Eindtermen examen Natuurmanagement basis (19/9/2015)



Vergelijkbare documenten
Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Eindtermen examen basisgetuigschrift Natuurmanagement 2017

Europees beschermde natuur

Bossen in Vlaanderen

De bomen op golfclub Grevelingenhout, overzicht per hole. Geïnventariseerd door Nienke Mulders in 2016, in opdracht van de golfclub.

Historisch permanente graslanden (HPG) in de landbouwstreek de Polders

Natuurmanagement specialisatie boswachter

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Het natuurbeheerplan. Beheerteamdag,

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

Eindtermen en te kennen leerstof voor het examen basisgetuigschrift Natuurmanagement 2019

Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg7

Bundel 1 van veldoefeningen en cases

Natuurstreefbeelden inleiding

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Bijlagen. 6 Bijlagen

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal

Natuurbeheerplan en kaartmateriaal. Natuurmanagement: natuurbeheerplan

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010

Revitalisering laag-productieve bossen

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

Door antwoord te geven op enkele veelgestelde vragen geven we u in deze presentatie wat meer informatie over bepaalde termen zoals onder andere PAS,

Aanspreekpunt Privaat Beheer Natuur en Bos. Informatieplatform voor overheid en private terreineigenaar/beheerder

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid

Werkgroep Heide & Vennen 22 januari 2013 NIRAS Dessel

Natuurstreefbeelden bos. Natuurmanagement: natuurstreefbeelden bos

(IHD): wat betekent dit voor jouw gebied?

Bundel 3 van veldoefening en cases

^ ^ 10a. 11b. 11a. 21a ^ ^ 11c. 20a. 12x. 12a. 22b. 22a 18a. 23a. 18b. 23c. 24a. 25a 23b. 23b. 31t 31y. 29a. 26a. 28a. 30b # # # # 31x. 27a. 30a.

Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos

Uitgebreid bosbeheerplan voor het provinciaal domein Puyenbroeck. openbare consultatie

Bundel 2 van veldoefening en cases

Natuurmanagement specialisatie beleidsadviseur

de (on?)zin van het werken met streekeigen plantgoed

Vegetatie van Nederland

Opzet. Eten en gegeten worden. Waarom is er honger is? Honger is dat erg? Honger, is dat erg. Waarom is er honger?

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Bijlage 1 Kenmerken 11 Landschapseenheden en Kernen

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

foto inzet: Staf de Roover

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura Rienk-Jan Bijlsma

BRIEFADVIES. 19 april 2012

De IHD, wat doen we er mee? Beleidsmedewerker

Natuur en groen op de speelplaats

Biotoop Bos deel 2: Bosbeheer

1. ecologische functie

Export WebsiteBulletin :17

Contactinfo, paswoord

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

Een wandeling door het natuurbeleid

Managementplan. Griet Beckers 09 september 2014

Starters in het bosonderzoek Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen. Margot Vanhellemont. Inleiding

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD

Briefadvies. Malde. Datum

PROVINCIEDOMEIN RAVERSYDE Ontwerp Natuurbeheerplan Toelichting provincial minaraad 05/02/2018

IHD & lokale besturen. Dinsdag 26 maart 2013

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

Natura 2000 in uw regio. Samen, beter en meer

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken?

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart

Mogelijkheden en beperkingen voor de ontwikkeling van schrale graslanden en zomen in een bosomgeving

Landschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen

GOED LEVEN MET ALLERGISCHE RINITIS

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

Voorbeeldvragen Natuurmanagement specialisatie Boswachter

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

BIJLAGE 1: gewijzigde bestandsfiches

Wolvenberg. Poel. Deze poel werd door de Stad Antwerpen gegraven in 1995 ter gelegenheid van het Europese Jaar van het Natuurbehoud.

SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2

Wat is een bos? Aandeel van verschillende taxongroepen voor de soortenrijkdom in gematigde loofbossen

Plantenstudiegroep Kruin 19 december 2012 Invasieve planten

Monitoringplan ANB: monitoring van PAS-herstelbeheer

BOS+ Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Stichting Probos. Inleiding

NIEUW DECREET NATUURBEHOUD: einde of versterking reservaten en aankopen?

Natuur- en bosbeheer. Ervaringen van boswachter Marc Struelens Regio Meerdaal

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)

Aanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014

Inhoud. Natuurwetgeving. Het Natuurdecreet. Krachtlijnen. Het Natuurdecreet 21/03/2017. Natuurmanagement Basis Deel natuurdecreet

BBB-gids voor natuurgidsen

Transcriptie:

Eindtermen examen Natuurmanagement basis (19/9/2015) In dit document vind je de te kennen leerstof per thema voor het examen Natuurmanagement - basis dat plaatsvindt op 19 september 2015 te Brussel. Inleiding in de groene sector Weten welke overheidsinstanties onder het departement LNE vallen. Weten wat de kerntaken zijn van het ANB en die volgens de drie pijlers beknopt kunnen De structuur van het ANB kennen: de afdelingen binnen de Centrale diensten met hun kerntaken. De missie van het ANB kennen en deze beknopt kunnen Het begrip People, Planet, Profit kunnen De missie en kerntaken van inverde beknopt kunnen De missie en kerntaken van het INBO beknopt kunnen De missie en kerntaken van de VMM beknopt kunnen De missie en kerntaken van de VLM beknopt kunnen De taak van de Minaraad beknopt kunnen De missie, kerntaken en het werkingsgebied van de Regionale Landschappen beknopt kunnen De missie, kerntaken en het werkingsgebied van de Bosgroepen beknopt kunnen De kerntaken, de hoofdthema s en de eventuele partners van de (boven-) gewestelijke verenigingen kunnen Van drie regionale verenigingen hun kerntaken en hun werkingsgebied kunnen De vier verschillende actoren van de houtkolom kennen en deze beknopt De moeilijkheden van de bosexploitatiesector kunnen De erkenningsregeling voor bosexploitanten kunnen Werken met bronnen en soortbeheer Van volgende termen i.v.m. soortbeheer weten wat ze betekenen (met andere woorden: in vijf à tien zinnen kunnen uitleggen waarover deze term gaat): Habitat Niche Dispersie Populatie Populatieregulatie Metapopulatie Monitoring Herintroductie Draagkracht Invasieve exoot Doelsoort Inteelt Rode lijst Versnippering/ontsnippering Territorium Home range Predator Schadepreventie Natuurlijke selectie Sleutelsoort Microklimaat Waardplant Levenscyclus Soortbeschermingsplan

Sociale en communicatieve vaardigheden Het generieke communicatieschema kennen. De sterke en zwakke punten in de eigen communicatie kunnen identificeren. Het Joharivenster in een praktijksituatie kunnen hanteren. Gesprekstechnieken kunnen toepassen: Actief luisteren Open vragen stellen Antwoorden ontleden De U-bocht Weten wat SMART-doelen en -afspraken zijn. Overlegvaardigheden kunnen herkennen in praktijksituaties. Besluitvorming (ook de vier stappen van probleemoplossing maar zonder de MBTI-termen) kunnen herkennen in praktijksituaties. Klachten en bezwaren kunnen opvangen. Het verschil tussen een assertieve boodschap en een sub-assertieve of agressieve boodschap kunnen herkennen in een gesprekssituatie. De grondhoudingen in onderhandel- en bemiddelingssituaties kunnen herkennen. Natuurwetgeving Algemeen: - bij een bepaald probleem de verschillende stappen kunnen opsommen die je zou volgen om tot een oplossing en adviesverlening te komen; - het verschil kunnen uitleggen tussen een wet, een decreet, een uitvoeringsbesluit en een omzendbrief en weten welke de hiervoor verantwoordelijke entiteiten zijn; - weten waar je actuele versies van de wet- en regelgeving kan vinden. Inzake ruimtelijke ordening: - kan je bestemmingsplannen opzoeken; - kan je de verschillende bestemmingscategorieën interpreteren; - kan je de bestemmingsvoorschriften interpreteren; - ken je de handelingen (relevant binnen de sector) die vergunningsplichtig zijn en de vrijstellingen van de vergunningsplicht; - kan je advies verlenen met betrekking tot de case over het kappen van bomen buiten bossen, het plaatsen van constructies of het wijzigen van het reliëf. Inzake natuurbehoud en beheer: - kan je de volgende begrippen uitleggen: zorgplicht, integratiebeginsel, horizontale maatregelen, VEN, IVON, SBZ, IHD, habitatrichtlijn, vogelrichtlijn en multifunctionaliteit; - kan je uitleggen wat onder de definitie van bossen wordt verstaan; - kan je de boscompensatie bij een ontbossing berekenen; - kan je aan de hand van de beslissingssleutel (die gegeven wordt) bepalen of het wijzigen van een bepaalde vegetatie of KLE verboden dan wel vergunningsplichtig is of wordt vrijgesteld van het verbod of de vergunningsplicht. Inzake jacht- en soortenbeleid: - weet je waar je kan vinden in welke jachtwildcategorie een bepaalde soort voorkomt en waar de tijden van de opening van de jacht nagekeken kunnen worden. Inzake handhaving en toezicht: - kan je uitleggen wat de rol van de Procureur des Konings is;

- kan je de procedure beschrijven die plaatsvindt na het vaststellen van een milieu-inbreuk en na het vaststellen van een milieumisdrijf. Europees beschermde natuur en inleiding veldoefening Kunnen uitleggen wat het Natura2000-netwerk is. Kunnen uitleggen wat de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn inhouden. Een viertal voorbeelden kunnen geven van vogelsoorten, andere soorten en habitats die beschermd zijn door Europa. Kunnen uitleggen wat de Europese natuurdoelen zijn op Vlaams niveau en hoe deze worden vertaald op lokaal niveau, dus per speciale beschermingszone (SBZ). De termen managementplan en zoekzone kunnen Kunnen uitleggen wat een voortoets en een passende beoordeling is. Kunnen uitleggen hoe de beheerplannen er in de toekomst gaan uitzien en wat de belangrijke punten zijn in de nieuwe beheerplannen. Biotoop Bos 1: Bos als ecotoop De definitie van een bos kunnen Kort kunnen uitleggen waarop duurzaam bosbeheer in de praktijk neerkomt. Kunnen uitleggen wat de voornaamste functies zijn van bossen en een aantal voorbeelden hiervan kunnen opgeven. 24 vaak voorkomende boom- en struiksoorten kennen: Beuk, Zomereik, Wintereik, Amerikaanse eik, Tamme kastanje, Ruwe berk, Zwarte els, Haagbeuk, Hazelaar, Gewone lijsterbes, Winterlinde, Zomerlinde, Canadapopulier, Schietwilg, Boswilg, Amerikaanse vogelkers, Boskers, Gewone esdoorn, Gewone es, Fijnspar, Grove den, Corsicaanse den, Europese lork en Japanse lork. Weten dat Vlaanderen een bosarme regio is, in vergelijking met andere Europese landen. Weten wat het proces fotosynthese inhoudt. Weten hoe een boomstam is opgebouwd. Van de boomsoorten beschreven in bovenstaande lijst te kennen soorten, weten wat de lichtbehoefte of schaduwtolerantie is. Weten waarvan de hoogtegroei van een (homogeen, gelijkjarig) bestand afhankelijk is. Weten waarvan de diktegroei van een (homogeen, gelijkjarig) bestand afhankelijk is. Weten wat een bosecosysteem onderscheidt van andere (terrestrische) ecosystemen. Kunnen uitleggen hoe je een structuurrijk bos kunt verkrijgen. Weten hoe de bosontwikkeling in grote lijnen gebeurt in onze gematigde streken. Kort kunnen uitleggen wat de term groeiplaats betekent en enkele voorbeelden van soorten kunnen opgeven van rijke en arme groeiplaatsen. Weten waarom dood hout belangrijk is voor een bosecosysteem. Kort kunnen uitleggen hoe een ideale bosrand is opgebouwd. Biotoop Bos 2: Bosbeheer Gebaseerd op een uitgangssituatie weten wat de potenties zijn van een opstand/bos en welke inspanningen verantwoord zijn voor het behoud/realiseren van een bepaalde toestand/bosbeeld. De verschillende bedrijfsvormen kunnen opsommen en De verschillende bedrijfssoorten kunnen opsommen en

De algemene principes van dunning kennen. De verschillende dunningsmethodes (laagdunning, selectieve hoogdunning, toekomstbomenmethode en QD) kennen. Het begrip en systeem toekomstboom/toekomstbomenmethode kunnen Het begrip en systeem QD-methode kunnen Het begrip omslagpunt kunnen Weten wat men bedoelt met bosomvorming en waarom dit nodig is, alsook minimum drie voorbeelden kunnen geven met streefbeeld. De voor- en nadelen van natuurlijke verjonging versus kunstmatige verjonging kennen die in de cursustekst aan bod komen. De 24 te kennen soorten (zie lijst bij Biotoop Bos 1 ) kunnen rangschikken volgens groeikrachtconcurrentie. Een vijftal factoren kunnen opsommen waarmee men rekening moet houden vooraleer men beslist om natuurlijke verjonging toe te passen. Een vijftal factoren kunnen opsommen waarmee men rekening moet houden vooraleer men beslist om kunstmatige verjonging toe te passen. Drie voorbeelden van wildbescherming kunnen geven. Biotoop Heide Het biotoop heide kunnen beschrijven. Kunnen uitleggen hoe heide in Vlaanderen is ontstaan. De verschillende natuurbeelden van heide kennen en kunnen beschrijven. Volgende soorten van de verschillende natuurbeelden kunnen herkennen: Dopheide, Stuikheide, Pijpenstrootje, Zonnedauw, Moerashertshooi, Pitrus, Bochtige smele en Veenmos. Alle beheertechnieken die worden uitgelegd in het cursusdeel biotoop heide kennen. Weten waarop je moet letten bij de verschillende beheertechnieken. Kunnen uitleggen welke beheertechnieken in welke natuurbeelden worden toegepast. Alle voor- en nadelen kennen van de verschillende beheertechnieken. Kunnen uitleggen welke factoren de heide bedreigen. Een ruwe inschatting kunnen maken van kosten bij heidebeheer. Biotoop Grasland De volgende termen kunnen uitleggen: grasland, hooiland, weide, hooiweide en ruigte. In algemene termen het belang en het gebruik van grasland in Vlaanderen kunnen aangeven. De belangrijkste kenmerken van de grassenfamilie kennen, hun relatie met hooikoorts en het bestaan van schijngrassen. Kunnen aangeven waarom graslanden bij ons halfnatuurlijke vegetaties kunnen zijn. Weten dat stikstof, fosfor en kalium de belangrijkste voedingsbestanddelen voor planten in de bodem zijn. De kenmerkende plantensoorten van de vegetatiekundige eenheden uit de cursus kunnen situeren voor zover ze in de onderstaande lijst van 23 soorten staan. Enkele kenmerken kunnen aangeven van : Dotterbloemverbond, Glanshaververbond, slikken, schorren, tredvegetaties, Buntgrasverbond, Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden, heischrale graslanden. In het algemeen de situatie en het beheer voor graslandvlinders en weidevogels kunnen aangeven, zoals de relatie tussen de VLM en weidevogelbeheer.

In grote lijnen vertellen over maaibeheer en begrazing, het verschil tussen beide en de rassenkeuze bij grazers. Noties hebben van verschraling en biodiversiteitsontwikkeling in graslanden (zonder alle fases te kunnen herkennen). Enkele termen uit het graslandbeleid kort kunnen situeren : nulbemesting, tijdelijk grasland, blijvend grasland en historisch permanent grasland. 23 soorten of soortengroepen kennen (naam, herkenning, situering in de leerstof): Struikheide, Grote brandnetel, Riet, Pitrus, zegges (geslacht), klavers (geslacht), Pinksterbloem, boterbloem (geslacht), Dotterbloem, Echte koekoeksbloem, Margriet, zeekraal (geslacht), Zulte (Zeeaster), Grote weegbree, Buntgras, Tormentil, Engels raaigras, Reukgras, zandoogjes (vlindergroep), blauwtjes (vlindergroep), Grutto, Scholekster en Kievit. Biotoop Water en Moeras Van volgende termen weten wat ze betekenen (met andere woorden: in enkele zinnen kunnen uitleggen waarover deze term gaat): Kwel Infiltratiegebied Piëzometer Poel Bemalen Capillaire opstijging Moeras Verzadigde zone Bodemwater Komgrond Veraarden Meander Alluvium ph Eutrofiëring Maaiveld Aquifer Fosfaat Drainage Percolatie Verlanden Onderstaande soorten kunnen herkennen. Riet Lisdodde Grote waternavel Parelvederkruid Waterteunisbloem Watercrassula Gehoornd doornblad Kranswier (geen soorten, enkel de groep) Beheer De basis van de hydrologische cyclus kunnen De verschillende watertypes (regenwater, bodemwater, oppervlaktewater) kennen alsook hun belangrijkste eigenschappen. Kunnen uitleggen hoe je een kwaliteitsvolle poel herkent. Weten wat een piëzometer is en kunnen uitleggen wat je daarmee meet. Het proces verlanding begrijpen en zijn effect op stilstaande wateren kunnen uitleggen, alsook hoe je daarmee als beheerder kan omgaan. Alle aspecten kennen waarmee je moet rekening houden bij het aanleggen van een poel. Kunnen uitleggen wanneer en hoe je een poel beheert. De basis van het beheer van een rietmoeras kunnen