Tecnolec EC-finale 2014: Risicobeoordeling volgens KB van 4/12/2014 Is de elektrische installatie in uw school conform? 1 Tecnolec? Technisch kenniscentrum elektrosector Activiteiten TAD elektrische installaties Verlichting-branddetectie-inbraakdetectie-bliksembeveiliging reglementering (AREI, KB s, MB s) en installatienormen Vragen: via VORMELEK: Veerle Van Antenhove (Veerle.VanAntenhove@vormelek-formelec.be) Reglementering en normalisatie Kennisverspreiding Infoavonden Nieuwsbrieven/infoflashes Technische bibliotheek Innovatieondersteuning/subsidiemogelijkheden 2 www.tecnolec.be 1
Is de elektrische installatie in uw school conform? 3 Inhoudstafel Welzijnswet van 4 augustus 1996 KB van 27 maart 1998 KB van 4 december 2012 Risicobeoordeling risico-evaluatie Bekwaamheid en opleiding van de werknemers (BA-codering) Maatregelen Rechtstreekse aanraking Onrechtstreekse aanraking Overstromen Thermische effecten Uitwendige invloeden Potentiaalspreiding Overspanning Spanningsschommeling Functionele sturing Niet-elektrische maatregelen 4 www.tecnolec.be 2
Welzijnswet (4/08/1996) Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18.9.1996) toepasselijk op de werkgevers en de werknemers. Werknemers arbeidsovereenkomst beroepsopleiding leerovereenkomst stagiairs de leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht Werkgevers: wie werknemers te werk stelt 5 Welzijnswet (4/08/1996) Welzijnswet van 4 augustus 1996 volgende algemene preventiebeginselen risico's voorkomen evaluatie van risico's die niet kunnen worden voorkomen bestrijding van de risico's bij de bron vervanging van wat gevaarlijk is door dat wat niet gevaarlijk of minder gevaarlijk is voorrang aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming de risico's inperken, rekening houdend met de ontwikkelingen van de techniek risico's op een ernstig letsel inperken door het nemen van materiële maatregelen met voorrang op iedere andere maatregel werknemer voorlichten over de aard van zijn werkzaamheden, de daaraan verbonden overblijvende risico's en de maatregelen die erop gericht zijn deze gevaren te voorkomen of te beperken verschaffen van passende instructies 7 www.tecnolec.be 3
KB van 27/03/1998 Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6.1998) interne dienst: interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk dynamisch risicobeheersingssysteem de identificatie van de gevaren maatregelen voorstellen teneinde over een permanente risicoanalyse te beschikken 8 KB van 4/12/2012:Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen Toepassingsgebied Alle elektrische installaties, zowel oude als nieuwe installaties, op plaatsen waar een werkgever-werknemer relatie aanwezig is. Oude elektrische installaties zijn: opgericht voor 1/10/81 wanneer de werkgever niet beschikt over een elektrische onderhoudsdienst met BA4/BA5 personeel opgericht voor 1/1/83 wanneer de werkgever wel beschikt over een elektrische onderhoudsdienst met BA4/BA5 personeel 10 www.tecnolec.be 4
Risicobeoordeling Elke voormelde installatie dient het voorwerp uit te maken van een risicobeoordeling, uit te voeren door de werkgever die er houder van is. 11 Risicobeoordeling Minimum volgende risico s opsporen en evalueren: elektrische schokken door rechtstreekse aanraking elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking overstroom oververhitting, brandwonden, brand en ontploffing, veroorzaakt door de elektrische uitrusting Ontladingen en lichtbogen (vooral bij HS) Veilig elektrisch materieel aangepast aan de aanwezige en redelijkerwijze te verwachten uitwendige invloeden en gebruiksomstandigheden Potentiaalspreiding (vooral bij HS-aarding) vrijkomen van opgehoopte elektrische energie (vb.: condensatoren) 12 www.tecnolec.be 5
Risicobeoordeling Minimum volgende risico s opsporen en evalueren: overspanningen ten gevolge van inzonderheid, fouten die kunnen ontstaan tussen actieve delen van kringen op verschillende spanning, van het schakelen en van atmosferische ontladingen spanningsdaling en het weder opkomen van de spanning Niet-elektrische risico s die te wijten kunnen zijn aan een fout of een slecht functioneren van een elektrische uitrustingscomponent, zoals stuurorganen of stuurstroombanen. andere gezondheidsrisico s (bv gebruik asbest) 13 Risicobeoordeling Minimum volgende risico s opsporen en evalueren: het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan elektrische installaties Scheiding op een veilige en betrouwbare wijze bij werkzaamheden aan de installatie of individuele stroombanen Vereiste waarschuwings-, verbods- en inlichtingenborden op de gepaste plaats en met de gepaste afmetingen 14 www.tecnolec.be 6
Risicobeoordeling Rekening houden met: de spanningsgebieden de absolute en de relatieve conventionele grensspanning het systeem van de aardverbindingen de uitwendige invloeden de eventuele inplanting van de elektrische installatie in een exclusieve ruimte van de elektrische onderhoudsdienst de eventueel aanwezige andere factoren die de ernst van de risico s kunnen beïnvloeden, inzonderheid de aanwezigheid van andere elektrische of niet elektrische installaties en vreemde geleidende delen. 15 Risicobeoordeling Methoden: Fine & Kinney (bv voor machines) 16 www.tecnolec.be 7
Risicobeoordeling Methoden: Fine & Kinney 17 Risicobeoordeling Methoden: Fine & Kinney Risicograaf (bv voor veiligheidstoestellen) 18 www.tecnolec.be 8
Risicobeoordeling Methoden: Fine & Kinney Risicograaf Brainstormen Oorzaak - gevolg analyse What-if analyses Scenario-analyse Business impact analyse FMEA (Faillure Mode and Effect Analysis) (bv op componentniveau) Monte Carlo analyse Sil (Safety Integrity Level) (bv in de procesindustrie) 19 Risicobeoordeling Als vertrekpunt van de risicobeoordeling kan voor oude installaties het verslag van de eerste controle(voor 2 januari 2014 te laten uitvoeren door een EO) gebruikt worden. Dit verslag is niet limiterend. Verder durven kijken is nodig en belangrijk!!! Er wordt geen methode opgelegd, wel de risico s die minimaal meegenomen moeten worden. Boodschap: gezond boerenverstand gebruiken!!! 20 www.tecnolec.be 9
Bekwaamheid en opleiding van de werknemers (BA-codering) Bekwaamheid en opleiding van de werknemers gebruik van/ uitbating van/werkzaamheden aan elektrische installaties of delen ervan met risico => alleen werknemers met de nodige bekwaamheid. AREI: bepaalde activiteiten of de toegang tot bepaalde installaties of delen van installaties met een restrisico => alleen toegestaan aan BA4 of BA5 personen KB: bij restrisico s (risico s die niet kunnen uitgeschakeld of beperkt worden door intrinsieke (ontwerp) of collectieve beschermingsmaatregelen) => toegang tot deze installaties enkel voorbehouden aan BA4 of BA5 personen 26 Aandachtspunten Bekwaamheid en opleiding van de werknemers BA4 of BA5: artikel 47 van het AREI kennis van de risico s van de elektrische installatie door interne of externe opleiding of ervaring. document opgesteld door de werkgever met volgende gegevens: naam van de werknemer werkzaamheden installaties of delen ervan eventueel bijzondere beperkingen geldigheidsduur voorwaarden voor het behoud 27 www.tecnolec.be 10
Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Rechtstreekse aanraking Aanraking door personen van actieve delen van elektrisch materieel vb: aansluitklemmen motor 31 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking bij de constructie zelf van het elektrisch materieel of bij zijn installatie De aanraking van de niet-beschermde actieve delen van het elektrisch materieel wordt onmogelijk gemaakt of bemoeilijkt door: omhulsels; isolatie; verwijdering; hindernissen een bijkomende bescherming door een automatische differentieelstroominrichting met grote of zeer grote gevoeligheid 32 www.tecnolec.be 11
Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Afscherming actieve delen d.m.v. specifieke afschermkappen(toestelgebonden) 35 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Ontoereikend! Transformator nog genaakbaar Afscherming HS/LS transformator met leuning en (beperkte) verwijdering OK Transformator niet meer genaakbaar Afscherming HS/LS transformator met metalen scherm 36 www.tecnolec.be 12
Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Gedeeltelijke afscherming open LS bord d.m.v. platen uit kunststof Kunststoffen handgrepen Volledige afscherming open LS bord d.m.v. platen uit kunststof (plexi) 37 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Afscherming schroefsmeltveiligheden Kunststoffen moeren of doppen 40 www.tecnolec.be 13
Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Afscherming secundaire verdeelrail 41 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Afscherming aansluitklemmen transformator 42 www.tecnolec.be 14
AREI Art. 32.02 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking De bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt verondersteld verzekerd te zijn door gebruik te maken van Z.L.V.S., zonder dat de maximale nominale spanning tussen twee blanke gelijktijdige genaakbare actieve delen de volgende waarde overschrijdt: Code Toestand van lichaam Wisselspanning Gelijkspanning met rimpel Gelijkspanning zonder rimpel BB1 Droog 25 V 36 V 60 V BB2 Nat 12 V 18 V 30 V BB3 Ondergedompeld 6 V 12 V 20 V 48 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Specifieke eisen m.b.t. een Z.L.V.S. stroombaan Verhoogde doorslagvastheid op het niveau van zowel de gebruikte stroombron als de rest van de stroombaan (t.t.z. naar L.S. stroombanen) Verbod tot galvanische verbindingen tussen actieve delen van de Z.L.V.S. stroombaan en : de aarde de beschermingsgeleiders toebehorend aan andere stroombanen de actieve delen toebehorend aan andere stroombanen. Verbod tot galvanische verbindingen tussen de massa s ondergebracht in de Z.L.V.S. stroombaan en : de aarde de beschermingsgeleiders toebehorend aan andere stroombanen vreemd geleidende delen. 49 www.tecnolec.be 15
Types veiligheidstransformator Veiligheidstransformator die in een omhulsel omsloten is Veiligheidstransformator die niet in een omhulsel omsloten is 50 51 www.tecnolec.be 16
Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Z.L.V.S. 230 V U U L /2 PE 52 Z.L.V.S.?! Geen Z.LV.S! 54 www.tecnolec.be 17
Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Geen Z.L.V.S.! 230 V U U L /2 PE! III III Aansluiting op PE geleider verboden! 55 Bescherming tegen rechtstreekse aanraking Geen Z.L.V.S.! Geen veiligheidstransformator! 230 V U ZLS PE 56 www.tecnolec.be 18
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Onrechtstreekse aanraking Aanraking door personen van massa's welke ingevolge een isolatiefout onder spanning zijn komen te staan vb: behuizing wasmachine met isolatiefout 58 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Vermijden isolatiefout: veilige constructie gepast onderhoud Bijkomend Passieve bescherming: onderbreekt de voeding niet Isolatie: klasse II of gelijkwaardig Andere Z.L.V.S. Veiligheidsscheiding Gelijktijdige aanraking onmogelijk maken: equipotentiale verbinding, verwijderen, hindernissen, isoleren van vreemde geleidende delen Actieve bescherming: onderbreekt de voeding gebaseerd op de veiligheidscurven 59 www.tecnolec.be 19
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Passieve bescherming Klasse II (of gelijkwaardig) ZLVS Equipotentiale verbindingen 60 AREI Art. 79.01 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Actieve bescherming Netsysteemcodering met twee letters, eventueel uitgebreid naar drie of vier 1e letter : Relatie tussen verdeelnet (actieve delen stroombron) en de aarde 2e letter : Relatie tussen de massa's en de aarde 3e en/of 4e letter : Uitvoering beschermingsgeleider en nulgeleider 65 www.tecnolec.be 20
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Verbinding sterpunt HS/LS transformator met de aarde T (Terre) L1 L2 L3 N Aardgeleider van het nulpunt HS beschermingsgeleider 67 Gestelsluitingen verhinderen Dubbele of versterkte isolatie Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking bij LS door passieve maatregelen Contact met massa ongevaarlijk maken Behoud van equipotentialiteit Plaatselijke equipot. verbinding Veiligheidsscheiding Z.L.V.S. Contact met massa verhinderen Omhulling Isolatie Hindernissen (Afscherming) Verwijderen 72 www.tecnolec.be 21
AREI Art. 79.01 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking De geaarde netsystemen in de praktijk Uitschakeling voeding gebaseerd op de veiligheidscurven TT netstructuur IT netstructuur TN netstructuur Aarding v/d massa s Detectie van aardfoutstroom Aarding v/d massa s Uitschakeling door differentieelstroominrichting Aarding en onderlinge verbinding v/d massa s Bewaking 1e isolatiefout door isolatiecontroletoestel Aarding en onderlinge verbinding v/d massa s / nulgeleider Detectie van foutstroom 1e isolatiefout 2e isolatiefout 2e isolatiefout 1e isolatiefout Uitschakeling door overstroombeschermingstoestel 74 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking TT-net: Isolatiefout tussen fasegeleider en massa U fase = 230 V R N = 1,5 R A = 30 Foutlus wordt door diff. schakelaar onderbroken bij I n 300 ma Maximale foutspanning die kan blijven bestaan U f = 30 x 0,3 A = 9 V 20A U f L1 L2 L3 U f = 30 x 7 A = 210 V Differentieel van I n = 300 ma I f = 7A = 23.3 x I n N PE I n = 300mA Foutstroom = 7 A 75 www.tecnolec.be 22
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Veiligheidscurve Volt 500 400 300 200 565 275 210 V 543 BB1 263 520 253 465 227 340 170 100 109 87 72 50 50 50 43 25 S 12 BB2 0,04 sec 0,15 sec 25 0 0,01 0,02 0,03 0,05 0,1 0,2 0,5 1 5 sec. 207 76 AREI art 88 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Keuze gevoeligheid van de automatische differentieelstroominrichting in ondernemingen met BA4/BA5 personeel 77 www.tecnolec.be 23
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Instelmogelijkheden m.b.t. differentieelstroominrichtingen 78 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Omvorming van TT naar TN-S systeem 20A L1 L2 L3 N PE 79 www.tecnolec.be 24
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Omvorming van TT naar TN-C-S systeem? PEN! De nieuwe PEN-geleider heeft een niet reglementaire kleur (Blauw i.p.v. Geel/Groen) 20A L1 L2 L3 N PE 80 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking U fase = 230 V U PE Isolatiefout in TN-S net R PE = 2 R fase = 1 U fase I f = ------------------ R fase + R PE(N) 230 I f = ----------- = 77 A 1 + 2 20A U f L1 L2 L3 N PE Foutstroom = 77 A U f = R PE(N) * I f! = 2 * 77 = 153 V 81 www.tecnolec.be 25
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Veiligheidscurve Volt 500 400 300 200 100 50 25 12 565 275 153 543 BB1 263 BB2 520 253 465 227 340 170 109 Gevaarlijke spanning 0 0,01 0,02 0,03 0,05 0,1 0,2 0,5 1 5 sec. 207 0,31 50 87 72 43 25 50 82 AREI Art. 80.02 + 80.3 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking TN-net: Actieve beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking Eén van volgende beschermingsinrichtingen moet gebruikt worden: Overstroombeschermingstoestellen (TN-C, TN-S) Differentieelstroominrichtingen (TN-S) Aanspreektijd van de beschermingsinrichting mag niet groter zijn dan de tijd bepaald door de veiligheidscurve voor de te verwachten foutspanning 83 www.tecnolec.be 26
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Automatische differentieelstroominrichting met aangepast kortsluitonderbrekingsvermogen (TN-S!!) 84 AREI Art. 80.05 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking TN-net: aandachtspunt In TN-netten verlengkabels met automatische differentieelstroombeveiliging gebruiken!! 85 www.tecnolec.be 27
Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Oxidatie van aardingsklemmen!!! Risico op overgangsweerstanden Opletten met Krimp- en persverbindingen 88 Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Stopcontacten zonder aarding!!! Stopcontacten zonder aarding! Geen beveiliging van de aangesloten toestellen van klasse 1! 89 www.tecnolec.be 28
Bescherming tegen overstromen Overstroombeschermingstoestellen Overstromen ongehinderd tot ontwikkeling laten komen voor zover inherent aan de normale bedrijfsomstandigheden Bvb aanlopen van motoren, inschakelen transformatoren Overbelastingsstromen onderbreken indien hun stroomwaarde en duurtijd het elektrisch materieel zou beschadigen Te hoge thermische belasting Kortsluitstromen binnen de kortst mogelijk tijd onderbreken Zéér hoge thermische en mechanische belasting! 90 Bescherming tegen overstromen 91 www.tecnolec.be 29
Overstroom Bescherming tegen overstromen Bescherming tegen overbelasting Leiding 1,45 x I z 1,15 x I z Toelaatbare stroom in leiding I z Bedrijfstroom I B I Beschermingstoestel I f Conventionele aanspreekstroom I nf Conventionele niet aanspreekstroom Toegekende stroom I n I B I n < I z I nf 1,15. I z I f 1,45. I z 0 92 Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Brandvoorkoming en bestrijding De beschermingstechnieken zijn gebaseerd op de eliminatie van ten minste één element uit de branddriehoek 100 www.tecnolec.be 30
Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Principe van bescherming tegen brandgevaar (AREI art 104) De beschermingsmaatregelen zijn gericht naar : Het elektrisch materieel / installatie als oorzaak van brand zowel bij normaal als abnormaal gebruik en bij incidenten De elektrische installatie als oorzaak van branduitbreiding De gevolgen van brand naar het elektrisch materieel / installatie Eisen inzake continuïteit van goede werking van vitale stroombanen 101 Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Materieel geschikt voor montage op brandbaar materiaal F F M 106 www.tecnolec.be 31
t l Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Nieuw artikel 104: Voorzorgsmaatregelen tegen brand 25 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties Gepubliceerd in BS op 4 juni 2013 van toepassing op elektrische installaties en op belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet is aangevangen drie maanden na de publicatiedatum van dit besluit vanaf 4 september 2013 109 t l Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Artikel 1. artikel 1 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties het punt 01 vervangen als volgt : «01. Algemene voorwaarden De voorschriften van dit reglement gelden : voor alle elektrische installaties bestemd voor productie, omvorming, transport, verdeling of gebruik van elektrische energie voor zover de normale frequentie van de stroom niet groter is dan 10.000 Hz; voor vaste leidingen ten behoeve van communicatie en informatietechnologie, van signalisatie of bediening (met uitzondering van de inwendige stroombanen van de toestellen) in het geval van de voorzorgsmaatregelen tegen brand zoals vermeld in artikel 104.» 110 www.tecnolec.be 32
Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Classificatie van leidingen Van F3 is geen sprake meer in art. 104 van het AREI. 111 Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Vitale stroombanen op basis van een risicobeoordeling door de uitbater of zijn afgevaardigde weergegeven op een of meerdere plannen van het bedrijf of de installatie, goedgekeurd en geparafeerd door de uitbater of zijn afgevaardigde alsook door de vertegenwoordiger van het erkend organisme - de detectie-installaties; - de meldingsinstallaties; - de waarschuwingsinstallaties; - de alarminstallaties; - de deur ontgrendelingsinstallaties; - de installaties voor rookafvoer; - de overdruk- en onderdrukinstallaties ter bescherming tegen rook; - de liften met prioritaire oproep; - de waterdruk verhogende installaties; - de veiligheidsverlichtingsinstallaties; - de noodverlichtingsinstallaties; -... 114 www.tecnolec.be 33
Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Vitale stroombanen De vitale stroombanen zijn duidelijk geïdentificeerd. Ze zijn derwijze uitgevoerd, aangelegd of door bouwelementen afgeschermd dat ze bij een uitwendige brand gedurende ten minste 1 uur operationeel blijven Functiebehoud 115 t l Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Bekabeling met SA/SD kenmerk (halogeenvrij) In de lokalen of plaatsen gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BD2, BD3 en BD4 niet normaal ontruimbare ruimten. gebouwen hoger dan of gelijk aan 25 m, schouwspelzalen, sportzalen, dancings, scholen, ziekenhuizen, rusthuizen,... 118 www.tecnolec.be 34
Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Ruimten met bijzonder brandgevaar Kabels van het type F2 119 Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Ruimten met bijzonder brandgevaar Kabels van het type F1 bekleed met zelfdovend materiaal 120 www.tecnolec.be 35
Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Brandwerende doorvoeringen door brandmuren en -vloeren Behoud van de graad van brandweerstand Basisnorm brandbescherming Test- en aanvaardingsrapport Volgens de geldende normen Uitvoering volgens code van goed vakmanschap Installatievoorschriften Opleiding van uitvoerders 124 Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Brandwerende doorvoeringen door brandmuren en -vloeren Mogelijkheden Bouwblokken en -stoppen Brandwerende mastiek Opvulzakjes ( Sealbags ) Modulaire systemen ( Pasblokjes ) Brandwerende mortel en bouwpanelen. Zandbak... 125 www.tecnolec.be 36
Bescherming tegen thermische effecten (lichtbogen, oververhitting, brand, verbranding, explosie) Afscherming vlamboog Afscherming impact vlamboog d.m.v. kunststof schermen (polycarbonaat platen) 126 AREI Art. 19 Keuze elektrisch materieel en leidingen in functie van de uitwendige invloedsfactoren De eigenaar / beheerder (uitbater) van de elektrische installaties de ontwerpers/uitvoerders: aanwezige invloedsfactoren en de zones Of ten minste alle gegevens verstrekken teneinde de factoren te kunnen bepalen Plannen op basis van een plattegrond waarop de uitwendige invloedsfactoren Dit plan behoort bij de technische documentatie van de elektrische installatie Akkoord (Goedgekeurd en geparafeerd) van de uitbater of zijn vertegenwoordiger en een afgevaardigde van een erkend organisme (E.O.) Plannen en handtekeningen niet voor huishoudelijke lokalen 128 www.tecnolec.be 37
AREI Art. 19 Keuze elektrisch materieel en leidingen in functie van de uitwendige invloedsfactoren A 1 2 3 B C 4 5 D Gebouw 102 129 AREI Art. 19 Keuze elektrisch materieel en leidingen in functie van de uitwendige invloedsfactoren Maak een overzicht van de uitwendige invloedsfactoren die normaal zijn Bepaal voor elk lokaal en sublokaal de afwijkende uitwendige invloeden 130 www.tecnolec.be 38
Keuze elektrisch materieel en leidingen in functie van de uitwendige invloedsfactoren Normale uitwendige invloeden AA AREI art. 144-225 1 2 3 4 5 6 7 8 AD AREI art. 84-226 1 2 3 4 5 6 7 8 AE AREI art. 29-227 1 2 3 AF AREI art. 146-228 1 2 3 4 AG AREI art. 147-229 1 2 3 AH AREI art. 148-230 1 2 3 AK AREI art. 149 1 2 AL AREI art. 149 1 2 AM AREI art. 139-232 1 2 3 4 5 6 AN AREI art. 139-232 1 2 BA AREI art. 47-233 1 2 3 4 5 BB AREI art. 31-234 1 2 3 4 BC AREI art. 47-234 1 2 3 4 BD AREI art. 101-2 - 234 1 2 3 4 BE AREI art. 101-3 - 234 1 2 3 4 CA AREI art. 101-4 1 2 CB AREI art. 101-5 1 2 3 4 131 Keuze elektrisch materieel en leidingen in functie van de uitwendige invloedsfactoren Uitwendige invloeden volgens het AREI 132 www.tecnolec.be 39
Beschermingsmaatregelen tegen potentiaalspreiding Elektrisch gescheiden aardverbindingen Aardverbindingen die voldoende ver van elkaar verwijderd zijn zodat de max. stroom, die doorheen één ervan vloeit, de potentiaal van de andere niet gevoelig verandert A en B in orde ; C en B niet in orde A Aarde Verloop aardbodemspanning U Spanning U BC C Spanning U AC B Aardpotentiaalstijging U E ( = Spanning U AB ) 134 Beschermingsmaatregelen tegen potentiaalspreiding Principe van bescherming Vermijden dat door een isolatiefout in de HS-installatie potentiaal-verspreiding via actieve geleiders, via aardingsinstallaties, of via vreemd geleidende delen aanleiding geeft tot gevaarlijke contactspanningen De continuïteit v/d vreemd geleidende delen die overgaan tussen de spreidingszone v/d HS-installatie en de neutrale aardbodem moet onderbroken zijn met aangepast isolatiemateriaal 135 www.tecnolec.be 40
1.25 m LS-bord 2.5 m 2.5 m 2.5 m 2.5 m 2.5 m Naar LSdiepteaardingselektrode HS-aardingsstrip LS (PE)N - lat Transfo cel Meet cel Transfo beveil. wapening L-profiel uit metaal Ondergrondse kokers Vrijstaande cabine Equipotentiaal geaard werkmilieu Isolerende vloerbedekking (Asfalt) Verbinding naar vloerplaat HS-Aardingsstrip Verbinding naar strip in metalen wand Uiteinden Verbindingen aardingslus naar bewapening HS-Aardingsscheider v/d fundering en toegangszone 137 www.tecnolec.be 41
Gewapende betonnen vloerplaat Asfalt 45 Aardingslus Aarde Aardingsstaven onder 45 Aardingsstaven onder 45 Verloop Aardbodemspanning U U S U E Aardpotentiaalstijging Beschermingsmaatregelen tegen overspanningen Personen en goederen moeten volgens de desbetreffende regels van goed vakmanschap beschermd worden tegen de schadelijke gevolgen van: 1. een isolatiefout die kan voorkomen tussen de onder spanning staande delen van stroombanen op verschillende spanningen; 2. overspanningen te wijten aan andere oorzaken, bijvoorbeeld atmosferische verschijnselen of eventuele overspanningen bij het schakelen. De toestellen moeten derwijze uitgevoerd en geplaatst worden dat personen en goederen door hun werking niet in gevaar worden gebracht. 144 www.tecnolec.be 42
Beschermingsmaatregelen tegen het dalen of volledig wegvallen en terug opkomen van de spanning Arbeidsmiddelen waarbij het wederopkomen van de spanning na een storing gevaar kan opleveren, moeten uitgerust worden met een minimumspanningsbeveiliging 145 Beschermingsmaatregelen m.b.t. de veiligheid en de betrouwbaarheid van de functionele sturing. Bescherming tegen aardfouten Aardfouten mogen niet leiden tot het ongewenst starten van toestellen of tot het uitvoeren van gevaarlijke bewegingen Aardfouten mogen ook niet leiden tot het niet meer kunnen stoppen van de toestellen of van de bewegingen De stuurstroombaan wordt bij voorkeur langs één zijde verbonden met de aarde Stuurstroombanen die niet verbonden zijn met de aarde moeten voorzien zijn van een isolatiecontroletoestel (ICT) 147 www.tecnolec.be 43
Stuurstroombanen 150 Stuurstroombanen 151 www.tecnolec.be 44
Beschermingsmaatregelen m.b.t. de veiligheid en de betrouwbaarheid van de functionele sturing. 156 Niet elektrische beschermingsmaatregelen Val- of struikelgevaar Losliggende, beschadigde of afwezige vloertegels 157 www.tecnolec.be 45
Niet elektrische beschermingsmaatregelen Asbest Signaalkabels met asbesthoudende mantel 159 Niet elektrische beschermingsmaatregelen Gevaar bij ventilatoren Mechanische bescherming van waaier aan binnenen buitenzijde v/h bord 160 www.tecnolec.be 46
Niet elektrische beschermingsmaatregelen Inrichting exclusieve ruimten van de elektrische dienst Verlichtingsniveau: 120 lux Veiligheidsverlichting Brandblusvoorzieningen Afzuiging (warmte) 161 Niet elektrische beschermingsmaatregelen Inrichting exclusieve ruimten van de elektrische dienst Insijpeling grondwater 163 www.tecnolec.be 47