Sociale reacties op een epidemie: polio in Staphorst, 1971 Social reactions to an epidemic: poliomyelitis in Staphorst, 1971 Auteurs Trefwoorden Key words L.H. van Hasselt en J.A. van Vliet epidemie, poliomyelitis, Staphorst, vaccinatie epidemic, poliomyelitis, Staphorst, vaccination Samenvatting Dit artikel behandelt de sociale reacties op epidemieën, aan de hand van een polio-uitbraak in Staphorst in 1971. Streng gelovige Staphorsters weigerden hun kinderen te laten vaccineren, met als gevolg een polio-epidemie die 39 slachtoffers maakte, van wie er 5 overleden. De affaire trok internationale media-aandacht. Betrokkenen van destijds kijken terug op deze roerige periode. (Tijdschr Infect 2008;3:68-72) Summary This article deals with the social reactions to epidemics, from the example of an outbreak of polio in the Dutch village of Staphorst in 1971. Strictly religious inhabitants of Staphorst refused to have their children vaccinated, resulting in an outbreak of polio which claimed 39 victims, 5 of whom died. The affair drew international media-attention. The persons concerned look back on this turbulent period. Inleiding Een veelgebruikte definitie van epidemie is een groter aantal zieken dan verwacht. Deze definitie doet echter geen recht aan het feit dat een epidemie behalve een medisch ook een sociaal verschijnsel is. De historicus Charles Rosenberg heeft in een veel geciteerd essay een definitie opgesteld van epidemie als sociaal verschijnsel. 1 Een epidemie is volgens Rosenberg een combinatie van: 1) wijdverbreide sterfte die gepaard gaat met angst; 2) een gebeurtenis die begrensd is in tijd; 3) directe en uitgebreide reacties; 4) duidelijke zichtbaarheid. Mensen zoeken naar verklaringen: waarom wordt de een ziek en de ander niet? De bevolking vlucht weg van de epidemie, en legt de schuld bij zieken of andere zondebokken. Ook vindt men troost in religie of keren mensen zich juist af van God. De wijze waarop en de inhoud van de reactie verschilt sterk tussen epidemieën, afhankelijk van de ziekte en de maatschappelijke context. Bestudering van epidemieën in het verleden levert daardoor inzicht op in de wijze waarop samenlevingen reageren op toenames van ziekten. Dit geldt des te meer als de bestudeerde epidemieën redelijk recent zijn en in eigen land hebben plaatsgevonden. Een goed voorbeeld is de epidemie van polio in Staphorst in 1971. Het NPS/VPRO-televisieprogramma Andere tijden was op 1 november 2007 geheel gewijd aan deze epidemie. Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek dat ter voorbereiding op deze uitzending is verricht. Hiertoe zijn interviews gehouden met Hans Cohen (oud-directeur Rijksinstituut voor Volksgezondheid), Age van Dalfsen (in 1971 huisarts in Staphorst), Roelof Kruisinga (oud-staatssecretaris Volksgezondheid), Roelofje Mussche (poliopatiënte uit Staphorst) en Hilbrand Nawijn (zoon van P.A. Nawijn, in 1971 burgemeester van Staphorst). Ook t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r. 2-2 0 0 8 68
is gebruik gemaakt van Staphorst 1971, een bundel krantenberichten uit de periode van de epidemie. De uitzending van Andere tijden op 1 november 2007 over polio in Staphorst is te bekijken op de website www.anderetijden.nl Vijftig jaar geleden werd de ziekte polio uitgeroeid. Althans, dat dacht men. In 1956 kwam een zeer goed werkend vaccin op de markt en een jaar later startte de Nederlandse overheid een massale inentingscampagne: het Rijksvaccinatieprogramma. Het leek een kwestie van aftellen tot polio voor altijd uit Nederland zou zijn verdwenen. Polio de wereld uit, te beginnen bij Nederland. Veertien jaar later, in 1971, brak een polio-epidemie uit in Staphorst. 2,3 Hoe was dat mogelijk, ondanks het perfecte vaccin? Streng gelovige Staphorsters weigerden hun kinderen te laten vaccineren. Gevolg: 39 kinderen werden ziek en 5 overleden. Een drama voor het dorp, een drama voor de slachtoffers en een spannende affaire voor de internationale pers, die het had over middeleeuwse toestanden in Staphorst. Niet alleen de orthodoxe hervormde Staphorsters hadden hun kinderen nooit laten vaccineren, vele bevindelijk gereformeerden weigerden. 4-6 En doen dat tot op de dag van vandaag. Ze waren, en zijn nog steeds, principieel tegen het ingrijpen in de voorzienigheid Gods. Net zoals ze geen brandverzekering afsluiten, laten ze ook hun kinderen niet inenten. Want Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, dus als Hij ervoor kiest een ziekte op ons te laten neerdalen, dan heeft Hij daarmee een bedoeling. Gelovigen verschilden van mening over wat die bedoeling was. Een deel zag in polio een straf voor de zonden van de mensheid, anderen een beproeving die alleen de ware gelovigen zouden doorstaan. Velen wisten gewoon niet wat Gods bedoeling hiermee was. Een smerige ziekte Wie ziekte associeert met onhygiënische toestanden, moet voor polio even omschakelen. Polio (officieel poliomyelitis) begon pas op grote schaal slachtoffers te maken in de 20 e eeuw, toen de algemene hygiëne snel toenam. Vooral in de jaren 50 kwamen de heftigste polio-epidemieën voor uit de geschiedenis. Dat had alles te maken met die verbeterde hygiëne. Het poliovirus wordt doorgegeven via de mond (speeksel), maar vooral via de ontlasting (wc s). In vroeger en viezer tijden kreeg elke baby het virus in zijn eerste levensmaanden binnen. De meeste baby s werden er niet of nauwelijks ziek van, dus dan ging het virus onopgemerkt voorbij. Maar naarmate de hygiëne toenam, werd de leeftijd waarop kinderen voor het eerst in contact kwamen met het poliovirus steeds hoger. En hoe ouder je bent als je polio krijgt, hoe zwaarder de gevolgen. Hoe ouder je bent, hoe meer kans dat je verlamd raakt of zelfs overlijdt. 7-9 Nederland kende in 1929/30, 1938/39, 1943/44 en in 1952 4 grote polio-epidemieën. In 1956, vlak voor de introductie van het vaccin, kwam de ergste: 2.206 slachtoffers. Aangezien gemiddeld maar 1 op de 100 tot 1.000 besmette mensen echt ziek wordt, betekent dit cijfer dat vele honderdduizenden Nederlanders in 1956 besmet moeten zijn geweest met polio. Iedereen kende in die jaren de beelden van de IJzeren Long, een beademingsmachine die eruit zag als een soort ruimtecapsule (noodzakelijk wanneer het virus ook de longen verlamde). In de Verenigde Staten was het nog veel erger: daar kregen in 1952 maar liefst 58.000 mensen polio. Het is dan ook niet voor niets dat de beide vaccins in de Verenigde Staten zijn uitgevonden, het land bovendien van poliopresident Franklin D. Roosevelt. De epidemie in Staphorst Veertien jaar later brak er opnieuw een polio-epidemie uit in Nederland. Veel kleiner dan die van 1956, want hij bleef beperkt tot Staphorst, maar wel een heftige variant: in een maand tijd werden 39 Staphorsters ziek (bijna allemaal kinderen), van wie er 5 overleden. 10 Allen kinderen die niet waren ingeënt. In aantal overledenen is de epidemie van Staphorst zelfs de grootste sinds de invoering van de vaccinatie: bij de epidemie van 1978 (110 gevallen) overleed 1 patiënt en bij de epidemie van 1992/93 (68 gevallen) overleden 2 patiënten. Roelofje Mussche was 11 jaar oud toen de epidemie uitbrak (zie Figuur 1). Het was eind februari 1971. Op zaterdag kreeg ik een griepje en op dinsdag lag ik in coma. Tien dagen heeft ze in coma gelegen. Toen ze bijkwam was ze verlamd en lag ze aan de beademingsapparatuur. Ze kon niet praten, laat staan zich bewegen. Mussche: Ik dacht eerst dat ik in de broodbakmachine was gevallen. De bakkerszoon was namelijk ooit invalide geraakt na een val in de broodbakmachine. En omdat niemand vertelde wat de ziekte polio was, had ze geen idee wat het anders zou kunnen zijn. Inmiddels kan ze weer praten door een gaatje in haar keel dat met een soort aanwijsstok te bedienen is. Ze kan zich goed redden in haar rolstoel, maar de beademingsapparatuur moet altijd in de buurt zijn (zie Figuur 2). Age van Dalfsen was in 1971 huisarts in Staphorst. 69 v o l. 3 n r. 2-2 0 0 8 t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n
Figuur 1. Roelofje Mussche voordat zij polio kreeg. Deze foto is gepubliceerd met toestemming van betrokkene. Hij herinnert zich de epidemie nog heel goed. Het was een heel drukke, hectische en ook emotionele tijd. s Ochtends legde ik een kindje op de brancard, s avonds was het dood. In de ambulance overleden. Dat zie ik nog zo voor me. Elke dag waren er nieuwe zieken. Kinderen durfden niet meer naar school, ouders sloten zich op in hun huizen en s avonds op straat was alleen het geluid van de ambulance te horen. En dat alles vanwege een godsdienstige overtuiging. De hervormde kerk van Staphorst behoort tot de zwartekousenkerken van Nederland. In 1971 (en nog steeds) ging de dominee uit van de volgende gedachte: ten eerste moet je niet ingrijpen in de voorzienigheid van God, ten tweede moet je een gezond mens niet ziek maken. Ook niet een beetje (met het vaccin). Huisarts Van Dalfsen: Of ze ongelijk hebben weet ik niet. Wat is belangrijk in het leven? Er is ook veel voor te zeggen om de eigen gemeenschap, met dat sterke geloof, in stand te houden. En ze zorgden heel goed voor de zieken. Het is natuurlijk vreselijk voor de betrokkenen. Maar ik heb als arts wel meer ergs gezien. Aan auto-ongelukken gaan jaarlijks veel meer mensen dood. Zelf heeft hij overigens zijn kinderen wel laten inenten. Roelofje Mussche lag zes jaar lang in het ziekenhuis in Enschede. Het was een eenzame tijd. Haar ouders kwamen een keer per week langs, de schoolmeester kwam een paar keer op bezoek, en verder werd ze aan haar lot overgelaten. Hoewel, de dominee heeft ook een keer aan haar bed gestaan. De woorden die hij toen sprak zal ze niet snel vergeten. Meisje, er moet toch iemand boeten voor de zonden van de Figuur 2. Roelofje Mussche tijdens haar interview voor het televisieprogramma Andere tijden. Deze foto is gepubliceerd met toestemming van betrokkene. mensheid. Na een lange stilte zegt Mussche: Ik dacht dat het misschien kwam omdat ik wel eens chocolaatjes van mijn moeder had gejat. Stiekem vaccineren Intussen begon Staphorst te schuiven. Op haastig ingelaste vaccinatiesessies kwamen zowaar duizenden jongeren opdagen. Uiteindelijk bleef maar een kleine kern van een paar honderd Staphorsters het vaccin weigeren. Huisarts Van Dalfsen vermoedt dat bij veel mensen ook nalatigheid een rol had gespeeld en dat het wel meeviel met de religieuze overtuiging. Bovendien speelde er nog iets anders. De lage inentingsgraad in Staphorst kwam ook door de manier van enten. Tot 1968 ging dat altijd in grote sessies, iedereen op een dag. Dan kon iedereen zien: kijk, daar gaat hij. Maar toen ik in 1968 kwam had mijn voorganger al een begin gemaakt met het individueel inenten. Vanaf het moment dat het inenten op individuele basis gebeurde, schoot de inentingsgraad omhoog. Een heel kleine groep is echt streng, de rest loopt wat mee. Maar de sociale controle is heel sterk. Inmiddels is de inentingsgraad in Staphorst ongeveer 80%. Nog steeds onder het landelijke gemiddelde, maar vele malen hoger dan in 1971. Er gaan verhalen over het stiekem uitdelen van suikerklontjes op het boerenerf, en over moeders die hun kinderen in het geheim lieten inenten terwijl de mannen nietsvermoedend vergaderden met de kerkenraad. Daarover zwijgt dokter Van Dalfsen. Roelofje Mussche weet er nog wel iets van. Toen t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r. 2-2 0 0 8 70
Figuur 3. Reactie in de internationale pers. ze net ziek was geworden, maar nog niet wist dat het polio was, stond de vader van een vriendinnetje aan de deur. Of Roelofje mee mocht om een geheim suikerklontje te halen. Mussche: Toen heb ik zelf zo n stampij gemaakt, dat ze me uiteindelijk hebben laten gaan. Later hebben haar ouders haar verweten dat het gewraakte suikerklontje de oorzaak was van de vreselijke ziekte. Hoe bitter dat ook is geweest, Mussche blijft begrip hebben voor haar ouders. Ook voor het feit dat ze haar niet hebben laten inenten. Nee, ik verwijt het mijn ouders niet. Ik verwijt het de kerk. Demoniseren avant la lettre Het drama van Staphorst was, cru maar waar, een feest voor de pers. Heel even was Staphorst wereldnieuws. Met koppen als Hier leeft men nog in de Middeleeuwen, Nederlandse sekte weigert polioprik, Staphorst verlamd van schrik door polio was het geïsoleerde dorpje meer dan ooit in het nieuws (zie Figuur 3). En vooral meer dan het de Staphorsters lief was. Nog steeds weigeren de orthodoxe Staphorsters voor de camera te verschijnen en dat heeft behalve met de algemene afwijzing van het medium, ook te maken met het trauma van 1971. Journalisten filmden de boze dominee Dorsman terwijl hij de deur dichtsmeet, ze verstopten zich achter de heg om begrafenissen van slachtoffers te fotograferen en ze maakten stiekeme geluidsopnames in de kerk. Van Dalfsen kan zich er nog kwaad om maken. Misselijk was het. Pure sensatie, geen nieuwsgaring. Alsof de Staphorsters niet goed voor hun kinderen waren. Het zijn heel lieve mensen. De hype lag niet alleen aan de schilderachtigheid van het boerendorp, met zijn groenwitte luiken en vrouwen in klederdracht. Juist in een tijd van ontkerkelijking, van hippies en van het maakbaarheidsgeloof, keerde een kleine groep streng gelovigen de vooruitgang de rug toe. Bij al die ziekten waar nog geen medicijn voor was, was nu juist deze polio-epidemie te voorkomen geweest. Dat was voor veel mensen buiten Staphorst onverteerbaar. Al snel kwam de vraag op of het niet beter was om vaccinatie verplicht te stellen, zoals in België. Huisarts Van Dalfsen voelt er wel voor. Oudstaatssecretaris Roelof Kruisinga, die later in de Wereldgezondheidsorganisatie nog heeft gestreden voor de wereldwijde uitroeiing van polio, gelooft niet in een dergelijk gebod. Dat maakt de mensen alleen maar principiëler. Bovendien: je komt er toch niet onderuit om gewetensbezwaarden uit te zonderen. Je moet niet meer wetten maken dan nodig. Roelofje Mussche is het met hem eens om een andere reden: ze is een groot voorstander van de eigen verantwoordelijkheid. Conclusie Veel van de sociale effecten van een epidemie waren zichtbaar tijdens de polio-epidemie in 1971 in Staphorst. Het duidelijkst was het stigmatiseren van de vaccinatieweigeraars. De media speelden hierin een grote rol. Maar ook andere fenomenen, zoals de vlucht (niet naar school gaan) en het zoeken van verklaringen (boeten voor de zonden) waren zichtbaar bij deze epidemie. Angst kwam vooral voor bij de ongevaccineerden. Dit illustreert dat epidemieën, ook in de moderne tijd en ook op lokale schaal, meer zijn dan een zuiver medisch probleem. Nederland is in 2007 een van de landen met de hoogste inentingspercentages van de wereld. Toch geldt ons land nog steeds als het grootste risicogebied voor polio binnen Europa. Niet omdat er inmiddels ook heel wat antroposofen en macrobioten zijn die iets hebben tegen inenten, maar omdat de bevindelijk gereformeerden zo op een kluitje wonen. Er hoeft er maar 1 in contact te komen met een Afghaanse vluchteling en polio verspreidt zich weer als een lopend vuurtje over de bible belt, met Staphorst als noordelijkste punt. Referenties 1. What is an epidemic? AIDS in historical perspective. In: Rosenberg CE. Explaining epidemics and other studies in the history of medicine. Cambridge; 1992. pp. 278-92. 71 v o l. 3 n r. 2-2 0 0 8 t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n
2. Bijkerk H, Draaisma FJ, Landheer T, Van Os M. Poliomyelitisepidemie in Staphorst. Ned Tijdschr Geneeskd 1972;116:549-58. 3. Bijkerk H, Draaisma FJ, Landheer T, Van Os M. Ruim drie jaar na de poliomyelitisepidemie in Staphorst. Ned Tijdschr Geneeskd 1975;119:822-4. 4. Maas PF, Landheer T. Parlement & polio. SDU. Den Haag; 1988. 5. Geersing J. Is vaccinatie van onze kinderen tegen polio verboden? [brochure] Staphorst; 1971. 6. Hille H. Tot een scherpe dorsslede gesteld. Het leven en de arbeid van ds. P.J. Dorsman. Uitgeverij De Groot Goudriaan. Kampen; 1998. 7. Kapsenberg JG. Polio de wereld uit. De Fontein. Baarn; 1993. 8. Oshinsky DM. Polio. An American Story. The crusade that mobilized the nation against the 20th century s most feared disease. Oxford; 2006. 9. Paul JR. A history of Poliomyelitis. Yale University Press. New Haven/Londen; 1971. 10. Mooij A. De onzichtbare vijand. Over de strijd tegen infectieziekten. Uitgeverij Balans. Amsterdam; 2007. Ontvangen 27 november 2007, geaccepteerd 21 december 2007. C o r r e s p o n d e n t i e a d r e s Mw. drs. L.H. van Hasselt, historicus Nederlandse Programma Stichting Redactie Andere Tijden Postbus 29000 1202 MA Hilversum Dhr. drs. J.A. van Vliet, arts infectieziektebestrijding Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Centrum Infectieziektebestrijding (Postbak 14) Postbus 1 3720 BA Bilthoven Tel.: 030 274 43 76 E-mailadres: hans.van.vliet@rivm.nl Correspondentie graag richten aan de tweede auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r. 2-2 0 0 8 72