1 van :11

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 van 28 27-08-14 09:11"

Transcriptie

1 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Tekst geldend op: ) Wet van 26 april 2001, houdende intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet tegemoetkoming studiekosten te wijzigen als uitvloeisel van het regeerakkoord 1998 en van de nota «Meer voor meer»; dat het voorts wenselijk is de leesbaarheid van de Wet tegemoetkoming studiekosten te vergroten en aan te sluiten bij de terminologie van de Wet studiefinanciering 2000; dat het in verband met het grote aantal wijzigingen wenselijk is de Wet tegemoetkoming studiekosten in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel Begripsbepalingen In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: beroepsonderwijs: beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.7, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, bovenbouw: voor havo: het vierde en vijfde leerjaar, of voor vwo: het vierde, vijfde en zesde leerjaar, deelnemer: degene die beroepsonderwijs volgt, deelnemer vavo: degene die vavo volgt als bedoeld in de artikelen 6, tweede lid, en 10, havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de WVO, leerling: scholier, deelnemer of deelnemer vavo, lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift, onderbouw: d. het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de WVO, alle leerjaren, het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de WVO, alle leerjaren, voor havo: het eerste, tweede en derde leerjaar, of voor vwo: het eerste, tweede en derde leerjaar, onderwijsbijdrage: lesgeld als bedoeld in artikel 5 van de Les- en cursusgeldwet, voor een niet uit 's Rijks kas bekostigde school de verschuldigde bijdrage aan de school, voor de toepassing van afdeling 5.1, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde school betreft: het 1 van :11

2 bedrag, bedoeld in artikel 5.3, of d. voor de toepassing van afdeling 5.2, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde school betreft: de bedragen, bedoeld in artikel 5.10, onderwijsnummer: door Onze Minister uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een burgerservicenummer is verstrekt, Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, partner: degene die in het kalenderjaar waarin het school- of studiejaar aanvangt gedurende meer dan 6 maanden partner als bedoeld in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen van de aanvrager is, met dien verstande dat voor de toepassing van hoofdstuk 4 voor «belanghebbende» gelezen wordt: TOS-ouder, peiljaar: tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het schooljaar of studiejaar aanvangt, scholier: degene die voortgezet onderwijs volgt, school: school of instelling in de zin van: d. e. f. Wet op het voortgezet onderwijs, hierna aangeduid als WVO, Experimentenwet onderwijs, Wet op de expertisecentra, hierna aangeduid als WEC, Wet op de erkende onderwijsinstellingen, Wet educatie en beroepsonderwijs, hierna aangeduid als WEB, of Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna aangeduid als WHW, schooljaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend, student: degene die hoger onderwijs volgt als bedoeld in de artikelen 11 en 12, studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus daaropvolgend, tegemoetkoming: door Onze Minister verstrekte toekenning in verband met het volgen van een opleiding in het onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat, thuiswonende leerling: scholier of deelnemer vavo die woont op het adres van de TOS-ouder of partner van de TOS-ouder, toetsingsinkomen: inkomen als bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met dien verstande dat voor «berekeningsjaar» gelezen wordt: peiljaar, TOS-ouder: ouder die als wettelijke vertegenwoordiger laatstelijk voordat de leerling meerderjarig werd, voor hem een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 3 ontving, of indien geen wettelijke vertegenwoordiger de in onderdeel a bedoelde tegemoetkoming ontving: wettelijke vertegenwoordiger in het laatste kwartaal waarin de leerling nog 17 jaar was, uitwonende leerling: scholier of deelnemer vavo die niet een thuiswonende leerling is, vavo: opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, onderdeel a, van de WEB, voortgezet onderwijs: onderwijs in de zin van de WVO, en, tenzij anders is bepaald, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC, vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000, vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 van de WVO. In onderdeel b van de begripsbepaling «TOS-ouder» wordt, indien 2 natuurlijke personen voldoen aan het 2 van :11

3 begrip wettelijke vertegenwoordiger, daaronder verstaan: wettelijke vertegenwoordiger die over het tweede kwartaal van het jaar waarin het schooljaar aanvangt, ten behoeve van de leerling kinderbijslag als bedoeld in de Algemene Kinderbijslagwet heeft ontvangen, indien onderdeel a niet van toepassing is: wettelijke vertegenwoordiger bij wie de leerling op 1 augustus blijkens de basisregistratie personen woont, of indien de onderdelen a en b niet van toepassing zijn: wettelijke vertegenwoordiger die de wettelijke vertegenwoordigers gezamenlijk daartoe hebben aangewezen. Artikel Peildatum Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet is bepalend de toestand op de eerste dag van de maand, tenzij anders is bepaald. Artikel Aanvraag Een aanvraag kan worden gedaan: in de zin van hoofdstuk 3 door een: 1. natuurlijke persoon die de wettelijke vertegenwoordiger is van de minderjarige leerling, 2. minderjarige leerling zonder wettelijke vertegenwoordiger, of 3. gehuwde leerling die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, en in de zin van de overige hoofdstukken door een leerling of student. Artikel 1, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Aan welke voorwaarden een aanvraag moet voldoen, kan bij ministeriële regeling worden bepaald. In ieder geval wordt daarbij bepaald dat de aanvrager in de zin van de hoofdstukken 3 en 5 en zijn partner alsmede de TOS-ouder en zijn partner hun burgerservicenummer of onderwijsnummer verstrekken. Artikel 4 [Vervallen per ] Artikel 5. Woonplaats Indien bij controle door Onze Minister blijkt dat het door de scholier verstrekte adres afwijkt van het adres waarop hij in de basisregistratie personen staat ingeschreven, maakt Onze Minister dit aan hem bekend en stelt hem in de gelegenheid de afwijking te herstellen. Indien een uitwonende scholier de afwijking niet binnen 4 weken na de bekendmaking herstelt, wordt met ingang van de maand waarin de afwijking is ontstaan, de aan hem toegekende basistoelage omgezet in een basistoelage voor een thuiswonende scholier, tenzij hem van de afwijking redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. Indien een uitwonende scholier de afwijking na de termijn van 4 weken alsnog herstelt, wordt met ingang van de maand daaropvolgend de basistoelage voor een thuiswonende scholier omgezet in een basistoelage voor een uitwonende scholier. Artikel 6 [Vervallen per ] Artikel 7. Gebruik burgerservicenummer of onderwijsnummer Onze Minister gebruikt het burgerservicenummer of onderwijsnummer van een leerling, student of debiteur ter zake van de uitvoering van deze wet slechts: in contacten met die leerling, student of debiteur, in contacten met personen en instanties voorzover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie, en teneinde de gegevens van die leerling, student of debiteur te vergelijken met de gegevens die over hem zijn opgenomen in het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht, voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet. 3 van :11

4 Het burgerservicenummer of onderwijsnummer van de partner van een leerling, student of debiteur of van de TOS-ouder of diens partner kan ter zake van de uitvoering van deze wet slechts worden gebruikt in contacten met die partner of TOS-ouder of met de desbetreffende leerling, student of debiteur, alsmede, voorzover het betreft de controle op de rechtmatigheid, in contacten met personen en instanties voorzover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie. Artikel 8. AWIR van toepassing Op deze wet, met uitzondering van hoofdstuk 10, zijn van toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen: d. artikel 6, artikel 7, eerste lid, met dien verstande dat voor de toepassing van hoofdstuk 4 voor «belanghebbende» gelezen wordt: TOS-ouder, artikel 9, eerste en tweede lid, met dien verstande dat het tweede lid niet van toepassing is op hoofdstuk 3 van deze wet, en artikel 10, eerste lid, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op hoofdstuk 3 van deze wet. Hoofdstuk Werkingssfeer Paragraaf Algemeen Artikel Reikwijdte en voorwaarden tegemoetkoming Deze wet regelt de tegemoetkoming en is van toepassing indien wordt voldaan aan de voorwaarden inzake: d. nationaliteit als bedoeld in artikel 2, leeftijd als bedoeld in artikel 3, onderwijssoort als bedoeld in de paragrafen 2 tot en met 4, en inkomen als bedoeld in paragraaf 7. Artikel Nationaliteit 4. Op tegemoetkoming kan aanspraak bestaan indien de aanvrager: de Nederlandse nationaliteit bezit, niet de Nederlandse nationaliteit bezit maar wel ingevolge een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie op het terrein van de tegemoetkoming met een Nederlander wordt gelijkgesteld, of niet de Nederlandse nationaliteit bezit maar wel behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen groep van personen die op het terrein van de tegemoetkoming met Nederlanders worden gelijkgesteld. Voor de toepassing van de hoofdstukken 4 en 5 geldt in aanvulling op het eerste lid, onderdeel c, dat de aanvrager in Nederland woont, tenzij deze voorwaarde niet mag worden gesteld op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld in verband met een goede uitvoering van dit lid. Onverminderd het eerste lid, onderdeel b, kunnen bij algemene maatregel van bestuur groepen van personen worden aangewezen voor wie de gelijkstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, slechts een tegemoetkoming in de kosten van de toegang tot het onderwijs betreft. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte en de vorm van deze tegemoetkoming. Bij algemene maatregel van bestuur kan ten gunste van de student worden afgeweken van het eerste lid. Artikel Leeftijd Op tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan aanspraak bestaan tot de maand volgend op het kwartaal waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. 4 van :11

5 4. Op tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan aanspraak bestaan met ingang van de eerste dag van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt tot en met de maand waarin hij de leeftijd van 30 jaren heeft bereikt. Op tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 bestaat aanspraak ongeacht de leeftijd. Op tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.2 kan aanspraak bestaan met ingang van de eerste dag van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Paragraaf Onderwijssoorten in de zin van hoofdstuk 3 Artikel 4 [Vervallen per ] Artikel 5. Aangewezen voortgezet onderwijs Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de scholier is ingeschreven aan een op grond van artikel 56 van de WVO aangewezen school. Artikel 6. Erkende cursus voortgezet onderwijs en vavo Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de scholier is ingeschreven aan een school die is erkend op grond van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen voorzover de gevolgde cursus onder de reikwijdte van die wet valt. Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de deelnemer vavo is ingeschreven aan een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, en artikel 41 van de WEB, voorzover het betreft een opleiding vavo. Artikel 7. Beroepsonderwijs Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de deelnemer is ingeschreven aan: een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de WEB, voorzover het uit s Rijks kas bekostigd beroepsonderwijs betreft, of een school die ten aanzien van het beroepsonderwijs het in artikel 4.1 van de WEB bedoelde recht heeft verkregen. Artikel 8 [Vervallen per ] Paragraaf Onderwijssoorten in de zin van hoofdstuk 4 Artikel 9. Voortgezet onderwijs Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan een scholier in aanmerking komen die is ingeschreven: d. aan een school die op grond van de WVO, de WEC of de Experimentenwet onderwijs volledig en rechtstreeks uit de openbare kas wordt bekostigd, waaronder het volgen van onderwijs in de vorm van contractactiviteiten niet is mede begrepen; aan een school als bedoeld in artikel 5; aan een school als bedoeld in artikel 6, eerste lid; of voor een cursus die wordt bekostigd op grond van artikel 73 van de WVO. Artikel 10. Vavo Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan een deelnemer vavo in aanmerking komen die is ingeschreven aan een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, en artikel 41 van de WEB, voorzover het betreft een opleiding vavo. Paragraaf 4. Onderwijssoorten in de zin van hoofdstuk 5 5 van :11

6 Artikel 1 Bekostigd en aangewezen hoger onderwijs lerarenopleidingen Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 kan een student in aanmerking komen die als student is ingeschreven voor het volgen van een bacheloropleiding of masteropleiding voor het beroep van leraar aan een bekostigde universiteit of hogeschool, genoemd in de bijlage van de WHW: voorzover die opleiding is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van de WHW of de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1, onderdeel t, van de WHW, met positief gevolg heeft ondergaan, of gedurende de termijn, bedoeld in de artikelen 512, eerste, vierde en vijfde lid, 512a, eerste lid, 515, of 6.5, tweede lid, van de WHW. Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 kan een student in aanmerking komen die als student is ingeschreven voor het volgen van een bacheloropleiding of masteropleiding voor het beroep van leraar aan een aangewezen instelling als bedoeld in de artikelen 6.9 of van de WHW zoals die artikelen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet van 4 februari 2010 (St 119), of verzorgd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de WHW zoals dat artikel luidt met ingang van de inwerkingtreding van de genoemde wet van 4 februari 2010 (St 119): voorzover die opleiding is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van de WHW of de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1, onderdeel t, van de WHW, met positief gevolg heeft ondergaan, of gedurende de termijn, bedoeld in de artikelen 512, eerste, vierde en vijfde lid, 512a, eerste lid, 515, of 6.10, derde lid, van de WHW. Artikel 1 Post-hoger onderwijs lerarenopleidingen en didactische cursus educatie en beroepsonderwijs Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 kan een student in aanmerking komen indien hij als leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming vanwege het bezit van een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 176b van de Wet op het primair onderwijs, artikel 162e van de WEC, artikel 118k van de WVO, of artikel 4.4, van de WEB. Artikel 1 Voortgezet onderwijs en vavo Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.2 kan een leerling in aanmerking komen indien hij is ingeschreven voor een opleiding of een gedeelte daarvan aan een school als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 9, onderdeel a, of voor een cursus als bedoeld in artikel 9, onderdeel d, die leiden tot het diploma: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs, of voortgezet middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretische leerweg. Paragraaf 5. Aanspraak Artikel 14. Geen aanspraak Geen aanspraak op tegemoetkoming bestaat indien de leerling of student is ingeschreven aan een opleiding waarvan de duur, daaronder begrepen ten hoogste 12 vakantieweken, korter is dan 1 jaar. Artikel 15. Geen aanspraak tegemoetkoming hoofdstuk 4 De aanspraak op tegemoetkoming van een leerling die gedurende een aaneengesloten periode van 8 weken niet aan het onderwijs heeft deelgenomen, vervalt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de school de afwezigheid, bedoeld in artikel 4.12 aan Onze Minister heeft medegedeeld. De periode van 8 weken wordt verlengd met de weken waarin vanwege vakantie geen onderwijs werd verzorgd. Artikel 16. Geen aanspraak tegemoetkoming hoofdstuk 5 Een student heeft geen aanspraak op tegemoetkoming indien hij gedurende 24 maanden een tegemoetkoming in de zin van afdeling 5.1 heeft ontvangen of indien 48 maanden zijn verlopen gerekend vanaf de maand waarover de tegemoetkoming voor het eerst is toegekend. Een student heeft tevens geen aanspraak indien hij 6 van :11

7 een tegemoetkoming ontvangt in de zin van hoofdstuk 10. Een leerling heeft geen aanspraak op tegemoetkoming in de zin van afdeling 5.2, indien hij een tegemoetkoming ontvangt in de zin van hoofdstuk 10. Artikel 17. Aanspraak tegemoetkoming hoofdstukken 3 en 4 Een leerling die onderwijs volgt als bedoeld in de artikelen 5, 6, 9, onderdelen b en c, en 10 heeft slechts aanspraak op tegemoetkoming indien de opleiding een studielast heeft van ten minste 850 klokuren per schooljaar die worden besteed aan het volgen van lessen of stages. Artikel 18 [Vervallen per ] Artikel 19. Aanspraak bij einde studie hoofdstuk 4 De aanspraak op tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 vervalt met ingang van de maand die volgt op de dag waarop de leerling het laatste schooljaar met goed gevolg heeft afgesloten. Indien de leerling aansluitend aan het schooljaar dat als laatste schooljaar was aangemerkt, opnieuw dat laatste schooljaar aanvangt, ontstaat aanspraak op tegemoetkoming voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar. Indien de leerling na zijn uitschrijving voor een opleiding binnen 4 maanden opnieuw een opleiding in de zin van deze wet of van de Wet studiefinanciering 2000 aanvangt, blijft, in afwijking van het eerste lid, op zijn aanvraag de aanspraak op tegemoetkoming in de tussen beide opleidingen liggende periode voor ten hoogste 4 maanden bestaan. Indien dit de maanden augustus, september, oktober of november betreft, heeft de leerling die op grond van hoofdstuk 4 nog geen tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage is toegekend en een opleiding als bedoeld in de artikelen 5, 6, eerste lid, 9, onderdeel d, of 10, of een opleiding waarvoor aanspraak op studiefinanciering bestaat, gaat volgen, over die maanden naast een tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 4 ook aanspraak op een bedrag aan tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, ter grootte van eentwaalfde van het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, per maand. Voor de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming in die maanden wordt uitgegaan van de draagkracht, zoals die gold op 31 juli van het voorafgaande schooljaar. In afwijking van artikel 4.10, tweede lid, wordt die aanvraag ingediend voor het einde van de periode van 4 maanden. Artikel 20 [Vervallen per ] Paragraaf 6. Overige bepalingen Artikel 2 Geen dubbele aanspraak en geen aanspraak bij aanspraak WSF De scholier of deelnemer vavo, bedoeld in hoofdstuk 3, die tevens deelnemer is in het beroepsonderwijs, bedoeld in dat hoofdstuk, heeft slechts aanspraak op tegemoetkoming voor het volgen van dat beroepsonderwijs. De scholier, bedoeld in hoofdstuk 4, die tevens aanspraak heeft op studiefinanciering in de zin van de Wet studiefinanciering 2000, heeft geen aanspraak op tegemoetkoming. De deelnemer die tevens aanspraak heeft op studiefinanciering in de zin van de Wet studiefinanciering 2000, heeft geen aanspraak op tegemoetkoming. De deelnemer vavo, bedoeld in hoofdstuk 4, voor wie onderwijsbijdrage is verschuldigd en die tevens aanspraak heeft op studiefinanciering in de zin van de Wet studiefinanciering 2000, heeft geen aanspraak op tegemoetkoming. Artikel 2 Geen aanspraak na hoger onderwijs De leerling heeft geen aanspraak op tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 4, indien hij geen aanspraak meer heeft op prestatiebeurs of tempobeurs in de zin van de hoofdstukken 5 of 10 van de Wet studiefinanciering Artikel 22 Rechtens ontnomen vrijheid 7 van :11

8 Een scholier of een deelnemer vavo als bedoeld in hoofdstuk 4 die voor ten minste één maand rechtens zijn vrijheid is ontnomen, heeft, behoudens in de gevallen, bedoeld in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en in artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en de gevallen, bedoeld in hoofdstuk IVB, van de Wet op de jeugdzorg, met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de vrijheidsontneming tenminste één maand heeft geduurd slechts aanspraak op een basistoelage voor een thuiswonende leerling. Voor de toepassing van het eerste lid worden perioden van vrijheidsontneming samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen groepen van personen waarbij tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel buiten een justitiële inrichting plaatsvindt. Paragraaf 7. Inkomen Artikel 2 Grensbedrag draagkracht De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en in de schoolkosten is afhankelijk van de hoogte van de op grond van artikel 7, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen berekende draagkracht. Volledige tegemoetkoming ingevolge de hoofdstukken 3, 4 en 5 bestaat tot en met het grensbedrag van de draagkracht. Naar de maatstaf van het schooljaar of studiejaar bedraagt het grensbedrag ,93 [Red: Met ingang van het schooljaar : ,02]. Indien het toe te kennen bedrag per aanvrager minder bedraagt dan 10,, wordt de tegemoetkoming op nihil gesteld. Artikel 24 [Vervallen per ] Artikel 25. Korting op tegemoetkoming 4. De tegemoetkoming wordt verminderd met een ingevolge het derde lid en artikel 27 berekende korting wegens overschrijding van het grensbedrag, bedoeld in artikel 23, tweede lid. De korting wordt niet toegepast op de basistoelage, bedoeld in artikel 4.2, onderdeel De korting is 30% van het verschil tussen de draagkracht in het peiljaar en het grensbedrag, bedoeld in artikel 23, tweede lid. Het kortingsbedrag voor een kalendermaand is de korting, bedoeld in het derde lid, gedeeld door 1 Artikel 26. Verdeling bij korting op tegemoetkoming In geval van korting op de tegemoetkoming is de verhouding tussen de gekorte tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en die in de schoolkosten overeenkomstig de verhouding tussen de normbedragen van deze tegemoetkomingen op 1 augustus van het betreffende schooljaar. Deze verhouding wordt op 2 decimalen afgerond op het naastbij gelegen getal. Indien de toegekende gekorte tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, niet meer is dan de aan Onze Minister verschuldigde onderwijsbijdrage, vindt geen uitbetaling plaats. Onze Minister verrekent deze tegemoetkoming met die onderwijsbijdrage. Artikel 27. Verdeling kortingsbedrag wegens telkinderen Het kortingsbedrag, bedoeld in artikel 25, derde lid, wordt verdeeld over het aantal telkinderen. Onder telkind wordt verstaan iedere leerling voor wie, met inachtneming van het tweede en derde lid, voor het desbetreffende schooljaar aanspraak op tegemoetkoming bestaat ingevolge de hoofdstukken 3 of 4. Voor een aanvrager in de zin van hoofdstuk 3 is sprake van een telkind, indien de leerling het kind is van de aanvrager of van diens partner, voor wie de aanvrager of diens partner: in de zin van hoofdstuk 3 de wettelijke vertegenwoordiger is, of 8 van :11

9 TOS-ouder is voor het telkind dat aanspraak heeft op tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 4. Voor een aanvrager in de zin van hoofdstuk 4 is sprake van een telkind, indien deze aanvrager een TOS-ouder heeft waarbij die TOS-ouder of diens partner: tevens de TOS-ouder is van een andere leerling die aanspraak heeft op tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 4, of aanvrager is in de zin van hoofdstuk Artikel 28. Peiljaarverlegging bij terugval in inkomen Op aanvraag van de aanvrager of diens partner of TOS-ouder of diens partner wordt bij toepassing van artikel 8, onderdeel b, indien sprake is van een terugval in inkomen over het eerste of het tweede jaar na het peiljaar,uitgegaan van dat jaar. Deze aanvraag wordt gelijktijdig gedaan met de aanvraag ingevolge de artikelen 8, 5.5 of 5.1 Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een terugval in inkomen verstaan een vermindering van de draagkracht met ten minste 15% ten opzichte van het peiljaar, met dien verstande dat: de vermindering niet kan worden gerekend tot inkomensschommelingen die in het algemeen normaal kunnen worden geacht bij de gekozen wijze van inkomensverwerving, en aannemelijk wordt gemaakt dat gedurende ten minste 3 kalenderjaren zal worden voldaan aan de vereisten genoemd in de aanhef alsmede in onderdeel Artikel 29 Voor de toepassing van artikel 8, onderdeel b, en artikel 25 wordt zolang het toetsingsinkomen over het kalenderjaar waarover het toetsingsinkomen berekend wordt, het eerste of het tweede jaar na dat kalenderjaar nog niet is bepaald, door Onze Minister daarvoor in de plaats gesteld een bedrag dat het desbetreffende toetsingsinkomen zo goed mogelijk benadert. Hoofdstuk Leerlingen tot 18 jaar in niet bekostigd voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs Paragraaf Reikwijdte Artikel Reikwijdte Dit hoofdstuk is van toepassing op scholieren, deelnemers en deelnemers vavo die jonger zijn dan 18 jaren en die zijn ingeschreven aan een school als bedoeld in paragraaf Paragraaf Tegemoetkoming Artikel Samenstelling tegemoetkoming 4. De tegemoetkoming in de zin van dit hoofdstuk bestaat uit een tegemoetkoming in de schoolkosten. De tegemoetkoming kan tevens bestaan uit een overbruggingstegemoetkoming. Voor leerlingen als bedoeld in de artikelen 5, 6, eerste lid, 6, tweede lid, wat betreft de inschrijving aan een school als bedoeld in artikel 41 van de WEB, en 7, onderdeel b, die voor de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 16 jaren hebben bereikt, bestaat de tegemoetkoming eveneens uit een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage. Voor deelnemers, die na 1 juli en voor 2 augustus van een kalenderjaar de leeftijd van 18 jaren bereiken, bestaat de tegemoetkoming eveneens uit een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage voor het schooljaar dat op 1 augustus van dat kalenderjaar aanvangt. Artikel Tegemoetkoming onderwijsbijdrage niet bekostigd onderwijs en deelnemers die na 1 juli en voor 2 augustus 18 jaar worden 9 van :11

10 De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage voor een schooljaar is voor een leerling als bedoeld in artikel 2, derde lid, het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet. De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage voor een schooljaar is voor een deelnemer als bedoeld in artikel 2, vierde lid, het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet. Artikel 4. Tegemoetkoming schoolkosten De hoogte van de tegemoetkoming in de schoolkosten voor een schooljaar is afhankelijk van: soort onderwijs, en bovenbouw of onderbouw. De bedragen van de onderscheiden tegemoetkomingen zijn opgenomen in artikel 5. Artikel 5. Overzicht hoogte tegemoetkoming schoolkosten De bedragen in onderstaand overzicht luiden per schooljaar en zijn uitgedrukt in euro s naar de maatstaf van 1 augustus Overzicht. Bedragen tegemoetkoming schoolkosten beroepsonderwijs 632,79 onderbouw + bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo 311,54 vavo 311,54 [voor het schooljaar :] Overzicht bedragen tegemoetkoming schoolkosten per schooljaar beroepsonderwijs 690,93 onderbouw + bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo 340,16 voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) 340,16 Artikel 6. Aanspraak overbruggingstegemoetkoming In afwijking van paragraaf 2 en artikel 4 heeft de aanvrager aanspraak op een overbruggingstegemoetkoming voor de maanden augustus en september ten behoeve van een leerling: die op 1 juli van dat kalenderjaar jonger is dan 18 jaren, die op 1 oktober van dat kalenderjaar als studerende in de zin van de Wet studiefinanciering 2000 is ingeschreven voor het volgen van hoger onderwijs waarop die wet van toepassing is, en voor wie aan de aanvrager over het schooljaar dat aan de overbruggingsperiode vooraf ging, een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4 is toegekend. Artikel 7. Hoogte overbruggingstegemoetkoming De overbruggingstegemoetkoming is voor een leerling tweetwaalfde deel van het bedrag van de tegemoetkoming voor een geheel schooljaar waarvoor op 31 juli daaraan voorafgaand aanspraak bestond. Voor leerlingen, anders dan bedoeld in artikel 2, derde lid, wordt de overbruggingstegemoetkoming vermeerderd met tweetwaalfde van het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, zoals dat bedrag gold op 31 juli voorafgaand aan de maanden waarover aanspraak op overbruggingstegemoetkoming bestaat. Voor leerlingen die vallen onder de categorie bovenbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs, genoemd in de tabel van artikel 5, wordt de overbruggingstegemoetkoming vermeerderd met tweetwaalfde van het verschil tussen het bedrag dat voor de categorie bovenbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs en het bedrag dat voor de categorie bovenbouw overig onderwijs in de tabel van artikel 5 is opgenomen. Paragraaf Toekenning 10 van :11

11 Artikel 8. Toekenning tegemoetkoming Onze Minister kent een tegemoetkoming toe aan de aanvrager indien de aanvrager en de leerling voldoen aan de voorschriften gegeven bij of krachtens deze wet. Een aanvraag om tegemoetkoming wordt jaarlijks voor het einde van het desbetreffende schooljaar gedaan. Toekenning voor een leerling vindt slechts eenmaal per schooljaar plaats. Onze Minister besluit op een aanvraag om tegemoetkoming indien de aanvraag is ingediend: voor de aanvang van het desbetreffende schooljaar: binnen 8 weken na de aanvang van dat schooljaar, en gedurende het desbetreffende schooljaar: binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag. Artikel 9. Toekenning bij wisselen van onderwijssoort Ingeval de leerling op 1 oktober niet langer het soort onderwijs volgt waarvoor hij bij de aanvang van het schooljaar was ingeschreven, en een andere onderwijssoort genoemd in paragraaf 2 volgt, omvat de toekenning van de tegemoetkoming het bedrag voor de onderwijssoort die op die datum wordt gevolgd. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing bij overgang van onderbouw naar bovenbouw of omgekeerd. Ingeval de tegemoetkoming voor een onderwijssoort nihil is en een scholier tijdens het schooljaar een andere onderwijssoort gaat volgen, omvat de toekenning van de tegemoetkoming, in afwijking van het eerste lid, vanaf het tijdstip dat hij die andere onderwijssoort gaat volgen, het bedrag daarvoor. Ingeval een leerling voor wie nog geen tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage is toegekend, tijdens het schooljaar een andere onderwijssoort, genoemd in artikel 2, derde lid, gaat volgen, omvat de toekenning vanaf het tijdstip dat hij die andere onderwijssoort gaat volgen, eveneens de met betrekking tot die andere onderwijssoort bepaalde tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage. Artikel 10. Toekenningsperiode Tegemoetkoming wordt toegekend per schooljaar. In afwijking van het eerste lid omvat de toekenning voor een leerling die: d. in de loop van het schooljaar 18 jaren wordt: wat betreft de tegemoetkoming in de schoolkosten het aantal maanden van dat schooljaar tot de eerste maand van het kwartaal volgend op de maand waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt en wat betreft de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, voor zover daar op grond van artikel 2, derde of vierde lid, aanspraak op bestaat, het gehele schooljaar, is ingeschreven op een school als bedoeld in de artikelen 6 of 7, en die geen onderwijs meer volgt op 1 oktober, in afwijking van artikel 5: voor het gehele jaar niets, op enig ogenblik tussen 1 oktober en een bij ministeriële regeling te bepalen datum geen onderwijs meer volgt, anders dan in geval van ernstige ziekte van de leerling: de helft van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, alsmede, voor zover aanspraak bestaat op de tegemoetkoming bedoeld in artikel 2, derde of vierde lid, vijftwaalfde deel van die tegemoetkoming, en in de loop van het schooljaar na 31 december wordt ingeschreven: de helft van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, alsmede, voor zover aanspraak bestaat op de tegemoetkoming bedoeld in artikel 2, derde of vierde lid, zeventwaalfde deel van die tegemoetkoming. Hoofdstuk 4. Leerlingen van 18 jaar en ouder in voortgezet onderwijs en vavo Paragraaf 4. Reikwijdte Artikel 4. Reikwijdte Dit hoofdstuk is van toepassing op scholieren en deelnemers vavo die 18 jaren zijn of ouder en zijn ingeschreven aan een school als bedoeld in paragraaf Paragraaf 4. Tegemoetkoming Artikel 4. Samenstelling tegemoetkoming 11 van :11

12 De tegemoetkoming in de zin van dit hoofdstuk bestaat uit: basistoelage, en tegemoetkoming in de schoolkosten. Voor leerlingen als bedoeld in artikel 9, onderdelen b, c en d, en voor deelnemers vavo als bedoeld in artikel 10 bestaat de tegemoetkoming eveneens uit een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage. Artikel 4. Basistoelage De basistoelage is naar de maatstaf van 1 januari 2001 per kalendermaand voor een: thuiswonende leerling: 84,59 [Red: Van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015: 108,80], en uitwonende leerling: 197,21 [Red: Van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015: 253,66]. Artikel 4.4. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage vavo en niet bekostigd onderwijs De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage voor een kalendermaand is eentwaalfde deel van het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet. In het schooljaar waarin een leerling de leeftijd van 18 jaren bereikt, wordt de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage voor dat schooljaar niet toegekend. Artikel 4.5. Tegemoetkoming schoolkosten De hoogte van de tegemoetkoming in de schoolkosten voor een schooljaar is afhankelijk van: soort onderwijs, en bovenbouw of overige leerjaren. De bedragen van de onderscheiden tegemoetkomingen zijn opgenomen in artikel 4.6. Artikel 4.6. Overzicht hoogte tegemoetkoming schoolkosten De bedragen in onderstaand overzicht luiden per maand en zijn uitgedrukt in euro s naar de maatstaf van 1 augustus Overzicht. Bedragen tegemoetkoming schoolkosten onderbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs en onderbouw + bovenbouw volledig op grond van de WEB bekostigd voorbereidend beroepsonderwijs verzorgd in een agrarisch opleidingscentrum 70,25 bovenbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs 76,93 onderbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo 96,20 d. bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo 102,89 e. speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 46,67 f. vavo 102,89 [voor het schooljaar :] Overzicht bedragen tegemoetkoming schoolkosten per maand onderbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs en onderbouw + bovenbouw volledig op grond van de WEB bekostigd voorbereidend beroepsonderwijs verzorgd in een agrarisch opleidingscentrum 76,70 bovenbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs 83,99 onderbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo 105,03 d. bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo 112,35 e. speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 50,96 f. voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) 112,35 12 van :11

13 Artikel 4.7. Voorschot onderwijsbijdrage vavo en niet bekostigd onderwijs De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage over de maand augustus van enig kalenderjaar omvat in afwijking van artikel 4.4, eerste lid, tevens een voorschot op die tegemoetkoming over het schooljaar dat met die maand augustus aanvangt. Dit voorschot bedraagt ten hoogste de verschuldigde onderwijsbijdrage en wordt niet uitbetaald. Indien de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage lager is dan de verschuldigde onderwijsbijdrage, omvat het voorschot, bedoeld in het eerste lid, tevens een voorschot op de tegemoetkoming in de schoolkosten. Het voorschot bedraagt ten hoogste de verschuldigde onderwijsbijdrage. Paragraaf 4. Toekenning Artikel 4.8. Toekenning tegemoetkoming Onze Minister kent een tegemoetkoming toe aan de leerling die daartoe een aanvraag heeft ingediend en die voldoet aan de voorschriften gegeven bij of krachtens deze wet. Onze Minister besluit op een aanvraag om tegemoetkoming indien de aanvraag is ingediend: vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft: vóór 31 december van dat voorafgaande jaar, en na het onder a bedoelde tijdstip: binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag. Artikel 4.9. Gedeeltelijke toekenning Indien het op basis van de verstrekte gegevens onmogelijk is de draagkracht vast te stellen, kent Onze Minister de basistoelage toe. Artikel Toekenningsperiode Tegemoetkoming wordt toegekend per kalenderjaar of een gedeelte daarvan, met dien verstande dat deze periode ten minste 1 kalendermaand is. Tegemoetkoming wordt niet toegekend voor een periode die gelegen is voor de datum van indiening van de aanvraag. Aan de leerling die reeds een tegemoetkoming ontvangt en een aanvraag heeft ingediend om in aanmerking te komen voor een verhoging van de basistoelage wordt, in afwijking van het tweede lid, de verhoging toegekend met ingang van de maand waarin de aanvraag tot verhoging is ingediend. Aan de leerling die reeds een tegemoetkoming ontvangt en een aanvraag heeft ingediend om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage of in de schoolkosten wordt, in afwijking van het tweede lid, de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage of in de schoolkosten toegekend met ingang van de maand waarvoor voor het eerst een tegemoetkoming is toegekend. Artikel 4.1 Weigerachtige ouders Op aanvraag van een uitwonende leerling wordt het niet toe te kennen deel van de maximale tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en in de schoolkosten toegekend in de vorm van lening. Voorwaarde voor die toekenning is dat de leerling gelijktijdig met de aanvraag aan Onze Minister een door hemzelf ondertekende verklaring verstrekt dat zijn TOS-ouder en diens partner beide weigeren bij te dragen in zijn schoolkosten. Die verklaring wordt mede ondertekend door een schooldecaan ten blijke dat zij naar zijn kennis juist is. Paragraaf 4.4. Langdurige afwezigheid Artikel 4.1 Langdurige afwezigheid in het voortgezet onderwijs of vavo De tegemoetkoming van de leerling die is ingeschreven aan een school als bedoeld in de artikelen 9, onderdelen a, b en c, of 10, of ingeschreven voor een cursus als bedoeld in artikel 9, onderdeel d, en die zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 5 weken, bestaat geheel uit lening met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand 13 van :11

14 waarin de afwezigheid zonder geldige reden aanving. De periode van 5 weken wordt verlengd met de weken waarin vanwege vakantie geen onderwijs werd verzorgd. In afwijking van het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat voor soorten van voortgezet onderwijs of voor soorten van vavo het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, indien een leerling in een of meer vakken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. Onder afwezigheid met geldige reden wordt uitsluitend verstaan afwezigheid wegens ziekte van de leerling, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts, of afwezigheid wegens bijzondere familieomstandigheden. Artikel 4.1 Weer aanwezig binnen 8 weken Artikel 4.12 is niet van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de leerling weer aan het onderwijs is gaan deelnemen, voorzover de tegemoetkoming niet reeds mede op grond van artikel 4.11 de vorm van lening had. Voorwaarde voor de toepassing van de vorige volzin is dat de leerling aan het onderwijs is gaan deelnemen binnen 8 weken na de aanvang van de periode van 5 weken. De periodes van 5 en 8 weken worden verlengd met de weken waarin vanwege vakantie geen onderwijs werd verzorgd. Artikel Langdurige afwezigheid in het niet bekostigd voortgezet onderwijs Het bestuur van de rechtspersoon waarvan de school, bedoeld in de artikelen 9, onderdelen b, c en d, of 10 voor zover het betreft een school als bedoeld in artikel 41 van de WEB, uitgaat of de natuurlijke persoon die deze school in stand houdt, stelt uiterlijk op de derde werkdag na afloop van een periode van afwezigheid van 4 weken de leerling in kennis dat daarvan in de administratie van de school een aantekening is gemaakt en verzoekt de leerling om opgaaf van de reden van de afwezigheid. Uiterlijk op de vijfde werkdag na de periode van 8 weken stelt het bestuur van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon vast: of de reden die de leerling binnen 8 weken na de aanvang van de periode van 5 weken gaf voor zijn afwezigheid, een geldige is, of dat de leerling binnen 8 weken na de aanvang van de periode van 5 weken geen reden heeft opgegeven voor zijn afwezigheid. Het bestuur van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon stelt tevens uiterlijk op de vijfde werkdag na afloop van de periode van 8 weken vast of de leerling voor het einde van die periode weer aan het onderwijs is gaan deelnemen. Het bestuur van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon meldt uiterlijk de vijfde werkdag na afloop van een periode van 8 weken aan Onze Minister dat de leerling die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 5 weken zonder opgave van geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. Tevens meldt hij, indien die leerling voor het einde van die periode van 8 weken weer aan het onderwijs is gaan deelnemen, de datum daarvan. De periodes van 5 en 8 weken worden verlengd met de weken waarin vanwege vakantie geen onderwijs werd verzorgd. Het bestuur van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon stuurt gelijktijdig met de mededelingen, bedoeld in het vierde lid, een afschrift van de gegevens die over de betrokkene aan Onze Minister zijn verstrekt, aan deze betrokkene en geeft daarbij tevens aan dat afwezigheid als bedoeld in artikel 4.12, gevolgen heeft voor de tegemoetkoming van betrokkene, alsmede welke beroepsgang voor betrokkene open staat tegen de mededelingen, bedoeld in het vierde lid. Hoofdstuk 5. Leraren alsmede leerlingen in deeltijd vo 18+ en vavo Afdeling 5. Leraren Paragraaf 5. Reikwijdte Artikel 5. Reikwijdte 14 van :11

15 Deze afdeling is van toepassing op studenten die als student zijn ingeschreven aan een school als bedoeld in artikel 11 of op degenen die onder de reikwijdte van artikel 12 vallen en die geen aanspraak hebben op studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering Paragraaf 5. Tegemoetkoming Artikel 5. Samenstelling tegemoetkoming De tegemoetkoming in de zin van deze afdeling bestaat uit: tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, en tegemoetkoming in de schoolkosten. Artikel 5. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage bedraagt 567,2 Artikel 5.4. Tegemoetkoming schoolkosten De tegemoetkoming in de schoolkosten bedraagt naar de maatstaf van 1 januari ,16 [Red: voor het schooljaar : 706,66]. Paragraaf 5. Toekenning Artikel 5.5. Toekenning tegemoetkoming Onze Minister kent een tegemoetkoming toe aan de student die daartoe een aanvraag heeft ingediend en die voldoet aan de voorschriften gegeven bij of krachtens deze wet. Een aanvraag om tegemoetkoming wordt jaarlijks voor het einde van het desbetreffende studiejaar gedaan. Onze Minister besluit op een aanvraag om tegemoetkoming indien de aanvraag is ingediend: voor de aanvang van het desbetreffende studiejaar: binnen 8 weken na de aanvang van dat studiejaar, en gedurende het desbetreffende studiejaar: binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag. Artikel 5.6. Toekenningsperiode Tegemoetkoming wordt toegekend per studiejaar en eenmaal per studiejaar uitbetaald op een bij ministeriële regeling te bepalen tijdstip. Tegemoetkoming wordt niet toegekend over de maanden waarin de student niet is ingeschreven. Afdeling 5. Leerlingen in deeltijd vo 18+ en vavo Paragraaf 5. Reikwijdte Artikel 5.7. Reikwijdte Deze afdeling is van toepassing op leerlingen die zijn ingeschreven aan een opleiding als bedoeld in artikel 13 en die geen aanspraak hebben op tegemoetkoming ingevolge de hoofdstukken 3, 4 of 10 of op studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering Paragraaf 5. Tegemoetkoming Artikel 5.8. Samenstelling tegemoetkoming 15 van :11

16 De tegemoetkoming in de zin van deze afdeling bestaat uit: tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, en tegemoetkoming in de schoolkosten. Artikel 5.9. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de periode waarin en van het aantal minuten per week dat de leerling onderwijs volgt. De hoogte van de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en in de schoolkosten is opgenomen in artikel Indien de leerling zijn studie na 30 september wegens ziekte staakt, wordt de tegemoetkoming in de schoolkosten in afwijking van de overzichten 1 en 2, bedoeld in artikel 5.10 niet verminderd. Artikel Overzicht hoogte tegemoetkoming De bedragen in onderstaande overzichten luiden per schooljaar en zijn uitgedrukt in euro's naar de maatstaf van 1 augustus Overzicht Onderwijs gedurende gehele schooljaar of geen onderwijs meer vanaf 1 januari aantal minuten per week onderwijsbijdrage 540 of meer onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 540 minuten onderwijs (= o 1) 540 of meer en 0,5 x [o 1 + (o 1 naar rato aantal voor 1 januari 270 minuten dat onderwijs wordt gevolgd)] tot tot 540 onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 360 minuten onderwijs (= o 2) 270 tot 540 en 0,5 x [o 2 + (o 2 naar rato aantal voor 1 januari minuten dat onderwijs wordt gevolgd)] minder dan 270 schoolkosten 226, [Red: voor het schooljaar : 302,35] 113 [Red: voor het schooljaar : 151,18] [Red: voor het schooljaar : 151,17] naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd 152, [Red: voor het schooljaar : 203,70] 76,- [Red: voor het schooljaar : 101,85] + 76,-[Red: voor het schooljaar : 101,85] naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd minder dan 270 nihil nihil [Red: voor het schooljaar : nihil] Overzicht Geen onderwijs meer volgen na 30 september en voor 1 januari aantal minuten per week onderwijsbijdrage 540 of meer de helft van de onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 540 minuten onderwijs (= o 1) 540 of meer en 0,25 x [o 1 + (o 1 naar rato aantal voor 1 januari minuten dat onderwijs wordt gevolgd)] 270 tot tot 540 de helft van de onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 360 minuten onderwijs (= o 2) schoolkosten 113,- [Red: voor het schooljaar : 151,18] 56,50 [Red: voor het schooljaar : 75,59] + 56,50 [Red: voor het schooljaar : 75,59] naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd 76,- [Red: voor het schooljaar : 101,85] 16 van :11

17 aantal minuten per week 270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270 onderwijsbijdrage 0,25 x [o 2 + (o 2 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd)] schoolkosten 38,- [Red: voor het schooljaar : 50,93] + 38,- [Red: voor het schooljaar : 50,92] naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd minder dan 270 nihil nihil [Red: voor het schooljaar : nihil] Overzicht Geen onderwijs meer volgen voor 1 oktober aantal minuten per week onderwijsbijdrage schoolkosten 540 of meer nihil nihil 540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540 nihil nihil 270 tot 540 nihil nihil 270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270 nihil nihil minder dan 270 nihil nihil Paragraaf 5. Toekenning Artikel 5.1 Toekenning tegemoetkoming Onze Minister kent een tegemoetkoming toe aan de leerling die daartoe een aanvraag heeft ingediend en die voldoet aan de voorschriften gegeven bij of krachtens deze wet. Een aanvraag om tegemoetkoming wordt jaarlijks voor het einde van het desbetreffende schooljaar gedaan. Onze Minister besluit op een aanvraag om tegemoetkoming indien de aanvraag is ingediend: voor de aanvang van het desbetreffende schooljaar: binnen 8 weken na de aanvang van dat schooljaar, en gedurende het desbetreffende schooljaar: binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag. Artikel 5.1 Toekenningsperiode Tegemoetkoming wordt toegekend per schooljaar. Hoofdstuk 6. Opbouw en terugbetaling studieschuld Artikel 6. Verplichting debiteur terugbetaling lening uit hoofdstuk 4 Ontvangst van een lening of omzetting in een lening als bedoeld in de artikelen 4.11, 4.12 en 4.13, of omzetting als bedoeld in artikel 6.2, verplicht degene die tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 4 heeft ontvangen tot terugbetaling van de lening vermeerderd met de volgens dit hoofdstuk berekende rente. Artikel 6. Omzetting niet meer verrekenbare schulden uit hoofdstuk 4 in hetzij lening, hetzij verrekenbare schuld op grond van de WSF 2000 De schuld van een leerling in de zin van hoofdstuk 4 van wie het recht op tegemoetkoming eindigt zonder dat over de maand volgend op de beëindiging studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 wordt verstrekt, wordt van rechtswege omgezet in lening. De in de vorige volzin bedoelde lening wordt rentedragend met ingang van het tijdstip van die omzetting. De schuld, niet zijnde een schuld waarop artikel 6.3 van toepassing is, van een leerling in de zin van hoofdstuk 4 van wie het recht op tegemoetkoming eindigt en aan wie over de maand volgend op de beëindiging studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 wordt verstrekt, wordt aangemerkt als een schuld waarop artikel 7.4 van die wet van toepassing is. Artikel 6. WSF 2000 van overeenkomstige toepassing 17 van :11

18 De artikelen 6.3 tot en met 6.16 van de Wet studiefinanciering 2000 zijn van overeenkomstige toepassing op de bedragen aan lening die op grond van deze wet zijn opgebouwd. Hoofdstuk 7. Herziening Artikel 7. Herziening door Minister Onze Minister kan een beschikking herzien waarbij: tegemoetkoming is toegekend, of de hoogte van het toetsingsinkomen van de aanvrager of diens partner of van de TOS-ouder of diens partner wordt vastgesteld of gewijzigd. Herziening vindt plaats op grond van het feit dat: d. e. f. g. h. i. een beschikking genomen is waarvan de aanvrager of de TOS-ouder wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist was, de situatie, bedoeld in de artikelen 9, 10, tweede lid, onderdeel c, 5.9, 5.10 en 10.9, tweede tot en met vierde en zesde tot en met achtste lid, zich voordoet, te veel of te weinig tegemoetkoming is toegekend op basis van onjuiste of onjuist verwerkte gegevens, de hoogte van het inkomen van de aanvrager of diens partner of van de TOS-ouder of diens partner te hoog of te laag is vastgesteld op basis van onjuiste of onjuist verwerkte gegevens anders dan bedoeld onder a, aanvrager of TOS-ouder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet, geen gevolg is gegeven aan de aanvraag op grond van artikel 28 omdat niet kon worden voldaan aan de voorwaarde genoemd in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, en is gebleken dat gedurende 3 kalenderjaren is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 28, tweede lid, aanhef alsmede onderdeel a, gevolg is gegeven aan de aanvraag op grond van artikel 28, en is gebleken dat niet gedurende 3 kalenderjaren is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 28, tweede lid, aanhef alsmede onderdeel a, de situatie van langdurige afwezigheid, bedoeld in artikel 4.12, eerste lid, zich niet heeft voorgedaan, of andere, nader gebleken feiten of omstandigheden, die, waren zij eerder bekend geweest, tot een andere beschikking zouden hebben geleid. Behoudens in geval van bedrog, kan een herziening als bedoeld in het tweede lid, onderdelen c, e, h en i, slechts geschieden binnen 18 maanden na het einde van het desbetreffende tijdvak waar de toekenning van de tegemoetkoming betrekking op heeft. Behoudens in geval van bedrog, kan een herziening als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, slechts geschieden binnen 3 jaren na het einde van het desbetreffende tijdvak waar de toekenning van de tegemoetkoming betrekking op heeft. Behoudens in geval van bedrog, kan een herziening als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b, f en g, slechts geschieden binnen 5 jaren na het einde van het desbetreffende tijdvak waar de toekenning van de tegemoetkoming betrekking op heeft. Artikel 7. Bezwaarschriftprocedure De artikelen 7:2 tot en met 7:9 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing. Artikel 7. Verrekening teveel toegekende en uitbetaalde tegemoetkoming Indien een herzieningsbeschikking als bedoeld in artikel 7.1, eerste en tweede lid, of een beslissing op bezwaar daartoe aanleiding geeft, wordt het bedrag van de tegemoetkoming dat teveel is uitbetaald, door de aanvrager terugbetaald of met hem verrekend. Indien een herzieningsbeschikking als bedoeld in artikel 7.1, eerste en tweede lid, of een beslissing op bezwaar daartoe aanleiding geeft, wordt voorzover het bedrag waarvoor het recht om een lening af te sluiten te hoog is toegekend, het deel dat te hoog is toegekend en uitbetaald door de betrokkene terugbetaald of met hem verrekend. 18 van :11

19 4. 5. Indien na een voorlopige voorziening als bedoeld in titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht, de beslissing in hoofdzaak daartoe aanleiding geeft, wordt het bedrag dat op grond van de voorlopige voorziening teveel is uitbetaald, door de betrokkene terugbetaald of met hem verrekend. De in het eerste tot en met derde lid bedoelde terugbetaling en verrekening geschieden overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen redelijke terugbetalingsregels. Artikel 4:93, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op deze wet. Hoofdstuk 8. Uitbetaling, verrekening en invordering Artikel 8. Uitbetaling en verrekening Met betrekking tot de uitbetaling van de tegemoetkoming en de verrekening van het toegekende bedrag aan tegemoetkoming met de aan Onze Minister verschuldigde onderwijsbijdrage, worden bij ministeriële regeling regels gesteld. Indien een toegekend bedrag aan tegemoetkoming 12 maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de desbetreffende beschikking is gegeven, niet kan worden uitbetaald als gevolg van nalatigheid van degene aan wie die beschikking is gericht, verrekent Onze Minister het toegekende bedrag aan tegemoetkoming met het niet uitbetaalde bedrag. Indien een leerling in de loop van een schooljaar ophoudt leerling te zijn in de zin van hoofdstuk 4 en hij niet in de loop van datzelfde schooljaar leerling wordt aan een school waarvoor lesgeld verschuldigd is, wordt het restant van de in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage niet teruggevorderd of verrekend. Artikel 8. Invordering en dwangbevel Onze Minister vaardigt een dwangbevel uit aan de nalatige, indien een bij of krachtens deze wet verschuldigd bedrag geheel of gedeeltelijk niet tijdig is voldaan. Hoofdstuk 9. Toezicht en sancties Paragraaf 9. Toezicht Artikel 9. Toezicht door onderwijsinspectie Het toezicht door de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, heeft mede betrekking op de vraag of de school of de opleiding voldoet aan de van toepassing zijnde voorwaarden, bedoeld in de artikelen 17, 18 en 4.14, derde tot en met zesde lid. Paragraaf 9. Verstrekken van inlichtingen Artikel 9. Verstrekken van inlichtingen door personen 4. Een ieder is verplicht aan Onze Minister of aan een daartoe door of vanwege Onze Minister aangewezen persoon of instantie desgevraagd de ten behoeve van de uitvoering van deze wet benodigde inlichtingen over zichzelf te geven. De inlichtingen worden verstrekt binnen een door Onze Minister of door een in het eerste lid bedoelde persoon of instantie te stellen redelijke termijn. Inlichtingen over zichzelf, voorzover zij kunnen leiden tot de toekenning van minder tegemoetkoming worden steeds ongevraagd en schriftelijk verstrekt door de aanvrager, onmiddellijk na het bekend worden van die gegevens. Onze Minister kan bepalen dat de inlichtingen, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, worden verstrekt op een bij ministeriële regeling vast te stellen wijze. Artikel 9. Verschoningsrecht studentendecaan 19 van :11

20 Een studentendecaan aan een op grond van de WHW uit 's Rijks kas bekostigde instelling voor hoger onderwijs kan zich, in afwijking van artikel 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht bij de verplichting tot inzage van gegevens en bescheiden en het verstrekken van inlichtingen, verschonen betreffende hetgeen een leerling of student aan hem heeft toevertrouwd. Artikel 9.4. Verstrekken van inlichtingen door scholen De natuurlijke persoon van wie of het bestuur van de rechtspersoon waarvan een school als bedoeld in de paragrafen 2, 3 en 4 uitgaat, is verplicht op een bij ministeriële regeling aan te geven wijze kosteloos inlichtingen te verstrekken, benodigd voor de uitvoering van deze wet. De natuurlijke persoon van wie of het bestuur van de rechtspersoon waarvan een school als bedoeld in de artikelen 9, onderdelen a tot en met d, en 10 uitgaat, is verplicht voor 1 mei aan Onze Minister te melden indien onderwijs dat in dat schooljaar voldeed aan de voorwaarden, genoemd in artikel 18, in het daaropvolgende schooljaar niet aan deze voorwaarde zal voldoen. Artikel 9.5. Verstrekken van inlichtingen door organen met een publiekrechtelijke taak Organen met een publiekrechtelijke taak zijn verplicht op een bij algemene maatregel van bestuur aan te geven wijze kosteloos inlichtingen te verstrekken, benodigd voor de uitvoering van deze wet. Artikel 9.6 [Vervallen per ] Paragraaf 9. Administratieve sanctie Artikel 9.7. Niet verstrekken van inlichtingen over langdurige afwezigheid van leerlingen als bedoeld in hoofdstuk 4 Indien een niet volledig en rechtstreeks uit de openbare kas bekostigde school als bedoeld in de artikel 9, onderdelen b, c en d, op enig moment in een schooljaar niet een administratie als bedoeld in artikel 4.14, eerste lid, voert of niet na afloop van de in artikel 4.14 bedoelde periodes van onafgebroken afwezigheid zonder geldige reden van een leerling als bedoeld in hoofdstuk 4 aan Onze Minister de vereiste gegevens verstrekt, ontstaat er een vordering van Onze Minister op de school ter grootte van 15% van het bedrag van de tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 4.2, voorzover die als gift zijn toegekend aan de leerlingen aan die school in het schooljaar waarin deze school in gebreke was, is toegekend. Artikel 9.8. Niet verstrekken van inlichtingen over studielast Indien een school als bedoeld in de artikelen 9, onderdelen a tot en met c, en 10, niet uiterlijk 1 mei de gegevens, bedoeld in artikel 9.4, tweede lid, heeft verstrekt, ontstaat er een vordering van Onze Minister op de school ter grootte van de tegemoetkomingen op grond van de hoofdstukken 3 en 4 die ten behoeve van leerlingen aan die opleiding in het schooljaar waarin deze in gebreke was, is toegekend. Paragraaf 9.4. Strafbepalingen Artikel 9.9. Niet verstrekken van inlichtingen Hij die niet voldoet aan een van de verplichtingen, bedoeld in artikel 9.4, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 6 maanden of geldboete van de derde categorie. Artikel Overtreding van een bepaling krachtens deze wet Overtreding van bepalingen van een krachtens deze wet uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur, voorzover uitdrukkelijk als strafbaar feit in de zin van dit artikel aangeduid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 1 maand of geldboete van de tweede categorie. Artikel 9.1 Overtreding De in de artikelen 9.9 en 9.10 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. 20 van :11

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 225 Wet van 26 april 2001, houdende intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 676 Wet van 14 december 1995, houdende nieuwe bepalingen voor een tegemoetkoming in de studiekosten (Wet tegemoetkoming studiekosten) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 719 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met invoering prestatiebeurs in een deel van de beroepsopleidende leerweg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 124 Wet van 19 februari 2005, houdende wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met invoering prestatiebeurs in een

Nadere informatie

Bijlage 2 bij de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel studievoorschot hoger onderwijs

Bijlage 2 bij de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel studievoorschot hoger onderwijs Bijlage 2 bij de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel studievoorschot hoger onderwijs Tekst WSF 2000 met een weergave van de beoogde wijzigingen die zijn opgenomen in het Wetsvoorstel studievoorschot

Nadere informatie

Bijlage 2 bij de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel studievoorschot hoger onderwijs

Bijlage 2 bij de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel studievoorschot hoger onderwijs Bijlage 2 bij de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel studievoorschot hoger onderwijs Tekst WSF 2000 met een weergave van de beoogde wijzigingen die zijn opgenomen in het Wetsvoorstel studievoorschot

Nadere informatie

Tegemoetkoming ouders in 2010 naar kindgebonden budget

Tegemoetkoming ouders in 2010 naar kindgebonden budget DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.3.314 vervallen: het bericht 'Wtos en kindgebonden budget voor kinderen van 12-18 jaar' (verwachte wijzigingen), datumnr 0812-1225 Tegemoetkoming ouders in 2010

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 331 Aanpassing van onder meer de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk van de studiefinanciering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 206 Wet van 29 mei 2008 tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het door de scholen om niet ter beschikking stellen van lesmateriaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68259 22 december 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 december 2016, nr. 016909 tot

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 331 Aanpassing van onder meer de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk van de studiefinanciering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27182 31 december 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2012, nr. HO&S/467106,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35874 23 december 2013 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2013, nr. HO&S/547235,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36161 17 december 2014 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 december 2014, nr. HO&S/695142,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 63 Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de lgemene Ouderdomswet, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 200 Wet van 24 mei 2007 tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering

Nadere informatie

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Aanpassing van de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk, verruiming van het toepassingsbereik naar Canada en doorvoering van diverse technische verbeteringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73898 27 december 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 december 2017, nr. 1273463

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 222 Wet van 28 april 2005, houdende tijdelijke regels betreffende experimenten in het hoger onderwijs op het gebied van vooropleidingseisen aan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20959 24 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2010, nr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 227 Wet van 28 maart 1996, houdende wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht: Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te studeren, invoering van het collegegeldkrediet en invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 873 Intrekking van de Wet op de studiefinanciering en vervanging door de Wet studiefinanciering 2000 (Wet studiefinanciering 2000) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

1. In de begripsomschrijving van afsluitend examen wordt in onderdeel b de hoofdstukken 5 en 10 vervangen door: hoofdstuk 5.

1. In de begripsomschrijving van afsluitend examen wordt in onderdeel b de hoofdstukken 5 en 10 vervangen door: hoofdstuk 5. Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het hoger onderwijs en de uitvoering van een toekomstgerichte onderwijsagenda

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 50 Wet van 21 januari 2015 tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 146 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 439 6 12 12januari 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 december 2008,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 790 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 341 Besluit van 5 juli 2001, houdende regels over de tegemoetkoming in onderwijsbijdrage en schoolkosten (Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage

Nadere informatie

Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht

Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 607 Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht Nr. xxx Nota van wijziging Ontvangen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling normen tegemoetkoming

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 790 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 67 Wet van 13 december 2000, houdende wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 74 Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 680 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 252 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46833 22 december 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2015, nr. HO&S/860745

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 412 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met wijziging omzetmoment eerste 12 maanden prestatiebeurs en afschaffing 1 februari-regel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22966 Wijziging van de Wet op de studiefïnanciering en van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in verband met het meten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 194 Wet van 29 april 2010 tot vaststelling van regels over referentieniveaus voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (Wet referentieniveaus

Nadere informatie

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd: Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de positie van studenten die een beroepsopleiding volgen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 569 Wet van 4 december 2008 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen (Aanpassingswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 943 Wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen afhankelijk te maken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1988-1989 20 708 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met dekking van de meeruitgaven ter zake van de uitvoering van die wet, vereenvoudiging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 917 Voorstel van wet van de leden Duivesteijn en Hofstra tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (verruiming en vereenvoudiging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68071 4 december 2018 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 november 2018, nr. 1430747

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 203 Wet van 24 mei 2007 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet inburgering in verband met onder meer de invoering van een kwalificatieplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 187 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 971 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met onder meer de uitvoerbaarheid van die wet en de invoering van een

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 678 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere wetten met het oog op het omvormen van het Associate

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 157 Wet van 8 maart 2012 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 254 Wet van 14 juni 2007 tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met onder meer de uitvoerbaarheid van die wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 200 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een nieuw arrangement voor de bekostiging van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) B GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 198 Wet van 29 mei 2008 tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (uitvoeringstechnische wijzigingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 32 Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet WVO. (herziening regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 418 Wet van 1 november 2007, houdende regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet

Nadere informatie

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: CONCEPT Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 337 Wijziging van de lgemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enige andere wetten Nr. 2 VOORSTEL VN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 323 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 678 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere wetten met het oog op het omvormen van het Associate

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 878 Bundeling en aanpassing van regels over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers (Wet register onderwijsdeelnemers) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 251 Wet van 27 april 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo

Nadere informatie

Verordening toelage uitwonende studerenden

Verordening toelage uitwonende studerenden Gemeenteblad Texel 2016, nr 39 datum 01-06-16 Verordening Toelage Uitwonende Studerenden gemeente Texel 2016 Verordening toelage uitwonende studerenden Gemeente Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 259 Wet van 17 mei 2001 tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 352 Wet van 5 juli 2001 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 339 Wet van 28 juni 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 257 Wet van 17 mei 1999, houdende regeling van de subsidiëring van politieke partijen (Wet subsidiëring politieke partijen) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs, enz. (invoering basisvorming in voortgez... De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs, enz. (invoering basisvorming in voortgez... De citeertitel is door de wetgever vastgesteld. Page 1 of 6 (Tekst geldend op: 04-07-2004) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: OCenW De citeertitel is door de wetgever

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 214 4 januari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 december 2011, nr. WJZ/355188

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van [-] 2013, No.[]);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van [-] 2013, No.[]); Besluit van xxx tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en het Besluit van 26 september 2012 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 vanwege het vervallen van het woonplaatsvereiste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 202 Wet van 5 april 2012 tot wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten teneinde het recht op een tegemoetkoming afhankelijk

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 146 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 878 Bundeling en aanpassing van regels over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers (Wet register onderwijsdeelnemers) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 521 Introductie van een regeling die het mogelijk maakt oudere belastingplichtigen een tegemoetkoming te verstrekken met het oog op compensatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 29 948 Voorstel van wet van het lid Bussemaker houdende vaststelling van een wet inzake ondersteuning van alleenstaande ouders bij arbeid en zorg

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 201 26 238 Wijziging van enkele wetten in verband met invoering van het regresrecht in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en versterking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 529 Wet van 19 november 2009 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 527 Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 145 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het inkorten van het studentenreisrecht, het vervallen van de bijverdiengrens

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22966 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering en van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ïn verband met het meten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 993 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Nadere informatie