Fouzia el Idrissi Studentennummer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fouzia el Idrissi Studentennummer 497839"

Transcriptie

1 Help, een klas vol gillende kinderen! Een onderzoek naar hoe onderwijzers van Marokkaanse moskeeën verbetering kunnen aanbrengen in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Auteur Fouzia el Idrissi Studentennummer Studiegroep PDAVTFEBAK14 School Inholland te Amsterdam Afstudeerbegeleider Roel van Goor Tweede beoordelaar Susanne de Wit Afstudeerinstelling Trias Pedagogica Datum 31 mei 2013

2 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 4 2. Inleiding Aanleiding voor het afstudeerproject Eerste probleembeschrijving en opdracht Oriëntatiefase Werkwijze oriëntatie Pedagogische oriëntatie Externe oriëntatie Interne oriëntatie Verslag terugkoppeling opdrachtgever Definitieve probleemomschrijving Centrale vraag, deelvragen en subvragen Globale onderzoeksopzet en communicatieplan Verslag literatuurstudie Inleiding Theoretisch kader Wat wordt er verstaan onder ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Hoe kunnen onderwijzers op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Hoe wordt er binnen de Marokkaanse cultuur omgegaan met ongewenst gedrag van kinderen? Conclusie Verslag terugkoppeling opdrachtgever Verslag praktijk onderzoek Inleiding Onderzoeksontwerp en methodologische verantwoording Onderzoektype Dataverzamelingsmethoden Respondenten en documenten Onderzoeksinstrumenten Onderzoeksprocedure Dataverwerking Beschrijving verloop van het onderzoek Weergave resultaten Wat wordt er inhoudelijk in de training aan de onderwijzers aangereikt? Welke aspecten van de training denken onderwijzers (niet) toe te (kunnen) passen in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Welke tips hebben de onderwijzers inhoudelijk over de training die zij verwachten nodig te hebben in de omgang met ongewenst gedrag van leeringen in de klas? Bespreking en interpretatie van de resultaten Opvallende aspecten in het onderzoek Methodologische zwakten in het onderzoek Verslag terugkoppeling opdrachtgever Samenvattende conclusie 35 2

3 5. Vergelijking Vergelijking resultaten van de literatuurstudie en van het praktijkonderzoek Verslag terugkoppeling opdrachtgever Verslag implementatie Inleiding Bespreking van de resultaten van de implementatie en conclusie Inhoudelijke beoordeling opdrachtgever eindresultaat Conclusies en aanbevelingen Reflectie Toegepaste lijn Communicatie Pedagogisch relevantie Literatuurlijst 45 Bijlagen: 47 Bijlage 1: Definitie hoofdbegrippen 48 Bijlage 2: Tijdpad 49 Bijlage 3: Mindmap 50 Bijlage 4: Observatieschema 51 Bijlage 5: Interviewleidraad 52 Bijlage 6: Folder 53 Bijlage 7: Roos van Leary 54 3

4 1. Samenvatting In het kader van de afstudeeropdracht vanuit de opleiding Pedagogiek aan de Hogeschool Inholland is dit afstudeertraject gerealiseerd. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Trias Pedagogica. Trias Pedagogica is een onafhankelijk adviesbureau voor interculturele pedagogiek, opvoeding en vaderschap. In 2013 richtte zij het project 'Leren zonder lijfstraffen' op met als doel om het pedagogisch klimaat binnen het Koran en Arabisch onderwijs in moskeeën te verbeteren. Dit onderzoek levert hier een bijdrage aan, wat heeft geleid tot de centrale vraag: "Hoe kunnen onderwijzers van Marokkaanse moskeeën op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas?" Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden heeft er allereerst een oriëntatie plaatsgevonden met betrekking tot dit onderwerp. Gedurende de oriëntatiefase is er met verschillende onderwijzers gesproken en literatuur geraadpleegd. Tevens is er gekeken naar good practices rondom dit onderwerp. Hieruit is gebleken dat onderwijzers verbetering willen aanbrengen in het pedagogisch klimaat in de klas en af willen van lijfstraffen die in sommige moskeeën nog wordt toegepast. De oriëntatiefase is gevolgd door het bestuderen van literatuur. Tijdens de literatuurstudie is er gekeken hoe er binnen de Marokkaanse cultuur wordt omgegaan met ongewenst gedrag van kinderen, wat onderwijzers verstaan onder ongewenst gedrag van leerlingen in de klas en hoe zij hiermee om kunnen gaan. Hieruit is gebleken dat gedrag door elk individu anders kan worden geïnterpreteerd. De literatuurstudie heeft geresulteerd in handvaten die onderwijzers kunnen gebruiken in de omgang met bepaalde vormen van ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Naast de verdieping in de literatuur heeft er tevens een praktijkonderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit praktijkonderzoek is er onderzoek gedaan onder verschillende onderwijzers. Deze onderwijzers namen deel aan de training Verbeteren pedagogisch klimaat Koran en Arabische lessen, aangeboden door Trias Pedagogica. De onderzoeker heeft onderzocht welke handvaten onderwijzers nodig denken te hebben in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Hieruit is gebleken dat er adviezen in de training zijn aangereikt die de onderwijzers in de praktijk toe kunnen passen. Tevens blijken onderwijzers nog behoefte te hebben aan andere kennis en vaardigheden die niet zijn opgenomen in de training. De bevindingen uit de literatuurstudie en het praktijkonderzoek zijn tenslotte met elkaar vergeleken. Dit heeft geleidt tot het beantwoorden van de centrale vraag en de nodige aanbevelingen. Naar aanleiding van dit afstudeertraject is gebleken dat een strakke vorm van begeleiding gecombineerd met sociale steun van onderwijzers naar de leerling(en) wenselijk is. Moskeebreed dient het probleem aangepakt te worden. De houding van de onderwijzer en de interactie die hij heeft met zijn leerling(en) zijn hierin van cruciaal belang. Tevens bieden deze aanbevelingen verbetering aan het stellen van regels en het toepassen van beloningen en straffen in de klas. 4

5 2. Inleiding Dit project zal worden uitgevoerd voor Trias Pedagogica via het lectoraat Leefwerelden van Jeugd van Inholland. Het lectoraat Leefwerelden van Jeugd van Inholland doet onderzoek naar jeugd, gezin en opvoeding en draagt bij aan verbetering van beroepspraktijken waarin met jongeren gewerkt wordt. Het lectoraat werkt samen met Trias Pedagogica. Trias Pedagogica is sinds 2001 een onafhankelijk adviesbureau voor interculturele pedagogiek, opvoeding en vaderschap. Dhr. Mehraz, de directeur, werkt samen met dhr. Halane (adviseur), vijf trainers en vier stagiaires voor Trias Pedagogica. De naam Trias Pedagogica staat voor de drie pedagogische omgevingen waarin een kind opgroeit: de school, het gezin en de maatschappij. Trias Pedagogica streeft naar een balans tussen deze drie omgevingen. Zij verzamelt en bundelt kennis met betrekking tot beleid, hulpaanbod, hulpvraag en diverse voorzieningen (Mehraz en Halane, 2013). In dit hoofdstuk zal allereerst de aanleiding van dit afstudeerproject worden uitgelegd (2.1). Na een korte omschrijving van het probleem en het doel van de opdracht (2.2), zult u in paragraaf 2.3 worden meegenomen in de eerste fase van het onderzoek: de oriëntatiefase. In deze fase leggen wij contacten met verschillende respondenten om kennis te maken met het probleem in de praktijk. Nadat het probleem helder is treft u in paragraaf 2.4 een definitieve omschrijving van het probleem aan. Hier wordt de handelingsverlegenheid helder in kaart gebracht. Dit leidt tot de vragen die in dit hoofdstuk een belangrijke basis vormen, namelijk de centrale vraag en deel- en subvragen. Tenslotte zal dit hoofdstuk worden afgerond met een plan waarin beschreven staat hoe het onderzoek en het contact zal plaatsvinden. 2.1 Aanleiding voor het afstudeerproject In 2011 heb ik bij dhr. Mehraz, de oprichter van Trias Pedagogica, het vak Interculturele Pedagogiek gevolgd. Tijdens deze colleges heb ik kennis gemaakt met Trias Pedagogica en werd mijn interesse aangewakkerd om een bijdrage te leveren aan dit adviesbureau. In samenspraak met het lectoraat en dhr. Mehraz heb ik besloten om mijn onderzoek te richten op het project Leren zonder lijfstraffen. Dit project is opgericht nadat er verschillende signalen van kindermishandeling bekend zijn geworden in non-formeel onderwijs in moskeeën, zo blijkt uit onderzoek dat door GGD Nederland in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut is uitgevoerd (Addink en Kooijman, 2011). De jury van de innovatieprijs aanpak kindermishandeling heeft Trias Pedagogica in 2012 geadviseerd om kindermishandeling expliciet bespreekbaar te maken in de Marokkaanse gemeenschap. 2.2 Eerste probleembeschrijving en opdracht Voor het project Leren zonder lijfstraffen ontwikkelt Trias Pedagogica momenteel een pedagogische training voor onderwijzers van Marokkaanse moskeeën die kinderen de Koran en de Arabische taal onderwijzen als alternatief voor lijfstraffen. Ter verbetering van het pedagogische klimaat in moskeeën zal er naast deze training tevens een protocol worden samengesteld. Door middel van het handelingsprotocol streeft Trias Pedagogica het algehele beleid van de moskeeën te beïnvloeden. Trias Pedagogica wil moskeebesturen een expliciet handelingsprotocol aanreiken dat zij eigen kunnen maken. Het is mijn opdracht om input in te brengen voor de ontwikkeling van een passend handelingsprotocol. Ik zal nagaan op welke wijze onderwijzers op een pedagogisch verantwoorde wijze om kunnen gaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Daarnaast zal ik nagaan welke alternatieven de onderwijzers aanspreekt en waarvan zij verwachten deze in de praktijk toe te zullen passen. Tenslotte zal ik onderzoeken wat het maakt dat deze handvaten wel of juist niet werken in de praktijk. 5

6 2.3 Oriëntatiefase De oriëntatiefase bestaat uit een pedagogische, interne en externe oriëntatie die is uitgevoerd door middel van het raadplegen van literatuur en het afleggen van interviews in verschillende moskeeën. In de onderstaande subparagrafen wordt toegelicht hoe deze fase is verlopen Werkwijze oriëntatie Voor de externe oriëntatie ben ik op zoek gegaan naar bronnen die betrekking hebben op mijn afstudeeronderwerp. Als eerste stap heb ik gekeken naar wat er vanuit de wet bekend is met betrekking tot het toekennen van lijfstraffen. Verder heb ik mij gericht op een inventariserend onderzoek van GGD Nederland in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut over de omvang en de aard van o.a. kindermishandeling tijdens Koranonderwijs. Ten slotte heb ik rondgekeken naar een good practice rondom dit onderwerp. Voor de interne oriëntatie ben ik allereerst in gesprek gegaan met mevrouw Knippels. Mevrouw Knippels werkt als onderzoeker binnen het lectoraat van Leefwerelden van Jeugd van Inholland. Met mevrouw Knippels ben ik tevens in gesprek gegaan met dhr. Mehraz, directeur van Trias Pedagogica. Hiernaast heb ik meerdere mondelinge gesprekken gevoerd met zowel onderwijzers als een bestuurslid van verschillende moskeeën Pedagogische oriëntatie De opdrachtgever geeft aan dat onderwijzers in verschillende moskeeën in Nederland niet weten hoe zij op een pedagogisch verantwoorde wijze om kunnen gaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Het is van belang dat ieder kind de mogelijkheid krijgt om zich te ontwikkelen op zijn/haar eigen tempo en hier tegelijkertijd in wordt uitgedaagd. Volgens Erik Erikson bevinden kinderen in de leeftijd van 6 11 jaar zich in de ontwikkelingsfase van vlijt versus minderwaardigheid. De school, en dus ook het onderwijs dat in de moskee wordt aangeboden, staat in het teken van leren van kennis en vaardigheden. Kinderen verwerven in deze fase erkenning van hun capaciteiten vanuit schoolprestaties en sociale contacten. Het is van belang dat er juist in deze ontwikkelingsfase van het kind een goed evenwicht is tussen de mogelijkheden van het kind en de eisen die de onderwijzer stelt. Als dit niet in evenwicht is, bestaat het gevaar dat er gevoelens van tekortschieten en minderwaardigheid bij de kinderen ontstaan. Deze gevoelens van minderwaardigheid en het gevoel waardering langdurig te moeten missen leidt tot emotionele- en gedragsproblemen (Verhulst, 2005). Uit onderzoek is gebleken dat in verschillende moskeeën door onderwijzers lijfstraffen worden toegepast in het tegengaan van ongewenst gedrag van leerlingen (Addink en Kooijman, 2011). Het toepassen van lijfstraffen op kinderen wordt als een vorm van kindermishandeling beschouwd. Volgens Geurts en Ince (2006) zijn er verschillende termen om het lichamelijk straffen in de opvoeding aan kinderen aan te duiden. Zo is lijfstraf daar één van die onder kindermishandeling valt. De gevolgen van kindermishandeling bij kinderen kunnen leiden tot verschillende emotioneleen gedragsproblemen. Hoe groot de gevolgen van kindermishandeling zijn, verschilt per kind naarmate de ernst en de frequentie van de kindermishandeling die zij hebben ondergaan. De ontwikkelingsmogelijkheden in het ontwikkelen van gewenst gedrag wordt bij deze kinderen verstoord. Kinderen kunnen agressief en antisociaal gedrag vertonen. Andere kinderen vertonen juist piekerig en angstig gedrag. Vaak leidt dit soort gedrag tot problemen in de omgang met leeftijdsgenoten, waarna kinderen door hun vertoonde gedrag vaak worden afgewezen en buitengesloten (Wolzak en Ingrid, 2008). Door onderwijzers alternatieven aan te leren in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen probeert men het toepassen van lijfstraffen in moskeeën te verminderen. Volgens Van der Ploeg (2007) hebben leerkrachten grote invloed op leerlingen; des te beter de leerling kan opschieten met de leerkracht des te minder problemen er ontstaan. Leerkrachten dienen over geschikte vaardigheden te beschikken om tot een goede relatie te komen met de verschillende leerlingen in de klas. Het hard straffen en wegsturen van lastige leerlingen werkt namelijk averechts. Dit roept bij kinderen namelijk meer agressie en weerstand op. Er zal een 6

7 aanpak gevonden moeten worden waarin leerlingen de vrijheid krijgen en gestimuleerd worden in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Dit kan gerealiseerd worden door leerlingen strak te begeleiden en zichtbaar te steunen. Het bestuur zou hier een centrale rol in kunnen spelen. Naarmate het bestuur in staat is een duidelijk beleid te ontwikkelen dat ook door de onderwijzers wordt toegepast, zal dit een positieve uitwerking hebben op leerlingen wat bevorderend is voor hun welbevinden (Ploeg, van der, 2007) Externe oriëntatie Op basis van mijn eigen ervaringen en de verhalen binnen de Marokkaanse gemeenschap weet ik dat het toepassen van lijfstraffen iets is dat nog in moskeeën plaatsvindt. Er is voor de externe oriëntatie gekeken naar wat het Verdrag inzake de recht van het kind zegt over een 'pedagogische tik'. In New York was dit verdrag op 20 november 1989 in werking getreden. In Nederland was dit verdrag op 8 maart 1995 van start gegaan. Dit verdrag is bedoeld voor de bestrijding van kindermishandeling. Voor de verantwoordelijkheid van de overheid bevat het verdrag een aantal artikelen, waaronder artikel 19 Bescherming tegen kindermishandeling: Het kind heeft recht op bescherming tegen alle vormen van lichamelijk en geestelijke mishandeling en verwaarlozing zowel in het gezin als daarbuiten. De overheid neemt maatregelen ter preventie en signalen hiervan en zorgt voor opvang en behandeling. (Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind, artikel 19) Naast het Verdrag inzake de rechten van het kind is er in april 2007 een bepaling aan het Burgerlijk Wetboek toegevoegd die gebruik van lichamelijk of geestelijk geweld tegen kinderen in de opvoeding afkeurt. Deze bepaling is toegevoegd aan het Burgerlijk Wetboek in artikel 247, zoals hieronder te lezen: In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe. (Burgerlijk Wetboek, 247:2) Hieruit kunnen we opmaken dat het toepassen van geweld in de opvoeding van kinderen, zowel binnen als buiten het gezin, bij de wet verboden is. De overheid is verantwoordelijk bij de signalering van fysiek geweld. Onderzoek naar kindermishandeling tijdens Koranonderwijs Om na te gaan in hoeverre er sprake is van kindermishandeling binnen Koranonderwijs in moskeeën en wat de omvang van deze kindermishandeling is, heb ik mij gericht op het inventariserend onderzoek dat GGD Nederland in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut in 2010 heeft uitgevoerd. De algemene doelstelling van het onderzoek is om op een gestructureerde wijze inzicht te geven in het voorkomen van kindermishandeling in de sociale leefomgeving, waaronder moskeeën in drie verschillende gemeentes. Uit het onderzoek is gebleken dat er in twee gemeentes 17 signalen zijn die betrekking hebben op onveiligheid in de sociale leefomgeving. Een groot deel van de meldingen betreft jongens. Het merendeel van de geregistreerde signalen heeft betrekking op Koranonderwijs, waarvan in Den Haag alle signalen hier betrekking op hebben. Twee derde van de meldingen betreft signalen van lichamelijke mishandeling. Eenmaal is psychische mishandeling geregistreerd en bij de overige meldingen zijn er signalen dat het kind getuige is van mishandeling. Bijna de helft van de meldingsformulieren heeft te maken met een recent voorval. Bij een kwart van de meldingen is het langer dan zes maanden geleden of is niet bekend wanneer voor het laatst een incident heeft plaatsgevonden. Meer dan de helft van de meldingen staat in verband met incidenten die structureel of regelmatig plaatsvinden (Addink en Kooijman, 2011). 7

8 Stichting alfitrah Voor de externe oriëntatie heb ik tevens gekeken naar een good practice rondom dit onderwerp. Stichting alfitrah is een Islamitische stichting die zich o.a. richt op onderwijs en opvoeding. AlFitrah biedt verschillende cursussen op maat aan voor o.a. moskeeën ten behoeve van het verbeteren van het pedagogisch klimaat tijdens Koranonderwijs. Aangezien alfitrah een stichting betreft met een Islamitische grondslag, wordt er gestreefd om op alle vlakken te handelen conform de Koran en het voorbeeld van de profeet Mohammed. Ik heb telefonisch contact gehad met de bestuursvoorzitter van alfitrah, Suhayb Salam, en hem gevraagd naar zijn visie op dit onderwerp en de manier waarop de stichting moskeeën helpt aan verbetering. Dhr. Salam gaf aan dat er volgens zijn inziens vrijwel in geen enkele moskee in Nederland nog lijfstraffen worden uitgedeeld na de ophef die hierover is geweest in de media. Dit neemt overigens niet weg dat onderwijzers in moskeeën behoefte hebben aan ondersteuning voor het verbeteren van het pedagogisch klimaat gedurende de lessen. Vanuit stichting alfitrah worden er cursussen op maat gegeven aan onderwijzers en bestuursleden van moskeeën. Deze cursussen baseren zich op de Islamitische bronnen; de Koran en de Sunnah (levenswijze van de profeet Mohammed). Volgens dhr. Salam werkt dit bevorderend bij de cursisten, omdat de basis van deze cursussen Islamitisch is, iets wat vele moslims aanspreekt. Cursisten nemen de kennis aan en passen dit toe in de praktijk Interne oriëntatie Op maandag 18 februari 2013 ben ik in gesprek geweest met dhr. Mehraz en mevrouw Knippels. In gesprek met dhr. Mehraz gaf hij aan dat Trias Pedagogica in opdracht van de gemeente Nieuwegein in 2011 opvoeddebatten voor Marokkaanse vaders had georganiseerd in Nieuwegein en IJsselstein. In beide gevallen heeft Trias Pedagogica gebruik gemaakt van de plaatselijke moskeeën Taoba in IJsselstein en Sirat in Nieuwegein. Nadat men kennis heeft gemaakt met de aanpak van Trias Pedagogica, hebben de afgevaardigden van de moskeeën gevraagd of Trias Pedagogica mogelijkheden ziet om haar onderwijzers te trainen. Naar aanleiding van het verzoek van het moskeebestuur ontwikkelt Trias Pedagogica een training en een handelingsprotocol ter verbetering van het pedagogisch klimaat in moskeeën. Dhr. Mehraz meent dat er tot op heden in verschillende moskeeën mogelijk nog lijfstraffen worden toegepast. Voor zover bekend is er geen materiaal gericht op het verbeteren van het pedagogische klimaat binnen de moskeeën. Sterker nog, in de meeste gevallen zijn de onderwijzers die de Koran en/of de Arabisch taal onderwijzen in moskeeën hier niet voor gediplomeerd. De onderwijzers onderwijzen vaak op vrijwillige basis en worden aangenomen op basis van de mate waarin zij kennis hebben van de Koran en/of Arabische taal. Interview onderwijzers Op 20 februari ben ik in gesprek geweest met twee onderwijzers van twee verschillende moskeeën. Deze onderwijzers wensen uit privacy overwegingen anoniem te blijven. Ik zal de moskeeën en de onderwijzers niet bij naam noemen, zoals dit vooraf met hen afgesproken is. Het doel van de interviews was om te achterhalen met wat voor soort ongewenst gedrag onderwijzers te maken hebben, hoe zij met ongewenst gedrag omgaan en wat hun visie is ten opzichte van het toepassen van lijfstraffen. Ten slotte heb ik proberen te achterhalen wat onderwijzers denken nodig te hebben om verbetering te brengen aan het pedagogisch klimaat in de moskeeën. In gesprek met de onderwijzers viel het mij op dat zij beide erg enthousiast waren over het idee dat Trias Pedagogica een training en een handelingsprotocol speciaal ontwikkelt voor moskeeën. De onderwijzers gaven aan open te staan om hier in de toekomst aan deel te nemen. Beide onderwijzers gaven aan dat zij tijdens hun werk te maken hebben met ongewenst gedrag bij leerlingen en in sommige gevallen niet weten hoe zij hiermee om moeten gaan. De onderwijzers hebben 8

9 verschillende meningen over wat zij verstaan onder ongewenst gedrag. Ik zal enkele hiervan benoemen; - Brutaliteit naar volwassenen - Niet luisteren en praten tijdens de les - Te laat komen - Pesterijen gericht naar leerlingen onderling en/of naar de onderwijzer De onderwijzers gaven aan verschillende straffen toe te passen bij vertoon van ongewenst gedrag. Zo gaf een van de onderwijzers aan dat zij meerdere boeken heeft geraadpleegd om de pedagogische sfeer tijdens de lessen te verbeteren. De time-outstoel heeft volgens haar al veel verbetering gebracht in de sfeer van de jongere groep (6-8 jarige). Straffen zoals extra huiswerkopdrachten werken vrijwel niet. Met name de oudere kinderen (8-10 jarige) vindt zij lastig te benaderen. De kinderen zijn lastig te betrekken bij de les en zijn erg brutaal. De onderwijzeres gaf aan behoefte te hebben aan extra handvaten, met name om zich zo positief mogelijk te richten op de kinderen. Ze hoopt door een positieve houding verbetering te brengen aan de weekendlessen. Deze onderwijzeres is expliciet tegen lijfstraffen. Ik heb ze vroeger vaak genoeg gehad, maar heb er naar mijn weten niks van geleerd. De onderwijzeres gaf aan wel te begrijpen dat er nog lijfstraffen worden uitgedeeld. Volgens haar is dit iets dat vanuit de cultuur meegegeven wordt en niet zomaar verholpen kan worden door er enkel een verbod op te leggen. Ze denkt dat het trainen van moskeeën om alternatieve straffen toe te passen een betere methode is. Volgens de onderwijzeres is er een gebrek aan verantwoorde handvaten en zijn onderwijzers hierdoor sneller geneigd om zich te vergrijpen aan iets dat wel helpt. Mijn tweede interview heb ik gehouden met een Arabisch sprekende onderwijzer. Dit gesprek heb ik gevoerd in aanwezigheid van een tolk. In gesprek met de onderwijzer kwam naar voren dat hij al jaren Koran en Arabisch doceert. Dit onderwijs heeft hij zowel in Marokko als in Nederland gegeven. De onderwijzer gaf aan dat hij de termen kindermishandeling en lijfstraffen erg zware begrippen vindt. Hij spreekt eerder van een corrigerende tik. Volgens hem wordt er zover hem bekend is niet meer geslagen, maar in sommige gevallen wel eens een pedagogische tik uitgedeeld. De onderwijzer meent dat een corrigerende tik bij kan dragen aan het verminderen van ongewenst gedrag bij kinderen. Hij vervolgt hierna dat, als hij een alternatieve strafmethode (waarbij een tik onnodig is) aangeleerd krijgt, hij absoluut open staat voor verandering. De onderwijzer geeft aan zich bewust te zijn van het verbod en zich te beseffen dat de Nederlandse overheid, net als hij, graag wil dat kinderen goed en veilig onderwijs genieten. De onderwijzer geeft aan dat niet enkel de onderwijzers handelingsonbekwaam zijn, maar dat ook het moskeebestuur de nodige kennis in huis moet hebben om de onderwijzers te kunnen adviseren. Hij meent dat er tussen Nederland en Marokko een mentaliteitsverschil is in hoe er wordt gekeken naar ontwikkeling en opvoeding van kinderen. In Nederland wordt er belang gehecht aan een kind die zijn eigen mening kan vormen, in Marokko zien wij dat algauw als brutaliteit. De onderwijzer haalt aan dat het begrijpelijk is dat dit verwarrend kan zijn voor de kinderen. Het verschillende onderwijs dat kinderen genieten, door de weeks op een openbare school en s weekends in de moskee. De onderwijzer haalt nogmaals aan dat hij open staat voor verandering en behoefte heeft aan praktische voorbeelden om hiermee te kunnen experimenteren in de praktijk. Interview moskeebestuur Het doel van het gesprek met het bestuurslid Mohammed van moskee An Nassr is om te achterhalen in hoeverre het bestuur bekend is met het pedagogisch klimaat binnen het Koranonderwijs en welke problemen bij hen bekend zijn. En tenslotte in hoeverre zij zich hier verantwoordelijk voor voelen. Het bestuurslid met wie ik in gesprek was gaf aan goed op de hoogte te zijn over de problemen waar onderwijzers tegenaan lopen. In gesprek gaf Mohammed aan dat er ook in moskee An Nassr zich weleens problemen voordoen met kinderen die ongewenst gedrag vertonen. Het zou hier gaan om 9

10 kleine problemen zoals kinderen die luidruchtig zijn en daarmee de les verstoren. Vanuit de moskee is er een goed contact met de ouders van de leerlingen. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat ongewenst gedrag besproken wordt met de leerling in aanwezigheid van diens ouder(s). Tot op heden heeft de moskee niet te maken gehad met ernstig ongewenst gedrag, maar slechts enkele incidenten die middels gesprekken verholpen zijn. Vanuit het bestuur hebben zij al langere tijd behoefte gehad om één lijn te trekken in de omgang met ongewenst gedrag. Nu wordt er per situatie gekeken hoe ermee wordt omgegaan, wat tot op heden overigens geen problemen heeft opgeleverd. Eén protocol spreekt Mohammed erg aan. Het bestuur heeft behoefte om één lijn te trekken in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen en wil niet onnodig per situatie op zoek gaan naar oplossingen. Mohammed geeft aan enthousiast te zijn over het project dat Trias Pedagogica momenteel ontwikkelt. Mohammed meent dat het toepassen van een protocol vanuit het bestuur effectief zou kunnen zijn tijdens het Koranonderwijs. Hij is van mening dat de verantwoordelijkheid voor een pedagogisch klimaat gedurende de weekendlessen de verantwoordelijkheid is van het bestuur. Het bestuur dient erover te waken dat de onderwijzers over de juiste vaardigheden beschikken en zorg voor de leerlingen dienen te dragen. De verschillende visies en opvattingen met betrekking tot het onderwerp In gesprek met dhr. Mehraz, twee onderwijzers en een bestuurslid van verschillende moskeeën is opgevallen dat er verschillende visies zijn met betrekking tot dit onderwerp. Desondanks lijken alle betrokkenen positief te zijn over het feit dat Trias Pedagogica een training en een handelingsprotocol ontwikkelt ter verbetering van het pedagogisch klimaat binnen de klassen van moskeeën. Volgens dhr. Mehraz zijn de onderwijzers handelingsverlegen en schieten zij tekort in handelingsvaardigheden om op een pedagogisch verantwoorde wijze om te gaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Volgens Mohammed, bestuurslid van moskee An Nassr, is het probleem goed te beperken door een goed contact te onderhouden met de ouders van leerlingen. Incidenten waarbij leerlingen ongewenst gedrag in de klas hebben vertoond zijn opgelost door in gesprek met elkaar te gaan. Mohammed meent dat het de verantwoordelijkheid is van het bestuur om onderwijzers te sturen in het verbeteren van het pedagogisch klimaat binnen de klas. Mohammed is van mening dat er in zijn moskee niet één lijn wordt getrokken vanuit het bestuur in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen. Een overkoepelende aanpak dat vanuit het bestuur wordt uitgestraald en toegepast door de onderwijzers zou volgens Mohammed goed kunnen werken. De onderwijzers die ik heb geïnterviewd menen dat de verantwoordelijkheid ligt bij hun eigen handelen. Eén van de onderwijzers gaf aan dat deze verantwoordelijkheid gedeeld wordt met het bestuur en zij ook hun verantwoordelijkheid hierin dienen te nemen. De onderwijzers gaven aan beide behoefte te hebben aan extra begeleiding in de omgang met ongewenst gedrag binnen de klas. De onderwijzers zijn verdeeld over het toepassen van lijfstraffen. Waarbij de ene onderwijzer lijfstraffen duidelijk afwijst en zoekende is naar alternatieven, past de andere onderwijzer lijfstraffen juist toe. Het toepassen van lijfstraffen wordt door de ene onderwijzer gezien als een manier van corrigeren en ziet hij hier een pedagogisch belang in. Hij begrijpt dat nu het bij wet verboden is in Nederland, hij hier vanaf dient te stappen. De onderwijzer zou graag middels praktische voorbeelden willen leren hoe hij effectief kan straffen. De tweede geïnterviewde benoemde het toepassen van lijfstraffen wel te begrijpen en gelooft dat dit nog in praktijk wordt gebracht in verschillende moskeeën. Volgens deze onderwijzeres is het toepassen van lijfstraffen iets dat vanuit de Marokkaanse cultuur wordt toegepast. Zolang deze onderwijzers geen alternatieven worden aangeboden zullen zij doorgaan met het toepassen van lijfstraffen, omdat zij hier positieve effecten op korte termijn in opmerken. De onderwijzeres haalt aan dat zij van mening is dat het toepassen van lijfstraffen op langere termijn niet helpt om het ongewenste gedrag van leerlingen te verminderen. 10

11 De onderwijzers en het bestuurslid wensen hun verantwoordelijkheid te nemen en beschouwen de handelingsverlegenheid als iets dat voortvloeit uit hun tekortkomingen. De geïnterviewden staan open om verandering te brengen in hun huidige manier van handelen en zijn enthousiast over de training en het handelingsprotocol die door Trias Pedagogica wordt ontwikkelt Verslag terugkoppeling opdrachtgever De opdrachtgever gaf na het lezen van het plan van aanpak feedback mee ter verbetering van het verslag. Naar aanleiding van de onderstaande feedback is het verslag aangepast. Zorg dragen voor een goede overlapping in het verslag, opdat het verslag prettig leesbaar blijft voor de lezer. Dit kan onder meer door kopjes te gebruiken om aan te duiden welke lijn er in het verslag wordt aangehouden. De doel- en vraagstelling dienen een logisch verband te hebben met het gewenste resultaat. Hier dient extra aandacht aan te worden besteedt. Het plan van aanpak wordt door de opdrachtgever als helder en simpel omschreven, waarbij er geen onnodig lange teksten uitgeschreven staan. De opdrachtgever gaf ten slotte aan om nogmaals de centrale, deel- en subvragen onder de loep te nemen. Hierbij dient er rekening gehouden te worden dat de vragen kort en bondig geformuleerd dienen te worden. En een maximaal aantal van 4 subvragen aan zowel de praktijk- als de deelvraag worden gesteld. 2.4 Definitieve probleemomschrijving Uit onderzoek in verschillende gemeentes is gebleken dat er signalen zijn over kindermishandeling tijdens Koranonderwijs. Voor zover bekend is er weinig materiaal gericht op het verbeteren van het padagogisch klimaat binnen de moskeeën. Dit heeft aanleiding gegeven voor Trias Pedagogica om een passend aanbod te ontwikkelen voor Marokkaanse moskeeën in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen. Het aanbod van Trias Pedagogica zal bestaan uit een training en een handelingsprotocol. Bij het ontwikkelen van een effectieve training en handelingsprotocol zal er allereerst moeten worden nagegaan welke kennis en vaardigheden onderwijzers nodig hebben om op een pedagogisch verantwoorde wijze om te gaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Daarna zal er worden nagegaan wat van de aangereikte handvaten vanuit de training worden toegepast en wat het maakt dat deze handvaten wel of juist niet zouden kunnen werken in de praktijk. 2.5 Centrale vraag, deelvragen en subvragen Het is duidelijk dat er moskeeën in Nederland zijn die niet weten hoe op een passende wijze met ongewenst gedrag van leerlingen om te gaan. Trias Pedagogica wenst een passend aanbod te ontwikkelen om onderwijzers van Marokkaanse moskeeën alternatieven aan te bieden in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen. Ik zal nagaan op welke verantwoorde manier onderwijzers met dit gedrag om kunnen gaan. Gedurende mijn literatuuronderzoek zal ik op zoek gaan naar alternatieven waarmee onderwijzers om kunnen gaan met ongewenst gedrag van leerlingen. Hieruit zullen adviezen voortvloeien voor onderwijzers bestaande uit de nodige kennis, inzichten en vaardigheden. De uitkomst van mijn literatuuronderzoek zal een plek krijgen in de training die in april 2013 zal worden gegeven aan enkele onderwijzers. Dit brengt mij naar mijn praktijkonderzoek. Gedurende het praktijkonderzoek zal ik nagaan wat de onderwijzers als nuttige handvaten beschouwen die zij in de praktijk wensen toe te passen. Deze twee onderzoeken zullen mijn centrale vraag, die als volgt luidt, kunnen beantwoorden: "Hoe kunnen onderwijzers van Marokkaanse moskeeën op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas?" 11

12 Om mijn centrale vraag te kunnen beantwoorden heb ik ervoor gekozen om eerst een theoretisch kader aan het onderzoek te geven. Ik zal onderzoeken op welke wijze onderwijzers verantwoord kunnen omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen. Daarnaast zal ik naar aanleiding van de training bij de onderwijzers die deze training hebben bijgewoond nagaan wat zij van deze training wensen mee te nemen naar de praktijk. Door middel van mijn praktijkonderzoek kan ik mijn aanbevelingen naar aanleiding van mijn literatuurstudie aanpassen om tot een passend advies te komen. Dit advies zal gericht worden op onderwijzers van Marokkaanse moskeeën in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Ik zal de onderzoeken evalueren, waaruit uiteindelijk het antwoord op de centrale vraag voort zal vloeien. Vraag aan de literatuur: Hoe kunnen onderwijzers van Marokkaanse moskeeën op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Subvragen: Wat wordt er verstaan onder ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Hoe kunnen onderwijzers op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Hoe wordt er binnen de Marokkaanse cultuur omgegaan met ongewenst gedrag van kinderen? Vraag aan de praktijk: Welke aspecten die tijdens de training aan onderwijzers van Marokkaanse moskeeën zijn aangereikt helpen in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Subvragen: Wat wordt er inhoudelijk in de training aan de onderwijzers aangereikt? Welke aspecten van de training denken onderwijzers (niet) toe te (kunnen) passen in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Welke tips hebben de onderwijzers inhoudelijk over de training die zij verwachten nodig te hebben in de omgang met ongewenst gedrag van leeringen in de klas 12

13 2.6 Globale onderzoeksopzet en communicatieplan De literatuurstudie zal leiden tot bevindingen die voor onderwijzers van Marokkaanse moskeeën zouden kunnen gebruiken in de omgang met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas. Trias Pedagogica biedt onderwijzers in april 2013 de training 'Vebeteren pedagogisch klimaat Koran en Arabische lessen' aan. Tijdens de training worden onderwijzers geadviseerd hoe zij om kunnen gaan met ongewenst gedrag van leerlingen. Door middel van het afleggen van interviews na de training zal er worden nagegaan welke onderdelen van de training door onderwijzers als nuttig en bruikbaar voor de praktijk worden ervaren. Dit praktijkonderzoek levert net als in het geval van de literatuurstudie bevindingen op. De bevindingen van de literatuurstudie en het praktijkonderzoek zullen leiden tot een conluderend antwoord op de centrale. Deze kennis levert tenslotte een bijdrage aan de ontwikkeling van het handelingsprotocol dat door Trias Pedagogica speciaal wordt samengesteld voor onderwijzers van Marokkaanse moskeeën in Nederland. Naam persoon/groep Actie Uitvoering Roel van Goor & studenten afstudeerkring Veerle Knippels & studenten afstudeerkring Lectoraat Abdellah Mehraz (Trias Pedagogica) Onderwijzers moskeeën Hetzij persoonlijk, telefonisch of via op de hoogte houden van het verloop van mijn afstudeerproject en vragen om feedback. Hetzij persoonlijk, telefonisch of via op de hoogte houden van het verloop van mijn afstudeerproject en vragen om feedback. Hetzij persoonlijk, telefonisch of via op de hoogte houden van het verloop van mijn afstudeerproject en vragen om feedback. Persoonlijke interviews gedurende de oriëntatiefase en het praktijkonderzoek Roel van Goor: zie schoolrooster Studenten: wekelijks Zie schoolrooster & eventueel incidenteel Eens in de twee weken Tweemaal tijdens gehele onderzoek 13

14 3. Verslag literatuurstudie In dit hoofdstuk treft u een omschrijving aan van de bevindingen die zijn opgedaan naar aanleiding van de literatuurstudie. Gedurende de literatuurstudie is er gezocht naar antwoorden op de deel- en subvragen die in paragraaf 3.1 worden toegelicht. Deze onderzoeksvragen zullen in de daaropvolgende subparagrafen worden beantwoord. Er zal een helder beeld worden geschept van wat er wordt verstaan onder ongewenst gedrag van leerlingen in de klas (3.2.1), hoe onderwijzers op een pedagogisch verantwoorde wijze om kunnen gaan met dit ongewenste gedrag (3.2.2) en hoe er vanuit de Marokkaanse gemeenschap wordt omgegaan met dit ongewenste gedrag (3.3.3). In subparagraaf zal de deelvraag als conclusie van dit hoofdstuk worden beantwoord. Tot slot treft u aan het eind van dit hoofdstuk (3.3) de terugkoppeling van de opdrachtgever aan. 3.1 Inleiding Voor het beantwoorden van de centrale vraag Hoe kunnen onderwijzers van Marokkaanse moskeeën op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas?", zal er zowel gedurende de literatuurstudie als het praktijkonderzoek antwoord worden gezocht op verschillende deelvragen. Tijdens de literatuurstudie zal er antwoord worden gezocht naar de subvragen die samenhangen met de deelvraag aan de literatuur: Vraag aan de literatuur: Hoe kunnen onderwijzers van Marokkaanse moskeeën op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Subvragen: Wat wordt er verstaan onder ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Hoe kunnen onderwijzers op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Hoe wordt er binnen de Marokkaanse cultuur omgegaan met ongewenst gedrag van kinderen? 3.2 Theoretisch kader In dit hoofdstuk treft u de subvragen onderverdeeld in subparagrafen aan. Elke subparagraaf is aan de hand van wetenschappelijke literatuur van antwoord voorzien Wat wordt er verstaan onder ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? In de literatuur wordt de term ongewenst gedrag vaak als 'probleemgedrag' en 'antisociaal gedrag' omschreven. De term probleemgedrag wordt door Vettenburg (2007) omschreven als een 'ruime waaier van storend gedrag', waarbij er sprake is van lichte ordeverstoring in de klas tot ernstige fysieke bedreiging en agressie. Waar dit probleemgedrag in de klas uit bestaat is verschillend. Uit onderzoek onder 5000 leerlingen in Vlaanderen is gebleken dat 14,4% van de leerlingen brutaal zijn tegen de leerkracht, 10,4% medeleerlingen pest, 15,4% opzettelijk de les verstoren, 12,8% de medeleerlingen met opzet verhinderd, 6,6% opzettelijk zaken hebben vernield/beschadigd en 14,6% het laatste jaar hebben gespijbeld. Volgens Koerhuis (2010) is ongewenst gedrag, gedrag waarbij geen respect is voor de algemeen geldende normen en waar de formele en informele regels worden geschonden. Er is veelal sprake van oppositioneel en kwetsend gedrag. Lievrouw e.a. (2011) spreken van antisociaal gedrag als gedrag in de verbale en non-verbale interactie tussen personen. Hierbij is sprake is van kwalijke bedoelingen die psychische, lichamelijke of materiële schade toebrengen aan personen of objecten. 14

15 Gimpel en Holland (2003) verdelen gedragsproblemen op in twee categorieën, namelijk internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Internaliserend probleemgedrag kenmerkt zich door gedrag dat naar binnen is gericht en dat zich uit in angstig tot depressief gedrag. Externaliserend probleemgedrag is daarentegen naar buiten gericht en omvat een uitdagende vorm van handelen waarbij er niet wordt gehandeld naar de geldende regels. Van Overveld (2010) spreekt over gedragsproblemen indien gedrag leidt tot problemen bij de persoon in kwestie en/of de omgeving. Deze gedragsproblemen kunnen zowel internaliserende gedragingen zijn als agressief of gewelddadig gedrag. Probleemgedrag is variërend van milde en kortstondige periodes van ongewenst gedrag, die als gewoon worden beschouwd binnen de ontwikkeling van kinderen, tot ernstigere vormen van probleemgedrag die kunnen oplopen tot gedragsstoornissen. Er is sprake van probleemgedrag bij kinderen in het geval dat kinderen ongewenst gedrag vertonen dat herhaaldelijk storend is binnen de school en/of gezinssituatie (Kindersley, 2007). Van der Ploeg (2007) zegt dat leerlingen met probleemgedrag door onderwijzers omschreven worden als onder meer; ongehoorzaam, onaangepast, onbetrouwbaar en onberekenbaar. De leerlingen komen niet tegemoet aan de gestelde verwachtingen en houden zich niet aan de geldende regels en afspraken. Gedrag kan daarbij door elke onderwijzer anders worden geinterpreteerd. Ieder mens zou in een bepaalde mate in staat moeten zijn om zich aan te passen aan de omgeving waar hij/zij zich op dat moment in bevindt. Wie hier niet in slaagt kan in problemen raken. In die zin kan dit onaangepaste gedrag leiden tot botsing met de omgeving en wordt het beschouwd als probleemgedrag. Probleemgedrag kan over het algemeen worden beschouwd als een relatief concept dat aan de orde is als de heersende normen en geldende regels in de omgeving waar men zich op dat moment in begeeft worden overschreden. Hierbij wordt de ernst van het probleemgedrag mede bepaald aan de hand van de frequentie, duur, omvang als mede de mate waarin de betrokkene zichzelf en/of zijn omgeving schade berokkent door zijn/haar gedrag. Het Nederlands Jeugd instituut (d.o) definieert probleemgedrag als ongewenst gedrag dat regelmatig vertoond wordt en voor anderen storend is. Dit gedrag wordt ook wel externaliserend probleemgedrag genoemd omdat het in de eerste plaats storend is voor de omgeving. Dit komt tot uiting door driftbuien, woedeaanvallen, agressief gedrag en pesten. Samenvatting Ongewenst gedrag, ook wel omschreven als probleemgedrag, waarbij in sommige gevallen sprake is van antisociaal gedrag, wordt onderverdeeld in de categorieën; internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Externaliserend probleemgedrag, waarbij gedrag naar buiten keert, lijkt in de literatuur als de voornaamste vorm van ongewenst gedrag te worden benoemd. Hoe dit specifieke gedrag vorm geeft is moeilijk uit te leggen. Ongewenst gedrag wordt door iedere auteur anders geïnterpreteerd. Over het algemeen kan er gesteld worden dat er sprake is van ongewenst gedrag als men zich niet houdt aan de gestelde verwachtingen in de omgeving die vaak zijn opgesteld in regels en afspraken. Hierbij wordt rekening gehouden met de frequentie, duur, omvang en de mate waarin de betrokkene schade aan zichzelf en de omgeving berokkent door zijn/haar gedrag. Ongewenst gedrag kan zich in de praktijk uiten door herhaaldelijk en storend antisociaal, agressief, regel- en/of normovertredend gedrag Hoe kunnen onderwijzers op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas? Uit onderzoek is gebleken dat scholen die hun leerlingen klassikaal emotionele steun en een strakke en intensieve begeleiding aanreiken, te maken hebben met betere leerprestaties en minder 15

16 gedragsproblemen. Hierbij wordt de bijdrage van de schoolleiding in het vormgeven van de pedagogische aspecten als uitermate wenselijk beschouwd. Het toepassen van harde straffen en strenge maatregelen wordt daarentegen niet als een verantwoorde wijze van handelen gezien in het verminderen van probleemgedrag. De harde straffen en strenge maatregelen leiden niet tot het gewenste resultaat, sterker nog, autoritair en hard optreden leidt eerder tot meer agressie en onrust. Er dient een aanpak gevonden te worden waarin zowel sprake is van strakke begeleiding alsmede het stimuleren en het steunen van leerlingen. Voor het bewerkstelligen hiervan worden een viertal bevindingen aangehaald die voort zijn gekomen uit een grootschalig onderzoek; 1. Duidelijke diciplinering in combinatie met actief complimenteren 2. Leerlingen verantwoordelijkheden binnen de school toevertrouwen 3. Leerlingen direct voorzien van feedback ten aanzien van hun gedrag 4. Leerkrachten betrekken bij het wel en wee van de leerlingen (Van der Ploeg, 2007). Musschenga (2005) heeft het specifiek over lijfstraffen die o.a. binnen de Marokkaanse cultuur worden toegepast. Uit onderzoek, uitgevoerd in de Verenigde Staten, is gebleken dat het onmogelijk vast te stellen is of lijfstraffen schadelijk zijn voor het functioneren van kinderen. Lijfstraffen kunnen binnen de Marokkaanse cultuur mogelijk worden beschouwd als een pedagogisch verantwoorde wijze van handelen in de omgang met ongewenst gedrag. Kinderen worden binnen Marokkaanse gezinnen fysiek gestraft met als doel om kinderen op te voeden. Het doel is niet het toebrengen van schade aan het kind, maar eerder het verminderen van ongewenst gedrag. Marokkaanse ouders zouden hun kinderen liever minder hardhandig willen straffen, maar denken dat het noodzakelijk is om zo hun kinderen volgens hun cultuur op het rechte pad te houden. Vettenburg (2007) is van mening dat het probleemgedrag van leerlingen een zeker verband heeft met het contact dat zij hebben met de leerkracht. Leerlingen die door de leerkracht negatiever worden beoordeeld en behandeld vertonen moeilijker gedrag in de klas. Het gedrag dat de leerkracht vertoont kan probleemgedrag bij leerlingen niet alleen uitlokken, maar ook versterken. Om het ongewenste gedrag van leerlingen tegen te gaan is een goede didactische aanpak en een positieve basishouding ten opzichte van de leerlingen noodzakelijk. Met name de houding van de leerkracht is hierin van essentieel belang. Om het probleemgedrag van leerlingen te verminderen is het de leerkracht sterk aangeraden om een positieve houding te hebben tegenover zijn leerlingen. De leerkracht dient de creativiteit van de leerlingen te stimuleren en de leerlingen te betrekken bij de les door aan te sluiten bij hun leefwereld en door te vragen. Het versterken van gewenst gedrag en het tegengaan van ongewenst gedrag bij leerlingen blijkt effectiever te zijn als de school een eenheid vormt en de nodige inspanningen vergt om probleemgedrag schoolbreed te verhelpen. Het tegengaan van probleemgedrag in de klas is iets dat op schoolniveau vanuit het bestuur richting gegeven dient te worden. Dit is effectiever dan het probleem enkel op klasniveau tegen te gaan (Sugai en Horner, 2002). Het comité voor bijzondere jeugdzorg (2007) gaat er allereerst vanuit dat een goede verhouding tussen leerkracht en zijn leerlingen probleemgedrag kan verminderen. Om dit te verwezenlijken worden hiervoor vier essentiële basisprincipes aangehouden: Betrokkenheid; de leerkracht dient belangstelling te tonen voor het wel en wee van zijn leerlingen. De leerling dient tenslotte als een individueel persoon te worden beschouwd en niet te worden gezien als een object waar kennis aan overgedragen dient te worden. Echtheid; voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de leerling is het van essentieel belang dat de leerkracht 'echt' is. Datgene wat de leerkracht voelt dient overeen te komen met hoe er wordt gehandeld. 16

17 Inlevingsvermogen/empathie; de leerkracht dient zich in te leven in de gevoelens van zijn leerlingen. Positieve blik; de leerkracht dient de leerling als persoon te accepteren en te respecten. De leerkracht dient open te staan voor de leerling als individu met eigen verlangens, gedachten en gevoelens. Naast de bovengenoemde basishouding die de leerkracht nodig heeft om tot een goed contact met de leerling te komen is het tevens van belang dat leerlingen aanleren welk gedrag gewenst of ongewenst is in de klas. Gewenst gedrag kan door de leerkracht versterkt worden doormiddel van beloning en ongewenst gedrag verminderd door het hanteren van straffen. Straffen zouden niet toegepast moeten worden om de persoon in kwestie zelf, maar eerder om het vertoonde gedrag van de leerling. Hieraan wordt toegevoegd dat bij het geven van een straf er een vorm van oplossing, beëindiging en afronding aanwezig dient te zijn. Er moet hierbij worden benadrukt dat straf opzichzelf weinig waarde heeft. Om straffen en belonen effectief toe te kunnen passen in de klas is de medewerking van de ouders noodzakelijk. Leerlingen dienen ook vanuit huis aangestuurd te worden om zich aan de afspraken te houden en gewenst gedrag te vertonen. Voor het toepassen van straffen en belonen in de klas worden er een drietal belangrijke kernregels aangehaald: De tijd tussen de straf/beloning en het (on)gewenste gedrag dient zo kort mogelijk te zijn. De leerling dient duidelijk gemaakt te worden welk (on)gewenst gedrag wordt beloond/gestraft. Bij het kiezen van een straf/beloning dient de zwaarte overeen te komen met het (on)gewenste gedrag. Straffen mogen enkel toegepast worden om de leerling te leren dat een grens is overschreden. Straf is absoluut niet bedoeld om wraak te nemen op de leerlingen! Straffen zouden niet te zwaar moeten zijn of bij herhaling verdubbeld of verhoogd mogen worden. De leraar dient een redelijke straf te kiezen waarvan zeker is dat de leerling de straf zal uitvoeren. Straffen dienen altijd gepaard te gaan met beloning. In het geval van een straf leren leerlingen om bepaald gedrag in de klas niet te vertonen. Welk gedrag aangehouden dient te worden leert een leerling door middel van beloning. Beloning is dan ook van cruciaal belang (Comité bijzondere jeugdzorg, 2007). Van der Wolf en Van Beukering (2009) spreken over een essentieel onderdeel in het tegengaan van ongewenst gedrag bij leerlingen in de klas, namelijk; de basishouding van de leerkracht. Zij gaan er vanuit dat een goede houding van de leerkracht veel positieve invloed kan hebben op het gedrag van de leerlingen. Hieronder treft u een zevental aspecten aan die voor de leerkracht in het tegengaan van ongewenst gedrag van leerlingen in de klas van belang zijn; De leerkracht als rolmodel: de leerkracht vertoont zelf positief gedrag en is rolmodel voor de klas. Hierbij houdt de leerkracht rekening met zowel zijn verbale- als non-verbale aspecten. De leerkracht laat voorbeeldgedrag zien en leert de leerlingen goed gedrag aan. De leerkracht is duidelijk over zijn rol: de leerkracht geeft zijn rol binnen de klas duidelijk aan. Hierbij benoemt hij vriendelijk welk gedrag er wel of juist niet op prijs wordt gesteld. De leerkracht is duidelijk in zijn boodschap en voert geen toneelstuk op. Hij geeft de leerlingen hierbij duidelijke instructies i.p.v. het leveren van kritiek. De leerkracht is positief en heeft hoge verwachtingen: de leerkracht behandeld de leerlingen als kinderen die nog niet altijd in staat zijn om vorm te geven aan gewenst gedrag, ondanks dat zij dit wel willen. De leerkracht spreekt de leerlingen moed en zelfvertrouwen in en helpt leerlingen door realistische doelen samen te stellen en hier stapsgewijs aan te werken. 17

18 De leerkracht is geduldig, beslist en consequent: de leerkracht maakt samen met de leerlingen klassenregels, waarbij de leerkracht duidelijk aangeeft wat zijn verwachtingen zijn en deze onderbouwt. Deze regels worden beslist niet als machtsmiddel gebruikt, maar in positieve zin benoemt. De leerkracht is geduldig en beslist in het (herhalend) benoemen van zijn verwachtingen. De leerkracht herinnert en waarschuwt de leerlingen indien nodig. Waarschuwingen dienen daarin serieuze consequenties tot gevolg te hebben en niet enkel als losstaande waarschuwingen te blijven. De leerkracht werkt constructief samen met ouders: de leerkracht investeert in de samenwerking met de ouders, omdat het bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerlingen. Er wordt in het contact met de ouders samen gezocht naar oplossingen voor een goede aanpak van de leerlingen. De leerkracht herkent de beelden die hij van de leerlingen heeft: de leerkracht is zich bewust van zijn beeld van zijn leerlingen en weet dat zijn beeldvorming invloed heeft in de relatie met de leerling. De leerkracht reflecteert, experimenteert en vraagt om feedback: de leerkracht vraagt collega's om feedback over zijn handelen. De adviezen die hieruit voortkomen worden geëxperimenteerd in de praktijk waarnaar de leerkracht reflecteert op zijn eigen handelen (Van der Wolf en Van Beukering, 2009). De onderwijsraad (2010) meent dat gedragsproblemen binnen de klas verminderd kunnen worden door te werken aan een verbeterd schoolklimaat, waarbij een gemeenschap wordt gevormd waar leerlingen, ouders en leerkrachten zich kunnen identificeren. Probleemgedrag kan verminderd worden door schoolbreed duidelijke regels op te stellen. De leerkrachten dienen zorg te dragen voor een goede interactie tussen de leerkracht ten opzichte van de leerling en de leerlingen onderling. Tenslotte zijn Bateman en Golly (2008) van mening dat ongewenst gedrag van leerlingen in de klas verminderd kan worden door een positieve omgeving voor leerlingen in de klas te scheppen. Positief gedrag dient zoveel mogelijk benoemd te worden, terwijl kleine misdragingen juist genegeerd dienen te worden. De leerlingen dienen korte en duidelijke instructies te krijgen, waarbij een vast signaal voor het trekken van de aandacht naar de leerkracht toe gebruikt dient te worden. Bij onaanvaardbaar gedrag dienen de consequenties duidelijk te zijn. Hierbij is het van belang dat de leerkracht de nodige consequenties voor bepaald gedrag vooraf kent. Samenvatting De auteurs verschillen van mening over wat zij verstaan onder een pedagogisch verantwoorde wijze van straffen. Eén auteur geeft aan dat fysiek straffen binnen verschillende culturen beschouwd wordt als een pedagogisch aanvaardbaar opvoedmiddel, waarbij het toepassen van fysieke straffen niet bewezen schadelijk zouden zijn voor het functioneren van het kind. Dit in tegenstelling tot auteurs die harde straffen en strenge maatregelen in het tegengaan van ongewenst gedrag juist als onverantwoord beschouwen. Emotionele steun en stimulans gecombineerd met een intensieve en strakke begeleiding wordt door de meeste auteurs als een pedagogisch verantwoorde vorm van handelen gezien. Samenvattend kunnen we zeggen dat het verminderen van ongewenst gedrag onder leerlingen in de klas op verschillende niveaus aangepakt dient te worden. Het wordt sterk aangeraden om ongewenst gedrag van leerlingen in de klas schoolbreed aan te pakken. Hierin dient het schoolbestuur leidend te zijn en dienen collega's tot een goede samenwerking te komen. Er dienen, bij voorkeur samen met de leerlingen, regels opgesteld te worden waaraan men zich dient te houden. De basishouding van de leerkracht is hierin van cruciaal belang. De leerkracht is het rolmodel in de klas die een belangrijke plaats in de groep neemt. Deze dient er zorg voor te dragen dat hij goed in contact staat met zijn 18

19 leerlingen. Leerlingen die gewenst gedrag vertonen dienen gecomplimenteerd en/of beloond te worden. Ongewenst gedrag kan zowel genegeerd als gestraft worden. Om van een mug geen olifant te maken geniet negeren de voorkeur in het geval van kleine overtredingen. In het geval van ongewenst gedrag, waarbij de grenzen worden overschreden en regels niet na worden geleefd, kan gekozen worden voor een passende straf. Tenslotte is het van wezenlijk belang dat het contact met de ouders van de leerlingen ten alle tijde goed wordt onderhouden. De ouders spelen een belangrijke rol in het effect van de methode(s) die school hanteert in het tegengaan van ongewenst gedrag. Het werken aan een goede samenwerking met de ouders is daarom zeker van belang Hoe wordt er binnen de Marokkaanse cultuur omgegaan met ongewenst gedrag van kinderen? Binnen de traditioneel islamitische plattelandscultuur, in het Rifgebergte van Marokko, staat opvoeding in het teken van disciplinering. Het toepassen van fysieke straffen en dwangmiddelen in de opvoeding is binnen sommige culturen een onderdeel van de opvoeding en wordt als zodanig normaal beschouwd. De wijsheid in de opvoeding zit hem in het aanleren hoe het hoort en te handelen binnen de sociale orde. Kinderen worden in de opvoeding geleerd zichzelf te beheersen en een evenwicht te vinden tussen hun eigen behoefte en de eisen die aan hen worden gesteld door de sociale omgeving. Binnen de opvoeding is er minder aandacht voor de individuele ontplooiing; voorop staat dat kinderen hun ouders dienen te respecteren. De opvoeding staat dan ook niet in het teken van intimiteit, warmte en persoonlijke betrokkenheid van het kind. Kinderen zijn eerder onderhevig aan disciplineringmethoden. Lijfstraffen zijn daarbij in de gehele traditioneel-islamitische cultuur een algemeen aanvaardbare opvoedingsmiddel. Het is gebleken dat Marokkaanse ouders hun kinderen dan ook vaker en harder dan autochtoon-nederlandse ouders slaan (Musschenga, 2008). Als we ons richten op Marokkaanse ouders in Nederland merken wij op dat ouders hun kinderen vaak minder bewust opvoeden. De opvoeding bestaat over het algemeen uit het voeden en verzorgen van kinderen, waarbij ouders sturend zijn in het opvoedingsproces en kinderen beperkt worden in hun keuzemogelijkheden. Marokkaanse gezinnen hebben vaak een autoritaire opvoedingsstijl. Ouders hebben eenzijdige regels en eisen aan hun kinderen. Bij ongehoorzaamheid worden kinderen bestraft voor hun overtreding(en). Niet alleen in de Marokkaanse gezinnen is deze autoritaire opvoedingsstijl terug te zien, maar ook in het Marokkaanse onderwijs. De leraar heeft hier vaak een zeer autoritaire relatie met zijn leerlingen. Er wordt van de leerlingen verwacht dat zij gehoorzamen en geen vragen stellen (Eldering, 2006). Volgens Van Gemert (2003) genieten kinderen tot hun 7 e jaar van hun vrijheid en worden door hun ouders nauwelijks gecorrigeerd. Vanaf hun 7 e jaar leren kinderen geleidelijk aan hun gedragingen aan te passen aan de omgeving en hun leeftijd. Kinderen worden vanaf deze leeftijd meer gecorrigeerd dan geprezen. De nadruk ligt meer in het voorkomen van herhaling van het ongewenste gedrag door dit gedrag te bestraffen en kinderen schaamte aan te leren door ze belachelijk te maken bij het overtreden van de regels. Binnen de opvoeding gaat het eerder om het afremmen van ongewenst gedrag dan het stimuleren van gewenst gedrag. Straffen, zoals slaan, wordt als een onderdeel van de opvoeding beschouwd. Deze strafmethode wordt toegepast om herhaling te voorkomen. Volgens Pels (1998) hebben Marokkaanse ouders in Nederland van de eerste generatie een meer autoritaire opvoedingsstijl in vergelijking met ouders van de nieuwe generatie. De nieuwe generatie Marokkaanse ouders passen vaak een meer autoritatieve opvoedingsstijl toe. Hierbij wordt ongeoorloofd gedrag vaker aangepakt door te praten. Uit een onderzoek met Marokkaanse moeders is gebleken dat straffen binnen de Marokkaanse opvoeding als zeer gebruikelijk wordt beschouwd. Vijfentwintig procent van de moeders gaf aan fysiek te straffen, waarbij enkele moeders benadrukken dat het hier gaat om het uitdelen van enkele tikken. Vijftig procent benoemt straffen 19

20 zoals het wegsturen van kinderen naar de gang of de eigen kamer of kinderen onthouden van iets. De overige vijfentwintig procent van de moeders geven aan kinderen streng toe te spreken als strafmethode. De moeders die hun kinderen fysiek straffen geven aan hun kinderen altijd eerst op hun gedrag aan te spreken en/of te waarschuwen. Het fysiek straffen wordt beschouwd als een strafmethode die minder erg is dan het wegsturen van een kind. Deze moeders zijn van mening dat het slaan van kinderen een positief effect heeft op het gedrag van hun kinderen. Het fysiek straffen wordt door moeders vaak uitgevoerd als reactie uit machteloosheid en hebben vaak achteraf spijt van het slaan van hun kinderen. Het fysiek straffen van kinderen neemt af naar gelang de kinderen ouder worden. Sterker nog, binnen de Marokkaanse cultuur wordt het slaan van oudere kinderen ten zeerste afgekeurd. Samenvatting In Marokko wordt er over het algemeen minder bewust stil gestaan bij de opvoeding. Opvoeding wordt voornamelijk beschouwd als een taak waarbij het kind wordt gevoed, verzorgd en door het opvoedingsproces wordt geleidt. Opvoeding staat in het teken van disciplinering. Kinderen leren vanaf hun zevende levensjaar hun gedrag aan te passen aan de sociale orde. Fysieke straffen en dwangmiddelen worden hierbij als opvoedingsmiddel gezien en als normaal beschouwd. Marokkaanse ouders in Nederland van de eerste generatie passen veelal een autoritaire opvoedingsstijl toe. Kinderen worden nauwelijks beloond of geprezen voor hun goede gedrag. Vijfentwintig procent van de onderzochte groep Marokkaanse moeders van de tweede generatie geeft aan bij overtredingen fysieke straffen toe te passen om herhaling te voorkomen. Deze fysieke straffen bestaan uit het uitdelen van tikken. Fysieke straffen komen in meerdere gevallen voort uit machteloosheid waar moeders achteraf spijt van hebben. Deze moeders zouden liever minder streng willen straffen, maar beschouwen het wegsturen van hun kind als erger dan fysieke straffen. Door de loop van de jaren heen zien we dat de manier van opvoeden van Marokkaanse ouders is veranderd. De hedendaagse tweede generatie Marokkaanse ouders voeden hun kinderen, in tegenstelling tot de eerste generatie Marokkaanse ouders, meer met een autoritieve opvoedingsstijl op. Hierbij worden overtredingen van kinderen tegengegaan door met de kinderen in gesprek te gaan. Het overgrote deel van de ondervraagde groep tweede generatie Marokkaanse ouders benoemt straffen bijvoorbeeld het wegsturen van de kinderen of het streng toespreken Conclusie Tijdens de literatuurstudie zijn er inzichten naar voren gekomen die de deelvraag aan de literatuur "Hoe kunnen onderwijzers van Marokkaanse moskeeën op een pedagogisch verantwoorde manier omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen in de klas?" kan beantwoorden. Er wordt gesproken over ongewenst gedrag als het gedrag in strijd is met de geldende regels en afspraken binnen de klas en herhaaldelijk voorkomt. Het vertoonde ongewenste gedrag kan bestaan uit: storend, antisociaal, agressief, regel- en/of normovertredend. Er dient op een pedagogisch verantwoorde wijze om te worden gegaan met dit ongewenste gedrag. Er is in dit onderzoek rekening gehouden dat de handelswijze niet strookt met de wet, daarom worden fysieke straffen in het tegengaan van ongewenst gedrag niet verkozen voor dit onderzoek. Wij gaan er vanuit dat leerlingen sociaal gesteund, gestimuleerd en intensief begeleid dienen te worden en beschouwen dit als een pedagogische verantwoorde vorm van handelen. Marokkaanse ouders zijn door de jaren heen van een autoritaire opvoedingsstijl overgegaan naar een autoritatieve opvoedingsstijl. Hoewel ongewenst gedrag veelal fysiek werd tegengegaan, streven ouders er nu meer naar om door middel van praten het gedrag te veranderen. Slechts een kwart van de ondervraagde moeders blijkt hun kinderen uit machteloosheid fysiek te straffen, door middel van tikken, bij overtredingen. Deze groep geeft aan hier achteraf spijt van te hebben en passen liever een 20

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven T: 040-2811760 E: deboog@skpo.nl

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven T: 040-2811760 E: deboog@skpo.nl PESTPROTOCOL DE BOOG Pestprotocol De Boog Dit pestprotocol heeft als doel voor De Boog: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels

Nadere informatie

PESTPROTOCOL DE SCHELP

PESTPROTOCOL DE SCHELP PESTPROTOCOL DE SCHELP Pestprotocol De Schelp Dit pestprotocol heeft als doel voor de De Schelp: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door

Nadere informatie

SOMALISCHE OUDERS IN GESPREK MET PEDAGOGISCHE PROFESSIONALS OVER HET OPVOEDEN VAN HUN KIND IN NEDERLAND

SOMALISCHE OUDERS IN GESPREK MET PEDAGOGISCHE PROFESSIONALS OVER HET OPVOEDEN VAN HUN KIND IN NEDERLAND Juni 2013 SOMALISCHE OUDERS IN GESPREK MET PEDAGOGISCHE PROFESSIONALS OVER HET OPVOEDEN VAN HUN KIND IN NEDERLAND Een onderzoek naar het stimuleren van contact tussen pedagogische professionals in de directe

Nadere informatie

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Pestprotocol. De Triangel

Pestprotocol. De Triangel Pestprotocol De Triangel 1 Inleiding Pesten is een groot probleem, dat op alle scholen voorkomt. Ook op de Triangel krijgen we te maken met pestsituaties. In dit protocol staat beschreven wat wij doen

Nadere informatie

PESTPROTOCOL. Fellenoord

PESTPROTOCOL. Fellenoord PESTPROTOCOL Fellenoord Pestprotocol Fellenoord Verantwoording: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol) ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten

Nadere informatie

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Anti-pestbeleid OBS De Schakel Dit ANTI-PESTBELEID heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken

Nadere informatie

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Hoe werken wij aan een positief klimaat 3. Wat verstaan wij onder ongewenst gedrag 4. Wat doen leerkrachten bij ongewenst gedrag

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Antipest protocol. Om veiligheid voor elke leerling binnen school mogelijk te maken, zijn regels of onderlinge afspraken noodzakelijk.

Antipest protocol. Om veiligheid voor elke leerling binnen school mogelijk te maken, zijn regels of onderlinge afspraken noodzakelijk. Antipest protocol Inleiding Op onze school vinden we het belangrijk dat leerlingen op zorgvuldige manier met andere leerlingen omgaan, op zorgvuldige manier met materialen omgaan en dat zij zich binnen

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Pestprotocol De Dijsselbloem 2014-2015 Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Hoe ga je met pesten om? Pesten komt helaas op iedere

Nadere informatie

Pestprotocol Basisschool De Zuidstroom

Pestprotocol Basisschool De Zuidstroom Dit pestprotocol heeft als doel: Pestprotocol Basisschool De Zuidstroom Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het team van

Nadere informatie

Inleiding. Waarom deze methode?

Inleiding. Waarom deze methode? Inleiding In dit boek ligt de focus op de praktische benadering van de uitvoering van onderzoek en de vertaalslag naar de (sociaal)juridische beroepspraktijk. Het boek is bruikbaar voor zowel een beginnende

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Gedragsprotocol t Karregat. versie: september 2018

Gedragsprotocol t Karregat. versie: september 2018 Gedragsprotocol t Karregat versie: september 2018 Inleiding School waar je leert samenleven! De leerkrachten van t Karregat bevorderen het scheppen van een veilig klimaat in en om de school en een sfeer

Nadere informatie

Anti-pestprotocol op de

Anti-pestprotocol op de Anti-pestprotocol op de Ons doel is dat alle kinderen zich veilig voelen bij ons op school, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Wij vinden dit ontzettend vervelend, want ieder kind dat gepest wordt is er één teveel. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Pestprotocol Floris Radewijnszschool. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en

Nadere informatie

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5 ANTI-PESTPROTOCOL Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum 01-03-2017 0 van 5 INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD... 2 2. ANTI-PESTPROTOCOL... 3 2.1. Pesten op school... 3 2.2. Algemene

Nadere informatie

Protocol Pesten. Herenoord JJ Rotterdam - T

Protocol Pesten. Herenoord JJ Rotterdam - T Protocol Pesten Inhoudsopgave Inleiding... Doel van het pestprotocol... Pesten op school... Wat is pesten?... Hoe gaan wij op de CBS Beatrix met pesten om?... Belangrijke regels bij het hanteren van het

Nadere informatie

Pestprotocol De Tandem

Pestprotocol De Tandem Pestprotocol De Tandem Inleiding Op De Tandem wordt gewerkt met de methode Leefstijl. Een methode voor de sociaalemotionele ontwikkeling van de leerlingen. In de methode ontwikkelen leerlingen opbouwend

Nadere informatie

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool.

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool. Pestprotocol 1 Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool. In deze verklaring is vastgelegd dat

Nadere informatie

Pestprotocol Rietslenke.

Pestprotocol Rietslenke. Pestprotocol Rietslenke. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Doel van het pestprotocol:

Anti-pestprotocol. Doel van het pestprotocol: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Wij vinden dit ontzettend vervelend, want ieder kind dat gepest wordt is er één teveel. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Vormen van pesten: Dit zijn voorbeelden van pesten. Er zijn natuurlijk ook nog andere voorbeelden te noemen.

Anti-pestprotocol. Vormen van pesten: Dit zijn voorbeelden van pesten. Er zijn natuurlijk ook nog andere voorbeelden te noemen. Inleiding: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan

Nadere informatie

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen 1 Voorwoord Beste ouders Beste leerlingen Dit is het antipestplan van WICO campus Sint-Jozef. Het draaiboek pesten is geschreven voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Het geeft het beleid

Nadere informatie

Pestprotocol Prakticon

Pestprotocol Prakticon Pestprotocol Prakticon Pesten op school Hoe ga je er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.

Nadere informatie

PROTOCOL GEWENST GEDRAG

PROTOCOL GEWENST GEDRAG PROTOCOL GEWENST GEDRAG 1. WAT DOEN WE OM GEWENST GEDRAG TE BEWERKSTELLIGEN? 1.1 OMGANGSREGELS Onze school heeft algemene omgangsregels geformuleerd, waaraan iedereen zich houdt. De regels benoemen het

Nadere informatie

Pestprotocol BS de Kersenboom

Pestprotocol BS de Kersenboom Pestprotocol BS de Kersenboom Doel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

BURG. DE RUITERSCHOOL

BURG. DE RUITERSCHOOL BURG. DE RUITERSCHOOL Pestprotocol Een samenvatting van dit protocol hangt zichtbaar in de school. Dit protocol is vastgesteld op 14 maart 2013 Vastgesteld door team Burg. De Ruiterschool: 4 maart 2013

Nadere informatie

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol. PESTPROTOCOL Doel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen,

Nadere informatie

2. Zowel de school in zijn geheel als iedere leerkracht afzonderlijk probeert pesten te voorkomen.

2. Zowel de school in zijn geheel als iedere leerkracht afzonderlijk probeert pesten te voorkomen. PESTPROTOCOL. Inleiding Pesten kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken kinderen en de sfeer in de groep. De vervulling van de basisbehoeften van kinderen wordt erdoor bedreigd: de school is voor

Nadere informatie

Alle kinderen zich veilig laten voelen in hun basisschoolperiode, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen zich veilig laten voelen in hun basisschoolperiode, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. PESTPROTOCOL Inhoud pestprotocol 1. Doel van dit pestprotocol 2. Pesten op school 3. Signalen en oorzaken 4. Hoe gaan we op de Wegwijzer om met pesten? 5. Belangrijke regels 6. Onze schoolregels 7. De

Nadere informatie

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden LIEVERWIJS kindercoaching & training kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling Een rups kan altijd nog een vlinder worden Kindercoaching Van Rups naar Vlinder Voor kinderen in de

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL STICHTING PROCON. versie: 09-01-2009 revisie: 09-01-2013 PROTOCOL BIJ ONAANVAARDBAAR EN ANTISOCIAAL GEDRAG

GEDRAGSPROTOCOL STICHTING PROCON. versie: 09-01-2009 revisie: 09-01-2013 PROTOCOL BIJ ONAANVAARDBAAR EN ANTISOCIAAL GEDRAG GEDRAGSPROTOCOL STICHTING PROCON versie: 09-01-2009 revisie: 09-01-2013 PROTOCOL BIJ ONAANVAARDBAAR EN ANTISOCIAAL GEDRAG Onder onaanvaardbaar gedrag verstaan wij over het algemeen alle gedrag dat niet

Nadere informatie

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Auteurs: Drs. G. van der Meulen Referentie: WvdJ/SL 11.0426 Datum: maart 2007 Het lectoraat Morele vorming in het

Nadere informatie

Pestprotocol SBO De Lings

Pestprotocol SBO De Lings Pestprotocol SBO De Lings Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun Lings-periode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen en het gevoel hebben dat ook zij

Nadere informatie

Inhoud: Inleiding. Algemene omgangsregels: aandacht, respect, samen. Algemene gedragsregels. Regels voor de leerlingen

Inhoud: Inleiding. Algemene omgangsregels: aandacht, respect, samen. Algemene gedragsregels. Regels voor de leerlingen Gedragsprotocol Inhoud: Inleiding Algemene omgangsregels: aandacht, respect, samen Algemene gedragsregels Regels voor de leerlingen Regels voor leerkrachten en ondersteunend personeel Stappen bij storend

Nadere informatie

Gedragsprotocol de Driestam versie: mei 2017

Gedragsprotocol de Driestam versie: mei 2017 Gedragsprotocol Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Doel van het protocol... 3 Gewenst gedrag... 4 Hoe gaan we op de Driestam om met dit gedrag?... 4 Ongewenst gedrag.... 5 Reactieprocedure

Nadere informatie

Protocol. Pestprotocol

Protocol. Pestprotocol Pestprotocol Algemeen Dit pestprotocol heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar

Nadere informatie

Wanneer een leerling regelmatig ongewenst gedrag vertoond gaan we over tot stap 2.

Wanneer een leerling regelmatig ongewenst gedrag vertoond gaan we over tot stap 2. Protocol Gedrag van leerlingen Datum September 2014 Doel protocol Om duidelijkheid te scheppen voor leerling, leerkracht en ouders over welke stappen worden ondernomen bij ongewenst gedrag. Verantwoordelijke

Nadere informatie

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Evaluatieverslag mindfulnesstraining marijke markus spaarnestraat 37 2314 tm leiden Evaluatieverslag mindfulnesstraining 06 29288479 marijke.markus@freeler.nl www.inzichtinzicht.nl kvk 28109401 btw NL 079.44.295.B01 postbank 4898261 14 oktober

Nadere informatie

SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o.

SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o. SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o. Ingrijpende gebeurtenissen Geldig t/m 31/07/2017 INHOUD Samenvatting : Protocol ingrijpende gebeurtenissen Stichting Katholiek Onderwijs Echt

Nadere informatie

Vandalisme: Het met opzet vernielen of schade toebrengen aan andermans bezittingen

Vandalisme: Het met opzet vernielen of schade toebrengen aan andermans bezittingen Gedragsprotocol 1. achtergrond en doelstellingen 2. definiëring van begrippen 3. de schoolregels 4. categorieën van ongewenst gedrag 5. verplichte en mogelijke acties bij de vijf categorieën. 1. Achtergrond

Nadere informatie

Pestprotocol OBS Het Klokhuis

Pestprotocol OBS Het Klokhuis Pestprotocol OBS Het Klokhuis Op OBS Het Klokhuis vinden wij het belangrijk om kinderen een veilig pedagogisch klimaat te bieden, waarin zij zich harmonieus en op een prettige en positieve wijze kunnen

Nadere informatie

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee Financiers: Gemeente Rotterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Utrecht Gemeente

Nadere informatie

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten)

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten) Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten) Pesten is een ingewikkeld probleem, dat vaak diepe sporen trekt in iemands leven. Wij onderschatten de impact niet, beschouwen pesten

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland

Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland 2 september 2009 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en achtergronden onderzoeksvraag... 3 2. Centrale vraagstelling... 3 3. Omschrijving

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

Protocol agressie en geweld

Protocol agressie en geweld Protocol agressie en geweld Inleiding Elke school dient te beschikken over een protocol met betrekking tot Agressie en Geweld. Voor iedereen, betrokken bij de school, is dit protocol een handvat bij bovenstaande

Nadere informatie

Pestprotocol Jansenius de Vriesschool Juni 2011

Pestprotocol Jansenius de Vriesschool Juni 2011 Pestprotocol Jansenius de Vriesschool Juni 2011 Doelstelling Alle leerlingen moeten zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. EvaluatieVragenlijst Onderwijs. Gelinckschool Spijkenisse

Onderzoeksrapport. EvaluatieVragenlijst Onderwijs. Gelinckschool Spijkenisse Onderzoeksrapport EvaluatieVragenlijst Onderwijs Gelinckschool Spijkenisse Rotterdam, april 2015 1. Respons In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van het aantal verzonden en teruggestuurde vragenlijsten.

Nadere informatie

Onderzoek POD en Sport

Onderzoek POD en Sport 2015 Onderzoek POD en Sport Inhoud Inleiding... 2 Conclusie... 3 Aanbevelingen... 6 Het bestuur... 7 Jeugdtrainers... 8 Jeugdleden... 9 Vrijwilligers... 10 Ouders... 11 Resultaten... 12 1 Inleiding Het

Nadere informatie

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school. Protocol gedrag Een goede school heeft geen pestprojecten nodig, of anders gezegd: doet dagelijks een pestproject, mits zij zich er steeds van bewust blijft welke processen in de groepsvorming een belangrijke

Nadere informatie

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pauwenburg 2, 8226 TA Lelystad tel: 0320 258025 www.3sprong.net - school@3sprong.net Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat

Nadere informatie

PROTOCOL ONGEWENST EN/OF OVERSCHRIJDEND GEDRAG LEERLINGEN

PROTOCOL ONGEWENST EN/OF OVERSCHRIJDEND GEDRAG LEERLINGEN PROTOCOL ONGEWENST EN/OF OVERSCHRIJDEND GEDRAG LEERLINGEN I. Inleiding De ontwikkeling van onze leerlingen staat centraal op Toermalijn. Aan de basis van deze ontwikkeling staat het welbevinden van het

Nadere informatie

Gedragscode Bernardusschool Den Haag

Gedragscode Bernardusschool Den Haag Gedragscode Bernardusschool Den Haag Ruychrocklaan 340 2597 EE Den Haag Wat is een gedragscode? Een belangrijk onderdeel van veiligheidsbeleid is het opstellen van regels voor het sociale verkeer op school.

Nadere informatie

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik Competenties Het werken met een protocol, zoals het protocol Vermoedens van huiselijk

Nadere informatie

Protocollen, regelingen en afspraken

Protocollen, regelingen en afspraken STICHTING OPENBAAR PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS LEIDEN Protocollen, regelingen en afspraken 4F A protocol tegen pesten jan. 2011 4F PROTOCOL TEGEN PESTEN Pesten is het (systematisch) uitoefenen van psychisch,

Nadere informatie

Pestprotocol Eerste Leidse Schoolvereniging

Pestprotocol Eerste Leidse Schoolvereniging Pestprotocol Eerste Leidse Schoolvereniging Inhoud 1. Inleiding a. Uitgangspunt b. Wat is pesten? 2. Schoolregels en afspraken 3. Pestgedrag op school a. Pestgedrag voorkomen b. Pestgedrag snel signaleren

Nadere informatie

Van Rijslaan 8, 2625 KX Delft, 015-2561928

Van Rijslaan 8, 2625 KX Delft, 015-2561928 Van Rijslaan 8, 2625 KX Delft, 015-2561928 Beleid Sociaal emotionele ontwikkeling Delftse Daltonschool Bijlage 1: Delftse Daltonschool Bijlage 2: Delftse Daltonschool Beleid Sociaal emotionele ontwikkeling

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. We werken samen aan een goede sfeer op school. Catharinaschool Wellerlooi

Anti-pestprotocol. We werken samen aan een goede sfeer op school. Catharinaschool Wellerlooi Anti-pestprotocol We werken samen aan een goede sfeer op school Catharinaschool Wellerlooi Inleiding De Catharinaschool wil haar kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden. Wij streven ernaar dat de

Nadere informatie

Protocol Omgaan met pesten

Protocol Omgaan met pesten Protocol Omgaan met pesten Willibrordusschool Alphen NB April 2013 Protocol omgaan met pesten, Willibrordusschool Alphen, april 2013 Pagina 1 Protocol omgaan met pesten Doel: Vanuit onze visie stellen

Nadere informatie

Grip op agressief en lastig gedrag

Grip op agressief en lastig gedrag Grip op agressief en lastig gedrag AgressieWerk.nl Brochure Agressietraining voor docenten, leerkrachten & OPP Omgaan met lastig en agressief gedrag AgressieWerk.nl 06-42170546 info@agressiewerk.nl Brochure

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Het doel van het pestprotocol is: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Kaarten voor Leerling-bemiddeling

Kaarten voor Leerling-bemiddeling Math Boesten Communicatie & Conflicthantering Mediation Training Coaching Arno Callemeijn Communicatie & Conflicthantering Mediation Training Coaching Kaarten voor Leerling-bemiddeling Een handzaam hulpmiddel

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Pestprotocol Floris Radewijnszschool. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en

Nadere informatie

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Dit gedrags- en pestprotocol hebben wij opgesteld met als doel dat alle kinderen zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig kunnen voelen. Zo zorgen wij dat

Nadere informatie

Goed Gedrag op De Tweeklank

Goed Gedrag op De Tweeklank Goed Gedrag op De Tweeklank Versie januari 2018 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Leefstijl 4 2 De schoolregels 5 3 De klassenregels 7 4 Loeren op Goed Gedrag 9 5 De Route naar Goed Gedrag 11 Slot 14 Bronnenlijst

Nadere informatie

1. We volgen het vastgestelde protocol n.a.v. het grensoverschrijdende gedrag

1. We volgen het vastgestelde protocol n.a.v. het grensoverschrijdende gedrag Protocol grensoverschrijdend gedrag Hoe gaan wij op CBS Marimba om met kinderen die grensoverschrijdend gedrag vertonen: Waarom hebben we op CBS Marimba een protocol grensoverschrijdend gedrag?: Als team

Nadere informatie

Dubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht, 078-6139776

Dubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht, 078-6139776 Versie 20 september 2010 Activiteitenprogramma VVE KDV De Huiskamer BV 1 Verdere professionalisering VVE activiteiten Kinderdagverblijf De Huiskamer is een zelfstandig en onafhankelijk kinderdagverblijf

Nadere informatie

t Kompas School met de Bijbel Westbroek

t Kompas School met de Bijbel Westbroek t Kompas School met de Bijbel Westbroek Het protocol sociaal gedrag Het pestprotocol is een belangrijk onderdeel van het beleid van onze school. We hebben dan ook een protocol opgesteld dat op de hele

Nadere informatie

Juni Inhoudsopgave

Juni Inhoudsopgave Pestprotocol 1 Juni 2010 Inhoudsopgave A. Pestprotocol B. Waarom een pestprotocol? C. Uitgangspunten D. Preventieve maatregelen E. Repressieve maatregelen F. De concrete pedagogische invulling Omwille

Nadere informatie

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest. PESTPROTOCOL Pesten komt helaas op iedere school voor> Het is een probleem dat we onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. De manier waarop dat gebeurt, wordt beschreven in dit protocol. Het

Nadere informatie

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn: Visiestuk Deze foto past bij mij omdat ik altijd voor het hoogst haalbare wil gaan. Ook al kost dit veel moeite en is het eigenlijk onmogelijk. Ik heb doorzettingsvermogen, dat heb je ook nodig bij het

Nadere informatie

ISW VAKCOLLEGE HOGE WOERD. Anti-Pestprotocol

ISW VAKCOLLEGE HOGE WOERD. Anti-Pestprotocol ISW VAKCOLLEGE HOGE WOERD Anti-Pestprotocol Pesten Er is sprake van pesten wanneer een of meerdere leerlingen herhaaldelijk en langdurig negatief gedrag richten tegen een andere leerling. Een vereiste

Nadere informatie

PESTPROTOCOL (versie april 2014)

PESTPROTOCOL (versie april 2014) PESTPROTOCOL (versie april 2014) Op de Lispeltuut willen wij de kinderen een veilige leeromgeving bieden. Kinderen moeten zich op een prettige en positieve manier kunnen ontwikkelen. Een gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Pestprotocol OBS Mathenesse Januari 2010

Pestprotocol OBS Mathenesse Januari 2010 Pestprotocol OBS Mathenesse Januari 2010 Doelstelling Alle leerlingen moeten zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken

Nadere informatie

Pestprotocol. Anna van Rijn College

Pestprotocol. Anna van Rijn College Pestprotocol Anna van Rijn College Versie 31-1-2017 Definitie: Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.

Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Pestprotocol o.b.s. Piet de Springer 2017/2018 Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn

Nadere informatie

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL Stationsstraat 81 3370 Boutersem 016/73 34 29 www.godenotelaar.be email: directie.nobro@gmail.com bs.boutersem@gmail.com HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL 1. Het standpunt van de school: Pesten is geen

Nadere informatie

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel 1. Uitgangspunten gedrag Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel Schooljaar 2013 Inhoud 2. Preventief handelen om te komen tot gewenst gedrag 3. Interventies om te komen tot gewenst gedrag 4. Stappenplan

Nadere informatie

- Samenvatting - Rapportage Oudertevredenheid Eben-Haëzerschool Emmeloord Juni 2013

- Samenvatting - Rapportage Oudertevredenheid Eben-Haëzerschool Emmeloord Juni 2013 - Samenvatting - Rapportage Oudertevredenheid Eben-Haëzerschool Emmeloord Juni 2013 ECM onderzoek Site: www.ecmonderzoek.nl E-mail: Info@ecmonderzoek.nl Telefoon: 0525661697 Inleiding en verantwoording

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

INLEIDING voorwaarden Definitie Vormen van pesten

INLEIDING voorwaarden Definitie Vormen van pesten PESTPROTOCOL INLEIDING Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:

Nadere informatie

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd 1 27-07-2011 13:42:29

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd 1 27-07-2011 13:42:29 ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN Folder Alcohol en opvoeding.indd 1 27-07-2011 13:42:29 ALCOHOL EN OPVOEDING Als kinderen naar het voortgezet

Nadere informatie

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten.

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten. Protocol pesten 1 Voorwoord Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie Beleidsprotocol Plusklas Dit protocol beschrijft kort en bondig onze visie op hoogbegaafdheid, de mogelijkheden die wij kunnen bieden aan de doelgroep en de vertaling naar de dagelijkse praktijk in school.

Nadere informatie

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD Pestprotocol obs de Bongerd Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem

Nadere informatie

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg Volleybalvereniging Woudenberg Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon 1 1 Inleiding Binnen de Volleybalvereniging Woudenberg vinden we dat we met respect met elkaar moeten omgaan. Stelregel is:

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2014 Gedragsprotocol de Boomgaard I. Doel van dit gedragsprotocol: Alle kinderen van De Boomgaard moeten zich veilig voelen, zodat

Nadere informatie

Pestprotocol Onderdeel van het Veiligheidsbeleid

Pestprotocol Onderdeel van het Veiligheidsbeleid Versie 1.1 10 februari 2019 Pestprotocol Onderdeel van het Veiligheidsbeleid COLOFON Aalberseplein 5 2805 EG Gouda T 0182-67 00 51 E secretariaat@degroeiling.nl W www.degroeiling.nl Vastgesteld door het

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie