Nord-LockAG (eenbedrijfvoorheengenaamdvorspannsystemeag) info@nord-lock.ch www.nord-lock.ch
1. Aantrekprocedure 1.1 Controle Welk spankoppel toepassen? M = 100% spankoppel, zie uw interne instructies goedkeuringsformulier P&S databladeren P&S Opgelet: Het ingestempelde spankoppel vertegenwoordigt normaal de maximum toegelaten waarde en kan voor uw toepassing ongeschikt zijn. 1.2 Welke werktuigen gebruiken? geschikte draaimomentsleutel passende steeksleutel, zware reeks smeermiddel 1.3 Voorbereiding Schroefdraad en contactvlak reinigen en met een geschikt scheidingsmiddel goed smeren vergewis u ervan dat de drukschroeven aan het spanelement van SUPERBOLT niet uitsteken aan de kant van de last en goed gesmeerd zijn. Indien nodig met het aanbevolen SUPERBOLT-smeermiddel bijsmeren (zie goedkeuringsformulier) Trek het spanelement stevig aan met de hand en maak eventueel gebruik van een schroevendraaier of een gelijksoortig hulpmiddel dat u tussen de schroeven steekt. Vervolgens ongeveer 1/4 draai terugdraaien Gleufbreedte: ongeveer 1 tot 3 mm volgens het formaat Het eigenlijke aantrekken gebeurt in enkele stappen: 1.4 Aantrekken Stap 1: 1 3 mm 4 drukschroeven kruisgewijs met de hand of met behulp van een kleine sleutel handvast aantrekken om de schroefdraad te centreren en om de voorhanden zijnde speling op te heffen. Stap 2: Deze 4 drukschroeven nu kruisgewijs met 50% van het voorgeschreven spankoppel aantrekken. Stap 3: Dezelfde 4 drukschroeven nu kruisgewijs met 100% van het spankoppel aantrekken. Stap 4: Stap 5: Ga nu over tot het kringvormig aantrekken en trek alle drukschroeven met 100% van het voorgeschreven spankoppel M aan. Herhaal stap 4 tot alle drukschroeven gelijkmatig aangetrokken zijn (minder dan 20 restbeweging). Over het algemeen zijn 2 tot 3 draaien voldoende. Bij lange bouten zullen meer draaien nodig zijn. Pneumatische schroevendraaiers kunnen tijd besparen, cfr. alinea 3.3.
2. Procedure voor het losmaken Opgelet: Het losmaken moet volgens een welbepaalde procedure gebeuren. De drukschroeven moeten stapsgewijs losgemaakt worden! De afzonderlijke schroeven mogen in geen geval volledig losgemaakt worden. Anders zouden de overige drukschroeven de hele last moeten dragen en zouden ze bijgevolg moeilijker los te maken zijn. In extreme gevallen zouden de drukschroeven zelfs kunnen stuiken, waardoor ze niet meer losgemaakt zouden kunnen worden. 2.1 Inzet bij normale temperaturen (onder 100 C) Voorbereiding: Alvorens over te gaan tot het losmaken wat kruipolie gebruiken, vooral indien roest aanwezig is. Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Beginnend bij schroef nr. 1 elke drukschroef in de volgorde van de cirkel 1/4 draai losdraaien (het volstaat om ze net te ontspannen). Na de eerste rondgang zal drukschroef 1 terug vastzitten, maar dan op een dieper belastingsniveau. Opmerking: als er meerdere spanelementen losgemaakt moeten worden, zoals aan een flens, moet stap 1 bij alle elementen uitgevoerd worden alvorens over te gaan tot stap 2. Herhaal stap 1 op dezelfde manier in een tweede rondgang en dit voor alle spanelementen. Herhaling van stap 1 in een derde rondgang. De drukschroeven volledig losmaken. Het spanelement kan nu met de hand verwijderd worden. Opmerking: Lange schroeven zetten meer uit en hebben daarom wellicht één of twee rondgangen extra nodig. Opgelet: Alvorens de drukschroeven opnieuw te gebruiken op de instructies voor het onderhoud letten! 2.2 Inzet bij hoge temperaturen (meer dan 100 C) Voorbereiding : Bij zeer hoge temperaturen, verdampt de olie die in het smeermiddel vervat zit, wat het losmaken bemoeilijkt. Stap 1: Stap 2: Stap 3: Indien mogelijk reeds bij het afkoelen van de installatie (ongeveer 150 C) wat kruipolie aanbrengen. Bij nog hogere temperaturen synthetische olie gebruiken. Beginnend bij drukschroef 1 beurtelings in de volgorde van de cirkel alle drukschroeven van een element net ontspannen. Opmerking: Niet verder draaien dan het punt waarop ze net lossen en eerst alle drukschroeven van alle elementen van een verbinding op dezelfde wijze los zetten. Het eigenlijke lossen gebeurt volgens de methode die onder punt 2.1. beschreven wordt (normaal geval), beginnend bij stap 1. Opmerking: bij inzet op hoge temperaturen worden vaak doorgeboorde bouten gebruikt. Door gebruik van verwarmingspatronen kunnen de spanelementen van SUPERBOLT gemakkelijker losgemaakt worden. Vijf minuten verwarmingstijd volstaan reeds om het losmaken te bespoedigen.
3. Smering en gereedschap 3.1 Smeermiddel Drukschroeven: De drukschroeven worden voorgesmeerd geleverd. Het gebruikt smeermiddel staat op het goedkeuringsformulier vermeld. Gelieve voor drukschroeven enkel het SUPERBOLT-smeermiddel te gebruiken of een vervangend smeermiddel dat door P&S toegelaten wordt. Drukringen: Op de bovenkant (contactvlak met de drukschroeven) moet het juiste SUPERBOLT-smeermiddel gebruikt worden. Voor de onderkant kan elk geschikt scheidingsmiddel gebruikt worden. Schroefdraad: Elk geschikt scheidingsmiddel, maar ook SUPERBOLT-smeermiddel, mag gebruikt worden. Het middel wordt met een penseel of met een spray aangebracht. 3.2 Steeksleutel Het is aan te raden om voor het aantrekken van drukschroeven enkel werktuigen in goede toestand te gebruiken. Het best geschikt zijn zware slagbussen, zoals deze gebruikt worden voor pneumatische slagsleutels. Versleten bussen zijn gevaarlijk en moeten geëlimineerd worden. 3.3 Pneumatische sleutels De pneumatische slagsleutels zijn bijzonder geschikt, maar bereiken slechts 30 tot 50% van hun capaciteit (zwakke koers) voor het aantrekken van SUPERBOLT-drukschroeven. Gebruik daarom leidingen en koppelstukken met een zo groot mogelijke doorsnede (hydraulische koppelstukken van de firma Stäubli bijvoorbeeld). Voor frequent gebruik kiest men best enkel robuuste, industriële werktuigen (Ingersoll Rand, Dino Paoli, Atlas Copco) vanwege de intensieve krachten. Het koppel dat verkregen wordt door middel van een pneumatische slagsleutel is gemakkelijk controleerbaar. Aantrekken tot stilstand en dan het koppel met een draaimomentsleutel meten, bij voorkeur met een sleutel met elektronische weergave. Het spankoppel is eenvoudig te regelen. Plaats een onderhoudseenheid (filter, regelaar, smeerpot) vlak voor de sleutel. Stel de druk en daarmee het vermogen van de sleutel op de regelaar in. Pas het gewenst draaimoment op de SUPERBOLT-drukschroef toe met behulp van een draaimomentsleutel. Daarna de slagsleutel erop zetten en de druk verhogen, tot de drukschroef terug begint te draaien. Ter controle: zodra de slagsleutel draait, mag de druk op de regelaar niet dalen. Anders ontstaat een drukvermindering in de leidingen. Vandaar dat het noodzakelijk is om leidingen met een grote doorsnede te voorzien. Bij een regelmatig gebruik van pneumatische slagsleutels is het gebruik van een aangepaste controle-eenheid zeer nuttig (verkrijgbaar op aanvraag). Bij het aantrekken zijn de pneumatische slagsleutels vooral geschikt voor de stappen 2 tot 5; ze moeten op 90 tot 100% van het draaikoppel M ingesteld zijn. Opmerking: door de grote verlies van de pneumatische slagsleutels moet de laatste draai bij het vastmaken altijd met de hand gebeuren met behulp van een draaimomentsleutel. Opmerking: bij het losmaken is voorzichtigheid geboden. Gebruik normale pneumatische sleutels enkel voor stap 4 (volledig losmaken), nooit voor de stappen 1 tot 3! P&S biedt een nieuwe speciale pneumatische slagsleutel aan voor het lossen van de SUPERBOLT-spanelementen. Het gaat om een sleutel waarmee men slechts een kwart draai kan geven en die ook gebruikt kan worden voor de stappen 1 tot 3. Enkele gegevens betreffende de pneumatische slagsleutels: Netdruk min. 6,5 bar tot 70 Nm slagsleutel 3/8"of ratelsleutel 70 130 Nm slagsleutel 1/2"regelbar (Opgelet: niet overtrekken!) 130 200 Nm slagsleutel 1/2" 200 270 Nm slagsleutel 1/2"(manueel) of 3/4" boven 270 Nm slagsleutel 3/4"
4. Onderhoud 4.1 Regelmatige controles SUPERBOLT-spanelementen verliezen hun voorspankracht ook niet na meerdere jaren dienst, vooropgesteld dat ze correct aangetrokken werden. Niettemin moet de voorspankracht bij elke revisie (na enkele jaren) nagekeken worden. Hiervoor dient men een draaimomentsleutel te gebruiken die geregeld is op 100% van het toegelaten spankoppel zoals dat vermeld staat op de receptiefiche of zoals vermeld staat in uw instructies voor de montage. Indien enkele drukschroeven tegen alle verwachtingen niet meer de gewenste spankracht hebben, gaat men als volgt te werk: Het spanelement lichtjes ontspannen door de drukschroef los te maken overeenkomstig de procedure voor het losmaken. Maar slechts 1 rondgang! Zo blijft de moer verder gespannen. Nu opnieuw spannen overeenkomstig de aantrekprocedure stap 5, d.w.z. met vol spankoppel. Ga te werk in de volgorde van de cirkel en dit tot alle drukschroeven terug vastgemaakt zijn. 4.2 Preventief onderhoud Bv. bij een demontage voor onderhoudsdoeleinden. Ontspannen overeenkomstig de procedure voor het losmaken De schroefdraad en de uiteinden van de SUPERBOLT-drukschroeven reinigen en behandelen met het smeermiddel dat op het goedkeuringsformulier vermeld staat. Geen molybdeendisulfide (MoS 2) gebruiken als dat niet uitdrukkelijk in het goedkeuringsformulier vermeld staat. - De SUPERBOLT-drukring kan verder gebruikt worden ondanks de sporen die ontstaan zijn door het gebruik van de drukschroeven. Het volstaat om hem om te draaien. Indrukken van 1/100 mm zijn normaal. - Terug aantrekken overeenkomstig de aantrekprocedure. 4.3 Wat doen bij problemen? De drukschroeven kunnen niet losgemaakt worden: Probeer om er minstens één los te maken Verwijderen, goed smeren en vervolgens aantrekken met 110% van het toegelaten spankoppel De twee naburige drukschroeven moeten dan normaal losgemaakt kunnen worden. Verwijder ook deze schroeven, smeer ze en trek ze met 110% van het koppel aan. Daarna moeten opnieuw de twee naburige drukschroeven losgemaakt kunnen worden. Ga zo verder Ontspan vervolgens alle drukschroeven overeenkomstig de procedure voor het losmaken. De drukringen zijn na meerdere inzetbeurten beschadigd: Vervang ze door originele, gehard SUPERBOLT-drukringen De drukschroeven zijn beschadigd of verloren: Vervang ze door originele SUPERBOLT-drukschroeven Geen in de handel gangbare schroeven gebruiken. Ze zijn niet voor dergelijke hoge belastingen geschikt. Andere problemen: Gelieve u tot uw leverancier te wenden, of rechtstreeks tot P&S Vorspannsysteme AG.
5. Algemene opmerkingen 5.1 Spanelementen met slechts 4 of 6 drukschroeven Aantrekken Stap 1: alle drukschroeven kruisgewijs met de hand lichtjes aantrekken. Stap 2: 2 tegenoverliggende drukschroeven met 50% van M aantrekken. Stap 3: 2 andere tegenoverliggende drukschroeven met 100% aantrekken. Stap 4: alle drukschroeven kringvormig met 100% aantrekken, tot ze vastzitten. 5.2 Om het aanspannen van lange ankerelementen te versnellen wordt aangeraden om stap 4 gedurende enkele rondgangen met een hoger spankoppel (ca 110 125%) uit te voeren. Opgelet: de laatste ronde systematisch controleren. De laatste ronde moet 100% met de hand aangedraaid worden, om overbelasting te vermijden. 5.3 Dichtingen met lange elastische koers Het geeft niet dat bij het spannen enkele drukschroeven loskomen (of een spanelement op de rondgang). Dit is normaal, aangezien aanvankelijk enkel de bouten die aangetrokken worden, last opnemen. Losse elementen niet bijregelen. Anders doen zich later bij het losmaken problemen voor. De drukschroeven bij voorkeur bijregelen met een pneumatische slagsleutel. 5.4 Het spannen van grote flenzen of vlakke dichtingen kan best met 2 personen gebeuren die elk op 180 staan, of door 4 personen, op 90. 5.5 Het gebruik van afstandbussen In de mate van het mogelijke moeten de spanelementen aangebracht worden aan het uiteinde van de boutwinding. Hierdoor wordt de schroefdraad beschermd. Het aanspannen verloopt vlotter (zonder verlengingen van de bussen) en de uitrekking wordt erdoor verbeterd. Gebruik hiervoor geschikte hulzen of leg enkele zware ringen onder de drukring. Hierdoor kunnen ook oude windingen gebruikt worden die door andere spanmethoden beschadigd werden. 5.6 Het aanspannen bij gebruik op hoge temperaturen Als ze correct gespannen zijn, hoeven de SUPERBOLT-spanelementen normaal gesproken niet aangespannen worden. Als het toch nodig zou zijn om ze regelmatig bij te regelen, gelieve ons dan te verwittigen zodat we de assemblage nogmaals kunnen nakijken. 5.7 Het bijslijpen van de boutdraaden kan noodzakelijk worden als de draad van de bout in de loop der jaren vervormd is, vooral als deze bij hogere temperaturen gebruikt werd. Hetzelfde geldt voor bouten die vroeger geproduceerd werden en waarvoor nog andere tolerantiecriteria gebruikt werden. 5.8 Montagewerktuig Naast de diverse bestaande werktuigen voor het aanspannen van de SUPERBOLTspanelementen zijn ook eenvoudige speciale werktuigen verkrijgbaar die de montage van grote moeren of bouten vereenvoudigen. 5.9 Er zijn naar keuze beschermkappen in vinyl, staal, met name roestvrij staal, verkrijgbaar voor de bescherming van de spanelementen, volgens de toepassingen. Ze zijn gevuld met vet en bieden bij normale temperaturen een goede bescherming tegen roest. 6. Advies en uitsluiting van aansprakelijkheid Als u meer informatie wenst over de toepassingsmogelijkheden, het gebruik of het onderhoud van de voorspansystemen van SUPERBOLT, gelieve dan contact op te nemen met uw leverancier, of rechtstreeks met P&S Vorspannsysteme AG. P&S wijst alle aansprakelijkheid af voor elke onjuiste keuze van producten, voor elk onjuist gebruik, alsook voor alle schade die voortvloeit uit het veronachtzamen van onze instructies en richtlijnen. Onder voorbehoud van wijzigingen in het kader van de technische vooruitgang. P&S 5.5-016 NL 11/03