TT-net. T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker

Transcriptie

1

2 TT-net T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker Bij dit net wordt de nulleider rechtstreeks geaard in het transformatorstation. De PEgeleider is hier afzonderlijk voor aarding van alle metalen delen van de verschillende gebruikers. Als nu door een fout een geleidend deel onder spanning komt te staan en er dus gevolg is voor indirecte aanraking, zal indien de aardingsweerstand klein genoeg is (<100Ω), de foutstroom zo groot zijn dat de vermogenschakelaar uitschakelt. De eerste fout in deze configuratie is levensbedreigend en dus wordt het net direct afgeschakeld. Er zullen steeds differentieelbeveiligingen nodig zijn om de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking te waarborgen. De vectoriele som van de lijndraden en de nulleider bedraagt nul. Bij een fout zal er een stroom vloeien door de aardingsgeleider, waardoor de som niet meer gelijk is en de differentieel zal afschakelen TT-IT-TN-netten

3 IT-net I: geïsoleerd van de aarde of verbonden met aarde via een impedantie T: geaard bij de verbruiker Hier is de nulleider via een impedantie (z) met de aarde verbonden en alle metalen delen van de verbruikers zijn verbonden met de PE-geleider. Bij een eerste fout wordt de foutstroom begrensd door de hoge aardingsimpedantie (z) van het nulpunt van de transformator. Aangezien dat deze foutstroom een kleine waarde heeft, is de aanraakspanning heel klein (<50V), waardoor er geen gevaar voor de veiligheid van personen bestaat. In geval van een tweede fout, is de stroom deze van een rechstreekse fout tussen twee fasen of een fase en de nulleider. De foutstroom doorloopt de hoge impedantie van het nulpunt van de transformator niet meer. Daarom moet, direct na het ontstaan van de eerste fout, via een detectie- en alarmsysteem onmiddellijk werk gemaakt worden van de foutlokalisatie. De productie blijft hierdoor verzekerd TT-IT-TN-netten

4 TN-C-net T: geaard in het transformatorstation N: verbinding van de verbruikermassa s met de aarde via de nulgeleider C: één geleider die gebruikt wordt als nulgeleider en als beschermingsgeleider (PEN) Bij dit nulleidersysteem wordt voor de nulleider en de beveiligingsgeleider dezelfde geleider gebruikt die bovendien rechtstreeks geaard moet zijn bij de verbruiker. De verbruikermassa s worden verbonden met de PEN-geleider die men nooit mag onderbreken. Het voordeel hier is dat er een geleider minder moet gelegd worden, waardoor een kostenvermindering ontstaat. Door de hoge intensiteit van foutstromen bij isolatiefouten verhoogt de kans op storingen en het brandgevaar. De voortplanting van nulleiderstromen in geleidende delen van het gebouw kan brand of een spanningsval veroorzaken. Omdat de foutstroom door de torus zal vloeien, is het onmogelijk om een differentiaal te gebruiken. Als de foutstroom nu toch te groot wordt, zal de vermogenschakelaar steeds tijdig uitschakelen TT-IT-TN-netten

5 TN-S-net T: geaard in het transformatorstation N: verbinding van de verbruikermassa s met de aarde via de nulgeleider S: een geleider als nulgeleider (N) en een geleider als beschermingsgeleider (PE) Hier zijn de nulgeleider en de beveiligingsleider gescheiden, met een totaal van vijf geleiders. Bij dit stelsel moet noodzakelijk de voeding onderbroken worden bij een eerste isolatiefout. Doordat de foutstroom niet door de nulgeleider, maar door de beveiligingsgeleider zal vloeien, is het gebruik van een differentiaalschakelaar wel toegestaan, maar zeker niet verplicht. Bij deze netconfiguratie is het belangrijk de kabellengte zo kort mogelijk te houden, omdat bij onrechtstreekse aanraking de kans groot is, dat bij lange leidingen de zekering niet naar behoren zal functioneren. Als er een kortsluiting op het einde van de elektrische leiding ontstaat, is de kortsluitstroom die er wordt opgewekt en terug naar de bron vloeit, kleiner wanneer hij de voeding bereikt. Hierdoor zal de zekering geen fout detecteren en dus ook niet afschakelen. Hier komt nog bij dat het spanningsverlies ook nadelig is voor de verbruikers die dan niet op volle spanning kunnen functioneren TT-IT-TN-netten

6 TN-C-S-net Soms is het mogelijk door uitbreiding over te stappen van een TN-C-net naar een TN-Snet. De PEN-geleider wordt dan opgesplitst in een aparte nulgeleider en beveiligingsgeleider. Omgekeerd is dit echter niet mogelijk want dan zou de foutstroom niet enkel meer in de beveiligingsgeleider vloeien, maar ook in de nulgeleider. Dit soort van configuratie vinden we terug bij de generatoren. Begrippen T: Terre: geaard I: Isole: geïsoleerd van aarde of verbonden via een impedantie N: Neutre : verbinding van de massa s met de aarde via de nulgeleider C: Combiné : 1 geleider als nulgeleider en beschermingsgeleiders S: Separé : 2 geleiders met elk hun eigen functie TT-IT-TN-netten