ANTHROPOGENE EN BIOGENE INVLOEDEN OP DE OXIDERENDE CAPACITEIT VAN DE ATMOSFEER



Vergelijkbare documenten
SYNTHESE RAPPORT Projecten EV/35/6A en EV/35/6B Antropogene en biogene invloeden op de oxiderende capaciteit van de atmosfeer

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Samenvatting. Samenvatting

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Samenvatting voor de leek


41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL

Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen?

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

XIII. Samenvatting. Samenvatting

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

Algemene samenvatting

Nederlandse samenvatting

Samenvatting Samenvatting

Nederlandse samenvatting

1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE

met andere modellen voor gas- en substraatdiffusie zijn zeer waardevol voor het bestuderen van de aërobe microbiële activiteit in bodems.

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

IMPACT VAN BIOGENE EMISSIES OP ORGANISCHE «IBOOT» AEROSOLEN EN OXIDANTIA IN DE TROPOSFEER

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4

De NH 3 -uitstoot speelt, via de vorming van ammoniumzouten (secundair aërosol), ook een zeer belangrijke rol bij de problematiek van fijn stof.

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur.

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Bepaling van de totale organische koolstof (TOC) en/of de opgeloste organische koolstof (DOC) in water

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen;

uitleggen dat in reacties (in de meeste gevallen) bestaande chemische bindingen worden verbroken en nieuwe worden gevormd;

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Direct Activation of Allylic Alcohols in Palladium Catalyzed Coupling Reactions Y. Gümrükçü

Onderzoekscompetenties. 3 de jaar. Hoe verlopen chemische reacties? A Tekst leerlingen: leerwerkboek

Economische impactmodules voor het EUROS model

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Het meten van loopkarakteristieken

Voorbeeldverslag Enzymatisch gekatalyseerde ontbinding gevolgd door het kwantitatief meten van gasvolumes

Fysische Chemie en Kinetiek

De aardse atmosfeer. Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

Chapter 8b Samenvatting Een katalysator is een stof die de snelheid van een chemische reactie verhoogt, zonder daarbij zelf verbruikt te worden. Boven

de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen;

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Het gebruik van ultrafiltratie (UF) membranen als oppervlakte water zuiveringstechnologie

Chemische kinetiek Bepaling van de snelheidsconstante en de activeringsenergie voor de oxidatie van het jodide-ion door waterstofperoxide

Voedselcontaminatie door processing en bewaring: de cases van acrylamide en vetzuuroxidatie

Methanol. Formule. Brandalcohol, methylalcohol. Productie. (a) Productie van synthesegas. (i) Traditionele methoden

Verbetering Chemie 1997 juli

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn;

Curaçao Carbon Footprint 2015

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger

Nederlandse samenvatting

Opvolging van wintersmogepisodes - OVL voorspellingsmodel

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt;

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER FEDERALE DIENSTEN VOOR WETENSCHAPPELIJKE, TECHNISCHE EN CULTURELE AANGELEGENHEDEN

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers

Tabel IV.49: DAGWAARDEN NH 3 PERCENTIEL P98. JAARPERIODE : JANUARI - DECEMBER [ Concentratie in µg/m 3 ]

Membrane Interface Probe

Samenvatting. Samenvatting

Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Het kunnen onderscheiden van verschillende isomeren is nodig voor het begrijpen van de unieke eigenschappen die isomeren bezitten.

Fysische Chemie en Kinetiek

Afbreken van geneesmiddelen kan met veel minder energie

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN

Samenvatting nanokristallen gedoteerde spectroscopie

Endotoxinen. Het ontwikkelen van een meetprotocol voor endotoxinen. RIsk assessment in the Work Environment (RIWE)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Fysische Chemie en Kinetiek

Rekenen aan reacties (de mol)

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

proefschrift geen verdere aandacht aan besteed. We kunnen de specifieke onderzoeksdoelen die in dit proefschrift aan bod komen als volgt omschrijven:

Reactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8.2 en 8.3)

Exo-energetische reactie: Een chemische reactie waarbij energie vrijgegeven wordt.

Samenvatting. Samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Three-Dimensional Visualization of Contact Networks in Granular Material C.E. Carpentier

Samenvatting. Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

SAMENVATTING. F = k w (C zeewater - C lucht ) (1)

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie

Nederlandse Samenvatting


GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

INHOUD. Voorwoord 13. Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19

Transcriptie:

ANTHROPOGENE EN BIOGENE INVLOEDEN OP DE OXIDERENDE CAPACITEIT VAN DE ATMOSFEER SAMENVATTING De samenstelling van de troposfeer wordt in sterke mate bepaald door biogene en antropogene emissies van chemische stoffen, zoals koolwaterstoffen, koolstofmonoxide en de stikstofoxiden. Vooral de emissies van niet-methaan koolwaterstoffen hebben een belangrijke invloed op de oxiderende capaciteit van de atmosfeer (deze bepaalt het gedrag en de levensduur van een groot aantal polluenten en broeikasgassen) en op het budget en de distributie van troposferisch ozon en aërosolen). Hierdoor zijn deze componenten sleutelactoren zowel op het vlak van de luchtkwaliteit als van de klimaatverandering. De aardse vegetatie vertegenwoordigt veruit de voornaamste bron van koolwaterstoffen op wereldschaal. Blademissies hebben betrekking op isopreen (C 5 H 8 ), monoterpenen (C 10 H 16 ) en andere componenten. Terwijl de isoprene chemie relatief goed gekend is en realistische mechanismen voor de atmosferische oxidatie operationeel zijn in talrijke chemie-transport modellen, blijft de degradatie van terpenen op dit ogenblik nog speculatief. Omwille van de lage volatiliteit van een aantal van hun reactieproducten, worden terpenen beschouwd als belangrijke precursoren van organische aërosolen in de atmosfeer. Bovendien is aceton een belangrijk oxidatieproduct van diverse terpenen. Het wordt beschouwd als een aanzienlijke bron van radicalen in de zone van de tropopause en beïnvloedt op die wijze het budget van ozon en hydroxyl radicalen. Omwille van de lage temperaturen en drukken in dit gebied, is het preciese effect van aceton en andere geoxideerde organische stoffen vrij onzeker. Dit is het gevolg van het onverwacht verloop van sleutelreacties in omstandigheden die typisch zijn voor de tropopause. In dit project is de impakt van monoterpenen en andere belangrijke organische stoffen op de vorming van oxidantia en aërosolen bestudeerd en dit door een combinatie laboratorium experimenten, theoretische en model berekeningen. Experimentele technieken die in Leuven ontwikkeld werden in een vorig project onder PODO I, zijn verder op punt gesteld in Leuven (C.V.) en Brussel (E.A.) en dit voor de studie van de reactie van belangrijke terpenen (α- and β-pineen, 3 -

careen and limoneen) met hydroxyl radicalen (OH) in de aanwezigheid van zuurstof (20 %) en bij reactiedrukken van 50 tot 100 Torr. Deze reacties werden bestudeerd in snelle-stromingsreactoren uitgerust met een microgolf ontlading als zuivere bron voor OH-radicalen. Om de terpeen chemie op te helderen vormt het een grote uitdaging de gevormde niet-vluchtige oxidatieproducten te identificeren en te kwantificeren. In het onderzoek uitgevoerd te Leuven (C.V.) werden deze producten gecollecteerd op een vloeibare-stikstof trap en in situ gederivatiseerd om vervolgens geanalyseerd te worden. Reactieproducten zijn geïdentificeerd en gekwantificeerd met behulp van twee complementaire technieken: High Performance Liquid Chromatography-Mass Spectrometry (HPLC-MS) en High Performance Liquid Chromatography-Diode Array Detection (HPLC-DAD). Nieuwe zachte ionisatietechnieken voor HPLC-MS werden uitgetest en de bijbehorende analysemethoden op punt gesteld. Volgende producten werden gedetecteerd in de reactie van β-pineen met hydroxyl radicalen: formaldehyde, aceetaldehyde, aceton, trans-3-hydroxypinon, nopinon, perilla alcohol, perilla aldehyde en myrtanal, met formaldehyde en nopinon als de belangrijkste. Caronaldehyde is geïdentificeerd als belangrijkste product van de 3 -careen + OH reactie, samen met formaldehyde en aceton. Voor limoneen was endolim het belangrijkste product samen met 4-acetylmethyl cyclohexene, formaldehyde en aceton. De relatieve opbrengsten werden bepaald onder verschillende experimentele omstandigheden. Het effect van de variatie van de reactietijden, de reactiedruk, de stikstofoxide concentratie, de initiële waterstof concentratie en de verhouding van de OH/terpeen concentratie werd nagegaan op de rendementen van bovenvermelde oxidatieproducten. Tenslotte werd het Master Chemical Mechanism (MCM) reactiemechanisme geïmplementeerd voor de α- pineen + OH reactie. Hieruit bleek dat een belangrijke fractie van de polyfunctionele reactieproducten zoals hydroperoxiden, vermoedelijk in de orde van 50 %, niet gedetecteerd was. Dit probleem moet opgehelderd worden in toekomstig onderzoek waarbij onze nieuw ontwikkelde techniek van HPLC-MS n in combinatie van een geschikte ionisatie bron (Electrospray en Atmospheric Pressure Chemical Ionisation) dienen ingezet te worden. In de studie die in Brussel werd uitgevoerd (E.A.) worden het organisch reagens en zijn oxidatieproducten binnengebracht in een chemische ionisatie massaspectrometer (CIMS), waar zij reageren met specifieke bronionen (bvb.

H 3 O +, NO +, CF 3 O - of SF - 6 ). Die ion/molecule reacties resulteren in specifieke productionen die vingerafdrukken zijn van de te detecteren molecules. In een eerste fase van het project werd gebruik gemaakt van een lage druk stromingsreactor. Deze werd in een latere fase van het project vervangen door een hoge druk turbulente stromingsreactor met als voordeel een efficiëntere menging en de mogelijkheid om experimenten uit te voeren bij hogere druk (tot 200 Torr). Aangezien absolute en nauwkeurige, op CIMS gebaseerde kwantificatie de kennis vereist van de snelheidsconstanten en productionendistributies van de betrokken ion/molecule reacties, werden deze parameters afzonderlijk gemeten in een selected ion flow tube instrument (SIFT). De karakterisatie van ion/molecule reacties van monoterpenen en hun oxidatieproducten en van een groot aantal zuurstofhoudende organische molecules maakte een belangrijk deel uit van het werk dat binnen dit project werd verricht. De absolute opbrengsten van de belangrijkste oxidatieproducten (aceton, formaldehyde, pinonaldehyde en nopinone) voor de reacties van α- pineen (bij 2 en 50 Torr) and β-pineen (bij 200 Torr) met OH werden bepaald onder verschillende experimentele omstandigheden. Een uitvoerige theoretische studie van de mechanismen van de OH-geïnitieerde oxidatie van α-pineen, pinonaldehyde en β-pineen werd doorgevoerd in Leuven (J.P.). Zo werd o.m. op objectieve/theoretische basis het lot voorspeld van de vele, diverse oxy-radicalen die in deze oxidatieprocessen ontstaan. Dit werk stoelt op objectieve chemisch-kinetische kennis, ofwel op kwantitatieve structuuractiviteitsrelaties (SARs) waarvan enige ontwikkeld werden in dit project en op energiebarrieres en rotatie/vibratieparameters berekend via ab initio of densiteitsfunctionaal-theorieën (DFT), in combinatie met statistisch-kinetische theorieën. Op basis van deze studies werden dan gedetailleerde mechanismen ontwikkeld voor de OH-geïnitieerde oxidaties van α-pineen, pinonaldehyde en β- pineen. Deze mechanismen beschrijven de volledige chemie van alle optredende OH-additie en H-abstractie oxidatiepaden. Dit werk leidde o.m. tot de ontdekking van nieuwe reactiepaden die tot hiertoe volledig over het hoofd gezien werden. De niet-traditionele ringsluitingsreacties van oxy- en peroxy radicalen, meer bepaald, werden nooit gerapporteerd in laboratoriumomstandigheden, maar zijn niettemin belangrijk of zelfs cruciaal in de oxidatie van isopreen en vele monoterpenen in de reële atmosfeer, wegens de veel lagere radicaalconcentraties aldaar dan in het laboratorium. In typische experimentele

omstandigheden worden de ringsluitingsreacties overschaduwd door andere reacties, met name radicaal-radicaal processen. De totale productopbrengsten bekomen door propagatie van de product-fracties in elke stap van het mechanisme zijn in goede algemene overeenkomst met experimentele waarden, uitgezonderd de formaldehyde-opbrengst in de oxidatie van pinonaldehyde, die bijna een grootte-orde lager is dan het enige gerapporteerde experimentele resultaat (zeer hoge waarde, die onbevestigd bleef). Wij hebben tevens een kritische evaluatie doorgevoerd van de weinige mechanismen die in de literatuur voorhanden zijn, met bijzondere aandacht voor de stappen die tot de hoofdproducten kunnen leiden. Dezelfde methoden, maar in beperkter mate, werden ook toegepast op de ozonolyse van α-pineen. Het hogerbeschreven α-pineen mechanisme werd dan veralgemeend en geïmplementeerd in een chemisch box-model (J-F.M., J.P.). De snelheden van de fotolyseprocessen en de peroxy-radicaal reacties in dit mechanisme werden geëstimeerd op basis van een uitvoerig literatuuroverzicht. De impact van de vele permutatiereacties van peroxy radicalen is in rekening gebracht door inclusie van de reacties van elk individueel radicaal met pseudo-species die telkens een radicaalklasse vertegenwoordigen. Het mechanisme en het model werd gevalideerd tegen een reeks van ~40 foto-oxidatie-experimenten van Nozière et al. (1999). Het model voldoet uitstekend voor alle species, met uitname van aceton in de afwezigheid van NO. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het niet-expliciet in rekening brengen van de volgchemie van een aantal specifieke reacties in het mechanisme (ringsluiting; verdere oxidatie van primaire producten). Uitgaande van het expliciete mechanisme (2000 reacties) werd een gereduceerd mechanisme afgeleid van ~100 reacties, dat geschikt is voor aanwending in 3-dimensionale modellen. Een model werd door ons ontwikkeld voor berekening van partitiecoëfficiënten van monoterpeen-oxidatieproducten tussen de gas- en aerosol-fazen (J-F.M.). Het steunt op de estimatie van dampspanningen van organische stoffen op basis van specifieke groep-bijdragen, die afgeleid werden uitgaande van een brede waaier van dampspanningsmetingen. Ons model blijkt even performant of zelfs beter dan het veelgebruikte UNIFAC model voor de voorspelling van dampspanningen. Gezien pijnzuuur (pinic acid) in laboratorium-omstandigheden vooral als dimeer zal voorkomen, suggereren we dat de partiële dampspanning van dit dimeer dicht zal aanleunen bij de (experimenteel bepaalde) dampdruk

van onderkoeld pijnzuur. Ons ozonolyse-mechanisme en gas/partikel partitiemodel werden uitgetest tegen de resultaten van diverse ozonolyzeexperimenten. De totale aerosol concentratie zoals waargenomen door een eerste groep wordt vrij goed gereproduceerd door het model, in tegenstelling tot de aerosoldata van een andere groep bij hogere temperatuur. Wij hebben de productdistributie bepaald van de controversiële elementaire reactie van aceton met OH radicalen in stromingsreactoren door moleculairebundelstaalname massaspectrometrie in Leuven (J.P.) en door de CIMS techniek in Brussel (E.A.; zie hoger). Volgens recente rapporten zou deze reactie voor ~50% een mechanisme volgen dat azijnzuur geeft, met potentieel significante implicaties voor de chemie van de hogere troposfeer. Onze rechtstreekse bepalingen van de azijnzuuropbrengst tonen echter onomstotelijk dat dit pad onbelangrijk is (<5%) en dat H-abstractie het enige pad van belang is. Tevens hebben wij een theoretische studie verricht (J.P.) die dit resulaat bevestigt en die de negatieve temperatuursafhankelijkheid van de reactiesnelheid bij lage temperaturen verklaart. Gelijkaardig hebben we via rechtstreekse metingen (J.P.) ook aangetoond dat de elementaire reacties van OH met aceetaldehyde en propionaldehyde voor >90% verlopen door H-abstractie en, opnieuw in tegenstelling tot eerdere rapporten, geen zuren opleveren in enige significante hoeveelheden; dit is van sleutelbelang voor het budget van peroxyacylnitraten (PANs) in de atmosfeer. Anderzijds vonden we dat de elementaire reactie van azijnzuur met OH voor 65% rechtstreeks CH 3 + CO 2 oplevert, in overeenstelmming met onze theoretische voorspellingen; bovendien vonden we bevestiging voor de sterk negatieve temperatuursafhankelijkheid van de reactiesnelheid, van belang voor chemiemodellen van de Hogere Troposfeer. Men neemt algemeen aan dat carbonylverbindingen in de atmosfeer ofwel fotodissociëren ofwel met OH reageren. In dit project hebben we echter met state-of-the-art theoretische methoden aangetoond dat hun reacties met HO 2 radicalen een significante rol kunnen spelen nabij de tropopauze (J.P.; J-F.M.). de peroxy radicalen die bij deze reacties ontstaan kunnen ofwel opnieuw ontbinden in de reagentia, ofwel verdere reacties ondergaan die grotendeels leiden tot carboxylzuren. De sterke temperatuursafhankelijkheid van de ontbindingsreacties verklaart het verwaarloosbaar belang van dit mechanisme in

het grootste deel van de troposfeer (bij T < 220 K). Door middel van 3- dimensionele modelberekeningen hebben wij de mogelijke impact van dit mechanisme geëvalueerd voor formaldehyde en aceton. We vonden aldus dat het mechanisme kan instaan voor 30% of meer van de totale verdwijning van deze verbindingen in het tropische tropopauzegebied, met tevens significante effecten op de OH en HO 2 radicaalconcentraties. We hebben een gedetailleerd model van het bladerdak van de vegetatie ontwikkeld voor het schatten van de temperatuur en de stralingsfluxen ter hoogte van de bladeren (J.-F. M.). Op deze manier konden de veelgebruikte algoritmen van Guenther et al. (1995) voor de berekening van biogene emissies geëvalueerd worden voor fluxmetingen van geselecteerde campagnes, en werden bovendien alternatieve algoritmen getest. De performantie van het model is goed, behalve op een plaats in Amazonia en op een plaats met gemiddelde breedtegraad in de lente en in de herfst, waarvoor het model de fluxen sterk overschat. Op basis van het model voor het bladerdak en met behulp van de beschikbare klimatologieën voor parameters betreffende meteorologie en vegetatie werden de globale emissies van isopreen en de monoterpenen geschat met een resolutie van 0.5. De berekeningen tonen aan dat het verschil in temperatuur tussen blad en omgevende lucht de emissies kan doen toenemen met 30 procent of meer in subtropische gebieden gedurende het droogteseizoen. Een alternatieve benadering voor het schatten van de emissies van reactieve verbindingen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een globaal chemie-transport model, werd ontwikkeld (J.-F. M.). De emissies in het model worden geoptimaliseerd door het minimaliseren van het verschil tussen de voorspellingen van het model en een set van atmosferische waarnemingen. Het vernieuwend aspect van onze studie bestaat in het gebruik van de techniek van het adjunct model. Deze methode werd met succes toegepast voor de optimalisatie van de emissies van koolstofmonoxide en van de stikstofoxiden. De methode is ook geschikt voor het schatten van de emissies van biogene vluchtige organische stoffen, gebaseerd op satellietwaarnemingen van hun oxidatie-nevenproducten formaldehyde en koolstofmonoxide. Tot slot werd het globaal model IMAGES gebruikt (J.-F. M.) voor het voorspellen van de samenstelling van de troposfeer voor de huidige, alsook voor toekomstige omstandigheden. Dit gebeurde in het kader van de vergelijking van modellen

onder toezicht van IPCC. Deze simulaties zijn gebaseerd op verschillende scenario s van antropogene emissies. Deze scenario s houden rekening met mogelijke toekomstige wijzigingen in de bevolking en met mogelijke economische en technologische veranderingen, alsook met het effect van verordeningen voor het verminderen van de nadelige effecten van deze emissies. De resultaten van deze studies maken deel uit van het laatste IPCC- TAR rapport. Sleutelwoorden: troposfeer, ozon, secundaire organische aërosols, biogene emissies, vluchtige organische stoffen, oxidatiemechanismen, oxiderend vermogen van de atmosfeer.