z u i d e r l u c h t



Vergelijkbare documenten
Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Interview met de Spaanse arts Betty Cerda de Palou, 63 jaar oud en sinds 32 jaar in Maastricht

foto s sina willmann haar mannetje

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd


JE CULTURELE ZELFPORTRET

Openingsgebeden INHOUD

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

De laatste wens van Maarten Ouwehand

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Van glasfusion tot streetdance in Deventer. Wiebren Buma over de Leeuwenkuil, Lowlands, sexy blokfluitles en Deventer als culturele stad.

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

10 Een pluizig beestje

Ik ben Steenkool. Nooit meer oorlog groep 7-8. De Steenkool, een beetje Limburg is hem niet vreemd. En hij is niet zo goed in Engels.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Stelling II. Creativiteit is de belangrijkste eigenschap voor innovatie.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

H E T V E R L O R E N G E L D

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 2: Nieuwsbrief 3 (oktober 2013) Hallo allemaal,

3e Statie: Jezus valt voor de 1e maal onder het kruis.

A. God, wij bidden U voor alle mensen die onzeker zijn over zichzelf: dat zij het vertrouwen in zichzelf hervinden.

De olifant die woord hield

Hartelijk welkom bij de tentoonstelling ArtOverijssel. Een nieuwe. expositie is altijd een feestelijke gelegenheid.

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

TIEN TIPS WANNEER JE EEN KUNSTWERK WILT AANSCHAFFEN

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

narratieve zorg Elder empowering the elderly

Euh, geweldig eigenlijk. Superversie! Maar ik stel hier de vragen. Je wordt

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

Klee. en Cobra. Opnieuw beginnen

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie


Inhoud. Woord vooraf 7. Het allereerste begin 9. Oervaders 19. Israël als moeder 57. Wijsheid voor ouders en kinderen 83. Koninklijke vaders 113

explore the big questions of life Een introductie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Meer succes met je website

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 4: Nieuwsbrief 1 (januari 2015) In deze nieuwsbrief aandacht voor:

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

Luisteren: muziek (B2 nr. 3)

Verhaal: Jozef en Maria

Werkboek Het is mijn leven

Op zoek naar de vrouw áchter de lesbo

Lieve mensen van de Hofkerk, gasten, gemeente van Jezus Christus

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

5 lessen voor maar 5!!!

Voorwoord. Rome en de Romeinen

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Vragenlijst Depressie

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel

Wat was voor jou de belangrijkste reden om aan dit project mee te werken?

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Hoe lang duurt geluk?

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

LYRICS. 1. Dat is de toon van de waarheid Door: A.L. Snijders, 26 oktober 2006

Beeld Hoofdstuk 5. Uitgeschreven tekst. NL test

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Mijn manier Onze wereld uitgedaagd. Welke rol speelt de ondernemer? - Bilderbergconferentie 2016

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

ALLES DUBBEL. Survivalgids. voor startende tweelingmama s. Denise Hilhorst

Ben je slachtoffer? Folder voor jongeren

levend en dood tegelijk

Hoofdweg MC Buitenkaag Nieuwsbrief 9 Schooljaar januari 2016

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

LESBRIEF HARTENJAGERS 3.0

Welke krachten en drempels ervaren deelnemers door de workshops van Artability in Thessaloniki?

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Matteüs 25: Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

Een goed leven voor.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

La vita è bella! Het leven is mooi

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Transcriptie:

1 cultureel maandblad jaargang 1 maart 2007 z u i d e r l u c h t Luc de Vos houdt van beleefdheid 5 Het land van Haagmans 16 Cyrille Offermans over de boekenweek 20 Hans Liberg & Marliz Frencken 22 Wat doet museum Het Domein in China? 24 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

uw professionele partner voor internationale zakenreizen en kunst & cultuur groeps*arrangementen *lezersaanbieding bij het boeken van een groepsarrangement van minimaal 20 personen mag de hoofdboeker vooraf een gratis kennismakingsreis naar de betreffende bestemming maken Uniglobe Business Event Travel Nieuwe Markt 1-6067CG - Linne info@businesseventtravel.nl (+31) 0475-43 84 90 coiffeurs for men & women zonder afspraak: Boschstraat 46, Maastricht en Haspelstraat 11, Sittard o p a f s p r a a k : S t. G e r l achusweg 2, M a a s t r i c h t t e l e f o o n 0 4 3 3 2 6 2 7 2 4 o p e n : dinsdag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.30 en zaterdag van 8.30 tot 15.30 emailadres: info@wijnhovencoiffeurs.nl site: www.wijnhovencoiffeurs.nl g r a p h i c d e s i g n Zuiderlucht Niets verandert hier, alles blijft hetzelfde. Het hoort bij de kort-en-klaar cultuur, zegt rapper Ramzy Oulad in de rubriek Jonge makers in dit eerste nummer van Zuiderlucht. Om vervolgens allerlei nieuwe ontwikkelingen te schetsen in de Heerlense scène waar hij actief is. Niet alleen in Heerlen, dat zich langzaam maar zeker onttrekt aan zijn postindustriële depressie, ook elders neemt de culturele wereld verloren gegane posities opnieuw in. Dat het pas aangetreden kabinet honderd miljoen extra voor cultuur beschikbaar stelt, laat (los van de beoogde bestemming) zien dat ook de nieuwe bewindvoerders van de BV Nederland het belang van de sector erkennen. Terecht. Er zijn initiatieven, betrokken bestuurders, getalenteerde kunstenaars. En er is een groeiend publiek dat zich niet langer tevreden stelt met soundbytes en hapklare brokken, maar wil weten van de hoed en de rand. Tijdens een bijeenkomst in het Glaspaleis, alweer Heerlen, hingen in januari 300 euregionale cultuurmakers uit de ramen, zo druk was het. Ze willen gehoord en gezien worden. In dat speelveld past een blad als Zuiderlucht. Geen glossy, geen gelikte marketingformule met bij adverteerders ingekochte content, maar een onafhankelijk blad met ouderwetse journalistieke uitgangspunten: registreren, informeren, becommentariëren, opiniëren. In Zuiderlucht geen emotiejournalistiek, geen straatinterviews, geen opeenstapeling van bijeengeveegde oneliners of als meningen verklede emoties. Snelle marketeers in Italiaanse pakken verdienen goud geld door kranten voor te houden zich te focussen op leeftijdsgroepen en thema s. Zuiderlucht richt zich op cultuurliefhebbers van 18 tot 88 met artikelen over architectuur, beeldende kunst, dans, design, film, muziek, literatuur, theater, vormgeving, en alle andere culturele genres die een mens kan verzinnen. Om dat spectrum in beeld te brengen heeft Zuiderlucht een ploeg medewerkers van wie de helft rond de dertig of jonger is, en bijna de helft vrouw. Ze komen uit Nederlands en Belgisch Limburg, en daarbuiten, tot Berlijn en Londen toe. Zuiderlucht verschijnt integraal op internet, de gedrukte oplage van 30.000 exemplaren wordt gratis verspreid via musea, theaters, bibliotheken, galeries, scholen en universiteiten en andere culturele instellingen in Nederlands en Belgisch Limburg. Zuiderlucht schrijft over mensen, gebeurtenissen en ontwikkelingen die regionale, landelijke en internationale relevantie hebben. Inhoud 3 Heerlense rap van Ramsey 5 Luc de Vos: meer beleefdheid svp 8 In Venlo kun je nog jezelf zijn 11 Renee Steenbergen over kunstverzamelen 13 Regisseur Paul Cox op Filmfestival Maastricht 14/15 De députés van beide Limburgen 16 Fons Haagmans is geen kladschilder 20 Cyrille Offermans over Boekenweekthema 22 Family Affair: Hans Liberg en Marliz Frencken 24 Sittards museum Het Domein in China 29 Festival Cement terug in Maastricht 30 Agenda / Simone stript moderne kunst Zuiderlucht voelt zich niet te groot voor de wijk, en niet te klein voor de wereld. Een in Venray opgetekend artikel is ons net zo lief als bijdrages uit Berlijn en Brussel of, zoals in dit nummer, een lijvige reportage uit Guangzhou, China. We kijken niet over de grenzen omdat dat interessant klinkt, maar omdat die grenzen er nog amper toe doen. Door internet, maar ook door nieuwe technologieën schuren wijk en wereld steeds nadrukkelijker tegen elkaar aan. Ook fysieke afstanden krijgen andere dimensies: vanuit Maastricht ben je met de trein sneller in Parijs dan in Amsterdam. De belangrijkste succesfactor van Zuiderlucht is het publiek. U dus. Lees het blad, praat erover, laat ons weten wat u ervan vindt. We spreken elkaar dan weer in het tweede nummer. En verder: 7 Joep Franzen in De Verzamelaar 19 Column Expats door Peter Drehmanns 19 De schatkist van Floor Janssen (After Forever).nl maastricht Wido Smeets hoofdredacteur w.smeets@zuiderlucht.eu Cover: Fons Haagmans voor zijn schilderij Eteilla-Monstrans uit 1988. Foto: Chris Keulen 2 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Ramzy rapt in de kort-enklaar-cultuur j o n g e m a k e r s Waarom zijn er zo weinig mensen bereid om echt verandering teweeg te brengen, vraagt rapper Ramzy Oulad zich af. In de Limburgse scene verandert niets. door Lene ter Haar Eerst komt het geloof, dan de muziek, zegt de Heerlense Ramzy Oulad, rapper van de Cultivated Minds. Daarnaast is Ramzy (23) als beatmaker, tekstschrijver en alweer rapper bij de hiphopfunk-formatie D-Funktional betrokken. Die laatste groep produceerde eind januari de eerste plaat en de gelijknamige videoclip Only a few. Op 28 april is het gezelschap te bewonderen in Meerssen. Hoeveel mensen hebben de videoclip inmiddels gezien? Tijdens de presentatie van de clip in Lumière in Maastricht was het heel druk, vooral veel vrienden en familie. Potentieel belangrijke mensen zaten er niet zo tussen. Nu is de clip opgestuurd naar TMF/ MTV en The Box. De doorbraak is er nog niet, nee. Wij hebben ook alles uit eigen zak betaald. Waar gaan je teksten over? In het algemeen over belangrijke wereldse gebeurtenissen, het zijn bewuste teksten. Dat komt allemaal uit mijn persoonlijke visie en ontwikkeling en zo. Ik schrijf ze soms in een dag, soms duurt het langer - nu heb ik bij voorbeeld al maandenlang een blok. Only a few, de song van de videoclip, gaat over de weinige mensen die bereid zijn om echt een verandering te weeg te brengen. Het eerste couplet gaat over hoe je wakker wordt, en het tweede over het besef dat je echt iets kan doen. Beide komen in het laatste gedeelte bij elkaar. Heerlen: straf of kans? De stad begint te bloeien, hiphop wordt steeds populairder en er gebeurt echt wel wat op hiphopgebied. Al die jonge gasten Er komen ook nog een paar grote evenementen. Sinds bijna een jaar ben ik samen met wat andere gasten fulltime bezig met Stichting Cuttin Class om hiphop te promoten hier in Limburg. Tijdens het zomerfestival Cultura Nova hebben wij de hiphopexpositie en de workshops gedaan, op het Solar Festival hadden wij een stand in het Glaspaleis met een battle is wel heel erg veel in een jaar! Is er iets veranderd in de afgelopen vijf jaar in de regionale hiphopscène? In de Limburgse scène verandert niets, roep ik altijd. Hoort bij de kort-en-klaar-cultuur hier. Verandering is er nu alleen door de nieuwe Nor met elke maand een hiphopavond, Check One-Two. Laatst was er een open mix sessie, het was echt vet, er kwamen onverwacht heel veel mensen op af. De nieuwe Nor, de School of Hiphop in het Glaspaleis? Uitverkoop of ontwikkelingshulp? De School of Hiphop, dat is officieel echt werk voor mij. Zij hebben een nieuwe afdeling op de muziekschool, met beatbox, breakdance, dj en rap-les. Jij geeft de rap-les? Ja, maar ik ben nog niet begonnen. Er zijn nog geen inschrijvingen. Wat denk je over cross overs en kruisbestuiving? Zegt me helemaal niets. De gemeente moet gewoon geld geven en op afstand blijven, moet zich er niet mee bemoeien. Een adviseur is prima. Je moet wel uitkijken met wat voor jongens je aan de slag gaat. Niet iedere jongere heeft verantwoordelijkheidsgevoel, daar moet je wel op letten. De mensen van Crosstown hebben contact opgenomen met ons, zij willen wat dingen samen doen, maar tot nu toe is er nog niets van gekomen. Hoe meer hoe beter, wat mij betreft. Wie is het volgende talent? Ramzy featuring XXX? Ik maak wel hiphop maar ik luister er niet naar. Zeker, het volgende talent zijn TIPP, The Insane Prodigy Posse uit Heerlen. Allemaal 15 en 16 jaar en echt heel erg goed. Ze stonden in het voorprogramma van Opgezwolle. Hun repetitieruimte? Ze repeteren gewoon op de hoek van de straat. Hey Ramzy hoe is het verder eigenlijk? Gaat zeker goed, ik heb hele vette dingen meegemaakt, ben in New York geweest, en zo. Maar nu ga ik echt wel een andere richting op. Ik heb een flinke baard, ben echt veranderd. Ik ben mijn geloof aan het praktiseren, de islam. Dat is echt niet normaal, hoeveel autochtone Nederlanders zich hebben bekeerd tot de islam. Ik ga elke dag naar de moskee, lees de koran en geloofsleerboeken, leer Arabisch. Ben echt 180 graden gedraaid zo. Hoe kwam je erbij? Een Nederlandse klasgenoot die is bekeerd, heeft me zo n klein jaartje geleden eens meegenomen. Het gevoel is geweldig, ik heb rust gevonden en iets om voor te leven. En je omgeving? Wat vrienden hebben zich uit de voeten gemaakt en mijn familie dacht eerst: oeh, een extremist. Nu hebben zij het wel geaccepteerd. Ik loop ook wel in normale kleren. Het geloof staat nu op nummer 1, de muziek op 2. Op gegeven moment moet je toch een keuze maken, voor het stabiele leven en zo. Tot nu toe is het zo doorgegaan van het ene optreden naar het ander, ook wel veel lanterfanten. Toen ben ik eens flink gaan nadenken: wat wil je nou met het leven en zo. Ik ben nu 23 en heb de hele tijd muziek gemaakt. Zelf geleerd, niet via een opleiding. Het geloof heeft totaal niets met muziek te maken. Het was daarom ook wel raar dat de bekering kwam toen we bezig waren die clip te schieten. Nu gaat het hand in hand, in toekomst zie ik het wel. Only a few, hè. Meer info: www.d-funktional. com of www.msh.nl (School of Hip Hop) 3 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

4 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Luc de Vos: er is niks mis met beleefdheid Luc de Vos is zanger van de Vlaamse band Gorki en schrijver. In zijn boeken beschrijft hij zijn jeugd, waarin hij opkeek tegen dat land waar alles mocht: Holland. Belgen zijn bange schijtboeren. door Leon Verdonschot Luc de Vos, zanger van het Belgische Gorki, heeft de eerste twee concerten van de nieuwe theatertournee van de band er net opzitten. Ruim twee uur lang speelt hij met zijn band een soms verrassende selectie van het laatste album Homo Erectus en al zijn voorgangers. En dan komen ook nog onder meer Wim Helsen - hard op weg de grootste komiek van Vlaanderen te worden - en een charmezangeres op haar retour opdraven als gasten, al dan niet via een videoscherm. De Vos: Laat ik maar eens pretentieus formuleren: wij brengen een avond totaaltheater. Maar don t worry: ik heb alles onder controle. Natuurlijk, zegt De Vos, schrijver van Mia - het volgens de luisteraars van Studio Brussel beste Belgische nummer aller tijden en vele andere Belgenhits: hij blijft een rocker. Mijn hart gaat uit naar de zomeroptredens, de feesttenten met het bier, de worsten en de lekkere wijven. Maar optreden voor een zittend publiek bevalt me ook goed. Het is een uitdaging, zal ik maar zeggen. Een groot voordeel van theaters, zo oordeelt menig artiest na jaren clubcircuit, is de stilte. De Vos begrijpt sowieso weinig van het geroezemoes tijdens concerten. Een dag heeft 24 uur. Daarvan slaapt men er acht. Al die overige tijd heb je over om te zeggen wat je wilt. Het verbaast me toch wel dat sommige mensen daar uitgerekend die twee uur dat ze naar een concert gaan voor gebruiken. In België valt het met die categorie doorgaans mee. Op de eerste plaats omdat Belgen hun popmuziek serieuzer lijken te nemen. De Vos: In Holland moet popmuziek vooral gezellig zijn. Een hobby. Je gaat volleyballen en je gaat naar een bandje kijken. Vergeleken daarmee speelt de popmuziek zich bij ons af op het snijvlak van leven en dood. En misschien nemen wij het wel weer te au serieux, hoor. Maar populaire Nederlandse artiesten lijken altijd vrienden van het volk. In België mag het ook best moeilijk zijn. Misschien wordt bij jullie popmuziek als vrijblijvender ervaren, omdat jullie al langer bands kennen die in het buitenland succes hadden. Of door die subsidiecultuur. Wellicht is het heel raar, maar ik heb geen enkele moeite met het subsidiëren van opera of toneel. Maar zogauw het over popmuziek gaat, denk ik: Wil jij een bandje? Ga maar borden wassen en koop daar een gitaar van. En de tweede reden: De Belgen zijn een zeer gedisciplineerd volk. Het zijn bange schijtboeren, in tegenstelling tot de Hollanders. Het beeld dat de Nederlander alles doet wat de Belg zou willen durven; het levert in De Vos vierde roman De Laatste Mammoet amusante jeugdherinneringen op van een van de twee hoofdpersonen, de jonge Godfried (de andere hoofdpersoon is zijn neef, en heet Winfried). Symbool van de Nederlandse vrijheid van moraal is een televisiezender: Holland Twee. Godfried mijmert in de roman: De programma s van Holland Twee, daarover werd gepraat in de wereld. ( ) Smart overviel mij wanneer jongens op de speelplaats vertelden over de wonderlijke programma s die ze op Holland Twee toonden en die misschien wel in onze televisie aanwezig waren maar niet konden gezien worden. De Vos: In mijn jeugd stond de Belgische televisie gelijk aan een staatsomroep met een soort DDR-karakter. Terwijl in Holland! Open en bloot, alles! Vanuit een kind gezien was Holland een soort Amerika. Ik herinner me dat ik met mijn moeder een keer naar Holland ging, en toen had ik echt het gevoel dat we een soort paradijsje op aarde betraden. Die Hollanders, die deden het toch maar, die durfden alles, en die veroverden met de Golden Earring ook echt Amerika. En wij domme idioten van Belgen, wij konden daar alleen met open mond naar kijken. De Vos is in zijn roman onverveeld positief over de jaren zeventig: In de jaren zeventig is de moderne tijd eindelijk begonnen. Dat de emancipatie van de jaren zeventig heeft geleid tot zoveel assertiviteit dat bezoekers anno 2007 door concerten heen praten, als ze daar zin in hebben: De Vos wil zich niet mengen in die discussie over de erfenis van een decennium. Ik ben geen socioloog. Maar als niet-socioloog merk ik in Holland natuurlijk wel de brutaliteit, en vraag ik me wel eens af of dat de prijs is die je blijkbaar voor dat lef moet betalen. Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat er volgens mij nog steeds niks mis is met beleefdheid. De boeken van Luc de Vos verschijnen bij Uitgeverij Atlas. Op 30 maart treedt Gorki op in Cultuurcentrum Achterolmen in Maaseik. Zie www.gorki.be en www.achterolmen.be foto: Frank Clauwers 5 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

gehuisvest in het Glaspaleis Bongerd 18 / Postbus 1, NL 6400 AA Heerlen +31 45 577 22 10 / stadsgalerij@heerlen.nl / www.stadsgalerijheerlen.nl di, wo, vrij 11:00-17:00 uur / do 11:00-20:00 uur / za/zon- en feestdagen 13:00-17:00 uur 08/03/07 > 27/05/07 JAN ROELAND SCHILDERIJEN 1997-2007 Eend, 2002-2003, olieverf op linnen, 80 x 80 cm 6 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

HIER & DAAR Geen museum Nog niet zo heel lang geleden werd gevreesd voor het voortbestaan van Industrion, museum voor Industrie en Samenleving in Kerkrade. In 2004 zakte het bezoekersaantal naar 40.000. De critici die riepen dat Limburg te klein is voor drie provinciale musea (Bonnefanten en Limburgs Museum zijn de andere twee) leken gelijk te krijgen. Drie jaar later is Industrion pardoes in de vette jaren aanbeland. Onder de nieuwe directeur Hans Gubbels is de weg naar boven weer gevonden, resulterend in 81.000 bezoekers in 2006. En omdat het museum onder jongeren een suf imago heeft, presenteert Industrion zich tegenwoordig als no museum. Met succes. Bezoekers, vooral jongeren, worden niet zozeer rondgeleid door statische presentaties, maar aan het werk gezet, bij voorkeur digitaal en multimediaal. Het slaat aan: Industrion dankt zijn toenemende populariteit juist aan de schoolgaande jeugd. Iets wat lang niet alle musea kunnen zeggen. Wie groeit, wil uitbreiden. En dus vallen in september bouwploegen het Industrion binnen voor een uitbreiding van 1500 vierkante meter. Eind volgend jaar moet de nieuwbouw, naar een ontwerp vanarchitectenbureau Metz uit Weert, klaar zijn. Kosten 2,5 miljoen euro. Het geld is beschikbaar gesteld door de provincie waar met kennelijke opluchting is geconstateerd dat het museumbeleid in Kerkrade zijn vruchten begint af te werpen. In 2010 wil Gubbels zijn museum-dat-geen-museum-mag-heten laten doorgroeien naar meer dan 100.000 bezoekers. Waarmee het voormalige zorgenkind op gelijk niveau komt met het Bonnefanten in Maastricht. Godsgeschenk Architect Rem Koolhaas bracht het enkele jaren geleden al in kaart: kunstmusea zijn net als multinationals uit op schaalvergroting. Steeds vaker kijken vooral de rijke musea met hun omvangrijke privécollecties buiten de landsgrenzen. Tamelijk onverwacht blijkt ook het Bonnefanten in Maastricht in de weer te zijn met een buitenlandse vestiging. Door bemiddeling van Vestedadirecteur Huub Smeets heeft de Luikse architect Charles Vandehove, die in Maastricht onder meer het Staarcomplex en de Charles Voscour ontwierp, zijn complete kunstcollectie in bruikleen gegeven aan het Bonnefanten. Bonnefanten-directeur Alexander van Grevenstein begroette werken daaruit van minimalisten als LeWitt, Serra en Buren passen naadloos in de Bonnefantencollectie. Dat geldt niet voor vertegenwoordigers van de École de Paris en de expressionisten die Vandenhove in de loop der jaren heeft verworven. Ze vormen een exotische aanvulling op de nog jonge Bonnefantencollectie. Met de bruiklenen heeft het Maastrichtse museum ook een dependance in Luik verworven waar de collectie op termijn zal worden getoond: het door Vandenhove ooit gerestaureerde, voormalige Hôtel Torrentius. Als voorproefje licht het Bonnefanten deze maand in Maastricht alvast een tipje van de sluier op met foto s die de Franse fotograaf Francois Hers maakte van Torrentius. Vanaf april zullen er kleine overzichtexposities worden gepresenteerd van kunstenaars uit de Vandehovecollectie. Waneer Hôtel Torentius officieel als Bonnefantendependance zijn deuren opent, is nog onbekend. Joep Franzen Je wordt een concurrent van jezelf Joep Franzen: Van de vorm van de dingen kan ik enorm genieten. foto: Romy Finke door Emile Hollman,,Het begon met botjes. Van vossen, fazanten, merels, konijnen. In de bossen kon je oogsten wat in de natuur gestorven was. Ik was nog jong maar de vormen van die botjes fascineerden me enorm. Ieder botje is op zich al een kunstwerk hè. Waarin de vergankelijkheid of zo je wil de verwering een grote rol speelt. Net als bij stenen of een stuk boom. Zo ben ik als kind begonnen dingen op te rapen, langs de Selzerbeek en rond de Sneeuwberg in Vaals. Van botjes werden het langzaam fossielen, opeens vond ik stukjes belemniet, schelpen, zeedieren, mineralen. Tot mijn tiende heb ik dat in mijn eentje gedaan. Toen leerde ik Hans Hermans van het IVN in Vijlen kennen. Die begreep wat ik deed. Ik was toch een beetje dat zonderlinge kind dat van alles mee naar huis sleepte. Maar het ging me niet om het macabere, het ging me niet om de dood. Ik zag mijn d e v e r z a m e l a a r vondsten als juwelen. Natuurlijk, als je het hebt over het patina van dingen, dan heb je het ook over sporen van gebruik. Ik belandde van de biologie in de geologie en van de geologie in de archeologie. Inmiddels werk ik bijna 25 jaar als archeologisch opgravingstechnicus in Duitsland en heb ik veel opgegraven: van de nét niet oude steentijd tot en met de industriële archeologie. Ik ben me er lang niet bewust van geweest dat ik een verzamelaar ben. Dat kwam pas toen ik systematisch ging werken. Via de archeologie kwam ik terecht bij de volkenkunde en zo bij de primitieve niet-westerse kunst. Eerst koop je een houten fluitje, een leuk object. Dan zie je een tweede, een derde, een veertiende en na enige tijd heb je er honderd. Zo ging dat ook met textiel, met mijn collectie schaamschortjes, lendendoekjes eigenlijk. Ik heb er meerdere tentoonstellingen mee kunnen maken. Van de vorm van die dingen kan ik enorm genieten. Het is me altijd om de vorm te doen geweest. Vervolgens kijk je naar de status van het textiel, het materiaal, je gaat analyseren en voor je het weet ben je wetenschappelijk bezig. Dat doe je dan een jaar of vijf en dan verleg je de interesse. Ik verzamel nu vooral schilden. Het zijn niet eens zo zeer de schilden zelf die me interesseren maar de vormen van die schilden. Zeker als ik ze koop en thuis uitstal, haal ik ze uit hun context en worden het objecten. In die zin is een verzamelaar ook een kunstenaar. Ik ben wel in Afrika geweest maar niet overdreven vaak. In Afrika is niet veel meer te vinden en bovendien weten de Afrikanen dat ze het hier kunnen verhandelen. Ik ben nu 52 en langzaamaan in de meditatieve fase van het leven terecht gekomen. Vroeger verdreef de drang, de jacht van het materialisme, het plezier nog wel eens. Nu kan ik meer genieten. Verzamelen heeft een negatieve bijklank, je wordt een concurrent van jezelf, een slaaf van je fascinatie. Er zijn momenten geweest dat ik een object moest hebben, maar dat is voorbij. Ik heb denk ik zo n 60.000 artefacten. Veel zal men weggooien als ik sterf omdat ze er niet in zullen herkennen wat ik er in heb gezien. Ik kan dit alles straks niet de dood in dragen. We wilden iets meer doen met de collectie. Op tweede paasdag openen mijn vriendin Carin en ik een kunsthuis genaamd De Verloren Vorm. We hebben een prachtige collectie van originele voorwerpen en veel kennis die we willen uitdragen. Ook wij zullen gevonden worden. Kunsthuis De Verloren Vorm, Roebroekweg 54a Heksenberg Heerlen. Open do, vr, zat en op afspraak. Tel: 045-5217469 7 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

In Venlo kun je nog iemand zijn door Benti Banach Een paar jaar geleden stond Sander van Driel nog te skateboarden op het Nolensplein in Venlo. De hoek om, richting Ginkelstraat, daar kwam hij omwille van de veiligheid liever niet. Maar afgelopen januari heeft de 23-jarige fotograaf er met zijn artistieke partner Kevin Boitelle het voormalige café Dirty Sanchez betrokken. Pakweg 25 culturele ondernemers zijn het tweetal in de wijk voorgegaan. Als cultuurwijk Q4 ontpopt de voormalige Duitse Hoek zich als een stadsdeel waar de drugshandelaren inmiddels ver in de minderheid zijn. Eindelijk gebeurt er iets vooruitstrevends in Venlo, zegt Van Driel. Van Drogenviertel tot cultuurwijk. Kunstenaars en ontwerpers moeten het Venlose experiment Q4 tot een succes maken, samen met het Duitse achterland. Maar de weg is lang. De kracht van de gezamenlijkheid is er nog niet. Venlonaren hebben het over de Duitse Hoek, de wijk waar de voertaal die van de oosterburen is en de winkeliers niet nalaten te benadrukken hoe gut und billig hun spullen zijn. Dat was in de jaren zeventig en tachtig. Daarna vormden niet langer Kaffee und Zigaretten de motor van de economie in de wijk, maar softdrugs die op straat en vanuit meer dan zestig panden aan de man werden gebracht. De doorsnee Venlonaar liep met een grote boog heen om het gebied tussen Maas en Nolensplein. Een aanhoudende, maar volgens velen te laat ingezette schoonveegactie resulteerde in 2004 in de sluiting van bijna alle drugspanden en dientengevolge een naargeestige leegstand. In veel steden ontstaat er dan een natuurlijke trek van kunstenaars naar groezelige buurten als deze, zegt Tieneke Verstegen. In Venlo zou het lang wachten zijn tot kunstenaars spontaan de holle kiezen in de wijk zouden opvullen. Dus nam culturele duizendpoot Verstegen zich voor die beweging zelf op gang te brengen, ook omdat ze ervan overtuigd was dat de gemeente bij de geplande revitalisering alleen oog zou hebben voor de economische haalbaarheid en niet voor het menselijk welbevinden. In korte tijd vond ze niet alleen tientallen geïnteresseerden aan haar zijde maar ook het gemeentelijke projectbureau Q4, dat het initiatief omarmde omdat cultuur de eerste jaren de sinistere sfeer uit de wijk zou kunnen verjagen. Tot Q4 af is, over ruim tien jaar, kunnen allerlei culturele ondernemers gebruik maken van de vele ruimtes die anders onbenut blijven. Een toetsingscommissie screent de kandidaten en biedt hun een passend en goedkoop pand aan. Op deze wijze moet er de komende jaren een kunstzinnige wijk ontstaan, waar het broeit en spettert van de creatieve activiteiten, waar de Venlonaar wordt uitgenodigd en uitgedaagd; een soort Quartier Latin sur la Meuse. Q4 is nu op zijn spannendst. Maar heeft Venlo zo veel sprankelends in huis dat er een cultuurwijk mee kan worden gevuld? Verstegen zelf noemt het lokale aanbod beperkt. Sander van Driel twijfelt en noemt Q4 de ultieme test voor de stad om zich op cultureel vlak te bewijzen. Maar cultuurwethouder Peter Freij (GroenLinks), vorige maand nog tot prins carnaval gekroond, durft de stelling aan dat Venlo een echte cultuurstad is, alleen komt dat te weinig op die manier naar buiten. We moeten ons meer op die manier profileren. We staan nog steeds hoofdzakelijk bekend om de drie D s: druk, Duits en drugs. Cultuur in Q4 is in zijn ogen niet alleen beeldende kunst, het is ook muziek, mode, grafische vormgeving, design. Juist in die laatste discipline hoopt de stad jonge, vernieuwende bedrijfjes van buiten aan te trekken. Het door de gemeente gesubsidieerde Bureau Koekoek is gestart met een poging in drie jaar 24 nieuwe creatieve ondernemers onder te brengen in de wijk. Het bureau richt zijn pijlen vooral op bedrijfjes die vormgeven in opdracht. Marcel Tabbers van Koekoek zegt zich in die taak een missionaris te voelen. Venlo heeft geen verleden op dit vlak, creatieve industrie is een nieuw begrip. Wat zou een buitenstaander 8 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

bewegen om zich in Venlo te vestigen? In Amsterdam of Berlijn struikel je over de vormgevers, hier kun je nog iemand zijn. Volgens Tabbers liggen in Duitsland veel kansen, waar nog veel maakindustrie zit en waar de creatieve industrie vaak nog te technisch van aard is. In Nederland heeft die een goede naam, hier staat het vrije denken meer centraal, dat heeft Duitsland niet zo. De taak van Koekoek houdt niet op bij het over de streep trekken van ondernemers. Behalve een gunstig huurtarief en de synergie met gelijkgestemde ondernemers in de wijk biedt Koekoek de nieuwelingen een bedrijfsmatige opleiding en begeleiding bij het verwerven van opdrachten, met name in het Duitse achterland. Maar Tabbers en Verstegen beseffen dat Q4 niet alleen de biotoop van de designers mag worden. Autonome kunstenaars horen ook in de wijk, zoals André Wiehager, die zijn intrek heeft genomen aan de Maaskade. Als het begint te schemeren, krijst zijn tl-licht in het voormalig winkelpand al van ver om aandacht. Een eenzaam ijsberende knaap op het trottoir speelt de ervaren padvinder die als enige het spoor naar de wiet nog kent. Binnen, tussen een opstelling die het midden houdt tussen een Emmaus-inventaris en een expositie, vertelt Wiehager dat hij continu iets verrassends, iets verwarrends in Q4 verwacht. Je moet iedere dag opstaan en je afvragen wat er vandaag weer voor geks staat te gebeuren. Q4 mag in zijn ogen niet alleen het domein van marktgerichte creativiteit worden. Veel van wat er nu zit, vind ik dubieus. Het zijn vaak frutsels die beter bij de Hema thuishoren, economisch rendabele onzin van de Design Academy. Hij verlangt ook naar samenwerking tussen de verschillende deelnemers aan Q4, maar ook met andere wijkbewoners, zoals Petatte Wiel en de allochtoon op straat. Daar hangt voor mij het succes van af. Maar het is onwaarschijnlijk dat zijn frietbakkende overbuurman daar op zit te wachten. Uitbater Dave Verstappen ziet liever dat alle drugsrunners uit de wijk verdwijnen, dat is nog even erg als vroeger. Cultuur mag van mij, maar niet op de manier zoals het nu gebeurt. Er is veel te weinig open, er is geen continuïteit. Hij wijst naar de atelierwinkeltjes aan de overzijde van de straat die hooguit drie dagen per week open zijn. Het is kritiek die vaker in de wijk te horen valt, zoals ook bij kaasboer Herm Peulen, al 35 jaar zetelend in de Bolwaterstraat, de straat met het slechtste imago. De voorbijganger ziet iets en wil naar binnen, maar dat kan nauwelijks. Dit is uit nood geboren, het is gedwongen kunst, alleen om de panden vol te krijgen. Q4 heeft in Venlo ook de naam een vrijstaat te zijn waar kunstenaars op kosten van de belastingbetaler verf in de rondte mogen slingeren, waarna ze er het etiket kunst op plakken. Maar het enige voordeel dat de culturele ondernemers genieten is een lagere huur; daartegenover staat de onzekerheid van de tijdelijkheid. Een normale ondernemer zou er niet aan denken om zich hier te vestigen. De Venlonaar gaat hier niet lekker wandelen. De kunstenaars zijn pioniers, ze steken hun nek uit, zegt Verstegen. Ze verwacht dat de sceptici het project uiteindelijk zullen omarmen wanneer de resultaten duidelijk zichtbaar zijn. Er moet meer op straat te zien zijn, de kunstenaars zitten op dit moment nog te veel binnen in hun werkhokjes. En de kracht van de gezamenlijkheid, het elkaar versterken is er ook nog niet. Op termijn zullen alleen de creatieve ondernemers die de marktconforme huur kunnen betalen een vaste plek in de wijk verwerven. Iemand als Wiehager zal nagenoeg zeker moeten vertrekken, zijn werk is zo tegendraads dat het moeilijk verkoopt. Tegelijkertijd is zijn aanwezigheid onontbeerlijk voor een culturele wijk als deze. De laboratoriumfunctie zal de wijk echter alleen de eerste jaren hebben, als de panden nog sjofel zijn en de huren laag. Daarom is Q4 juist nu op zijn spannendst, nu de mogelijkheden het grootst zijn. Ik leef van dag tot dag, al zit ik hier maar drie jaar. Voor mij is dit een experimentele fase, zegt Sander van Driel. Normaal ga je van punt A naar punt B, zegt Tieneke Verstegen. Nu zitten we op een weg waarvan niemand het einddoel kent. Die onzekerheid is ook een enorme kracht. In veel steden ontstaat dan een natuurlijke trek van kunstenaars naar groezelige buurten als deze. foto s: Vincent van den Hoogen 9 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

10 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Musea doen te weinig met verzamelaars Kunstverzamelaars aller landen verenigen zich begin maart in en rond de kunstbeurs TEFAF in Maastricht. Niemand die meer weet over de psyche van de verzamelaar en het geschiedenis van het mecenaat dan Renee Steenbergen. door Lene ter Haar Vorig jaar maakte u bij cultuurcentrum Marres in Maastricht de expositie La Collection Imaginaire. Waar houdt u zich momenteel mee bezig? Vijf jaar geleden ben ik gepromoveerd op een onderzoek naar particuliere kunstverzamelaars. Sinds 25 jaar schrijf ik als free lancer voor NRC Handelsblad. Verder geef ik advies over het betrekken van particulieren bij musea, maak tentoonstellingen en ben bezig met een boek over het mecenaat in Nederland. In de professionele kunstwereld was niemand die er echt iets van af wist. Onbekend terrein? Verzamelen van hedendaagse kunst was lange tijd een thema waar men niet graag over praatte. Dat heeft natuurlijk met de jaren zestig en zeventig te maken. Je werd er op aangekeken als je ging verzamelen, dat was immers een teken dat je geld had. Verzamelaars zijn toen kopschuw gemaakt. Vandaag de dag vindt er in het culturele veld een verschuiving plaats omdat de overheid zich financieel terugtrekt. Sindsdien is een zoektocht naar extra geld begonnen die zich richt op particulieren en ondernemers. In Nederland is het bedrijfsleven de belangrijkste financier van kunst, in Engeland bijvoorbeeld zijn dat de particulieren. Dat laatste gaat hier nu ook gebeuren, ik richt mij nu op de vraag hoe dat in de toekomst in zijn werk zal gaan. Daarvoor heb ik eerst naar eind 19e, begin 20e eeuw gekeken, naar de jaren van economische bloei en de stichting van de musea zoals wij ze nu kennen. Ze zijn vaak met particulier geld opgericht. Tot 1940 waren ze voor de opbouw van hun collectie afhankelijk van particulieren. Heel anders dan nu, het geld komt nu vooral van de overheid. De vraag is hoe het komt dat die situatie toen als normaal werd beschouwd en hoe mensen ook in deze tijd te motiveren zijn om zich privé in te zetten voor musea. Rond 1900 heerste er een andere mentaliteit rond het verzamelen. Doneren voor cultuur leverde particulieren maatschappelijk aanzien op. Sponsoren werden met naam genoemd, met verschillende boorden voor verschillende bedragen en al. Amerikaanse tijden dus in Nederland heel anders dan nu, waar men vooral anoniem doneert. Toch komt daar verandering in. Wij hebben nu de gouden eeuw van de privé-vermogens, zoals de Amsterdamse socioloog Theo Schuyt dat noemt. Het vermogen gaat niet langer alleen naar de kinderen, mensen zijn eerder geneigd te zoeken naar goede doelen. Van alle donaties in Nederland gaat maar 2,5 procent naar cultuur en dat is heel weinig. Hierover gaat het boek dat ik nu schrijf: Particuliere cultuur - Naar een derde Gouden Eeuw van het mecenaat in Nederland. En de musea? Musea doen iets niet goed omdat ze niet inspelen op kansen die particulieren bieden. Nederland is klein, maar proportioneel zitten hier grote particuliere collecties. Musea halen geld bij de Mondriaan Stichting of de overheid, maar dat kost evenveel tijd als aankloppen bij particulieren. Museumdirecteuren zijn bang dat er iemand meeregeert en verwarren de betrokkenheid van de verzamelaar met bemoeienis. Maar alleen geven en dan snel weer de deur uitgeschoven worden, dat werkt natuurlijk niet bij een verzamelaar. Dat is ook zonde omdat de meeste verzamelaars zeer deskundig zijn, vanuit hun passie, maar ook vanuit hun beroep en functie. Directeuren ervaren het kennelijk als moeilijk om een band met een verzamelaar op te bouwen en hem bij het museum te betrekken. Een verzamelaar is een amateur, en dat woord betekent in de eerste plaats liefhebber. Die wil zich helemaal niet met de taken van de directeur bemoeien. Is het mecenaat geen andere vorm van handel? Elke gift is ook een ruil, en particuliere verzamelaars willen graag aandacht. Wederdiensten zijn inderdaad vreemd op het sociale vlak. Mensen moeten elkaar ook mogen. Als het klikt, We hebben nu de Gouden Eeuw van de privévermogens. dan zullen verzamelaar en museum veel samen doen. Zijn er voorbeelden waar dat wel is gelukt? De beste voorbeelden zijn dus van een eeuw geleden. Tegenwoordig vind ik het Concertgebouw in Amsterdam een succesvol voorbeeld, maar ook de fondsen op naam, en het Mauritshuis. Verzamelen: passie, ziekte of renteopbouw? Hangt er vanaf wat je verzamelt. Als goede belegging koop je geen hedendaagse kunst, dan koop je impressionisten en dergelijke. Bij hedendaagse verzamelaars is dat niet aan de orde, ook al kan je natuurlijk meemaken dat een werk een veelvoud waard wordt van wat het heeft gekost. Maar verkopen is ingewikkeld omdat je dan ook je beste stukken kwijt raakt. De smaak van de verzamelaar verandert sneller dan het inkomen. Je hebt meestal een duurdere smaak dan je inkomen toelaat. Beleggen is het daarom ook echt niet. Echt verzamelen is een passie. Een ziekte? Nou ja, het gevaar van verslaving voel je wel. De frequentie van aankopen wordt hoger, je wilt andere dingen, grenzen verleggen. Er zit iets onmatigs in. Een kunstverzameling is nooit compleet. foto: Moniek Wegdam 11 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

12 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Een levenslange hekel aan oorlogsfilms Leven en werk van de Australische regisseur Paul Cox staan in het teken van zijn moeilijke jeugd in zijn geboorteplaats Venlo. De films van Cox staan centraal tijdens het Filmfestival Maastricht. Alles wat we maken moet op een of andere manier een zelfportret zijn. door Jos Hodenius Een raam. Daarachter een moeder met een hand voor de ogen van haar baby. De Tweede Wereldoorlog is net begonnen. Ze wil haar kind de aanblik van gesneuvelde soldaten in en rond de vijver van het Venlose park besparen. Decennia later krijgt het kind, inmiddels een gelauwerd filmmaker, een prentbriefkaart cadeau van een filmstudente. De kaart deed me zo aan uw films denken, schreef ze op de achterkant. Bij de aanblik van de oude foto springen de tranen in de ogen van de filmmaker, hij ziet er het park van zijn jeugd. Niet hun keuzes, maar het lot bepaalt het leven van mensen, is de overtuiging van regisseur Paul Cox (Venlo, 1940). Als jonge twintiger ontvluchtte hij zijn geboortestad, werd filmmaker en werkt in die hoe-danigheid gestaag aan een indrukwekkend oeuvre. Tegenwoordig woont Cox in Melbourne. Een huis in Arnhem en een pied-à-terre in Zuid-Frankrijk staan hem ter beschikking wanneer hij in Europa verblijft. De films van Cox, die eind deze maand centraal staan in het Filmfestival van Maastricht, zijn zelden kassuccessen. Vooral onder echte filmliefhebbers oogst hij bewondering met zijn diepzinnige, op menselijke maat gesneden films. Man of Flowers (1983), Vincent, The Life and Death of Vincent van Gogh (1987) en Innocence (2000) zijn het meest bekend. Verlangen naar schoonheid in leven en kunst is een belangrijk thema in zijn werk. Zo ook het breekbare van menselijke relaties en de dood is nooit ver weg. In zijn autobiografie Reflections noteert Cox herinneringen aan de oorlog en de daaropvolgende beklemmende opbouwjaren in het katholieke Venlo. Hij schrijft over het weinig harmonieuze huwelijk van zijn ouders Wim en Else, over agressieve Duitse soldaten tijdens een razzia, de levensgevaarlijke evacuatie via Duitsland - naar het noorden van Nederland waarbij vele doden vielen door honger of verstikking, over het ouderlijk huis dat bij terugkeer door anderen bleek ingenomen en de tirannie van zijn artistiek gefrustreerde vader. Zijn eeuwig zorgdragende moeder, afkomstig van Franse adel, blijft voor Cox het symbool van het goede in de mens. Film laat zelden het innerlijk zien. Cox vader begint in de jaren vijftig in Venlo een fotozaak onder de naam Studio 45. De oorlog heeft zijn ambities als regisseur gefnuikt; hij is een verbitterde, afstandelijke man met obsessief-perfectionistische trekken die in woede uitbarst als iemand niet aan zijn hoge eisen kan voldoen. Zo verpest hij voor altijd het kerstgevoel voor de 12- jarige Paul als hij de feestelijke kerstdis op de grond kiepert uit woede over een te hard zingend kinderkoortje op straat. De bezettingsjaren hebben de filmmaker een levenslange hekel bezorgd aan oorlogsfilms, heldenverering en alles wat in de film bigger than life is, zoals filmsterren. Ieder denkend, voelend, worstelend individu is groter dan hen. Film laat zelden het innerlijk zien, terwijl het nou net een medium is om tot iemands innerlijk door te dringen. Dat wordt steeds moeilijker omdat iedereen meer en meer tot een eendimensionale consument wordt omgebouwd. Cox fascinatie gaat vooral uit naar mensen als Vincent van Gogh en de danser Nijinksy, over wie hij indringende films maakte. Ze leefden op de drempel van rede en waanzin, boorden door alle wereldse bullshit heen en streefden ondanks grote tegenslagen constant naar hoge kwaliteit. Ze brachten de mooiste kunstwerken voort en kwamen zo het dichtst bij wat men God noemt. Zijn eigen geloof verdween door mijnheer pastoor die hel en verdoemenis preekte en die kritische jongetjes als hij streng bestrafte. Zijn laatste film, Salvation uit 2006, is een zwarte satire over een beweging van wedergeboren christenen in Amerika. Ik haat dat soort bewegingen en ik haat religie, die in mijn ogen een extreem manipulatieve institutie is en die in de loop van de geschiedenis in naam van God al miljoenen slachtoffers heeft gemaakt. Het hoeft geen betoog dat Cox zijn katholieke jeugd van zich heeft afgeschud. Salvation is overigens opdragen aan zijn vriend Theo van Gogh die hem destijds hielp met het script. De potentie van het medium film is volgens Cox nog niet helemaal ontwikkeld. Hij foetert vaak en veelvuldig op het formulewerk uit Hollywood, dat daarvan de oorzaak zou zijn. Cox beschouwt de meeste producenten als geldwolven zonder hart voor het vak. Het probleem is dat de meeste films niets te zeggen hebben. Ik heb niets tegen amusement, waar ik tegen ben is dat het publiek geconditioneerd wordt in de verwachting dat het geamuseerd wordt. Dus moet je de kijkers weer deconditioneren. Toen ik mijn film Cactus (1986) met Isabelle Huppert mocht introduceren tijdens een festival in Canada vroeg ik het publiek niets te verwachten en de film gewoon vijftien minuten van hun leven te geven. Het werkte, want na afloop was er zoveel enthousiasme en liefde voor de film, dat ik in tranen uitbarstte. Toch is hij ervan overtuigd dat mensen zelden in staat zijn de werkelijke waarde van iets onmiddellijk en volledig in te kunnen schatten. Een film is pas goed als hij je ook bij nader inzien nog weet te boeien. Tijdens het Film Festival Maastricht (25 maart tot en met 1 april) zal een klein retrospectief van zijn films te zien zijn. De cineast komt er voor over uit Australië. In de hoop dat de festivalbezoekers zich bij zijn films zijn levensmotto voor ogen houden: Alles wat we maken, moet op een of andere manier een zelfportret zijn. Niet om het ego te bevredigen of te spiegelen, maar om ons natuurlijk vermogen voor het delen van schoonheid te voeden en onze innerlijke waarheden te reflecteren. Paul Cox: Reflections, an autobiographical Journey (1998, Currency Press, Australië) De films van Paul Cox die op het Film Festival Maastricht te zien zijn : Man of Flowers (1983), Vincent, The Life and Death of Vincent van Gogh (1987), A Woman s Tale (1991), Molokai, The Story of Father Damien (1999, directors cut), Innocence (2000), The diaries of Vaslav Nijinksy (2001). Paul Cox zelf is zaterdagmiddag 31 maart aanwezig in Lumière. Zie www.lumiere.nl foto: Elimination films 13 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Gilbert van Baelen zet streep door museum,,zij hebben Maastricht en wij niet. De kersverse cultuurgedeputeerde van Belgisch Limburg Gilbert van Baelen windt er geen doekjes om. Hasselt heeft aan zichzelf kennelijk niet genoeg om de grote motor van het culturele leven in Belgisch Limburg te zijn. Daarom ziet hij een schone taak weggelegd voor het provinciebestuur ofwel de gedeputeerde voor cultuur, Gilbert van Baelen zelf. Jong, slim en dynamisch zijn de sleutelwoorden die hij van toepassing wil verklaren op zijn gouw. door Stef Telen Op 1 december van vorig jaar legde de 47-jarige Van Baelen de eed af als gedeputeerde voor Euregionale contacten, wonen, personeel en cultuur. De voorbije zes jaar mocht Van Baelen voor de liberale partij VLD Limburg vertegenwoordigen in het federale parlement in Brussel. Daar profileerde hij zich vooral als onderwijsspecialist. Maar denk niet dat de culturele sector nieuw voor me is. In de jaren negentig heb ik gewerkt voor de stichting Lodewijk De Raet, een instelling voor culturele vorming. De spelers uit de culturele sector die ik die periode tegen het lijf ben gelopen, ben ik nooit uit het oog verloren, zegt Van Baelen. Met vijf miljoen bouw je geen tweede Guggenheim. Vroeger werd fors geïnvesteerd in instellingen die zichzelf konden bedruipen, denk maar aan het provinciaal domein Dommelhof, vooral bekend om zijn theater- en circusproducties en het kunstencentrum Z33 in Hasselt. Nu wordt vooral ingezet op samenwerking.,,zo investeren we in onze platformwerking, onder meer voor dans, klassieke muziek en jazz. Op die manier willen we dubbele programmering vermijden en dankzij onze financiële steun kunnen gevestigde namen en veelbelovende talenten uit de jazz- en klassieke muziekwereld naar de culturele centra gehaald worden. Van Baelen vindt dat de culturele werking van de provincie op bepaalde vlakken te kort schiet.,,we doen te weinig voor de ondersteuning van het hedendaagse theater. De Queeste levert weliswaar uitstekend werk, maar in globo is er ter weinig doorstroming van het Limburgse theaterwezen naar de top. Voor pop en rock bijvoorbeeld is dat wel het geval. Met de Muziekodroom, die het beste van de concertwereld en de popeducatieve wereld samenbrengt, tellen we een belangrijke speler die uitstekende resultaten boekt en grote namen, zoals onlangs nog John Cale naar hier lokt. En de toekomst oogt nog fraaier, want binnenkort krijgt Limburg, naar het voorbeeld van Tilburg een eigen pop- en rockacademie. Ook op het vlak van hedendaagse kunst hinken we wat achterop, maar gelukkig kunnen we ons daar de volgende jaren in gaan uitleven, belooft Van Baelen. Hij duidt op de ambitieuze kunstroute waarmee gouverneur Steve Stevaert vorig jaar op de proppen kwam. Het plan moet de aloude vraag naar een Limburgs museum voor actuele of schone kunsten definitief pareren. Voor het project, een soort beeldentuin dat het parcours van het alom geroemde fietsroutenetwerk volgt, is 5,25 miljoen uitgetrokken. Jan Debbaut, die zijn strepen verdiende bij Tate Modern in Londen en het Eindhovense Van Abbemuseum, coördineert de voorbereiding. We moeten realistisch zijn. Met vijf miljoen bouw je geen tweede Guggenheim. En zelfs als dat zou lukken, is er geen geld om het museum te vullen. De kans dat Limburg nog ooit een eigen museum krijgt voor schone kunsten is vrijwel nihil. Daarom lijkt ons de keuze voor kunst in de openbare ruimte veel logischer. Op die manier kunnen we de link leggen tussen de natuur, onze belangrijkste troef, en cultuur. Maar we gaan niet zomaar wat beelden plaatsen in het bronsgroen eikenhout, zegt Van Baelen. Daarom organiseert Jan Debbaut in het najaar een internationaal symposium over kunst in de openbare ruimte en werken we nauw samen met de lokale besturen. Ook is het de bedoeling dat we een collectie aanleggen van de schetsen en voorbereidende studies van de kunstenaars. Het is alleszins de bedoeling dat de kunstwerken een toegevoegde waarde hebben en als hefboom fungeren voor de verdere ontplooiing van onze provincie. foto: Mine Dalemans 14 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Het warme bad van Odile Wolfs Odile Wolfs heeft er vier jaar op zitten als cultuurgedeputeerde. Cultuur staat niet als vanzelf boven aan de agenda. door Emile Hollman U heeft de afgelopen vier jaar als cultuurgedeputeerde veel concerten, tentoonstellingen en evenementen bezocht. Wat heeft u het meest geraakt? In het Theater aan het Vrijthof in Maastricht zag ik een presentatie van eindexamenleerlingen van de vooropleiding dans. Daar maakte Ticho Hupperets veel indruk op me. Wat een inspiratie zat er in dat jonge lichaam. Zo zelfverzekerd maar toch ingetogen. Dat was voor mij echt ongecompliceerd genieten. Heeft u ook tijd gevonden voor de inhoud of was u vooral bezig met politiek en beleid? Ik heb veel gehoord en gezien. Bij de opening van exposities word je natuurlijk voortdurend aangesproken op je bestuurlijke status; in het theater kan ik genieten zodra het licht uitgaat. Wat doet het met een mens: vier jaar lang intensief met cultuurpolitiek bezig zijn? Ik ben vanaf mijn pubertijd al intensief bezig met cultuur. Ik zat bij het amateurtoneel en heb nog ooit geprobeerd om op de Toneelacademie te komen. Dat is toen niet gelukt. Maar ook toen ik het onderwijs werkte, heb ik altijd de beeldende kunst en de podiumkunsten gevolgd. Vergeet niet dat ik 21 jaar lang in de statencommissie cultuur heb gezeten. Toen ik deze portefeuille kreeg, voelde dat als een warm bad. Is het een populaire portefeuille?er valt veel geld te verdelen. Ja, maar bij werkgelegenheid zijn er ook subsidies te verdelen en bij ontgronding gaat het om interessante vergunningen. Binnen elke portefeuille valt wel wat uit te delen, maar daarmee komt het niet als vanzelf goed. Tevreden over de belangstelling voor cultuur van collegagedeputeerden? Lastige vraag. Het valt mee. Enkele collega s tonen belangstelling. Maar cultuur staat niet als vanzelf boven aan de agenda, nee. Is er genoeg budget? Er is altijd geld te weinig. Er zijn erg veel initiatieven en de subsidieverzoeken komen aan de lopende band binnen. Dat loopt echt in de honderden. Je moet natuurlijk voorkomen dat het budget halverwege het jaar op is en dat je daardoor een goed initiatief niet meer kunt honoreren. Dat is nu via het kunstenplan gestructureerd. De kleintjes verwijzen we terug naar de regio of de gemeenten. Elke euro die wij geven, moet verdubbeld worden door de gemeenten. De miljoen euro die de provincie dus doneert, wordt zo twee miljoen. Jonge makers kunnen we selectief helpen via de zogenaamde tenderregeling. Laten we enkele opvallende zaken uit uw beleid doornemen. Allereerst de creative industry. Toen u ermee kwam klonk het als I have a dream. We zouden zelfs het bewustzijn moeten afkijken van Toscane en Catalonië. Zit er schot in? Neem Q4, de wijk in Venlo waar jongeren een plek hebben gekregen zichzelf te ontwikkelen. Dat loopt goed. Maar AINSI in Maastricht komt nog onvoldoende van de grond, dat duurt mij te lang. Elke stad zou zijn broedplaatsen moeten hebben. In heb begrepen dat ik het Landbouwbelang in Maastricht niet meer mag noemen omdat ik het anders zou doodknuffelen. Maar wat jonge kunstenaars daar doen, ook in relatie tot techniek en ict is mooi. We hebben afspraken gemaakt met de Hogeschool Zuyd om creatieve mensen te helpen naar een zelfstandig bestaan. We willen jongeren niet van de wieg tot het graf bij de hand pakken, maar wel aanjagen, een podium bieden. U daagde de gemeenten destijds uit om visie en lef te tonen en de beurs te trekken. Tevreden? Nog steeds niet. Er zou wat meer enthousiasme mogen zijn, ze zouden meer mogen prikkelen en stimuleren. Met de nieuwe wethouders in Venlo, Heerlen en Sittard-Geleen is er wel nieuw elan gekomen. Tijdens de Lange Nacht van de Creativiteit in 2006 werd gewezen op de concurrentie in de creative industry. Heeft u die al gevoeld? We voelen steeds meer concurrentie van Eindhoven. De samenwerking zou wel wat beter kunnen. Maar de rol van de provincie ligt vooral in de regie. De hogeschool zou een rol moeten spelen en initiatieven moeten echt vanuit het bedrijfsleven komen. Een bedrijf als DSM pakt dat goed op door creatieve ondernemers ruimte te bieden. Waarom heeft u zo hoog ingezet op design? Er was een hiaat. Opera, theater, klassieke muziek, daar is allemaal wel in voorzien. Ik miste design en vormgeving. Net als architectuur. Limburg levert architecten af van naam en faam maar we doen er te weinig mee. Ik ben heel erg trots dat het gelukt is om het Nederlands Architectuurinstituut naar Maastricht te krijgen. En ook nog onder voorwaarden: dat er aandacht is voor jonge architecten en dat er verbanden worden gelegd met design. Van die overdreven aandacht voor jonge makers wordt niet iedereen blij. Ik heb gezegd: jong zijn of jong van geest. Maar het klopt, ik heb brieven gekregen van teleurgestelde oudere kunstenaars. Toch, als je ziet dat Limburg sterk ontgroent, dat duizenden jongeren de provincie verlaten dan hebben we daarin een opdracht. Als je vijftig bent moet je je eigen boontjes wel kunnen doppen. Ondanks al die aandacht voor jongeren is er nog steeds geen goede poptempel in de provincie. Dat gaat lukken. Met de stichting Popmuziek Limburg heb ik vastgesteld dat er onvrede is over de rol van de gemeenten daarin. Dus hebben we een bijeenkomst met de wethouders geregeld. Heerlen is nu aangewezen als popstad. De Nor is verbouwd en heropend. En als provincie hebben we een financiële bijdrage geleverd aan de nieuwe middenzaal van het Parkstad Limburg Theater, onder voorwaarde dat er vooral popmuziek en dans wordt geprogrammeerd. Verder ben ik met collega Driessen overeengekomen dat straks tijdens de Floriade in Noord-Limburg elke avond een cultureel programma moet worden geïntegreerd. Daarvoor wordt een podium gebouwd dat na de Floriade blijft bestaan, met een goede infrastructuur en zonder overlast voor omwonenden. Het is een schande dat in Noord-Limburg geen goed poppodium is. Tilt u er zwaar aan om straks terug te keren als cultuurgedeputeerde? Heel zwaar. Ik ben lijsttrekker geworden voor de PvdA en heel nadrukkelijk kandidaat-gedeputeerde. En van alle portefeuilles is deze mij het liefste. Wat zal dat voor het budget betekenen? Dat moet zeker omhoog. Alles is krap aan. De Zomerparkfeesten in Venlo en Klassiek op Locatie bijvoorbeeld zijn nog steeds geen cultuurplaninstelling. Willen we werk maken van de creative industry en het NAi en allerlei andere initiatieven een kans geven, dan moet er minstens een miljoen bij. En als het werkelijk lukt om Maastricht in 2018 Culturele Hoofdstad te laten worden, dan vergt dat de komende jaren nog eens de nodige miljoenen extra. foto: Lé Giesen 15 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

Ik heb nooit een k door Wido Smeets Zijn werk, en de tentoonstelling ervan in het Bonnefanten. Daarover wil Fons Haagmans praten. Niet over wat hij betitelt als kunstpolitieke zaken. Die moeten maar een andere keer, zegt hij. Ik ken mijn positie, en de meningen daarover. Na twintig jaar is Fons Haagmans terug in het Maastrichtse Bonnefanten met een overzichtstentoonstelling. Een dwarse kunstenaar met een veelzijdig oeuvre, bijeengehouden door een uit duizenden herkenbaar handschrift. Kunst is het enige gebied waar je altijd weer het wiel mag uitvinden. Het is een opmerkelijke zelfbeperking voor een man die zijn meningen nooit onder stoelen of banken steekt. Zeker over de kunstwereld waar naar zijn idee veel gebakken lucht als universele wijsheid wordt verkocht. De positie waar hij op doelt, is die van Limburgse kunstpaus. Hij adviseert of adviseerde bij de Jan van Eyckacademie, de inmiddels afgeschafte BKR, kopieerconcern Océ, woonbedrijf Vesteda en tal van al dan niet opgeheven kunstcommissies. Daarnaast is hij de mentor van een aantal jonge kunstenaars. Nu het Bonnefanten uitpakt met een grote tentoonstelling over zijn werk, wil hij zich beperken tot zijn positie als kunstenaar. So far so good maar soms valt hij uit zijn rol. Zoals bij zijn constatering dat Limburg momenteel een opvallend sterke generatie jonge kunstenaars herbergt. Die één ding gemeenschappelijk hebben: uitbundigheid. Ze voelen geen enkele schroom om iets mooi te maken. Van de soberheid van enkele decennia geleden is weinig meer over. Het zijn kunstenaars die hun eigen fantasiewereld bouwen, met de nieuwe media als inspiratiebronnen. Opvallend honkvast zijn ze. Reizen, van huis weggaan om het leven elders te ontdekken is hen vreemd. Haagmans betreurt het: Ze halen hun informatie van internet, niet uit het leven zelf. Het is altijd een reproductie. Maar veroordelen doet hij die opstelling niet. Kunst is het enige gebied waar je altijd weer het wiel mag uitvinden. Als je alles weet, kom je tot niets. Ik ben blij dat ik in mijn tijd niet veel van minimal art wist, anders had ik veel van mijn werk nooit gemaakt. Fons Haagmans (1948) werd geboren in Schinnen, groeide op in Hoensbroek en woonde in Italië, Amsterdam en New Haven (VS). Sinds een jaar of tien heeft hij zijn atelier in hartje Maastricht, in een voormalige paardenstal annex pakhuis van Van Gend & Loos. Zijn atelier hoort duidelijk niet tot de categorie die ooit door Theo van Doesburg werd omschreven als kooien waar het naar zieke apen stinkt. In de werkruimte van Haagmans heerst orde en functionaliteit, zoals ook in zijn werk weinig aan het toeval wordt overgelaten. De verfresten op de vloer lijken daarmee te contrasteren, maar zijn het gevolg van zijn werkwijze: hij schildert zijn doeken op de grond. Met industriële verf, die gaat nu eenmaal drijven als je het doek op een ezel zet. Werken met olieverf vond hij als academiestudent al niks. Ik kón t ook niet, ik was de slechtste van de klas. Maar ík had ideeën, 16 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

ladschilder willen zijn Het Vrijthof is het meest geperverteerde plein van Nederland dat kon je van de meeste anderen niet zeggen. Als student verzette hij zich tegen romantische schilders van de École de Paris, de bohémienartiesten in Montmartre, zoals Chagall en Modigliani. Liever bestudeerde hij de Duitse en Belgische expressionisten, schilders als Beckmann, Schlemmer en de vroege Gustave Desmet. Hij ontwikkelde al vroeg zijn eigen methodes, met industriële verf en sjablonen. Zijn onhandigheid met olieverf ontwikkelde zich via een beredeneerde afkeer tot een dwarse, provocatieve kunstopvatting. Anno 2007 kun je het eigenlijk niet meer maken om met olieverf te schilderen, vindt Haagmans. Olieverf wordt alleen nog verkocht aan amateurs en aan BN ers die aan het schilderen zijn geslagen. Hij koketteert met de rol van huisschilder die hij zich aanmeet als hij zich omschrijft als de beste klant bij Verfland waar hij, als ware hij onderweg naar de volgende klus, zijn auto voorrijdt om tientallen blikken met basiskleuren in te laden en gemengde verven uitzoekt met de kleurenwaaier. De keuze voor industriële verf had cruciale gevolgen voor Haagmans oeuvre. De expressieve toets van olieverf heeft hij ingeruild voor de nivellerende werking van vaak in vele lagen aangebrachte industriële verf. Net als het werk van Gary Hume, vriend en bewonderaar van Haagmans, maken ze zijn doeken zo plat als een dubbeltje. Door zijn kunstopvatting en zijn werkwijze is Haagmans een conceptueel kunstenaar. Zelf vindt hij dat een logische ontwikkeling. Kunst is toch vooral het overdragen van een idee. Bij een schilder uit zich dat in een aanhoudende strijd tussen het conceptuele en het pictorale, tussen het idee en de afbeelding. Wat is dan de idee die hij wil overdragen? Eigenlijk weet je dat niet. Het is ook erg arrogant iets te willen overdragen waar niemand om heeft gevraagd. Net zoals het vreemd is om nóg een schilderij te willen maken als je net een goed werk hebt afgerond. Dat is het nutteloze van de kunst. Fons Haagmans (l) en Bonnefantendirecteur Alexander van Grevenstein tijdens het inrichten van de expositie Lost Highway. foto: Chris Keulen Toen Fons Haagmans in 1988 zijn eerste grote expositie had in het Bonnefanten was Groot cijferschilderij 1 een van de blikvangers. Het was het eerste van een reeks doeken met cijferreeksen, verwijzend naar de Kabbala, de joods-arabische traditie die een verborgen betekenis verbindt aan getallen en magische vierkanten. Persoonlijk heeft Haagmans niets met de mystieke kanten van kabbala, tarot (het lezen van speelkaarten) en heraldiek, de symboolsystemen die steeds opnieuw in zijn werk opduiken. Het zijn de erbij horende regels die hem fascineren. Ze beteugelen je vrijheid als kunstenaar, maar dwingen je om de intensiteit te vergroten. Ik heb nooit een kladschilder willen zijn. De ruim tachtig werken tellende expositie in het Bonnefanten laat zien dat Haagmans de afgelopen twintig jaar meer heeft geschilderd dan cijferreeksen en symbolen uit tarot en heraldiek. Er hangen stillevens, naast abstract en figuratief werk. Ik heb het altijd naast elkaar gedaan. s Morgens een stilleven, s middags een abstract werk: die vrijheid wil ik houden. Het is mijn handschrift dat de thema s verbindt. De titel van de expositie, Lost Highway, is een vingerwijzing naar die veelzijdigheid. Lost Highway is het beroemde lied van countryzanger Hank Williams (1923-1953), met de beroemde regels: Now I m a rollin stone all alone and lost For a life of sin I have paid the cost When I walk by all the people say Just another guy on the lost highway Lost Highway, een installatie van vier schilderijen met onder meer Hank Williams en Tammy Wynette, leek Haagmans wel een passende titel voor de expositie. De critici zullen wel weer zeggen dat het alle kanten opgaat, dat werk van mij. Dat ik de weg kwijt ben. Dat eerste klopt: ook qua thematiek gaat het alle kanten op. Haagmans schildert zijn muziekhelden als iconen. Williams als de houterige man met gitaar en cowboyhoed is een clichébeeld, net als de blinde bluesgitarist Blind Blake en de door nepdiamanten omringde Elvis Presley in zijn Vegas-jaren. Het zijn werken die elke dynamiek ontberen. Bij Haagmans is een schilderij stilstand. Gestolde tijd. Het suggereren van beweging is een illusie, daar past hij voor. Wat hebben artiesten als Williams, Presley en Blind Blake gemeen dat hij ze schildert? Ze hebben net als ik hun roots op het platteland. Rauwe, elektrische stadsblues kan ik niet schilderen. Wel countryblues, die is op gospelmuziek gebaseerd. Platteland en kerkmuziek, het is de omgeving waar ook Haagmans in opgroeide. Mijn vader was mijnwerker. Door elk raam waar we naar buiten keken, zagen we de schacht van de staatsmijn Emma. Vanuit de mijnwerkerscafés schalde de accordeonmuziek van Leni und Ludwig: Schön ist die Jugendzeit. Ook deze teksten ( Pure Vanitas, maar dan in eenvoudige mijnwerkerstaal ) kent hij uit zijn hoofd: Es blühen Blumen auf Flur und Halde Sie welken alle im Jahreslauf Und so das Menschenherz verwelket balde Und blüht zum zweiten Mal nicht wieder auf. De klanken en de beelden uit zijn jeugd vormen een belangrijke inspiratiebron voor zijn werk. Ze leveren de thema s die hij omarmde toen hij, vele jaren geleden, constateerde dat hij alleen maar moderne kunst zat na te doen. Ik merkte dat ik dichter bij mezelf moest blijven, bij de streek waar ik ben opgegroeid, zei hij begin februari bij de opening van de expositie. Zijn geboortestreek, het land van krochten, mijnen, kerken en vermommingen, werd het land van zijn verbeelding. Twee jaar geleden bezocht ik de parochiekerk van mijn jeugd. Het bleek dat ik alle beelden in die kerk had opgeslagen, inclusief de scheuren in de flagstones op de vloer. Maar de geboren outsider Haagmans ( ik ben een ridder op een ezel ) is er de man niet naar om zijn geboorteland te verheerlijken. Als hij een dienblad bier schildert, is dat geen ode aan het Bourgondische leven, dat zo misplaatste clichébeeld dat aan Zuid-Limburg kleeft. Integendeel. Het Vrijthof met zijn terrasjes en de Winterland-tralala is als sublimatie van dat cliché in zijn ogen geworden tot het meest geperverteerde plein van Nederland. De met nepdiamanten behangen Schmuckbilder verwijzen naar de rijkelijk met edelstenen versierde schrijn van Sint Servaas. Maar met nostalgie naar het Rijke Roomse leven heeft het niets van doen. Die nepdiamanten geven me de vrijheid om ordinaire dingen te doen, vrij van de ernst en de pretentie van de Grote Schilderkunst. Maar er zit nog een tweede laag onder. Sjablonen en edelstenen herinneren aan Limburg en aan het werk van de neo-gotische bouwmeester Pierre Cuypers, maar ook aan de Oostere culturen. Haagmans: Ik verzet me tegen het modernistische idee dat decoratie minderwaardig zou zijn. Het tegendeel is waar. Arabesken zijn van oorsprong de verbindingen tussen cijfers en letters. Decoraties vormen het bewijs van een hoge, rijke cultuur. Lost Highway van Fons Haagmans is t/m 6 mei te zien in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. www.bonnefanten.nl 17 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

6:.4< 6:.4< 1, Ê 1 /Ê 6,6" Ê /,/Ê <1, 1 / -/ Ê /i}i Ê iûià }Ê Û> Ê `iâiê Û À`ii L Ê ÌÛ> }i Ê iâiàãê Û> Ê <Õ `ià ÕV ÌÊ Ó]ääÊ ÀÌ }Ê «Ê `iê Û ÀÃÌi }Ê >} Ê Ê iìê ià Ê / i>ìiàê Ê >>ÃÌÀ V Ì Ê 1Ê LiÌ>> ÌÊ `> Ó]ääÊ «Û Ê iìê À > iê Ì>À ivê Û> Ê {]äätê i ` }ÊÛ ÀÊ >Ý Ê{Ê«iÀà i ]Ê iìê V Ê > `iàiê ÀÌ }i K10D_Advert_Zuiderlucht.indd 1 ÓÇÊ,/Ê/É Ê ÓnÊ *, ÊÓääÇ, " Ê/ /,Ê -/, / 777 /6,6" ÊUÊä{ÎÊ ÊÎxäÊÎäÊxä 2/13/07 9:36:50 PM RAW Among the Ruins March 10 May 20, 2007 Farîd ud-dîn Attar, Robert Breer, Marc Camille Chaimowicz, Dee Ferris, Jason Fox, Vidya Gastaldon, Richard Hawkins, Uwe Henneken, Karl Holmqvist, Jonathan Horowitz, Dorota Jurczak, John Kleckner, Mrzyk & Moriceau, Alessandro Pessoli, Nathalie Rebholz, Nick Relph & Oliver Payne, Re-magazine, Markus Schinwald, V/vm, Camille Vivier, TJ. Wilcox, and some historical damaged artworks to be rediscovered. Curated by Lisette Smits and Alexis Vaillant. The exhibition will be accompanied by a catalogue with texts by Brian Dillon, Raimundas Malasauskas, Noellie Roussel, Phillip van den Bossche, Lisette Smits and Alexis Vaillant. Richard Hawkins Ancient and Exotic Masculine x2 2006, courtesy Corvi-Mora, London Capucijnenstraat 98 6211 RT Maastricht The Netherlands T +31.(0)43.3270207 F +31.(0)43.3270208 info @ marres.org www.marres.org MARRES CENTRE FOR CONTEMPORARY CULTURE 18 wenst Zuiderlucht veel succes! www.odapark.nl www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

de schatkist van e x p a t s Floor Jansen (25), zangeres After Forever Ontbinding Geboren: In de kraamkliniek van Goirle (mijn ouders woonden destijds in Tilburg) Waar ben je komende tijd te bewonderen? Veel in Nederland maar ook erg veel in het buitenland. Zie www.afterforever.com, bij gigs. Wie zijn je helden? Ik heb eigenlijk geen helden, wel mensen die ik bewonder om hun stem zoals Skin van Skunk Anansie, Seal, Sting, Maria Callas, Annie Lennox, Geoff Tate, Jorn Lande, etc, etc. Hoe zou je de band willen omschrijven? Als een melodische metalband met klassieke invloeden. Wat is het mooiste compliment dat je ooit hebt gekregen? Dat ik altijd bij stem ben en vrolijk. Wat is het hoogst haalbare voor deze band? The sky is the limit!!! We gaan voor de top en zien wel waar het schip strand. De muziekwereld is steeds meer geopend voor muziek als de onze en de wereld is groot. De mooiste zin van de nieuwe cd? Take my heart and set it free. Take my heart and give it time to heal, ( )Take my heart a little while, Take it with you to the place you ll go. I know we will meet again some day. Wat trekt je zo in metal? De emotie, het harde en agressieve, en dat terwijl ik zelf helemaal niet agressief ben. In veel metal zit een enorme climax en die mis ik vaak in rustigere muziek. Wie zou je graag willen ontmoeten? Hmm, Skin zou ik wel eens willen ontmoeten. Heb je een lievelingsplek? Een mooi plekje in de natuur misschien. En mijn bed is ook lekker trouwens. Wat is je meest kostbare bezit? Mijn foto s. Nog gehuild de laatste tijd? Ik ben een vrouw van (bijna) 26, en heb het sterrenbeeld vis...wat denk je! Welk concert zal je het langste heugen? Ons concert in de Heineken Music Hall, als voorprogramma van de Finse band Nightwish. We hebben die show met een andere drummer gespeeld omdat onze eigen drummer Andre in het ziekenhuis lag met kanker. Hij wist dat net een paar dagen toen. Hij is er trouwens helemaal bovenop gekomen maar toen was het heel moeilijk voor iedereen. Die show had zo n emotionele lading, dat vergeet ik nooit meer! Waar zijn jullie populair? Nederland, België, Brazilië en Mexico denk ik. Verder in Spanje, Frankrijk, Duitsland en Engeland. Wat is het grootste misverstand over After Forever? Dat we een gothic band zijn... Is er een leven after After Forever? Natuurlijk. Ik wil nog jaren van deze band genieten maar zie mezelf als 60 jarige niet echt headbangend over de wereld reizen. Ik ben breed opgeleid als muzikant en hoop daar na AF nog verder mee te kunnen, of wie weet heb ik het ooit gehad met muziek en ga ik iets heel anders doen... word ik moeder, of ga ik zwerfhonden voeren in Afrika... alles kan. foto: Beckflash Waar je vandaan komt en waar je heen gaat. Daartussen besta je, als jager, op zoek naar prooi in donkere bossen, en als verzamelaar, druk doende jezelf te verankeren. Aldus denk je terwijl je de deur van je huis achter je dichttrekt. Daar ga je, met rigoureus gereinigde handjes en tandjes, de trein in, die je over honderd minuten op je geboortegrond zal uitspugen. Wat je achterlaat: je huis met onder de vloer ergens (maar waar, waar precies?) een rottende rat, accuraat gedood door rode gifkorreltjes maar nog altijd aanwezig vanwege een pestilente geur, de geur van ontbinding. Daar ga je, opgetuigd en opgeluisterd, sneuvelbereid kortom, klaar om ten offer te vallen aan een vrouw die in een streek woont waar jij vandaan komt, opgegroeid bent, hutten gebouwd hebt, bouwsels die steeds weer instortten. Zij woont daar waar je ooit vandaan gegaan bent, een Friezin die zich in Limburg heeft gevestigd. Je keert terug in de tijd, de trein rijdt langs het bos waar je vlinders probeerde te vangen toen je negen was en op de rug van een paard door de wereld zweefde toen je twaalf was. Hoe vaak heb je niet moeten wachten voor die spoorbomen aan de Hornerweg met je Fongersfiets en je schooltas, en nu glijd je ertussendoor, nu wacht men totdat jij voorbij bent, een schim achter een raampje. Je rijdt langs en door je verleden naar een punt in de toekomst, door de nevel naar de nevel, van Utrecht (waar een rat onder je huis ligt) via s Hertogenbosch (waar je ouders tegenwoordig wonen) en Roermond (waar je werd geboren) naar een in Sittard woonachtige Friezin. Die in een huis woont dat omsloten is door een cohorte van rolluiken. s Ochtends, na een nacht verwoed jagen en verzamelen, zie je een rozenkrans van lichtjes geprojecteerd op de wanden van de slaapkamer. Ook zie je: de nagels van de Limburgse Friezin, tot het uiterste teruggedrongen. En haar mond die zich niet thuis voelt in dat gezicht van kwartsglas, net zomin als jij je thuis voelt in dat bed, in dat huis, in dat gebied waar je ooit de wereld in geworpen werd. Je aanvaardt de terugreis en vanuit de trein zie je nu dat de PLEM bij Buggenum beroofd lijkt van een paar schoorstenen, die in je herinnering met meer machtsvertoon gerangschikt waren, een opklimmende reeks op weg naar de hemelpoort. Thuis wacht de rat, ergens en nergens, in het duister onder de vloer, de zure lucht van wat heeft opgehouden te bestaan en niettemin nog voortwoekert als de wild wapperende geurvlag van de dood. Zodra je de deur openduwt dringt de stank van wat je hebt geëlimineerd onbarmhartig bij je naar binnen samen met dat ene zinnetje van Cioran: Buitengesloten zijn is de enige waardigheid die we hebben. Peter Drehmanns (Roermond, 1960) publiceerde vier romans en een verhalenbundel. Daarnaast recenseert hij buitenlandse literatuur voor NRC Handelsblad. Deze maand verschijnt zijn vijfde roman Altijd maar begraven. Zie ook www.peterdrehmanns.nl Expats is een estafettecolumn. Voor het volgende nummer geeft Drehmanns het stokje over aan schrijver Hans Dekkers. 19 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007

boekenweekthema Lof Tekening: Ruben L. Oppenheimer Lof der zotheid luidt het boekenweekthema van dit jaar. Dan weet iedere Nederlander die zijn canon kent hoe laat het is. Het gaat, in de geest van Erasmus, om scherts, satire en ironie. Lof der zotheid (1509) is immers de titel van het even geestige als geleerde boek waarmee Erasmus de gediplomeerde grootsprekers van zijn tijd de oren waste. Vier eeuwen later verkeert de satire in een crisis. door Cyrille Offermans Het lijkt een thema waar de organisatie van de boekenweek, de stichting CPNB, zich geen buil aan kan vallen, een thema van alle tijden, passend in het bleke rijtje van de laatste jaren: muziek, geschiedenis, dood. Het voorop geplaatste scherts doet ook eerder denken aan de belegen moppentrommel van Godfried Bomans dan aan het delirerende absurdisme van Hans Teeuwen. Maar mogelijk is dat strategie. Het venijn schuilt in het tweede woord: satire. Alle goedmoedige scherts kan de actuele polemische lading van dat woord niet verhullen. Satire is tamelijk plotseling weer geworden wat het meestal al was: linke soep. Ook Erasmus, pacifist in hart en nieren, hield het auteurschap van een vlijmscherpe dialoog tegen de corrupte oorlogshitser paus Julius II maar liever geheim. Nederland geldt al eeuwenlang als het land van het vrije woord, en niet ten onrechte. In hun thuisland vervolgde vrijdenkers als Spinoza, Descartes en Bayle vonden hier een betrekkelijk veilig onderkomen. Natuurlijk, ook onze geschiedenis kent periodes van angstig conformisme, van treurigstemmende gezapigheid en saaiheid, maar vergeleken bij andere Europese 20 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad maart 2007