BKR BKR Bedrijven DomJur 2014-1091



Vergelijkbare documenten
2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.

NMLK Didio DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA SP/PV Datum:21 mei In de zaak van

King Cuisine [gedaagde] DomJur

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

de vennootschap onder firma ACCENT-REIZEN, gevestigd te Amsterdam, eiseres, procureur mr. S.I. van der Staal, advocaat mr. N.P. Klein te Amsterdam,

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 16 april 2012

gedaagde, h.o.d.n. Striptease Nederland, voorheen h.o.d.n. Stripteez, wonende te [woonplaats], gedaagde, verschenen in persoon.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde 2] worden genoemd. Gedaagden zullen afzonderlijk worden aangeduid als Save-Me en [gedaagde 2].

Partijen zullen hierna [eiser] en F.T. Promotions genoemd worden.

Partijen zullen hierna [eiser] en Eco-Stuc International CV en [gedaagde sub 2] genoemd worden.

Partijen zullen hierna de v.o.f. en B worden genoemd.

Eiseres zal hierna Switch worden genoemd, gedaagden gezamenlijk Switchit.

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

@ Taxi Centrale Midden Nederland B.V. -Alle rechten voorbehouden

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

2 De feiten 2.1. City Hotel drijft sinds 1980 onder de naam City Hotel een hotel, bar en restaurantbedrijf te Oss.

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

[eiser] - gedaagde DomJur Rechtbank Haarlem, sector civiel Zaak-/rolnummer: / KG ZA Datum: 19 december 2005

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Partijen zullen hierna enerzijds respectievelijk Test & Drive c.s. en anderzijds [gedaagde] genoemd worden.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid COSMICNAVIGATION B.V., gevestigd te Amsterdam, eiseres, advocaat: mr. D.E. Stols te Amsterdam,

Nazar Bouwbedrijf Kleuro Groep B.V. DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/ / KG ZA Datum: 8 juni 2016

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

[gedaagde], wonende te [adres], gedaagde, in persoon verschenen.

Partijen zullen hierna Finstral respectievelijk [X] en [Y], dan wel gezamenlijk gedaagden, genoemd worden.

Kleding B.V. Cyrus I B.V. DomJur

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

In naam van de Koning. zaaknummer / rolnummer: C/05/ / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

2.1. Medi Lease voert sinds 1989 een onderneming die zich bezighoudt met het verhuren en leasen van medische apparatuur.

Partijen zullen hierna ZorgSaam, SZVK en Stichting Zorgzaam genoemd worden en SZVK c.s. (om gedaagden gezamenlijk aan te duiden).

Fact Financial Services B.V. Fact Accountants & Adviseurs B.V.

[Eiser] Kenco DomJur

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

Partijen zullen hierna [eiseres sub 1], [eiser sub 2] en [gedaagde] genoemd worden. Eisers worden gezamenlijk aangeduid als [eiseres sub 1] c.s.

Greenfox B.V. GFSC Consultants and Engineers B.V. DomJur Rechtbank Arnhem Zaak-/rolnummer: / KG ZA Datum: 18 januari 2012

Bambini Aquaris DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: / KG ZA MW/TF Datum: 4 oktober 2012

De Taartenkamer De Taartenmaker DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: / KG ZA MW/LO Datum:

Fuelplaza Gaos DomJur


De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TEL SELL B.V., gevestigd te Almere, eiseres, procureur mr. M.M.E. Span,

ECLI:NL:RBAMS:2014:3177

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Partijen zullen hierna C&A (in enkelvoud) en [Gedaagde] genoemd worden.

EBW Installatietechnieken EBW Elektrotechniek DomJur

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Dealerdiensten Automotive B.V. Dealer Verzekerd B.V. DomJur

Van T. Interieur B.V. [persoonsnaam 1] DomJur

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

Partijen zullen hierna Alpha Computers en [gedaagde] genoemd worden.

Partijen hebben voorts ter zitting hun stellingen mondeling nader toegelicht.

ECLI:NL:RBAMS:2017:5981

Gelredome - Servicetarget DomJur

Franz Paul Krampf, wonende te Capelle aan den IJssel, gedaagde, procureur mr. W. Haagman, advocaat mr. M.G. van Westrenen.

vrijdag 04 of jan 2019, > Page 1 of 7 de Rechtspraak. Rechtbank Rotterdam Aan: Onderwerp: Aantal Pagina's : 7

[gedaagde], h.o.d.n. VISIEMAKELAARS, wonende te Almere, gedaagde, verschenen in persoon.

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

2.3.Vanaf 1997 is Connect ook actief op internet. Zij maakt onder meer gebruik van de website

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

Partijen zullen hierna Prevent Brandbeveiliging en Fire Prevent genoemd worden.

Hyporama heeft Divoza doen dagvaarden in kort geding bij dagvaarding van 10 februari 2000.

Partijen zullen verder worden genoemd "eiseres" respectievelijk "gedaagde".

Hyundai & Greenib Automobielbedrijf van der Vliet Goes DomJur

Eiser in conventie zal hierna [eiser] worden genoemd. Gedaagden in conventie zullen afzonderlijk [A] en [B] worden genoemd en gezamenlijk [A] en [B].

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CITY HOTEL B.V., gevestigd te Oss, eiseres, advocaat mr. P.L.M.F. Roosendaal te Oss,

Partijen zullen hierna [eiseres/naam] en Microbel worden genoemd.

Projectfabriek.com de Projectenfabriek B.V.

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

2.1. VDS is een houdstervennnootschap die in 1981 in het handelsregister ingeschreven.

sss^v v^nnis m&,o J NAAM PER KQNINGISM RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA 08-49

2.4. Op 21 augustus 2008 heeft [gedaagde] zich onder de naam 'Chip4Power' als eenmanszaak geregistreerd bij de Kamer van Koophandel in Amersfoort.

Partijen zullen hierna Connect Uitzendbureau en EU-Connect worden genoemd.

Holland Hotels Dijk Produkties DomJur Rechtbank s-gravenhage Zaak-/rolnummer: / KG ZA Datum:

Bebo Parket B.V. World of Flooring B.V. en Pejo Beheer B.V.

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Inhoudsindicatie Artikel 5 Handelsnaamwet - Beschrijvendheid - Mate afwijking Verwarringsgevaar

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Rechtbank Amsterdam, voorzieningenrechter Rolnummer: KG 04/1917P Datum: 11 november Vonnis in kort geding gewezen in de zaak van:

BIQ BIC Architecten DomJur Rechtbank Maastricht Zaak-/rolnummer: / KG ZA Datum: 24 november 2011

Partijen zullen hierna Hunink en Holtrigter Woning en Bedrijfsmakelaars V.O.F. en J. Holtrigter Makelaardij B.V. genoemd worden.

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

Domeinnaam-jurisprudentie.nl Deutsche Telekom - Checkmate DomJur

ECLI:NL:RBMID:2001:AC6640

[verweerder], handelend onder de naam Bob Romeo Software, kantoorhoudende te Amsterdam, gedaagde, in persoon verschenen.

Partijen zullen verder worden genoemd "Swiss Sense" respectievelijk "De Ondernemer".

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBHAA:2009:BK3253

Partijen zullen hierna Connect en Connection worden genoemd.

Regge Wood Group B.V. Rego Buitentrends B.V. DomJur

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Transcriptie:

BKR BKR Bedrijven DomJur 2014-1091 Rechtbank Noord Holland Zaak-/rolnummer: C/15/214088 / KG ZA 14-242 Datum: 15 juli 2014 Vonnis in kort geding in de zaak van de stichting STICHTING BUREAU KREDIET REGISTRATE, gevestigd te Tiel, eiseres, advocaat mr. E.W. Jurjens en mr. R. van der Zaal te Amsterdam, tegen de stichting STICHTING BUREAU KREDIET REGISTRATIE BEDRIJVEN, gevestigd te Hoofddorp, gedaagde, wonende te gedaagde, verschenen in persoon. Partijen zullen hierna enerzijds BKR en anderzijds (gezamenlijk) BKR Bedrijven genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - het verweerschrift van BKR Bedrijven - de mondelinge behandeling - de pleitnota van BKR. 1.2. Na uitroeping van de zaak verschijnen: - manager juridische zaken van BKR - gemachtige van BKR - mr. Jurjens voornoemd - mr. V der Zaal voornoemd. - zowel in zijn hoedanigheid van bestuurder van gedaagde sub 1 als voor zich in privé - vrijwilliger bij BKR Bedrijven. 1.3. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. BKR is een stichting die tot doel heeft het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde dienstverlening op financieel gebied. In het uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Midden Nederland is onder meer het volgende opgenomen: Rechtspersoon Activiteiten SBl-code: 8291- Kredietinformatie- en incassobureaus Het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde dienstverlening op financieel gebied. De stichting beoogt onder andere een bijdrage te leveren aan het beperken van risico s voor kredietgevers en het voorkomen van overkreditering bij kredietnemers, alsmede aan de bestrijding van misbruik en fraude in het financiële verkeer.

Onderneming Stichting Bureau Krediet Handelsnamen Registratie (BKR) Verificatie Informatie Systeem (Vis) Startdatum onderneming 01-05-1965 Activiteiten SBI-code: 8291 - Kredietinformatie- en incassobureaus Het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde dienstverlening op financieel gebied. De stichting beoogt onder andere een bijdrage te leveren aan het beperken van risico s voor kredietgevers en het voorkomen van overkreditering bij kredietnemers, alsmede aan de bestrijding van misbruik en fraude in het financiële verkeer. 2.2. Op 22 januari 1993 heeft BKR bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) het volgende Benelux beeldmerk ingeschreven: 2.3. Op 20 mei 1996 heeft BKR bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) het Benelux woordmerk 'BKR' ingeschreven in klasse 35. 2.4. Op 19 februari 2013 heeft BKR bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) het Benelux woordmerk 'BKR' ingeschreven in klasse 35 en 36. 2.5. Op 19 februari 2013 heeft BKR bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) het volgende Benelux beeldmerk ingeschreven: 2.6. In het uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is over gedaagde sub 1 onder meer het volgende opgenomen: Rechtspersoon Statutaire naam Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven Internetadres www.bkrbedrijven.nl Eerste inschrijving 14-01-2013 handelsregister Datum akte van 07-01-2013 oprichting Activiteiten SBI-code: 7490 Overige specialistische zakelijke dienstverlening Database over handelsverkeer en openstaande schulden van bedrijven Onderneming Handelsnamen BKR Bedrijven

Startdatum onderneming 04-09-2014 (datum registratie: 04-09-2913) Vestiging SBI-code : 74900 Overige specialistische zakelijke dienstverlening Database over handelsverkeer en openstaande schulden van bedrijven; bijdrage leveren aan de bestrijding van misbruik en fraude in het financiele verkeer Bestuurder Naam 2.7. Bij brief van 30 januari 2014 heeft BKR onder meer het volgende aan BKR Bedrijven geschreven: BKR is de handelsnaam van Stichting Bureau Krediet Registratie. Op grond van artikel 5 Handelswet is het niet toegestaan een handelsnaam te gebruiken die reeds door een ander wordt gebruikt. Dit betekent dat u op onrechtmatige wijze gebruik maakt van de handelsnaam BKR. (...) Derhalve verzoek, en voor zover nodig sommeer ik u, namens de Stichting BKR de naam van uw stichting alsmede de domeinnaam te veranderen. 2.8. Bij brief van 15 mei 2014 heeft BKR onder meer het volgende aan BKR Bedrijven geschreven: Stichting BKR wijst u er nogmaals op, dat BKR een handelsnaam is van Stichting BKR. Op grond van artikel 5 Handelsnaamwet is het u niet toegestaan een Handelsnaam te voeren die reeds door een ander rechtmatig wordt gevoerd. U handelswijze is daarom onrechtmatig jegens Stichting BKR, waardoor zij schade leidt. Stichting BKR stelt u daarom voor alle door haar geleden schade en te lijden schade aansprakelijk. Stichting BKR is bereid u nog eenmalig de gelegenheid te bieden om binnen 24 uur na dagtekening van de ze brief de naam van de stichting alsmede de domeinnaam en de website te verwijderen / wijzigen en deze ook verwijderd/gewijzigd te houden alsmede nu en in de toekomst op geen enkele handelsnaam van Stichting BKR te gebruiken voor uw eigen activiteiten. Stichting BKR eis ter zake een schriftelijke onvoorwaardelijke bevestiging hiervan. 2.9. BKR Bedrijven heeft niet op de in 2.7 en 2.8 bedoelde brieven gereageerd. 3. Het geschil 3.1. BKR vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis: I. PRIMAIR: Gedaagden te bevelen, onmiddellijk na betekening van het te dezen te wijzen vonnis, de inbreuken op de handelsnaamrechten van BKR, zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding, te staken en gestaakt te houden, en meer specifiek elk gebruik van de handelsnamen Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven en BKR Bedrijven, alsmede elke soortgelijke handelsnaam, te staken en gestaakt te houden, en, binnen vijfdagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis, de inschrijving van de handelsnamen Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven en BKR Bedrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel door te laten halen, met gelijktijdig afschrift van de correspondentie in dit verband aan de raadsman van BKR, en deze handelsnamen niet opnieuw te registreren; en

II. III. IV. PRIMAIR: Gedaagden te bevelen onmiddellijk na betekening van het te dezen te wijzen vonnis de inbreuken op de merkrechten van BKR, zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding, te staken en geslaakt te houden, en meer specifiek elk gebruik van het teken BKR Bedrijven en het BKR Bedrijven Logo, alsmede soortgelijke tekens, te staken en gestaakt te houden. SUBSIDIAIR: Gedaagden te bevelen onmiddellijk na betekening van het te dezen te wijzen vonnis elk gebruik, zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding, in het economisch verkeer, van de tekens BKR en BKR Bedrijven, Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven, Bureau Krediet Registratie Bedrijven en/ of daarmee overeenstemmende tekens, te staken en gestaakt te houden; Gedaagden te veroordelen tot betaling aan BKR van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van f 5.000,- (zegge vijfduizend EURO), althans van een door U.E.A. in goede justitie te bepalen bedrag, voor iedere keer of iedere dag of gedeelte van een dag, zulks naar keuze van BKR, dat gedaagde sub 1 en/ of gedaagde sub 2 in strijd handelt/handelen met het bevel sub I, of met enig gedeelte van dit bevel, met een maximum van 150.000,- (zegge honderdvijfduizend euro); Gedaagden te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis, van de door BKR werkelijk gemaakte kosten van deze procedure, daaronder begrepen de kosten van juridische bijstand, zoals nader omschreven in paragraaf 8 van deze dagvaarding, althans een door U.RA. in goede justitie te bepalen bedrag; De termijn zoals bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op 6 (zes) maanden1w het in dezen te wijzen vonnis, althans een door U.E.A. in goede justitie te bepalen termijn. 3.2. Aan haar vordering legt BKR- kort gezegd- ten grondslag dat BKR Bedrijven inbreuk maakt op de handelsnaam en de merkrechten van BKR, althans dat BKR Bedrijven onrechtmatig jegens haar handelt. 3.3. BKR Bedrijven voert verweer. Daartoe voert zij- samengevat- aan dat geen sprake is van inbreuk op de merkrechten van BKR in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b en c BVIE, omdat BKR Bedrijven niet deelneemt aan het economisch verkeer als bedoeld in dat artikel. Voorts zijn de woorden 'bureau' en 'kredietregistratie' geen merknaam, omdat ze louter beschrijvend zijn. Daarnaast is de doelgroep van BKR Bedrijven een andere dan die van BKR. Omdat ook sprake is van een groot verschil in kleurgebruik, werkzaamheden, vestigingsplaats, klantenkring en logo, zal dan ook geen verwarring ontstaan bij het publiek, zodat geen sprake is van merkinbreuk. De handelsnaam BKR is bovendien niet geregistreerd als handelsnaam, aldus nog steeds BKR Bedrijven. 3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. De vordering van BKR is gestoeld op drie grondslagen, te weten (1) inbreuk op haar handelsnaam, (2) inbreuk op haar merkrechten en (3) onrechtmatige daad. Deze grondslagen zullen hieronder worden beoordeeld. Handelsnaam 4.2. Op grond van artikel 5 van de Handelsnaamwet (Hnw) is het verboden een handelsnaam te voeren die gelijk is aan of slechts in geringe mate afwijkt van een handelsnaam die reeds daarvoor door een ander werd gevoerd, indien dat gebruik tot verwarring kan leiden. Volgens vaste

jurisprudentie kan ook het gebruik van andermans handelsnaam als domeinnaam inbreuk op artikel 5 Hnw opleveren. Ter beantwoording van de vraag of de gevraagde voorzieningen voor toewijzing in aanmerking komen, dient derhalve als eerste te worden beoordeeld of BKR Bedrijven de handelsnaam van BKR als handels- of domeinnaam voor (een deel van) haar onderneming voert. Overeenkomstig de artikelen 1 en 5 Hnw is van het voeren van een handelsnaam voor een onderneming sprake, indien die naam ter aanduiding van die onderneming in het handelsverkeer wordt gebruikt. Inschrijving van die handelsnaam in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is daarvoor geen vereiste. 4.3. Buiten kijf staat dat BKR én BKR Bedrijven feitelijk de naam 'BKR' ter aanduiding van hun onderneming gebruiken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter voeren zowel BKR als BKR Bedrijven dan ook (in ieder geval) de naam 'BKR' als handelsnaam. Aangezien bij beide partijen die afkorting bovendien voor exact dezelfde naam staat, te weten 'Bureau Krediet Registratie' en BKR die naam bovendien ook veelvuldig in haar uitingen naar buiten hanteert ter aanduiding van haar onderneming in het handelsverkeer, stelt de voorzieningenrechter vast dat BKR ook die (volledige) naam als handelsnaam voert. Ter zitting heeft BKR Bedrijven betoogd dat zij -ter voorkoming van eventuele geschillen- de domeinnaam www.bkrbedrijven.nl niet langer exploiteert, maar dat zij thans is overgestapt op de domeinnaam www.bureaukredietregistratiebedrijven.nl. Hieruit volgt dat BKR Bedrijven eveneens voornemens is om de handelsnaam (Stichting) Bureau Krediet Registratie te (gaan) voeren, voor zover zij daarmee inmiddels niet reeds is gestart. 4.4. Tussen partijen is niet in geschil dat BKR de handelsnamen 'BKR' en '(Stichting) Bureau Krediet Registratie' reeds voerde vóórdat BKR Bedrijven die naam voor haar eigen onderneming gebruikte. Niet in geschil kán zijn tussen partijen dat beide handelsnamen identiek aan elkaar zijn, met uitzondering van de toevoeging van het woord 'bedrijven'. Die toevoeging is naar het oordeel van de voorzieningenrechter van ondergeschikte aard. In zijn geheel bezien wijken beide door BKR Bedrijven te hanteren handelsnamen in dermate geringe wijze af van de door BKR gevoerde handelsnamen, dat daarmee bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Sterker nog, door de toevoeging van het woord 'Bedrijven' achter de handelsnaam BKR, in combinatie met het feit dat beide ondernemingen tevens de handelsnaam 'Stichting Bureau Krediet Registratie' voeren, wordt het verwarringsgevaar naar het oordeel van de voorzieningenrechter alleen maar groter. Het publiek zou immers eenvoudig kunnen denken dat BKR een nieuwe dienst aanbiedt, speciaal voor bedrijven. Daar komt bij dat de aard van beide ondernemingen, blijkens de respectieve inschrijvingen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, zeer vergelijkbaar zijn. Zowel BKR als BKR Bedrijven richten zich immers (onder meer) op de bestrijding van misbruik en fraude in het financiële verkeer. 4.5. Conclusie van het voorgaande is dat BKR Bedrijven inbreuk maakt op de handelsna(a)m(en) van BKR. De vordering van BKR tot staking van de inbreuk op haar handelsnaamrechten ligt dan ook voor toewijzing gereed. Merkrechten 4.6. Het logo dat BKR Bedrijven naar eigen zeggen voor haar diensten gebruikt is:

Volgens BKR maakt BKR Bedrijven hiermee inbreuk op de aan BKR toebehorende merken op grond van artikel 2.20 lid 1 sub b, althans sub c, althans sub d BVIE. De voorzieningenrechter overweegt hierover als volgt. 4.7. Met BKR is de voorzieningenrechter van oordeel dat het logo dat BKR Bedrijven (heeft) gebruikt op haar website sterk overeenstemt met de beeldmerken van BKR. Met name wanneer de drie tekens onder elkaar worden beschouwd, ontstaat een zeer vergelijkbaar beeld: Alle drie de tekens bestaan immers uit dezelfde letters in een visueel relatief overeenstemmend lettertype. Daarnaast zijn alle tekens aan de linkerzijde voorzien van gestileerde punten, waarvan er vier in de vorm van een 'kruis' of 'ruit' extra geprononceerd zijn. In termen van intellectueleeigendomsprocedures kan dan ook gezegd worden dat alle drie de tekens een vergelijkbare look and feel hebben. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is het dan ook zeer aannemelijk dat bij het aanschouwen van het logo van BKR Bedrijven bij het publiek verwarring kan ontstaan, inhoudende het gevaar van associatie met de beeldmerken van BKR, in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE. 4.8. BKR heeft voorts betoogd dat haar merk bekend is binnen het Benelux-gebied en dat BKR Bedrijven meelift op die bekendheid en daaruit zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel trekt in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE. Ook dat is de voorzieningenrechter met BKR eens. Toch is van inbreuk op grond van artikel 2.20 lid 1 sub ben sub c BVIE naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter (voorshands) geen sprake. Het volgende is daartoe van belang. 4.9. BKR Bedrijven heeft ter zitting gesteld dat zij niet deelneemt aan het economisch verkeer, zodat ook geen sprake kan zijn van inbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b [naar de voorzieningenrechter begrijpt: en sub c] BVIE. Weliswaar heeft BKR-terechtgesteld dat het al dan niet hebben van een winstoogmerk niet relevant is voor de vraag of sprake is van gebruik van tekens in het economisch verkeer, maar het standpunt van BKR Bedrijven is niet zozeer dat zij geen winstoogmerk heeft, maar dat zij überhaupt niet deelneemt aan het economisch verkeer, omdat zij niet factureert, noch een vergoeding vraagt voor de door haar aangeboden diensten. Die stelling heeft BKR betwist, stellende dat ook kan worden gedoneerd, zodat wel degelijk sprake is van gebruik in het economisch verkeer.

4.10. Voorshands is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voldoende aannemelijk geworden dat BKR Bedrijven haar logo gebruikt in het economisch verkeer, aangezien BKR Bedrijven onweersproken heeft gesteld dat niet gefactureerd wordt voor de diensten die zij aanbiedt en dat zij ook anderszins geen financiële vergoeding vraagt voor haar diensten. Haar doel zou naar eigen zeggen dan ook louter ideëel zijn. Zonder nader bewijs- waarvoor dit kort geding zich naar zijn aard niet-leent- kan de voorzieningenrechter niet vaststellen of BKR Bedrijven een handelsactiviteit ontplooit waarmee een commercieel doel wordt nagestreefd en daarmee of de activiteiten van BKR Bedrijven zich voltrekken in het economisch verkeer (vgl. HvJEU 12 november 2002, BIE 2003, p. 338). Dientengevolge kan evenmin worden beoordeeld of sprake is van merkinbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b en/ of c BVIE. Voor zover de vordering van BKR is gegrond op die artikelleden, kan de grondslag de vordering vooralsnog niet dragen. 4.11. Voor een geslaagd beroep op inbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE is gebruik in het economisch verkeer echter geen vereiste. Voldoende is dat door het gebruik van het teken zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat hiervan sprake is. Zoals hierboven in 4.4 en 4.7 reeds is overwogen, stemmen zowel de naam als het door BKR Bedrijven gehanteerde teken sterk overeen met de handelsnaam en beeldmerken van BKR, met een grote kans op verwarring bij het publiek. BKR Bedrijven heeft niet bestreden dat de namen 'BKR' en '(Stichting) Bureau Krediet Registratie' een grote mate van landelijke bekendheid genieten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er dan ook geen twijfel over dat BKR Bedrijven bij haar eigen naamgeving en ontwerp van haar logo bewust heeft aangehaakt bij de bekendheid van BKR. Weliswaar heeft BKR Bedrijven gesteld dat zij heel andere activiteiten ontplooit dan BKR, maar dat neemt niet weg - wat er ook van die stelling zij- dat zij, juist in dat geval, eenvoudig geheel andere keuzes had kunnen maken, zowel voor haar naam (en de afkorting daarvan) als voor haar logo. Nu zij dat niet heeft gedaan, is de voorzieningenrechter van oordeel dat BKR Bedrijven zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de merken van BKR. Ook de (primaire) vordering van BKR tot staking van de inbreuk op haar merkrechten zal derhalve worden toegewezen. Onrechtmatige daad 4.12. Aangezien de eerste twee grondslagen de vorderingen van BKR zelfstandig kunnen dragen, behoeft deze (naar de voorzieningenrechter begrijpt: voorwaardelijke) grondslag geen inhoudelijke beoordeling meer. Conclusie 4.13. Het vorenstaande leidt ertoe dat de vordering van BKR zal worden toegewezen, met dien verstande dat BKR Bedrijven een termijn van vijf dagen na betekening van dit vonnis zal worden gegund om te voldoen aan de desbetreffende veroordelingen tot staken en gestaakt te houden. Nu geen verweer is gevoerd tegen de afzonderlijke veroordeling van gedaagde sub 2 zullen de vorderingen tegen beide gedaagden, gezamenlijk aangeduid als BKR Bedrijven, worden toegewezen. 4.14. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt. 4.15. BKR heeft, ten slotte, op grond van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) veroordeling van BKR Bedrijven in de volledige proceskosten gevorderd. Aangezien de vordering zal worden toegewezen op een tweetal IE-rechtelijke grondslagen, is ook de

vordering tot veroordeling in de volledige proceskosten toewijsbaar. BKR Bedrijven zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij dan ook in de werkelijke proceskosten worden veroordeeld. De voorzieningenrechter weegt hierin mee dat BKR Bedrijven deze procedure- en daarmee (het risico van) een veroordeling in de volledige proceskosten- eenvoudig had kunnen voorkomen door te reageren op en te voldoen aan de sommaties van BKR. De voorzieningenrechter zal de hoogte van de proceskosten echter vaststellen overeenkomstig het toepasselijke indicatietarief in IE-zaken voor een eenvoudig kort geding, nu BKR niet (voldoende) heeft gesteld waarom in het onderhavige geval een hoger tarief gerechtvaardigd zou zijn. 4.16. De kosten aan de zijde van BKR worden begroot op: - Dagvaarding 77,52 - Griffierecht 608,00 - Salaris advocaat 6.000.00 Totaal 6.685,52 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. beveelt BKR Bedrijven om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de inbreuken op de handelsnaamrechten van BKR, en meer specifiek elk gebruik van de handelsnamen Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven en BKR Bedrijven alsmede elke soortgelijke handelsnaam, te staken en gestaakt te houden en de inschrijving van de handelsnamen Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven en BKR Bedrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel door te laten halen, met gelijktijdig afschrift van de correspondentie in dit verband aan de raadsman van BKR, en deze handelsnamen niet opnieuw te registreren, 5.2. beveelt BKR Bedrijven om binnen vijfdagen na betekening van dit vonnis de inbreuken op de merkrechten van BKR, en meer specifiek elk gebruik van het teken BKR Bedrijven en het BKR Bedrijven Logo alsmede soortgelijke tekens, te staken en gestaakt te houden, 5.3. veroordeelt BKR Bedrijven om aan BKR een dwangsom te betalen van 250,-- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 en 5.2 uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van 25.000,-- is bereikt, 5.4. veroordeelt BKR Bedrijven in de proceskosten, aan de zijde van BKR tot op heden begroot op 6.685,52, 5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 5.6. bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na heden, 5.7. weigert het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.M.P. Langeveld op 15 juli 2014.