Archeologische Dienst Waasland Jaarverslag 2012



Vergelijkbare documenten
ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

DEEL II: CEL ONDERZOEK

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

Contactgegevens Marc Brion

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen)

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen

Archeo-rapport 60 De archeologische begeleiding aan de pastorie van Wezemaal

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode.

Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen)

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

Averboodse Baan (N165), Laakdal

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Bijlage 1: Enkele woorden uitleg bij het reglement

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

Instelling. Onderwerp. Datum

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente.

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten voor lokale besturen

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

Archeo-rapport 41 Het archeologisch vooronderzoek aan de Kastanjedreef te Tervuren

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Nieuwe regelgeving Archeologie. vanaf

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

Archeologienota François Benardstraat te Gent (Oost-Vlaanderen).

Bouwen van een magazijn en regularisatie van parkeerplaatsen aan de Drijhoek 44 te Rijkevorsel. Programma van Maatregelen

Samenwerkingsovereenkomst

Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

Archeologienota. Zoutleeuw, Dungelstraat 24

Archeologie als risico?

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

Archeologische dienst waasland. beleidsplan

Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

Archeologienota met beperkte samenstelling : Het archeologisch bureauonderzoek aan het Albertkanaal te Hasselt Wouter Yperman

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen)

Optimaal omgaan met de archeologienota

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

RAPPORTAGE VONDSTMELDING TONGEREN: GROTE MARKT

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

N76, Zwartberg, gemeente Genk

Bijlokehof (Gent, Oost-Vlaanderen)

Archeologisch vooronderzoek aan de Battelestraat te Velm (Sint-Truiden)

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Archeologienota:!De!verkaveling!aan!de!Struikheidestraat!te! Muizen!(gemeente!Mechelen)!

Bouw van opslagtanks aan de Leon Bonnetweg te Antwerpen. Archeologienota. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

Archeologisch onderzoek van een te realiseren compressorstation

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

Genenbosstraat te Lummen

Archeologische Quickscan

ERFGOED IN MIJN STRAAT

Vanessa Vander Ginst Laurane Dupont Ludo Fockedey. Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba

Archeologische dienst waasland. jaarverslag 2013

Het Onroerenderfgoeddecreet: instanties en actoren, inventarisatie en bescherming Anne Mie Draye...1

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

Gemeenteraad van 21 november 2017 Toelichting bij de agenda

INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT...

INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Bouw van opslagtanks aan de Beliweg te Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Archeologienota Gent AZ Jan Palfijn

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Transcriptie:

Archeologische Dienst Waasland Jaarverslag 2012 Archeologische Dienst Waasland Sint-Niklaas 2013

Colofon verantwoordelijke uitgever Archeologische Dienst Waasland Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas 03/778.20.50 admin@a-d-w.be www.a-d-w.be auteurs Inge Baetens (IB) Bart Lauwers (BL) Annebeth Plyson (AP) Thierry Van Neste (TVN) Jean-Pierre Van Roeyen (JPVR) Jeroen Van Vaerenbergh (JVV) eindredactie en lay-out Jean-Pierre Van Roeyen met steun van de Vlaamse overheid, Onroerend Erfgoed Archeologische Dienst Waasland, 2013 2

Inhoud Inleiding 5 DEEL I: CEL BEHEER & ONTSLUITING 6 1. Verantwoording 6 1.1 De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de archeologische erfgoedzorg 6 1.2 Rechtsgrond van het programma 6 1.3 De afsprakennota en de verslaggeving 6 2. Structuur 7 2.1 Rechtsvorm en doel 7 2.2 Samenstelling raad van bestuur 7 2.3 Vergaderingen raad van bestuur 8 2.4 Personeel 8 2.5 Vrijwillige medewerkers en stagairs 9 3. Afsprakencluster 1: inventarisatie 10 3.1 Overzicht gekend erfgoed 10 3.2 Actualisering CAI 10 3.3 Uitvoeren niet-vergunningsplichtige prospecties 10 4. Afsprakencluster 2: advisering 11 4.1 Register van geadviseerde werken 11 4.2 Integratie archeologisch beleid in structuurplanning en stedenbouw 19 4.3 Trajectbegeleiding adviesverplichtingen niet onderworpen werken 19 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 20 5.1 Beleidsplan 2012 20 5.2 Opmaak meerjarenbeleidsplan 2013-2018 24 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 26 6.1 Opvolgen vergunde opgravingen van derden 26 6.2 Deponering/archivering 46 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 48 7.1 Registratie en toegankelijk stellen van verworven kennis 48 7.2 Vorming 48 7.3 Fungeren als aanspreekpunt en afstemming tussen diverse partners 51 7.4 Verbreding van het maatschappelijk draagvlak 51 7.5 Rondleidingen, lezingen en andere sensibiliserende activiteiten 57 8. Afsprakencluster 6: organisatie 59 8.1 2012 een jaar met vele uitdagingen voor de administratie binnen de ADW 59 8.2 Project centraliseren en structureren algemene administratie ADW 59 8.3 Project organisatie eigen archief ADW 59 3

DEEL II: CEL ONDERZOEK 61 1. Databank en digitalisatie van het terreinwerk 61 1.1 Databank 61 1.2 Tablet-PC 62 2. Register van terreinwerkzaamheden 63 2.1 Inleiding 63 2.2 Archeologische opgravingen 64 2.3 Prospecties met ingreep in de bodem 72 DEEL III: CEL CONSOLIDATIE & RESTAURATIE 84 1. Inleiding 84 2. Intensieve promotiecampagne Consolidatie & restauratie 84 3. Opdrachten metaalrestauratieatelier 2012 84 4. Opdrachten keramiekrestauratieatelier 89 4

Inleiding Medio 2011 werd een nota overgemaakt aan de gemeentebesturen die deelnemen in de projectvereniging waarin gepleit werd voor een structurele herfinanciering van de totale werking van de dienst met publieke middelen. Eind 2011 maakten de aangesloten gemeentebesturen officieel bekend dat hun keuze uitging naar het behoud van de dienst, maar wel binnen de grenzen van de bestaande financiële bijdragen, wat betekende dat er bijgevolg zou moeten afgeslankt worden in de personeelsbezetting. In het kader van de Vlaamse regelgeving op archeologisch onderzoek (met name de vereiste personeelsbezetting) zou een afslanking van de dienst echter het einde betekenen van zowat 30 jaar archeologisch terreinwerk van de ADW. Dit was voor de stafmedewerkers geen optie. Ook het werken met steeds wisselende projectmedewerkers was dit niet. Vervolgens werd gezocht naar een alternatief. Een mogelijke oplossing werd gevonden in een interne herstructurering van de dienst in drie cellen: Beheer & ontsluiting, Onderzoek en Consolidatie & restauratie. De cel Beheer & ontsluiting zou hierbij de IAD-activiteiten van de dienst vervullen en als enige nog gefinancierd worden met publieke middelen (mits indexatie van de ledenbijdrage). De cellen Onderzoek (de terreinequipe) en Consolidatie & restauratie (ateliers voor keramiekrestauratie en metaalconservatie) zouden in de toekomst hun eigen middelen moeten genereren via het vermarkten van hun diensten. Het werkingsjaar 2012, dat ondertussen reeds enkele maanden gevorderd was, zou als overgangsperiode naar de nieuwe situatie worden voorzien. In januari 2012 werd dit alternatief goedgekeurd door de raad van bestuur onder voorwaarde dat ook de deelnemende gemeentebesturen zich akkoord verklaarden. Tegen eind mei raakte officieel bekend dat alle aangesloten gemeenten zich in de interne hervorming van de dienst en in het voorgelegde financieringsplan konden vinden en kon met de implementatie van de hervorming worden gestart. Onderhavig jaarverslag volgt in zijn structuur de inmiddels gerealiseerde interne hervorming van de ADW in drie cellen en geeft achtereenvolgens verslag van de werking van de cellen Beheer & Ontsluiting, Onderzoek en Consolidatie & Restauratie. JPVR 5

DEEL I: CEL BEHEER & ONTSLUITING 1. Verantwoording 1.1 De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de archeologische erfgoedzorg In de Beleidsnota Onroerend Erfgoed, Beleidsprioriteiten 2009-2014 wordt de onroerenderfgoedzorg op het niveau van de lokale besturen verder gestimuleerd. Hierin wordt gesteld dat dit bestuursniveau het meest geschikte platform is om een grotere betrokkenheid van de burger te bewerkstelligen doordat dit voor de burger het meest toegankelijk is. Een degelijk interlokaal beheersinstrument biedt een passend antwoord op de vele uitdagingen waarmee het beheer van het lokaal onroerend erfgoed geconfronteerd wordt (bron: Agentschap Onroerend Erfgoed, Resultaatsverbintenis 2012). 1.2 Rechtsgrond van het programma Gezien het feit dat de ontwikkeling van een complementair onroerenderfgoedbeleid vanuit de lokale besturen wenselijk wordt geacht, verleent de Vlaamse overheid subsidies aan de intergemeentelijke archeologische diensten, waarvan de som 50.000 euro bedraagt. Dit bedrag wordt ter beschikking gesteld door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dit kadert in een globale, geïntegreerde archeologische erfgoedzorg. Deze subsidie moet in de eerste plaats aangewend worden om de beheerstaak van één archeoloog te verzekeren, waarvan 0,75 VTE moet aangewend worden voor taken die omschreven zijn in de afsprakennota (bron: zie hoger). 1.3 De afsprakennota en de verslaggeving De inhoud van de afsprakennota 2012 heeft betrekking op volgende basisopdrachten: - 1. Inventarisatie, - 2. advisering, - 3. beleid en beheer, - 4. veldwerk en deponering/archivering, - 5. ontsluiting en publieksgerichtheid, - 6. organisatie, - 7. deontologie en gedragscode. 6

2. Structuur 2.1 Rechtsvorm en doel De Archeologische Dienst Waasland (ADW) is een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid dat de rechtsvorm van projectvereniging heeft aangenomen. Dit samenwerkingsverband is een publiekrechterlijk rechtspersoon, dat valt onder toepassing van het Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking d.d. 06-07-2001. De deelnemers in dit samenwerkingsverband zijn de gemeenten Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster en de provincie Oost-Vlaanderen. Daarnaast is er een partnerschap met het Agentschap Onroerend Erfgoed (Vlaamse overheid). De maatschappelijke opdracht van deze dienst bestaat in de eerste plaats uit de archeologische erfgoedzorg binnen het territorium van de aangesloten gemeentebesturen. De archeologische erfgoedzorg is een aangelegenheid van algemeen nut, zoals bepaald in art. 4, 1 van het Decreet houdende bescherming van het archeologisch patrimonium d.d. 30-06-1993. Decretaal is bepaald dat een projectvereniging wordt opgericht voor een periode van zes jaar. Ingevolge de instemming van de deelnemende gemeenten, werd de vereniging verlengd voor eenzelfde periode, die loopt van 09-12-2008 tot 08-12-2014. In juni 2009 besliste ook de provincieraad tot verdere deelname in de projectvereniging. De verlenging werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 03-08-2009. 2.2 Samenstelling raad van bestuur Overeenkomstig de decretale bepalingen beschikt de vereniging uitsluitend over een raad van bestuur als beheersorgaan. De raad van bestuur is samengesteld naar rata van twee bestuurders per deelnemende gemeente en twee bestuurders van de provincie Oost-Vlaanderen. Voor de gemeenten betreft het steeds raadsleden/schepenen die tot de bestuurscoalitie behoren. Aan de vergaderingen wordt per gemeente ook deelgenomen door één afgevaardigde met raadgevende stem. Het betreft raadsleden die tot de oppositie behoren. De raad van bestuur heeft eveneens een adviseur namens het Agentschap Onroerend Erfgoed (als subsidiërend orgaan) en een adviseur namens de provincie Oost-Vlaanderen. De heer Roger Heirwegh (raadslid gemeente Beveren) vervulde de rol als voorzitter en mevrouw Annemie Wauman (raadslid van Sint-Niklaas) als ondervoorzitster. Namens de gemeente Beveren: - de heer Roger Heirwegh, raadslid-voorzitter; - de heer Johan Smet, raadslid-bestuurder; - de heer Sidon De Coninck, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Kruibeke: - de heer Jan Van Raemdonck, raadslid-bestuurder; - mevrouw Saskia Bressinck, raadslid-bestuurder; - de heer Julien Mertens, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Sint-Gillis-Waas: - de heer Karel Verelst, raadslid-bestuurder; - de heer Danny Verstraeten, raadslid-bestuurder; - de heer Herwin De Kind, raadslid-afgevaardigde. namens de stad Sint-Niklaas: - mevrouw Annemie Wauman, raadslid-ondervoorzitster; - de heer Marc Heynderickx, schepen-bestuurder; - de heer Ronny Suy, raadslid-afgevaardigde. 7

namens de gemeente Stekene: - mevrouw Nicole Van Duyse, schepen-bestuurder; - de heer Pieter De Witte, raadslid-bestuurder; - de heer Christophe Creve, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Temse: - mevrouw Anne Marie Blommaert, schepen-bestuurder; - de heer Chris Vervaet, raadslid-bestuurder; - mevrouw Anne-Marie Muyshondt, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Waasmunster: - mevrouw Maritta D Hooge, raadslid-bestuurder; - de heer Ludo Lenaerts, schepen-bestuurder; - de heer Danny Vandeloock, raadslid-afgevaardigde. namens de provincie Oost-Vlaanderen: - de heer Jozef Dauwe, gedeputeerde; - de heer Peter Hertog, gedeputeerde. waarnemers/adviseurs: - de heer S. Vandecatsye, erfgoedconsulent archeologie, Agentschap Onroerend Erfgoed; - de heer Luc Bauters, erfgoedconsulent archeologie, provincie Oost-Vlaanderen. 2.3 vergaderingen raad van bestuur 18-01-12 stadhuis van Sint-Niklaas 07-03-12 kasteel Blauwendael te Waasmunster 11-04-12 gemeentehuis te Kruibeke 30-05-12 stadhuis te Sint-Niklaas 05-09-12 stadhuis te Sint-Niklaas 24-10-12 gemeentehuis te Temse 12-12-12 CC Ter Vesten te Beveren 2.4 Personeel Stafmedewerkers - de heer Jean-Pierre Van Roeyen, dd. directeur, verantwoordelijke onroerend archeologisch erfgoed, cel Beheer & Ontsluiting; - mevrouw Inge Baetens, verantwoordelijke administratie, financiën en publiekswerking, cel Beheer & Ontsluiting; - de heer Jeroen Van Vaerenbergh, cel Beheer & Ontsluiting (1/2), hoofd cel Onderzoek (1/2). Administratief en technisch personeel - mevrouw Lieve Delestinne, administratief medewerkster grafisch vormgeefster, cel Beheer & Ontsluiting; - de heer Dries D Hollander, historicus technicus terrein/vondstbehandeling depotmedewerker, cel Onderzoek (4/5), cel Beheer & Ontsluiting (1/5); - de heer Erik Pijl, technicus terrein/vondstbehandeling tekenaar, cel Onderzoek; - de heer Dirk Boel, technicus terrein/vondstbehandeling, cel Onderzoek. Projectmedewerkers - de heer Bart Lauwers, projectarcheoloog, cel Onderzoek; - de heer Thierry Vanneste, projectarcheoloog, cel Onderzoek; - mevrouw Annebeth Plyson, projectarcheoloog, cel Onderzoek. 8

Restauratoren - de heer Paulus Florizoone, keramiekrestaurator, cel Consolidatie & Restauratie; - de heer Johan Van Cauter, metaalrestaurator - polyvalent technicus, cel Consolidatie & Restauratie. 2.5 Vrijwligge medewerkers en stagiairs Vrijwillige medewerkers - Hubert De Bock, Nieuwkerken (oppervlakteprospectie, eigen initiatief); - Marc De Meireleir, Sint-Pauwels (oppervlakteprospectie, eigen initiatief); - Jozef Goddaert, Zwijndrecht (oppervlakteprospectie, eigen initiatief). Stagiairs - Toon Bongers (KULeuven) - Evelien De Wit (KULeuven) - Jens Frisser (UGent) - Matthias Janssen (UGent) - Jozef Janssens (KULeuven) - Niels Jennes (KULeuven) - Andrey Lazarev (Ugent) - Ali Jelene Scheers (KULeuven) - Evy Scheers (UGent) - Margot van den Broeck (KULeuven) 9

3. Afsprakencluster 1: inventarisatie 3.1 Overzicht gekend erfgoed In 2012 werd de inventarisatie van de gemeente Stekene (deelgemeenten Kemzeke en Stekene) vrijwel volledig afgewerkt (enkel nog aan te vullen met recent onderzoek). De digitale gegevens zullen ter beschikking worden gesteld van het Agentschap voor integratie in de CAI. JPVR 3.2 Actualisering CAI Vermits het sinds enkele jaren niet meer mogelijk is voor externen om gegevens in te voeren in de CAI, gebeurt het actualiseren ervan door de CAI-medewerkers zelf op basis van vondstmeldingen en binnenkomende rapporten. Er werd in overleg met het Agentschap bepaald dat in het jaarverslag in het register van de terreinwerkzaamheden voor elk project ook de kadastergegevens zullen worden meegegeven. JPVR 3.3 Uitvoeren niet-vergunningplichtige prospecties Dergelijke prospecties zijn in 2012 niet door de ADW uitgevoerd. Zoals in voorgaande jaren gebeuren deze in de eerste plaats door Marc De Meireleir en Hubert De Bock, twee vrijetijdsarcheologen die nauw in contact staan met de ADW maar evenwel op eigen initiatief werken en niet in opdracht van de dienst. Deze prospecties gebeuren al meer dan twintig jaar en hebben een 120-tal nieuwe vindplaatsen aan het licht gebracht. Naargelang de inventarisatie van het onroerend archeologisch erfgoed vordert, zullen deze vindplaatsen mee worden opgenomen in de CAI. Voor hun resultaten in 2012 verwijzen we naar het document Prospectieverslag van H. De Bock en M. De Meireleir, nr. 27. Naast opvolging van reeds gekende vindplaatsen leverde de prospectie één nieuwe steentijdvindplaatsen op te Nieuwkerken (Sint-Niklaas), drie nieuwe steentijdvindplaatsen te Rupelmonde (Kruibeke), een nieuwe steentijdvindplaats te Sint-Gillis en een nieuwe steentijdvindplaats te Waasmunster-Sombeke. Nieuwe vindplaatsen met Gallo-Romeinse scherven kwamen aan het licht te Rupelmonde (Kruibeke) en Waasmunster-Sombeke. JPVR 10

4. Afsprakencluster 2: advisering 4.1 Register van geadviseerde werken Pre-adviezen en adviezen niet onderworpen werken Beveren-Haasdonk-Melsele inplanting 5 windmolens Aanvrager: Onroerend Erfgoed Vooral de meest noordelijke van de 2 oostelijke windmolens ligt net ten zuiden van de Romeinse site Melsele-Den Es (waarvan de omvang niet gekend is).momenteel loopt bij ons ook een onderzoek van een windmolen te Kruibeke-Heirbaan en hierbij werden al relevante archeologische sporen aangetroffen. Beveren-Kallo (Immo Danneels) verkaveling Aanvrager: Onroerend Erfgoed Om een goede inschatting te kunnen maken van de aan te wenden prospectietechniek zou ik voorstellen om in de betrokken zone eerst een paleolandschappelijk booronderzoek te laten uitvoeren. Uit eigen boringen net ten oosten van deze zone (aan de overzijde van de weg, in het Groot Rietveld) en net ten zuiden van de zone (huidige RWZI) is gebleken dat het gebied deel uitmaakt van het oude Beverenbroek, een gebied met een relatief dik kleidek (meer dan 150 cm). Hieronder volgt normaal het veen. In de zone van het huidige RWZI zijn er duidelijke aanwijzingen voor veenontginning. Verder wordt het hele gebied doorsneden door soms erg brede geulen die zich zeer diep in het landschap hebben ingesneden (meer dan 4 m). Het dekzand (het niveau met mogelijke steentijdresten) zit vermoedelijk meer dan 2 m diep. Bij onze boringen in de omliggende zones vonden wij geen aanwijzingen voor steentijdresten. Beveren-Bosdamlaan verkaveling Aanvrager: Onroerend Erfgoed Ondanks de beperkte oppervlakte lijken proefsleuven ons hier zeker zinvol. Beveren-Melsele-Kalishoekstraat verkaveling Aanvrager: gemeentebestuur Beveren Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een verkavelingsaanvraag vanwege de B.V.B.A. Jimmy VERMEULEN & CO, gevolmachtigde voor Marcel Trogh, Veldstraat 363, 9140 Temse met betrekking tot 9 bouwkavels met aanleg van nieuwe wegenis op de percelen aan de Kalishoekstraat te Melsele, kadastraal gekend als Beveren, 9 Afd., sectie C, nrs. 0073B en 0077H. Gezien de bescheiden oppervlakte en de vroegere bebouwing van het projectgebied dienen er vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd. Beveren-Verrebroek bouwaanvraag Aanvrager: Onroerend Erfgoed De uitbreiding van de opslagterminal bevindt zich op hydraulisch opgehoogd (opgespoten) terrein. De impact van de bouwwerken op de onderliggende bodemlagen lijkt me bijgevolg verwaarloosbaar. Beveren-Verrebroek bouwaanvraag Aanvrager: Onroerend Erfgoed Mijns inziens gaat het hier om reeds hydraulisch opgehoogd terrein (waarbij de onderliggende lagen kunnen zijn verstoord). Vermits ik geen informatie heb over de mogelijke verstoringen die kunnen ontstaan bij de aanleg van een verhoogde rotonde, kan ik dit moeilijk inschatten. Ik vermoed evenwel dat de ingrepen niet van die omvang zullen zijn dat zij het eventueel aanwezig onderliggend erfgoed zouden verstoren. 11

Beveren-Doel bouwaanvraag Aanvrager: Onroerend Erfgoed Voor zover de onderliggende niveaus nog niet werden geroerd naar aanleiding van de hydraulische ophoging, lijkt het risico ons gering dat bij opgraven tot op polderniveau de onderliggende lagen en eventueel aanwezige erfgoedwaarden zullen worden verstoord. Kruibeke-Kattestraat bouwaanvraag Aanvrager: gemeentebestuur Kruibeke Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning vanwege De Maeyer-Willaert, Kattestraat 15, 9150 Kruibeke, met betrekking op kadastrale percelen KRUIBEKE 1 AFD, sectie C, nr. 0302E en strekkende tot het bouwen van een halfopen ééngezinswoning. Gezien de zeer bescheiden oppervlakte dienen er vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd. Kruibeke-Bazel-Kruibekestraat bouwaanvraag Aanvrager: gemeentebestuur Kruibeke Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning vanwege de Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting, Diederik Van Beverenlaan 11, 9120 Beveren, met betrekking op kadastrale percelen KRUIBEKE 2 AFD, sectie A, nr. 0172D en strekkende tot het bouwen van 4 woningen + 8 appartementen. Gezien de bescheiden oppervlakte en de vroegere bebouwing van het projectgebied dienen er vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd. Kruibeke-Bazelstraat bouwaanvraag Aanvrager: gemeentebestuur Kruibeke Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning vanwege Van Den Hende David, Scheldeweg 60, 9090 Melle, met betrekking op kadastrale percelen KRUIBEKE 1 AFD, sectie C, nrs. 0470K, 0471L, 0472B, 0473F, 0473G, 0473H, 0473L en 0474B en strekkende tot het bouwen van een woonzorgcentrum. Het projectgebied bevindt zich langsheen de Barbierbeek. In de onmiddellijke omgeving (overzijde van de Bazelstraat) werden bij vroeger onderzoek resten uit de steentijd, bronstijd, ijzertijd, de Romeinse tijd, de middeleeuwen en nieuwe tijd ontdekt. Gelet op de locatie en de omvang van het projectgebied, is de kans reëel dat bij de realisatie van het bouwproject archeologische waarden worden aangetroffen. Overwegende de boven vermelde argumenten wordt de aanvraag gunstig met voorwaarden geadviseerd. Wij willen u verzoeken volgende voorwaarden in de vergunning op te nemen: - Alle werken met ingreep in de bodem dienen door een archeologische prospectie met ingreep in de bodem te worden voorafgegaan en dit in opdracht van de bouwheer, die de financiële lasten hiervoor draagt. - De prospectie met ingreep in de bodem dient te voldoen aan bijzondere voorschriften. De bouwheer vraagt deze bijzondere voorschriften op bij de Archeologische Dienst Waasland. - De archeologische prospectie met ingreep in de bodem, inclusief de rapportage, dient te worden uitgevoerd door een archeoloog conform artikel 12 of artikel 13 van het Besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006. - De archeoloog vraagt hiertoe een prospectievergunning aan bij de bevoegde administratie (Onroerend Erfgoed, Koning Albert II laan 19 bus 5, 1210 Brussel) conform artikel 15 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het Decreet van 30 juni 1993 houdende 12

de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006. De bijzondere voorschriften worden aan deze prospectievergunning gekoppeld. - De archeologische prospectie met ingreep in de bodem houdt in dat voorafgaand aan de werken op het terrein proefputten dienen te worden gegraven over een oppervlakte én tot op de diepte bepaald door de archeoloog. - De archeologische prospectie met ingreep in de bodem behelst eveneens de opmaak van een rapport. Dit rapport moet, conform de bijzondere voorschriften, binnen een redelijke termijn na het afronden van het onderzoek door de bouwheer aan de Archeologische Dienst Waasland en aan Onroerend Erfgoed worden toegezonden. Pas na de ontvangst van het rapport kan de bevoegde ambtenaar van Onroerend Erfgoed oordelen of de gronden kunnen worden vrijgegeven wegens een gebrek aan relevante archeologische sporen. - Indien daarentegen wel relevante archeologische sporen aangetroffen worden, dient afgewogen te worden of behoud in situ mogelijk is. Kan dit niet, dan moeten er door de bouwheer de nodige tijd én financiële middelen worden voorzien voor een volwaardige archeologische opgraving. - De Archeologische Dienst Waasland moet betrokken worden bij de werkplanning en uitgenodigd worden voor de coördinatie- en werfvergaderingen. Sint-Gillis-Reepstraat bouwaanvraag Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Gillis Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning ingediend door de heer Raf Vertenten, met betrekking tot een perceel aan de Reepstraat te Sint-Gillis, kadastraal gekend als Sint-Gillis, 1ste afd., sectie C, nrs. 0095A, 0106E, 0106F, 0106G en 0116A, strekkende tot het bouwen van een leghennenstal, uitbreiden van leghennenstal, aanleggen van betonverharding en foliebassin. In het kader van de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed, zoals bepaald in het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad 15.09.1993, 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006 en 15.05.2009), luidt ons advies als volgt: In het betrokken gebied zijn op dit moment geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Gezien de niet geringe te ontwikkelen oppervlakte en de ligging van de terreinen aan de Loeverbeek is het niet ondenkbaar dat bij de werken archeologische sporen worden aangesneden. Artikel 4 2 van bovenvermeld archeologiedecreet bepaalt dat de eigenaar en gebruiker de zorgplicht hebben om de archeologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor beschadiging en vernieling te behoeden. Bijgevolg adviseren wij dat in de betrokken zone voorafgaand aan de bouwwerken een archeologisch vooronderzoek zou worden uitgevoerd aan de hand van kijksleuven om na te gaan of er in het gebied archeologische resten aanwezig zijn. Op basis van de resultaten van dit vooronderzoek kan dan worden bepaald of verder onderzoek al dan niet noodzakelijk is. Sint-Gillis-Hoogeindeken bouwaanvraag Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Gillis Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning ingediend door B.V.B.A. Structa-plan, met betrekking tot een perceel aan Hoogeindeken te Sint-Gillis, kadastraal gekend als Sint-Gillis, 1de afd., sectie E, nr. 0545W 2, strekkende tot het bouwen van KMO-units. In het kader van de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed, zoals bepaald in het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad 15.09.1993, 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006 en 15.05.2009), luidt ons advies als volgt: Bij opvolging van de wegeniswerken werden geen archeologische sporen aangetroffen. Bijgevolg dienen vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning. 13

Sint-Gillis-Laarstraat reliëfswijziging Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Gillis Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning ingediend door de heer Marc Kluskens, met betrekking tot een perceel aan de Laarstraat te Sint-Gillis, kadastraal gekend als Sint-Gillis, 1ste afd., sectie E, nr. 0557H, strekkende tot het uitvoeren van reliëfwerken over een oppervlakte > 500m². In het kader van de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed, zoals bepaald in het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad 15.09.1993, 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006 en 15.05.2009), luidt ons advies als volgt: In het betrokken gebied zijn op dit moment geen archeologische erfgoedwaarden gekend. In de onmiddellijke omgeving van het projectgebied zijn vondsten gekend uit de steentijd en werden in 2006 bij de aanleg van het fietspad langsheen de Laarstraat bewoningssporen uit de ijzertijd aangetroffen. Gezien de niet geringe te ontwikkelen oppervlakte en de ligging van de terreinen aan een zijarm van de Vrasenebeek is het niet ondenkbaar dat bij de werken archeologische sporen worden aangesneden. Artikel 4 2 van bovenvermeld archeologiedecreet bepaalt dat de eigenaar en gebruiker de zorgplicht hebben om de archeologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor beschadiging en vernieling te behoeden. Overwegende de boven vermelde argumenten wordt de aanvraag gunstig met voorwaarden geadviseerd. Wij verzoeken u om volgende voorwaarden in de vergunning op te nemen: - Alle werken met ingreep in de bodem dienen door een archeologische prospectie met ingreep in de bodem te worden voorafgegaan en dit in opdracht van de bouwheer, die de financiële lasten hiervoor draagt. - De prospectie met ingreep in de bodem dient te voldoen aan bijzondere voorschriften. De bouwheer vraagt deze bijzondere voorschriften op bij de Archeologische Dienst Waasland. - De archeologische prospectie met ingreep in de bodem, inclusief de rapportage, dient te worden uitgevoerd door een archeoloog conform artikel 12 of artikel 13 van het Besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006. - De archeoloog vraagt hiertoe een prospectievergunning aan bij de bevoegde administratie (Onroerend Erfgoed, Koning Albert II laan 19 bus 5, 1210 Brussel) conform artikel 15 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006. De bijzondere voorschriften worden aan deze prospectievergunning gekoppeld. - De archeologische prospectie met ingreep in de bodem houdt in dat voorafgaand aan de werken op het terrein proefsleuven dienen te worden gegraven over een oppervlakte én tot op de diepte bepaald door de archeoloog. - De archeologische prospectie met ingreep in de bodem behelst eveneens de opmaak van een rapport. Dit rapport moet, conform de bijzondere voorschriften, binnen een redelijke termijn na het afronden van het onderzoek door de bouwheer aan de Archeologische Dienst Waasland worden toegezonden. Pas na de ontvangst van het rapport kan de Archeologische Dienst Waasland oordelen of de gronden kunnen worden vrijgegeven wegens een gebrek aan relevante archeologische sporen. - Indien daarentegen wel relevante archeologische sporen aangetroffen worden, dient afgewogen te worden of behoud in situ mogelijk is. Kan dit niet, dan moeten er door de bouwheer de nodige tijd én financiële middelen worden voorzien voor een volwaardige archeologische opgraving. - De Archeologische Dienst Waasland moet betrokken worden bij de werkplanning en uitgenodigd worden voor de coördinatie- en werfvergaderingen. 14

Sint-Gillis-Stationstraat bouwaanvraag Aanvrager: Onroerend erfgoed In de nabijheid van de zone voor het KLJ-gebouw vind je onderzoekszone 97D. Bij de afgravingen van het terrein in functie van de aanleg van de sportterreinen kon hier een oude bodemdepressie worden gelokaliseerd. Hier was een volledig podzolprofiel begraven onder de latere ploeglagen. In deze podzol (vnl. in de A-horizont) werden fragmenten handgevormd aardewerk in prehistorische techniek aangetroffen. Duidelijke archeologische sporen werden in deze zone niet waargenomen. Sint-Gillis-Kluizenmeersen bouwaanvraag Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Gillis Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning ingediend door Wit-Tech, met betrekking tot een perceel aan de Reepstraat te Sint-Gillis, kadastraal gekend als Sint-Gillis, 1ste afd., sectie C, nrs. 1726, 1727 en 1728, strekkende tot het bouwen van magazijn met kantoren gelegen Kluizenmeersen 7, 9170 Sint-Gillis-Waas. In het kader van de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed, zoals bepaald in het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad 15.09.1993, 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006 en 15.05.2009), luidt ons advies als volgt: De betrokken percelen maken deel uit van de archeologische site Kluizenmolen III, die in 2010 vlakdekkend werd onderzocht. Bijgevolg dienen in de stedenbouwkundige vergunning geen verdere voorwaarden te worden opgenomen ter bescherming van het archeologisch erfgoed. Sint-Gillis-Sint-Pauwels-Beekstraat reliëfswijziging Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Gillis Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning ingediend door de heer en mevrouw Vertenten-Van de Vyver, met betrekking tot een perceel aan de Beekstraat 2 te Sint-Gillis, kadastraal gekend als Sint-Gillis, 4de afd., sectie A, nrs. 0878L, 0883, 0884Z, 0931A, 0933A, 0936A en 0944A, strekkende tot het uitvoeren van een reliëfwijziging over een oppervlakte van meer dan 500 m². In het kader van de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed, zoals bepaald in het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad 15.09.1993, 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006 en 15.05.2009), luidt ons advies als volgt: In het betrokken gebied zijn op dit moment geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Het gebied ligt echter centraal in de gemeente Sint-Pauwels en grenst aan de Kleibeek. Vermits over het hele gebied de teelaarde zal worden verwijderd in functie van egalisatie en ophoging, is de kans reëel dat bij de reliëfswijziging archeologisch erfgoed wordt aangesneden. Artikel 4 2 van bovenvermeld archeologiedecreet bepaalt dat de eigenaar en gebruiker de zorgplicht hebben om de archeologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor beschadiging en vernieling te behoeden. Bijgevolg adviseren wij dat in de betrokken zone voorafgaand aan de reliëfswijziging een archeologisch vooronderzoek zou worden uitgevoerd aan de hand van kijksleuven om na te gaan of er in het gebied archeologische resten aanwezig zijn. Op basis van de resultaten van dit vooronderzoek kan dan worden bepaald of verder onderzoek al dan niet noodzakelijk is. Sint-Gillis-Sint-Pauwels-Sterrenwegel reliëfswijziging Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Gillis Wij ontvingen van U een adviesaanvraag betreffende een stedenbouwkundige vergunning ingediend door de N.V. Van Raemdonck, met betrekking tot een perceel aan de Sterrenwegel te Sint-Gillis, 15

kadastraal gekend als Sint-Gillis, 4de afd., sectie A, nrs. 0934A, strekkende tot het uitvoeren van een reliëfwijziging over een oppervlakte van meer dan 500 m². In het kader van de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed, zoals bepaald in het Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad 15.09.1993, 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006 en 15.05.2009), luidt ons advies als volgt: In het betrokken gebied zijn op dit moment geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Het gebied ligt echter centraal in de gemeente Sint-Pauwels en grenst aan de Kleibeek. Vermits over een groot deel van het gebied de teelaarde zal worden verwijderd in functie van ophoging, is de kans reëel dat bij de reliëfswijziging archeologisch erfgoed wordt aangesneden. Artikel 4 2 van bovenvermeld archeologiedecreet bepaalt dat de eigenaar en gebruiker de zorgplicht hebben om de archeologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor beschadiging en vernieling te behoeden. Bijgevolg adviseren wij dat in de betrokken zone voorafgaand aan de reliëfswijziging een archeologisch vooronderzoek zou worden uitgevoerd aan de hand van kijksleuven om na te gaan of er in het gebied archeologische resten aanwezig zijn. Op basis van de resultaten van dit vooronderzoek kan dan worden bepaald of verder onderzoek al dan niet noodzakelijk is. Sint-Gillis-Sint-Pauwels-Kerkomgeving heraanleg Aanvrager: Onroerend Erfgoed Voor Sint-Pauwels volgen we het voorstel voor de wadi volledig. Voor het rioleringstracé zijn wij eerder voorstander van een lineaire opvolging. Sint-Niklaas-VTS-site herinrichting site Aanvrager: Interwaas De huidige VTS-site aan de Parkstraat te Sint-Niklaas beschikt duidelijk over een archeologisch potentieel. De ligging langsheen de middeleeuwse Grote Markt is hier niet vreemd aan. De oudst gekende cartografische bron gaat terug tot de vroege 17 de eeuw, nl. een ingekleurde pentekening op papier De Plaetse van Sinte Niclaus uit 1602. Deze figuratieve perceelskaart is waarschijnlijk de oudste afbeelding van Sint-Niklaas. Zij komt voor in een kaartboek van de heer van Beveren, de hertog van Arenberg (Algemeen Rijksarchief, Brussel, Fonds Arenberg, nr. LA 4413, folio 146bis verso-146ter recto). Deze kaart lijkt aan te geven dat de site zelf toen reeds was bebouwd. De inventaris bouwkundig erfgoed vermeld voor de site (aan de zijde van de Parkstraat): een herenhuis met katoenfabriek (ID: 15114). Gebouwencomplex met straatvleugel en twee haakse vleugels uitziend op de binnenplaats, opklimmend tot XVII (1691 gedateerd in de binnengang) met voornaamste bouwfase eind XVIII (jaarstenen 1775, 1785) en gedateerde poort 1788. Aanpassingen in 1909 (onder meer dakkapellen en driehoekig fronton aan voorgevel) bij het inrichten tot vakschool. De site zou in 1811 zijn aangekocht door Jan Janssens die er een katoenweverij vestigde. Omstreeks 1860 is enkel het zuidwestelijke deel van de site (aan de Parkstraat) bebouwd. Het noordoostelijke deel (met doorgang naar de Collegestraat) is nog onbebouwd. In 1907 werd het goed verkocht en omgevormd tot Vak- en Beroepsschool Antonius, die in 1908 werd ingewijd door Mgr. Stillemans. In de 20 ste eeuw werd ook het noordoostelijke deel van de site bebouwd. Enkel een smalle tuinzone achter het herenhuis bleef onbebouwd. De site bleef in gebruik als schoolcomplex tot 2008. De omvorming van de schoolsite tot woongebied is een vrij complex project, waarbij het bestaande gebouwenbestand deels wordt bewaard (o.m. het voormalige herenhuis aan de Parkstraat), deels wordt verbouwd en deels wordt afgebroken in functie van nieuwbouw. De bestaande onbebouwde tuinzone blijft ook in het nieuwe woonproject voorzien als tuinzone. In de gegeven omstandigheden lijkt archeologisch vooronderzoek op de VTS-site ons weinig zinvol. Indien archeologische sporen zouden aanwezig zijn, zullen ze reeds deels zijn verstoord door de bestaande bebouwing en de bijhorende (ondergrondse) infrastructuur. Vermits slechts plaatselijk zal worden gesloopt in functie van nieuwbouw zou een archeologisch vooronderzoek op deze plaatsen 16

slechts een zeer fragmentarisch beeld opleveren van eventuele bewoning of landgebruik in het verleden. Sint-Niklaas-Europark-Zuid aanleg nieuwe stelplaats Aanvrager: Onroerend Erfgoed De luchtfoto zegt inderdaad genoeg. Op perceel 526 werden met enclos een 5-tal woonstalhuizen uit de Gallo-Romeinse periode aangetroffen. De enclos strekte zich verder uit naar het oosten. Proefsleuvenonderzoek lijkt me dus duidelijk aangewezen. Sint-Niklaas-Gerda gebouw OCMW en verkaveling Aanvrager: Onroerend Erfgoed Binnen het projectgebied Sint-Niklaas-Gerda (zorgstrategisch plan OCMW en uitbreiding verkaveling Klokkedreef) zijn momenteel geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Het projectgebied betreft wel één van de laatste open ruimtes in het zuidelijke stadsdeel (tot en met de 19 de eeuw grotendeels onbebouwd). Daarom lijkt het me toch interessant om hier een vooronderzoek te adviseren. Sint-Niklaas-Heimolen RUP windturbine Heimolen Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Niklaas Binnen het projectgebied zelf zijn op dit moment geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Ter hoogte van het gebied, net aan de overzijde van de N41, zijn er evenwel aanwijzingen voor bewoning in de steentijd. Het lijkt me bijgevolg waarschijnlijk dat het Agentschap Onroerend Erfgoed voor het projectgebied een archeologisch vooronderzoek zal adviseren. Sint-Niklaas-Grote Baan RUP Drowa Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Niklaas Binnen het plangebied zijn op dit moment geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Vermits het hier om een beperkte uitbreiding gaat van een bestaand bedrijf, stellen we voor om vanuit de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden op te leggen in dit dossier. Sint-Niklaas-Vleeschouwerstraat/Hooimanstraat bouwaanvraag Aanvrager: Onroerend Erfgoed Ook bij ons zijn in de ruimere omgeving niet direct archeologische vindplaatsen gekend. Argumenten voor een vooronderzoek zullen dus moeten stoelen op de topografie en de ligging nabij de historische dorpskern van Sinaai (aansluitend bij bewoning weergegeven op Ferraris). Sint-Niklaas-Smisstraat RUP Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Niklaas Op dit moment zijn binnen het projectgebied geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Gezien de fysisch-geografische kenmerken van het projectgebied lijkt het me zeker archeologische potenties te hebben. Een archeologisch vooronderzoek aan de hand van proefsleuven, voorafgaand aan de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, lijkt mij bijgevolg dan ook aangewezen. Sint-Niklaas-Vlasstraat verkaveling Aanvrager: Onroerend Erfgoed Wij kunnen ons zeker vinden in een archeologisch vooronderzoek. Sint-Niklaas-Driegaaienhoek preadvies grondverwerving Aanvrager: Willemen Real Estate 17

Binnen het projectgebied zelf zijn op dit moment geen archeologische waarden gekend (wat niet betekent dat ze er niet kunnen aanwezig zijn). In de ruimere omgeving van het projectgebied zijn echter wel bewoningssporen aangetroffen uit de metaaltijden en de Gallo-Romeinse periode. Dit gegeven, samen met de topografische ligging van het terrein, verantwoorden zeker een archeologisch vooronderzoek (proefsleuven). Afhankelijk van het te realiseren project (aantal wooneenheden, bebouwde oppervlakte, ) zal het dossier ofwel door onze dienst (ADW) of door Onroerend Erfgoed (Vlaams niveau) worden geadviseerd. Hierbij vermoed ik dat beide instellingen een archeologisch vooronderzoek zullen adviseren. Sint-Niklaas-Nieuwe Molenstraat rioleringswerken Aanvrager: gemeentebestuur Sint-Niklaas Gezien de relatief beperkte oppervlakte en het feit dat de ingrepen grotendeels plaatsvinden onder bestaande wegenis en (af te breken) bebouwing, dienen er vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden voorzien in dit dossier. Stekene-Expresweg aanleg fietspad Aanvrager: Onroerend Erfgoed Jeroen sprak je reeds kort over de aanleg van een fietspad ten zuiden van de Expresweg te Stekene. Het gaat om een tracé van in totaal een kleine 3 km, waarvan een deel zich bovengronds bevindt en op palen wordt gefundeerd. Het oostelijke deel van het tracé (ca. 1100 m) snijdt doorheen de gekende site van de Verkeerswisselaar (polygoon 400304 op plan in bijlage) en snijdt tevens een aantal percelen met oppervlaktevondsten (polygonen 400343, 400342 en 444328) die mogelijk verband houden met de middeleeuwse pottenbakkerij aan de Verkeerswisselaar. Vermits de uitgestrektheid van de middeleeuwse pottenbakkerij niet gekend is, lijkt de aanleg van het fietspad (werkbreedte 5 m) ons een interessante gelegenheid om dit te proberen controleren. We stellen bijgevolg een vlakdekkende opvolging voor van aan het rond punt tot aan snede 63 op het ontwerpplan in bijlage (DWG). Na kennisname in november 2012 van het arrest van het hof van cassatie rond projectontwikkeling en archeologie (d.d. 23.02.2012) werd uit voorzorg beslist voorlopig geen autonome adviezen meer te verlenen aan de aangesloten gemeentebesturen in dossiers die buiten de bevoegdheid vallen van het agentschap Onroerend Erfgoed. Samen met het agentschap zal nagegaan worden of voor dergelijke adviezen nog een aanvaardbare juridische basis kan worden gevonden. JPVR 18

4.2 Integratie archeologisch beleid in structuurplanning en stedenbouw 4.2.1 Samenwerkingsovereenkomst Interwaas-ADW inzake archeologisch vooronderzoek van ruimtelijke ontwikkelingsprojecten (2009-2012) Met het oog op de proactieve integratie van de archeologische erfgoedzorg in de ruimtelijke planning en stedenbouw werd in oktober 2009 door de ADW een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Interwaas, het Intergemeentelijk samenwerkingsverband van het Land van Waas, één van de belangrijke actoren op het vlak van ruimtelijke ontwikkelingen in het Waasland (huisvesting en bedrijventerreinen). De samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat alle ruimtelijke ontwikkelingen van Interwaas, voorzien voor de periode 2009-2012 (ca. 63 ha), zullen worden voorafgegaan door een archeologisch vooronderzoek dat door of in opdracht van de ADW zal worden uitgevoerd. Ook in 2012 werden in het kader van deze overeenkomst een aantal dossiers opgevolgd en werden enkele vooronderzoeken uitgevoerd (zie afdeling 6.1.1). JPVR 4.2.2 Doel - Tweede sluis Waaslandhaven opvolging onderzoeksovereenkomst Paleolandschappelijk en archeologisch onderzoek van de te realiseren tweede maritieme toegang tot de Waaslandhaven, aansluitend op het Containergetijdendok- West (gemeente Beveren) Ter voorbereiding van een mogelijke start van de infrastructuurwerken voor de bouw van de tweede sluis tot de Waaslandhaven werd in 2009 in overleg met W&Z bepaald op welke manier fase 2 van het onderzoek, nl. een archeologisch booronderzoek, in de werken zelf kon worden geïntegreerd. Op basis van dit overleg werd parenthese 2 van de onderzoeksovereenkomst uitgewerkt, samen met een financiële verantwoording. Verder werden ook technische richtlijnen opgesteld ten behoeve van de uitvoerende aannemer(s) om in het bestek van de werken te worden opgenomen. Dit dossier werd in 2012 verder opgevolgd. Tenslotte kon eind 2012 ook worden overgaan tot de start van het archeologisch boorproject. JPVR 4.3 Trajectbegeleiding adviesverplichtingen niet onderworpen werken Voor de dossiers Sint-Gillis-Reepstraat en Sint-Pauwels-Sterrenwegel, beide door de ADW geadviseerd, stond de dienst ook in voor de verdere trajectbegeleiding. Er werden bijzondere voorwaarden opgesteld voor de prospectie met ingreep in de bodem. De proefsleuvenonderzoeken werden uitgevoerd door All-Archeo bvba, onder wetenschappelijke begeleiding van J. Van Vaerenbergh (Sint-Gillis-Reepstraat) en Jean-Pierre Van Roeyen (Sint-Pauwels-Sterrenwegel). Geen van beide vooronderzoeken gaf aanleiding tot een vervolgonderzoek. Het vervolgonderzoek te Kruibeke-Kasteleinsstraat (Krucor nv), een dossier dat eveneens door de ADW werd geadviseerd, werd ook verder voorbereid en opgevolgd door de dienst. Er werden door de ADW bijzondere voorwaarden opgesteld voor de vlakdekkende opgraving. Het onderzoek werd uitgevoerd door BAAC bv., onder wetenschappelijke begeleiding van J. Van Vaerenbergh, hoofd buitendienst van de ADW. JPVR 19

5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 5.1 Beleidsplan 2012 5.1.1 Afsprakencluster 1: inventarisatie Voor 2013 voorziet de ADW de inventarisatie in de CAI van de fusiegemeente Sint-Niklaas (prefusiegemeenten Belsele, Nieuwkerken, Sinaai en Sint-Niklaas). In het kader van het in kaart brengen van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen werd in 2010 door de ADW een overzicht gemaakt van de RUP s binnen zijn werkingsgebied. Deze toekomstige ontwikkelingsprojecten (op korte of lange termijn) werden eveneens op kaart gebracht. In 2013 zal verder de evolutie in de uitwerking van deze dossiers worden opgevolgd. 5.1.2 Afsprakencluster 2: advisering Zoals gebruikelijk zal de ADW ook in 2013 archeologische adviezen verstrekken. Dit kan enerzijds op vraag van Onroerend Erfgoed in de vorm van een preadvies. Anderzijds worden ook op eigen initiatief dossiers geadviseerd die buiten de bevoegdheid van Onroerend Erfgoed vallen. Voor deze laatste dossiers staat de ADW in voor de begeleiding van het hele traject vanaf het advies tot de deponering van de vondsten en het opgravingsarchief. 5.1.3 Afsprakencluster 3: beleid en beheer In 2012 werd de aanzet gegeven voor de opmaak van een meerjarenbeleidsplan voor de ADW. Om de objectiviteit van het proces te garanderen, wordt uitgegaan van een opmaakmodel dat in de ruime erfgoedsector wordt gebruikt (aangereikt en toegelicht door FARO). Door het interne planningsteam werd in eerste instantie een missie geformuleerd, waarin de bestaansreden en het toekomstperspectief van de dienst worden weergegeven. Om een objectieve kijk te krijgen op de beleidsuitdagingen vindt in 2013 een intensieve bevraging plaats van de belangrijkste partners van de ADW. Ook een zelfevaluatie van de interne werking wordt voorzien. Daarnaast wordt een profiel van de dienst opgemaakt en worden de trends en veranderingen in kaart gebracht die een invloed kunnen hebben op de verdere ontwikkeling van de ADW. Alle bevindingen worden op een objectieve manier geanalyseerd, om uiteindelijk in het najaar van 2013 tot het formuleren van de beleidsuitdagingen te komen. 5.1.4 Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering Veldwerk Statutair heeft de ADW als opdracht de zorg voor het archeologisch patrimonium in het Waasland in het algemeen en de behandeling van het bedreigd archeologisch patrimonium in het bijzonder, en dit in de meest ruime betekenis. Bijgevolg is de ADW uitdrukkelijk de mening toegedaan dat het zelf uitvoeren van veldwerk een volwaardig onderdeel moet blijven van de taken van de dienst. Deze positieve keuze voor eigen veldwerk stelt de dienst bovendien in staat de door de jaren heen zorgvuldig opgebouwde personeelsbezetting en knowhow van de cel Onderzoek te handhaven en verder uit te bouwen. Bovendien blijft de ADW door deze keuze sterk betrokken bij de nieuwe evoluties binnen het archeologisch terreinonderzoek, wat ook het beheer van het archeologisch erfgoed ten goede komt. In de afsprakennota 2012 werd de problematiek van de terreinwerking van de ADW uitvoerig aangekaart. Vervolgens werd als oplossing een grondige hervorming van de terreinwerking voorgesteld die ook haar weerklank zou vinden in de algemene werking van de ADW. Het is dit werkingsmodel dat de dienst voor haar terreinwerking in de toekomst wil blijven hanteren. De hervorming van de terreinwerking is gestoeld op het principe van een gecontroleerde vermarkting. Hierbij wordt de financiering van de terreinwerking losgekoppeld van de algemene financiering van de ADW. Bijgevolg moet de cel Onderzoek instaan voor haar eigen werkingsmiddelen. Deze vermarkting gebeurt op een gecontroleerde manier, om te voorkomen dat de werking (opnieuw) wordt 20

gedicteerd door de noodgedwongen uitvoering van snel opeenvolgende projecten. Bij de gecontroleerde vermarkting wordt enerzijds uitgegaan van een doordachte projectselectie, met voorrang voor de projecten van partnergemeenten, en anderzijds van de samenstelling van een beperkte vaste terreinequipe van goed op elkaar ingewerkte archeologen en geschoolde veldtechnici. Verder wordt er steeds gewerkt aan marktconforme prijzen. Er worden enkel projecten aangenomen indien ze volledig (inclusief de verwerking) kunnen ingepast worden in de jaarplanning van de ADW. Er wordt werk gemaakt van het standaardiseren van de terreinadministratie en de terugkoppeling ervan naar de verwerking, archivering en deponering in een digitale onderzoeksdatabank. In 2013 wordt deze databank op maat van de ADW verder ontwikkeld. In functie van het opmaken van de databankstructuur vindt intensief intern overleg plaats. Nadien zullen externe experts aangesproken worden om het digitale systeembeheer door te lichten. Het werkingsjaar 2012 werd aanzien als een overgangsfase, waarbij lopende dossiers (uit het oude systeem) konden afgerond worden en het nieuwe werkingsmodel kon worden getest. Met uitzondering van 1 project (t.g.v. uitstel van de ruimtelijke ontwikkeling) konden in 2012 alle lopende dossiers afgerond worden. Aanvullend werden twee nieuwe onderzoeken (Melsele-Schoolstraat en Melsele-Pauwstraat-Perzikenlaan) succesvol uitgevoerd, waarmee de start werd ingeluid van het nieuwe werkingsmodel. In alle onderzoeken werd minimaal voldaan van de bepalingen van de minimumnormen en de bijzondere voorwaarden. Door kwalitatief onderzoek te leveren, wil de ADW nogmaals zijn meerwaarde illustreren aan de partnergemeenten en hoopt de dienst tevens een voorbeeld te kunnen zijn voor de private archeologische bedrijven. Vanaf oktober 2012 tot en met februari 2013 wordt effectief tijd voorzien voor de verwerking en rapportage van de onderzoeksresultaten. De personeelsbezetting van de terreinequipe wordt, zoals voorzien, beperkt tot 2 projectarcheologen bijgestaan door 1 juniorarcheoloog en 3 geschoolde veldtechnici. Voor wat betreft de nabehandeling van het vondstenmateriaal krijgt elk van de veldtechnici een welomschreven taak, respectievelijk: de eerstelijnsbehandeling, de grafische registratie en het opbergen in het depot. Het hoofd van de buitendienst is verantwoordelijk voor de coördinatie, planning en overleg. Tijdens de overgangsfase van 2012 heeft hij het terreinonderzoek van een groot deel van de lopende dossiers afgerond. Na het rapporteren van deze onderzoeken en het op punt stellen van een efficiënte terreinwerking kan tijd worden vrijgemaakt om nog oudere dossiers systematisch bij te werken. Op drukke moment of tijdens de verlofperiode van één van de projectarcheologen helpen hij en andere archeologen van de dienst, zoals voorzien, actief mee op het terrein. Ook staat hij in voor de wetenschappelijke begeleiding van projecten die door private archeologische bedrijven worden uitgevoerd. In 2012 werden niet minder dan 19 wetenschappelijke begeleidingen uitgevoerd vanaf de startvergadering tot en met de evaluatie van het rapport. Ook in 2013 zullen projecten van derden binnen het werkingsgebied van de dienst intensief worden begeleid. Gezien het grote aantal Wase adviesaanvragen wordt er voor 2013 niet onmiddellijk een dalende tendens in het aantal projecten verwacht. Terugblikkend kan 2012 als een positieve start van het nieuwe werkingsmodel worden beschouwd. De cel Onderzoek blijkt voldoende financiële middelen te kunnen generen om een efficiënte werking mogelijk te maken. Natuurlijk is er hier en daar nog ruimte voor bijsturing en fijnstelling. Op het einde van het jaar wordt daarom een intern evaluatiemoment ingepland. Deponering/archivering Statutair heeft de ADW als opdracht de zorg voor het archeologisch patrimonium in het Waasland in het algemeen en de behandeling van het bedreigd archeologisch patrimonium in het bijzonder, en dit in de meest ruime betekenis. Een kwalitatieve bewaring van archeologische vondsten en het bijhorende opgravingsarchief behoren ook tot deze opdracht. Hiervoor beschikt de ADW over een archeologisch depot waar opgegraven 21