Aardrijkskunde Samenvatting H3



Vergelijkbare documenten
20 keer beoordeeld 18 juni 2013

7, India, land van de moesson. Samenvatting door S woorden 8 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Reliëf.

Samenvatting door Charley 1814 woorden 24 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Het is dichtbevolkt en een goed akkerland. Door het slib dat rivieren achterlaten na een overstroming.

In India is er een droge en een natte tijd. Dit heeft te maken met de halfjaarlijks wisselende wind, de moesson.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3: India als opkomend land

In India is er een droge en een natte tijd. Dit heeft te maken met de halfjaarlijks wisselende wind, de moesson.

Uittreksel van 3 havo/vwo, hoofdstuk 3. HOOFDSTUK 3 India als opkomend land. 1 India, land van de moesson. Reliëf u

7,8. Samenvatting door Jiske 2572 woorden 26 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

INDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8


8,9. Samenvatting door een scholier 1242 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 1 paragraaf 1. veelkleurig Zuid-Afrika

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

Hoe komt het dat er moesson is in Bangladesh?

Zwart Afrika. Oorspronkelijke bevolking: donkere huidskleur

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

De trek naar de stad 1. Wonen in Lagos 2. Blad 1. Mega Enorm groot. Een megastad is een enorm grote stad.

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

Wat is Meteorologie?

6,8. 13 Verandering op het platteland. B51 Klimaatsysteem van Köppen. Samenvatting door een scholier 1461 woorden 25 juni keer beoordeeld

2 Landschapszones op aarde SO 1

1 Landschap en klimaat in Turkije

Naam: INDIA EN ARMOEDE

De Geo 2 bk Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Samenvatting Aardrijkskunde H4 Azië en Globalisering

8,9. Samenvatting door M woorden 10 juni keer beoordeeld

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Kleding- en schoenenindustrie

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Landengids voor: Landengids

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Samenvatting Aardrijkskunde globalisering in Azi?

Waar of niet waar? Zuid-Korea is een eiland. Wat is de hoofdstad van Zuid-Korea? a. Seoul b. Pyongyang c. Peking. Niet waar.

LES 2 Aardrijkskunde

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Programma van Toetsing en Afsluiting

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 10-13

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-0131-a-15-1-b

LES 3 - Aardrijkskunde

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Samenvatting Aardrijkskunde Basisboeknummers

Afghanistan. NAVO-militair gedood in Zuid-Afghanistan

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 UITWERKINGEN TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Mede mogelijk gemaakt door de Iona Stichting en Vos/Abb

Project Afrika-Azië. Week 1ABC: Noord-Afrika

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4 Leven in een koud gebied

Klimaten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

5) Bonusvraag verschillen tussen: stad en platteland, rijkdom, werkvoorziening, diensten, landbouw en industrie

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

6,8. Deelvraag 1: Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Deelvraag 2: Wat is per kenmerk de positie van India in

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Ik heb een interview met Bert-Jan de Jongh en hij is werkzaam bij capgemini.

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud Algemene inhoud

Water - Problemen met water. VO-content StudioVO. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Werkstuk Aardrijkskunde Nieuw-Zeeland

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Hoofdstuk 2 AARDE Klimaat en landschap

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

Problemen met water vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt.

Transcriptie:

Aardrijkskunde Samenvatting H3 3.1 India, land van de moesson Reliëf India ligt op het driehoekig schiereiland Zuid-Azië. India heeft duidelijke natuurlijke grenzen: In het noorden een gebergte, de Himalaya, en in het zuiden een zee, namelijk de Indische oceaan. Het is zo duidelijk een apart deel van Azië, dat het ook wel een subcontinent wordt genoemd. Als je kijkt naar het reliëf, dan kun je Zuid-Azië in 3 gebieden verdelen: - In het noorden heb je de Himalaya. Dit is een hooggebergte, en in dit hooggebergte ligt de hoogste berg ter wereld: de Mount Everest (8848 meter). - Grenzend aan de Himalaya ligt een laagvlakte waarin 2 rivieren liggen, die in de Himalaya zijn ontsprongen. De Indus en de Ganges. Het is dichtbevolkt met veel vruchtbaar akkerland. Dat komt door het slib dat de rivieren achterlaten. De kustvlaktes van Oost- en West-India zijn dichtbevolkt. - Het midden van India is een hoogvlakte: het Hoogland van Dekan. Het is zo n 400 tot 800 meter hoog. Aan de westkust wordt het begrensd door bergen: de West-Ghats (hoogste punt: 1600 meter). Moessonregens Het zuidelijke deel van India ligt in de tropen. Het is er altijd warm. Eigenlijk is het overal in India altijd warm, ook in het noorden. Daar koelt het s nachts in de winter af tot 5 C. In India is er een droge en een natte tijd. Dat komt door de halfjaarlijks wisselende wind, de moesson. De regentijd valt in de zomer (juni, juli, augustus). Dan is het in India erg warm, 40 C is heel normaal rond die tijd. Door de hitte gaat de lucht stijgen. Het tekort boven land wordt aangevuld door lucht van zee. Die vochtige, tropische wind van de Indische Oceaan heet de zuidwestmoesson. Vooral aan de westkust en de Himalaya valt dan veel neerslag. In de winter is dit precies andersom, en waait ook de wind andersom. In het klimaatsysteem krijgt het moessonklimaat de aanduiding Am, waarbij de m staat voor moesson. Het Am-klimaat lijkt veel op het savanneklimaat (Aw). Er is alleen verschil in de hoeveelheid en verdeling neerslag. De regen is onvoorspelbaar, soms komt het vroeger en soms wat later dan de zomer. Dit kan een ramp zijn, vooral voor de landbouw. In het noordwesten duurt de regentijd het kortst. Ook in de gebieden in de regenschaduw valt weinig neerslag. Wateroverlast Meestal zijn de Indiërs in het begin van de Moesson wel blij met de regen, zeker nadat het een half jaar kurkdroog is geweest. Maar dat kan snel veranderen, want als er teveel regenwater is, zijn er overstromingen, vooral in Bangladesh. Elk jaar komen er grote overstromingen voor in het stroomgebied van de Ganges.

Basisboeknummers 1 BB43 De wet van Buijs Ballot Er zijn twee verschillende soorten drukgebieden. Hoge druk wil zeggen dat het pakket lucht van de dampkring in elkaar is geperst en relatief zwaar op de aarde drukt. Er is dus teveel lucht. Lage druk wil zeggen dat er een tekort aan lucht is. Lucht stroom van een gebied met teveel lucht naar een gebied met een tekort aan lucht. Vanuit het hogedrukgebied stroomt de lucht langs het aardoppervlak naar het gebied met lage druk. Dat lagedrukgebied wordt dus van onderaf opgevuld. De wet van de Nederlander Buijs Ballot, gaat over de richting van de luchtstroom. De wind waait van een maximum naar een minimum. Door de draaiing van de aarde krijgt de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. Dit heet het corioliseffect. Let op: Dit geld alleen als je met je rug naar de wind staat! BB44 De grote windsystemen Op sommige plaatsen heb je bijna altijd een maximum of een minimum. Bij de evenaar bijvoorbeeld, is het altijd erg warm. Daardoor stijgt de lucht, en stroomt het weg. Daardoor ontstaat er een minimum, het tropisch minimum. Bij de polen is dat tegenovergesteld: Het is er koud, door de afkoeling daalt de lucht en ontstaat er een maximum, het polair maximum. - Bij 30 -breedte ligt het subtropisch maximum. - Bij 60 -breedte ligt het subpolair minimum. Er zijn in totaal 3 grote windsystemen, die je doormiddel van de standaard drukgebieden en met de wet van Buijs Ballot kunt tekenen: - De passaten - De westenwinden - De poolwinden BB47 Moessons De zon staat niet altijd precies op de evenaar, maar loopt heen en weer tussen de keerkringen. Het tropisch minimum schuift met de stand van de zon mee. In juli ligt dat minimum ten noorden van de evenaar, in januari ten zuiden van de evenaar. Dat heeft ook gevolgen voor de windrichting. In juli waait de zuidoostpassaat naar het minimum op het noordelijk halfrond. Zo gauw de passaat de evenaar passeert verandert de windrichting. Door de afwijking naar rechts op het noordelijk halfrond gaat een zuidwestelijke wind waaien. Een half jaar later, in januari, is dit precies andersom. De noordoostpassaat waait naar het minimum op het zuidelijk halfrond en verandert in een noordwestelijke wind (afwijking naar links). Rondom de evenaar wisselen de winden dus elk half jaar van richting. Deze winden heten moessons. In Azië komt hierdoor veel regen, omdat die wind de Indische Oceaan moet oversteken. In januari komt de wind van land, en is het dus een droge periode.

BB51 Klimaatsysteem van Köppen De Duitse klimatoloog Köppen onderscheidt 5 klimaatzones : A,B,C,D en E - A = Tropisch klimaat - B = Droog klimaat - C = Zeeklimaat (maritiem klimaat) - D = Landklimaat (continentaal klimaat) - E = Koud klimaat De gebieden A,C,D en E worden onderscheidt op grond van temperatuur. B wordt onderscheidt door de droogte (neerslag ontbreekt). Klimaten kunnen weer onderverdeeld worden door extra letters: - BW = woestijnklimaat = zeer droog - BW = steppeklimaat = iets minder droog Bij A,C en D moet je kleine letters toevoegen: - f = fehlt: droge tijd ontbreekt, neerslag in alle jaargetijden - s = sommer: droge tijd in de zomer - w = winter: droge tijd in de winter Het Cs klimaat is een gematigd maritiem klimaat met droge zomer. Dit klimaat wordt ook wel een Middellands Zeeklimaat of mediterraan klimaat genoemd. Het Aw klimaat is een tropisch klimaat met droge winter. Dit heet ook wel het savanneklimaat. Bij het E-klimaat moet je hoofdletters toevoegen: - F = (eeuwige) sneeuw in poolgebieden - H = (eeuwige) sneeuw in hooggebergte - T = toendra

3.2 India, land vol verschillen India land vol contrasten Cultureel mozaïek Dé Indiër bestaat niet er zijn grote variaties aan talen, godsdiensten en gewoontes. te vergelijken met werelddeel Europa. Tussen delen van India even grote verschillen als tussen Spanjaarden, Engelsen en Roemenen. Ze wonen alleen niet in aparte landen. Zuid-Azië groot subcontinent. toch maar zes staten. staatkundige eenheid is een erfenis van de Britten. brachten honderden vorstendommen onder één bestuur. kolonie Brits-Indië leverde katoen, jute en thee aan Engeland. bij de onafhankelijkheid in 1947 India krijgt een indeling in deelstaten. slimme manier om rekening te houden met culturele mozaïek van volken en talen. Van de honderden talen 21 officieel bekend Hindi is de belangrijkste taal. tweederde spreekt die taal maar het is meestal niet de moedertaal. Het Engels overbrugt de taalverschillen in India. Veel cultuurverschillen 80 % hindoeïstisch, maar ook grootste moslimbevolking: 160 miljoen mensen. ook christenen, boeddhisten, sikhs en aanhangers van jaïnisme. moeten een manier vinden om samen te leven, wat niet altijd makkelijk gaat. Conflict om Kashmir Strijd om Kashmir goed voorbeeld van etnische verschillen in India. Bij onafhankelijkheid in 1947 werd besloten Brits-Indië op te splitsen in 2 landen: Pakistan en India. India: meerderheid hindoe, in Pakistan: meerderheid moslim. Kashmir mocht kiezen tussen de 2 landen. dat was moeilijk, de vorst was hindoe en de meerderheid van de bevolking moslim. Nog voor de maharadja (vorst) had gekozen, viel Pakistan Kashmir binnen. India schoot te hulp en bezette een deel van Kashmir. 1949 wapenstilstand Kashmir wordt verdeeld in een Indiaas en een Pakistaans deel. probleem blijft onopgelost. in totaal 3 oorlogen gevoerd om het gebied, zonder resultaat. Complexe sociale structuur. Ook spanningen die te maken hebben met enorme klassenverschillen. in de complexe (ingewikkelde) Indiase samenleving sociale ongelijkheid heel gewoon. heeft te maken met het kastenstelsel. Vanaf je geboorte hoor je bij een sociale groep, een kaste. bepaalt ook wel beroep je moet kiezen. ook moet je trouwen met een eigen kaste en je zit vast aan de leefregels van die kaste. Er is een duidelijke hiërarchie (zie figuur 6) de ene kaste heeft een hogere status dan de andere. elk van de vier groepen is onderverdeeld in vele subkasten, de jati. helemaal onderaan staan de kastelozen, ook wel de onaanraakbaren genoemd. wonen in aparte wijken en doen het vuile werk (straten vegen enz.) 185 miljoen kastelozen of dalits (vertrapten) Indiërs gewend hun kaste na te leven en luisteren naar iemand die hoger is geplaatst. doen ze dat niet in hun volgend leven lopen ze kans terug te komen in een lagere kaste, of als dier. dat hindoeïstische geloof in reïncarnatie (wedergeboorte) zorgt ervoor dat veel Indiërs vegetarisch eten.

Officieel kastenstelsel afgeschaft. Dalits krijgen zelfs voorrang boven anderen, bijvoorbeeld overheidsbanen of bij toelating tot studies. regering doet dat om achterstanden te verminderen. Maar nog steeds best verdienende mensen komen uit hogere kasten en zijn de dalits straatarm. Kastenstelsel is vooral nog springlevend op het platteland. Basisboeknummers 2 B195 - Soorten koloniën Twee soorten koloniën. Exploitatiekoloniën moesten grondstoffen leveren voor de opkomende industrie in Europa. Europeanen gebruikten koloniën om er zelf voordeel van te hebben. Een ander woord daarvoor is exploiteren. Dus daarom heten ze exploitatiekoloniën. De vestigingskoloniën waren overzeese gebiedsdelen waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen. In Europa bevolking in 19 e eeuw snel toegenomen door dalende sterftecijfer. te weinig werk en landbouw voor de mensen. vestiging over zee werd ook mogelijk gemaakt door verbetering verkeer. stoomschepen Er waren op de wereld nog genoeg lege gebieden. In sommige landen de inheemse bevolking zo klein in getal, dat ze al gauw overtroffen werden door de immigranten. Maar in andere landen (Latijns-Amerika bijv.) bleven de immigranten van Europa in de minderheid. B204 - Politiek systeem: centrale staat Manier waarop staat bestuurd wordt: politiek systeem. In een centraal geregeerde staat gelden over precies dezelfde regels, of het gaat om onderwijs of strafrecht. Alles wordt geregeld vanuit één centraal punt, de hoofdstad. groeit daardoor vaak uit tot de grootste en machtigste stad van het land. vb. Frankrijk met als hoofdstad Parijs. B205 - Politiek systeem: bondsstaat Ander voorbeeld politiek systeem: bondsstaat. sommige staten zijn ontstaan doordat een aantal staten zich heeft verenigd. dat heet een bondsstaat of een federatie. bekend voorbeeld: Verenigde Staten van Amerika met vijftig deelstaten. zo n bondsstaat wordt geleid door een bondsregering of een federale regering. Daarnaast heeft elke deelstaat nog een eigen regeren en dus een eigen hoofdstad met eigen ministeries. gevolg is dat soms de federale hoofdstad bijv.: Washington, niet de grootste of belangrijkste stad van het land is. tussen deelstaten kunnen verschillen in wetten zijn. bijv. in sommige staten wel doodstraf in andere niet.

3.3 Booming India India arm land maar door de globalisering groeit de economie snel. Globalisering in India India arm land. ver achter op China. kun je meten door de kijken naar verschillende kenmerken van ontwikkeling. (figuur 14) Toch lijken India en China wel een beetje op elkaar. allebei gigantische bevolking van meer dan één miljard mensen. in beide landen groeit de economie snel door de globalisering. India en China behoren tot de opkomende landen in de wereld. Lonen in China en India liggen lager dan in westerse landen. India: lagelonenland met veel goed opgeleide mensen. voor bedrijven in de VS, West-Europa, enz. land is aantrekkelijk. bedrijven besteden hun productie of diensten uit aan bedrijven in India. Het uitbesteden van werk aan bedrijven in het buitenland noem je outsourcing ( weg van de bron ) India vooral in trek bij de IT-sector. Dat zijn bedrijven die werken in de informatie- en communicatietechnologie. Ze ontwikkelen en beheren netwerken, databanken en websites. Ook schrijven ze software, bijv. voor het automatiseren van de administratie van bedrijven. De IT in India is booming met een jaarlijkse groei van 25 30 %. Hard werken en discipline. Verschillende redenen waarom India in trek is bij IT-bedrijven. Veel goed opgeleide Indiërs spreken Engels naast hun moedertaal. heeft te maken met kolonisatie geschiedenis. land heeft veel van de Britse cultuur overgenomen, waaronder de Engelse taal en het onderwijssysteem. ze communiceren dus makkelijk met mensen uit de VS en Europa. Dat is in China heel anders! Indiase IT ers zijn niet alleen goedkoop, ze doen hun werk ook goed. het zijn net als Chinezen harde werkers, ze voeren opdrachten nauwkeurig uit. Tientallen jaren lang hadden India en China een gesloten economie met de nadruk op zelfvoorziening. Na 1990 sterk veranderd. Beide landen kregen een open economie (vrijemarkteconomie) waarin buitenlanders welkom zijn. China ontwikkelde zich als productieland. Land staat nu bekend als fabriek van de wereld. Hun producten gaan via Chinese havens de hele wereld over. Regering India koos andere weg. zorgden voor goede internetaansluitingen en schafte belasting op computerdiensten af. De nadruk kwam te liggen op dienstverlening in de ITsector. India als kantoor van de wereld? nu al 35 40 % van de totale export uit diensten. In China minder dan 10 %. Toch wil India zich niet alleen richten op de dienstensector. In 2005 speciale economische zones (SEZ s) aangewezen, waar bedrijven alle vrijheid krijgen en (bijna) geen belasting betalen. In China waren SEZ s groot succes. India kopieert dat succes en wil zoveel mogelijk buitenlanders investering aantrekken. moeten zorgen voor arbeidsplaatsen, ook in de industrie. Brain Gain Door de welvaartsgroei veel in het buitenland werkende Indiërs keren terug naar huis. gaat om de hoogopgeleide mensen die goede banen hebben in de VS en

Europa. Zij waren vertrokken uit India om in het buitenland te gaan werken. staat bekend als brain drain ( wegvloeien van hersenen ) Het omgekeerde verschijnsel heet brain gain ( aanwinst van hersenen ) Basisboeknummers 3 B190 - Globalisering Globalisering: het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, geld, goederen en informatie. Andere woorden voor globalisering: internationalisering en mondialisering. voorbeelden: ipod is ontworpen in VS en in elkaar gezet in China. Of: op tv zie je ook Amerikaanse series. Drijvende kracht achter globalisering: economie. door het afbreken van tariefmuren gaan bedrijven meer concurreren. dat doen ze door in de wereld te zoeken naar plaatsen waar ze zo goedkoop mogelijk kunnen produceren. Vb. Nike schoenen: materiaal uit Indonesië, Maleisië, enz. in China in elkaar gezet in de winkels in de VS en Europa. goed voorbeeld van globalisering. Globalisering beperkt zich niet tot de economie. In toenemende maten beïnvloeden culturen elkaar. Op politiek en sociaal terrein worden ideeën uitgewisseld en toegepast. Er wordt daarom gesproken op aarde als global village. B191 - Multinationale ondernemingen Bijv. Japans meisje ziet McDonald s in San Francisco en zegt: kijk hier hebben ze ook een McDonald s. bedrijf werd in korte tijd groot internationaal succes. 30.000 vestingen in 120 landen. De bekende hamburgerketen is een schoolvoorbeeld van een multinationale onderneming (MNO; Multi = veel) of kortweg multinational. bedrijven met vestigingen in verschillende landen. wereld als werkterrein. Multinational houden zich vooral bezig met productie van goederen, bijv.: schoenen en wasmiddelen. maar het zijn niet alleen industriële bedrijven. er zijn ook MNO s in de (zakelijke) dienstverlening, zoals banken- en verzekeringsmaatschappijen. Nu zijn er 65.000 multinationals. beschikken over veel kennis en kapitaal. keuze voor vestiging in een bepaald land hangt af van economische en politieke factoren. Bij economische factoren hoogte van de lonen en de opleiding van het personeel. Bij de politieke factoren gaat het om wetten, belastingen, regels en medewerking van de overheid in het land van vestiging.

3.4 India Shining? De olifant staat op India wordt steeds meer ontwikkeld. Het land is op weg van ontwikkelingsland naar een ontwikkeld land. India heeft een duale economie. Dit wil zeggen dat er een modern, ontwikkeld deel is, maar ook een traditioneel, achtergebleven deel. Die tweedeling is kenmerkend voor opkomende landen. De ontwikkeling kun je vooral goed zien in de grote steden, zoals Mumbai. De stedelijke groei is enorm. Slums (krottenwijken) maken plaats voor grote flats en gebouwen. De IT-wereld groeit ook heel erg, ongeveer 50 tot 100 miljoen Indiërs behoren tot een welvarende middenklassen (goed huis, goeie computers en een internetverbinding). Er is ook een andere kant: het grootste gedeelte van de indiaanse bevolking is arm. Eén op de 4 Indiërs verdient minder dan 1,- per dag. Veel mensen zijn werkeloos, of werken in de informele sector. Niet alleen in de stad, maar ook op het platteland zijn mensen arm. Zo n 70% van de totale bevolking leeft op het platteland. De meeste mensen werken in de zelfvoorzienende landbouw, omdat er verder weinig werk te vinden is. Veel mensen trekken naar de stad, in de hoop op beter werk. Bevolkingsgroei versus economische groei Eén rede waardoor India een arm land is, is de grote bevolkingsgroei. Per dag komen er ongeveer 45.000 Indiërs bij. Voor die mensen zijn scholen, ziekenhuizen en andere voorzieningen nodig. Dat kost veel geld. Indiase vrouwen krijgen gemiddeld 2,9 kinderen. In 1980 waren dat er nog 6, maar nog steeds is 2,9 veel. Er zijn verschillende redenen waarom Indiërs veel kinderen willen: - Een kind brengt meer geld op dan het kost - Ze kunnen later voor je zorgen - Het is een heilige plicht om zoveel mogelijk kinderen te krijgen (het liefste zoons, dochters raak je kwijt na het trouwen en je moet ze een bruidsschat meegeven) De Indiase regering maakt reclame voor geboortebeperking. Maar de regering wil het niet verplicht stellen, zoals bij de eenkindpolitiek in China. Er wordt meer verwacht van welvaartsgroei. Als mensen werk en inkomen hebben, willen ze meestal maar één of twee kinderen.

3.5 Opkomende landen Hoe groot is een economie? De omvang van een economie van een land kun je uitdrukken met een getal, namelijk het BBP (bruto binnenlands product). Het BBP is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land gedurende een jaar. Dit kun je op twee manieren uitrekenen: - Bij de eerste manier kijk je naar de officiële wisselkoersen. De onderlinge waardeverhouding tussen munteenheden van twee landen noem je de valuta. - Je kunt ook kijken naar de koopkracht. Oftewel: wat kunnen de mensen kopen voor hun geld? Je vergelijkt dan het prijspeil in de verschillende landen. Als je het BBP berekent op basis van de koopkracht, dan komen ontwikkelingslanden wat gunstiger uit. Dat komt omdat het leven daar wat goedkoper is. Wat zijn opkomende landen? Er zijn twee soorten landen: ontwikkelde landen en opkomende landen. Opkomende landen moeten voldoen aan twee voorwaarden: - De economie groeit razendsnel, vaak met 5-10% per jaar. Dat komt door globalisering. Er zijn veel buitenlandse bedrijven die willen investeren in het opkomende land. Dat is mogelijk omdat veel landen overgestapt zijn naar een open economie. Ze hebben een vrijemarkteconomie gekregen. - Een tweede kenmerk is dat het BBP nog klein is. Het BBP is veel kleiner dan je op grond van het aantal inwoners mag verwachten. De grote drie, hoe lang nog? De Vernigde Staten is de grootste economie in de wereld. Japan en Duitsland volgen op de 2 e en 3 e plaats. Door de eenwording in de Europese Unie (EU) worden de Europese landen bij elkaar opgeteld. Dan is de EU één van de drie grote economische machten in de wereld. Maar hoelang blijft dit zo? China groeit snel, en men denkt dat China rond 2040 bovenaan staat. En tegen die tijd staat India op nummer 3. De opkomende landen krijgen ook een grotere stem in de wereld. Voorheen waren de zeven grootste industrielanden bijna allemaal westerse landen (met Japan). Ze organiseerden zich in de G7 en kwamen elk jaar bij elkaar om te spreken over de economie en de politiek in de wereld. In 1998 kwam Rusland erbij de G8. Tegenwoordig bestaat de organisatie uit de twintig grootste economieën - de G20. Samen zorgen zij voor 90% van de wereldeconomie. De vier grootste stijgers zijn Brazilië, Rusland, India en China. De beginletters van die landen vormen de afkorting BRIC-landen.