Besluit. l.lnleiding. 2. Formele overwegingen



Vergelijkbare documenten
Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma

Besluit. Voozieningen (facet 4.1 )

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie De beoordeling betreft een verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Besluit. Secretaris: - Daphne Carolus, stafmedewerker kwaliteitszorg bij VLUHR. De visitatiecommissie kende de volgende samenstelling:

Besluit. - Chris Peeters (Stafmedewerker kwaliteitszorg, Vlhora)

Besluit. - Chara Baeyens, stafmedewerker kwaliteitszorg bij Vlhora

Besluit. - Daphne Carolus, stafmedewerker kwaliteitszorg bij VLUHR;

Besluit. - Evelien Vandenhaute, stafmedewerker kwaliteitszorg. l.lnleiding

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma (facelten 2.1 en 2.9)

De visitatie heeft plaatsgevonden op 25 en 26 mei Het visitatierapport dateert van 1 maart 2012.

Besluit. l.lnleiding. op 6 en 25 juni 2013.

Besluit. Doelstellingen. Programma (facetten 2.1, 2.3 en 2.7) Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg; l.lnleiding

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg VLUHR;

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. - Chris Peeters, stafmedewerker kwaliteitszorg VLHORA;

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Besluit. - Thomas Jans, medewerker VLOHRA.

Besluit. Secretaris: - Ciska De Ruyver, secretaris namens Vlhora; van 6 november De visitatiecommissie kende de volgende samenstelling:

Besluit. Voozieningen

Besluit. Secretaris: - De heer Peter Daerden, stafmedewerker cel Kwaliteitszorg, VLUHR

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg. l.lnleiding

Besluit. - Chris Peeters, stafmedewerker kwaliteitszorg Vlhora; 1.lnleiding

- Chara Baeyens, stafmedewerker bij Vlhora. l.lnleiding

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Besluit. l.lnleiding. ontvankelijk verklaard op 6 novembe 2012.

Kader Toets Nieuwe Opleiding. - Vlaanderen

Besluit. l.lnleiding. voor het Bouwbedrijf); Tammy Schellens (doctor assistent Ondenvijskunde, Universiteit Gent)

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. - Chris Peeters, secretaris in dienst van VLUHR;

Besluit. - Jetje De Groof, medewerker VLHORA.

betreft de Arteveldehogeschool, is de aandacht voor inhoudelijke aspecten als beeldcommunicatie en online communicatie, in combinatie met de sterk

Besluit. - Jetje De Groof, medewerker VLHORA.

Besluit. Aanvullende informatie. uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Hogescholenraad (vlhora).

Besluit. l.lnleiding en ontvankelijk verklaard op 21 mei 2013.

Besluit. ziekenhuis Maria Middelares;

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

in de politieke wetenschappen (master) van de Vrije Universiteit Brussel

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit. 1.lnleiding. uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. l.lnleiding. PO Box CD The Hague lthe Netherlands. datum. onderwerp Definitief accreditatierapport en -beslu t.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg. L lnleiding

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Besluit. ontvankelijk verklaard op 1 1 juli 2013.

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen

Besluit. ontvankelijk verklaard op 14 februari 2013.

Generieke kwaliteitswaarborg 2 - Onderwijsproces De commissie beoordeelt het onderwijsproces als voldoende (2018).

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

- Dr. ir. Els Van Zele, stafmedewerker cel kwaliteitszorg VLUHR. L lnleiding

bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde

Besluit. - Dries Froyen, projectbegeleider en secretaris.

G. nvao. Besluit. Leuven en het CVO ACE-Groep T, hierna 'het samenwerkingsverband', beantwoordt aan dat opleidingsprofiel.

Almere augustus juli 2017

m v ü o datum 9 april 2018 onderwerp Accreditatiebesluit (006418) bijlagen 4

Besluit. - Jetje De Groof, gecertificeerd secretaris ingehuurd door Vlhora. l.lnleiding

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit. - Michael Gore, secretaris VLHORA;

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

in de vergelijkende en internationale politiek (master) van de Katholieke Universiteit Leuven

- Lieve Paternoster, medewerker cel Kwaliteitszorg VLHORA. l.lnleiding

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. ontvankelijk verklaard op 8 mei2013.

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Generieke kwaliteitswaarborg 1 - Beoogd eindniveau De commissie beoordeelt het beoogd eindniveau als voldoende.

Samenvattende bevindingen en overwegingen. De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Besluit. uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).

uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (Vluhr).

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Kader Toets Nieuwe HBO5-Opleiding. Omvorming

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Science in de politieke wetenschappen (academisch gerichte bachelor) van de Universiteit Antwerpen

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN

Besluit. - Chris Peeters, stafmedewerker kwaliteitszorg bij Vlhora; l.lnleiding

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de ople ding Master of Science in de wiskunde (master) van de Universiteit Gent

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen Enschede. Postbus KB ENSCHEDE

Transcriptie:

n ederl an ds v I a amse a ccreditati eorga n i sati e Besluit Accreditatierapport en besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Bachelor in de creatieve therapie (bachelor na bachelor) van de Arteveldehogeschool datum 1 0 december 201 3 onderwerp Definitief accreditatierapport en besluit (001 792) bijlage I l.lnleiding Bij brief van 3 mei 2013 heeft het instellingsbestuur van de Arteveldehogeschool te Gent een accreditatieaanvraag ingediend bij de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) voor de opleiding Bachelor in de creatieve therapie (bachelor na bachelor). Deze aanvraag is ontvangen op 3 mei 2013 en ontvankelijk verklaard op 28 mei 2013. De accreditatieaanvraag steunt op het visitatierapport van een externe beoordeling uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR). De visitatiecommissie kende de volgende samenstelling: Voorzitter: Jos Geebelen, Verpleegkundigparamedisch directeur in het medisch centrum StJozef, Bilzen en voozitter van Kindermishandeling Limburg ( voorzitter); Leden: Egbert Hulshof, directeur van de HBOopleiding Creatieve Therapie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen; Truus WertheimCahen, freelance Creatief therapeut met een eigen praktijk; Ludo Heylen, directeur van Cego vorming en consult, KULeuven (onderwijsdeskundige); Sylvia Thirion, combineerde een betrekking als vroedvrouw op een verloskwartier met een studie bachelor in het Zorgmanagement (studentlid). Secretaris: Daphne Carolus, stafmedewerker kwaliteitszorg, VLUHR; De visitatie heeft plaatsgevonden op 10 en 1 1 mei 2012. Het visitatierapport dateert van 21 maart 2013. 2. Formele overwegingen De NVAO komt tot de volgende vaststellingen: De externe beoordeling is opgesteld en onderbouwd overeenkomstig het toepasselijke Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen van de NVAO en volgens de daarbij behorende beslisregels; De visitatiecommissie heeft voor de eferne beoordeling het door de VLUHR vastgestelde visitatieprotocol gevolgd; ParksÌraat 2812514 JK I Postbus 85498 2508 CD Den Haag PO Box 85498 2508 CD The Hague lthe Netherlands T + 31 (0)70 312 2300 F + 31 (0)70 312 2301 info@nvao net I www nvao net

Pagina2 van 9 De externe beoordeling verschaft inzicht in de samenstelling van de visitatiecommissie; De externe beoordeling bevat een onderzoek ten gronde naar de aanwezigheid van voldoende generieke kwaliteitswaarborgen. De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat de externe beoordeling over de voorliggende opleiding regelmatig en gedegen tot stand is gekomen 3. lnhoudelijke overuvegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming in hoofdzaak op de onderstaande elementen uit het visitatierapport. Doelstellingen Het opleidingsconcept is opgemaakt uit zeven krachtlijnen die richtinggevende beleidsdoelen formuleren: een programma dat studentgericht en gericht op de individuele leerbehoeften is dat de student tot actief, zelfstandig en samenwerkend leren aanzet, dat gericht is op maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften van het werkveld, dat doorzichtig en evenwichtig is, en daarnaast onderwijs van een didactisch hoog niveau aanbiedt, dat een wetenschappelijke en innovatieve onderbouw heeft, dat gericht is op flexibiliteit, internationale samenwerking en uitwisseling, en dat waardegeoriënteerd en persoonsgericht is, en waarbij de persoonlijke en professionele groei van de student centraal staan. Het competentiegericht leren, wat de commissie als cruciaal ziet binnen Creatieve therapie, is wel nog niet genoeg formeel uitgewerkt in de doelstellingen van de opleiding. De beroepsspecifieke competenties kunnen transparanter en specifieker worden geformuleerd. De domeinspecifieke eisen die gesteld worden door (buitenlandse) vakgenoten en het beroepenveld komen voldoende tot uiting in de vooropgestelde eindkwalificaties voor de student en in het opleidingsprogramma. De opleidingsvisie en doelstellingen zijn formeel voldoende uitgewerkt, maar niet expliciet genoeg zijn geformuleerd. De opleiding dient haar doelstellingen concreter en preciezer te formuleren. De visie van de opleiding is verder sterk gericht op het psychoanalytische; zo werkt men duidelijk vanuit een Lacaniaans perspectief. Naast haar sterke oriëntatie op mediumspecialisatie en een psychoanalytische visie, dient de opleiding een even zwaar gewicht te geven aan de zorgvaardigheden voor de afgestudeerde creatief therapeut in de doelstellingen. De opleiding biedt vier specialisaties aan, namelijk Beeldende therapie, Muziektherapie, Dramatherapie en Dans en bewegingstherapie. Ze beogen elk dezelfde competenties maar steeds geformuleerd in relatie tot een van de media. Programma De commissie is over het algemeen van oordeel dat het programma wel een voldoende concretisering inhoudt van de eindkwalificaties wat het'algemene' gedeelte van het curriculum betreft. De commissie vindt dat het mediumgeoriënteerde gedeelte van het programma te weinig is ontwikkeld. De doelstelling dat afgestudeerden vaardig dienen te zijn in het medium, wordt immers niet waargemaakt in het eigenlijke curriculum. De commissie wil hier ook benadrukken dat de inhoud van de mediumoriëntatie een verdere bewaking en eventuele verdere ontwikkeling van het medium kan inhouden, maar dat dit zeker in het kader van het beroep van creatieftherapeut dient te gebeuren. De inhoud van het curriculum is genuanceerder dan de strikte visie. De commissie ziet dit niet onmiddellijk als een minpunt, maar vraagt de opleiding toch de formele visie als grondtoon te hanteren in de praktijk, ook op het niveau van de opleidingsonderdelen.

Pagina 3 van 9 ln het opleidingsprogramma is voldoende interactie met de beroepspraktijk gewaarborgd voor ontwikkeling van professionele gerichtheid. De professionele gerichtheid van de stageactiviteiten is ook duidelijk vanuit de door de opleiding duidelijk omschreven groeilijnen voor de competenties en de duidelijke beoordelingscriteria. De bachelorproef heeft daarnaast ook een duidelijk professioneel gerichte intentie. Het doel is de student een eindwerk te laten schrijven over een voor het werkveld relevant en vernieuwend onderwerp. De bachelorproef is voor studenten eigenlijk de enige manier om effectief praktijkgericht ondezoek te kunnen uitvoeren. De commissie heeft kunnen vaststellen dat het opleidingsprogramma modulair is opgebouwd. Hiertoe worden vier modules ingericht, namelijk'therapeutische vorming', 'Creatief{herapeutische basis', 'Creatieftherapeutische verdieping' en 'Creatieve therapie in het werkveld'. De volgtijdelijkheid van het programma wordt daarbij gevrijwaard door de strikte opeenvolging van de verschillende modules. lnhoudelijk is het programma volgens de commissie minder transparant samenhangend dan bedoeld door de opleiding. Zo is de samenhang tussen onderdelen van één module vaak zoek. Het therapeutische proces dat in de module 'Creatieve therapie in het werkveld' centraal zou moeten staan, hangt niet genoeg samen met de eigenlijke invulling van de stage en de bachelorproef. Het modeltraject dat de opleiding vooropstelt, bedraagt drie semesters. De werkstudenten ervaren de spreiding over 1,5 academiejaren als zwaar in verband met de studielast en de haalbaarheid van het programma. Misschien kunnen twee modeltrajecten ontworpen worden: een voor de reguliere voltijdse student en een voor de werkstudent. Op die manier zou het ook mogelijk zijn om de eigenlijke studielast beter in kaart te brengen. Nu wordt die door het hoge aantal individuele programma's vertroebeld weergegeven. Het aantal studieuren heeft de opleiding tevens in kaart gebracht via een retrospectieve meting, die ze online heeft afgenomen tijdens het academiejaar 20092010. De studielast van de gemeten onderdelen bleek daarbij overeen te komen of net lager uit te vallen. Dit staat volgens de commissie in contrast met de ervaringen van studenten en alumni. ln samenspraak met de andere opleidingen in het studiegebied Gezondheidszorg van de hogeschool werd afgesproken om de volgende didactische onderutrijswerkvormen te hanteren: hoorcolleges, werkcolleges, studiebezoeken, de stage en het daarbij horende stageverslag en de bachelorproef. De commissie heeft vastgesteld dat, hoewel de opleiding het didactische concept van de hogeschool volgt, ze niet beschikt over haar individuele didactische concept. Bovendien komt het competentiegericht leren dat in het hogeschoolbrede concept centraal staat niet steeds terug in alle werkvormen, zoals de hoorcolleges. Over het algemeen slaagt de opleiding er echter wel in de competentiegerichte aanpak te garanderen in de andere werkvormen. De digitale leermiddelen dragen hier ook efflciënt toe bij. De vorm van de stage zou volgens de commissie moeten worden herdacht. Er bestaat bij studenten, alumni en werkveld de verzuchting dat de stageduur te kort is. De commissie heeft kunnen vaststellen dat de evaluatiecriteria worden gecommuniceerd aan alle betrokkenen. De commissie heeft echter moeten vaststellen dat voor het overige de evaluatiecriteria onvoldoende transparant zijn, omdat ze vaak te beknopt en onvolledig worden geformuleerd. De commissie is daardoor van oordeel dat er op die manier voor de studenten niet voldoende inzichtelijk wordt getoetst. Naast de transparantie van de toetsing voor studenten wordt tevens de objectiviteit van de beoordelingen bedreigd door de gebrekkige formulering van de evaluatiecriteria. Verder heeft de commissie moeten vaststellen dat er onvoldoende gestandaardiseerde beoordelingsformulieren voorhanden zijn voor de uiteenlopende evaluatievormen in de verschillende opleidingsonderdelen. De commissie heeft op basis van de ingekeken examenvragen kunnen vaststellen dat de vragen daarbij van een correct niveau en juiste oriëntatie waren.

Pagina 4 van 9 ln het verleden bood de opleiding enkel toegang aan ergotherapeuten, maar dat is sinds de invoering van de bachelormasterstructuur sterk veranderd. De commissie is van oordeel dat de opleiding haar toelatingsvooruvaarden zeer goed en duidelijk heeft omschreven, en dat deze samen met de sterk uitgewerkte instroomprocedure een accuraat toelatingsbeleid voor de opleiding vormen. Kandidaatstudenten moeten zo drie stappen doorlopen vooraleer hun inschrijving als defìnitief kan worden beschouwd. Ten eerste moeten ze een motivatiebrief schrijven en indienen bij de opleiding. lndien het kernopleidingsteam deze motivatiebrief als voldoende ervaart, kunnen kandidaatstudenten ten tweede deelnemen aan een 'mediumadviesdag'. De opleiding peilt naar de intrinsieke mediumvaardigheden, en naar de bereidheid en mogelijkheid tot reflectie bij de kandidaten. lndien een kandidaat een positief advies krijgt, wordt hij uitgenodigd op een persoonlijk adviesgesprek. Tijdens dit gesprek wordt gereflecteerd over de persoonlijke houding, motivatie en startcompetenties van de student. De NVAO sluit zich aan bij de motivering van de commissie omtrent de positieve afweging en het potentieel van de opleiding om de beoordeling en toetsing op punt te stellen. De NVAO volgt ook de aanbevelingen van de commissie over het uitwerken van de evaluatiecriteria en het bewaken van de objectiviteit van de eigenlijke beoordeling. ln alle andere facetten van het programma zijn de generieke kwaliteitswaarborgen wel in voldoende tot goede mate aanwezig. lnzet van personeel De commissie heeft kunnen vaststellen dat het ondenarijzend personeel goed gekwalifìceerd is voor de invulling van het programma omwille van het uitgewerkte personeelsbeleid in de opleiding. Daarnaast is er ook een collegiale sfeer in het opleidingsteam, wat het informele contact en de samenwerking vergemakkelijkt. De vaardigheden en de kennis van het personeel op zowel domeinspecifìek als didactisch vlak worden ook sterk opgevolgd binnen het professionaliseri n gsbeleid. De commissie heeft kunnen vaststellen dat een aanzienlijk deel van het onderuijzende personeel recente ervaring en kennis heeft van de beroepspraktijk. Dit vezekert de relevante kennis en ervaring binnen het vakgebied voor de verschillende mediumkeuzes. Voor de overige opleidingsonderdelen werkt de opleiding Creatieve therapie voor het merendeel met gastsprekers en docenten, die een onmiddellijke link hebben met het expertisegebied. Naast didactische tekortkomingen in het lesgeverskorps brengt de opleiding overigens ook eventuele leemtes in vakexpertise in kaart om de opleiding inhoudelijk zo professioneel gericht mogelijk te kunnen verzorgen. De commissie heeft kunnen vaststellen dat de kwantiteit van het personeel binnen de opleiding voldoende is. Men zou zelfs kunnen stellen dat gezien de beperkte middelen die de bachelorna bacheloropleiding ontvangt, de resultaten optimaal zijn. De studentlectorratio is volgens de commissie positief, en volstaat om in een kwalitatief voldoende programma en begeleiding te voorzien. De commissie heeft tijdens de gesprekken wel vernomen dat de werklast onder de medewerkers als hoog wordt ervaren. Deze verzuchting bleek voornamelijk bij de gastdocenten te leven, die hun lesopdracht combineren met andere professionele bezigheden. Voozieningen De campus is zeer studentvriendelijk en aangenaam ingericht. De infrastructuur die ter beschikking staat van de opleiding, is in het algemeen ook adequaat en afgestemd op de activiteiten die de opleiding er plant. De vakspecifieke lokalen voor Beeldende kunst schieten tekort wat betreft vakspecifiek materiaal en de afstemming daarop, en dan zeker

Pagina 5 van I ten opzichte van de externe locaties. De meeste aanwezige lokalen zijn 'generieke' leslokalen, wat de afstemming op de vakinhoud vanzelfsprekend miniem maakt. 'De Kantienberg' beschikt tevens over een mediatheek. De collectievorming wat het vakgebied Creatieve therapie betreft, is aan de maat maar kan nog verbeterd worden door de aankoop van bijkomende standaardwerken en vooral meer actuele handboeken. De commissie heeft kunnen vaststellen dat de opleiding over een goede studie en studentenbegeleiding beschikt, zowel op opleiding als hogeschoolniveau. Hiertoe beschikt de opleiding in eerste instantie over een goede instroombegeleiding. De opleiding heeft ten tweede ook een duidelijke doorstroombegeleiding. ln functie hiervan heeft de hogeschool sinds 20042005 een raamwerk voor trajectbeheer en trajectcoaching ingevoerd. Ten derde voorziet de opleiding in een uitstroombegeleiding. De Arteveldehogeschool biedt faciliteiten voor die studenten die zich wensen te heroriënteren wat het leertraject of het opleidingsprogramma betreft. Verder verstrekt men voor de alumni informatie over werken en verder studeren. lnteme kwaliteitszorg Op alle niveaus in de hogeschool en de opleiding wordt de PDCAcyclus gehanteerd, wat aanleiding geeft tot voortdurend verbeteren. De opleiding bevraagt de verschillende betrokkenen bij het programma op basis van een vastgelegde planning. Deze systematiek wordt vastgelegd door de dienst lkz, waardoor overbevraging tegengegaan wordt, alle indicatoren en resultaten niettemin tijdig worden verzameld, en een boordtabel met belangrijke indicatoren kan worden ontwikkeld die transparantie schenkt aan alle belanghebbenden en richtinggevend is voor het beleid. De commissie heeft kunnen concluderen dat de opleiding voldoende maatregelen tot verbetering neemt naar aanleiding van de resultaten van de evaluaties en bevragingen. ln het opleidingsplan wordt naast de input die voortkomt uit de topdownbeweging een basis gevormd voor de langetermijndoelen door de resultaten uit PROSE en andere metingen (bottomup). Het kwaliteitsplan dat op basis van het opleidingsplan vorm krijgt, is een 'verzamelstaat' van operationele doelen die in één academiejaar dienen te worden doorgevoerd. Afhankelijk van het doel gebeuren de verbeteracties in de opleiding door bepaalde betrokkenen bij de opleiding. De commissie is van oordeel dat de verbeteringsplannen die concreet worden opgemaakt op opleidingsniveau in het jaarlijks opgestelde kwaliteitsplan voldoende bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen zoals die op hogeschool en opleidingsniveau worden vastgesteld. Dit wordt ook verder gegarandeerd door een systematische jaarlijkse evaluatie van de verbeterplannen op basis van de evaluaties die de opleiding c.q. de hogeschool uitvoerde. De commissie heeft kunnen vaststellen dat de betrokkenheid van de studenten, het werkveld, alumni en de medewerkers aan de maat is. De verschillende betrokkenen hebben inspraak in het opleidingsmanagement enerzijds en de kwaliteitszorg anderzijds. Door de kleinschaligheid van de opleiding is er naast de hierboven beschreven formele betrokkenheid ook een voortdurende, informele dialoog rondom kwaliteitszorg en de opleiding in al haar aspecten tussen de betrokkenen. De commissie is van oordeel dat dit zonder twijfel de tekorten die er bestaan binnen de formele betrokkenheidsmogelijkheden kan opvangen, maar wil de opleiding toch vragen deze betrokkenheid verder te formaliseren. De terugkoppeling van de resultaten van verbeterplannen naar de verschillende betrokkenen kan volgens de commissie nog beter. Resultaten De voorbereiding op de instap van het werkveld wordt momenteel volgens de commissie grotendeels gegarandeerd binnen het programma via de praktijklessen, de bachelorproef en de stage. De kwaliteit van de bachelorproeven die de commissie heeft kunnen inkijken, is

Pagina 6 van 9 voldoende qua niveau en oriëntatie. De bachelorproef is volgens de commissie een integratie van theorie, praktijk, beroepsondersteunende leerinhouden, beroepsvorming en persoonsvorming. De bachelorproeven die de commissie kon inkijken, waren qua onderwerp relevant en vernieuwend. De resultaten wat de internationale dimensie van de opleiding betreft, zijn nog niet geheel aan de maat. De opleiding zelf heeft momenteel nog geen streefcijfers bepaald voor slaagpercentages, gemiddelde studieduur en studieuitval. Het is de commissie wel duidelijk geworden dat de slaagcijfers in de opleiding Creatieve therapie hoog liggen. Het percentage succesvolle studenten stijgt ook jaarlijks wanneer gekeken wordt naar de cijfers van de periode 2006 2010. De commissie vermoedt dat dit veroorzaakt is door de invoering van de effectieve instroomprocedure. De opleiding wordt over het algemeen ook gekenmerkt door een laag uitvalpercentage. Het lage studieuitvalpercentage gaat gepaard met het hoge studiesucces van de studenten. Met de studenten die uitvallen, wordt een individueel gesprek gehouden om de reden van opgeven te bepalen en een eventuele verdere heroriëntatie mogelijk te maken. De gemiddelde studieperiode bevindt zich op 2 jaar en 2 maanden, wanneer gekeken wordt naar de volledige periode waarin de opleiding werd ingericht. De commissie vindt op basis van deze cijfers dat de opleiding, ondanks de hoog ervaren studielast, de studietijd voldoende bewaakt via een sterke begeleiding van de studenten. Conclusie De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat het eindoordeel van de commissie deugdelijk is gemotiveerd. De NVAO kan zich dan ook aansluiten bij de bevindingen en ovenaregingen voor alle facetten en onderwerpen, zoals verwoord in het visitatierapport. De eindconclusie uit het visitatierapport wordt gevolgd. Aanbevelingen De NVAO benadrukt de aanbevelingen van de commissie over het op punt stellen van het toetsbeleid, met name het transparant maken van de evaluatiecriteria.

Pagina 7 van I 4. Oordelen visitatiecommissie De tabel geeft per ondenruerp en per facet het oordeel van de visitatiecommissie weer ONDERWERP OORDEEL FACET OORDEEL I Doelstellingen opleiding 2 Programma V 1.1 niveau en oriëntatie G 1.2 domeinspecifieke eisen 2.1 eisen gerichtheid V 2 2 relalie doelstellingen programma 2.3 samenhang progremma 2.4 studielast 2.5 toelatingsvoorwaarden G 2.6 studieomvang OK 2.7 afstemming vormgeving inhoud 2.8 beoordeling en toetsing o 2.9 masterproef NVT 3 lnzet van personeel 3.1 eisen gerichtheid 3.2 kwantiteit 3.3 kwaliteit G Lt 4 Voorzieningen V 5 lnterne kwaliteitszorg 4. 1 materiële voorzieningen 4.2 studiebegeleiding (, 5.1 evaluatie resultaten 5.2 maatregelen tot verbetering V 5.3 betrokkenheid 6 Resultaten V 6.1 gerealiseerd niveau 6.2 onderwijsrendement Eindoordeel: positief

Pag na 8 van I 5. Globale oordelen NVAO De onderstaande tabel geeft per ondenrerp het globaal oordeel van de NVAO weer ONDERWERP OORDEEL 'l Doelstellingen 2 Programma 3 lnzet personeel 4 Voorzieningen 5 lnterne kwaliteitszorg 6 Resultaten Eindoordeel: positief 6. Besluitr betreffende de accreditatie van de Bachelor in de creatieve therapie (bachelor na bachelor) van de Arteveldehogeschool. De NVAO, Na beraadslaging, Besluit: Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger ondenruijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en besluit met positief eindoordeel voor de opleiding Bachelor in de creatieve therapie (bachelor na bachelor) van de Arteveldehogeschool goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen die te Gent wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 20132014 tot en met het einde van het academiejaar20202021. Den Haag, 10 december 2013 Voor de NVAO, R.P. Zevenbergen (bestuurder) 1 Conform de bepalingen vermeld in de handleiding accreditatie kan een instelling opmerk ngen en bezwaren formuleren op het ontwerp van accreditatierapport. De instelling heeft geen opmerkingen en/of bezwaren geformuleerd op het ontwerp van accreditatierapport

Pagina gvans Bijlage 1 Gegevens opleiding naam instelling adres instelling aard instelling graad, kwalificatie, specifìcatie niveau en oriëntatie studieomvang opleidingsvarianten afstudeerrichtingen: studietraject voor werkstudenten: vestiging opleiding onderwijstaal (delen van) studiegebieden bijkomende titel Arteveldehogeschool Hoogpoort 15 BEgOOO GENT BELGIË ambtshalve geregistreerd Bachelor in de creatieve therapie bachelor na bachelor 60 studiepunten geen geen Gent Nederlands Gezondheidszorg geen