DE KENNIS VAN NU Palmzondag, 25 maart 2018; Oosterkerk, Sneek. Lezing: Marcus 11:1 11 Ds. Fedde Welbedacht. Overdenking Het verleden, en mensen uit het verleden, komen door wat je toen niet wist maar nu wel, in een ander licht te staan. Het is op het moment heel actueel: Bekende mensen als Kevin Spacey, Bill Cosby, Harvey Weinstein, en nog een heleboel meer uit de filmindustrie, zijn door wat we nu over ze weten via MeToo publiekelijk aan de schandpaal genageld. Maar ook sommige historische vaderlandse figuren die lange tijd als helden werden vereerd, Jan Pieterszoon Coen, Michiel de Ruyter, Peter Stuyvesant vaak mannen met die door premier Balkenende destijds nog zo geprezen VOC mentaliteit worden met de kennis van nu ontmaskerd als ordinaire misdadigers en zakkenvullers, en vallen met veel geraas van hun voetstuk. Dat geldt ook op een andere manier: van mijn schoonzus, de vrouw van mijn broer, weten we sinds kort dat ze ernstig ziek is en niet heel lang meer te leven heeft. Dat zet alles in een ander licht. In de eerste plaats natuurlijk voor haar zelf en haar man en kinderen, maar ook voor ons die wat verder weg staan. Toevallig waren we kort voordat ze dat bericht kreeg, nog bij ze in Zoetermeer op een soort familiedag, onze jaarlijkse Welbedag, en ik heb toen foto s gemaakt waar zij natuurlijk ook op staat. En als ik die foto s nu weer bekijk, met de kennis van nu, zal ik maar zeggen, dan zie ik haar toch anders, als met een andere blik. Dan kijk ik en dan denk ik: toen wist ze het nog niet. En toen leek er nog niks aan de hand. Toen zag het er allemaal nog heel anders uit Ik stel me zo voor dat dat ook zo was voor de mensen die daar langs de straten in Jeruzalem stonden te zwaaien met hun palmtakken toen Jezus de stad binnen kwam. Ze deinden mee op een aanzwellende vlaag van nationalisme en euforie. Ze waren in een uitgelaten toestand, want hier was dan eindelijk de man die een einde kwam maken aan de gehate heerschappij van de Romeinse bezetter; de man die Gods land weer terug zou geven aan Gods volk; de nieuwe koning uit het oude geslacht van David, door God zelf gestuurd om orde op zaken te stellen en om recht te maken wat in al die jaren van onderdrukking krom was getrokken. Juichend wordt hij binnengehaald! Het Hosanna is niet van de lucht Maar nauwelijks een week later was de stemming totaal omgeslagen. Toen juichten en schreeuwden ze niet meer zo hard. Nou ja, ze schreeuwden wel, maar nu om zijn dood: Kruisig hem riepen ze, als met één mond... Want het was allemaal uitgelopen op één grote deceptie. De aanvankelijke euforie had plaatsgemaakt voor een enorme kater. Woede zelfs
De grote koning en vrijheidsstrijder van wie ze zoveel hadden verwacht, bleek niet meer dan een fantast, een koning van niks, een loser. Een vrijheidsstrijder die nog niet een eens deuk in een pakje boter kon schoppen. Het was dan ook nauwelijks verwonderlijk dat hij, toen het er eindelijk om begon te spannen, binnen de kortste keren door al zijn aanhangers in de steek was gelaten en gevangen was genomen. En hij vocht niet eens terug. Hij liet het allemaal maar gebeuren. Als het eerste het beste makke schaap liet hij zich zonder enig protest naar de slachtbank leiden. Nou dan moest hij het verder ook zelf maar weten: Weg met die man! Aan het kruis met die man! Tsjongejonge, hoe hadden ze in godsnaam zo naief kunnen zijn! Achteraf gezien hadden ze natuurlijk meteen al bij die zogenaamde intocht van hem kunnen weten dat het allemaal op niks uit zou lopen. Ik bedoel, moet je eens kijken hoe hij er aan kwam. Op een ezel nota bene! Toen hadden ze dat ook nog best wel origineel gevonden trouwens, zoals hij speelde met die oude profetie van Zacharia waarin de messiaanse koning ook op een ezel zijn stad binnenkomt. Maar achteraf, met de kennis van nu, was het allemaal niet meer dan één grote mislukte grap En laten we wel zijn: het is natuurlijk ook een sneue vertoning. Een koning op een ezel, kom nou! Dat is net als wanneer Willem Alexander op een of andere gammele roestige bakfiets op staatsbezoek zou komen. Dat kán toch ook niet! Het is gewoon geen gezicht! Dit is geen opgang naar Jeruzalem maar een afgang. Tenzij tenzij je je afvraagt: bedoelt hij daar misschien iets mee? En dan is het antwoord natuurlijk: ja. Met dat ezeltje, met die vreemde, in onze ogen bijna belachelijke manier om z n intocht te houden, ja daar bedoélt Jezus iets mee! Wat hier gebeurt is als het ware een soort gespeelde gelijkenis waar hij de regie van heeft, waar hij iets mee wil zeggen, iets duidelijk mee wil maken: Déze koning is zachtmoédig. Hij komt niet als een oorlogsgeneraal met allemaal sterren en balken. Hij rijdt niet in één of andere geblindeerde pantserwagen of in een limousine met kogelvrij glas, zoals de zogenaamde sterke mannen van deze wereld dat doen. Hij wil heel dichtbij de mensen zijn. Hij rijdt laag bij de grond, laag bij óns, zijn stad, zijn wereld, binnen. Hij is vlákbij. Iedereen kan Hem zien, iedereen kan Hem aanraken. Hij wil niet een koning zijn die hoog te paard zit; die over de mensen de baas speelt; die wetten voorschrijft en straffen uitdeelt. Maar Hij wil een diénaar zijn, een knécht. En zo verwijst hij ook naar een ander soort koningschap. Hij wil geen koning zijn volgens aardse wetten. Nee, hij wil de mensen op een ander spoor zetten: dat van nederigheid en barmhartigheid Als dat al gold voor de mensen daar en toen die na één week al waren omgeslagen van Hosanna naar Kruisig hem, dan geldt het natuurlijk helemaal voor ons, mensen van ruim twintig eeuwen later. Je kunt zeggen: in al die twintig eeuwen die sindsdien voorbij zijn gegaan, is dat koningschap dat Jezus voor ogen stond, nog steeds geen centimeter dichterbij gekomen. Het was onge
twijfeld allemaal heel goed bedoeld van hem, maar hij heeft zich blijkbaar vergist. Hij heeft zich vergist in de hardheid en de weerbarstigheid van mensen en hun onmenselijke systemen. En dus heeft hij, tragisch genoeg, niet kunnen waarmaken waar hij zelf zo heilig in geloofde, waar hij zelf zo helemaal voor ging. Jammer, maar helaas. Het is niet geworden wat hij er van verwacht had. Het is mislukt Wordt het dan nogmaals met de kennis van nu ook niet eens tijd om dat eindelijk ook maar een keer eerlijk onder ogen te zien en om Jezus, net als Jan Pieterszoon Coen en Michiel de Ruyter en andere grootheden uit de geschiedenis, nu eindelijk maar eens van zijn voetstuk te halen?... Er zijn veel mensen die dat zeggen, en dat snap ik ergens ook wel. Maar tóch Het is maar wat je verstaat onder de kennis van nu. Als je kennis opvat als kennen, weten met je hoofd, met je verstand, ja dan kan je afgaand op wat je om je heen ziet in de wereld inderdaad nauwelijks anders dan tot de conclusie komen dat het helaas niks geworden is met die wereld waar Jezus zich voor inzette en waar hij zelfs zijn leven voor heeft gegeven, die wereld waarin God het voor het zeggen heeft. Maar ik zou kennis in dit geval toch ook graag anders willen opvatten: Namelijk niet zozeer als kennis van het hoofd, maar vooral als wat in de traditie van mystiek wel genoemd wordt: kennis van het hart Die is niet zozeer rationeel, maar veel meer emotioneel. Die heeft niet in eerste instantie te maken met weten, maar veel meer met voelen en vertrouwen. Als het gaat om het kennen van God, is en blijft ons verstand, hoe groot en diep misschien ook, toch altijd een ontoereikend instrument. Met ons hart komen we veel verder, kunnen we heel dichtbij komen, vallen we misschien mag ik het zo zeggen soms zelfs even samen met God. Ik moet dan altijd denken aan dat verhaaltje dat ik een keer las over de vrouw van Albert Einstein. Haar werd gevraagd of zij al die super ingewikkelde mathematische theorieën van haar man óók begreep: Weet u ook alles van de relativiteitstheorie? Waarop mevrouw Einstein glimlachte en zei: Nee, máár ik ken mijn man. Dat is voor mij genoeg... En zo is het, denk ik, ook met ons allemaal: met ons verstand weten we ten diepste niets van God, maar in ons hart kunnen we de verbondenheid met hem ervaren, verbondenheid die ons vertrouwen sterkt en die onze hoop voedt. Dié kennis de kennis van het hart daar heb ik het vanmorgen over. Dat is ook de enige manier die er is om iets te ervaren en te beleven van het mysterie van Pasen. Met ons verstand kunnen we daar onmogelijk in doordringen, want het gaat ons begrip te boven. Het blijft een mysterie. Maar met de kennis van het hart geloven we en vertrouwen we, zelfs tegen de klippen op, dat de zachte krachten het winnen van het recht van de sterkste; dat het licht het wint van de duisternis, dat het leven het wint van de dood Dat geldt temeer als je naar die intocht van Jezus probeert terug te kijken met die kennis van het hart, noem het de kennis van Pasen.
Wat het oog sec registreert is inderdaad een sneue vertoning: een koning op een ezeltje. Het is geen gezicht! Deze koning lijkt een loser. En hij doet er, zou je zeggen, zelf alle moeite voor om dat extra te benadrukken. Alsof hij zeggen wil: Zó, precies zó, wil ik koning zijn: Ik wil er zijn, niet voor de succesnummers en de geslaagden en de gevierden, maar ik wil er vooral zijn voor de losers. Blijkbaar is in het koningschap zoals hij dat voor ogen heeft, de zorg voor zwakken en hulpbehoevenden belangrijker dan imago en succes En zo gaat hij bewust want hij weet heel goed wat hij doet tegen de stroom in. Tegen de stroom in van de wereld, waar nu eenmaal heel andere normen gelden. Daar wordt jouw waarde als mens juist wèl vaak bepaald door je imago hoe je overkomt, welke indruk je maakt, of je wel cool bent en door succes wat je allemaal presteert en bereikt en verdient. Kijk maar eens op social media: daar laat iedereen zich graag van zijn beste en voordeligste en mooiste kant zien. Daar kom je dus allemaal geweldig leuke, lieve en geslaagde mensen tegen, die altijd maar weer ontzettend leuke dingen meemaken en allemaal prachtige succesverhalen willen delen, het ene nog mooier dan het andere. En ja, je moet wel. Je moet wel mee. Want als loser of als onopvallende grijze muis ben je natuurlijk al gauw niet meer interessant en hoor je er niet echt bij En toch weten we allemaal: het is niet meer dan een façade, een mooi opgepoetste buitenkant. Een soort etalage van jezelf. Maar achter die façade en achter die etalage vol succesverhalen en leuke belevenissen en vrolijk lachende gezichten gaan gewone mensen schuil. Mensen die zoals iedereen soms ontzettend miskleunen of gigantisch uit de bocht vliegen of hardhandig hun hoofd stoten. Mensen die soms onzeker zijn of bang, mensen die zich soms eenzaam of niet begrepen voelen, mensen die het huilen soms nader staat dan het lachen. Mensen die zich diep van binnen misschien wel een grijze muis of een loser voelen. Kortom, gewone mensen zoals u en ik. Vorig jaar kwam zanger en muzikant Dotan met een mooi initiatief. Hij riep zijn instagramvolgers op om nou eens niet alleen het perfecte plaatje, maar ook eerlijke en ongefilterde verhalen te delen via social media. Het project werd bekend onder de titel Inside my bones en honderden bekende en onbekende Nederlanders hebben dat intiatief opgevolgd. Eén van hen, een bekende zangeres, schrijft: Ik heb pas sinds een jaar geaccepteerd wie ik ben en waarom ik zo ben. Jaren lang heb ik alleen maar naar anderen gekeken en gedacht dat ik niet goed genoeg was, of mijn muziek. Ik moest echt leren mijn eigen pad te volgen en te accepteren dat ik ook mijn waardevolle eigenschappen heb als mens en artiest En een ander, ook een bekende artiest, een zanger, schrijft: Anderhalf jaar geleden ben ik met een mental coach gaan praten. Moeilijk was dat, hulp vragen. Het voelde aan als verlies, niet sterk genoeg zijn om het zelf op te lossen. Als een zwakte. Maar ik kon niet anders meer. Ik deed, maar ik was niet. En dat terwijl ik alleen maar hoogtepunt na hoogtepunt beleefde op professioneel gebied met m'n band en als leider van een groeiend bedrijf... Nou, dat zijn maar twee voorbeelden, maar er zijn er nog veel meer: mooie, echte, eerlijke verhalen van mensen die ook eens een keer die andere kant van zichzelf durven te laten zien. Die onzekere kant, die loser kant
Een ander mooi project, vond ik, kwam van de organisatoren van het succesvolle intiatief De Preek van de Leek. Een paar jaar geleden kozen die voor een serie waarin nu eens geen geslaagde mensen voorgingen, maar waar ook de zogenaamde verliezers van deze maatschappij de kans kregen om te spreken over hun falen en over verzoening en over hun tegenslagen. Zo beklom in de Doopsgezinde Kerk in Amsterdam bijvoorbeeld Diederik Stapel, die destijds in het nieuws kwam door zijn grootschalige wetenschapsfraude, de preekstoel. En Maarten van Buuren, die sprak over zijn burn out en depressie. En Annemarie Haverkamp, die een zoon heeft met een ernstige handicap. En als motivatie voor hun project noemden de initiatiefnemers, en dat raakte me wel: Omdat we geloven dat je veel kunt leren van mensen die het niet altijd voor de wind is gegaan en van mensen die fouten hebben gemaakt. Omdat we geloven in tweede kansen. Omdat de laatsten de eersten zullen zijn En met die laatste woorden zijn we weer terug bij Jezus, die ze zelf zo heeft gezegd. Door oog en oor te hebben voor dit soort verhalen en voor de mensen er achter, kunnen we leren om iets te begrijpen van het koningschap dat hem voor ogen staat en wat het betekent. En vervolgens is het aan ons om te proberen daar ook zelf naar te leven. AMEN.