HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING MORGENVERGADERING DECREET REGELING VAN DE STUDIETOELAGEN VOOR HET HOGER ONDERWIJS



Vergelijkbare documenten
COMMISSIEVERGADERINGEN

PLENAIRE VERGADERINGEN

COMMISSIEVERGADERINGEN

PLENAIRE VERGADERINGEN

PLENAIRE VERGADERINGEN

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het laten samengaan van reclame voor alcoholische dranken met de boodschap "Geniet, maar drink met mate"

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de zorgverzekering VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. betreffende de terugbetaling van een gemeentelijke belasting in Kontich VERSLAG

COMMISSIEVERGADERINGEN

PLENAIRE VERGADERINGEN

BEKNOPT VERSLAG BIJLAGE

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Felix Strackx. betreffende het terugdringen van het aantal abortussen in Vlaanderen VERSLAG

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

VERZOEKSCHRIFT. over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie uitgebracht door mevrouw Kathleen Helsen en de heer Jef Tavernier

VERZOEKSCHRIFT. over duo-opleidingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs VERSLAG

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

Plenaire vergadering nr. 5 ( ) 21 oktober

VERZOEKSCHRIFT. over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de gelijkstelling van diploma s en de toepassing van weddebarema s in het onderwijs VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over het Antwerpse havengebied VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heren Walter Vandenbossche en Bart De Smet

BEKNOPT VERSLAG BIJLAGE

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. betreffende de erkenning van de Vlaamse Leeuw als Vlaams volkslied VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT. VERSLAG namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer André Moreau

VERZOEKSCHRIFT. over het wegvallen van de huursubsidie bij verhuis naar een sociale woning VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Johan Malcorps, Patrick Lachaert, Jacky Maes en Jos Bex

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

BEKNOPT VERSLAG BIJLAGE

PLENAIRE VERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Marijke Dillen

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 ( ) Nr.

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Kris Van Dijck, Ludwig Caluwé, Sven Gatz, Norbert De Batselier en Dirk Holemans

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het Begeleid Individueel Studeren VERSLAG

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

ONTWERP VAN DECREET. houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Stuk 6 ( ) Nr. 1

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012

studiebeurs Voorwaarden voor het secundair onderwijs

VERZOEKSCHRIFT. over genetisch gewijzigde organismen en biologische gewassen VERSLAG

VR DOC.0988/2

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Didier Ramoudt. betreffende het televisieprogramma Vlaanderen Vakantieland VERSLAG

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. betreffende het stimuleren van investeringen in het buitenland VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

VERZOEKSCHRIFT. over een gratis Omnium Pas van De Lijn voor vervroegd gepensioneerden VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over voorrang bij inschrijving in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel volgens het decreet gelijke onderwijskansen-i (GOK) VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING DECREET BEKRACHTIGING VAN STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN

Voorstel van resolutie

VERZOEKSCHRIFT. over de leerplicht tot het bekomen van een diploma of vaardigheid dienstbaar aan de samenleving of arbeidsmarkt VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT VERSLAG. namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting uitgebracht door de heren Frans De Cock en Erik Matthijs

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Verzoekschrift. over de voorwaarden voor de Vlaamse aanmoedigingspremie Landingsbaan social profit. Verslag

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Brigitte Grouwels en mevrouw Veerle Heeren en de heren Jos De Meyer, Luc Martens en Gilbert Vanleenhove

VERSLAG VAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse vinger aan de Europese pols. Overzicht van voor Vlaanderen belangrijke EU-dossiers in 2005.

Voorwaarden voor het secundair onderwijs

Verzoekschrift. over de premie voor energiebesparende investeringen voor niet-belastingbetalers. Verslag

VERZOEKSCHRIFT. over de tewerkstelling van laaggeschoolden die een opleiding volgen bij de VDAB VERSLAG

BESTUURSMEMORIAAL VU.Hilaire Ost, Provinciegriffier, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200, Sint-Andries

COMMISSIEVERGADERINGEN

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

VERZOEKSCHRIFT. over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1993

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VERZOEKSCHRIFT. over een eerste Vlaamse rookvrije dag op 31 mei 2009 VERSLAG

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Lutgart De Buel 02/

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Verzoekschrift. Verslag. namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting uitgebracht door mevrouw Griet Smaers

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de opsplitsing van het aanslagbiljet onroerende voorheffing over verschillende mede-eigenaars VERSLAG

6. aanpassing van het reglement van orde van het HOC aan de reorganisatie van AWZ (HOC );

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BEKNOPT VERSLAG VERGADERING INHOUDSOPGAVE

Verzoekschrift. over een studie naar de gevolgen van het Engels als eventuele derde officiële taal in Brussel. Verslag

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Tinne Rombouts en de heren Karlos Callens, Jos Bex, Patrick Lachaert, André Van Nieuwkerke en Erik Matthijs

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Transcriptie:

Nr. 28 Zitting 2000-2001 7 februari 2001 HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING MORGENVERGADERING DECREET REGELING VAN DE STUDIETOELAGEN VOOR HET HOGER ONDERWIJS RESOLUTIE STUDIETOELAGEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS EN HET BASISONDERWIJS RESOLUTIE INVOERING VAN EEN VLAAMSE MUSEUMKAART RESOLUTIE GEBRUIK VAN AFKORTINGEN EN LETTERWOORDEN VOOR OFFICIËLE EN SEMI- OFFICIËLE BENAMINGEN ACTUALITEITSDEBAT OVER DE GEVOLGEN VAN DE FEDERALE DRUGSNOTA VOOR HET VLAAMSE DRUGSPREVENTIEBELEID

Nr. 28 omslag 2 Inhoud Nr. 28 Woensdag 7 februari 2001 Morgenvergadering Berichten van verhindering 1 Begroting Indiening en verwijzing 1 Ontwerpen van decreet Indiening en verwijzing 1 Voorstellen van decreet Indiening en verwijzing 1 Voorstellen van resolutie Indiening en verwijzing 2 Verslagen Indiening 2 Motie betreffende een belangenconflict Indiening en verwijzing 3 Met redenen omklede moties Indiening 3 Moties van aanbeveling Indiening 4 Evaluatie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) Indiening en verwijzing 5 In eerste lezing aangenomen artikelen Indiening 5 Voorontwerp van decreet Indiening 5 Mededeling van de federale regering Indiening 5 Mededeling van de Vlaamse regering Indiening 5 Mededeling van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad Indiening 6 Mededelingen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Indiening 6 Moties van gemeenten Indiening 7 Arresten van het Arbitragehof Indiening 7

Nr. 28 omslag 3 Kennisgevingen van het Arbitragehof Indiening 7 Samenstelling van commissies, interparlementaire gremia en deontologische commissie Wijzigingen onder de vaste en plaatsvervangende leden 7 Motie van orde Voorstel tot spoedbehandeling 8 Spreker : de heer Jan Penris Voorstel van decreet van de heren Ludo Sannen, Jos De Meyer, Gilbert Van Baelen, André Van Nieuwkerke, Kris Van Dijck en Gilbert Vanleenhove houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap 475 (2000-2001) Nrs. 1 tot 3 Voorstel van resolutie van de heren Gilbert Vanleenhove, Gilbert Van Baelen, André Van Nieuwkerke, Ludo Sannen, Kris Van Dijck en Jos De Meyer betreffende de studietoelagen in het secundair onderwijs en het basisonderwijs 425 (2000-2001) Nrs. 1 tot 4 Algemene bespreking 9 Sprekers : de heren André Moreau, verslaggever, Gilbert Vanleenhove, Gilbert Van Baelen, Julien Librecht, André Van Nieuwkerke, Ludo Sannen, Miel Verrijken en Kris Van Dijck Artikelsgewijze bespreking 17 Voorstel van resolutie van de heer Joachim Coens, mevrouw Mieke Van Hecke, de heer Luc Martens en mevrouw Riet Van Cleuvenbergen betreffende de invoering van een Vlaamse museumkaart 318 (1999-2000) Nrs. 1 tot 5 Bespreking 23 Sprekers : de heren Jo Vermeulen, verslaggever, Joachim Coens, Miel Verrijken en Johan De Roo Voorstel van resolutie van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen c.s. betreffende het gebruik van afkortingen en letterwoorden voor officiële en semi-officiële benamingen 396 (1999-2000) Nrs. 1 en 2 Bespreking 26 Spreker : mevrouw Riet Van Cleuvenbergen Actualiteitsdebat Actualiteitsdebat over de gevolgen van de federale drugsnota voor het Vlaamse drugspreventiebeleid 28 Sprekers : mevrouw Trees Merckx-Van Goey, de heren Bruno Tobback, Eric Van Rompuy, Jos Stassen, Felix Strackx en Pieter Huybrechts, mevrouw Patricia Ceysens, mevrouw Marijke Dillen, mevrouw Ingrid van Kessel, mevrouw Ria Van Den Heuvel, de heren Ludo Sannen, Jos Stassen, mevrouw Niki De Gryze, de heren Guy Swennen, Gilbert Bossuyt, Miel Verrijken, Herman Lauwers, Joachim Coens, mevrouw Riet Van Cleuvenbergen en minister Mieke Vogels Moties van aanbeveling 51 Regeling van de werkzaamheden 52

-1- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 VOORZITTER : De heer Norbert De Batselier De notulen van de jongste vergadering worden ter tafel gelegd. De vergadering wordt geopend om 10.06 uur. De voorzitter : Dames en heren, de vergadering is geopend. BERICHTEN VAN VERHINDERING Mathieu Boutsen, Anny De Maght-Aelbrecht, Patrick Hostekint, Marleen Van den Eynde : gezondheidsredenen ; Ontwerp van decreet houdende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de basiscompetenties in het secundair onderwijs 535 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid. Ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de eindtermen van de tweede en de derde graad van het gewoon secundair onderwijs 536 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid. Ontwerp van decreet houdende een aanpassing van de regelgeving betreffende het tertiair onderwijs 561 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid. Jacques Devolder : buitenslands ; Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael : ambtsverplichtingen. VOORSTELLEN VAN DECREET BEGROTING Indiening en verwijzing De voorzitter : Het volgende ontwerp van decreet werd ingediend : Ontwerp van decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van Instellingen van Openbaar Nut voor het begrotingsjaar 1998 23 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting. ONTWERPEN VAN DECREET Indiening en verwijzing Indiening en verwijzing De voorzitter : De volgende voorstellen van decreet werden ingediend : Voorstel van decreet van mevrouw Ria Van Den Heuvel, mevrouw Patricia Ceysens, de heer Guy Swennen en mevrouw Simonne Janssens- Vanoppen houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering 540 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet van de heer Joachim Coens c.s. houdende wijziging van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 563 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening. De voorzitter : De volgende ontwerpen van decreet werden ingediend :

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-2- VOORSTELLEN VAN RESOLUTIE Indiening en verwijzing De voorzitter : De volgende voorstellen van resolutie werden ingediend : Voorstel van resolutie van de heren Sven Gatz, Stefaan Platteau, Leo Peeters en Eloi Glorieux en mevrouw Brigitte Grouwels betreffende de tweetaligheid van contractuele ambtenaren in de openbare instellingen van de gemeenten en de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van het taalhoffelijkheidsakkoord 534 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand. Voorstel van resolutie van de heren Jos De Meyer, Gilbert Van Baelen, Lucien Suykens, Ludo Sannen, Kris Van Dijck en Gilbert Vanleenhove betreffende arbeidservaring tijdens deeltijdse leerplicht 537 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid. Voorstel van resolutie van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Trees Merckx-Van Goey en de heren Stefaan Platteau, Jan Van Duppen en Dirk De Cock betreffende respect voor mensenrechten van inheemse volkeren bij internationale samenwerkingsverdragen 541 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden. Voorstel van resolutie van de heren Mathieu Boutsen, Roland Van Goethem, Frans Wymeersch en Jan Penris betreffende het oprichten van een accountcel met als doel het bijstaan van startende ondernemers bij het opstellen van hun bedrijfsplan 548 (2000-2001) Nr. 2. Verwezen naar de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme. VERSLAGEN Indiening De voorzitter : De volgende verslagen werden ingediend : Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen uitgebracht door de heer Koen Helsen over het voorstel van resolutie van de heer Felix Strackx en mevrouw Niki De Gryze betreffende het terugdringen van het drugsgebruik bij de schoolgaande jeugd in Vlaanderen 195 (1999-2000) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Media en Sport uitgebracht door de heer Cis Schepens over het voorstel van resolutie van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen c.s. betreffende het gebruik van afkortingen en letterwoorden voor officiële en semi-officiële benamingen 396 (1999-2000) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme uitgebracht door de heer Cis Schepens over het voorstel van resolutie van mevrouw Ann De Martelaer en de heren Jan Loones, Jacky Maes en Didier Ramoudt en mevrouw Trees Merckx- Van Goey betreffende de toegankelijkheid van de toeristische sector voor personen met een handicap 398 (1999-2000) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer Kris Van Dijck over het voorstel van resolutie van de heren Gilbert Vanleenhove, Gilbert Van Baelen, André Van Nieuwkerke, Ludo Sannen, Kris Van Dijck en Jos De Meyer betreffende de studietoelagen in het secundair en het basisonderwijs 425 (2000-2001) Nr. 4. Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer André Moreau over het voorstel van decreet van de heer Ludo Sannen houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap 475 (2000-2001) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen uitgebracht door mevrouw Trees Merckx-Van Goey over de gedachtewisseling over het voortgangsrapport van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) 1999 543 (2000-2001) Nr. 1. Verslag namens de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme uitge-

-3- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 Voorzitter bracht door de heer Johan Weyts over de gedachtewisseling over het jaarverslag 1999 van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen 546 (2000-2001) Nr. 1. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening uitgebracht door de heer Joachim Coens over de EU-wetgevingsvoorstellen inzake lucht 547 (2000-2001) Nr. 1. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen uitgebracht door mevrouw Ann De Martelaer over de gedachtewisseling over het evaluatierapport 1999 van het Interprovinciaal Aidscoördinaat (IPAC) 549 (2000-2001) Nr. 1. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening uitgebracht door mevrouw Isabel Vertriest over de gedachtewisseling over het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur 550 (2000-2001) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen uitgebracht door de heer Koen Helsen over de gedachtewisseling over het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap 559 (2000-2001) Nr. 1. Verslag namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer Freddy Sarens over de gedachtewisseling in het kader van de opvolging en voortgang van de standpuntbepaling inzake Europese Aangelegenheden, over de resultaten van de Europese Raad van Nice en over het voor maart 2001 in Brussel voorziene colloquium van de constitutionele regio s, met de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden 560 (2000-2001) Nr. 1. MOTIE BETREFFENDE EEN BELANGEN- CONFLICT Indiening en verwijzing De voorzitter : De volgende motie betreffende een belangenconflict werd ingediend : Motie van de heren Carl Decaluwe en Ludwig Caluwé betreffende een belangenconflict 538 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Cultuur, Media en Sport. MET REDENEN OMKLEDE MOTIES Indiening De voorzitter : De volgende met redenen omklede moties werden ingediend : Met redenen omklede motie van de heren Luk Van Nieuwenhuysen en Julien Librecht tot besluit van de op 25 januari 2001 door de heer Luk Van Nieuwenhuysen in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de uitgangspunten voor de onderhandelingen met de Franse Gemeenschap betreffende de taal- en pedagogische inspectie in het faciliteitenonderwijs 544 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van mevrouw Trees Merckx-Van Goey, mevrouw Gisèle Gardeyn-Debever en de heren Jef Van Looy, Joachim Coens en Jos De Meyer tot besluit van de op 25 januari 2001 door mevrouw Trees Merckx-Van Goey in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de aankoop van pachtgronden door het Vlaamse Gewest, afdeling Natuur 545 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heren Dirk De Cock, Herman De Loor, Dirk Holemans en mevrouw Dominique Guns tot besluit van de op 30 januari 2001 door de heer Erik Matthijs in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-4- Voorzitter Sport, over de gevolgen van de politiehervorming en het sectoraal voorakkoord van 20 december 2000 voor de gemeentefinanciën 551 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heer Dirk De Cock, mevrouw Dominique Guns, mevrouw Ann De Martelaer, de heer Herman De Loor en mevrouw Anne-Marie Baeke tot besluit van de op 30 januari 2001 door de heer Carl Decaluwe in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over het oplopen van de socialehuurachterstallen en de marginalisering van het socialehuurderstelsel 552 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van mevrouw Hilde De Lobel en de heren Christian Verougstraete en Filip Dewinter tot besluit van de op 30 januari 2001 door de heer Filip Dewinter in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over mogelijke onregelmatigheden bij de Antwerpse Waterwerken 553 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heer Carl Decaluwe, mevrouw Veerle Heeren en de heren Bart De Smet en Mark Van der Poorten tot besluit van de op 30 januari 2001 door de heer Carl Decaluwe in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over het oplopen van de socialehuurachterstallen en de marginalisering van het socialehuurderstelsel 554 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heren Erik Matthijs, Mark Van der Poorten, mevrouw Veerle Heeren en de heer Bart De Smet tot besluit van de op 30 januari 2001 door de heer Erik Matthijs in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over de gevolgen van de politiehervorming en het sectoraal voorakkoord van 20 december 2000 voor de gemeentefinanciën 555 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van mevrouw Hilde De Lobel en de heren Dominiek Lootens-Stael en Luk Van Nieuwenhuysen tot besluit van de op 31 januari 2001 door de heer Luk Van Nieuwenhuysen in commissie gehouden interpellatie tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de taaltoestanden bij de urgentiediensten in en rond Brussel 556 (2000-2001) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heren Stefaan Platteau, Leo Peeters, Eloi Glorieux en Sven Gatz tot besluit van de op 31 januari 2001 door de heer Luk Van Nieuwenhuysen in commissie gehouden interpellatie tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de taaltoestanden bij de urgentiediensten in en rond Brussel 562 (2000-2001) Nr. 2. MOTIES VAN AANBEVELING Indiening De voorzitter : De volgende moties van aanbeveling werden ingediend : Motie van aanbeveling van de heren Gilbert Van Baelen, André Van Nieuwkerke, Ludo Sannen en Kris Van Dijck tot besluit van het op 24 januari 2001 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de sociale aangelegenheden inzake onderwijs 542 (2000-2001) Nr. 1. Motie van aanbeveling van de heren Eric Van Rompuy, Ludwig Caluwé, Luc Van den Brande, mevrouw Mieke Van Hecke, mevrouw Brigitte Grouwels en de heer Walter Vandenbossche tot besluit van het op 31 januari 2001 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de onderhandelingen voor een verdere staatshervorming 557 (2000-2001) Nr. 1.

-5- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 Voorzitter Motie van aanbeveling van de heren Francis Vermeiren, Gilbert Bossuyt, Ludo Sannen en Paul Van Grembergen tot besluit van het op 31 januari 2001 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de onderhandelingen voor een verdere staatshervorming 558 (2000-2001) Nr. 1. EVALUATIE VAN DE SOCIAAL-ECONOMI- SCHE RAAD VAN VLAANDEREN (SERV) VOORONTWERP VAN DECREET Indiening De voorzitter : Het volgende voorontwerp van decreet werd ingediend : Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid (VR 2/2000-2001). Dit voorontwerp van decreet ligt ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement. Indiening en verwijzing De voorzitter : De volgende evaluatie van de SERV werd ingediend : Evaluatie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen over de begroting 2001 12 (2000-2001) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting. IN EERSTE LEZING AANGENOMEN ARTI- KELEN Indiening en verwijzing De voorzitter : De volgende artikelen werden in eerste lezing aangenomen : In eerste lezing aangenomen artikelen over het ontwerp van decreet houdende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de mobiliteitsraad van Vlaanderen 435 (2000-2001) Nr. 4. Verwezen naar de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie. MEDEDELING VAN DE FEDERALE REGE- RING Indiening De voorzitter : De volgende mededeling van de Federale regering werd ingediend : Circulaire betreffende de wetgevingstechniek met betrekking tot de euro vanaf 1 december 2000, goedgekeurd door de Federale Ministerraad op 1 december 2000 (DOC 99/2000-2001). Deze mededelingen van de Federale regering ligt ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement. MEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGE- RING Indiening De voorzitter : De volgende mededeling van de Vlaamse regering werd ingediend :

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-6- Voorzitter Omzendbrief FB.AC 2000/4 van 29 september 2000 betreffende de invoering van de euro sector reglementering en formulieren legistieke instructies met betrekking tot de Euro (DOC 98/2000-2001). Deze mededeling van de Vlaamse regering ligt ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement. MEDEDELING VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD Indiening De voorzitter : De volgende mededeling van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad werd ingediend : Gemotiveerde motie betreffende de interpellatie van de heer Jean-Pierre Cornelissen tot de heer François-Xavier de Donnea, minister-president van de regering, betreffende de verklaringen van de minister-president van het Vlaams Gewest over het statuut van Brussel, de toegevoegde interpellatie van de heer Benoît Cerexhe betreffende de verklaringen van de minister-president en deze van sommige leden van de Brusselse regering als reactie op de anti- Brusselse uitlatingen van de minister-president van de Vlaamse regering, de toegevoegde interpellatie van de heer Sven Gatz betreffende de stelling van de Vlaamse minister-president dat Brussel een statuut zoals Washington DC moet krijgen, de toegevoegde interpellatie van mevrouw Anne-Sylvie Mouzon betreffende de uitlatingen van de heer Patrick Dewael betreffende het statuut van Brussel en zijn institutionele rol in het Belgisch federaal systeem en de toegevoegde interpellatie van de heer Jean- Luc Vanraes betreffende de discussie met betrekking tot het bijzonder statuut van Brussel, aangenomen door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad in zijn vergadering van 12 januari 2001 (DOC 100/2000-2001). Deze mededeling van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad ligt ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement. MEDEDELINGEN VAN HET MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Indiening De voorzitter : De volgende mededelingen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werden ingediend : Advies van de Vlaamse Adviesraad voor de Erkenning van de Verzorgingsvoorzieningen d.d. 9 januari 2001 over het bezwaarschrift van Beerzel-Putte, Rustoord Beezelhof inzake het voornemen tot weigering van erkenning voor 4 RVT-bedden vanaf 15 oktober 2000 en voor 8 RVT-bedden vanaf 1 januari 2001 (DOC 95/2000-2001) ; Verslag van de onderwijsinspectie over de toestand van het onderwijs schooljaar 1999-2000, Deel A : het basisonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en de PMS-centra/CLB s ; Deel B : het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en de PMS-centra s/clb s (DOC 97/2000-2001) ; Beslissing d.d. 10 januari 2001 van de Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie over de klacht van 23 oktober 2000 van de heer Wim Peeters tegen VRT (DOC 101/2000-2001) ; Advies nr. 2001/001 van de Vlaamse Mediaraad betreffende het ontwerp van besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure van het Vlaams Commissariaat voor de Media (telewinkelomroepen) (DOC 102/2000-2001). Deze mededelingen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap liggen ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement.

-7- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 MOTIES VAN GEMEENTEN Indiening De voorzitter : De volgende moties van gemeenten werden ingediend : Motie van de gemeente Tremelo aangaande de problematiek van zonevreemde woningen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 december 2000 (DOC 96/2000-2001) ; Motie van de stad Landen inzake de problematiek van de zonevreemde woningen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 december 2000 (DOC 103/2000-2001) ; Motie van de gemeente Temse inzake aanpassing eedformule bij installatie nieuwe gemeente- en provincieraadsleden, goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 januari 2001 (DOC 104/2000-2001). Deze moties van gemeenten liggen ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement. De voorzitter : De volgende kennisgevingen van het Arbitragehof betreffende beroepen tot vernietiging en prejudiciële vragen liggen ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement : Rolnummer 2071 ; Rolnummer 2072 ; Rolnummer 2086 ; Rolnummer 2087 ; Rolnummer 2089 ; Rolnummer 2090 ; Rolnummer 2093 ; Rolnummer 2097 ; Rolnummer 2114. SAMENSTELLING VAN COMMISSIES, IN- TERPARLEMENTAIRE GREMIA EN DEON- TOLOGISCHE COMMISSIE Wijzigingen onder de vaste en plaatsvervangende leden Voor de CVP-fractie zijn : ARRESTEN VAN HET ARBITRAGEHOF Indiening De voorzitter : De volgende arresten van het Arbitragehof liggen ter inzage op de afdeling Decreetgevend Secretariaat van het Vlaams Parlement : Arrest nr. 3/01 van 25 januari 2001 ; Arrest nr. 4/01 van 25 januari 2001 ; Arrest nr. 5/01 van 25 januari 2001. KENNISGEVINGEN VAN HET ARBITRAGE- HOF Indiening in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting de heer John Taylor als vast lid vervangen door de heer Paul Van Malderen ; in de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid de heer John Taylor als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Paul Van Malderen ; in de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand de heer John Taylor als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Paul Van Malderen ; in de Commissie voor Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken de heer John Taylor als vast lid vervangen door mevrouw Mieke Van Hecke en mevrouw Mieke Van Hecke als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Paul Van Malderen ; in de Subcommissie voor Financiën en Begroting de heer John Taylor vervangen door de heer Joachim Coens.

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-8- Voorzitter Voor de VLD-fractie zijn : in de Commissie ad hoc Milieu en Gezondheid de heer Koen Helsen als vast lid vervangen door de heer Frans De Cock en de heer Frans De Cock als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Koen Helsen. Voor de SP-fractie zijn : in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting de heer Robert Voorhamme als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Bruno Tobback ; in de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid de heer Herman De Loor als vast lid vervangen door de heer Marcel Logist, de heer Tuur Van Wallendael als vast lid vervangen door mevrouw Anne-Marie Baeke en de heer Marcel Logist als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Herman De Loor ; in de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden mevrouw Lisette Croes als vast lid vervangen door de heer Peter De Ridder ; in de Commissie voor Cultuur, Media en Sport de heer Tuur Van Wallendael als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Peter De Ridder in de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme de heer Chokri Mahassine als plaatsvervangend lid vervangen door mevrouw Anne-Marie Baeke ; in de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid de heer Jan Van Duppen als plaatsvervangend lid vervangen door mevrouw Hilde Claes ; in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie de heer André Kenzeler als plaatsvervangend lid vervangen door mevrouw Hilde Claes ; in de Interparlementaire Commissie voor de Nederlandse Taalunie de heer Tuur Van Wallendael als vast lid vervangen door de heer Jan Van Duppen ; in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad mevrouw Lisette Croes als plaatsvervangend lid vervangen door de heer Peter De Ridder. in de Deontologische Commissie de heer Tuur Van Wallendael als vast lid vervangen door de heer Leo Peeters Voor de VB-fractie zijn : in de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid mevrouw Marleen Van den Eynde als vast lid vervangen door de heer Joris Van Hauthem en de heer Joris Van Hauthem als plaatsvervangend lid vervangen door mevrouw Marleen Van den Eynde MOTIE VAN ORDE Voorstel tot spoedbehandeling De voorzitter : Met toepassing van artikel 46 van het Reglement heeft de heer Penris bij motie van orde het woord gevraagd. De heer Penris heeft het woord. De heer Jan Penris : Mijnheer de voorzitter, hierbij vraag ik de spoedbehandeling van het voorstel van resolutie van de heer Penris betreffende de verdieping van de Westerschelde (Stuk 566). De voorzitter : De bevoegde minister heeft mij via een brief laten weten dat hij een debat heeft gepland over de problematiek van de verdieping van de Westerschelde. In dat debat kan alles aan bod komen. De heer Jan Penris : Ik denk dat het parlement een initiatief moet nemen. Het is niet aan de minister om te bepalen wanneer wij debatteren. De voorzitter : Dat is waar, maar het is niet verboden suggesties te doen. Het incident is gesloten.

-9- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 VOORSTEL VAN DECREET van de heren Ludo Sannen, Jos De Meyer, Gilbert Van Baelen, André Van Nieuwkerke, Kris Van Dijck en Gilbert Vanleenhove houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap 475 (2000-2001) Nrs. 1 tot 3 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van de heren Gilbert Vanleenhove, Gilbert Van Baelen, André Van Nieuwkerke, Ludo Sannen, Kris Van Dijck en Jos De Meyer betreffende de studietoelagen in het secundair onderwijs en het basisonderwijs 425 (2000-2001) Nrs. 1 tot 4 Algemene bespreking De voorzitter : Dames en heren, aan de orde zijn het voorstel van decreet van de heren Sannen, De Meyer, Van Baelen, Van Nieuwkerke, Van Dijck en Vanleenhove houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap en het voorstel van resolutie van de heren Vanleenhove, Van Baelen, Van Nieuwkerke, Sannen, Van Dijck en De Meyer betreffende de studietoelagen in het secundair onderwijs en het basisonderwijs. Het voorstel van resolutie luidt als volgt : Het Vlaams Parlement, gelet op de resolutie betreffende de studietoelagen die op 16 december 1997 unaniem in het Vlaams Parlement werd goedgekeurd ; gelet op de regeringsverklaring van 14 juli 1999 en de beleidsnota van minister Vanderpoorten waar het thema van de toegankelijkheid van de internaten herhaaldelijk aan bod komt ; gelet op de werkzaamheden van de Subcommissie voor Onderwijs ; overwegende 1 dat de studietoelagen bijdragen tot de democratisering van het onderwijs ; 2 dat de studietoelagen bij diegenen moeten terechtkomen die daar het meest behoefte aan hebben ; 3 dat daartoe in de loop van de jaren diverse wijzigingen aan de wetgeving zijn aangebracht ; 4 dat de studietoelagen voor leerplichtonderwijs een andere doelmatigheid hebben dan de studietoelagen voor hoger onderwijs ; 5 dat de reële studiekosten de afgelopen jaren sterk zijn gestegen, waardoor een aantal ouders de schoolrekeningen niet meer kunnen betalen ; 6 dat de studietoelagen secundair onderwijs te laag zijn om de directe studiekosten te compenseren ; 7 dat de bestaande inkomensgrenzen te laag zijn in verhouding tot de studiekosten als onderdeel van de gezinsuitgaven ; 8 dat geconstateerd wordt dat een aantal potentieel gerechtigden nog altijd niet de studietoelage die hen toekomt opnemen ; 9 dat ondanks de gegarandeerde kosteloosheid van het basisonderwijs een aantal indirecte kosten de financiële draagkracht van bestaansonzekere gezinnen overstijgen ; 10 dat in de huidige situatie, beursgerechtigde interne leerlingen van het secundair onderwijs recht hebben op een studietoelage die slechts het dubbele bedraagt van de studietoelage van de beursgerechtigde externe leerlingen ; 11 dat door de steeds oplopende kostgelden van de internaten, het gevaar van het verder elitair worden van de internaten, toeneemt ; vraagt de Vlaamse regering 1 de huidige regelgeving met betrekking tot de studietoelagen secundair onderwijs als volgt aan te passen : a) wijzigingen aan het studietoelagenstelsel hoger onderwijs die relevant zijn voor het secundair onderwijs ook op dit niveau toe te passen, door onder meer : 1) de inkomensgrenzen te verhogen en automatisch te indexeren ; 2) de studietoelagen automatisch te indexeren en bij het bepalen van het bedrag te streven naar een gelijkschakeling met de directe studiekosten ; 3) een bodem-k.i. in te voeren ;

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-10- Voorzitter b) een differentiatie in te bouwen op grond van de onderwijsvorm (ASO enerzijds, TSO, BSO, KSO en BUSO anderzijds) rekening houdend met de feitelijke kostprijs ervan ; c) de toelagen voor rechthebbende interne leerlingen en kamerleerlingen te verhogen, waarbij zeker in overweging moet worden genomen de studietoelagen voor de beursgerechtigde interne leerlingen in het secundair onderwijs, in vergelijking met de huidige bedragen, te verdubbelen, met uitzondering van de studietoelagen voor de vierde graad secundair onderwijs en de studietoelagen voor de leerlingen met een GAV-statuut (Gehuwden/Alleenstaanden/Volle wezen), die met de helft worden vermeerderd. d) de studievoorwaarden zo aan te passen dat 1) niet-leerplichtigen aangemoedigd worden om toch een diploma secundair onderwijs te behalen ; 2) leerlingen die in het modulair stelsel treden in aanmerking komen voor een toelage ; 2 initiatieven te ontwikkelen opdat de studietoelagen door de rechthebbenden uit het secundair onderwijs maximaal zouden worden opgenomen ; 3 de bevoegdheid van de Commissie Laakbare Praktijken inzake de toepassing van het principe van de kosteloze toegang, uit te breiden tot het secundair onderwijs ; 4 initiatieven te ontwikkelen om de indirecte kosten verbonden aan het basisonderwijs voor bestaansonzekere gezinnen draaglijk te maken. Ik stel voor de bespreking van het voorstel van resolutie samen te voegen met de algemene bespreking van het voorstel van decreet. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming) De algemene bespreking is geopend. De heer Moreau, verslaggever, heeft het woord. De heer André Moreau, verslaggever (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega s, het doel van het voorstel van decreet is het stelsel van de studietoelagen van het hoger onderwijs te hervormen en te verbeteren. De steeds hogere kostprijs van het onderwijs beïnvloedt de participatie eraan. Dit is vooral in het hoger onderwijs het geval. Op dit ogenblik krijgt slechts 23 percent van de studenten een studietoelage. We moeten dus ingrijpen. Als we dat niet doen, wordt om financiële redenen een bepaalde groep talentvolle, onvermogende jongeren de kans ontnomen hogere studies te doen. Het voorstel van decreet bepaalt dat de studietoelagen worden verhoogd om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de onmiddellijke kosten. Op dit ogenblik hebben enkel studenten die slagen, recht op een beurs. Studenten die moeten overzitten of een andere studierichting kiezen, kunnen volgens dit voorstel van decreet eenmalig een studietoelage aanvragen : de Jokerbeurs. De Jokerbeurs staat trouwens in het Vlaams regeerakkoord. Er wordt een bodem-ki ingevoerd. Dit betekent dat een minimumgrens voor het kadastraal inkomen wordt vastgelegd. Voor een gezin dat onder die grens van 72.000 frank blijft, wordt bij de berekening van het bedrag van de studiebeurs geen rekening meer gehouden met het kadastraal inkomen. Het voorstel van decreet bepaalt verder dat samenwonende studenten dezelfde rechten krijgen als gehuwde studenten. Bovendien wordt bij een sterke daling van het inkomen niet het inkomen van 2 jaar voordien, maar het vermoedelijk inkomen van het betrokken jaar als berekeningsbasis wordt gehanteerd. De daling van het inkomen kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door loopbaanonderbreking of een geval van overmacht. De goedkeuring van dit voorstel zal voor heel wat talentvolle studenten financiële problemen en hindernissen wegnemen en voor hen een participatie aan het hoger onderwijs mogelijk maken. De Jokerbeurs zal bijkomende kansen bieden aan de financieel zwakkeren, meer bepaald de arbeiderskinderen. Nu participeert de helft van deze minvermogende jongeren niet aan het hoger onderwijs. Dat leidt tot ongelijke participatie. Deze hervorming, bijsturing en verbetering van de regelgeving is een heel duidelijk voorbeeld van ruimere democratisering van het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap en van een toepassing van het gelij-

-11- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 Moreau kekansenbeleid. Dit is meteen ook de betekenisvolle sociale dimensie van dit voorstel. Als verslaggever spreek ik mijn dank uit aan de indieners van dit voorstel en aan iedereen die eraan heeft meegewerkt : de legistieke cel, het departement van Onderwijs en de overleggroep Studietoelagen. Er was een constructieve samenwerking over de partijgrenzen heen. De onderwijscommissieleden van alle fracties hebben positief meegewerkt. In de commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid werd het geamendeerd voorstel van decreet houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap unaniem aangenomen met 12 stemmen. (Applaus) De voorzitter : De heer Van Dijck, verslaggever, verwijst naar het schriftelijk verslag. De heer Vanleenhove heeft het woord. De heer Gilbert Vanleenhove (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega s, vooreerst wil ik even kwijt dat ik als voorzitter van de subcommissie fier ben over het werk dat wij gezamenlijk hebben geleverd. In de goede traditie die begon in de vorige zittingsperiode zijn wij erin geslaagd over de grenzen van meerderheid en oppositie heen met grote eensgezindheid en met een oprechte wil tot samenwerken opnieuw twee degelijke parlementaire documenten over de studietoelagen tot stand te brengen. Zo'n prestatie maakt politiek echt boeiend. Het voorliggende voorstel over de studietoelagen voor het hoger onderwijs is heel belangrijk. In één adem moeten we daar toch aan toevoegen dat het eigenlijk maar een voorlopige oplossing biedt voor de problematiek van de studiefinanciering. In de commissiezitting heb ik daar, net zoals de heer Sannen, sterk de nadruk op gelegd. Ik wil dat tijdens deze plenaire zitting ook nog eens beklemtonen. De evolutie binnen het onderwijs, met onder meer het modulaire stelsel, het deeltijds leren, de hervormingen ten gevolge van de Bolognaverklaring, de mobiliteit van studenten over landsgrenzen heen, het hele concept van levenslang leren, noopt ons te zeggen dat dit voorstel nog geen rekening houdt met al deze ontwikkelingen. Het is belangrijk op vrij korte termijn het hele stelsel van studiefinanciering grondig te herdenken. Betekent dit dat het huidige decreet onnodig of overbodig is of geen verdiensten heeft? Dat is geenszins het geval. Het huidige decreet optimaliseert op korte termijn het gangbare stelsel van de studietoelagen. De jongste dagen werd in de media vooral gefocust op de zogenaamde Jokerbeurs. Die komt er niet onterecht. Ze betekent een welgekomen steun voor minvermogende studenten die om een of andere reden een jaartje niet slagen. Als zij nu hun studiebeurs verliezen, haken ze noodgedwongen af. Met de Jokerbeurs stelt de overheid een daad van eenvoudige rechtvaardigheid en biedt ze gelijke kansen aan gegoede en minder gegoede studenten. Ook de andere bepalingen van het voorstel van decreet komen tegemoet aan een dringende nood. Men kan terecht kritiek uitbrengen op het feit dat er nog heel veel niet decretaal is geregeld, en aan de regering wordt overgelaten. Gedeeltelijk komt dat doordat de parlementsleden niet over de nodige technische ondersteuning beschikken om een dergelijk complex dossier tot in de details in te vullen. Nu al moesten we op externe hulp rekenen om dit voorstel van decreet tot een goed einde te brengen. Een en ander betekent dat we erop vertrouwen dat de filosofie en de betrachting die we in het voorstel van decreet hebben nagestreefd, ook in de uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse regering worden nagevolgd. De resolutie over de studietoelagen die wij al in 1997 in het parlement hebben goedgekeurd, kan als referentiekader dienen. Daarin is bijvoorbeeld sprake van de noodzaak tot het optrekken van de inkomensgrenzen en van de noodzaak tot uitbreiding van de toegelaten categorieën van studenten. Ik vraag de minister niet alleen vlug werk te maken van de uitvoeringsbesluiten voor dit decreet, maar ook om deze uitvoeringsbesluiten aan de commissie voor Onderwijs voor te leggen alvorens een definitieve beslissing te nemen. Op die manier kunnen wij nagaan of de grote betrachtingen van ons decreet ook daadwerkelijk worden ingevuld. De externe ad-hocoverleggroep Studietoelagen heeft een aantal kritieken op ons voorstel van decreet geformuleerd. Deze kritieken werden in de commissie behandeld, zodat ik er vandaag niet meer op terug zal komen. Toch wil ik ingaan op een uitdaging voor de toekomst, namelijk de zaak van de studiebeurzen voor deelnemers aan het tweedekansonderwijs. Het tweedekansonderwijs bereidt volwassenen voor op het behalen van een getuigschrift van middelbare studies van de tweede graad of op het behalen van een diploma hoger secundair

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-12- Vanleenhove onderwijs. De deelnemers volgen hiervoor dag- of avondlessen van gemiddeld twintig uren per week. Met de huidige regelgeving kunnen deze mensen niet van een studiebeurs genieten. Er zijn nochtans waardevolle redenen om dit wel mogelijk te maken. In de eerste plaats leeft een groot deel van de deelnemers aan het tweedekansonderwijs van een sociale uitkering, die dikwijls niet volstaat om naast het noodzakelijke levensonderhoud ook vervoerkosten en studiegeld te betalen. Anderen vallen nog ten laste van hun ouders die wel recht hebben op kinderbijslag, maar niet op een studiebeurs zoals andere ouders met studerende kinderen. Niemand in dit parlement zal mensen het recht willen ontzeggen om gemiste kansen uit het verleden recht te zetten op een financieel haalbare wijze. De complexiteit die de decretale vertaling hiervan met zich meebrengt en het gebrek aan technische ondersteuning zijn zeker redenen waarom deze kwestie geen plaats heeft gekregen in ons decreet. Dit moet ons niet tegenhouden om de minister attent te maken op deze problematiek, die in de toekomst een oplossing moet krijgen. Dit is eveneens de bedoeling van het voorstel van resolutie over de studietoelagen in het secundair onderwijs en het basisonderwijs die we in de commissie hebben goedgekeurd. Ook hiervoor vragen we aan de minister om voor een aantal terechte verzuchtingen oplossingen aan te reiken. Wellicht het meest vernieuwende in onze resolutie is de vraag aan de regering om ook voor het basisonderwijs initiatieven te ontwikkelen, opdat de indirecte kosten die aan het basisonderwijs verbonden zijn, draaglijk zouden worden voor bestaansonzekere gezinnen. We spreken er ons niet over uit of dat nu moet gebeuren met een systeem van studietoelagen, dan wel met een andere vorm van tegemoetkoming. Dat moet onderzocht worden. In elk geval blijkt dat ook in het basisonderwijs arme gezinnen de indirecte onderwijskosten, zoals vervoerkosten, kledij, schoolreizen, enzovoort als een grote financiële last ervaren. Het zal dus niet volstaan voldoende en versnelde inspanningen te leveren om te komen tot het algemeen aanvaarde principe van kosteloosheid van het basisonderwijs, dat wil zeggen dat alle directe kosten door de overheid worden gedekt. Wij zullen daarnaast nog bijkomende inspanningen moeten leveren inzake tussenkomsten voor indirecte kosten voor de categorie van minstvermogenden om ook hier gelijke kansen voor alle kinderen te creëren. Wellicht zal daarbij een efficiënte samenwerking tussen Welzijn en Onderwijs nodig zijn. In de commissie ben ik uitvoerig kunnen ingaan op de diverse verwachtingen die in onze resolutie vervat zitten. Dat is ook correct en uitvoerig weergegeven in het uitstekende verslag van de heer Van Dijck. Twee concrete vragen aan de minister zullen hier dan ook volstaan. Ten eerste hebben wij in de subcommissie vastgesteld dat in het secundair onderwijs nog altijd een op vier gerechtigden geen studietoelage aanvraagt. Wij vragen u in onze resolutie daar iets aan te doen, zodat de studietoelagen maximaal door de rechthebbenden zouden worden benut. In het recente verleden zijn daarvoor al inspanningen gebeurd, maar ik wil in dit verband toch een vroegere vraag opnieuw stellen. Het zou namelijk echt wenselijk zijn dat de fiscale administratie ambtshalve lage-inkomensgezinnen zou informeren over de mogelijkheid om een studietoelage te krijgen. Ik wil de minister daarom vragen daar nog eens bij haar federale collega van Financiën op aan te dringen, opdat dit ook echt zou gebeuren. Een tweede vraag betreft de studiekosten in het secundair onderwijs. Onze resolutie vraagt het bedrag van de studietoelagen zo vast te stellen dat wordt gestreefd naar een gelijkschakeling met de directe studiekosten. Die studiekosten worden momenteel nog onderzocht door het HIVA, maar wij konden nu al vernemen dat een verhoging van de studietoelagen met 30 percent, samen met een automatische indexering, nog maar net, of zelfs nog niet zou volstaan om de reële studiekosten te dekken. Ik vraag de minister om rekening te houden met alle consequenties van de studie, zodra zij klaar is. Het is immers de uitdrukkelijke wens van de commissie dat minstens voor het leerplichtonderwijs de studietoelagen de directe kosten zouden dekken. Ten slotte dank ik uitdrukkelijk alle collega s in de subcommissie voor de vlotte en vruchtbare samenwerking. (Applaus) De voorzitter : De heer Van Baelen heeft het woord. De heer Gilbert Van Baelen (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, colle-

-13- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 Van Baelen ga s, de heer Vanleenhove heeft zeer uitvoerig maar ook zeer waarheidsgetrouw de besprekingen in de subcommissie weergegeven. Hij heeft ook de overgebleven pijnpunten aangehaald. Iedereen was het erover eens dat het huidige niveau van de studietoelagen voor het hoger onderwijs niet meer aangepast is aan de sociaal-economische realiteit. Een aanpassing is dan ook nodig. Ik zou hier zelf niet staan als er geen goed studiebeurzensysteem had bestaan toen ik studeerde. Dat gaf mijn ouders destijds de kans om mij verder te laten studeren. Het is erg belangrijk dat de gelijke kansen voor jongeren, op basis van ons sociaal-economisch gegeven, om deel te nemen aan het hoger onderwijs op deze wijze behouden blijven. Dit past ook volledig in het sociaal beleid dat de minister terzake wil voeren, en sluit aan bij het regeerakkoord. Dit parlementair initiatief is hier dus meer dan gepast. Net als de vorige spreker bedank ik alle collega s voor de vruchtbare samenwerking. Wel benadruk ik, mevrouw de minister, dat dit een tussenstap is. Op korte termijn zouden we immers moeten kunnen beginnen met het totaaldebat over de studiefinanciering. We kijken in dit verband naar andere landen. In het kader van de Bologna-, Sorbonne-, Praag- en andere verklaringen komen er belangrijke uitdagingen op ons af. Er is de eigen hervorming van het hoger onderwijs. Maar er is ook de mobiliteit van buitenlandse studenten naar ons gewest en vice versa. Het totale systeem van de studiefinanciering, studietoelagen en sociale toelagen aan de universiteit of hogeschool per student moet worden bekeken. Tegelijk moet men misschien het debat voeren over het kindergeld en dergelijke, en het Nederlandse systeem bekijken, om te zorgen voor nog meer gelijkwaardigheid. Hopelijk is dit een gesprek voor de volgende jaren. (Applaus) De voorzitter : De heer Librecht heeft het woord. De heer Julien Librecht (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, mijn fractie heeft vanaf het begin verklaard dat we ons in dit voorstel kunnen vinden. Na de veeleer lange voorgeschiedenis zijn de uitgangspunten ervan realistisch en positief gebleken. Het klopt dat de wet houdende studietoelagen en studieleningen verouderd was, dat de inkomensplafonds om voor een studiebeurs in aanmerking te komen te laag waren geworden, dat dit resulteerde in een steeds grotere selectiviteit inzake toelagen, en dat dit alles de oorzaak was van de gevoelige daling van het aantal beursstudenten. Bij de besprekingen hebben we ons enkele vragen gesteld en hebben we opmerkingen geformuleerd bij enkele punten uit dit voorstel. Deze vragen gingen over de motivering, de interactie tussen de finaliteit van het systeem en de inschattings- en controlemechanismen, de budgettaire draagkracht, de jokerbeurs, de administratieve beheersbaarheid, de consequente en gestage evaluatie, de aard en omvang van noodzakelijke informatie ten behoeve van de belanghebbenden, de gezinsafhankelijkheid versus de studentenautonomie. Na de besprekingen en bij de uiteindelijke versie van dit voorstel hebben we bevredigende antwoorden gevonden. In dit betoog wil ik me dan ook beperken tot een nadrukkelijke oproep tot een strikt blijven volgen en een consequent en gestaag evalueren. Dit laatste moet er bijvoorbeeld zijn bij het verloop van de jokerbeurs. We menen dat het toekennen van een studiebeurs in de eerste plaats als doel heeft de student in kwestie op een socialiserende wijze aan een diploma te helpen. Eenmaal dit doel bereikt is, vinden we bijkomende steun slechts verantwoord wanneer die een bijkomend sociaal nut heeft. Dit zal hier ook wel het geval zijn. Opvolging en evaluatie zijn dan ook aangewezen. Concreet moet dit gebeuren door de begeleiding van de student, een vrijblijvende of verplichte advisering, de begeleiding bij een eventuele heroriëntering, en de beveiliging tegenover mogelijk oneigenlijk gebruik. Ook de administratieve beheersbaarheid moet strikt worden gevolgd en geëvalueerd. We zien dit laatste als een beleidsmatige planning waarbij heel veel afhankelijk is van een positief ingestelde en op maat werkende administratie. Vooral de moeizame en wellicht blijvende interactie van de finaliteit van dit systeem enerzijds en de fiscaliteit als inschattings- en controlemechanisme anderzijds, noopt ons ertoe dit nauwlettend te volgen en snel te evalueren. Dit heeft te maken met informatie aan de rechthebbende. Als men met dergelijke projecten start, moet de eventuele rechthebbende op een zo breed mogelijke, permanente, periodische en efficiënte manier worden geïnformeerd. Dit dient zowel op lokaal als op nationaal vlak te gebeuren. Collega s, dit waren louter enkele kleine opmerkingen over dit voorstel van decreet. We stonden ook vanaf het begin positief tegenover het voorstel van resolutie. Dit neemt echter niet weg dat we ook daarover enkele vragen en opmerkingen hebben geformuleerd. We hadden het

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-14- Librecht onder meer over de andere doelmatigheid van enerzijds het secundair en het basisonderwijs en anderzijds het hoger onderwijs. Gezien de democratisering van het onderwijs moeten we de vraag stellen of het stelsel van studietoelagen in het secundair en het basisonderwijs misschien niet beter wordt afgeschaft en vervangen door andere vormen van sociale interventie. We hebben verwezen naar het feit dat een aantal potentieel gerechtigden nog altijd niet de studietoelagen opnemen die hun toekomen. We hebben gevraagd een zo constructief mogelijke bijdrage te leveren inzake het ontwikkelen van initiatieven opdat de studietoelagen uit het secundair onderwijs maximaal zouden worden opgenomen. Collega s, we hebben geprobeerd om in de mate van het mogelijke positief en constructief aan deze voorstellen mee te werken. We betreuren eens te meer de ondemocratische uitsluiting van onze partij bij de naamgeving van deze documenten. Deze onterechte houding van de meerderheid zal ons er echter niet van weerhouden beide voorstellen te steunen. (Applaus bij het VB) De voorzitter : De heer Van Nieuwkerke heeft het woord. De heer André Van Nieuwkerke (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega s, op mijn beurt wil ik iedereen danken voor de constructieve samenwerking aan zowel het voorstel van decreet als het voorstel van resolutie. De werkzaamheden in de commissie en in de subcommissie bewijzen dat het mogelijk is om goed parlementair werk te leveren over de partijgrenzen heen. Het opstellen van het voorstel van decreet is wel een werk van lange adem geweest. Dit proces werd in de vorige legislatuur reeds ingezet met de automatische indexering en het optrekken van de laagste beursbedragen. Er werd ook een wetenschappelijk onderzoek besteld om na te gaan in hoeverre het studiebeurzensysteem de sociale doelstellingen dekt. Studietoelagen blijven inderdaad een belangrijk instrument om jongeren te stimuleren hoger onderwijs te volgen. De vaststelling blijft echter dat bijna de helft van de arbeiderskinderen geen toegang heeft tot het hoger onderwijs omdat ze niet over het geschikte diploma beschikken. Een beter studietoelagesysteem in het hoger onderwijs zal daar op zich niets aan verhelpen. Daarom is er nood aan een coherent gelijkekansenbeleid, dat begint in de kleuterklas. Op de dag dat we zeer veel geld uitgeven aan beursgerechtigde studenten, zullen we kunnen zeggen dat ons onderwijssysteem democratischer en socialer is geworden. Dat het effectieve aantal beurstrekkers in het hoger onderwijs lager ligt dan het theoretisch potentieel aantal beursgerechtigden wijst erop dat er nog heel wat jongeren zijn die wel het gepaste diploma hebben, maar er geen gebruik van maken. Met andere woorden, ze nemen niet deel aan het hoger onderwijs. Een mogelijke reden is dat studeren in het hoger onderwijs te duur is. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het optrekken van de studietoelagen vooral de laagste inkomensgroepen zal helpen. Daarom hebben we in het decreet bepaald dat de bedragen moeten samenvallen met de directe studiekosten. Dat is een goede zaak. Uit ander onderzoek blijkt dat jongeren uit lagere sociale klassen die na het secundair onderwijs doorstromen naar het hoger onderwijs, hoofdzakelijk kiezen voor een hogeschoolopleiding van één cyclus. Hogere studietoelagen kunnen deze jongeren misschien doen opteren voor langere en zwaardere studies. De jokerbeurs moet hen er bovendien toe aanzetten om vol te houden als ze niet slagen. Wie de jokerbeurs niet voor een bisjaar hoefde in te zetten, kan er bovendien gebruik van maken voor een voortgezette opleiding. Ook dat is positief. Uiteraard hebben we volop het idee gesteund om rekening te houden met de vermoedelijke inkomens. Er doen zich immers schrijnende toestanden voor. In de commissie voor Onderwijs heb ik het voorbeeld aangehaald van een vrouw die te maken kreeg met loonbeslag na een frauduleus faillissement, en met een echtscheiding. De kinderen waren daar het slachtoffer van. Onze fractie pleit voor een rigoureuze toepassing van het systeem van het vermoedelijk inkomen, dat gericht is op de feitelijk lage inkomens, ongeacht de oorzaak daarvan. Onze fractie steunt uiteraard ook de resolutie over de studietoelagen in het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Talrijke studies tonen aan dat vooral de extra schoolkosten zwaar wegen op het budget van kansarme gezinnen. De kosteloosheid van het basisonderwijs is nog steeds niet gerealiseerd. Het parlement en de regering moeten daarnaar blijven streven. In de subcommissie voor Onderwijs moeten we er ook over nadenken in hoeverre de fiscus ons kan

-15- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001 Van Nieuwkerke helpen bij het detecteren van gezinnen die nood hebben aan extra studieondersteuning. Het huidige systeem is ingewikkeld, waardoor heel wat gezinnen hun rechten niet uitputten. De subcommissie voor Onderwijs moet dringend in overleg met het federaal parlement proberen om daar iets aan te doen. (Applaus bij de meerderheid en de CVP) De voorzitter : De heer Sannen heeft het woord. De heer Ludo Sannen (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega s, ik dank de verslaggevers voor hun uitvoerig en accuraat verslag. De heer Moreau heeft bondig maar duidelijk de inhoud van het decreet uiteengezet. In het uitgebreid verslag kunt u alle elementen van de inhoud van het decreet ook de technische lezen. Het lijkt me niet wenselijk dit nog eens te herhalen. Ik dank ook de voorzitter van de subcommissie voor Onderwijs. In zijn uitvoerige beschouwing heeft hij duidelijk aangegeven waarover het gaat en wat de bekommernis is van alle partijen uit meerderheid en oppositie inzake gelijke kansen, inzake de kostprijs van het onderwijs, en inzake het wegnemen van de drempels die de deelname aan het onderwijs verhinderen of het doorstromen van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs bemoeilijken. Ik ben zeer blij dat mijn voorstel van decreet met daarin de jokerbeurs nu plenair ter stemming voorligt. Hoewel mijn eigen studententijd al enkele jaren voorbij is, ben ik me bewust van het belang van studiebeurzen. Een studiebeurs heeft me de kans geboden om aan het hoger onderwijs deel te nemen. De jokerbeurs is een nieuw element in de studiebetoelaging. Ik heb duidelijk ervaren dat zelfs een heroriëntering in het hoger onderwijs voor jongeren uit een economisch zwakker milieu onbespreekbaar was en is. Die jongeren hebben al evenmin de kans om een jaar opnieuw te doen of om een voortgezette opleiding te volgen. Ik ben zeer tevreden dat dit voorstel van decreet vandaag zal worden goedgekeurd en dat de participatie aan het hoger onderwijs van jongeren uit economisch zwakkere milieus bijkomende stimulansen krijgt. Ik besef tegelijkertijd evenwel dat het financiële element niet de enige drempel is die de toegang tot het hoger onderwijs voor bepaalde jongeren moeilijk maakt. Verschillende culturele elementen zorgen ervoor dat bepaalde jongeren de drempel tot het hoger onderwijs niet eens bereiken. De overheid kan echter wel inspelen op het financiële aspect. We moeten de overstap van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs zo klein mogelijk maken. Mijns inziens neemt dit voorstel van decreet een aantal drempels weg. We zullen in de subcommissie het debat over de toekomstige studiefinanciering nog verder voeren. Met dit voorstel sturen wij het oude decreet bij, corrigeren het en vullen het aan. Naast de jokerbeurs zijn ook de veralgemening van het vermoedelijk inkomen, de situatie van samenwonende studenten en de vlottere toegang van zelfstandige studenten nieuwe elementen. Bepaalde zaken zijn niet in het voorliggende voorstel van decreet opgenomen. In mijn eerste voorstel van decreet waren de minima en maxima met betrekking tot studietoelagen duidelijk gedefinieerd. Nu heb ik er voor gekozen om deze grenzen weg te laten. Het is aan de Vlaamse regering om de bedragen van de toelagen soepel in te vullen. Ik ga er evenwel van uit dat de Vlaamse regering, het regeerakkoord getrouw, bij het invullen van de precieze bedragen de studietoelagen zal laten samenvallen met de werkelijke kostprijs van hogere studies. De voorzitter : De heer Verrijken heeft het woord. De heer Miel Verrijken : Mijnheer Sannen, hoewel ik uiteraard sympathiseer met de stelling die u verdedigt betreffende de vlotte toegang tot het hoger onderwijs voor minderbedeelden, stoort het me dat ouders die voor het vrij onderwijs kiezen momenteel onmiddellijk financieel worden gesanctioneerd. Het gaat hier tenslotte om 75 percent van de ouders in Vlaanderen. Mijnheer Sannen, in het middelbaar onderwijs is de situatie schrijnend. Ik ken gezinnen die hun kinderen om financiële redenen uit het vrij onderwijs hebben weggehaald. Mijns inziens verdient dit sociale probleem meer aandacht. De minderbedeelden, die uiteraard onze steun moeten krijgen, kunnen nu financiële hulp krijgen. De mensen die hun kinderen in het vrij onderwijs school willen laten lopen, worden echter onmiddellijk zwaar gesanctioneerd. Deze situatie strookt niet met mijn gevoel voor rechtvaardigheid. Ik vraag me af wat u hierover denkt. De heer Ludo Sannen : Mijnheer Verrijken, mijn opinie is zeer duidelijk. De vorige Vlaamse rege-

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 28 7 februari 2001-16- Sannen ring heeft een studie laten uitvoeren over objectiveerbare verschillen. Deze studie zal binnen enkele maanden worden afgerond. Het is de bedoeling om de financiering van het onderwijs op basis van objectieve gegevens te laten gebeuren zodat elke discriminatie ongeacht de organisator van het onderwijs wordt weggewerkt. Verder wil ik erop wijzen dat we vandaag niet alleen het voorstel van decreet houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs bespreken, maar ook het voorstel van resolutie betreffende de studietoelagen in het secundair en basisonderwijs. Daarin worden stimulansen naar voor geschoven en aanbevelingen aan de regering geformuleerd om ervoor te zorgen dat de kosteloosheid van het leerplichtonderwijs wordt nagestreefd. Die kosteloosheid kan in eerste instantie nagestreefd worden door de studiekosten voor jongeren te compenseren via studietoelagen. Daarover gaat het voorliggende voorstel van resolutie. Op die manier wordt mijns inziens tegemoetgekomen aan de bekommernis, namelijk de kostprijs van het leerplichtonderwijs wegnemen, zeker voor de gezinnen voor wie een en ander financieel moeilijk haalbaar is. Voor hen wordt dus in een verhoogde studietoelage voorzien die beantwoordt aan de werkelijke studiekosten in het secundair onderwijs. De heer Miel Verrijken : Mag ik uit een en ander concluderen dat u een hogere studietoelage aan leerlingen uit het vrij onderwijs zou kunnen verdedigen, en dit met de bedoeling de schrijnende discriminatie tussen beide netten weg te werken? De heer Ludo Sannen : Neen, zover gaan mijn gedachten niet omdat ik er van uitga dat het gemeenschapsonderwijs en het vrij onderwijs op een gelijke en objectieve basis zullen worden gefinancierd. Dat is precies het engagement dat deze regering heeft aangegaan en de thans lopende studie bepaalt precies die objectieve criteria. Wanneer het onderwijs, ongeacht de organisator, op eenzelfde manier en op basis van dezelfde objectieve criteria wordt gefinancierd, dan is uw probleem uit de wereld geholpen. Ter afronding wil ik alle leden van de commissie voor Onderwijs bedanken die hebben meegewerkt aan dit voorstel van decreet. We hebben met onze commissie getoond hoe over partijgrenzen en over de grens van oppositie en meerderheid heen degelijk parlementair werk kan worden geleverd. Ik wil ook de regering danken. Toen we in de vorige legislatuur een resolutie hebben goedgekeurd rond de studietoelagen, heb ik op basis van die resolutie een voorstel van decreet ingediend waaraan alle partijen wel wilden meewerken, maar waarbij er een gebrek aan openheid en bereidwilligheid was vanwege de toenmalige regering. Vandaag hebben we een regering die wel blijk geeft van de nodige openheid ten aanzien van het Vlaams Parlement en ons de nodige ruimte geeft. Ik ben haar daar dankbaar voor. (Applaus bij de CVP, de SP, de VLD, VU&ID en AGALEV) De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord. De heer Kris Van Dijck (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega s, na de vele wijze woorden van de collega s uit de commissie voor Onderwijs wens ik namens de VU&IDfractie nog twee zaken te benadrukken met betrekking tot dit voorstel van decreet en dit voorstel van resolutie. Wat de vruchtbare samenwerking betreft, onderschrijven we ten volle de woorden van de vorige sprekers. Ook wij zien in dat deze beide voorstellen een aanzet vormen tot een verdere democratisering van ons onderwijs. Daar willen we het accent op leggen. In het decreet is opgenomen dat de Vlaamse regering tegen eind april van elk jaar een geactualiseerde brochure moet opstellen, met degelijke informatie over de rechten van de beursgerechtigde studenten. Wij stellen vast dat niet alle beursgerechtigde studenten geïnformeerd worden, en dat net die mensen die een beurs zouden kunnen gebruiken, onwetend blijven en geen aanvraag doen. Wij willen nogmaals vragen om dit probleem op federaal niveau aan te pakken en deze mensen geautomatiseerd te informeren. De heer Vandenbroeke zal in de Senaat, in overleg met de gemeenschapssenatoren van de Franse Gemeenschap, initiatieven trachten te nemen. Een tweede accent vanuit onze fractie heeft betrekking op de resolutie. Het verheugt ons dat onze collega s het amendement over de toegankelijkheid van de internaten mee ondersteunden. Wij onderschrijven uw stelling, mevrouw de minister, dat de problematiek van de internaten mee moet worden opgeklaard na beëindiging van de studie over de objectiveerbare verschillen, maar wij menen dat er ook in de studietoelage aan de instroom kan worden gewerkt. Wij hopen dan ook dat de resolutie, die natuurlijk minder bindend is dan een decreet, volledig uitgewerkt zal worden, ook voor de interne leerlingen. Wij hebben ons hier vooral be-