aangebracht. Vast tegen de gevel aangebrachte nepluiken zijn niet toegestaan; Stalen of kunststof rolluiken op de begane grond voor deuren en ramen aan de straatzijde zijn niet toegestaan. Rolluiken zijn toegestaan op de bovenverdieping, dakkapellen en de hele achtergevel en zijn geïntegreerd in het gevelbeeld en de architectuur. Detaillering Bij renovatie of nieuwbouw wordt zorgvuldig omgegaan met de kenmerkende ornamentiek als overstekken, dak- en gevellijsten, siermetselwerk en speklagen; Dominante en uitbundig vormgegeven dakoverstekken zijn niet toegestaan; De detaillering van gevelopeningen, balkonhekken, deurluifels, gootlijsten en dergelijke wordt zorgvuldig ontworpen en is in verhouding met het gebouw. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Welstandsnota gemeente Deurne

54 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. In aanvulling daarop geldt: Omdat het beschermd dorpsgezicht Helenaveen in zijn geheel een hoge cultuurhistorische waarde en beeldkwaliteit heeft, moeten reclame- en naamsaanduidingen zeer zorgvuldig worden ingepast. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

55 Categorie 11 Beschermde monumenten Welstandsnota gemeente Deurne

56 Categorie 11 Beschermde monumenten Profiel Algemeen Monumenten zijn historische bouwwerken en/of terreinen die beschermd worden vanwege hun cultuurhistorische waarde. In Deurne zijn twee soorten beschermde monumenten: rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. De cultuurhistorische waarde van een monument kan bestaan uit diverse elementen: de historische betekenis, de schoonheid, het ontwerp, de gebruikte technieken en materialen, afwerking en decoratie, de terreininrichting, de ruimtelijke samenhang etc. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Een gemeentelijk monument is een gebouw of terrein dat vooral lokaal en regionaal van belang is. Veranderprocessen Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen verliest een aantal monumenten hun oorspronkelijke functie. Herbestemming van deze monumenten is een belangrijke opgave. Door het zorgvuldig inpassen van nieuwe functies en behoedzame aanpassing van de gebouwen kunnen deze monumenten voor de toekomst behouden blijven. Doel van de welstandzorg Het welstandsbeleid heeft tot taak ervoor te zorgen dat nieuwe bouwkundige ingrepen aan een monument of in de omgeving ervan, goede architectonische kwaliteit hebben en passen bij het cultuurhistorische karakter van het monument. Hierbij wordt getoetst aan de in deze categorie opgenomen criteria. Deze toets staat los van de toets aan de Erfgoedwet en de gemeentelijke monumentenregelgeving. Die toets richt zich op de bescherming en het behoud van de monumenten. Welstandstoets 1. Specifieke criteria Algemeen De welstandscriteria gelden voor het voorerfen achtererfgebied. In aanvulling op de criteria van categorie 11 gelden de criteria van de categorie van het gebied waarin het monument is gelegen. De criteria hebben betrekking op het gehele perceel waarop het monument is gelegen. De welstandscommissie adviseert. Verbouwen van en bouwen aan beschermde monumenten Toevoegingen en wijzigingen mogen niet leiden tot aantasting van de beschermde cultuurhistorische waarden. Vormgeving, massa, materialen en kleuren moeten passen bij het monument en mogen het cultuurhistorische karakter niet aantasten. De uitwerking van de architectuur van nieuwbouw of verbouw in de nabijheid van monumenten mag eigentijds zijn. Grote contrasten moeten vermeden worden. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan. In het buitengebied geldt deze bepaling ook voor het achtererfgebied. De bepaling geldt niet voor historische tuinmuren. Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Erfafscheidingen mogen niet leiden tot aantasting van de monumentale waarden. Welstandsnota gemeente Deurne

57 2. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. In aanvulling daarop geldt: Omdat beschermde monumenten een hoge cultuurhistorische waarde en beeldkwaliteit vertegenwoordigen, moeten reclame- en naamsaanduidingen zorgvuldig worden ingepast. 3. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

58 Roothaerstraat Houten Hoek Vlier-Zuid De Vennen Categorie 12 Thematische woningbouw De Rijtse Vennen Kastelenerve Liessel - Overloop Wilhelminahof Groenveld Welstandsnota gemeente Deurne

59 Categorie 12 Thematische woningbouw Profiel Algemeen De categorie Thematische woningbouw heeft betrekking op projectmatig gerealiseerde woningbouw. Het gaat om verschillende woongebieden, variërend van de vroeg 20 ste eeuwse tuindorpen, de naoorlogse wijken in traditionele stroken- en blokverkaveling, tuindorpen, de woonerven, laagbouwwijken tot de thematische in- en uitbreidingen uit de periode van 1980 tot nu. Kenmerkend voor al deze wijken zijn de planmatige stedenbouwkundige opzet en de eenheid in de bebouwing en architectuur. Een groot aantal woonwijken in de kernen van Deurne is op deze wijze tot stand gekomen. Bestaande woonwijken De oudste wijken met thematische woningbouw kennen een eenvoudige stedenbouwkundige opzet met een voornamelijk rechthoekig stratenpatroon. De woningen zijn eenvoudig en helder van vorm: rijtjeshuizen en twee-onder-een-kapwoningen met een zadeldak. Ze hebben een sobere architectuur; er is weinig variatie. Voorbeelden zijn delen van het tuindorp Sint-Jozefparochie en de strokenverkavelingen van de Hellemanstraat. In de periode na de Tweede Wereldoorlog worden grote uitbreidingswijken gerealiseerd. De stedenbouwkundige opzet van deze wijken is complexer. Er is veel aandacht besteed aan de plaatsing van de bebouwing, via geometrische patronen. De wijken worden doorkruist door grote groenstructuren. De opzet en de architectuur van de woningen zijn sterk gestandaardiseerd. Meestal gaat het om rijtjeswoningen, twee-onder-eenkapwoningen en geschakelde woningen. Goede voorbeelden van dergelijke wijken zijn de Koolhof, Houtenhoek, Vlier-Zuid, en Heiakker eerste fase. Soms worden aan deze wijken de minder strak opgezette woonerven en woonhofjes toegevoegd. Aan het einde van de jaren 80 vindt een duidelijke omslag plaats. De echte woningnood is achter de rug en er wordt meer marktconform gebouwd. Dit leidt tot een grotere diversiteit aan woningen en tot meer variatie in de woonwijken. De nieuwe woongebieden krijgen een duidelijk beeld- en sfeertypering mee. Het opzet van de woningen en de architectuur verschillen van wijk tot wijk. Per blok, straat of buurt komen vaak meerdere typen woningen voor. Er is sprake van een zorgvuldige plaatsing en massavorming van de bebouwing. De woningen bestaan uit rijtjeshuizen, geschakelde woningen en twee-onder-een-kapwoningen. Woongebied Spoorzone-Middengebied In het gebied tussen het spoor, de Steenovenweg, Leembaan en Vlierdenseweg ligt het woongebied Spoorzone-Middengebied. De woonwijk bestaat uit twee delen: a. Een strook met rijwoningen aan de Fabriekstraat, evenwijdig aan het spoor; b. In het zuidelijke deel van het woongebied zijn verschillende typen woonbebouwing in clusters gegroepeerd. Uitgangspunt van de bebouwing aan de Fabriekstraat is dat het een grotendeels aaneengesloten bebouwing is. De bebouwing heeft een grote samenhang in vormgeving, kapvorm, kleur en materiaal. Het kappenlandschap langs deze weg vormt het bindende karakter. In het zuidelijke deel van het woongebied mag er verscheidenheid zijn tussen de clusters woningen, maar wel zo dat het gehele bebouwingsbeeld toch een bepaalde harmonie vertoont: samenhang in het hele gebied en tegelijkertijd herkenbaarheid per cluster woningen. Die harmonie kan bijvoorbeeld bereikt worden door kleur-, materiaalgebruik en de toepassing van kappen. Veranderingsprocessen De woonwijken hebben over het algemeen hun oorspronkelijke hoofdopzet behouden. Vooral bij de oudere wijken zijn op het niveau van de woningen vaak wijzigingen doorgevoerd. Vaak zijn die beperkt. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich met name voor bij hoekwoningen. Zijerven zijn ingevuld met aanbouwsels en schuttingen waardoor de stedenbouwkundige structuur en het groene open karakter minder helder is geworden. Ook bij renovatie is soms het gevelbeeld verstoord. In de nieuwere wijken is nog nauwelijks sprake van ingrijpende veranderingen. In de toekomst zijn daar kleine aanpassingen en uitbreidingen te verwachten. Welstandsnota gemeente Deurne

60 Doel van de welstandzorg Het welstandsbeleid richt zich op het handhaven van de basiskwaliteit. Het gaat om het straatbeeld en het gevelbeeld. De samenhang in vormgeving tussen woningen die onderdeel zijn van een rijtje, cluster, of straatbeeld, moet behouden blijven. Het doel van de sneltoetscriteria is om buitensporigheden of duidelijke inbreuken op redelijke eisen van welstand te voorkomen of te herstellen. Het moet in ieder geval buitensporig materiaal- en kleurgebruik kunnen verhinderen, maar ook (sterke) verpaupering tegen kunnen gaan. Welstandstoets 1. Sneltoetscritera Een bouwplan moet voldoen aan de criteria van deze categorie. Algemeen Het achtererfgebied van een bouwwerk is welstandsvrij. In hoofdstuk 1 van de welstandsnota staat een omschrijving van de bepaling van het voorerf- en achtererfgebied van een bouwwerk. Er wordt ambtelijk getoetst. Situering, gebouwen en gevels De bestaande stelselmatige toepassing van accenten moet behouden blijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de oriëntatie van kopgevels, zichtassen, ritme, symmetrie in massa, kapvorm en gevelindeling; Gebouwen moeten in schaal, maat en kapvorm aansluiten op andere gebouwen in hetzelfde cluster of rijtje woningen; De samenhang binnen clusters in vormgeving, materiaal- en kleurgebruik moet behouden blijven; De bestaande kapvorm en kaprichting blijven gehandhaafd. Een plaatselijke verhoging van de nok wordt vormgegeven in overeenstemming met al goedgekeurde oplossingen. Deelgebied Spoorzone-Middengebied De woningen aan de Fabriekstraat bestaan uit blokken rijwoningen. Elke blok bestaat uit minimaal 10 woningen. De woningen aan de Fabriekstraat vertonen een grote samenhang in vormgeving, gevelbeeld en kapvorm. De overige woningen moeten voorzien zijn van een langskap. Dwarskappen met top- of tuitgevels zijn incidenteel toegestaan. Geclusterde patiowoningen, mogen ook plat worden afgedekt. Dakkapellen een dakkapel in het voordakvlak of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak, is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende eisen: Voorzien van een plat dak, tenzij in het bouwblok sprake is van een aangekapte dakkapel, dan moet de dakkapel voorzien worden van een aangekapt dak; Gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger dan 1,75 m; Onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet; Bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok, Zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; De totale reedte van de dakkapel of dakkappellen is niet meer dan 50% van de breedte van het dakvlak. Een dakkapel mag maximaal 3 meter breed zijn; Indien in het bouwblok al een of meerdere dakkapellen aanwezig zijn moet voor de boven en onderzijde van de dakkapel dezelfde horizontale lijn worden aangehouden. Het plaatsen van twee dakkapellen boven elkaar is niet toegestaan; De indeling van de dakkapel sluit aan op die van de onderliggende gevel. Erkers en aanbouwen Een erkeren/of aanbouw in het voorerfgebied is toegestaan als wordt voldaan aan de volgende eisen; De vormgeving van de erker of aanbouw sluit aan op die van de gevel; Tenminste 65% van de buitengevel van de erker is transparant; De breedte van een erker en/of aanbouw bedraagt (samen) maximaal 70% van de breedte van de gevel; Indien in het bouwblok al een of meerdere erkers/aanbouwen aanwezig zijn moeten voor de daklijn van de erker/aanbouw dezelfde horizontale lijn en dezelfde dakvorm worden aangehouden. Vervangen gevelopeningen Een bestaande gevelopening in een voorgevel of een naar een openbaar gebied gekeerde zijgevel, kan worden vervangen als voldaan aan de volgende eisen; De gevelopening niet wordt vergroot of verkleind, De te vervangen kozijnen, beglazing en panelen hetzelfde uiterlijk hebben als de Welstandsnota gemeente Deurne

61 overige bestaande kozijnen, beglazing en panelen; De beglazing niet wordt vervangen door panelen of panelen door beglazing. Kleur- en materiaalgebruik van hoofdvlakken Bij verbouwing of renovatie is het materiaalen kleurgebruik van de oorspronkelijke woning uitgangspunt; Het kleur- en materiaalgebruik van nieuwbouw sluit aan op de omgeving; Het materiaalgebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; De kleuren en materialen van de daken passen bij het gevelbeeld en het straatbeeld; Het gebruik van felle kleuren in grotere vlakken is niet toegestaan; Deelgebied Spoorzone-Middengebied De gevels zijn uitgevoerd in baksteen of zijn (deels) gekeimd (gebroken wit of lichte kleuren). Okergeel, bruin, oranjebruin en roodbruin vormen de basiskleuren van de bakstenen gevels. Witte bakstenen zijn niet toegestaan. De daken zijn voorzien van een niet glimmende pan en bij voorkeur keramisch. Per straat of cluster en bouwblok zijn het kleur- en materiaalgebruik van de woningen op elkaar afgestemd. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 3. Bouwen bij of aan karakteristieke boerderijen Voor karakteristieke boerderijen die in deze gebieden liggen gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in categorie 8 Karakteristieke boerderijen. 4. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 5. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. Welstandsnota gemeente Deurne

62 t Rijt-Oost t Rijt-West Categorie 13 Zichtlocaties bij bedrijventerreinen en perifere detailhandel De Kranenmortel t Rijt-Oost Moorveld Welstandsnota gemeente Deurne

63 Categorie 13 Zichtlocaties op bedrijventerreinen en bij perifere detailhandel Profiel Algemeen De belangrijkste bedrijventerreinen in Deurne liggen aan de provinciale weg richting Helmond en ten zuiden van het spoor. Daarnaast zijn er bedrijventerreinen in Liessel en Neerkant. Verder komen binnen de hele gemeente enkele grote solitair gelegen bedrijven voor. De perifere detailhandel ligt in het algemeen op de bedrijventerreinen. Daarnaast heeft Deurne ook specifieke centra voor perifere detailhandel. De bedrijventerreinen en locaties voor perifere detailhandel zijn door hun ligging aan de belangrijkste wegen en het spoor het visitekaartje voor het werken in Deurne. De randen van de bedrijventerreinen zijn goed zichtbaar vanuit het buitengebied. Om die reden heeft de gemeente voor deze zichtlocaties aan de doorgaande wegen en langs de randen met woonwijken en het buitengebied welstandscriteria opgesteld. Dit zijn sneltoetscriteria. De delen van de bedrijventerreinen die niet liggen binnen de aanduiding Zichtlocaties bedrijventerreinen op de welstandskaarten vallen onder categorie 16 en zijn welstandsvrij. Daar gelden geen redelijke eisen van welstand. Gebouwen De bebouwing op de bedrijfsterreinen is vooral functioneel. Er is sprake van simpele bouwvolumes van verschillende omvang en met een eenvoudige vormgeving en afwerking. Het materiaalgebruik is divers. Baksteen en metaalplaten of damwandprofielen komen veel voor. In veel gevallen worden standaardbouwelementen toegepast. Daarnaast zijn er nog bouwwerken als portalen, tanks en pijpleidingen. Doel welstandszorg De sneltoetscriteria hebben betrekking op het kleurgebruik van de gebouwen, erfafscheidingen, reclames en antennes en zonnepanelen zodat er naar de doorgaande wegen en het buitengebied toe een representatief en rustig bebouwingsbeeld gewaarborgd blijft. Voorkomen moet worden dat het aanzicht en de kleurstelling van bedrijfsgebouwen het straat- en landschapsbeeld verstoren. Welstandstoets 1. Sneltoetscriteria Een bouwplan moet voldoen aan de criteria van deze categorie. Algemeen De sneltoetscriteria hebben betrekking op bouwwerken die in de op de welstandskaart aangeduide categorie 13 liggen. Dat wil zeggen het erf en die (delen van de) bouwwerken die aan doorgaande wegen, of aan de grens met het buitengebied en woonwijken liggen; Er wordt ambtelijk getoetst. Kleurgebruik van hoofdvlakken De gevelvlakken naar het buitengebied zijn uitgevoerd in grijstinten of een donkere kleur. Wit of lichte tinten zijn niet toegestaan vanwege hun zichtbaarheid in het landschap. Gevelvlakken in felle kleuren of combinaties van sterk contrasterende kleuren mogen niet worden toegepast. Erfafscheidingen Op het voorerfgebied zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren hoger dan 1 meter toegestaan; Een gebouwde erfafscheiding op het voorerfgebied moet voldoen aan de volgende criteria: o o Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. Een gemetselde tuinmuur van maximaal 1 meter hoog, eventueel in combinatie met Opgemetselde penanten (max 60cm hoog) met daartussen een hekwerk; Een open hekwerk. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke Welstandsnota gemeente Deurne

64 welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

65 Hub van Doornepark Hub van Doornepark Peelrandbreuk in de groenstructuur Heiakker Categorie 14 Groen, parken, sport- en speelvelden Vijver Heiakker Sportpark Helenaveen Appeldijk Welstandsnota gemeente Deurne

66 Categorie 14 Groen, parken, sport- en speelvelden Profiel Algemeen In de kernen in de gemeente Deurne komen op verschillende plaatsen grotere groengebieden voor. Er zijn vier typen groengebieden te onderscheiden: 1. Groenvoorzieningen in wijken; 2. Begraafplaatsen; 3. Sportparken en evenemententerreinen; 4. Volkstuinen. Er is meestal weinig bebouwing in de groene gebieden. Als die er wel is, is ze vaak eenvoudig en doelmatig. Aan de architectuur van die gebouwen en de inrichting van het omliggende terrein is afhankelijk van de situatie veel of weinig aandacht besteed. Wijkgroen Groenvoorzieningen op wijkniveau komen verspreid in alle wijken voor. Er zijn grote en kleine groenvoorzieningen. Op de welstandskaart zijn alleen de groengebieden met een behoorlijke omvang aangegeven. Groen wordt op een aantal plaatsen ingezet om verschillende wijkdelen van elkaar te scheiden of juist te verbinden. Het wijkgroen is daarnaast voornamelijk in de stedenbouwkundige opzet meegenomen en opgedeeld in kleine speelvelden, groenstroken of parkjes. Begraafplaatsen Tegen de kom van Deurne, Liessel, Neerkant en Helenaveen, liggen begraafplaatsen. De begraafplaatsen hebben een groen en open karakter. De bebouwing is ingetogen en afgestemd op de functie. Sportparken en evenemententerreinen. De sportcomplexen in de gemeente Deurne liggen grotendeels aan de randen van de bebouwde kommen. Op de sportcomplexen is in de regel ook bebouwing aanwezig zoals kantines met kleedlokalen, sporthallen en tribunes. Een gedeelte van de bebouwing is duidelijk gericht op de entree van het sportcomplex. De overige bebouwing ligt verspreid over de sportparken. De bebouwing bestaat uit een tot twee bouwlagen met een plat dak of een flauw hellend dak. De massa is simpel en functioneel vormgegeven. De gevels bestaan uit baksteen, de daken zijn afgedekt met pannen of met een kunststof of stalen beplating. De hoofdentree is duidelijk vormgegeven en gekeerd naar de straat. De gebouwen zijn zeer eenvoudig van opzet en hoewel het relatief grote volumes betreft zijn ze beperkt horizontaal of verticaal geleed. Veranderingsprocessen Over het algemeen verandert er in deze gebieden niet veel. Doel welstandszorg Algemeen Hoofdzaak is het handhaven van het groene karakter van deze gebieden. De bebouwing mag niet leiden tot een aantasting of verstoring van het totale omgevingsbeeld. Welstandstoets 1. Sneltoetscriteria Een bouwplan moet voldoen aan de criteria van deze categorie. Algemeen De criteria gelden voor het voorerf- en achtererfgebied; Er wordt ambtelijk getoetst. Situering Bestaande doorkijken of zichtlijnen moeten behouden blijven. De ruimtelijke structuur mag niet aangetast worden. Gebouwen Gebouwen zijn afgestemd op de maat, de schaal en de ruimtelijke structuur van de omgeving; De hoofdvorm van de bebouwing is helder en eenvoudig; Kleur- en materiaalgebruik van gevels De hoofdvlakken van de gevels zijn uitgevoerd in baksteen in de in de kleurenrange beige, oranje, rood, bruin, grijs, antraciet. De gevels mogen ook uitgevoerd worden in andere materialen in een vergelijkbare kleurstelling. Gevelvlakken tonen geen felle kleuren of sterke kleurcontrasten; Welstandsnota gemeente Deurne

67 Kunststof, volkern plaat, spiegelende oppervlakken worden niet toegepast bij beplating van gevels. Erfafscheidingen Langs- of direct vanaf de openbare weg zichtbaar en op hoeksituaties zijn geen dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren toegestaan. Een groene erfafscheiding (hagen) of hekwerk heeft de voorkeur. Op het voorerfgebied zijn toegestaan: o Een lage groene haag en of andere o lage beplanting; Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. 4. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. Welstandsnota gemeente Deurne

68 Categorie 15 Overig buitengebied Welstandsnota gemeente Deurne

69 Categorie 15 Overig Buitengebied Profiel Buitengebied algemeen Bebouwing die valt in de categorie overig buitengebied heeft overwegend een agrarisch karakter. De agrarische complexen in de gemeente Deurne zijn van oudsher vrij bescheiden van omvang. Moderne ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de agrarische wooncultuur hebben geleid tot loskoppeling van woon- en bedrijfsgedeelten en tot een sterke vergroting van de bedrijfsgebouwen. De vormgeving van de agrarische bedrijfsgebouwen is veelal strikt functioneel. Het uiterlijk en de ruimtelijke samenhang in het totale complex en de relatie met het landschap, spelen vaak een ondergeschikte rol. Bedrijfswoningen en voormalige boerderijen die hun agrarische functie verloren hebben, zijn verbouwd of gesloopt en herbouwd tot burgerwoning. Met name in de oorspronkelijke agrarische linten worden agrarische bedrijven steeds meer vervangen door gewone woningen. Daarnaast komen er incidenteel in het buitengebied ook recreatiewoningen voor en ook andere bedrijven dan agrarische. Dit vraagt om bijzondere aandacht voor landschappelijke inpassing Gebouwen In het buitengebied worden de volgende gebouwtypen onderscheiden: woningen en/of bedrijfswoningen; bedrijfsgebouwen waaronder stallen; (bestaande) glastuinbouw. Voor deze gebouwtypen zijn verschillende sneltoetscriteria vastgesteld. Glastuinbouwgebieden In het buitengebied van Deurne is een gebied van ongeveer 75 hectare aangemerkt als vestigingsgebied voor glastuinbouw. Dit gebied voor duurzame glastuinbouw ligt aan de oostkant van Deurne, tegen de grens met de gemeente Venray. Daarnaast ligt westelijk van Helenaveen een doorgroeigebied voor glastuinbouw. andere bouwwerken een rommelig straatbeeld ontstaat. Door de bedrijfsgebouwen te clusteren en te plaatsen achter een zorgvuldig vormgegeven wand wordt dit voorkomen. Die wand fungeert dan als een landschappelijke wand die de bedrijfsgebouwen visueel afschermt van de openbare weg en het landschap. De vormgeving en de materialen van de landschappelijke wand, onderstrepen de grootschaligheid van het kassengebied en schermen de (overige) bedrijfsgebouwen af. De bedrijfswoningen in het gebied zijn geclusterd gesitueerd. Door het cluster op een groene en uniforme wijze af te schermen, is een grote variatie in de woningen mogelijk. Binnen het glastuinbouwgebied is ook een deel aangewezen voor tuinbouwgerelateerde bedrijvigheid (TGB). De bebouwing moet in samenhang met elkaar, sober en doelmatig worden vormgegeven. Hierdoor voegt deze zich op gepaste wijze in het totale gebied. In het glastuinbouwgebied wordt de originele ontginningsstructuur als hoofdstructuur behouden. Aan de randen van het glastuinbouwgebied zijn de gietwaterbassins, de waterberging en de infiltratievoorzieningen gelegen. De gietwaterbassins worden aan de zichtzijde vormgegeven met een flauw hellend talud met ruig gras. Hierdoor zijn ze landschappelijk ingepast. De overige voorzieningen voor water krijgen ook een zo natuurlijk mogelijke aankleding. Voor deze twee glastuinbouwgebieden gelden aanvullende sneltoetscriteria Doel welstandszorg Algemeen Het welstandsbeleid is gericht op een goede, basale visuele inpassing van bouwwerken in het buitengebied. Doel is dat er een visueel rustig bebouwings- en landschapsbeeld gewaarborgd is. Het beleid is er verder op gericht om excessen in het landschap te voorkomen. In het glastuinbouwgebied worden naast kassen ook verschillende bedrijfsgebouwen gerealiseerd. Daarbij moet worden voorkomen dat door een willekeurige plaatsing van de bedrijfsgebouwen en Welstandsnota gemeente Deurne

70 Welstandstoets 1. Sneltoetscriteria Een bouwplan moet voldoen aan de sneltoetscriteria van deze categorie. Algemeen De sneltoetscriteria gelden voor het voorerf- en het achtererfgebied. Er wordt ambtelijk getoetst. Situering van gebouwen De bedrijfsgebouwen en overige gebouwen liggen minimaal 2 meter achter de voorgevel van de (bedrijfs-)woning. Nieuwbouw moet zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande rooilijn, dan wel de rooilijn in de omgeving. Bestaande doorzichten naar het achterliggende landschap worden gehandhaafd; Woningen en bedrijfswoningen Woningen mogen niet plat worden afgedekt. De dakbedekking is uitgevoerd in pannen, zink, riet of als sedumdak; De hoofdmassa van woningen en bijgebouwen is uitgevoerd in baksteen in de kleurenrange beige, oranje, rood, bruin, grijs, antraciet. Hout is ook toegestaan mits uitgevoerd in de natuurlijke houtkleur of donkere kleuren. Het keimen of pleisteren van de gevels is toegestaan mits uitgevoerd in de kleurenrange grijs, beige, bruin, oranjebruin of rood. Overige gevelmaterialen en hun kleuren zijn ondergeschikt aan de materialen en kleuren van de hoofdmassa; Vrijstaande bijgebouwen zijn eveneens voorzien van een schuine kap. Dakkapellen een dakkapel in het voordakvlak of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak, is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende eisen: Gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger dan 1,75 m; Onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet; Bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok, Zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; De totale reedte van de dakkapel of dakkappellen is niet meer dan 50% van de breedte van het dakvlak. Een dakkapel mag maximaal 3 meter breed zijn; Indien in het bouwblok al een of meerdere dakkapellen aanwezig zijn moet voor de boven en onderzijde van de dakkapel dezelfde horizontale lijn worden aangehouden. Het plaatsen van twee dakkapellen boven elkaar is niet toegestaan; Bedrijfsgebouwen De gevels van bedrijfsgebouwen zijn uitgevoerd in baksteen in de in de kleurenrange beige, oranje, rood, bruin, grijs, antraciet. De gevels mogen ook uitgevoerd worden in andere materialen in een donkere kleurstelling; Gevelvlakken met felle kleuren en sterke kleurcontrasten zijn niet toegestaan. De dakvlakken zijn uitgevoerd in een donkere kleurstelling. Glastuinbouw: kassen Het permanent dichtzetten van kaswanden die gericht zijn naar de openbare weg mag alleen met glas of met materialen in een natuurlijke kleur. Het permanent dichtzetten van een kassenwand in een witte en/of andere lichte kleur is niet toegestaan. Erfafscheidingen Dichte prefab (houten) betonnen schuttingen en / of dichte gemetselde tuinmuren zijn niet toegestaan. Een groene erfafscheiding (hagen) of een hekwerk heeft de voorkeur. Op het voorerfgebied zijn toegestaan: o Een lage groene haag en of andere o lage beplanting; Een volledig open laag hekwerk (bijvoorbeeld gaas of spijlenhekwerk) eventueel gecombineerd met groen. De hoogte van de poort is afgestemd op de hoogte van het hekwerk/erfafscheiding ter plaatse. Aanvullende sneltoetscriteria voor glastuinbouwgebieden: Situering en gebouwen (zie afbeelding) De positie van de kassen op de kavel is vrij; De overige bedrijfsgebouwen worden visueel van de openbare ruimte of het landschap afgeschermd met een gebouwde voorziening (wand) of een opgaande, grotendeels gesloten beplanting (-=landschappelijke wand)... Bij een situering van de overige bedrijfsgebouwen op de hoek van het glastuinbouwgebied moet de landschappelijke wand zich naar beide zijden richten; Achter de landschappelijke wand is de plaatsing van de bedrijfsgebouwen vrij. De bedrijfsgebouwen mogen tegen een gebouwde landschappelijke wand geplaatst worden.; De landschappelijke wand ligt evenwijdig aan de rooilijn van de kassen. Materiaal- en kleurgebruik Bij kassen is het permanent dichtzetten van de naar de openbare weg gerichte kaswanden met Welstandsnota gemeente Deurne

71 een ander materiaal dan glas alleen toegestaan bij het toepassen van een materiaal in een natuurlijke kleur. Het permanent dichtzetten van een kassenwand in een witte en/of andere lichte kleur is niet toegestaan; De landschappelijke wand mag worden uitgevoerd in de vorm van een groenvoorziening mits deze voldoende hoogte heeft. Bij de landschappelijke wand is ook het toepassen van een combinatie van glas, staal/metaal en/of hout toegestaan, zo mogelijk in combinatie met beplanting. De materialen dienen zoveel mogelijk hun natuurlijke karakter te behouden. Felle en sterk contrasterende kleuren zijn niet toegestaan. 5. Antennes en zonnepanelen Voor antennes en zonnepanelen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 4 Sneltoetscriteria en specifieke criteria voor antennes en zonnepanelen. 2. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 3. Bouwen bij of aan karakteristieke boerderijen Voor karakteristieke boerderijen die in deze gebieden liggen gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 8 Karakteristieke boerderijen. 4. Reclame-uitingen en naamsaanduidingen Voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen gelden aparte sneltoetscriteria. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame- en naamsaanduidingen. Opzet situering gebouwen in glastuinbouwgebied Welstandsnota gemeente Deurne

72 Categorie 16 Welstandsvrij Welstandsnota gemeente Deurne

73 Categorie 16 Welstandsvrij Profiel In een groot aantal woongebieden in Deurne staan woningen met een grote onderlinge verscheidenheid aan vormen, stijlen, kleur- en materiaalgebruik. Vaak gaat het hier om individuele woningbouw, bestaande uit vrijstaande woningen. De gemeente ziet de architectuur van deze woningen als een eigen verantwoordelijkheid van de eigenaren. De bebouwing op de bedrijventerreinen in Deurne is vooral functioneel van aard: simpele bouwvolumes met een eenvoudige vormgeving en afwerking. De terreinen worden hoofdzakelijk bezocht door werknemers/bezoekers. De gemeente ziet de architectuur van deze bedrijven als een eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers. Voor deze gebieden zijn geen redelijke eisen van welstand vastgesteld. Bedrijvenlocaties die aan de doorgaande wegen, langs woonwijken en die grenzen aan het buitengebied hebben een uitstraling naar hun omgeving. Deze locaties zijn ondergebracht in de categorie Welstandstoets Er gelden geen redelijke eisen van welstand. Een welstandstoets is niet aan de orde. 1. Bouwen bij of aan beschermde monumenten Voor de rijks- en gemeentelijke monumenten die in deze gebieden liggen, gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 11 Beschermde monumenten. 2. Bouwen bij of aan karakteristieke boerderijen Voor karakteristieke boerderijen die in deze gebieden liggen gelden specifieke welstandscriteria. Deze staan in Categorie 8 Karakteristieke boerderijen. Welstandsnota gemeente Deurne

74 Hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen Inleiding Op vele plekken zijn tegenwoordig reclames aanwezig. Dat wil zeggen afbeeldingen en namen waarop producten, diensten en merken openbaar worden aangeprezen. Ook namen van bedrijven, winkels, kantoren en dergelijke vallen hieronder. Deze reclames en naamsaanduidingen zijn belangrijk voor ondernemers en instellingen om bekendheid aan hun vestiging of product te geven. Voor burgers en consumenten kunnen ze belangrijk zijn vanwege de informatie over het product of om een kantoor of winkel te vinden. Reclames en naamsaanduidingen kunnen heel nadrukkelijk aanwezig zijn in de openbare ruimte, zowel in positieve als in negatieve zin. Dat hangt ook af van het karakter van het gebied of de straat waarin de reclames geplaatst zijn. Het welstandsbeleid richt zich op een goede ruimtelijke kwaliteit. Om die reden zijn reclame en naamsaanduidingen onderwerp van het welstandsbeleid. Het gaat dan om de onroerende reclames en naamsaanduidingen: het zijn zelfstandige of aan een bouwwerk bevestigde vaste objecten. Losse (onroerende) reclame-uitingen vallen niet onder deze welstandsnota maar vallen onder het gemeentelijke uitstalbeleid. Bij de beoordeling van reclames en naamsaanduidingen wordt gekeken naar het karakter van het gebied waarin de bouwwerken liggen. De gemeente heeft hiervoor sneltoetscriteria vastgesteld. Hieraan wordt ambtelijk getoetst. De sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen zijn in drie groepen ingedeeld: 1. Sneltoetscriteria voor reclame in het winkel- en voetgangersgebied Deurne Centrum. Het voetgangersgebied ligt binnen de categorieën 1, 2, 4 en Sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen in de categorieën 7, 13 en Sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen in de categorieën 1,2,3,4,5,6,8,9,10,11,12 en 15. Voor categorie 16 Welstandsvrij gelden geen sneltoetscriteria voor reclame en naamsaanduidingen. Hier gelden geen redelijke eisen van welstand. Welstandsnota gemeente Deurne

75 3.1. Sneltoetscriteria voor het winkel- en voetgangersgebied Deurne Centrum Profiel Algemeen Met het in 2008 geopende en in gebruik genomen vernieuwde en heringerichte voetgangersgebied werd een belangrijke fase afgerond in de opwaardering van het centrum van Deurne. In materiaalgebruik en toepassing, kwaliteit, uitstraling en sfeer werd via het eveneens nieuw ingerichte Martinetplein aangesloten bij het winkelgebied Wolfsberg. Hiermee werd voor het totale, op elkaar aansluitende winkel- en voetgangersgebied Deurne centrum een hoogwaardige visuele, verblijf- gebruik- en kwaliteitsimpuls gerealiseerd. In dit hoofdstuk van de welstandsnota staan de regels voor voor reclame-uitingen en naamsaanduidingen van centrumfuncties zoals bijvoorbeeld detailhandel, horeca en dienstverlening. De welstandscriteria gelden voor de straten in het winkel- voetgangersgebied Deurne centrum, zoals aangegeven op de onderstaande kaart. Doel van de welstandzorg Het reclamebeleid is opgesteld om in het winkelvoetgangersgebied centrum: De ruimtelijke kwaliteit en veiligheid in het openbare gebied te waarborgen; Het gebruik voor reclame-uitingen en toepassingen te bewaken en te handhaven; Het voorkomen van verrommeling, wildgroei en excessen; Te streven naar openheid, terughoudendheid, afstemming en eenheid in zowel vormgeving, maatvoering en materiaaltoepassing van reclame-uitingen, en -toepassingen; De identiteit van Deurne centrum te bewaren. Kaart N Kerkstraat Helmondseweg Markt Stations straat Stations straat Raadhuis straat Schuifelenberg Anna Terruweplein Oude Martinet straat Martinet plein Molenstraat De Wever Toren straat Harmoniestraat Wolfsberg Molenstraat Welstandsnota gemeente Deurne

76 De sneltoetscriteria gelden voor het gebied met de gemarkeerde straten en pleinen. Dat zijn: Helmondseweg: van Markt tot Postpaadje. Kerkstraat: van Markt tot Molenlaan. Molenstraat: van Markt tot rotonde Europastraat. Stationsstraat: van Markt tot Heuvelstraat / Lage Kerk. Deze straten vallen binnen de categorieën 1 Centrumgebied Deurne: Markt en historische linten en 2 Dorpsinbreidingen. De gebieden binnen deze categorieën die buiten het voetgangers- en winkelgebied liggen vallen onder de paragraaf 3.2. Welstandstoets 1. Sneltoetscriteria Algemeen Uitingen van reclame en naamaanduiding mogen alleen aangebracht worden op de gevels op de begane grond tot aan de eerste verdieping (onderzijde ramen eerste verdieping). Als sprake is van woonfuncties op de eerste verdieping of hoger, is geen reclame uiting of aanduiding toegestaan op de eerste verdieping boven de onderzijde van de ramen. Hiervan uitgezonderd zijn naar boven doorgetrokken dichte gevels zonder zichtbare woonfunctie. Hierop mag gevelreclame worden geplaatst tot maximaal 10% van het dichte geveloppervlak, mits uitgevoerd in losse letters of een open structuur. In afwijking van het bovenstaande mogen vlaggen en banieren worden aangebracht op de eerste verdieping als daar geen sprake is van een woonfunctie. Haaks op de gevel mogen per pand of vestiging maximaal 2 gevelborden, uithangborden of lichtbakken, of twee banieren, of twee vlaggen worden geplaatst. Reclame-uitingen en toepassingen overgebracht door middel van lasertechniek, in de openbare ruimte, op- of in het straatbeeld, of op gebouwen en objecten gericht zijn, mede uit het oogpunt van veiligheid, niet toegestaan. Er wordt ambtelijk getoetst. Bij beschermde monumenten wordt getoetst door de welstandscommissie. De volgende typen van reclame-uitingen en naamaanduidingen zijn toegestaan: Gevelbord, uithangbord of lichtbak haaks op de gevel geplaatst Vormgeving In de Stationsstraat, Molenstraat, Markt en Kerkstraat is de vorm van een gevel- of uithangbord of lichtbak vrij; In Anna Terruweplein, Schuifelenberg, Martinetplein, Wever, Torenstraat en Wolfsberg zijn enkel vierkante of rechthoekige (horizontaal of verticaal aangebracht) gevelborden of lichtbak ken toegestaan die haaks op de gevel zijn geplaatst. Maatvoering Oppervlakte van een gevel- of uithangbord of lichtbak is maximaal 50x50 cm, als deze aan de gevel is bevestigd. Een gevel- uithangbork of lichtbak die is bevestigd aan de gevel van maximaal 90 cm uitsteken. Hierbij moet een vrije ruimte van 10 cm uit de gevel worden aangehouden. Een uithangbord of lichtbak, die haaks op de gevel is bevestigd aan de onderzijde van een vaste luifel of overkapping op de begane grond, heeft een oppervlakte van maximaal 50 cm hoogte x de diepte van de luifel. Uniforme dikte van gevel-, uithangbord of lichtbak is maximaal: 10 cm. Plaatsingshoogte In Wever, Torenstraat en Wolfsberg moet het hart van het gevel-, uithangbord of van de lichtbak op 3.50m hoogte worden aangebracht. In de rest van het winkelgebied moeten deze zoveel mogelijk op 3.50 m hoogte worden aangebracht. Uithangborden enlichtbakken die zijn bevestigd aan de onderzijde van een vaste luifel mogen de vrije doorgang niet hinderen Materiaalgebruik In de Stationsstraat, Molenstraat, Markt en Kerkstraat is de materiaalkeuze van het gevelof uithangbord vrij; Bij Anna Terruweplein, Schuifelenberg, Martinetplein, Wever, Torenstraat en Wolfsberg is het gevel- of uithangbord gevat in een rand van geborsteld RVS. waar achter de bedrukte kunststof platen verlichting kan worden aangebracht. Bewegende, knipperende of geluidproducerende gevelborden zijn niet toegestaan. Met uitzondering van de voorgevels van openbare voorzieningen zoals, het Cultuurcentrum, bibliotheek of VVV, in de Welstandsnota gemeente Deurne

77 vorm van een lichtkrant voor programmering, berichtgeving of aankondiging van evenementen. Wolfsberg Uitvoering gevelbord haaks op de gevel. Bestaat uit maximaal één tekst, woord of begrip per parcelleringseenheid (winkelpand). Is geplaatst in het gevelvlak boven de pui en onder de onderzijde van de ramen op de eerste verdieping. Is beperkt in de maximale breedte: de zijpenanten in de gevel moeten worden vrijgehouden. De hoogte van de belettering of het gevelbord bedraagt maximaal een derde van de hoogte van het gevelvlak tussen de bovenkant van de pui en de onderkant van de ramen op de eerste verdieping. De hoogte van een eventueel aanwezige luifel wordt hierin meegerekend. Is maximaal 10 cm dik. Belettering op de pui, etalages en ramen op de begane grond Aanbrengen in losse letters of open verbindende structuur. (voor naamgeving / logo / brancheaanduiding of reclame) Minimaal 70% van het raam of de etalage vrij moet blijven. Belettering op de pui is beperkt in de maximale breedte: de zijpenanten in de gevel moeten worden vrijgehouden. Uithangbord haaks op de gevel Banieren en vlaggen Belettering op de pui De oppervlakte van een banier is maximaal 50 cm (breedte) x 250cm (hoogte). Het banier steekt maximaal 60cm van de gevel uit. De oppervlakte van een vlag is maximaal 100 cm x 150cm. Gevelbord of belettering plat op de gevel of op een vaste luifel (afdak) Maximaal één per pand of vestiging. Belettering voor naamgeving, logo, brancheaanduiding in losse letters of open verbindende structuur of op een gevelbord aan te brengen op de gevel boven boven de pui of op de vaste luifel op de begane grond. Een lichtbak plat op de gevel of luifel is niet toegestaan. Belettering op de etalage Welstandsnota gemeente Deurne

78 Terrasafscheidingen en terrasschermen Algemeen Terrassen zijn opgesteld binnen de daarvoor gemarkeerde- of vergunde terrasruimte. De bomenstructuur (bomen inclusief boomroosters) in het centrum moet vrijblijven van vaste objecten zoals bijvoorbeeld boombanken en terrasafscheidingen. De hardstenen loopstroken en -routes op de Markt en in de Helmondseweg moeten vrijblijven van vaste objecten. Terrasschermen Lengte maximaal 2.25m gemeten haaks op de gevel. Met uitzondering van: o Hoek Visser / Markt. Om de doorgaande verkeersfunctie over de Visser voldoende van de terrasfunctie te scheiden is hier een terrasscherm van maximaal 10.00m gemeten uit de hoekgevel toegestaan. o Helmondseweg. Tussen nr.2a en nr.4 een terrasscherm van maximaal 6.15m gemeten uit de gevel toegestaan. o Markt noord- en westzijde. Een terrasscherm van maximaal 5.00m o gemeten uit de gevel toegestaan. Martinetplein Cultuurcentrum. Maximaal de diepte van het hardstenen bordes voor de gevel. Hoogte maximaal 1.50m. Terrasafscheidingen / schermen moeten minimaal voor 70% transparant worden uitgevoerd. De (voor)zijde van een terras, gericht naar- of aan de openbare ruimte, straat of plein, mag niet dichtgezet worden met terrasafscheidingen / schermen. Deze zijde moet helemaal open blijven. Opdruk in tekst en beeld voor dranken of producten op terrasafscheidingen / schermen is niet toegestaan. Stationsstraat Terras noordzijde: tot de hardstenen brede bomenstrook. Terras: binnen de markering. Hardstenen loopstrook vrijhouden. Markt Terras zuidzijde: tot de visuele lijn van het straatmeubilair Martinetplein Terras: binnen de markering Welstandsnota gemeente Deurne

79 Martinetplein Raadhuisstraat Terras: westzijde t/m de smalle hardstenen strook. Parasols, markiezen, luifelszonneschermen (luifels) en knikarmen Kleuren donkergroen, (donker)rood, grijstinten tot zwart, ecru, beige, oker tot donkerbruin. Effen gekleurd of gecombineerd streepdesign. Hierop aangebrachte reclame uiting of opdruk in tekst en beeld voor dranken, producten of anderszins is niet toegestaan, behalve voor opdruk in de volant of de randzone met alleen de naam of het logo van de horecagelegenheid. Parasols hebben een doorsnede van maximaal 6. m en mogen niet uitsteken buiten het terras. Welstandsnota gemeente Deurne

Gemeenteblad nr. 288, 24 maart 2016

Gemeenteblad nr. 288, 24 maart 2016 Gemeenteblad nr. 288, 24 maart 2016 1 Welstandsnota Gemeente Deurne 2014, partiële herziening 2015 Welstandsnota gemeente Deurne 2014, partiële herziening 2015 Vastgesteld 16 februari 2016 1 Welstandsnota

Nadere informatie

Welstandsnota Gemeente Deurne 2011

Welstandsnota Gemeente Deurne 2011 Welstandsnota Gemeente Deurne 2011 Welstandsnota gemeente Deurne Ontwerpversie: januari 2011 Inspraak: met ingang van 11 februari 2011 gedurende 6 weken Raadscommissie Wonen en Economie: 24 mei 2011 Vastgesteld

Nadere informatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 4, Vorchten 1. Beschrijving bestaande situatie der tijden zijn aanbouwen gerealiseerd, soms opvallend qua massa maar zodanig rekening houdend met de locatie en zichten dat zij geen afbreuk doen

Nadere informatie

Gebied 12 Elst Centrum

Gebied 12 Elst Centrum Gebied 12 Elst Centrum het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 12 Elst centrum 131 Gebiedsbeschrijving Structuur Het centrum van Elst wordt gevormd door de licht gekromde

Nadere informatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie GELDERS GENOOTSCHAP Welstandsnota Heerde Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied komen zeven bruggen over het Apeldoorns Kanaal aan de orde. Bruggen

Nadere informatie

Ontwerp beeldkwalititeitplan. St.-Annaparochie. Ulbe van Houtenlocatie VOGELVLUCHT. 2 april 2015

Ontwerp beeldkwalititeitplan. St.-Annaparochie. Ulbe van Houtenlocatie VOGELVLUCHT. 2 april 2015 Ontwerp beeldkwalititeitplan St.-Annaparochie VOGELVLUCHT Ulbe van Houtenlocatie 2 april 2015 Ulbe van Houtenstraat Schetsontwerp stedenbouwkundig plan 13 november 2014 Inleiding Dit beeldkwaliteitplan

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1.

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1. Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1. Blz.1 Er is een verzoek ingediend om op een perceel grond op de hoek van de Olieslagweg en de Hengelosestraat een bestaande vrijstaande

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging)

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging) Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging) Gemeente Emmen 21 april 2011 2 1. Inleiding Dit Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein

Nadere informatie

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 colofon SAB Arnhem B.V. Contactpersoon: Arjan van der Laan bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:

Nadere informatie

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig 93 Gebiedsbeschrijving Structuur

Nadere informatie

Deelgebied 3, Veessen. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 3, Veessen. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 3, Veessen 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied is onderscheid te maken tussen het historisch dorpse bebouwingslint langs de Kerkstraat en de dijkbebouwing aan de IJsseldijk.

Nadere informatie

Deelgebied 2, Wapenveld centrum. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 2, Wapenveld centrum. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 2, Wapenveld centrum 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied is onderscheid te maken tussen het historisch dorpsgebied langs de Klapperdijk en de Kerkstraat en de gemengde bebouwing

Nadere informatie

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3.4. Sint Jansklooster Gebiedsbeschrijving Structuur Aan de oostelijke rand van de stuwwal is de lintbebouwing van Sint Jansklooster uitgegroeid tot een

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen Compendium Gemeente Brummen Engelenburgerlaan 31 Postbus 5 6970 AA Brummen Van Wanrooij Projectontwikkeling BV Broekstraat 2 5386 KD Geffen Rotij Vastgoedontwikkeling

Nadere informatie

Individuele woningbouw niveau 3

Individuele woningbouw niveau 3 Gebied 11: Canadalaan Individuele woningbouw niveau 3 Bebouwing De bebouwing in dit gebied dateert uit de jaren 70-80 en de oorspronkelijke functie is gelijk aan de huidige; te weten wonen. De bebouwing

Nadere informatie

Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing

Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing Hier geldt een regulier welstandsniveau, zier hiervoor de niveaukaart. Vergunningvrij? Voor een groot aantal ingrepen aan uw woning hoeft u geen omgevingsvergunning

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp 't Pierik fase 2 Govert Flinckstraat 31 - postbus 1158-8001 BD Zwolle 038-4216800 13 november 2008 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp t Pierik fase 2 1. Inleiding 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA 2014 Deel III: Ambtelijke

Nadere informatie

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving 4. Zeekleilandschap 4.1. Zeekleilandschap Gebiedsbeschrijving Structuur Het zeekleilandschap is een vlak en open weidegebied, met percelen van wisselende grootte. De erfbeplanting bestaat voornamelijk

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Team stedenbouw Ontwerp29112017 1 Inleiding Het bestaande complex van Heerenhage in wijk De Greiden in Heerenveen zal volledig herontwikkeld worden. De bestaande

Nadere informatie

Gebied 5 Historische invalswegen

Gebied 5 Historische invalswegen Gebied 5 Historische invalswegen Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 5 Historische invalswegen 81 het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 5 Historische invalswegen

Nadere informatie

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving 9.1.A Het Hessingterrein Gebiedsbeschrijving Ruimtelijke structuur Het Hessingterrein is gelegen aan de Utrechtseweg, die De Bilt en Zeist verbindt met Utrecht. Kenmerkend voor de omgeving van deze gebiedsontsluitingsweg

Nadere informatie

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 7 - schotel-, spriet- en staafantennes

Nadere informatie

BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin

BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin 1. inleiding In 2003 is een locatieonderzoek verricht voor de toekomstige woningbouwopgave van Manderveen. Uit

Nadere informatie

4.2 BEELDKWALITEIT. Inleiding. Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste

4.2 BEELDKWALITEIT. Inleiding. Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste 4.2 BEELDKWALITEIT Inleiding Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste stedenbouwkundige samenhang en blijft beperkt tot díe elementen en aspecten die het beeld

Nadere informatie

Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost

Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost(vastgesteld) Inhoudsopgave Bijlagen bij regels Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Plek voor ideeën e Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Beeldkwaliteitsplan Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d. 20-9-2017 Uitgangspunten bouwmogelijkheden gemeentelijke kavels: Hoofdgebouw dient gebouwd te worden in de voorgevelrooilijn (zie bijlage); De afstand tussen het

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND Algemeen Doel In dit document worden richtlijnen beschreven voor de vormgeving van de bebouwing en de openbare ruimte in het stedenbouwkundig plan de Hoge Varen. Dit document

Nadere informatie

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten Welstandsnota 2004 4 e Aanvulling Gemeente Dronten Inleiding In dit beleidsdocument is een nieuw gebied beschreven, bestaande uit drie deelgebieden, dat een aanvulling vormt op de Welstandsnota van de

Nadere informatie

Gemengde bebouwing niveau 3

Gemengde bebouwing niveau 3 Gebied 8: Nederheide Gemengde bebouwing niveau 3 Bebouwing De westkant van de straat Nederheide hoort bij Woensdrecht, terwijl de oostkant bij Hoogerheide hoort. De oorspronkelijke bebouwing dateert uit

Nadere informatie

1 2 3 4 B B B 5 B B B A C B B B 6 7 A 8 D K 9 K K K 10 N K 11 E L G K L F L 12 H K 13 K M 14 K M I 15 H J 16 17 18 19 20 21

1 2 3 4 B B B 5 B B B A C B B B 6 7 A 8 D K 9 K K K 10 N K 11 E L G K L F L 12 H K 13 K M 14 K M I 15 H J 16 17 18 19 20 21 1 2 3 4 5 6 C 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Welstandsnota Enschede ouwen aan identiteit Algemene brochure A A D N F E G H I H J November 2006 L L L M M Ontwerp nota: Landscape Architects for

Nadere informatie

bijlagen bij de Toelichting

bijlagen bij de Toelichting bijlagen bij de Toelichting 50 Rhoadviseursvoorleefruimte 050100.1840401 51 Bijlage1 Kavelpaspoortenfasen3&4 Rhoadviseursvoorleefruimte 050100.1840401 52 Rhoadviseursvoorleefruimte 050100.1840401 Kavelpaspoor

Nadere informatie

Landschappelijk Wonen Mussel

Landschappelijk Wonen Mussel gemeente Stadskanaal Landschappelijk Wonen Mussel Verkoopbrochure maart 2014 - kaveltekening en prijzen - bestemmingsplan - beeldkwaliteitsplan Leeswijzer Op bladzijde 3 en 4 vindt u de verkaveling en

Nadere informatie

17. BUURTSCHAPPEN LANGBROEKERDIJK (NEDER-)LANGBROEK

17. BUURTSCHAPPEN LANGBROEKERDIJK (NEDER-)LANGBROEK 17. BUURTSCHAPPEN LANGBROEKERDIJK (NEDER-)LANGBROEK Buurtschappen Langbroekerdijk (Gebiedstype H9.2) De uitlopers van het Langbroekerwetering-lint zijn de kleine clusters van bebouwing direct grenzend

Nadere informatie

GEMEENTE KRIMPENERWAARD. nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase)

GEMEENTE KRIMPENERWAARD. nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase) GEMEENTE KRIMPENERWAARD nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase) Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB BREDA telefoon: 076-5225262 internet: email:

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg Team stedenbouw Voorontwerp 16032017 Inleiding De locaties van de scholen

Nadere informatie

Aanvulling Nota Ruimtelijke Kwaliteit. Plangebied Aldenhofpark. Hoensbroek

Aanvulling Nota Ruimtelijke Kwaliteit. Plangebied Aldenhofpark. Hoensbroek Aanvulling Nota Ruimtelijke Kwaliteit Plangebied Aldenhofpark Hoensbroek opdrachtgever College van Burgemeester en Wethouders projectnummer 1760 revisie 2 datum auteur J. Daems 1. Inleiding Het gebied

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

8. Haarstraat. 9. Nijverdalseweg. 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg

8. Haarstraat. 9. Nijverdalseweg. 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg 8. Haarstraat 9. Nijverdalseweg De Esstraat vormt de oude verbinding tussen de kern van Rijssen naar de oude Esgronden. Nabij de aansluiting van de Tabaksgaarden

Nadere informatie

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1 BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1 1 juli 2015 Doel In dit document worden de richtlijnen beschreven voor de vormgeving van de bebouwing in het stedenbouwkundig plan voor Drielanden west fase 1.

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

Deelgebied 6, IJsseldijk en uiterwaarden. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 6, IJsseldijk en uiterwaarden. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 6, IJsseldijk en uiterwaarden 1. Beschrijving bestaande situatie De IJsseldijk met de lager gesitueerde uiterwaarden loopt in oostelijke richting in de gemeente Wijhe en gaat vervolgens weer

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN 16 februari 2004 Inhoud presentatie Inleiding Opbouw van de welstandsnota Beoordelingskader 2 voorbeelduitwerkingen Procedure Inleiding Aanleiding welstandsnota Welstandsnota

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 1 juli 2013 232.30.05.35.00 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Hunenborg. Zwavertshoek. Nijhofshoek. Ontwerpen va nuit respect. wijkdelen A R C H I T E C T E N

Hunenborg. Zwavertshoek. Nijhofshoek. Ontwerpen va nuit respect. wijkdelen A R C H I T E C T E N voorlopig ontwerp hieraan kunnen geen rechten worden ontleend wijkdelen Hunenborg Zwavertshoek BELT MAN A R C H I T E C T E N Ontwerpen va nuit respect Nijhofshoek 3.5.8 STEMPELWIJKEN welstandsnota titel

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase juni 2009

Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase juni 2009 Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase 275.11.02.31.00.00 11 juni 2009 Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase 275.11.02.31.00.00 11 juni 2009 Inhoud 1.0 Aanleiding

Nadere informatie

Het dozijn van Sluiseiland, Vianen. Beeldkwaliteitscriteria voor Sluiseiland in 12 afspraken

Het dozijn van Sluiseiland, Vianen. Beeldkwaliteitscriteria voor Sluiseiland in 12 afspraken Het dozijn van Sluiseiland, Vianen Beeldkwaliteitscriteria voor Sluiseiland in 12 afspraken Juni 2018 Het dozijn van Sluiseiland, Vianen Beeldkwaliteitscriteria voor Sluiseiland in 12 afspraken Verschillende

Nadere informatie

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt 8-7-14 Beeldkwaliteitplan Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt 2 juli 2014 1 Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB BREDA telefoon: 076-5225262 fax: 076-5213812 internet: email:

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen REGULIERE AANVRAGEN OMGEVINGSVERGUNNING 1. WABO/2015/80 Rabobank Bouwadres Lange Zelke

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker Lunteren mei 0 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 N Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 Inhoud Inleiding Stedenbouwkundige uitgangspunten Gebouwen

Nadere informatie

3. HET BEBOUWINGSBEELD VAN RIETWIJK ZUID

3. HET BEBOUWINGSBEELD VAN RIETWIJK ZUID 3. HET BEBOUWINGSBEELD VAN RIETWIJK ZUID 3.1. Inleiding De bebouwingsregels voor Rietwijk dienen een aantal doelen. In de eerste plaats moeten de regels recht doen aan de uitgangspunten van het Masterplan.

Nadere informatie

BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM. 7 juli 2010

BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM. 7 juli 2010 BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM 7 juli 2010 Notitie Havenkwartier Koudum Code 085003 / 07-07-10 GEMEENTE NIJEFURD 085003 / 07-07-10 BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

1/6. Toelichtend deel. Inleiding

1/6. Toelichtend deel. Inleiding Toelichtend deel Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige situatie en omgeving van het plangebied en worden de beeldkwaliteitseisen aangegeven voor de nieuw te bouwen woningen. Met het opstellen

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Erve Broekmate concept / Datum: 5 november 2012

Beeldkwaliteitplan Erve Broekmate concept / Datum: 5 november 2012 Beeldkwaliteitplan Erve Broekmate concept / Datum: 5 november 2012 Oorsprong van het plangebied Erve Broekmate is een locatie in het zuiden van Nijverdal. Ter hoogte van de kruising van de Keizersweg met

Nadere informatie

Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d. 24-11-2016 Uitgangspunten bouwmogelijkheden gemeentelijke kavels: Hoofdgebouw dient gebouwd te worden in de voorgevelrooilijn (zie bijlagen); De afstand tussen

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken 5.4.8. Deelgebied Naoorlogse woonwijken Algemene kenmerken Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.5. Steenwijkerwold Gebiedsbeschrijving Structuur Steenwijkerwold is centraal gelegen op de stuwwal en is ontstaan als gevolg van het samengroeien van de

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Herontwikkeling Brinkstraat 16 Oud Borne (voormalig terrein Morselt)

Beeldkwaliteitsplan Herontwikkeling Brinkstraat 16 Oud Borne (voormalig terrein Morselt) Beeldkwaliteitsplan Herontwikkeling Brinkstraat 16 Oud Borne (voormalig terrein Morselt) 1.1 Inleiding Initiatiefnemers zijn voornemens om op de voormalige locatie van aannemersbedrijf Morselt aan de Brinkstraat

Nadere informatie

LINTBEBOUWING (sterke samenhang)

LINTBEBOUWING (sterke samenhang) 5 LINTBEBOUWING (sterke samenhang) Gebiedsbeschrijving In de na-oorlogse periode is op nieuwe plaatsen en in het verlengde van bestaande linten, nieuwe lintbebouwing gerealiseerd. Doordat deze linten in

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet Jaarverslag Welstandstoezicht 2014 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen Juni 2015

Nadere informatie

9.1.F Inventum. Gebiedsbeschrijving

9.1.F Inventum. Gebiedsbeschrijving 9.1.F Inventum Gebiedsbeschrijving De voormalige locatie van lnventum is gelegen aan de Leijenseweg op de hoek van de 2e Brandenburgerweg. In 1908 werd daar de eerste fabriekshal gebouwd voor Inventum;

Nadere informatie

BEELDKWALITEITPLAN WATERTOREN UPPEL

BEELDKWALITEITPLAN WATERTOREN UPPEL BEELDKWALITEITPLAN WATERTOREN UPPEL Gorinchem, maart 2012 Drs. J. Beijer en Drs. M. Meerkerk INLEIDING In dit beeldkwaliteitplan voor de watertoren van Uppel worden handreikingen geboden aan de hand waarvan

Nadere informatie

St.-Annaparochie. Ulbe van Houtenlocatie

St.-Annaparochie. Ulbe van Houtenlocatie Ontwerp beeldkwalititeitplan St.-Annaparochie Ulbe van Houtenlocatie 14 juli 2015 Inleiding Dit beeldkwaliteitplan is gericht op de ontwikkeling van een Aldisupermarkt en nieuw te bouwen woningen op de

Nadere informatie

BEELDKWALITEITS PARAGRAAF HOEK MOLENBERGLAAN ST. FRANCISCUSWEG HEERLEN

BEELDKWALITEITS PARAGRAAF HOEK MOLENBERGLAAN ST. FRANCISCUSWEG HEERLEN BEELDKWALITEITS PARAGRAAF HOEK MOLENBERGLAAN ST. FRANCISCUSWEG HEERLEN Janssen de Jong Projectontwikkeling inex architecten 11.11.2013 Janssen de Jong Projectontwikkeling - inexarchitecten INHOUDSOPGAVE:

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden Inhoudsopgave - Inleiding - Doelstelling o Proces o Bestemmingsplan - Het plan o Beschrijving o Ambitie o Beeld o Gevelopbouw o Detaillering o Materialisering

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen

Nadere informatie

Welstandscriteria Oud Middachten

Welstandscriteria Oud Middachten 2015 Welstandscriteria Oud Middachten Behorende bij de Welstandsnota 6-11-2015 1 P a g i n a Vastgesteld xx.xx.xxxx 2 P a g i n a Inhoud 1 Algemeen... 5 1.1 Leeswijzer... 5 1.2 Aandachtsvelden bij de beoordeling...

Nadere informatie

Gemeente. Hof van Twente. beeldkwaliteitplan stadhuis Delden

Gemeente. Hof van Twente. beeldkwaliteitplan stadhuis Delden Gemeente Hof van Twente beeldkwaliteitplan stadhuis Delden Rho adviseurs Oenkerk 7 juli 2014 Gemeente Hof van Twente beeldkwaliteitplan stadhuis Delden Rho adviseurs Oenkerk referte: Guido van Loenen opdrachtnr.

Nadere informatie

BEELDKWALITEITSPLAN. Schutboom en omgeving Gemeente Best

BEELDKWALITEITSPLAN. Schutboom en omgeving Gemeente Best BEELDKWALITEITSPLAN Schutboom en omgeving Gemeente Best Croonen Adviseurs b.v. Hoff van Hollantlaan 7 Postbus 435 5240 AK Rosmalen Tel: 073 5233900 Fax: 073 5233999 www.croonen.nl BOE01-BES00006-01f 10

Nadere informatie

LORENTZ III HARDERWIJK

LORENTZ III HARDERWIJK LORENTZ III HARDERWIJK BEELDKWALITEITPLAN BEDRIJVENTERREIN LORENTZ III BEELDKWALITEITPLAN BEDRIJVENTERREIN LORENTZ III Algemeen Doel In dit document worden richtlijnen beschreven voor de vormgeving van

Nadere informatie

Uitgangspunten voor doorontwikkeling Binnenstad

Uitgangspunten voor doorontwikkeling Binnenstad Uitgangspunten voor doorontwikkeling Binnenstad In deze bijlage worden de uitgangspunten voor doorontwikkeling weergegeven. Er wordt een onderscheid gemaakt naar de historische bebouwingsstructuur en het

Nadere informatie

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 1 - kozijn- en gevelwijzigingen dorp stad & land

Nadere informatie

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012 beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012 Inleiding In de Welstandsnota Staphorst is aangegeven dat er bij nieuwe ontwikkelingen (zowel uitbreidingen als inbreidingen) gelet moet

Nadere informatie

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013"

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de Welstandsnota Helmond 2013 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Helmond Nr. 126803 21 juli 2017 1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013" De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel

Nadere informatie

AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen

AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen 26 januari 2015 2 inhoud Inhoudsopgave Luchtfoto plangebied Inleiding Beelden bestaande situatie Nieuwe situatie, positie en kapvorm bebouwing Impressie bouwplan

Nadere informatie

BEELDKWALITEITSPLAN JULIANASTRAAT STERREBOSSTRAAT HAAKSBERGEN. gemeente Haaksbergen

BEELDKWALITEITSPLAN JULIANASTRAAT STERREBOSSTRAAT HAAKSBERGEN. gemeente Haaksbergen BEELDKWALITEITSPLAN JULIANASTRAAT STERREBOSSTRAAT HAAKSBERGEN gemeente Haaksbergen BEELDKWALITEITSPLAN JULIANASTRAAT STERREBOSSTRAAT HAAKSBERGEN opdrachtgever: Gemeente Haaksbergen APRIL 2012 opgesteld

Nadere informatie

beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm

beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm 17.02.09 wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Inventarisatie omgeving Inleiding Het voorliggende beeldkwaliteitsplan dient ter inspiratie voor de architectuur

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.3. Eesveen en IJsselham Gebiedsbeschrijving Structuur Parallel aan het beekdal van de Steenwijker Aa en aan de oostelijke rand van de noordelijke stuwwal

Nadere informatie

3 augustus 2012. 32 woningen in groenzone

3 augustus 2012. 32 woningen in groenzone Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Daalkampen II 030.00.02.45.20.00 3 augustus 2012 32 woningen in groenzone Beeldkwaliteitsplan, Daalkampen II - 32 woningen in groenzone 030.00.02.45.20.00 3 augustus

Nadere informatie

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011)

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) Op 27 november 2008 heeft de gemeenteraad specifiek welstandsbeleid vastgesteld voor

Nadere informatie

Rapport. rijwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden

Rapport. rijwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden Rapport rijwoning voorbeeld-document bouwmogelijkheden 1 INHOUDSOPGAVE 3 Bestemmingsplan Bomenbuurt 2002 2 5 Vergunningvrij bouwen 6 Uitbreidingsmogelijkheden 9 Welstandsbeleid 10 Overzichtstabel BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Beleidsregels erfafscheidingen. februari 2014

Beleidsregels erfafscheidingen. februari 2014 Beleidsregels erfafscheidingen februari 2014 Inhoud 1. Inleiding...2 2. Wettelijk kader: Wabo en bestemmingsplan...3 3. Welstand...4 4. Handhaving...5 Bijlagen...7 1 1. Inleiding Aanleiding Zederik is

Nadere informatie

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2.6. Steenwijk bedrijventerreinen Gebiedsbeschrijving Structuur Aan de buitenrand van Steenwijk is een aantal bedrijventerreinen gesitueerd.

Nadere informatie

Deelgebied 1, Heerde centrum. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 1, Heerde centrum. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 1, Heerde centrum 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied onderscheidt het zuidelijke bebouwingslint zich van het historische dorpshart. Historische dorpsgebied Het dorpshart van

Nadere informatie

, voorzitter. , griffier

, voorzitter. , griffier Beeldkwaliteitplan Heinkenszand Over de Dijk, fase III, deelgebieden Oostelijk woongebied en Clara s Pad september 2008 Vastgesteld door de raad van de gemeente Borsele bij besluit van 4 september 2008,

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 1 RIJSSEN WONEN 31

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 1 RIJSSEN WONEN 31 Situering - De situering van de bebouwing dient te worden afgestemd op de bebouwingskarakteristieken van de directe omgeving. - In gebieden waarbij in de situering sprake is van een grote mate van eenheid

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN 2.2 Welstandsniveaus Aan elk gebied in de gemeente Bernheze is een welstandsniveau toegekend. De basis voor het welstandsniveau is gelegen

Nadere informatie

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath gemeente T i e l Plan Muggenborch Kapel Avezaath Kavelpaspoort A: Richtershof Uw eigen droomhuis bouwen! Een eigen huis bouwen doet u waarschijnlijk

Nadere informatie

1. De linten. historische foto van het lint,kornhorn

1. De linten. historische foto van het lint,kornhorn 1. De linten De bebouwing aan de linten is divers. De bebouwing heeft vaak typerende bouwstijlen vanuit hun bouwperiode. Zichtbaar zijn de traditionele stijlen uit het einde van de 19e eeuw. Uit de eerste

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving. Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving. Inleiding De tender voor de voormalige Eurobioscoop heeft als doel de kwaliteiten van het bijzondere gebouw weer een rol te laten spelen in de nieuwe

Nadere informatie

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 08 april 2013

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 08 april 2013 beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 08 april 2013 Inleiding In de Welstandsnota Staphorst is aangegeven dat er bij nieuwe ontwikkelingen (zowel uitbreidingen als inbreidingen) gelet moet

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen Vooroverleg Aanvraag Agendapunt Aanvrager Bouwadres Aard bouw Toetsvorm Beschrijving

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Loerik III te Houten

Beeldkwaliteitplan Loerik III te Houten Beeldkwaliteitplan Loerik III te Houten Compendium Gemeente Houten Onderdoor 25 Postbus 30 3990 DA Houten Rotij Vastgoedontwikkeling BV Jutestraat 8 Postbus 252 7460 AG Rijssen EVE Architecten BV Ernst

Nadere informatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg Welstandsparagraaf Locatie Voorweg concept november 2010 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 4. ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan s-heerenhoek gedeelte de Blikken II 2e fase

Beeldkwaliteitplan s-heerenhoek gedeelte de Blikken II 2e fase Beeldkwaliteitplan s-heerenhoek gedeelte de Blikken II 2e fase Vastgesteld door de raad van de gemeente Borsele bij besluit van 4 december 2008, voorzitter, griffier gemeente titel projectnummer datum

Nadere informatie

B E E L D K W A L I T E I T S P L A N

B E E L D K W A L I T E I T S P L A N Gemeente Midden-Drenthe B E E L D K W A L I T E I T S P L A N Plan ontwikkeling Nieuwe Es 6A & 8 te Wijster. t 10192-BKP-01 14 oktober 2012 Beeldkwalteitsplan Nieuwe ES 6A & 8 te Wijster 10192-BKP-01 14-10-2012

Nadere informatie

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad Ligging Het gebied is gelegen aan de zuidzijde van Willemstad, aansluitend aan eerdere uitbreidingsgebieden buiten de vesting (zie figuur 1). De locatie

Nadere informatie