AEGON over OPTAS Position Paper



Vergelijkbare documenten
AEGON over OPTAS Position Paper

Hoofdlijnen voor een nieuwe Pensioenwet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Verslag van een schriftelijk overleg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Motie Omtzigt/Hamer

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Optas

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Magna Charta Digital Law Review Uitspraak ASMI

Artikel 1 - Definities

In artikel 21, vierde lid, vervalt en het opnemen van gegevens over de vergelijkbaarheid van onderdelen van de pensioenregeling.

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

De Rol van de Ondernemingsraad bij Pensioen. 1. Wettelijke bevoegdheid

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

PERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 2 mei 2013 Betreft Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over medezeggenschap bij PPI

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG

Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht.

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

Omzetting van een stichting naar een BV

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/ Kamervragen van het lid Omtzigt

Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten

NO: 16 / MAART 2013 Sfeerimpressie Hoe is de verhouding tussen de werkgever en het pensioenfonds? Zijn het pensioenfonds en Boskalis onafhankelijk?

Beleidsregels ontheffingen Pensioen- en spaarfondsenwet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Reglement voor de raad van toezicht

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

1. Een inleiding 2. Een omschrijving van de feiten en omstandigheden van de zaak 3. De grondslag van de vordering 4. De omschrijving van de vordering

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

Overzicht van onze digitale knipsels over de Optas- havenpensioenkwestie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Appellante kan in haar beroep worden ontvangen, nu het beroepschrift binnen de daarvoor geldende termijn is ingediend.

27 september Deelnemersvergadering

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari Ferry Pereboom Angelique Kansouh

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Informatiebrochure, gevolgen arrest Gerechtshof voor uw pensioen

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

4. Bestuurders van de fondsen kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

Datum 21 januari 2019 Betreft Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over "de pensioenwet en de wet op de beroepspensioenfondsen"

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V.

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

VOORGENOMEN LIQUIDATIE PENSIOENFONDS

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

FINANCIËLE POSITIE. Deelnemersvergadering 29 november Financiële positie 29 november 2016 Pagina 1

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

FAILLISSEMENTSVERSLAG ex artikel 73a Fw verslagnummer 3

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De pensioenleeftijd zal omhoog gaan

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PF-UPDATE Nr 2 juni 2009 nieuwsbrief Pensioenfonds

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC

Kemira Rotterdam B.V.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019.

Algemeen pensioenfonds in vogelvlucht

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID. Reglement VO bpfbouw

Reglement Verantwoordingsorgaan 1

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Vereniging voor Pensioenrecht 27 januari 2015 Rechtspraak 2015: - Verjaring - Pensioenontslag WWZ - Onjuiste communicatie - Partner en het pensioen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement verantwoordingsorgaan 2014

Reglement van het verantwoordingsorgaan

Datum 2 oktober september 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Omtzigt en Ronnes (beiden CDA) over woekerpolissen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Transcriptie:

AEGON over OPTAS Position Paper Juni 2011 Dit document bestaat uit vijf delen: (1) een beschrijving van het conflict over de havenpensioenen; (2) een feitelijk en chronologisch overzicht van het conflict; (3) een bijlage 1 waarin de opvattingen van minister Donner over het beklemd vermogen zijn geciteerd; (4) een bijlage 2 waarin de opvattingen van de Ondernemingskamer over het beklemd vermogen zijn geciteerd; (5) een bijlage 3 waarin de persverklaring die AEGON heeft uitgegeven na de uitspraak van de Hoge Raad; (6): een bijlage 4 waarin de antwoorden staan van minister Kamp op Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA). 1

1. Het conflict over de havenpensioenen Met de ruzie tussen havenwerkgevers, -werknemers en de Stichting Optas had AEGON eigenlijk niets te maken. Deze ruzie komt voort uit afspraken die zo n veertien jaar geleden tussen die partijen zijn gemaakt. Werkgevers en vakbonden besloten in 1996 om de aandelen van verzekeraar OPTAS NV onder te brengen bij Stichting Optas. AEGON was daar niet bij betrokken. AEGON kocht in 2007 deze commerciële verzekeraar OPTAS NV. Daarvoor betaalde AEGON een koopprijs van 1,5 miljard euro aan Stichting Optas. 1 Sindsdien zorgt AEGON ervoor dat alle havenwerkers hun pensioen krijgen volgens de gemaakte afspraken. Het is van belang daarbij op te merken dat AEGON de pensioenregelingen zoals die destijds tussen OPTAS NV als verzekeraar enerzijds, en de werkgevers en de vakbonden anderzijds zijn afgesproken volledig uitvoert en nakomt, onder toezicht van de Nederlandsche Bank. Zo is het (magere) indexatiebeleid dat AEGON nu moet uitvoeren destijds door deze sociale partners overeengekomen. Bemiddeling Op verzoek van de regering deed oud-minister Elco Brinkman vanaf juni 2008 een bemiddelingspoging om met alle partijen tot een oplossing te komen. Eind oktober 2008 stopte de heer Brinkman zijn poging en gaf de opdracht terug aan de regering. Ton Jansen, voorzitter van de Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden van de Vervoeren Havenbedrijven (BPVH), zei daarop op 26 oktober 2008 in het Algemeen Dagblad: We hadden een bijna-akkoord, dat is op het laatste moment van tafel gehaald. Met AEGON hadden we eruit kunnen komen. De halsstarrige houding van de Stichting Optas is echter onacceptabel. Die waarneming werd door AEGON gedeeld. Sterker nog, het enige wat AEGON en BPVH toen uit elkaar hield, was het feit dat BPVH en Stichting Optas geen akkoord konden bereiken. Rechtszaak tegen AEGON BPVH begon in november 2008 een zogenoemde jaarrekeningprocedure tegen AEGON waarin zij onder meer stelde dat AEGON in de jaarrekening 2007 bij zijn eigen vermogen het eigen vermogen van OPTAS NV (ad 1,7 miljard euro) waar het beklemd vermogen deel van uitmaakt - niet zou mogen meetellen. Op 5 augustus 2009 wees de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam het verzoek van BPVH af waarbij de Ondernemingskamer haar vraagtekens stelde bij de handelwijze van het bestuur van Stichting Optas. Tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer ging BPVH in cassatie bij de Hoge Raad. Maar ook de Hoge Raad stelde AEGON in januari 2011 in het gelijk: Een verplichting om het beklemde vermogen te besteden, bijvoorbeeld aan verbetering 1 In diverse publicaties wordt gesproken over een bedrag van 1,3 miljard euro. Door de in de periode tussen ondertekening en de effectuering van de overname gestegen waarde van de beleggingen, vooral ook de herwaarderingsreserve, werd de koopprijs uiteindelijk 1,5 miljard euro. 2

van de pensioenen van de havenwerknemers, bestond vóór de omzetting niet en na de omzetting ook niet. Als bijlage hierbij is de tekst gevoegd van de persverklaring die AEGON na de uitspraak van de Hoge Raad heeft gegeven. Rechtszaak tegen de Stichting Optas BPVH begon daarnaast een juridische procedure bij de rechtbank te Den Haag tegen de bestuurders van de Stichting Optas tot ontslag uit hun functie. Ook dat verzoek werd afgewezen in augustus 2009. Tegen deze uitspraak is BPVH in hoger beroep gegaan. Schikking tussen Stichting Optas en BPVH In april 2010 werd bekend dat BPVH en de Stichting Optas tot een oplossing van hun conflict waren gekomen. Aan de achterban van BPVH werd een schikkingsvoorstel gepresenteerd dat inhield dat de Stichting Optas 500 miljoen euro ter beschikking stelt aan BPVH om de pensioenen van de havenwerknemers te verbeteren en dat de procedure tot ontslag van de bestuurders van Stichting Optas ingetrokken wordt. Dat voorstel is door de achterban geaccepteerd. Daarmee lijkt het conflict tussen BPVH en de Stichting Optas uit de wereld. AEGON was geen partij in deze zaak en is niet op de hoogte van details van de getroffen schikking. BPVH heeft ervoor gekozen een deel van het bedrag dat zij van Stichting Optas heeft verkregen, te besteden aan verbetering van de pensioenen van de mensen die pensioen hebben opgebouwd in het voormalige bedrijfstakpensioenfonds PVH in de haven. Deze mensen zijn inmiddels gepensioneerd of ze zijn nog actief (binnen of buiten de haven) maar hebben opgebouwde rechten uit die periode. Voor deze eerste stap gebruikt de door BPVH opgerichte Stichting Vermogensbeheer 225 miljoen euro (van de 500 miljoen euro). BPVH heeft deze pensioenverbeteringen bij AEGON ondergebracht. 3

2. Alle gebeurtenissen en feiten op een rij Tot 1998: PVH beheert de pensioengelden van operationele havenwerkers Tot 1998 waren de pensioenaanspraken van operationele havenarbeiders ondergebracht bij de stichting Pensioenfonds voor de Vervoer- en Havenbedrijven (PVH). Dit pensioenfonds kende een verplichte deelname op basis van een verplichtstellingsregeling. Het bestuur van het pensioenfonds bestond uit werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers, dat wil zeggen dat het paritair was samengesteld. Het bestuur stond onder toezicht van een eveneens paritair samengestelde stichtingsraad. De dagelijkse leiding over PVH lag in handen van een directie die verantwoordelijk was voor de uitvoering van de bestuursbesluiten. 1996-1997: diverse ontwikkelingen noodzaken tot herbezinning pensioenfondsstructuur Binnen het paritaire bestuur van PVH ontstond de wens om de pensioenaanspraken van havenarbeiders op een andere wijze dan via een pensioenfonds, veilig te stellen. Als belangrijkste beweegredenen voor deze herbezinning zijn te noemen: de afname van het aantal premiebetalende deelnemers; de trend naar flexibilisering en individualisering in plaats van een havenbrede pensioenregeling in een bedrijfstakpensioenfonds; de discussie over de wenselijkheid van verplichtstelling; het achterhaalde onderscheid tussen blauwe en witte boorden; de jarenlange (oneigenlijke) onttrekkingen uit de reserves van het pensioenfonds waarmee reorganisaties in de havens werden bekostigd. Eind 1996: PVH besluit tot opheffing pensioenfonds Op 25 november 1996 besluiten het paritaire bestuur van PVH en de paritaire stichtingsraad tot een ingrijpende herstructurering met ingang van 1998. PVH zal worden opgeheven en worden omgezet in een commerciële verzekeraar OPTAS NV. In totaal wordt circa twintig maal door PVH over de beoogde herstructurering vergaderd. Het bestuursbesluit wordt gekoppeld aan een aantal eisen: voor 95% van alle werknemers worden nieuwe langjarige collectieve verzekeringsovereenkomsten gesloten met werkgevers; alle goedkeuringen van toezichthouders, ministeries, rechtbank en de Belastingdienst worden verkregen; een door FNV en CNV te houden referendum levert geen negatieve uitslag op; er wordt nog 300 miljoen gulden aan de vrije reserves van PVH onttrokken en daarna gaat een verzekeringsmaatschappij van start met een vermogen van ten minste 800 miljoen gulden. 1997-1998: PVH wordt omgezet in de verzekeraar OPTAS Nadat is gebleken dat aan alle eisen is voldaan wordt ultimo 1997 de stichting PVH opgeheven en omgezet in een naamloze vennootschap OPTAS Pensioenen (II) NV. Ter gelegenheid van deze omzetting richtten de sociale partners een nieuwe stichting op, de Stichting Optas. Deze nieuwe stichting ging alle aandelen in OPTAS Pensioenen (II) NV houden. Deze laatste fuseert in 1998 met de reeds vanaf 1991 bestaande verzekeraar OPTAS Pensioenen NV. Na de fusie zijn de 4

pensioenaanspraken van de operationele havenarbeiders ondergebracht in de verzekeraar OPTAS NV, naast de daarin vanaf 1991 reeds ondergebrachte pensioenaanspraken van beambten. Consequenties van de omzetting voor de governance-structuur Bestuur en stichtingsraad van PVH hebben op 25 november 1996 besloten om de nieuwe verzekeraar OPTAS NV, in termen van governance-structuur, op afstand te brengen van de haven en de daarin betrokken sociale partners. Besloten is om de aandelen van de verzekeraar OPTAS NV onder te brengen in de nieuw op te richten Stichting Optas. Het bestuur van deze stichting is initieel benoemd door het bestuur van PVH. Er is door de sociale partners gekozen voor een niet-paritaire samenstelling, maar voor onafhankelijke personen zonder havenbinding. Toekomstige benoemingen in het bestuur vinden plaats door coöptatie. De directie van verzekeraar OPTAS NV komt onder toezicht van een Raad van Commissarissen, eveneens initieel benoemd door het paritaire bestuur van PVH. Consequenties van de omzetting voor de contractuele verhouding met afnemers Door de omzetting van PVH in de verzekeraar OPTAS NV is de verplichtstellingsregeling beëindigd. In plaats daarvan zijn ultimo 1997 op vrijwillige basis met alle werkgevers in de haven marktconforme langjarige verzekeringsovereenkomsten gesloten. In afwijking van de situatie ten tijde van het pensioenfonds, is tussen de werkgevers en verzekeraar OPTAS NV een voor de contractsduur vaste prijs voor het verzekeringsproduct overeengekomen. De overeenkomsten voorzien niet in aanspraken op de winsten of reserves van de verzekeraar OPTAS NV, anders dan in de vorm van overeengekomen winstdelingsregelingen. De pensioenaanspraken van alle oud PVHverzekerden zijn met ingang van 1998 opgenomen in nieuwe pensioenreglementen. De pensioenreglementen bevatten strikt gedefinieerde winstdelingsregelingen op basis waarvan onder andere wordt geïndexeerd. Indexatie vindt plaats onder strikte voorwaarden. Waardevastheid wordt niet gegarandeerd. Ontstaan van beklemd vermogen Bij het omzetten van een stichting in een andere rechtsvorm ontstaat van rechtswege een zogenoemd beklemd vermogen. Bij de omzetting van de stichting PVH in de naamloze vennootschap OPTAS Pensioenen (II) NV is ultimo 1997 dan ook beklemd vermogen ontstaan. Het vermogen van PVH ten tijde van de omzetting bedroeg 993 miljoen gulden (ongeveer 451 miljoen euro). Dat bedrag is per die datum dan ook wettelijk beklemd. Eind 2008 bedraagt het beklemd vermogen ruim 821 miljoen euro. Er zijn tussen 1998 en heden per saldo geen bestedingen ten laste van de beklemming gebracht. Aard van beklemd vermogen Beklemd vermogen is eigen vermogen. Het mag alleen met toestemming van de rechter anders worden besteed dan de stichting voor de omzetting mocht. (Voor het antwoord op de vraag wat de stichting mocht geeft de doelomschrijving een belangrijke aanwijzing; kort gezegd: het uitoefenen van een verzekeringsbedrijf gerelateerd aan de haven- en vervoerssector en aanverwant). Het beklemd vermogen dient, net als het niet beklemde deel van het eigen vermogen, tot zekerheid van 5

de nakoming van de verplichtingen van het verzekeringsbedrijf, nu en in de toekomst. Op het beklemd vermogen rusten geen aanspraken van of verplichtingen jegens verzekerden of anderen, net zo min als dat het geval was voor de omzetting. Evenmin is er een verplichting tot besteding van dit deel van het eigen vermogen. Niet op grond van de wet en niet op grond van bij de omzetting gemaakte afspraken. 2007: AEGON koopt OPTAS Pas nu komt AEGON in beeld. Op 28 juni 2007 heeft AEGON Nederland NV de aandelen in verzekeraar OPTAS NV gekocht van Stichting Optas. AEGON is daarover al in 2001 in gesprek geweest maar die gesprekken zijn al snel beëindigd omdat men niet tot overeenstemming kon komen. AEGON vindt de commerciële verzekeraar OPTAS NV een interessante partij vanwege de sterke positie in de haven- en vervoersector. Met de overname in 2007 is er geen wijziging opgetreden in de aard of omvang van het beklemd vermogen. Ook in deze nieuwe situatie is het beklemd vermogen eigen vermogen van OPTAS NV. Die beklemming rust ook na de overname nog steeds op verzekeraar OPTAS NV. De wettelijke bepalingen rondom beklemd vermogen zullen door AEGON en verzekeraar OPTAS NV uiteraard worden nageleefd. Alle verplichtingen van verzekeraar OPTAS NV jegens haar klanten en verzekerden liggen vast in overeenkomsten en reglementen. De nakoming van die verplichtingen blijft ook na de overname door AEGON gegarandeerd. Stichting Optas Afgezien van de eenmalige verkooptransactie van commerciële verzekeraar OPTAS NV aan AEGON in 2007 zijn er nu (en ook niet in het verleden) geen relaties tussen de verzekeraar OPTAS en haar voormalige aandeelhouder Stichting Optas. AEGON en verzekeraar OPTAS NV hebben geen zeggenschap over of bemoeienis met de Stichting Optas en het door haar gevoerde beleid voor de aanwending van de ontvangen koopprijs. De Stichting Optas (gevestigd te Den Haag, ingeschreven bij de KvK onder nr. 41134448) is opgericht door de sociale partners in de haven. Het bestuur van de Stichting Optas benoemt zichzelf door middel van coöptatie. De Stichting Optas heeft geen andere activiteiten dan het beheren van de koopprijs van 1,5 miljard euro. Het bestuur van de stichting is dus ook niet onderworpen aan het toezicht van DNB of welke andere autoriteit dan ook. Het bestuur hoeft aan niemand op enige wijze verantwoording af te leggen en het staat hem juridisch gezien geheel vrij om het vermogen naar eigen inzicht te besteden en zijn statuten op welke wijze dan ook in te richten. 6

Bijlage 1: Minister Donner over het beklemd vermogen en de positie van AEGON Minister Donner (SZW) heeft zich ook over de OPTAS-conflict uitgelaten. Zie onder meer Kamerstuk 28 294, nr. 33, van 10 maart 2008. De minister verklaart daarin onder meer: (Pag. 8) Er bestaat inderdaad geen wettelijke verplichting tot aanwending van buffers van pensioenuitvoerders. Eventuele buffers zijn net als het overige pensioenvermogen eigendom van de pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder beslist daarom over de aanwending van het vermogen, met inachtneming van de gemaakte afspraken met werkgevers en werknemers zoals vastgelegd in het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst en met inachtneming van de wettelijke vereisten. (Pag. 9) [ ] ten aanzien van de buffers bestaat noch bij een pensioenfonds noch bij een verzekeraar de verplichting deze aan te wenden. (Pag. 11): Het beklemd vermogen fungeert als solvabiliteitsbuffer voor de nakoming van de pensioenverplichtingen van PVH ten tijde van de omzetting, waaruit geput kan worden bij tegenvallende ontwikkelingen. OPTAS Pensioenen NV beslist over eventuele aanwending ervan. Er bestaat geen verplichting tot aanwending van dit vermogen. Overigens bestaat ook bij een pensioenfonds geen verplichting tot aanwending van de buffers. (Pag. 14) Inderdaad zijn werkgevers- en werknemersorganisaties die destijds betrokken waren bij de omzetting en het creëren van OPTAS dezelfde sociale partners die deel uitmaken van de stichting BPVH. Zij waren destijds verantwoordelijk voor de pensioenregeling, het bestuur van het pensioenfonds PVH, alsmede de omzetting daarvan in OPTAS Pensioenen NV. 7

Bijlage 2: De Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof over het beklemd vermogen van AEGON Voorzitter Willems van de Ondernemingskamer in zijn uitspraak over het conflict tussen BPVH en AEGON van 5 augustus 2009 (LJN BJ4684, Gerechtshof Amsterdam, 200.016.634, 200.017.835, 200.017.839): "De Ondernemingskamer is met Aegon c.s. van oordeel dat het beklemde vermogen voor Aegon en Optas Pensioenen geen vreemd vermogen in de zin van IAS 37 (een constructive obligation) vormt, zodat opname in de balans onder het eigen vermogen in zoverre juist is." "Aldus ontbreekt naar het oordeel van de Ondernemingskamer niet alleen een juridische, doch ook enige feitelijke verplichting, dan wel enig voldoende feitelijk voornemen, tot het aanwenden of besteden van het beklemde vermogen ten behoeve van derden zoals de Belanghebbenden of de Verzekerden. Dit leidt ertoe dat Optas Pensioenen noch Aegon een extra voorziening uit dien hoofde behoeft te treffen. (-) Aldus is de verantwoording van het "meegekochte" beklemde vermogen in de (enkelvoudige) jaarrekening van Aegon in zoverre juist." Voor zover de Ondernemingskamer thans geroepen is om dit vraagstuk mede onder ogen te zien, acht zij het voorhands niet aannemelijk dat de gewone civiele rechter, indien geadieerd, tot het oordeel zou komen dat jegens de Optas Vennootschappen sprake is van een door de Belanghebbenden dan wel de Verzekerden in rechte afdwingbare toezegging. (-) Het komt de Ondernemingskamer voor dat geenszins bij voorbaat kan worden uitgesloten dat deze laatstgenoemde Stichting Optas (ondanks haar sinds 2000 dan wel 2003 andersluidende statutaire doelstelling) gehouden moet worden geacht de opbrengst van de verkoop van Optas N.V. - (groten)deels - aan te wenden ten behoeve van de vervoer en havenbedrijven, hun (voormalige) werknemers en de overige verzekerden Optas Vennootschappen. De opstelling van het (bestuur van) Stichting Optas in deze kwestie komt de Ondernemingskamer dan ook bepaaldelijk als geenszins vanzelfsprekend voor." 8

Bijlage 3: Persverklaring van AEGON naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad Persverklaring uitgegeven door AEGON Nederland op 21 januari 2011 Reactie van AEGON op de uitspraak van de Hoge Raad over het beklemd vermogen van Optas AEGON heeft kennisgenomen van de uitspraak van de Hoge Raad in de Optas-zaak. De Hoge Raad heeft bevestigd dat het zogenaamde beklemd vermogen van Optas inderdaad aan AEGON toebehoort. Eerder was de Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof tot die conclusie gekomen. Hoewel het standpunt van AEGON hiermee is bevestigd, willen wij benadrukken dat wij nog altijd met de havenpartijen in overleg zijn om te komen tot een voor alle partijen acceptabele oplossing. Aan ons voornemen om tot een oplossing te willen komen, doet de uitspraak van de Hoge Raad niets af. 9

Bijlage 4: Antwoorden minister Kamp (SZW) op Kamervragen van Pieter Omtzigt (CDA) 2011Z09610 Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitkering van havenpensioenen door Aegon. (Ingezonden 10 mei 2011) 1. Heeft u kennisgenomen van het artikel Havenwerkers willen snel opheldering pensioenen (Algemeen dagblad, vrijdag 6 mei)? Antwoord 1 Ja 2. Is het waar dat het beklemde vermogen van de havenpensioenen bij Aegon niet aan de aandeelhouders kan worden uitgekeerd zonder toestemming van de rechter en niet aan de gepensioneerde havenarbeiders wordt uitgekeerd omdat Aegon daartoe geen besluit neemt? 3. Is het waar dat ook het beklemde vermogen gewoon de premies (en hun rendementen) zijn die werkgevers en werknemers hebben opgebracht, omdat zij door u verplicht waren deel te nemen aan een pensioenfonds? 4. Deelt u de mening dat het volstrekt onwenselijk is dat pensioenpremies en hun rendementen (na aftrek van kosten) gebruikt worden voor andere zaken dan pensioenuitkeringen? Antwoord 2, 3 en 4 Voor de beantwoording van deze vragen wil ik verwijzen naar de uitvoerige antwoorden van mijn ambtsvoorganger naar aanleiding van vragen van leden van de Tweede Kamer over deze kwestie (Verslag van een schriftelijk overleg van 10 maart 2008, Kamerstukken II 2007/08, 28 294, nr. 33, p. 7-14). Daarin is onder meer het volgende gesteld: "Er bestaat inderdaad geen wettelijke verplichting tot aanwending van buffers van pensioenuitvoerders. Eventuele buffers zijn net als het overige pensioenvermogen eigendom van de pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder beslist daarom over de aanwending van het vermogen, met inachtneming van de gemaakte afspraken met werkgevers en werknemers zoals vastgelegd in het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst en met inachtneming van de wettelijke vereisten." (p. 8). Ik wil in dat verband voorts wijzen op de brief van 10 maart 2008 (kamerstukken II 2007/08, 31 226, nr. 35), waarin is ingegaan op het vraagstuk van eigendom bij een pensioenuitvoerder. "Zowel het beklemde vermogen als de pensioenaanspraken van de voormalige deelnemers van PVH bevindt zich in Optas Pensioenen NV. Dat is van rechtswege gebeurd op het moment dat PVH werd omgezet in Optas Pensioenen II NV, die vervolgens fuseerde met het al bestaande Optas Pensioenen NV. Het beklemd vermogen fungeert als solvabiliteitsbuffer voor de nakoming van de 10

pensioenverplichtingen van PVH ten tijde van de omzetting, waaruit geput kan worden bij tegenvallende ontwikkelingen. Optas Pensioenen NV beslist over eventuele aanwending ervan. Er bestaat geen verplichting tot aanwending van dit vermogen. Overigens bestaat ook bij een pensioenfonds geen verplichting tot aanwending van de buffers." (p. 11) Op 21 januari 2011 heeft de Hoge Raad, naar aanleiding van een cassatieberoep door Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden Vervoer- en Havenbedrijven tegen een beschikking van de Ondernemingskamer over deze kwestie, bevestigd dat het wettelijk beklemde vermogen van Optas inderdaad aan Aegon toebehoort (LJN BN 8852) en dient als solvabiliteitsbuffer voor de nakoming van de pensioenverplichtingen van Optas Pensioenen. Eerder (op 9 augustus 2009) was de Ondernemingskamer tot die conclusie gekomen (LJN BJ4684). 5. Wat vindt u van het feit dat de Stichting Optas uiteindelijk 500 miljoen overgemaakt heeft naar de (gepensioneerde) havenarbeiders en daarmee erkend heeft dat pensioengeld pensioengeld moet zijn? Antwoord 5 Ik heb kunnen vaststellen dat de Stichting Optas en de Vereniging Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (SBPVH) een overeenkomst hebben gesloten, waarbij door de Stichting Optas een bedrag van 500 miljoen is overgemaakt aan SBPVH en er aldus een oplossing is gekomen voor het slepende conflict over zeggenschap van pensioengeld van de werknemers in de vervoer- en havenbedrijven tussen de Stichting Optas en SBPVH. 6. Ziet u mogelijkheden om net als u voorganger een bemiddelingspoging te ondernemen temeer daar beide partijen aangeven dat in de eerdere bemiddelingspoging het obstakel niet in de relatie tussen Aegon en de Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden Vervoer- en Havenbedrijven (BPVH) zat? Antwoord 6 Ik zie daartoe geen reden. Het gaat in dit geval niet alleen om een zaak tussen private partijen: één van de partijen staat bovendien onder overheidstoezicht. Daarnaast wil ik erop wijzen dat de Hoge Raad heeft bevestigd dat het wettelijk beklemde vermogen van Optas toebehoort aan Aegon. Er bestaat geen juridische verplichting tot aanwending of besteding van het beklemde vermogen ten behoeve van derden. 11