> Retouradres Postbus 200112500 EA Den Haag Aan: Actiz, t.a.v. dhr. P. van Aken VGN, t.a.v. dhr. A. Bertijn FCB t.a.v. mevr. M. van Dijk GGZ-Nederland t.a.v. mevr. M.K. van Steensel NVZ t.a.v. Mw. S. Scheer NFU t.a.v. mevr. M. Teuns Kopie: NU 91, t.a.v mw. J. den Engelsman MinVWS, t.a.v. dhr. G. Korthouwer Directie Arbeidszaken Publieke Sector Programma Veilige Publieke Taak Schedeldoekshaven 2002511 EZ Den Haag Postbus 200112500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Terry Lamboo T 070 426 8179 terry.lamboo@minbzk.nl Betreft Vergelijkenderwijs leren met het Agressie en WeerbaarheidsOnderzoek Bijlagen 1 Geachte vertegenwoordigers van branches die deelnemen aan het Actieplan Veilig werken in de zorg, Het Actieplan Veilig werken in de Zorg omvat diverse maatregelen die bijdragen aan een veilige werkplek en bescherming van zorgverleners als ze te maken krijgen met agressie en geweld. In dit Actieplan is ook het belang onderschreven van meer inzicht in de aard en omvang van agressie. Uit gesprekken met u is mij gebleken dat u naast de afgesproken activiteiten meer wilt doen om organisaties in uw sector te ondersteunen bij het verkrijgen van inzicht in de effectiviteit van de inspanningen op het terrein van anti-agressiebeleid. Indien u dit wenst kan ik u in dit proces faciliteren. Concreet omvat de ondersteuning het stimuleren van vergelijkenderwijs leren (benchmark learning) op organisatieniveau. Een aantal organisaties of organisatieonderdelen binnen uw sector kunnen in de gelegenheid worden gesteld om kosteloos gebruik te maken van het Agressie en WeerbaarheidsOnderzoek (AWO) van de Internetspiegel. Het AWO is in 2009 ontwikkeld op verzoek van het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninrijksrelaties (BZK). Het biedt organisaties niet alleen inzicht in de mate waarin werknemers agressie en geweld ervaren, maar verduidelijkt ook de wijze waarop zij het organisatiebeleid ervaren en welke gevolgen agressie en geweld hebben op de werkbeleving en ziekteverzuim. Doordat de organisatieresultaten worden gepresenteerd in de vorm van een benchmark krijgen organisaties goed zicht op hun sterke punten en op hun verbeterpunten. Het ministerie van BZK stelt hiervoor maximaal 150.000,- beschikbaar voor de vijf deelnemende branches 1 aan het actieplan, dat wil zeggen maximaal 30.000,- per branche. Het aantal organisaties dat per branche kan deelnemen is onder andere afhankelijk van de grootte van organisaties. 2 1 Dit zijn de (academische) ziekenhuizen en revalidatiecentra, de gehandicaptenzorg, degeestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, VVT (verpleging, verzorging, thuiszorg) en jeugdzorg. 2 Binnen het budget wordt het aantal mogelijk deelnemende organisaties bepaald door de omvang van de organisatie(onderdelen). Mede hierom is de maximale omvang van een deelnemende organisatie(onderdeel) bepaald op 1000 medewerkers. Afhankelijk van de specifieke verdeling over kleine en grotere organisatie(onderdelen) is de verwachting dat per brache ongeveer negen organisaties gebruik kunnen maken van het aanbod. Pagina 1 van 6
De deelname van organisaties vindt plaats door middel van een of meerdere groepstrajecten ten behoeve van vergelijkenderwijs leren. Een groepstraject omvat in ieder geval een gezamenlijke startbijeenkomst en eindpresentatie van de resultaten. Het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak kan tijdens de bijeenkomsten een bijdrage leveren om de resultaten te vertalen naar praktische handvaten voor de praktijk. De werving en selectie van de organisaties dient uiterlijk 1 oktober 2012 te hebben plaatsgevonden en is primair de verantwoordelijkheid van de brancheorganisaties. Internetspiegel en het programma Veilige Publieke Taak kunnen daarbij desgewenst ondersteunen. De deelnemende organisaties ontvangen de resultaten van de AWO in een gestandaardiseerd individueel organisatierapport. Resultaten zijn daarnaast geanonimiseerd 3 beschikbaar voor de stuurgroepleden 4 van het project Veilig werken in de zorg. Zij bepalen tevens óf en hoe verder gebruik van de geanonimiseerde inzichten wenselijk is. Met deze activiteiten worden voldoende bouwstenen aangedragen voor het monitoren van de ontwikkelingen binnen uw sector zowel voor de beleving van de veiligheidscultuur als van het gevoerde veiligheidsbeleid. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventueel nadere inlichtingen kan contact worden gezocht met de heer F. Warnar (070-426 6048) of mevrouw T. Lamboo (070-426 8179). Hoogachtend, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties namens deze, F. Warnar programmamanager Veilige Publieke Taak 3 De organisaties worden geanonimiseerd naar branche. 4 Inclusief het programma Veiilge Publieke Taak van MinBZK. Pagina 2 van 6
Bijlage: Groepstrajecten Agressie- en Weerbaarheidsonderzoek (AWO) Achtergrond Het Programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wil beroepsgroepen in de publieke sector ondersteunen bij het aanpakken van vraagstukken in het kader van Veilige Publieke Taak (VPT). VPT heeft onder voorwaarden budget beschikbaar gesteld waarmee individuele overheidsorganisaties een agressie- en weerbaarheidsonderzoek (AWO) kunnen uitvoeren onder medewerkers. Het onderzoek vindt plaats met behulp van het standaard AWO-instrument van de InternetSpiegel. Dit instrument bevat onder andere een gestandaardiseerde vragenlijst en een proces voor de uitvoering. Na afloop ontvangt de deelnemende organisatie een rapport met bevindingen. Op deze manier wordt een aantal individuele organisaties in de gelegenheid gesteld om zich te spiegelen aan het gemiddelde van organisaties in de (publieke) sector. De onderzoeken worden uitgevoerd via groepstrajecten. Dit houdt in dat een groep van organisaties op hetzelfde moment in het jaar hun onderzoek uitvoert. Op die manier kan het beschikbare budget efficiënt worden aangewend en worden organisaties in staat gesteld van elkaar te leren. De gestandaardiseerde vragenlijst wordt gebruikt. Enkele aanvullende vragen zijn per groepstraject mogelijk (bijvoorbeeld het toevoegen van het onderscheid tussen patiënt en familie/bezoek als dader). Het onderzoek bestaat uit een digitale vragenlijst die hoofdzakelijk via internet wordt aangeboden. Tijdens het groepstraject worden twee gezamenlijke bijeenkomsten georganiseerd. Vooraf een plenaire informatiebijeenkomst en na afloop een resultatenbijeenkomst waarin aandacht is voor de rapportage. Voor een goede uitvoering van de onderzoeken is verder het volgende van belang: elke deelnemende organisatie wordt verzocht een coördinator voor het onderzoek aan te wijzen. De coördinator fungeert als contactpersoon voor de uitvoering van het onderzoek, is aanwezig bij de groepsbijeenkomsten en voert de benodigde acties in de betreffende organisatie uit om het onderzoek te laten plaatsvinden. het traject en de bijbehorende onderzoeken worden geleid door TNS-NIPO, de exploitant van het instrumentarium van de InternetSpiegel. met elke deelnemende organisatie zal een gebruikersovereenkomst worden gesloten die ondertekend dient te worden voorafgaand aan de start van het traject. Aantal deelnemers en procedure De branchelorganisatie is in eerste instantie verantwoordelijk voor het verspreiden van informatie over deze groepstrajecten AWO. Organisaties melden zich ook aan Pagina 3 van 6
via de brancheorganisatie die tevens verantwoordelijk is voor de selectie (veelal op basis van volgorde van aanmelding). Het budget per beroepsgroep/sector is beperkt. Het aantal organisaties dat per sector kan deelnemen is onder andere afhankelijk van de omvang van de deelnemende organisaties (aantal medewerkers). Het beschikbare budget kan daarom op voorhand worden ingedeeld naar kleine, middelgrote en grote organisaties. De uitvoering van het AWO in individuele organisaties moet uiterlijk februari 2013 hebben plaatsgevonden. Dit betekent dat aanmelding en selectie van individuele organisaties voor 1 oktober as. moet zijn afgerond. Wat houdt het AWO-onderzoek in? Allereerst is het onderzoek bedoeld om een beter beeld te krijgen van de veiligheidsbeleving van medewerkers en de effectiviteit van de getroffen veiligheidsmaatregelen. Op die manier wordt inzicht verkregen in de organisatieonderdelen en/of teams waarbij zich risico's voordoen. Zo kan naar aanleiding van de resultaten gericht actie worden ondernomen. Ook komt in het onderzoek aan bod in welke frequentie medewerkers geconfronteerd worden met agressie en geweld door burgers (patiënten, bezoekers), in welk vorm dan ook. Op die manier kan een inschatting gemaakt worden voor de benodigde inspanning: hoe groot is het probleem eigenlijk? Tot slot beoogt het Agressie en Weerbaarheidsonderzoek meer inzicht te bieden in de relatie tussen de blootstelling aan agressie en geweld en de gevolgen, voor zowel het individu, de organisatie en de samenleving. Denk in dit geval bijvoorbeeld aan verzuim, vermijdingsgedrag en de werktevredenheid van medewerkers. De uitkomsten uit het Agressie en Weerbaarheidsonderzoek kunnen dus voor meerdere doeleinden gebruikt worden. De vragenlijst is gebaseerd op een conceptueel model. Dit model geeft inzicht in verbanden tussen de verschillende onderdelen. Het onderzoek bestaat uit een (online) vragenlijst en twee papieren checklists. Pagina 4 van 6
De vragenlijst is bestemd voor medewerkers met klantencontact. We leggen medewerkers een aantal stellingen voor. Medewerkers kunnen hun mening geven over aspecten als bejegening door klanten en burgers, agressie en geweld tijdens het werk, tevredenheid met maatregelen om veiligheid te bevorderen en bekendheid met hoe te handelen bij incidenten en calamiteiten. Om de gevolgen van een mogelijk onveilige beleving van het werk in kaart te brengen, leggen we medewerkers ook een aantal stellingen over tevredenheid, betrokkenheid en vitaliteit voor. Daarnaast vragen wij de arbo- of veiligheidscoördinator binnen de organisatie een checklist (een korte vragenlijst) in te vullen over de maatregelen die de organisatie treft om agressie en geweld door klanten/burgers tegen te gaan. Het derde onderdeel van het AWO betreft een aantal bedrijfsgegevens, zoals de personeelsomvang, personeelssamenstelling en verzuimcijfers. Door ook deze harde gegevens mee te nemen wordt in kaart gebracht in hoeverre agressie en geweld door klanten/burgers hier invloed op heeft. Hierdoor wordt inzicht verkregen in: Hoe vaak medewerkers van de organisatie te maken hebben met agressie en geweld door klanten/burgers en in welke vorm; De veiligheidsbeleving van medewerkers; De effecten van de getroffen veiligheidsmaatregelen; De gevolgen van agressie en geweld (denk aan verzuim, vermijdingsgedrag en werktevredenheid van medewerkers). Op welke wijze wordt over de resultaten gerapporteerd? InternetSpiegel biedt heldere en overzichtelijke rapportages. In één oogopslag is te zien hoe een bepaalde afdeling scoort op een onderdeel en hoe deze afdeling scoort ten opzichte van andere afdelingen. De rapportages bestaan uit overzichtelijke tabellen en grafieken en bevatten onder andere een vergelijking van de resultaten van de organisatie als geheel met een externe (publieke sector) benchmark. Alle rapportages bevatten een inleiding en een leeswijzer. Na afloop van de onderzoeksperiode worden de onderzoeksdata automatisch omgezet in standaardrapportages. Het aantal organisatieonderdelen dat kan worden opgenomen in de rapportage is ongelimiteerd (en zonder meerkosten), mits aan de responsnorm wordt voldaan: minimaal vier medewerkers en veertig procent per organisatieonderdeel moeten de vragenlijst compleet ingevuld hebben. Deze norm is ingesteld om de anonimiteit van de respondenten en de betrouwbaarheid van de resultaten te garanderen. De rapportages zijn op organisatie- en (indien de responsnorm is behaald) op afdelingsniveau. De rapportages kunnen door de organisatie online worden ingezien via de inlogcode op onze website die voorafgaand aan het onderzoek wordt verstuurd. Tevens leveren wij twee rapportages in pdf-formaat. 1. Per organisatieonderdeel een rapportage met daarin stoplichtgrafieken voor alle stellingen. 2. Een rapportage voor de gehele organisatie met stoplichtgrafieken voor alle stellingen. Ook de direct onderliggende organisatieonderdelen worden hierin weergegeven. Na afloop van het traject wordt een resultatenbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst worden de resultaten besproken en tevens handvatten gegeven Pagina 5 van 6
over hoe agressie en geweld van klanten en burgers aan te pakken en medewerkers weerbaarder te maken. Door het onderzoek op deze manier op te zetten kunnen organisaties zoveel mogelijk van elkaar leren. Op deze manier kan gerichter op zoek worden gegaan naar effectieve maatregelen in de eigen organisatie. Inzage door deelnemers aan Actieplan Veilig Werken in de Zorg Internetspiegel maakt een project aan waarin alle organisaties binnen de sector zorg geanonimiseerd per branche worden weergegeven. De stuurgroepleden van het project Veilig werken in de zorg kunnen hierdoor online een geanonimiseerd beeld krijgen van de resultaten. Zij krijgen hiervoor van Internetspiegel een inlogcode. De stuurgroepleden van het project Veilig werken in de zorg bepalen óf en hoe verder gebruik van de geanonimiseerde inzichten wenselijk is. Pagina 6 van 6