hp photosmart 7550 beknopte handleiding
Copyright 2002 Hewlett-Packard Company Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor fouten in dit materiaal noch voor indirecte schade in verband met de aflevering, het functioneren of het gebruik van dit materiaal. HP, het HP-logo en PhotoSmart zijn eigendom van Hewlett-Packard Company. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. CompactFlash, CF en het CF-logo zijn handelsmerken van de CompactFlash Association (CFA). Mac, het Mac-logo en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. Andere merken en producten zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectieve eigenaren. De auteursrechten van bepaalde foto s in dit document zijn behouden aan de oorspronkelijke eigenaren.
inhoud 1 aan de slag........................................ 1 inleiding..................................................1 printeronderdelen...........................................3 achterzijde..............................................3 voorzijde...............................................4 bedienings-paneel.........................................5 kaartsleuven.............................................6 indicatielampjes..........................................6 informatie over papier........................................7 papier laden in de invoerlade................................7 fotopapier laden in de fotolade...............................8 informatie over inktpatronen....................................9 werken met de reservemodus................................10 de inktpatronen installeren of vervangen........................10 werken met het bedieningspaneel...............................12 de knoppen............................................12 de indicatie-lampjes......................................13 menustructuur...........................................14 2 de printer gebruiken met een camera.................... 17 via de camera geselecteerde foto s..............................17 foto s selecteren en afdrukken................................17 afdrukken vanaf een geheugenkaart.............................18 ondersteunde geheugen-kaarten..............................18 een geheugenkaart plaatsen................................19 kiezen welke foto s u wilt afdrukken...........................21 foto s afdrukken via het bedienings-paneel.......................22 inhoud i
3 de printer gebruiken met een computer................... 23 afdrukken onder Windows.................................... 23 afdrukken vanuit een software-toepassing....................... 23 de taakbalk-pictogrammen onder Windows...................... 24 afdrukken op de Macintosh................................... 27 afdrukken vanuit een software-toepassing (OS X of OS 9.x)........... 27 4 problemen oplossen................................. 29 problemen met de Windows-verbinding........................... 29 problemen met de Macintosh-verbinding.......................... 30 een diagnosepagina afdrukken................................. 31 problemen met de USB-aansluiting............................... 32 problemen met de printer..................................... 37 afdrukproblemen........................................... 41 5 specificaties....................................... 55 systeemvereisten........................................... 55 specificaties.............................................. 56 index.............................................. 57 ii beknopte handleiding
inleiding aan de slag 1 1 Hartelijk dank voor het aanschaffen van een HP Photosmart printer. Bij uw nieuwe printer wordt de volgende documentatie geleverd waarin wordt beschreven hoe u de printer in gebruik neemt en deze optimaal kunt gebruiken. Installatiegids De HP Photosmart Installatiegids is de poster die bij de printer wordt geleverd. Hier vindt u handzame instructies voor het instellen van de printer en het installeren van de bijbehorende software. Beknopte handleiding De Beknopte handleiding HP Photosmart is het boekje dat u momenteel onder ogen hebt. Hierin vindt u een korte beschrijving van de onderdelen van uw nieuwe printer. Verder wordt uitgelegd hoe u de voornaamste functies van de printer kunt gebruiken en hoe u problemen met de hardware kunt opsporen en oplossen. Software-installatie & productondersteuning Het boekje Software-installatie & productondersteuning HP Photosmart biedt uitleg over het installeren en configureren van de software die bij de printer wordt geleverd. U kunt hierin ook lezen hoe u softwareproblemen kunt opsporen en oplossen, hoe u ondersteuning kunt opvragen bij www.hp.com en hoe u contact kunt opnemen met HP Support & Services. Help bij HP Photosmart-printer In de on line handleiding Help bij HP Photosmart-printer worden de meer geavanceerde functies van uw nieuwe printer beschreven. Verder vindt u hierin informatie over het onderhoud van de printer en uitleg over foutberichten en geavanceerde procedures voor foutopsporing. aan de slag 1
Wanneer u de HP Photosmart-software op de computer hebt geïnstalleerd, kunt u de Help bij de HP Photosmartprinter bekijken en afdrukken. de help bij de hp photosmart-printer weergeven Windows-pc: Ga naar het menu Start, kies Programma s, Hewlett-Packard, Photosmart 130, 230, 7150, 7345, 7350, 7550 en HP-dirigent voor foto- en beeldbewerking. Klik in de HP-dirigent voor foto- en beeldbewerking op Help. Macintosh: plaats de HP Photosmart-cd in het cd-romstation. Selecteer uw taal in de map User Docs en klik op het bestand photosmart 7550.html. de help bij de hp photosmart-printer afdrukken Windows-pc: Klik op Afdrukken op de navigatiebalk boven aan het venster Help bij HP Photosmart-printer. Macintosh: Klik op het venster waarvan u de inhoud wilt afdrukken. Ga naar het menu Archief (File) en selecteer Print of klik op Print op de navigatiebalk boven aan het browservenster. aan de slag: inleiding 2
printeronderdelen achterzijde USB-poort Via deze poort kunt u de printer op de computer aansluiten Netsnoeraansluiting Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan Klep aan achterzijde Verwijder deze klep als u een papierstoring wilt verhelpen aan de slag: printeronderdelen 3
voorzijde uitvoerlade In deze verwijderbare lade worden de afgedrukte foto s of documenten opgevangen Camerapoort Via deze poort kunt u een direct-printing digitale camera van HP op de printer aansluiten Papierbreedtegeleider Schuif deze geleider tegen de rand van het papier in de invoerlade Bedieningspaneel Zie bedieningspaneel op pagina 5 voor meer informatie LCD-scherm Op dit scherm zijn foto's en menuopties te zien Sleuven voor geheugenkaarten Zie kaartsleuven op pagina 6 voor meer informatie Zijklep Open deze klep om de inktpatroon te vervangen Fotolade Open deze klep om fotopapier (10 x 15 cm) in de fotolade te laden invoerlade In deze lade plaatst u het papier of de enveloppen waarop u wilt afdrukken uitschuifbare uitvoerlade Deze geleider kunt u aanpassen aan de verschillende papierlengten Papierlengtegeleider Schuif deze geleider tegen de rand van het papier in de invoerlade Schuifknop fotolade Met deze schuifknop kunt u de fotolade inof uitschakelen aan de slag: printeronderdelen 4
bedieningspaneel LINKS, RECHTS, OMHOOG, OMLAAG Met deze pijlen kunt u navigeren door de foto's op een geheugenkaart en door menuopties AAN/UIT Met deze knop kunt u de printer aan- of uitzetten ZOOMEN Met deze knop kunt u een foto vergroten en bijsnijden EXEMPLAREN Met deze knop kunt u het aantal exemplaren selecteren dat u wilt afdrukken DRAAIEN Met deze knop kunt u een foto draaien POWER ZOOM ROTATE HELDERHEID Met deze knop kunt u de helderheid van de foto's regelen COPIES BRIGHTNESS SIZE PRINT SAVE E-MAIL OK OK Met deze knop kunt u de huidige foto selecteren, een vraag op het LCD-scherm beantwoorden, menuopties selecteren en een vergrote foto bijsnijden CANCEL MENU FORMAAT Met deze knop kunt u het afdrukformaat van de foto's regelen MENU Met deze knop kunt u menuopties openen OPSLAAN Met deze knop slaat u geselecteerde foto s uit een geheugenkaart op E-MAIL Met deze knop kunt u een foto per e-mail versturen via een Windows-pc of een Macintosh AFDRUKKEN Met deze knop drukt u geselecteerde foto s van een geheugenkaart af ANNULEREN Met deze knop kunt u de selectie van foto's opheffen, een menu sluiten en het afdrukken, opslaan, of e-mailen stopzetten aan de slag: printeronderdelen 5
kaartsleuven Sleuf voor CompactFlash/ IBM Microdrive-geheugenkaart Plaats een CompactFlash- of IBM Microdrive-geheugenkaart in de sleuf als u foto s wilt bekijken, opslaan of afdrukken Sleuf voor SmartMedia-geheugenkaart Plaats een SmartMedia-geheugenkaart in deze sleuf als u foto s wilt bekijken, opslaan of afdrukken Sleuf voor MultiMediaCard/Secure Digital-geheugenkaart Plaats een MultiMediaCard- of Secure Digital-geheugenkaart in deze sleuf als u foto s wilt bekijken, opslaan of afdrukken Sleuf voor Memory Stick-geheugenkaart Plaats een Memory Stick-geheugenkaart in deze sleuf als u foto s wilt bekijken, opslaan of afdrukken indicatielampjes Afdruklampje Aan (groen) De printer staat aan Uit De printer staat uit Knippert (groen) De printer is bezig Knippert (oranje) Er is een probleem met de printer Lampje van geheugenkaart (groen) De geheugenkaart is op de juiste manier in de sleuf geplaatst Uit Er is geen geheugenkaart geplaatst. Knippert Er worden gegevens verzonden tussen de geheugenkaart en de printer of de computer aan de slag: printeronderdelen 6
informatie over papier U kunt afdrukken op papier van uiteenlopende soorten en formaten, van indexkaarten en fotopapier tot enveloppen en transparanten. Voor de beste afdrukkwaliteit raden we u aan inkjetpapier van HP te gebruiken. Als u inkjetpapier van HP gebruikt, moet u de juiste papiersoort instellen in het eigenschappenvenster van de printer (onder Windows) of het dialoogvenster Print (op de Macintosh). Gebruik de invoerlade voor alle ondersteunde papiersoorten en -formaten Gebruik de fotolade als u wilt afdrukken op fotopapier van 10 x 15 cm Gebruik de envelopinvoer boven de uitvoerlade als u één envelop wilt bedrukken Zie specificaties op pagina 55 voor meer informatie over papiersoorten en -formaten die u kunt gebruiken. papier laden in de invoerlade 1 Til de uitvoerlade omhoog. uitvoerlade invoerlade Papierbreedtegeleider Papierlengtegeleider Schuifknop fotolade 2 Trek de papierlengtegeleider uit de invoerlade en schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar links. aan de slag: informatie over papier 7
fotopapier laden in de fotolade 3 Plaats een stapel papier in de invoerlade. Leg het papier met de kant waarop u wilt afdrukken naar beneden. Het papier wordt de printer in getrokken, omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het document met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade wordt opgevangen. Leg het papier altijd in de lengterichting in de printer, met de korte zijde naar u toe gekeerd. Gebruik niet te veel of te weinig papier. Als de lade slechts één of twee vellen bevat, kan de printer moeite hebben met het oppakken van het papier, of kan het papier gevouwen raken en niet op de juiste wijze worden ingevoerd. Gebruik slechts één soort en formaat papier tegelijk. Doe geen verschillende soorten en formaten papier door elkaar in de invoerlade. 4 Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe. Hiermee schakelt u de fotolade uit. 5 Schuif de papierbreedtegeleider en papierlengtegeleider zo dicht mogelijk tegen het papier aan, zonder dat het papier opbolt. Dit zorgt ervoor dat het papier recht in de printer wordt ingevoerd. 6 Laat de uitvoerlade zakken. Wanneer u de fotolade gebruikt, kunt u papier in de invoerlade laten liggen. Als het fotopapier in de fotolade opraakt tijdens het afdrukken, wordt er verder afgedrukt op het papier uit de invoerlade. 1 Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe. Hiermee schakelt u de fotolade uit. 2 Til het deksel van de fotolade op. 3 Leg het papier in de fotolade met de kant waarop u wilt afdrukken naar beneden. Als u papier met een afscheurstrook gebruikt, plaatst u dit zo dat de strook als eerste wordt ingevoerd. Het papier wordt de printer in getrokken, omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het document met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade wordt opgevangen. U kunt maximaal 20 vellen papier in de fotolade plaatsen. aan de slag: informatie over papier 8
Gebruik niet te veel of te weinig papier. Wanneer de fotolade maar één of twee vellen papier bevat, kan de printer moeite hebben met het oppakken van het volgende vel papier. Deksel van fotolade Fotolade Schuifknop fotolade 4 Laat het deksel van de fotolade zakken. 5 Duw de schuifknop van de fotolade van u af (in de richting van de printer) totdat deze tegen de rand van het papier tot stilstand komt. Zo wordt de fotolade ingeschakeld. 6 Wanneer u de fotolade niet meer gebruikt, trekt u de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe. De fotolade wordt dan uitgeschakeld en er wordt weer afgedrukt op het papier in de invoerlade. Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over: het laden van één envelop het laden van een stapel enveloppen het laden van indexkaarten en andere kleine afdrukmaterialen het laden van transparanten informatie over inktpatronen De inktpatroonhouder van de HP Photosmart printer biedt plaats voor drie inktpatronen: HP #57 (C6657A) Driekleurige inktpatroon HP #58 (C6658A) Inktpatroon voor foto s HP #56 (C6656A) Zwarte inktpatroon De beste afdrukken verkrijgt u door met alle drie de inktpatronen af te drukken. aan de slag: informatie over inktpatronen 9
werken met de reservemodus In de reservemodus kunt u doorgaan met afdrukken als een of twee inktpatronen defect raken, geen inkt meer bevatten of niet compatibel zijn met uw printer. Als er een foutbericht over de inktpatroon verschijnt op het LCD-scherm, verwijdert u de inktpatroon in kwestie en sluit u de zijklep van de printer. Vervolgens wordt de reservemodus geactiveerd. Er verschijnt een bericht waarin wordt gemeld dat de reservemodus is geactiveerd. In de reservemodus wordt er trager afgedrukt en is de kwaliteit van de afdrukken minder. Gebruikte inktpatroon Zwarte inktpatroon Driekleurige inktpatroon Inktpatroon voor foto s Resultaat Kleuren worden afgedrukt in grijstinten Kleuren worden gewoon afgedrukt, maar zwart als grijs Kleuren worden afgedrukt in grijstinten Hoewel u in de reservemodus kunt doorgaan met afdrukken, is de afdrukkwaliteit minder goed. Vervang de ontbrekende inktpatroon daarom zo snel mogelijk, zodat u weer afdrukken kunt maken van de hoogste kwaliteit. de inktpatronen installeren of vervangen Uw printer presteert pas optimaal als u echte HP-benodigdheden gebruikt, zoals echte HP-inktpatronen die door HP zijn gevuld. De inktpatronen gaan het langst mee als u de printer na gebruik uitzet met de knop AAN/UIT. Trek de stekker pas uit het stopcontact of schakel de stroomvoorziening (bijvoorbeeld een snoercentrale) pas uit wanneer het afdruklampje niet meer brandt. Op die manier kunnen de inktpatronen veilig worden weggeborgen. Let op! Controleer of u de juiste inktpatronen gebruikt. Vul de inktpatronen niet zelf bij. Schade die ontstaat door het aanpassen of bijvullen van HP-inktpatronen valt uitdrukkelijk niet onder de garantie van HP. aan de slag: informatie over inktpatronen 10
1 Als de printer uit staat, drukt u op de knop AAN/UIT op het bedieningspaneel om de printer aan te zetten. 2 Laad normaal papier in de invoerlade, zodat de printer een kalibratiepagina kan afdrukken nadat u de inktpatronen hebt geïnstalleerd. 3 Open de zijklep. 4 Til de vergrendeling van de wagen voor de inktpatroon die u wilt installeren of vervangen op door uw vinger onder het nummer op het palletje te plaatsen en dit naar u toe te trekken. De vergrendeling van de inktpatroon wordt geopend. 5 Als u de inktpatroon wilt vervangen, trekt u de oude inktpatroon eruit en ruimt u deze op. 56 56 58 57 58 57 6 Neem de nieuwe inktpatroon uit de verpakking. 7 Pak deze vast bij het roze lipje en trek de plastic tape los. Verwijder alleen de tape. Raak de koperkleurige contactpunten niet aan en verwijder deze niet. Raak de inktsproeiers en de koperen contactpunten NIET aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunt u de inktpatroon beschadigen. 8 De inktpatroon plaatsen: Houd de inktpatroon met de koperen contactpunten naar de houder. Zorg ervoor dat de opstaande randen links en rechts op de bovenkant van de inktpatroon zich aan de slag: informatie over inktpatronen 11
precies onder de uitsparingen op de wagen bevinden. Schuif de inktpatroon voorzichtig in de wagen en druk deze vervolgens stevig op zijn plaats. 56 58 57 Duw de vergrendeling naar beneden. Plaats uw vinger bovenop het palletje. Plaats uw duim onder het nummer op het palletje en druk dit naar beneden. Laat het palletje los zodat de inktpatroon op zijn plaats klikt. 9 Sluit de zijklep. Vervolgens wordt automatisch een kalibratiepagina afgedrukt. werken met het bedieningspaneel de knoppen Op het bedieningspaneel van de printer ziet u meerdere knoppen: HELDERHEID Met deze knop kunt u de helderheid van de foto regelen. Houd de knop ingedrukt als u de helderheid snel wilt wijzigen. ANNULEREN Met deze knop kunt u de selectie van foto's opheffen, een menu sluiten en het afdrukken, opslaan of e-mailen stopzetten. EXEMPLAREN Met deze knop kunt u selecteren hoeveel exemplaren u wilt afdrukken. Houd de knop ingedrukt als u het aantal exemplaren snel wilt wijzigen. E-MAIL Met deze knop kunt u een foto per e-mail versturen. LINKS, RECHTS, OMHOOG, OMLAAG Met de PIJL NAAR LINKS en de PIJL NAAR RECHTS kunt u bladeren door de foto's op een geheugenkaart. Met de PIJL OMHOOG ende PIJL OMLAAG kunt u bladeren door menuopties en geselecteerde foto's. Houd de pijlknoppen ingedrukt als u de selectie snel wilt wijzigen. aan de slag: werken met het bedieningspaneel 12
MENU Met deze knop kunt u menuopties openen. OK Met deze knop kunt u de huidige foto selecteren, een vraag op het LCD-scherm beantwoorden, menuopties selecteren en een vergrote foto bijsnijden AAN/UIT Met deze knop zet u de printer aan of uit. AFDRUKKEN Met deze knop kunt u foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart. DRAAIEN Met deze knop kunt u de geselecteerde foto of het bijsnijvak draaien in stappen van 90º. OPSLAAN Met deze knop kunt u foto's van een geheugenkaart opslaan in de computer. FORMAAT Met deze knop kunt u het afdrukformaat van een foto regelen. Houd de knop ingedrukt als u het formaat snel wilt wijzigen. ZOOMEN Met deze knop kunt u de vergroting van de momenteel geselecteerde foto wijzigen of de foto bijsnijden. de indicatielampjes Op het bedieningspaneel van de printer ziet u twee indicatielampjes: Afdruklampje Wanneer dit lampje brandt, staat de printer aan. Wanneer dit lampje groen knippert, is de printer bezig. Wanneer dit lampje oranje knippert, is er een probleem met de printer. Geheugenkaartlampje Wanneer dit lampje niet brandt, is er geen geheugenkaart in de sleuf voor de geheugenkaart geplaatst. Wanneer dit lampje groen is, is de geheugenkaart op de juiste manier geplaatst. Wanneer dit lampje groen knippert, worden er gegevens uitgewisseld tussen de geheugenkaart en de printer of computer. aan de slag: werken met het bedieningspaneel 13
menustructuur Menu Rand toevoegen Selecteer een van de zes randpatronen Kleureffect toevoegen Zwart-wit Sepia Antiek Geen effect (standaard) Diavoorstelling Op de printer verschijnt een diavoorstelling van de foto's op de geheugenkaart Album maken Selecteer een van de drie albumpaginaindelingen en selecteer dan de foto's voor de pagina's Index afdrukken Van alle foto's op de geheugenkaart wordt een miniatuurversie afgedrukt Alles afdrukken Alle foto's op de geheugenkaart worden afgedrukt Afdrukbereik Selecteer een reeks foto's op de geheugenkaart die u wilt afdrukken Datum/tijd toevoegen Aan Uit (standaard) Testpagina afdrukken Er wordt een testpagina afgedrukt Diagnostische pagina afdrukken Er wordt een diagnostische pagina afgedrukt Cartridges reinigen De inktpatronen worden gereinigd Voorkeuren *Zie verderop aan de slag: werken met het bedieningspaneel 14
Voorkeuren Na afdrukken Altijd Nooit Vragen (standaard) Aantal exemplaren Selecteer een aantal van 1-99 Fotoformaat 10 x 15 cm (standaard) Combo 9 x 13 cm 6 x 8 cm 20 x 25 cm 18 x 24 cm 15 x 21 cm 13 x 18 cm Zonder randen Aan (standaard) Uit Kleuren verbeteren Aan Uit (standaard) Kleuren uitbreiden Aan Uit (standaard) Papierherkenning Aan (standaard) Uit Cameraselecties Altijd Nooit Vragen (standaard) Standaardwaarden Ja Nee Taal English Español Français Deutsch Italiano Portuguese Nederlands V.S./Canada Verenigd Koninkrijk Europa Japan Azië/Pacifisch gebied Australië aan de slag: werken met het bedieningspaneel 15
aan de slag: werken met het bedieningspaneel 16
de printer gebruiken met een camera 2 Met de HP Photosmart 7550-printer kunt u schitterende foto s afdrukken vanaf uw 'direct printing' digitale camera van HP zonder dat u daarvoor de computer nodig hebt. via de camera geselecteerde foto s foto s selecteren en afdrukken Als u een 'direct-printing' digitale camera van HP hebt, kunt u op de camera geselecteerde foto s rechtstreeks op de printer afdrukken. 1 Selecteer de foto s die u wilt afdrukken in het menu Delen van uw camera. 2 Sluit de camera aan op de camerapoort aan de voorzijde van de printer met behulp van de USB-kabel die bij de camera wordt geleverd. 3 Zodra u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het menu Print Setup (Afdrukinstellingen) van de camera geopend. Met dit menu kunt u het volgende doen: de foto s wijzigen die u hebt geselecteerd om af te drukken de papiersoort selecteren het papierformaat selecteren de printer gebruiken met een camera 17
4 Volg de instructies op het LCD-scherm van de camera als u klaar bent om de foto s af te drukken. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie over het werken met foto s die op de camera zijn geselecteerd. afdrukken vanaf een geheugenkaart Als in uw digitale camera foto s op een geheugenkaart worden opgeslagen, kunt u de geheugenkaart in de printer plaatsen om uw foto s af te drukken of op te slaan zonder de computer te gebruiken. De stappen die u moet uitvoeren, worden weergegeven op het LCD-scherm van de printer. Door de printer worden zeven verschillende geheugenkaarten ondersteund. Deze kaarten worden geproduceerd door diverse leveranciers en zijn beschikbaar met diverse opslagcapaciteiten. U kunt geheugenkaarten kopen op de plaats waar u uw digitale camera hebt gekocht en in de meeste winkels met computerbenodigdheden. ondersteunde geheugenkaarten De printer kan de volgende geheugenkaarten lezen: CompactFlash Association (CFA-gecertificeerd)s, type I of II, IBM Microdrive (maximaal 528 MB), SmartMedia, MultiMediaCard, Secure Digital en Memory Stick. Let op! Als u een ander type geheugenkaart gebruikt, kunnen de geheugenkaart en de printer beschadigd raken. CompactFlash Type I of II IBM Microdrive (tot 528 MB) SmartMedia MultiMediaCard Secure Digital Memory Stick de printer gebruiken met een camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart 18
Als uw digitale camera meerdere bestandstypen ondersteunt, kunt u foto s waarschijnlijk in verschillende bestandsindelingen opslaan, zoals JPEG, niet-gecomprimeerde TIFF, FlashPix en RAW. Bestanden van het type JPEG en niet-gecomprimeerde TIFF kunt u direct vanaf de geheugenkaart afdrukken. Als u andere typen bestanden wilt afdrukken, slaat u de foto's op op de computer en drukt u ze vervolgens af met behulp van een softwaretoepassing. een geheugenkaart plaatsen Wanneer u foto s hebt genomen met uw digitale camera, kunt u de geheugenkaart in de printer plaatsen en de foto's onmiddellijk afdrukken. U kunt de printer ook gebruiken om de foto's op de computer op te slaan. De printer kan slechts één geheugenkaartsleuf tegelijk lezen. Wanneer u de geheugenkaart op de juiste wijze plaatst, gaat het lampje van de geheugenkaart branden. Op het LCD-scherm wordt kort aangegeven hoeveel foto's zich op de geheugenkaart bevinden en vervolgens wordt de eerste foto getoond. Let op! Trek de geheugenkaart niet uit de sleuf zolang het desbetreffende lampje knippert. Wanneer u een geheugenkaart verwijdert terwijl deze wordt gebruikt, kunnen de printer, de geheugenkaart of de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken. een CompactFlash- of IBM Microdrive-geheugenkaart plaatsen Plaats de geheugenkaart met de voorzijde van de kaart naar boven, in de linkerbovensleuf. Schuif de zijde met de gaatjes eerst in de printer. Let op! Als u de geheugenkaart op een andere manier plaatst, kan de kaart of de printer beschadigd raken. Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer past. Als u de kaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken. de printer gebruiken met een camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart 19
64MB Card CompactFlash- of IBM Microdrivegeheugenkaart een MultiMediaCard- of Secure Digital-geheugenkaart plaatsen Plaats de geheugenkaart in de linkerbenedensleuf, met de voorzijde van de kaart naar boven en de zijde met de metalen contactpunten naar beneden. Schuif de zijde met de metalen contactpunten eerst in de printer. Let op! Als u de geheugenkaart op een andere manier plaatst, kan de kaart of de printer beschadigd raken. Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer past. Als u de kaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken. MultiMediaCardof SecureDigitalgeheugenkaart een SmartMedia-geheugenkaart plaatsen Plaats de geheugenkaart in de rechterbovensleuf, met de voorzijde van de kaart (de zwarte kant) naar boven en de zijde met de metalen contactpunten naar beneden. Schuif de zijde met de metalen contactpunten eerst in de printer. Let op! Als u de geheugenkaart op een andere manier plaatst, kan de kaart of de printer beschadigd raken. de printer gebruiken met een camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart 20
Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer past. Als u de kaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken. SmartMediageheugenkaart een Memory Stick-geheugenkaart plaatsen Plaats de geheugenkaart in de rechterbenedensleuf, met de zijde met de metalen contactpunten naar beneden. Schuif de zijde met de metalen contactpunten eerst in de printer. Let op! Als u de geheugenkaart op een andere manier plaatst, kan de kaart of de printer beschadigd raken. Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer past. Als u de kaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken. Memory Stickgeheugenkaart kiezen welke foto s u wilt afdrukken U kunt bepalen welke foto's u wilt afdrukken door de foto's te bekijken op het LCD-scherm van de printer of door een indexpagina af te drukken. de printer gebruiken met een camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart 21
foto's bekijken op het LCD-scherm 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf op de printer. 2 Wacht totdat de eerste op de geheugenkaart opgeslagen foto op het LCD-scherm verschijnt en druk vervolgens op de PIJL NAAR LINKS of de PIJL NAAR RECHTS om de foto's weer te geven. Telkens als u op een pijlknop drukt, verschijnt er een nieuwe foto op het LCD-scherm. een foto-indexpagina afdrukken 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf op de printer. 2 Wacht totdat de eerste op de geheugenkaart opgeslagen foto op het LCD-scherm verschijnt en druk vervolgens op de knop MENU op het bedieningspaneel van de printer. 3 Druk net zolang op de PIJL OMLAAG totdat de optie Indexpagina afdrukken op het LCD-scherm wordt gemarkeerd. Druk vervolgens op OK. foto s afdrukken via het bedieningspaneel Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor informatie over het afdrukken en opslaan van foto's vanaf een geheugenkaart. Als u foto s wilt afdrukken vanaf een geheugenkaart, plaatst u de geheugenkaart in geheugenkaartsleuf van de printer, selecteert u de gewenste foto s en drukt u op de knop AFDRUKKEN. 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de printer. 2 Wacht totdat de eerste op de geheugenkaart opgeslagen foto op het LCD-scherm verschijnt en druk vervolgens op de PIJL NAAR LINKS of de PIJL NAAR RECHTS totdat de gewenste foto op het LCD-scherm verschijnt. 3 Met de knoppen EXEMPLAREN, HELDERHEID en FORMAAT kunt u de afdrukinstellingen aanpassen. Als u meerdere foto s tegelijk wilt afdrukken, drukt u op de knop OK om de afzonderlijke foto s te selecteren. 4 Druk op de knop AFDRUKKEN. Raadpleeg de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over het afdrukken van afzonderlijke of meerdere foto s, het afdrukken van een doorlopend fotobereik of het afdrukken van foto s van verschillende formaten. de printer gebruiken met een camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart 22
de printer gebruiken met een computer 3 3 afdrukken onder Windows afdrukken vanuit een softwaretoepassing U kunt de HP Photosmart printer gebruiken in combinatie met elke softwaretoepassing voor Windows of de Macintosh waarmee kan worden afgedrukt. U kunt allerlei projecten afdrukken, zoals pagina s van een fotoalbum, wenskaarten of nieuwsbrieven. Als u al weet hoe u een printer met de computer gebruikt, kunt u afdrukken maken zoals u gewend bent. Als u nog nooit afdrukken hebt gemaakt of als u vragen hebt, vindt u meer informatie in dit hoofdstuk. Wanneer u afdrukt vanaf de computer, zijn de instellingen op het bedieningspaneel niet van toepassing. De software op de computer heeft voorrang op de printerinstellingen. 1 Kies Afdrukken in het menu Bestand van de softwaretoepassing. 2 Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de pagina s en de aantallen die u wilt afdrukken. de printer gebruiken met een computer 23
3 Klik op Eigenschappen als u meer geavanceerde instellingen wilt weergeven. Stel de printereigenschappen (zoals afdrukkwaliteit en papiertype) in en klik op OK. Als u meer wilt weten over de beschikbare instellingen, klikt u rechtsboven in het eigenschappenvenster van de printer op de knop?. Vervolgens klikt u op het onderwerp waarover u meer informatie wenst. U kunt ook op Help klikken. 4 Klik op OK om het document af te drukken. Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over: het wijzigen van de afdrukinstellingen het in- en uitzoomen op, draaien van en bijsnijden van foto's het aanpassen van de kleur en de helderheid van foto s het afdrukken van fotoalbumpagina s de taakbalkpictogrammen onder Windows Nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd, worden twee pictogrammen weergegeven op de Windows-taakbalk: het pictogram van de HP Photosmart-printer het pictogram van de HP Photosmart-geheugenkaart de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows 24
Met deze pictogrammen kunt u allerlei taken uitvoeren. Printerpictogram Pictogram Geheugenkaart pictogram van de hp photosmart-printer U kunt via het printerpictogram het eigenschappenvenster van de printer openen, een standaardprinter selecteren of de HP Photosmart Werkset openen. Wanneer u op het printerpictogram klikt, wordt het eigenschappenvenster van de printer weergegeven. Wanneer u met de rechtermuisknop op het printerpictogram klikt, wordt het volgende menu geopend. Kies de gewenste optie in het menu. Klik hierop om het eigenschappenvenster van de printer te openen Klik hierop om het menu te sluiten en het printerpictogram van de taakbalk te verwijderen. Als u het menu wilt sluiten zonder het printerpictogram van de taakbalk te verwijderen, klikt u ergens buiten het menu. Klik hierop om de HP Photosmart Werkset te openen In de lijst met geïnstalleerde printers kunt u de gewenste HP Photosmart-printer selecteren. De geselecteerde printer wordt aangegeven met een vinkje. pictogram van de hp photosmart-geheugenkaart Met het geheugenkaartpictogram kunt u de status van de printer bepalen, foto s openen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart en de dialoogvensters voor de verbinding weergeven. de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows 25
De vorm van het pictogram geeft de status van de printer aan. Wanneer het geheugenkaartpictogram groen wordt weergegeven, is de geheugenkaart in de printer geplaatst. De printer is klaar om de foto s op de geheugenkaart te openen. Wanneer het geheugenkaartpictogram grijs wordt weergegeven, is er geen geheugenkaart in de printer geplaatst. Wanneer een rode X over het geheugenkaartpictogram wordt weergegeven, is de verbinding tussen de printer en de computer verbroken. Als u vanaf de computer wilt afdrukken, moet u opnieuw verbinding maken. Raadpleeg problemen met de Windowsverbinding op pagina 29 voor meer informatie over het herstellen van de verbinding. Wanneer u met de rechtermuisknop op het geheugenkaartpictogram klikt, wordt het volgende menu geopend. Kies de gewenste optie in het menu. Klik op een van de regels met... weergeven als u verbindingsberichten wilt weergeven wanneer de verbinding met de printer is verbroken of de printer probeert om de verbinding met de computer te herstellen. Een vinkje geeft aan dat deze berichten worden weergegeven. Klik hierop om Windows Verkenner te openen, waarin u foto s kunt verplaatsen, kopiëren, verwijderen of openen. U kunt ook op het geheugenkaartpictogram dubbelklikken om Windows Verkenner te openen. Klik hierop om de geheugenkaart uit de printer te verwijderen. de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows 26
afdrukken op de Macintosh afdrukken vanuit een softwaretoepassing (OS X of OS 9.x) Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over: Het instellen van de printereigenschappen Het werken met de HP Photosmart Werkset Het werken met de HP-dirigent voor foto- en beeldbewerking De volgende stappen zijn specifiek voor OS X. Voor OS 9.x kunnen deze stappen iets afwijken. Zorg ervoor dat u de Photosmart-printer hebt geselecteerd in Afdrukbeheer (OS X) of in de Kiezer (OS 9.x) voordat u met afdrukken begint. Zie het boekje HP Photosmart Software-installatie & productondersteuning bij de printer voor meer informatie. 1 Kies Pagina-instelling (Page Setup) in het menu Archief (File) van de softwaretoepassing. 2 Kies Photosmart 7550 in het uitrolmenu Indeling en selecteer vervolgens de paginakenmerken (zoals papierformaat, afdrukstand en schaal) voor uw project. Wanneer u klaar bent met het instellen van de paginakenmerken klikt u op OK. de printer gebruiken met een computer: afdrukken op de Macintosh 27
3 Kies Print in het menu Archief (File) van de softwaretoepassing. 4 Selecteer de gewenste afdrukinstellingen voor uw project. Via het uitrolmenu kunt u naar de andere panelen gaan. 5 Klik op Print (OS X) of OK (OS 9.x) om met afdrukken te beginnen. Klik op? in de linkerbenedenhoek van het dialoogvenster als u meer wilt weten over de beschikbare instellingen (alleen onder OS X). Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over: het wijzigen van de afdrukinstellingen het in- en uitzoomen op, draaien van en bijsnijden van foto's het aanpassen van de kleur en de helderheid van foto s het afdrukken van fotoalbumpagina s de printer gebruiken met een computer: afdrukken op de Macintosh 28
problemen oplossen 4 4 Uw HP Photosmart-printer is ontworpen met het oog op betrouwbaarheid en gebruiksgemak. In deze sectie vindt u tips, adviezen en antwoorden op veelgestelde vragen. Controleer eerst het volgende: Zijn alle kabels tussen de printer en de computer op de juiste manier aangesloten? Gebruikt u de meest recente versie van de software? Ga na of er software-updates beschikbaar zijn op www.hp.com. Raadpleeg het boekje HP Photosmart Software-installatie & productondersteuning dat bij de printer wordt geleverd voor contactinformatie. problemen met de Windows-verbinding Als u de HP Photosmart gebruikt met een Windows-pc, moet de printer voortdurend in verbinding staan met de computer. Deze communicatieverbinding wordt gebruikt om gegevens van de printer te ontvangen. Als de verbinding tussen de Windows-pc en de HP Photosmart is verbroken, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven op het beeldscherm van de computer. problemen oplossen 29
Een verbinding kan zijn verbroken om de volgende redenen: De computer is niet aangesloten op de printer, de printer staat uit of de printer is niet aangesloten op het stopcontact. U werkt waarschijnlijk met een USB-hub of een basisstation waarop meerdere apparaten zijn aangesloten. Door het gebruik van een ander apparaat kan de verbinding met de printer tijdelijk worden verbroken. Wacht totdat het andere apparaat niet meer in gebruik is of sluit de printer rechtstreeks op de computer aan. Telkens wanneer de verbinding wordt verbroken, verschijnt op de Windows-taakbalk dit pictogram:. Probeer het volgende om opnieuw verbinding te maken: Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten, of de printer is aangesloten op een stopcontact en of de printer is ingeschakeld. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de verbinding met de geheugenkaart is verbroken als de verbinding nog steeds niet is hersteld en kies de menuoptie Reconnect hp photosmart series (Opnieuw verbinding maken met HP Photosmart). Klik op Opnieuw om opnieuw een verbinding tot stand te brengen als er een dialoogvenster van HP Photosmart wordt geopend. problemen met de Macintosh-verbinding Als u de HP PhotoSmart gebruikt met een Macintosh-computer, moet de printer voortdurend in verbinding staan met de computer. Deze communicatieverbinding wordt gebruikt om gegevens van de printer te ontvangen. Als de verbinding tussen de Macintosh-computer en de HP PhotoSmart is verbroken, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven op het beeldscherm van de computer. problemen oplossen: problemen met de Macintosh-verbinding 30
Een verbinding kan zijn verbroken om de volgende redenen: De computer is niet aangesloten op de printer, de printer staat uit of de printer is niet aangesloten op het stopcontact. U werkt met een USB-hub of een basisstation waarop meerdere apparaten zijn aangesloten. Door het gebruik van een ander apparaat kan de verbinding met de printer tijdelijk worden verbroken. Wacht totdat het andere apparaat niet meer in gebruik is of sluit de printer rechtstreeks op de computer aan. Probeer het volgende om opnieuw verbinding te maken: Controleer alle kabelaansluitingen. Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Controleer of het netsnoer van de printer op de juiste wijze is aangesloten. Controleer of de printer is aangesloten op een stopcontact en aanstaat. een diagnosepagina afdrukken U kunt een diagnosepagina afdrukken om de inktpatronen te controleren en om te controleren of het papier op de juiste manier is geladen. 1 Druk op de knop OPSLAAN op het bedieningspaneel van de printer. 2 Druk op de PIJL OMLAAG om de optie Diagnostische pagina afdrukken te markeren en druk vervolgens op de knop OK. problemen oplossen: een diagnosepagina afdrukken 31
Op een diagnosepagina worden gegevens afgedrukt met betrekking tot uw printer en het inktniveau van de inktpatronen. problemen met de USB-aansluiting Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De printer is aangesloten met een USB-kabel via een ander USBapparaat of een hub en wanneer ik wil afdrukken, krijg ik een foutbericht. Misschien ontvangt de printer niet de juiste gegevens van het andere apparaat of de hub. OF De communicatie tussen de printer en de computer is onderbroken door een ander apparaat dat op de hub is aangesloten. De USB-kabel is te lang. Probeer het volgende: Sluit de printer rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Koppel de andere USB-apparaten los van de hub en probeer het document opnieuw af te drukken. Gebruik een USB-kabel met een lengte die wordt ondersteund door de printer. Zie specificaties op pagina 55 voor meer informatie. problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting 32
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Wanneer ik een USB-kabel aansluit tussen de printer en de computer, verschijnt er een foutbericht met de melding dat de computer is aangesloten op de USB-poort aan de voorzijde van de printer. U hebt de computer aangesloten op de camerapoort aan de voorzijde van de printer. U kunt via deze poort alleen een HP 'direct printing' digitale camera op de printer aansluiten. Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort op de achterzijde van de printer. Als u printersoftware aan het installeren was toen het foutbericht verscheen, probeert u het volgende: Windows-pc 1 Verwijder de printersoftware. Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op De software van de HP Photosmart verwijderen en volg de aanwijzingen op het scherm. 2 Start de computer opnieuw nadat u de software hebt verwijderd. 3 Sluit de USB-kabel aan op de USBpoort op de achterzijde van de printer. 4 Installeer de printersoftware opnieuw. Raadpleeg het boekje Softwareinstallatie & productondersteuning voor nadere instructies. Macintosh 1 Verwijder de printersoftware. Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op Verwijder in de Installer en volg de aanwijzingen op het scherm. 2 Start de computer opnieuw nadat u de software hebt verwijderd. 3 Sluit de USB-kabel aan op de USBpoort op de achterzijde van de printer. 4 Installeer de printersoftware opnieuw. Raadpleeg het boekje Softwareinstallatie & productondersteuning voor nadere instructies. problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting 33
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Alleen onder Windows Ik heb de printer aangesloten met een USB-kabel, maar wanneer ik probeer af te drukken, verschijnt er een bericht met de melding dat er een fout is opgetreden bij het schrijven naar Dot4. Alleen onder Windows Wanneer ik een USB-kabel aansluit tussen de printer en de computer, wordt de wizard Nieuwe hardware niet weergegeven. (zie volgende pagina) Er is een probleem met de USBaansluiting. Misschien werkt u niet met Windows 98, 2000, ME of XP. Misschien functioneert de USB-kabel niet of is deze niet goed aangesloten. De USB-kabel is te lang. Probeer het volgende: Koppel de USB-kabel los van de computer en sluit deze opnieuw aan. Sluit de kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Start de computer opnieuw. Controleer of het besturingssysteem van de computer Windows 98, 2000, ME of XP is en of de computer met een USBkabel is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. Probeer het volgende: Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Koppel de USB-kabel los van de printer en sluit de kabel opnieuw aan. Koppel het netsnoer los van de printer en sluit dit opnieuw aan. Als u nog steeds problemen hebt, probeert u een andere USB-kabel. Gebruik een USB-kabel met een lengte die wordt ondersteund door de printer. Zie specificaties op pagina 55 voor meer informatie. problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting 34
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing (vervolg van vorige pagina) Alleen onder Windows Wanneer ik een USB-kabel aansluit tussen de printer en de computer, wordt de wizard Nieuwe hardware niet weergegeven. Misschien is USB niet geïnstalleerd. Koppel het netsnoer en de USB-kabel los van de printer en sluit deze opnieuw aan. OF Probeer het volgende: 1 Klik in Windows 98, 2000 of ME op Start, Instellingen, Configuratiescherm. In Windows XP klikt u op Start, Configuratiescherm. 2 Dubbelklik in Windows 98, 2000 of ME op het pictogram Systeem. In Windows XP klikt u op Prestaties en onderhoud en klikt u op het pictogram Systeem. 3 Klik in Windows 98, 2000 of ME op het tabblad Apparaatbeheer. In Windows XP klikt u op het tabblad Hardware en vervolgens op Apparaatbeheer. 4 Klik op het plusteken (+) naast de optie USB-controller. Als er een hostcontroller voor USB en een USB Root Hub worden weergegeven, is USB waarschijnlijk ingeschakeld. Als deze apparaten niet worden weergegeven, raadpleegt u de documentatie van de computer of neemt u contact op met de fabrikant van de computer voor meer informatie over het inschakelen en instellen van USB. problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting 35
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Alleen onder Windows Toen ik een USBkabel aansloot tussen de printer en de computer, werd de wizard Nieuwe hardware één keer weergegeven, maar werd de printer niet volledig geïnstalleerd. Nu wordt de wizard Nieuwe hardware niet meer weergegeven. Alleen onder Windows Wanneer ik een USB-kabel aansluit tussen de printer en de computer, verschijnt het bericht ONBEKEND APPARAAT. De installatie is niet voltooid, is geannuleerd of er is een fout opgetreden. Misschien is er statische elektriciteit ontstaan in de kabel tussen de computer en de printer. OF Misschien is de USB-kabel defect. OF Misschien hebt u de USB-kabel niet op de juiste wijze aangesloten. OF De software herkent de printer niet. Misschien is de USB-aansluiting van de printer defect. Probeer het volgende: 1 Koppel de USB-kabel los van de computer. 2 Koppel het netsnoer los van de printer en sluit dit opnieuw aan. 3 Verwijder de printersoftware. Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op De software van de HP Photosmart verwijderen en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Start de computer opnieuw nadat u de software hebt verwijderd. 5 Sluit de USB-kabel opnieuw aan op de computer. Sluit de kabel op de juiste manier aan op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. 6 Installeer de printersoftware opnieuw. Raadpleeg het boekje Softwareinstallatie & productondersteuning voor nadere instructies. Probeer het volgende: 1 Koppel de USB-kabel los van de printer. 2 Koppel het netsnoer los van de printer. 3 Wacht ongeveer 10 seconden. 4 Sluit het netsnoer weer aan op de printer. 5 Sluit de USB-kabel weer aan op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. 6 Als het bericht ONBEKEND APPARAAT nog steeds wordt weergegeven in de wizard Nieuwe hardware, kijkt u op www.hp.com om te zien of er updates zijn of neemt u contact op met HP Support & Services. Zie het boekje Software-installatie & productondersteuning bij de printer voor contactinformatie. problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting 36
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Alleen onder Macintosh De printer is aangesloten met behulp van een USB-kabel via een ander USBapparaat of hub en de verbinding tussen de computer en de printer is verbroken. Misschien ontvangt de printer niet de juiste gegevens van het andere apparaat of de hub. OF De communicatie tussen de printer en de computer is onderbroken door een ander apparaat dat op de hub is aangesloten. De USB-kabel is te lang. Probeer het volgende: Sluit de printer rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Koppel de andere USB-apparaten los van de hub en probeer het document opnieuw af te drukken. Gebruik een USB-kabel met een lengte die wordt ondersteund door de printer. Zie specificaties op pagina 55 voor meer informatie. problemen met de printer Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het afdrukken verloopt erg langzaam. (zie volgende pagina) Misschien voldoet de computer niet aan de systeemvereisten. Controleer de hoeveelheid vrij RAMgeheugen en de processorsnelheid van de computer. Zie specificaties op pagina 55 voor informatie over de systeemvereisten. Misschien worden er te veel programma s tegelijk uitgevoerd. Sluit alle overbodige programma s. problemen oplossen: problemen met de printer 37
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing (vervolg van vorige pagina) Het afdrukken verloopt erg langzaam. (zie volgende pagina) Misschien gebruikt u verouderde printersoftware. Misschien drukt u een complex document af met afbeeldingen of foto s. OF Misschien drukt u een foto met een hoge resolutie af. Misschien ligt er een pagina te drogen in de uitvoerlade. Kijk op www.hp.com om te zien of er een recentere versie van de software beschikbaar is. Zie het boekje Softwareinstallatie & productondersteuning bij de printer voor contactinformatie. Windows-pc Gebruik de toepassing Web Update van HP om te controleren welke versie van het printerstuurprogramma u gebruikt. Macintosh In het dialoogvenster Print (OS 9.x) of Afdrukbeheer (OS X) kunt u controleren welke versie van het printerstuurprogramma u momenteel gebruikt. Probeer het volgende: Maak wat ruimte vrij op de vaste schijf. Als er minder dan 100 MB schijfruimte op de computer vrij is, kan het verwerken van afdruktaken langer duren. Wacht even. Het afdrukken van grote, complexe documenten met afbeeldingen of foto s duurt langer dan het afdrukken van tekstdocumenten. Als dit het geval is, wordt het volgende bericht op het LCD-scherm weergegeven: Pagina droogt... Verwijder natte pagina en kies OK om door te gaan met afdrukken. U kunt deze aanwijzingen opvolgen of gewoon wachten. Het afdrukken wordt hervat zodra de inkt droog is. problemen oplossen: problemen met de printer 38
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing (vervolg van vorige pagina) Het afdrukken verloopt erg langzaam. Misschien hebt u 4800x1200 dpi Geoptimaliseerd gekozen. Misschien gebruikt u een USB-hub en zijn er andere USBapparaten in gebruik. Het kan zijn dat de optie Papiertype is ingesteld op Automatisch. Misschien drukt u af in de reservemodus. De reservemodus wordt geactiveerd wanneer een van de inktpatronen ontbreekt. Windows-pc 1 Stel de afdrukkwaliteit in op Beste en stel het papiertype in op Fotopapier op het tabblad Kwaliteit. Selecteer de optie voor hoge resolutie PhotoREt in plaats van 4800x1200 dpi Geoptimaliseerd. 2 Druk het document opnieuw af. Macintosh 1 Ga naar het paneel Papiertype/kwaliteit (Paper Type/Quality) en schakel de optie Foto met hoge resolutie (High Resolution Photo) uit. 2 Druk het document opnieuw af. Probeer het volgende: Sluit de USB-kabel van de computer rechtstreeks aan op de USB-poort op de achterzijde van de printer. Gebruik geen hub. Gebruik tijdens het afdrukken geen andere apparaten die aan de hub zijn gekoppeld. Wanneer als papiersoort Automatisch is ingesteld, scant de printer het papier om het juiste papiertype te bepalen. Dit kan enkele seconden langer duren. U kunt dit voorkomen door de juiste papiersoort op te geven voordat u met afdrukken begint. Windows-pc Selecteer de juiste papiersoort op het tabblad Kwaliteit in het eigenschappenvenster van de printer. Macintosh Selecteer de juiste papiersoort op het paneel Papiertype/kwaliteit (Paper Type/ Quality) van het dialoogvenster Print. Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe. problemen oplossen: problemen met de printer 39