Inleiding. 1 Kort geding niet in strafrecht. Pleitnota KG Rb Utrecht , uur, eiser [ ], advocaat eiser: M. van Hulst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding. 1 Kort geding niet in strafrecht. Pleitnota KG Rb Utrecht 15-2- 11, 11.00 uur, eiser [ ], advocaat eiser: M. van Hulst"

Transcriptie

1 Pleitnota KG Rb Utrecht , uur, eiser [ ], advocaat eiser: M. van Hulst Inleiding 1 In de onderhavige zaak treed het OM op op basis van beleid 1 dat is vastgesteld naar aanleiding van het arrest van het Hof 's-gravenhage d.d. 8 november Deze zaak ligt nu voor spoed cassatie. In deze cassatie wordt onder andere de vraag behandeld onder welke voorwaarden het OM tot ontruiming mag overgaan. Zolang er geen onherroepelijke uitspraak is in de zaak die nu voor cassatie ligt past het OM hierin een terughoudend optreden. Hoewel we één en ander hier uiteraard uitvoerig kunnen behandelen wil ik voorstellen de uitspraak van de Hoge Raad hierin af te wachten, zeker aangezien het OM geen spoedeisend belang heeft bij de onderhavige ontruiming en de daaraan verbonden onomkeerbare inbreuk op het huisrecht van bewoners. 2 Kortheidshalve verwijs ik hier naar de in het onderhavige kort geding als productie ingebrachte incidentele cassatiemiddelen tegen het arrest (productie 4), de pleitnota van [ ] c.s. in hoger beroep (productie 3), de grieven van [ ] c.s. tegen het vonnis van de voorzieningenrechter te 's-gravenhage van 29 oktober 2010 (productie 2), en de pleitnota in eerste aanleg in die zaak (productie 1). Al deze stukken houden verband met het arrest van het Hof te 's-gravenhage van 8 november en de daarbij behorende voorfase en cassatie. 1 Kort geding niet in strafrecht 3 Een kort geding procedure voorziet in de gevallen waarin een spoedeisend belang een versnelde procesgang rechtvaardigt. Het kort geding heeft een kleine maar onzekere positie binnen het strafrecht en kan niet gezien worden als een effectief rechtsmiddel in de zin van artikel 13 EVRM. Kortheidshalve verwijs ik hiervoor naar de producties 1 tot en met 4. 4 Zowel mr. J.H. Blaauw in zijn boek Kort geding in strafzaken als mr. Van de Griend in zijn boek Hiaten in de Strafrechtelijke rechtsbescherming prijzen de mogelijkheid tot een kort geding indien de burger door de overheid met zijn rug tegen de muur wordt gezet door een inbreuk of dreigende inbreuk op zijn fundamentele rechten en vrijheden. Beide stellen dat het kort geding enkel een legitieme rol binnen het strafrecht bekleed indien deze voor onvoorziene hiaten/omstandigheden in het strafrecht soelaas kan bieden. Het is dan ook onbegrijpelijk dat het OM en de 1 Stcrt. 2010, nr Hof s-gravenhage, 8 november 2010, LJN BO3682 1

2 wetgever de mogelijkheid tot kort geding in een vast beleid omlijnen en zodoende menen aan de grondrechtelijke waarborgen op een eerlijk proces te voldoen. De rechtsbescherming tegen ongeoorloofde inbreuken op het recht van eerbiediging van de woning door middel van overheidshandelen moet met waarborgen zijn omkleed binnen het gesloten stelsel van strafrecht. Het beleid impliceert dat er geen sprake is van onvoorziene omstandigheden. 5 Het spoedeisend belang is bij strafrechtelijke ontruimingen niet aanwezig. Spoedeisende zaken zijn reeds door het bestuursrecht in geval van openbare orde, veiligheid etc. afdoende gedekt, en behoren ook thuis in dit rechtsgebied. Binnen de civiele rechtspleging biedt een kort geding al jaren uitkomst, in geval een eigenaar het gebruiksrecht van de woning opeist en niet gehinderd wil worden door lange procedures. Voor deze gevallen (in praktijk het leeuwendeel van ontruimingen) is het strafrecht als ultimum remedium ongeschikt. 2 Beleid te ingrijpend om door OM te worden opgesteld 2.1 Legaliteit en Codificatie 6 Het Openbaar Ministerie heeft een niet aanwezige delegatie van bevoegdheden aan haarzelf ingelezen in artikel 551a Sv. Het onderwerp van delegatie van bevoegdheden binnen het strafrecht is uitvoerig besproken bij de grondwetsherziening van Hieruit volgt dat een dergelijke delegatie slechts voor de uitwerking op detailpunten, die geen inbreuken op vrijheden van burgers en constitutioneel bepaalde machtsverhoudingen inhouden, mogelijk is 1. 7 Laat ik beginnen met een Citaat uit het boek Capita strafrecht van mr. Mevis: Het legaliteitsbeginsel en de codificatie gedachte zijn eerbiedwaardige pijlers onder ons systeem van strafrechtelijke rechtshandhaving. Ze zullen als zodanig niet elke dag in een politiek debat over strafrechtelijke wetgeving of in een concrete zaak opduiken. Maar zeker in de tegenwoordige tijd van aandringende politiek moet hun betekenis van 'staatsrechtelijk-constitutionele struikelstenen' niet worden onderschat. 2 8 Art. 107 Gw luidt: De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten. [ ] In art. 1 Sv staat: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien. 1 Kamerstukken II, nr. 7 p. 5 2 P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, 2009 p

3 9 Over de betekenis van deze bepalingen zegt mr. Corstens in Het Nederlands Strafprocesrecht op pagina 20 het volgende: [ ] Art. 1 en art. 107 GW eisen dat het strafprocesrecht zo veel mogelijk door de wetgever in formele zin wordt bepaald. De bij de strafvordering vaak in het geding zijnde rechten en vrijheden van de burgers en de via de strafvordering op te leggen sancties eisen, zoveel als mogelijk is, regeling op dit niveau. Met de door beide artikelen toegestane delegatiemogelijkheid moet voorzichtig worden omgesprongen. Noch de clausule voorzien bij in art. 1 Sv, noch de termen regelt en regeling in art. 107 GW moeten als een aansporing tot delegatie worden opgevat. De burgers zouden tekort komen, indien de wetgever zou volstaan met het aangeven van ruime grenzen binnen welke hun rechten en vrijheden mogen worden aangetast en de procedures moeten worden gevoerd, en veel zou overlaten aan lagere wetgeving of beleidsregels. De codificatiebepaling voegt hier nog iets aan toe. Zij gebiedt de wetgever de strafprocessuele wetgeving zo veel mogelijk te systematiseren in het Wetboek van Strafvordering of, zo nodig, in stelselmatig opgezette wetten De mogelijkheid tot delegatie van detailpunten is in artikel 1 Sv. opgenomen. Cleiren & Nijboer in Tekst en Commentaar Strafvordering, 2007 stellen hierover het volgende: Nadere uitwerking van een wettelijke regeling in bijvoorbeeld een Algemene Maatregel van Bestuur is niet per definitie uitgesloten. Deze dient evenwel -gelet op de betekenis van het legaliteitsbeginsel- letterlijk te worden beperkt tot 'uitwerking'. Het door lagere wetgevers zelfstandig scheppen van regelingen die inbreuken op rechten en vrijheden van de burger met zich meebrengen, dan wel inbreuken op de constitutioneel bepaalde machtsverhoudingen impliceren, staat op gespannen voet met het legaliteitsbeginsel De formele wetgever heeft er niet voor gekozen om voor de uitwerking van artikel 551a Sv. haar bevoegdheid te delegeren in art. 551a Sv zoals zij bijvoorbeeld in art. 62 Sv (verdere uitwerking van de inverzekeringstelling) wel heeft gedaan. De tekst van artikel 551a Sv staat derhalve op zichzelf en moet ook onafhankelijk van het beleid aan de eisen van het legaliteitsbeginsel voldoen. 1 mr. G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, 2008, p C. P. M. Cleiren, J.F. Nijboer, Tekst en Commentaar Strafvordering,

4 12 Over de verhouding van beleidsregels van het OM en art. 1 Sv. legt de Hoge Raad in haar uitspraak van 19 juni 1990, NJ 1991; 119 rov. 5.1 het volgende uit: Deze richtlijn bevat [ ] door de procureurs-generaal bij de hoven vastgestelde en behoorlijk bekend gemaakte regels omtrent de uitoefening van het beleid van het OM, die weliswaar niet kunnen gelden als algemeen verbindende voorschriften omdat zij niet krachtens enige wetgevende bevoegdheid zijn gegeven, maar die het OM wel op grond van beginselen van behoorlijke procesorde binden, en die zich naar hun inhoud en strekking ertoe lenen jegens betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast. 1 De Hoge Raad concludeert dat indien beleid aan de bovengenoemde eisen voldoet er niet per definitie strijd is met het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Sv. 13 In bovengenoemde betrof het een OM richtlijn, welke volgens de Instructie Beleidsregels Openbaar Ministerie is opgesteld. De beleidsbrief Strafrechtelijke Ontruimingen van 2 december 2010 (Stcrt. 2010, nr ) is een OM aanwijzing met dwingende normatieve beleidsregels, gepubliceerd door het College van procureursgeneraal, en derhalve geen richtlijn. 14 De beleidsbrief geeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat deze ook de status aparte van de OM richtlijnen toekomt en onder bovengenoemde voorwaarden niet in strijd met artikel 1 Sv zou zijn. Inhoud en strekking van het beleid leent zich er niet toe om jegens betrokken als rechtsregels te worden toegepast. Verderop zal ik mij op de onduidelijkheden van dit beleid richten. 15 De beleidsbrief is geen uitwerking van de bevoegdheid maar een zelfstandig geschapen regeling die inbreuken op rechten en vrijheden van de burger met zich meebrengt en inbreuken op de constitutioneel bepaalde machtsverhoudingen impliceert. 16 Het onderhavige beleid maakt een inbreuk op de volgende vrijheden van burgers: recht op een eerlijk proces, non incriminatie, geen straf zonder schuld. Hierover is in de zaak die nu voor cassatie ligt uitvoerig gesproken en ik verwijs kortheidshalve naar producties 1 tot en met Met de constitutioneel bepaalde machtsverhoudingen wordt in dit beleid een loopje genomen. De houding van het OM verandert van inquisitoir naar accusatoir (het OM draagt in een onderhavig geschil enkel argumenten aan die de voorgenomen ontruiming zullen ondersteunen), de burger wordt geacht om zelf voor zijn rechtsbescherming op te komen tijdens het opsporingsonderzoek, rechtspraak in twee instanties binnen het reguliere strafrecht wordt door het OM aan de kant gezet, 1 Hoge Raad 19 juni 1990, NJ 1991; 119, rov

5 bij de uitzonderingsgevallen genoemd in het beleid stelt het OM de wederrechtelijkheid vast en gaat zodoende op de stoel van de rechter zitten. Voor een verdere uitwerking van de implicaties die bovenstaande met zich mee brengt verwijs ik u kortheidshalve deels naar de producties 1 tot en met Het Openbaar Ministerie heeft geen bevoegdheid om beleid te maken op dit punt. De inhoud en strekking van het beleid leent zich er immers niet toe om jegens betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast. Het onderwerp van het beleidsstuk leent zich niet voor delegatie, omdat zij geen detailpunt/uitwerking van art. 551a is, is het beleid in strijd met het legaliteitsbeginsel. 2.2 Ontruiming zonder rechterlijke titel 19 Aan de waarborg van een effective remedy neergelegd in artikel 13 EVRM is, ook indien er een mogelijkheid tot kort geding wordt geboden, niet aanwezig. Het gaat hier om het fundamentele grondrecht van de onschendbaarheid van de woning. De ontruiming van een woning is de grootst mogelijke inbreuk op dit recht, bevestigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak McCann 1. Bij dusdanige inbreuken kan een kort geding geen wezenlijk onderdeel van de rechtsbescherming zijn nu een dergelijke procedure niet aan de waarborgen van artikel 13 EVRM voldoet. 20 Zij die er van verdacht worden van overtreding van artikel 138a moeten zelf de weg vinden naar een onafhankelijk en onpartijdige rechter om een inbreuk te voorkomen. Ter vergelijking: voorlopig gehechten worden ook niet met een dergelijke rechtsgang geconfronteerd en hebben een met waarborgen omklede wettelijke procedure die doorlopen wordt met uitgebreide toetsingsmomenten door een onafhankelijke rechter. Verdragsrechtelijk kan een toetsing door middel van een kort geding niet gezien worden als een effective remedy in de zin van artikel 13 EVRM tegen inbreuken op een grondrecht. Het Hof stelt in de zaak X 2 (Productie 7) en Carreira 3 : The Court notes that the convention institutions have consistently taken the view that article 6 2 does not apply for proceedings for interim relief. The purpose of such proceedings is to deal with a temporary state of affairs pending the outcome of the main proceedings; consequently they do not result in a determination of civil rights and obligations ( ). Dit is klare taal en het is dan ook volstrekt onduidelijk waarom de initiatiefnemers een kort geding procedure als de methode van rechtsbescherming voor ogen hebben. 1 McCann t. Verenigd Koninkrijk, nr /04, EHRM 13 mei X t. Verenigd Koninkrijk, nr. 7215/75, EHRM 5 november Moura Carreira e.a. t. Portugal, nr /98, EHRM 6 juli

6 2.3 Beleidsnotitie onduidelijk 21 Zelfs indien het OM de formele bevoegdheid zou hebben om beleid op te stellen dan dient het beleid aan zekere kwaliteitseisen te voldoen om te kunnen spreken van voorzienbaarheid van de uitvoering. Het onderhavige beleid is dermate onzorgvuldig en zelfs innerlijk tegenstrijdig dat er niet gesproken kan worden van voorzienbaarheid. 22 Als men kijkt naar het beleid valt allereerst op dat het slechts op de site van de Staatscourant te vinden is. Kennelijk achtte het OM het niet noodzakelijk voor de kenbaarheid van dit beleid om het ook op haar eigen site te publiceren. 23 Het beleid van het OM gaat verder uit van de mogelijkheid om in bijzondere gevallen bewoners elke rechtsbescherming te ontnemen tegen inbreuken op hun huisrecht. Dergelijke uitzonderingen voor bijzondere gevallen worden niet toegelaten door het EHRM. Bovendien zijn ze dermate breed geformuleerd dat dit de voorzienbaarheid ernstig aantast. 24 Wat verder opvalt aan het beleid is dat het uitgaat van de mogelijkheid tot ontruiming slechts nadat de wederrechtelijkheid is komen vast te staan blijkens de zinsnede: kan het wederrechtelijk bewoonde pand terstond 1. Uiteraard is dit voor de rechtszekerheid van de burger toe te juichen, maar blijkens deze zaak bedoelt het OM kennelijk iets anders dan zij schrijft. 25 Indien er inbreuk wordt gemaakt op de rechten uit het EVRM moet deze inbreuk gebaseerd zijn op normen die met voldoende precisie zijn geformuleerd zodat de burger er zijn gedrag op kan afstemmen, zoals reeds is uitgemaakt in het Sunday Times arrest 2. Het onderhavige beleid voldoet zoals betoogd op meerdere punten niet aan deze eis. 1 Stcrt. 2010, nr , laatste alinea p. 1 2 Sunday Times t. Verenigd Koninkrijk, nr. 6538/74 EHRM, 26 april

7 3 Eisen aan aanzegging 26 Naar aanleiding van het arrest van het Hof s-gravenhage van 8 november jongstleden 1 is het OM overgegaan tot het vormen van beleid 2 waar het doen van aanzeggingen deel van uit maakt. Hoewel dit beleid ontegenzeggelijk beter is dan de werkwijze van het OM voor 8 november. Het arrest bepaalde dat ontruimingen minstens aangekondigd moeten worden, maar ging niet in op de manier waarop deze aankondiging gedaan zou moeten worden. Hierna zal worden ingegaan worden aan de minimumeisen die gesteld moeten worden aan een aanzegging tot ontruiming. Nogmaals wil ik benadrukken dat het aanzeggingsstelsel een niet bij wet voorziene inbreuk op het huisrecht oplevert. 3.1 Geen brief, maar exploot 27 Bij cliënt is de aanzegging als gewone brief bezorgd. Dit biedt onvoldoende zekerheid dat deze brief ook daadwerkelijk aankomt. Bij procedures waar het gevaar is dat mensen hun woning verliezen is het gebruikelijk de belangrijke zaken per exploot mee te delen. Zelfs nadat een rechtspraak op tegenspraak is verloren dient het vonnis betekend te worden alvorens het ten uitvoer gebracht kan worden. Er is geen reden om bij toepassing van art. 551a Sv. hiervan van af te wijken. 3.2 Redelijke termijn 28 Het OM stelt zich op het standpunt dat een aanzeggingstermijn van een week voldoende is. Dit gaat echter voorbij aan verschillende omstandigheden die zich in de praktijk voordoen. Om binnen de termijn van maximaal 5 werkdagen te blijven zal na de dag van ontvangst direct een advocaat gevonden moeten worden, die de volgende dag tijd heeft voor een afspraak en het opstellen van de concept dagvaarding en deze te verzenden. Tegen het einde van de volgende dag zal het zittingstijdstip bekend zijn. Dan kan de deurwaarder de dagvaarding op de laatste dag van de termijn betekenen. De termijn van een week is dermate kort dat slechts bij onvertraagde uitvoering van alle eerder omschreven stappen binnen deze termijn betekend kan worden. 29 Het woonrecht houdt het recht tot ongestoord gebruik van de woning in. Dit recht omvat eveneens het recht om de woning te verlaten en enkele dagen afwezig te zijn, bijvoorbeeld voor vakantie of familiebezoek. Een daadwerkelijke waarborg tegen inbreuken op het woonrecht dient hier, binnen de grenzen van de redelijkheid, rekening mee te houden. Een redelijke aanzeggingstermijn zou zeker vier weken zijn. Dit is ruim onder de opzeggingstermijn van 3 maanden van tijdelijke huurovereenkomsten (art 16 lid 5). In het keurmerk leegstandsbeheer stellen zelfs anti-kraak bedrijven zelf dat 28 dagen de ondergrens is voor de kennisgeving bij het beëindigen van bewoning. 1 Hof s-gravenhage, 8 november 2010, LJN BO Stcrt. 2010,

8 4 Wederrechtelijkheid is afwezig 30 De vraag of de bewoning van een gebouw wederrechtelijk is, is bij uitstek een civielrechtelijk geschil tussen de bewoners en eigenaar. De informatie ligt ook duidelijk bij deze twee partijen. Het OM heeft per definitie een informatieachterstand ten opzichte van beide partijen. Om de procedures efficiënt te laten verlopen ligt het dan ook voor de hand om eigenaar en bewoners dit onderling uit te laten uitmaken, eventueel met tussenkomst van een rechter. 31 Een goed voorbeeld van een procedure waarbij het handelen van het OM de procedure eerder bemoeilijkt dan vergemakkelijkt heeft was het kort geding van 11 februari te Utrecht. Hierbij heeft de eigenaar stukken overlegt aan de bewoners van het pand waaruit onomstotelijk het belang van de eigenaar bij ontruiming bleek. Vervolgens zijn de bewoners met de eigenaar overeen gekomen zo spoedig mogelijk hun woning te verlaten. Hieraan heeft het zelfstandig optreden van het OM niets bijgedragen. Wel heeft het optreden tijd en middelen van de rechterlijke macht, het OM en de landsadvocaat gekost. 4.1 Onduidelijkheid over feiten en omstandigheden 32 De feiten en omstandigheden die bij het OM kennelijk leiden tot de verdenking van overtreding van art. 551a blijken niet uit de aanzegging tot ontruiming. De bewoners van het onderhavige pand kunnen slechts naar deze omstandigheden gissen. Zeker aangezien de eigenaar noch enig ander hen ooit gevorderd heeft het pand te verlaten. 33 De door de Staat als productie 1 ingebrachte aangifte spreekt van huur, terwijl dit onderbouwd wordt met de wezenlijk andere bruikleenovereenkomst. Uit de aangifte blijkt dat aangever beweert gebruiker van het pand te zijn hoewel hij later in diezelfde aangifte meldt dat hij niet op de hoogte is van de talrijke lekkages in het gebouw. Hiermee geeft hij zelf al aan dat hij het pand niet gebruikt, aangezien hij niet eens op de hoogte is of het pand waterdicht is of niet. 34 In dit geval is er sprake van een pand waar sprake is van goed contact tussen bewoners en eigenaar waarbij de eigenaar aan de bewoners heeft aangegeven dat zij het pand onverhuurbaar acht en voornemens is het over een half tot een heel jaar te slopen. Bewoners hebben aangegeven te vertrekken zodra hun bewoning de sloopwerkzaamheden vertraagd of bemoeilijkt. Het gesprek waarin het contact tussen bewoners laatstelijk heeft plaatsgevonden dateert van 11 januari jongstleden. Dit is na de aangifte. 8

9 35 Eigenaresse was zich er niet van bewust dat het pand in slechte staat verkeerd. Zij was zeer verbaasd, ze wist niets van de gebreken die het pand vertoonde. De CV installatie was ernstig beschadigd, kou lijden voor de kunstenaars? Het waternetwerk was in slechte staat, in de kelder zit (zat) een flink lek in de legionella filters en op verschillende andere plekken in het gebouw waren er flinke lekken. Ook zijn er op meerdere plekken ernstige vormen van schimmel. m.a.w. het pand was NIET in een staat om het te verhuren. Sterker nog, het leek erop dat de verhuurder zijn pand niet eens heeft geïnspecteerd voor het te huur aan te bieden. De eigenaresse heeft aangegeven dat zij niet voornemens is dit te herstellen teneinde het pand verhuurbaar te maken. 36 Na de aangifte heeft er nogmaals contact tussen bewoners en eigenaresse plaatsgevonden in het pand. Hierbij heeft eigenaresse geconcludeerd dat het pand onverhuurbaar was. Eigenaresse heeft bewoners bij dit gesprek niet gevorderd of zelfs maar verzocht te vertrekken. Bewoners gaan er terecht van uit dat eigenaresse stilzwijgend instemt met hun bewoning totdat sloop hun vertrek vereist. 5 Belangenafweging ontbreekt 37 Het Openbaar Ministerie heeft verzuimd, althans onvoldoende gemotiveerd, de individuele belangen van de bewoners bij hun huisvesting af te wegen tegen het belang van de staat bij ontruiming. 38 Een dergelijke individuele afweging van de belangen van bewoners is noodzakelijk bij verregaande inbreuken op het huisrecht. Deze belangenafweging is ook vereist indien de bewoning wederrechtelijk is. Het EHRM bepaalde hierover in rov. 76 van het Buckley arrest: Indeed it is settled case-law that, whilst Article 8 (art. 8) contains no explicit procedural requirements, the decision-making process leading to measures of interference must be fair and such as to afford due respect to the interests safeguarded to the individual by Article Buckley t. Verenigd Koninkrijk, nr /92, EHRM, 25 september

10 39 Dit is later in het Chapman arrest nog verder verduidelijkt: rov A further relevant consideration, to be taken into account in the first place by the national authorities, is that if no alternative accommodation is available the interference is more serious than where such accommodation is available. The more suitable the alternative accommodation is, the less serious is the interference constituted by moving the applicant from his or her existing accommodation. rov The evaluation of the suitability of alternative accommodation will involve a consideration of, on the one hand, the particular needs of the person concerned his or her family requirements and financial resources and, on the other hand, the rights of the local community to environmental protection Bij deze belangenafweging moet worden gekeken wat gezien de onder andere de levensfase en gezinssamenstelling van de bewoner en zijn financiële draagkracht in de omgeving als geschikte alternatieve woonruimte beschikbaar is. Dit belang van de bewoner bij geschikte woonruimte moet worden afgewogen tegen de inbreuk op de rechten van de gemeenschap waarop het voortzetten van de bewoning een inbreuk kan vormen. Het verdient hierbij opmerking dat het EHRM in de zaak Mellacher 2 bepaalt heeft dat het eigendomsrecht in beginsel minder zwaar weegt dan het huisrecht. 5.1 Belang bij ontruiming 41 De staat beoogt met ontruiming het eigendomsrecht te beschermen. Een ander doel is in casu niet aan de orde. Het eigendomsrecht is niet in onze grondwet opgenomen. Het is dus geen grondrecht, laat staan een klassiek grondrecht. In het corpus van het EVRM komt dit ook niet voor, alleen in het Eerste Protocol. Bij het opstellen van het EVRM stelt men zich de vraag of dit recht wel moest beschermd worden, omdat men verwachtte dat de personen die zich er zouden op beroepen meestal niet de personen zouden zijn die financiële bescherming nodig hebben Ten aanzien van het doel ter bescherming van het eigendomsrecht, betreft dit in wezen slechts de bescherming tegen een relatief lichte inbreuk op het eigendomsrecht, namelijk het gebruiksrecht van door een eigenaar, die klaarblijkelijk het gebruik van dit eigendom (al dan niet tijdelijk) heeft beëindigd. Dit om zijn overige eigendomsrecht exclusief en op de door hem gewenste wijze te kunnen uitoefenen, zelfs als dit inhoudt dat deze het pand verder langdurig leeg wenst te laten staan. In de lijn van het arrest Mellacher 2, zou de inbreuk op het eigendomsrecht waartegen deze wet bescherming beoogt te bieden, als een slechts 1 Chapman t. Verenigd Koninkrijk, nr /95, EHRM 18 januari Mellacher t. Oostenrijk, nr /83; 11011/84; 11070/84, EHRM 19 december Vgl.D.J.Harris, M.Boyle & C.Warbrick, Law of the ECHR, London/Dublin/Edinburg, Buttermorth 1995, p Zie ook Th.R.G.v.Banning, The Human Right to Property (diss, Utrecht), Antwerpen

11 beperkte inbreuk op dit eigendomsrecht kunnen worden aangemerkt, nu bij het kraken van een pand de mogelijkheden en bevoegdheden van de eigenaar om zijn pand te verkopen, verhuren of verbouwen slechts in die zin belemmerd worden dat, indien daarvoor ontruiming van de krakers noodzakelijk is, een civiele ontruimingsvordering tegen de krakers aanhangig gemaakt dient te worden, welke in de regel, en indien er sprake is van de aanwezigheid van spoedeisendheid daarvan op korte termijn, zal worden toegewezen. Dit doel is dan ook in redelijkheid niet als pressing social need aan te merken. 43 De eigenaar heeft in casu geen beschermwaardig belang bij ontruiming. Het bewoonde gebouw betreft bedrijfsvastgoed in eigendom van de gemeente Utrecht. Net als de landelijke markt heeft de Utrechtse markt voor bedrijfsruimte te maken met een snelle groei van het aanbod en een slinkende opname. Van het aanbod kan 60% als incourant worden beschouwd 1. Van de m2 leegstaande kantoorruimte staat ruim de helft langer dan een jaar leeg 2. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet gezien deze omstandigheden in casu worden aangenomen dat een eventuele ontruiming opnieuw tot langdurige leegstand zal leiden. 5.2 Belang bewoning 44 Het huisrecht als bedoeld in art. 8 EVRM neemt te midden van de andere grond- en mensenrechten een centrale plaats in (Connors 3 ). Het verlies van de woning is de meest zware inbreuk is die op het huisrecht gemaakt kan worden (Mc Cann 4 en Kay 5 ), zodat deze een vergaande pressing social need vereist om deze te rechtvaardigen. 45 Daarbij kan mede betrokken worden dat, in tegenstelling tot wat in de MvT 6 wordt gesteld, er nog steeds sprake is van woningnood in juist de lage inkomenssector, de sociale huurwoningen, waar aantoonbaar de wachttijden voor een sociale huurwoning gemiddeld in Nederland zijn opgelopen tot een periode van 6, 5 jaar en in Amsterdam zelfs tot 10 jaar 7. In Utrecht is de positie van woningzoekenden zo mogelijk nog penibeler. De regio Utrecht is met een 16e plaats (Amsterdam 51e) een van de regio's in Europa met een grote uitbreidingsvraag naar woningen 8. Op korte termijn zal deze situatie niet opgelost worden. Het aantal nieuw verhuurde woningen door woning- corporaties is in 2009 met 34% gedaald vergeleken met De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning is het afgelopen jaar (2009 t.o.v. 2008) gestegen van 7,2 naar 7,3 jaar. Voor starters is de wachttijd in de afgelopen vier 1 Vastgoedmonitor Utrecht 2010, Uitgave november 2010, p Vastgoedmonitor Utrecht 2010, Uitgave november 2010, p Connors t. Verenigd Koninkrijk, nr /01 82, EHRM 27 mei McCann t. Verenigd Koninkrijk, nr /04 50, EHRM 13 mei Kay e.a. t. Verenigd Koninkrijk, nr /06 65, EHRM, 21 september Kamerstukken II, , nr. 3, memorie van toelichting 7 Dagblad Trouw, 30 juli Utrecht Monitor 2010, Uitgave april 2010, p

12 jaar zelfs met 1,5 jaar toegenomen 1. De wachttijd voor studentenkamers lijkt hier tegenover relatief kort. Op 1 januari 2010 is de gemiddelde wachttijd voor een studentenkamer in een SSHU-complex vijftien maanden. Het jaar daarvoor komt de wachttijd uit op dertien maanden. Studentenkamers van particuliere verhuurders in Utrecht zijn in 86% van de gevallen te duur. Huurprijzen liggen in 2009 gemiddeld 119 boven wat als 'maximaal redelijk' is te beschouwen 2. Ook op langere termijn zal het tekort aan betaalbare huisvesting alleen maar toenemen. Als gevolg van de economische terugval verwacht de gemeente Utrecht voor 2010 en 2011 een halvering van het aantal nieuw op te leveren woningen Gezien deze schrijnende woningnood is het voor mijn cliënt zo goed als uitgesloten dat hij op de korte termijn vervangende woonruimte in de regio Utrecht zal vinden. Het EHRM maakte in rov. 80 van het Buckley 4 arrest uit dat de in beginsel kleine discretionaire bevoegdheid met betrekking tot onomkeerbare inbreuken op het huisrecht groter wordt indien er voldoende vervangende woonruimte beschikbaar is. In de regio Utrecht is echter een dermate grote woningnood dat dit de toch al kleine discretionaire bevoegdheid op dit punt eerder zal verkleinen. 47 De staat heeft gezien haar sociale en maatschappelijke taken een belang bij voldoende betaalbare huisvesting. De Europese Commissie voor Sociale Rechten heeft op 11 december 2009 in Interights t. Griekenland 5 in overweging 36 gesteld dat ingevolge art. 16 van het ESH staten zorg moeten dragen een voldoende voorraad voor huisvesting van gezinnen en de behoefte van het gezin in acht moet nemen in haar huisvestingsbeleid. Gezien de immer voortdurende woningnood, verzuimd de Staat in deze taak. Met ontruiming, zoals in onderhavige zaak aan de orde is, zou de staat zelfs handelen in strijd met deze taak. Hier komt nog bij dat in onderhavige zaak de Staat, althans de gemeente Utrecht, ook de eigenaar is, wiens eigendomsrecht men beoogt te beschermen. 48 De bewoners kunnen en willen dit pand omvormen tot tijdelijke toevoeging voor de buurt. Tot een plek voor culturele en maatschappelijke activiteiten. Zij hebben kunstenaars die op zoek zijn naar atelier ruimte uitgenodigd om hier hun werk te komen doen. De sporthal waar grote vraag naar is in de buurt stellen zij belangeloos open. Verder bieden zij graag een plek aan jongeren uit de buurt die willen samenkomen. 1 Utrecht Monitor 2010, Uitgave april 2010, p Utrecht Monitor 2010, Uitgave april 2010, p Utrecht Monitor 2010, Uitgave april 2010, p Buckley t. Verenigd Koninkrijk, nr /92, rov. 80, EHRM, 25 september Interights t. Griekenland, nr. 49/2008, ECRS 11 december

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

Appelanten doen eerbiedig zeggen voor antwoord in Schriftelijke toelichting:

Appelanten doen eerbiedig zeggen voor antwoord in Schriftelijke toelichting: Mr. M.A.R. Schuckink Kool, M.F. van Hulst, C.J.M. van den Brûle, J.M.G. Hulsman, advokaten bij de Hoge Raad der Nederlanden HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Rolnr. 10/ 05147 Zitting: 4-2- 2011 SCHRIFTELIJKE TOELICHTING

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Mr. M.A.R. Schuckink Kool, M.F. van Hulst, C.J.M. van den Brûle, J.M.G. Hulsman, advokaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Mr. M.A.R. Schuckink Kool, M.F. van Hulst, C.J.M. van den Brûle, J.M.G. Hulsman, advokaten bij de Hoge Raad der Nederlanden Mr. M.A.R. Schuckink Kool, M.F. van Hulst, C.J.M. van den Brûle, J.M.G. Hulsman, advokaten bij de Hoge Raad der Nederlanden HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Rolnr. 10/ 05147 Zitting: 4-2- 2011 CONCLUSIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

---------------------------------------------------------------

--------------------------------------------------------------- Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam k.g.-zitting : 16 juli 2004 te 9.30 uur toevoeging : verleend dan wel aangevraagd P L E I T N O T I T I E S inzake: 1. De heer H. BOS, 2. De heer W. SCHILD, 3.

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 12.1046 d.d. 6-11-2012 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het college van Burgemeester en wethouders van de raadsleden M. Van Sandick en A. Bonestroo (CDA) d.d. 4 oktober 2012 inzake kraakpand

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2010 C.06.0415.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0415.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Justitie, met kantoor te 1040 Brussel, Handelsstraat 78-80, (met kantoor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:9453

ECLI:NL:RBDHA:2017:9453 ECLI:NL:RBDHA:2017:9453 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26072017 Datum publicatie 23082017 Zaaknummer C09519342HA ZA 161134 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 12.1047 d.d. 6-1-2012 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het college van Burgemeester en wethouders van het raadslid F.ZEVENBERGEN en G.Gruting (VVD) d.d. 5 oktober 2012 over de gekraakte panden

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

Kraak onder invloed van Europese regelgeving

Kraak onder invloed van Europese regelgeving Kraak onder invloed van Europese regelgeving Mr. J.M. de Bruin Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVrM) heeft rechtstreekse werking voor de bij

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk; Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van De Ronde Venen; Gelezen het advies van; Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Uitspraak. van de Huurcommissie

Uitspraak. van de Huurcommissie Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Tijdelijke huurverlaging bij onderhoudsgebreken (art. 7:257 lid 2 en 3 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub e en 7 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte

Nadere informatie

Beleidsregels Leegstandwet

Beleidsregels Leegstandwet Beleidsregels Leegstandwet Datum: 28 april 2009 Burgemeester en wethouders van Soest; Gelet op artikel 1.3, vierde lid Algemene Wet Bestuursrecht en artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet; Overwegende

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Verzet, verstek en hoger beroep na Potpourri V

Verzet, verstek en hoger beroep na Potpourri V Verzet, verstek en hoger beroep na Potpourri V FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inhoud Wetgeving Begrip

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:2033

ECLI:NL:RBAMS:2014:2033 ECLI:NL:RBAMS:2014:2033 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-04-2014 Datum publicatie 17-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/560745 / KG ZA 14-317 HJ/MB

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1 Modeldagvaarding: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning waarbij de makelaar/bemiddelaar zowel voor de particuliere huurder als de verhuurder heeft bemiddeld. Een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Houten; gelet op de artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; overwegende: dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de

Nadere informatie

Huurrecht - woonruimte

Huurrecht - woonruimte Huurrecht - woonruimte Bij huurrecht en huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw, en de meeste huurvragen hebben hier ook betrekking op. De wet

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 16082017 Datum publicatie 23082017 Zaaknummer C/03/239274 / KG ZA 17423 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:3844

ECLI:NL:RBGEL:2014:3844 ECLI:NL:RBGEL:2014:3844 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 23-06-2014 Datum publicatie 23-06-2014 Zaaknummer C/05/263816 / KZ ZA 14-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties.

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties. S Postbus i6oot KIenesing& i- T 030 88838 88 in(o@rnon5er,rechtcn.r,i Voorzitter Grondwet 2500 EA DEN HAAG Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties dr. R.H.A. Plasterk Zijne Excellentie Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017. Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BY0077

ECLI:NL:GHSGR:2012:BY0077 ECLI:NL:GHSGR:2012:BY0077 Instantie Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 16-10-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.087.460/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

1 of 9 02/23/2012 03:40 PM

1 of 9 02/23/2012 03:40 PM LJN: BQ7646, Rechtbank Amsterdam, zaaknummer / rolnummer: 482054 / KG ZA 11-191 SR/LO Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 18-03-2011 14-06-2011 Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van NMLK Didio DomJur 2013-971 Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013 In de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NMLK B.V. h.o.d.n.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 12/32 KG De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan door mr. J.A.I. Wendt, griffier, heeft op 23 oktober

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen De burgemeester van Vianen, Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Artikel 13b, eerste lid, van

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari 2012. Rapportnummer: 2012/001

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari 2012. Rapportnummer: 2012/001 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari 2012 Rapportnummer: 2012/001 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat: Hij door de ontvangstbevestiging van de Huurcommissie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K

1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K Mr. R. Menschaert 1 08/1914.01/pva Heden de en acht tweeduizend ten verzoeke van 1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K te dezer zake woonplaats kiezende te 's-gravenhage aan het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten

Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten In verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht Dit document

Nadere informatie

LJN: BN3986, Rechtbank Zutphen, / KG ZA Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BN3986, Rechtbank Zutphen, / KG ZA Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BN3986, Rechtbank Zutphen, 114431 / KG ZA 10-210 Datum uitspraak: 13-08-2010 Datum publicatie: 13-08-2010 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Staken bouwwerkzaamheden

Nadere informatie