Drentse kleding van de achttiende eeuw tot begin 1900



Vergelijkbare documenten
Collectie van de werkgroep Kleding

1. REALISME? CENTRAAL MUSEUM KIJKWIJZER IV DE WERELD VAN UTRECHT. Werkblad voortgezet onderwijs

BIJZONDERE SCHENKING AAN HISTORISCHE KRING EEMNES De dracht van Maria Kuijer HENK VAN HEES

Inhoud. Deel 1. basispatronen

DE KLEDERDRACHT VAN GOOI- EN EEMLAND door Werkgroep Klederdrachten - Alie Klap en Livia Lankreijer

1 Het ontstaan van het Koninkrijk De geboorte van een prins De jeugd van prins Willem-Alexander 20

Emma van Waldeck-Pyrmont: Arolsen, 2 augustus 1858 Den Haag, 20 maart 1934

overigens zelf nooit gedragen heeft, maakteook mutsen en kocht kant in de Twijnstraat te Utrecht. De prijs van een mutsvarieerde tussen de 40 of 45

DE FAMILIE VAN LOON 130 _

Doel: Kinderen kennis laten maken met streekgebonden decoratieve (schilder)techniek.

Bernhard. Bernhard Von Lippe-Biesterfeld

Ik draagt een onderjurk van zeer fijn linnen. Hoe zie je dat? Zoom eens in op de stof van mijn jurk. Welke details zie je? Welke juwelen herken je?

een leven in mode Fashion Vrouwenkleding Uit de collectie Jacoba de Jonge Women s Daily Wear From the Jacoba de Jonge collection

Mooie muts! gemeente Kampen

Zo stijl je jouw bruidsjapon perfect af!

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Ridder Hendrik van Norch en familie.

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

verwerkingsopdrachten Willem-Alexander

- DE KARKE IS LÖS - ZOMER 2013

liep dus om het hoofd heen en eindigde bij de slapen in twee vierkante, filigrain bewerkte gouden zijstukken, de zogenaamde LE VAN BERKHEY in zijn

Nederlandse omnibus-series

De mode van nu MODE CERES HOFSINK (124497) DE NIEUWE VESTE [Bedrijfsadres]

De Uffelter familie Odie

De mode in de klederdragt der Markers Eeuwenoude tradities op Marken?

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

REGELS VOOR HET DRAGEN VAN DE TERSCHELLINGER KLEDERDRACHT

had, maar ook zij is achteraf alles kwijt geraakt door de oorlog.

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd

Naam: IK WOON IN NEDERLAND

Patroon aanpassen/ veranderen

Vragen en opdrachten bij bezoek aan Museum Spakenburg klederdrachtproject groep 3-4

Alle goede gevers willen we hartelijk bedanken voor hun bijdragen.

MODEBOEK MARIE SERMSRI

FASHION FROM BEHIND OPDRACHTENPARCOURS EXPO. Mode & Kant Museum van de Stad Brussel

Op bezoek in de Sint Bavo Basiliek aan de Leidsevaart.

B oeren, burgers en buitenlui. Burgerkleding in Nederland van 1750 tot 1815

Het leven van Petronella Kortenhof (l ), een Haarlemse vondelinge en inwoonster van Heemstede.

MAGAZINE VOORJAAR Winkelcentrum De Hooge Meeren Gorecht-Oost AA Hoogezand

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geachte relatie, beste collega, Voor u ligt de nieuwe bedrijfskledingbrochure van TOTAL.

HOW TO WOW tips voor een EXCELLENTE PASVORM cheat sheet

Het begin van de speurtocht en het ontstaan van de stamboom van de Familie Peihak.

ART DECO - PARIS KIJKWIJZER

Wilhelmina blikken door de jaren heen

Het begin van de speurtocht en het ontstaan van de stamboom van de Familie Peihak. Helaas geen groepsfoto gemaakt

Rondje Vledder. een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis

Kledingstijl Flamboyant / Casual

'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop

Gratis naaipatroon jurkje maat

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

Onstaan van de mode in 20ste eeuw. Geschreven door Nuravni Sallons

Mode kleuren herfst winter

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Voorbereidende les bij:

BOERMARKEN IN DRENTHE

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Belle en het Beest - Kostuum en Haardracht - Voorstelling 2

Koningin Beatrix een langlopende emissie

Heritage Fauteuils REVIVAL VAN DE LUIE STOEL

Belle en het Beest - Kostuum en Haardracht - Voorstelling 3

Afb. 1. Twee (paal)dansende leeuwen van Gelderland. Bron: Wageningen, Gemeente-archief, Oud-archief inv. nr Foto auteur neg

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes)

KOPIEERBLADEN. THEMA 5: Ik wil ridder worden! Plantyn - TotemTaal - Thema 5: ik wil ridder worden!

Hoofdstuk 7. Overig landbezit

de straat van toen Koningstraat Naaldwijk

Kleding is een stuk of stukken textiel (weefsel) of dierenhuid ter bedekking van het lichaam. Dit artikel behandelt de kleding in het oude Israël.

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf

Het voorpand moet vervolgens worden afgewerkt met een beleg. We onderscheiden twee soorten beleg:

Test je kennis. B. Wat verliest de man in het spreekwoord? C. Ziet de vrouw er haveloos uit? echt wel welnee Zoektip!

ELEGANCE. is a matter of style A GENTLEMAN S CHOICE

een zee In de zeventiende eeuw worden de handelaren en kooplieden steeds belangrijker. De edelen en de geestelijken krijgen veel minder macht.

1. De bus met daarop het staatsieportret van Koningin Wilhelmina, en een afbeelding van de gouden koets.(1977)

Probusclub Merwestad Het Paleis op de Dam te Amsterdam

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Het karakteristieke pand op de hoek Molenstraat-Denekamperstraat 1

TWEE PORTRETTEN DOOR PIETER VAN SLINGELANDT

De echte verzamelaar van oude ansichten combineert speurzin, vasthoudendheid

6,8. Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave:

omdat vaak het lichaam nog nat is van het zwemmen omdat de rokjes los rondslingeren op het strand zodat de rokjes door het rulle zand niet meteen

Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244

Belle en het Beest - Kostuum en Haardracht - Voorstelling 1

Voor de ouders of verzorgers

Catharina de Grootste. Dit werkboekje is van:

Roodbaard s Rijkdom - Lucas Pieters Roodbaard WERKPERIODES

Van Kogge tot Coaster

Oscar II van Zweden: Stockholm, 21 januari 1829 aldaar, 8 december 1907

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

DE OVERBIEST. Een wegenkaart uit eind 18 e eeuw, links in het midden zie je het gebied de OVERBIEST.

Welkomstwoord commissaris van de koningin Max van den Berg viering Russisch Nieuwjaar, 13 januari 2013, provinciehuis Groningen

KINDEREN VAN HET LICHT

3. Lees: Bovendien kleren. (r. 3 en 4). Wat past het best in de plaats van Bovendien?

Charles den Tex VERDWIJNING

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

De Scheveningse klederdracht,

Dagboek Sebastiaan Matte

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Transcriptie:

Drentse kleding van de achttiende eeuw tot begin 1900 Het komt in Nederland sporadisch voor dat een familie behalve waardevolle kunstvoorwerpen en papieren getuigenissen ook de kostuums en accessoires van haar voorouders heeft bewaard. Hiermee begint Bianca M. du Mortier haar inleiding voor de tentoonstellingcatalogus Regenten gekleed over de kledingcollectie van het adellijke regentengeslacht Six uit Amsterdam.1 Tot dit selecte gezelschap van families met een verzameling voorouderlijke kleding behoort ook een Drentse familie. Met haar collectie kan zelfs een goed overzicht worden gemaakt van de Nederlandse kostuumgeschiedenis vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw. Bestaat een Drentse dracht? De kledingstukken uit deze particuliere verzameling zijn voornamelijk gedragen in Gasselte en Dwingeloo. Samen met de japonnen en jakjes uit de kledingcollectie van Stichting Dwingels Eigen geven ze een goed beeld wat de mode voorschreef vanaf het einde van de achttiende eeuw tot aan het begin van de twintigste eeuw. De kostuums komen echter niet overeen met wat onder de Drentse klederdracht wordt verstaan. Het begrip klederdracht houdt in dat een groep personen uit een plaats of gewest zich kleedt volgens een overgeleverde, traditionele wijze. Staphorst is hiervan een bekend voorbeeld. Maar wat wordt dan wel verstaan onder Drentse klederdracht, zoals die onder andere door de dames van de dansgroepen t Aol Volk en Dwingeler Daansers wordt gedragen? 1. De Dwingeler Daansers (collectie Popken, Dwingeloo) 1

Deze kleding betreft een plattelandsvariant van kleding die omstreeks 1860 in de mode was bij de Drentse burgerij. Het enige eigen element bestond uit het oorijzer en de bijbehorende floddermuts. Deze werd trouwens eveneens in Groningen, Friesland en West Friesland gedragen. 2. Drents oorijzer uit ca. 1800 (foto: Drents Museum) Het gebruik van oorijzers als hoofdtooi is in de noordelijke provincies al eeuwen oud. Tot eind achttiende eeuw was het niet meer dan een smalle band die diende om de muts op het hoofd te bevestigen. In de vijftig jaar daarop werd de band steeds breder totdat hij het gehele hoofd bedekte. De floddermuts deed zijn intrede omstreeks 1800, waarbij verschillende modellen tegelijkertijd in de mode waren. De lengte van de flodder kon variren van een paar centimeter tot zelfs een brede strook, die viel tot over de bovenarmen2. Vanaf ca. 1850 komt het model in zwang dat tegenwoordig nog wordt gedragen bij folkloristische evenementen. De website van het Drents Museum, dat een grote collectie kleding bezit, vermeldt dan ook dat Drenthe nooit een eigen streekdracht heeft gehad. Dezelfde conclusie wordt trouwens ook getrokken in het standaardwerk over de Groninger dracht3. Navraag leert, dat van de vrouwen, die omstreeks 1900 en later zijn geboren, nog maar een enkeling in haar jeugd een oorijzer heeft gedragen. De oorijzerdracht verdween in rap tempo. In en na de Tweede Wereldoorlog zetten slechts enkele oudere dames bij bijzondere gelegenheden nog een oorijzer op al dan niet met een oorijzerhoedje. Met de daagse muts of fluwelen band in het haar ging het al net zo. In Dwingeloo werd nog tot omstreeks 1960 het oorijzer gedragen door mevrouw Grietje Tissingh-Bolling. Hoe zit het dan met de nog aanwezige kleding uit de twee eerst genoemde verzamelingen? Uit het volgende artikel blijkt, dat dit modekleding was. De Drentse dames blijken uitstekend op de hoogte te zijn geweest van wat Parijs voorschreef. Voor zover de financiën het toelieten volgden de echtgenotes en dochters van notabelen, maar ook van eigenerfde boeren, de mode op de voet. Opvallend is wel dat juist de boerinnen het oorijzer bleven dragen bij hun modieuze japon. 2

Japonnen, jakjes en rokken uit Gasselte en Dwingeloo Een rok uit 1763 Het oudste, nog in uitstekende staat gebleven, kledingstuk in particulier bezit is een rok van een glanzende, gestreepte stof in de lichte kleuren crme, groen en oranje.(foto 3). Volgens een aantekening in een familiekroniek dateert de rok uit 1763 en behoorde deze toe aan Willempien Alingh. Willempien was een dochter van de Gasselter schulte Jan Alingh en Roelofje Huizingh. Zij droeg waarschijnlijk in dat jaar als oudste tante haar nichtje Roelofje Alingh ten doop. Dit kan de reden zijn waarom de rok, als herinnering aan deze speciale gebeurtenis, bewaard is gebleven. Roelofje Alingh trouwde in 1788 met de schulte van Dwingeloo Henricus Conradus Prins, zoon van oud-schulte Jan Prins en Jantje Hiddingh Bloemerts. Het jonggehuwde echtpaar bewoonde de havezate Westrup. Naast de al bestaande connecties tussen de familie Bloemerts en het eveneens uit Gasselte afkomstige eigenerfengeslacht Hiddingh, is dit huwelijk het begin van een nauwe band tussen de beide families uit Oost-Drenthe en de familie Prins. We mogen er vanuit gaan dat het merendeel van de in particulier bezit aanwezige kleding die in dit artikel worden genoemd, dan 3. (particuliere collectie) ook in Dwingeloo gedragen is, zeker tijdens visites, bruiloften en andere hoogtijdagen. De dames uit de families Bloemerts, Zantinge, Barelds, Wesseling, Prakken, enz. gingen vergelijkbaar gekleed. Deze goudleren muiltjes zijn omstreeks 1780 gedragen. Het is mogelijk dat ze bij de japon van zijden schaduwdamast hoorden (afb. 23), die in zijn oorspronkelijke vorm uit dezelfde tijd stamt. 4. (particuliere collectie) 3

Empire, 1805 1815 Ten tijde van het bewind van Napoleon Bonaparte kwam een vormentaal in zwang die was genspireerd op de Griekse en Romeinse gewaden. De kleding van eenvoudige snit was dun van stof en licht van kleur. De japonnen en jakjes hadden een hoge taille en de hals was diep uitgesneden.(foto 5). Een gruine zieden japon met weerschien Op 12 maart 1809 doet koning Lodewijk Napoleon in het kader van een werkbezoek Gasselte aan. Behalve door schulte Alingh, wordt hij welkom geheten door twee jongedames. De ene is de zuster van de ongehuwde dominee, de andere is een achttien jarig nichtje van de schulte. Volgens de journalist van de Koninklijke Courant was de laatste dame gekleed in een gruine zieden japon met weerschien en met een gouden kap op het hoofd. Ze droeg dus een oorijzer bij een japon van groene changeantzijde. Haar verschijning moet diepe indruk gemaakt hebben, anders was dit niet apart vermeld. Wel geeft hij nog aan dat zij er heel goed uit zag. Wie zij was is niet duidelijk, de aanduiding nicht geeft slechts aan dat ze behoorde tot de familiekring van de schulte. De journalist vermeldt evenmin de snit van de japon, maar gezien de periode zal het gaan om een Empire model. 5. (foto uit: J.H. der Kinderen-Besier De Kleeding onzer Voorouders.) In welgestelde boerenfamilies werden in die tijd wel meer zijden japonnen gedragen. Zo vermeldt de boedelbeschrijving van Lutgertien Hilbing uit 1801 onder andere een lichtblauwe zijden japon4. Deze rijke boerenvrouw uit Gasselte beschikte over een zeer uitgebreide garderobe die onder andere bestond uit 25 rokken en ruim 20 jakken, van engels sits en andere gebloemde stof. Duidelijk naar voren komt dat ze naar de laatste mode gekleed ging en dat deze zeer kleurig was. En net als de nicht van de schulte bezat ze een gouden oorijzer en mutsen in alle soorten en maten en een koperen hoepelrok. 6. In tegenstelling tot de huidige visie op de Drentse dracht als donker en saai geeft deze foto met drie rijk gekleurde achttiende en negentiende eeuwse rokken een heel ander beeld (particuliere collectie) 4

De Restauratie, 1815-1830 In de periode na de Franse tijd bleef het Empiremodel nog als basis dienen, maar de stoffen werden minder transparant. De taillelijn zakte iets en het dessin bestond uit strepen en ruiten met bloemmotieven. De twee afgebeelde jakjes uit 1815 1820 zijn van katoen en hebben een lang schootje. De rode stof van het linker jakje is bedrukt met veelkleurige bloemtakjes. Het andere jakje heeft een rood-blauw ruitmotief. De mouwen waren zo lang, 7. (particuliere collectie) 8. (particuliere collectie) dat ze over de hand vielen. Onder de jakjes werden nauwe rokken gedragen met hetzelfde dessin, maar die zijn niet bewaard gebleven. Waarschijnlijk zijn ze gedragen door Janna Huizing, echtgenote van de ette Harm Hidding uit Gasselte. De Romantiek, 1830 1840 Tussen 1830 en 1840 droegen modieuze dames japonnen waarvan de mouwen heel wijd waren. Die wijdte werd net onder de schouder door plooitjes of smockwerk bij elkaar genomen om over de elleboog wijd uit te vallen en halverwege de onderarm werd de wijdte weer in plooien bij elkaar getrokken. Dit model wordt schapenbout genoemd. Dit pakje van lichtblauwe gewerkte katoenen stof op de foto dateert van ca. 1835. 9. (particuliere collectie) 5

10. (foto uit: J.H. der Kinderen-Besier De Kleeding onzer Voorouders.) Biedermeier, 1840 1850 De Biedermeiertijd kenmerkt zich door het huiselijke leven dat werd bepaald door deftige burgervrouwen. De kleding van de dames kreeg een normale taillelijn en de wijde mouwen verdwenen. In het voorpand ontstond een puntvormig lijfje. De rok verbreedde zich en ging door de vele onderrokken steeds wijder uitstaan die werden verstevigd met paardenhaar (crin) en kreeg daardoor de naam crinoline. (foto 10). De hoepelrok, 1850 1870 In deze periode werd de mode bepaald door keizerin Eugnie van Frankrijk. De japonnen die zij droeg waren zo wijd dat vele onderrokken dit niet meer konden dragen. Een oplossing werd gevonden door de onderrok te voorzien van buigzame ijzeren hoepels. De hoepelrok was voor vrouwen in die tijd een opluchting. In plaats van stijf te staan van de onderrokken, zorgden nu de lichte hoepels voor het gewenste volume en het gaf meer bewegingsvrijheid. Door hun lichtheid deinden de rokken elegant bij het lopen. Wat er gebeurde als de wind er onderkwam, laat zich denken. 11. (particuliere collectie) Het lijfje werd na verloop van tijd minder puntvormig en was rond 1860 recht in de taille. Dit model wordt tegenwoordig gebruikt als Drentse klederdracht, maar dan zonder hoepels. De hoepels konden ook in de rok bevestigd worden, zoals bij deze japon van een gewerkte grijze stof uit particulier bezit. Op foto 12 wordt een pakje uit ca. 1860 gedragen met een witte kanten doek. Witte doeken werden in Drenthe alleen bij bijzondere gelegenheden gedragen. Grove geruite stoffen kwamen in de mode vanaf 1850, toen de Engelse koningin Victoria een voorliefde voor Schotland kreeg en zich geregeld in geruite kleding vertoonde. De hooggesloten en lange japon is rood, geel en zwart van kleur. 12. (particuliere collectie) 6

De dame en heer op deze foto uit omstreeks 1865 zijn Jantien Rosing Alingh en haar echtgenoot Otto Hiddingh uit Gasselte. Wat opvalt, is dat Jantien een oorijzer op heeft bij haar modejapon. 13. (foto op wasdoek, particuliere collectie) Een huwelijksjapon van blauwe changeantzijde De japon is van blauwe changeantzijde5. Bekend is dat deze is gedragen door Anna Prins bij haar huwelijk met haar achterneef Henricus Conradus Prins op 20 december 1877 te Gasselte. De japon is later veranderd, speciaal de mouwen. Het maken van kleding Alle tot nu besproken kledingstukken zijn steekje voor steekje met de hand gemaakt. Zo vinden we in het archief Steenbergen een kasboekje van Roelofje Prins-Alingh dat na haar dood in 1807 werd voortgezet door haar dochter Jantien Cluiving Prins6. Tussen de posten over pachtinkomsten en de prijzen van rogge schrijft Jantien: Voor het maken van Johanna zijn Japon en rok en voering, 4 (gulden) 8 (stuivers) 0 (penningen). Haar oudste zuster Johanna, die op dat moment waarschijnlijk al met haar echtgenoot in Coevorden woonde, liet haar japon nog in Dwingeloo maken. Het kan zijn dat ze liever bij een bekende naaister haar japon met rok en voering liet maken omdat die beter werk leverde, of zou ze om het goedkope tarief gekozen hebben voor de Dwingeler kleermaakster? Pas omstreeks 1870 deed de naaimachine zijn intrede, wat het werk vanzelfsprekend veel gemakkelijker maakte. 14. (particuliere collectie) 7

De (eerste) tournure (1869 1875) De tournure kreeg zijn introductie in 1869 waarbij de rok, in tegenstelling tot de crinoline, alleen aan de achterzijde een steunconstructie had. De stof kreeg aan de achterzijde een extra accent doordat deze werd samengebonden en uitliep tot in een sleep. Aan de voorzijde was de rok afgeplat. 15. (foto uit: De Kleeding onzer Voorouders.) La robe collante, ca. 1880 De dame op deze foto uit ca. 1880 is Anna Prins (1820 1900), kleindochter van het hierboven genoemde echtpaar Henricus Conradus Prins en Roelofje Alingh. Zij draagt een japon die tussen 1875 en 1885 in de mode was en la robe collante wordt genoemd. De nauwsluitende rok met een sleepje, reikt tot op de grond en is van voren geplooid en gedrapeerd. Niet erg geschikt voor huishoudelijke bezigheden en werd daarom waarschijnlijk door de rijke Drentse boerinnen alleen op zon- en feestdagen gedragen. Ook hier weer een modebeeld met een Drentse inslag: de dame draagt een oorijzer. 16. (particuliere collectie) Queue de Paris (of tweede tournure) (1885-ca. 1890) De japonnen uit deze modestijl hadden eveneens aan de achterzijde een steunconstructie, maar dan door middel van een kussentje dat recht naar achteren stak. Een ander verschil met de eerste tournure is dat nu de rok voetvrij was en dat de sleep was verdwenen. Daarnaast werd het silhouet hoekiger door de hoogopgewerkte borstpartij en een strak ingesnoerde taille. 17. Rok van een Queue de Paris (particuliere collectie) 8

Fin-de-sicle Vanaf 1890 wordt dameskleding eenvoudiger en bestaat het uit een jakje of een blouse op een rok, maar japonnen komen ook voor zoals het exemplaar op foto 23. De mouwen zijn in de eerste jaren recht van vorm. De kleurstelling is fel, maar wordt geleidelijk aan donker tot zwart aan het einde van de negentiende eeuw. Tweedelige japon van aubergine damast Uit het bezit van Dwingels Eigen en afkomstig van de familie Bloemerts is deze tweedelige japon van auberginekleurig damast met ingeweven zwarte bladeren uit ca. 1890. De pop is voor deze gelegenheid voorzien van oorijzer en een floddermuts. 18. (kledingcollectie Stichting Dwingels Eigen) Groen jakje met veelkleurige cirkelmotieven Dit jakje uit circa 1890 van groen gekleurd katoen en bedrukt met veelkleurige cirkelmotieven geeft aan dat het huidige beeld dat onze overgrootouders louter zwarte kleding droegen niet klopt. De achterkant heeft ingewikkelde flapjes, elk apart met een band afgewerkt. De hierbij behorende rok is niet bewaard gebleven. 19. (kledingcollectie Stichting Dwingels Eigen) 9

Twee jakjes met kopmouw Ten tijde van de troonsbestijging van koningin Wilhelmina in 1898 schreef de mode hoge kopmouwen voor. Ook de beide koninginnen Emma en Wilhelmina werden in die tijd geregeld gefotografeerd met dergelijke kleding. De dame op deze foto van ca. 1895 is Harmanna Aleida Meijering uit Gasselte, echtgenote van Willem Hiddingh, en zij draagt jakje met zulke mouwen. Ze draagt er wel een oorijzer bij. 20. Harmanna Aleida Meijering (1878 1952) (particuliere collectie) In de kledingcollectie van Dwingels Eigen bevindt zich dit helgroen jakje van hetzelfde model, afkomstig van de familie Bloemerts. De snit is zeer ingewikkeld, met bandjes en oprijgsels. Het jakje is aan de hals afgewerkt met fluweel en de stof is verder afgewerkt met bloemmotieven. 21. (kledingcollectie Stichting Dwingels Eigen) 10

Donderblauw jakje met witte cirkeltjes Uit de kledingcollectie van Dwingels Eigen komt ook dit donkerblauwe jakje uit omstreeks 1900 met witte cirkeltjes. De achterzijde is sterk geplooid. 22. (kledingcollectie Stichting Dwingels Eigen) Gelegenheidsjapon van blauwe zijden schaduwdamast Deze gelegenheidsjapon uit particulier bezit, van blauwe zijden schaduwdamast, dateert van omstreeks 1910. Het is gemaakt uit een, misschien wel meer dan een eeuw ouder, kostuum met een circa drieneenhalve meter wijde rok die destijds werd gedragen over een hoepelrok die zich bij de heupen verbreedde. Volgens familieoverlevering had de oorspronkelijke japon volantmouwen vanaf de elleboog. De stof geeft een wat meer accurate datering; zijden schaduwdamast was à la mode omstreeks 1775. 23. (particuliere collectie) 11

Onderkleding en doopjurken Uit particulier bezit komt dit prachtige doopkleed van zijde en kant uit omstreeks 1875. Het is bekend dat een kindje in dit kleed in de kerk van Dwingeloo is gedoopt. 24. (particuliere collectie) De doopkleding op deze foto is voor het grote deel afkomstig van de familie Bloemerts, waaronder het capeje en de mutsjes. 25. (kledingcollectie Stichting Dwingels Eigen) 12

In particulier bezit is een hemd aanwezig met de initialen A.A 1758 en is waarschijnlijk afkomstig van de uitzet van Roelofje Prins-Alingh. Haar ouders, Albert Alingh en Jeichien Huising zijn in 1758 getrouwd. Huwelijksuitzetten waren destijds vaak zo uitgebreid, dat een behoorlijk deel onaangeroerd in het kabinet bleef liggen. Trouwde de dochter des huizes, dan kreeg ze uit moeders uitzet spullen mee. Omdat op dit hemd behalve de initialen ook de datum is geborduurd, is het mogelijk de oorspronkelijke eigenaars te traceren. 26. Doodshemden afkomstig van de familie Van Noord. K.v.N. staat voor Koop van Noord. (kledingcollectie Stichting Dwingels Eigen) In het bezit van Dwingels Eigen bevinden zich eveneens hemden met initialen, afkomstig van onder andere de familie Van Noord. A.A. Huizing 1. B.M. du Mortier. Regenten gekleed. (Amsterdam/Zwolle 2000). 2. E. ter Hofstede. Een nieuw Drents Kostuum. (Assen 1990). afb. 2 en 3; zie voor Groningen: De Groninger Dracht. Kleding en sieraden 18e en 19e eeuw. L. Ast-Boiten en J. Boot-van der Vlis (red.) (Groningen 1997), pag. 83 en 84. 3. Ast-Boiten en Boot-van der Vlis. De Groninger Dracht. pag. 48,49 en 71. 4. Drents Archief. Schultengerechten Gasselte, inv. nr. 319 (sept. 1801); De boedel evenaart die van barones M.J. van Slingelandt-Weddik Wendel ( 1817) uit de familie Six: zie Regenten gekleed, pagina 37. 5. In de japon hebben volgens de huidige eigenaresse hoepels gezeten. 6. Drents Archief. Steenbergen, inv. nr. 50. 13