Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen DE VLAAMSE REGERING,



Vergelijkbare documenten
23822 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Hoofdstuk I. Definities

Preventie van legionellose in hoogrisico-instellingen

Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs vzw Guimardstraat BRUSSEL

Legionella: overzicht Legionella pneumophila. Legionella pneumophila

23822 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Legionella onder controle

Legionellabeheersing OP WIE IS HET LEGIONELLABESLUIT VAN TOEPASSING

9/11/2016. Inhoudsopgave. Wat is legionella pneumophila? 2.4 Opmaken van een legionella beheersplan. Kristel Vanorbeek

HET LEGIONELLABEHEERSPLAN VOOR KOELTORENS

G.04 Legionella beheersplan.

LEGIONELLA REGELGEVING

Legionella pneumophila (veteranenziekte)

VR DOC.0270/2

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne Regio Antwerpen. Preventie van legionellose in gezondheidsinstellingen

Desinfectie van drinkwater in de verzorgingssector

1. Informeren eigenaar, de directeur en de verantwoordelijke voor de drinkwaterinstallatie, of de vervangers hiervan;

Checklist risico-inventarisatie Legionella

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87;

HET LEGIONELLABEHEERSPLAN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

Voor meldingen kunt u het formulier downloaden, invullen en opsturen naar de inspectie in uw regio.

Het legionellabeheersplan: Wat moet er zeker instaan? 1. Een leidraad. Versie 10 januari 2011

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

STUDIEDAG WATERBEHANDELING

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

A 13 Legionella. Preventiemaatregelen ter voorkoming van legionellose Preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

VR DOC.0243/2TER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

Vlaamse Regering..3^L^

Preventie van Legionella in sanitaire installaties: nog steeds een zorgenkind!

Voorwoord. Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking.

VR DOC.1528/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden

Legionella preventie op het werk.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 8.3 LEGIONELLA. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen:

VR DOC.1282/2BIS

Gewijzigd bij: (1) wet van 22 december 2009 (B.S ) (2) wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen (B.S

1. Informeren eigenaar, de directeur en de verantwoordelijke voor de drinkwaterinstallatie, of de vervangers hiervan;

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

VR DOC.1142/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzonder wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

13526 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

VR DOC.0601/2BIS

VR DOC.1167/1BIS

Doel van het formulier

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

Bescherming van stagiairs

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

Wat is Legionella? Legionella heeft een voorkeur voor temperaturen van C (onder 20 C overleeft de bacterie; boven 50 C sterft deze af)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.0412/2BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDABopleiding tot verzorgende en zorgkundige

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling. Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk 2.

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

VR DOC.0369/2BIS

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders

Veelgestelde vragen en antwoorden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

Extreme ontspanningsevenementen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 30, 2, artikel 39, 51 en 55;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

DOSSIER LEGIONELLA. sector niet gekend. Het gevolg laat zich raden, vele jeugdverblijfcentra zijn bewust of onbewust niet in regel.

Inleiding. Checklist risico-inventarisatie Legionella

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Legionella verschil tussen theorie en praktijk

Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen

Titel: protocol legionellabeheer

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

Samenvatting. Veteranenziekte

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.1441/2BIS

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

Transcriptie:

3 Vlaamse Regering Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, inzonderheid op artikel 39 tot en met 43; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of legionellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen; Gelet op het ministerieel besluit van 11 juni 2004 houdende de indeling van inrichtingen in risicoklassen naargelang het risico op legionellose; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op XXXX; Gelet op het advies nummer XXXXX van de Raad van State, gegeven op XXXXX, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Overwegende dat de veteranenziekte een ernstige, potentieel dodelijke aandoening is, waarop het risico sterk terug te dringen is door een aantal functionele en structurele preventieve maatregelen te nemen; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk I. Definities Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 aerosol: nevel van in de lucht verdeelde zeer fijne vloeistofdeeltjes; 2 aerosolproducerende installatie: systeem waaronder watervoorzieningen in hoog- en matigrisico-inrichtingen, koeltorens, klimaatregelingssystemen met luchtvochtigheidsbehandeling met waterinjectie in hoog- en matigrisicoinrichtingen, whirlpools en andere watersystemen, waarbij het water in contact wordt gebracht met de lucht en waarbij aerosol kan ontstaan; 3 agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid van het Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;./.

4 alternatieve beheersmaatregel: beheersmaatregel om legionellakiemen in het uitstromende water te beperken, die geen temperatnnrbeheersing is; 5 beheersmaatregelen: maatregelen die bestaan nit controlemaatregelen, voorkomingsmaatregelen en correctieve maatregelen; BB: best beschikbare techniek: het meest doeltrettende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van activiteiten en exploitatiemethoden om de aanwezigheid van eionella neoila in concentraties die hoger zijn dan het niveau van verhoogde waakzaamheid te voorkomen ot te bestrijden: a) technieken: zowel de technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden en geëxploiteerd; b) beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de technieken, kosten en baten die in aanmerking genomen worden, economisch en technisch haalbaar en praktisch hanteerbaar zijn in de speoitieke gebruikscontext; c) beste: het meest doeltrettend om een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu en de volksgezondheid in haar geheel te bereiken; 7 bestaande inrichting: inrichting die reeds in gebruik is genomen voor de inwerkingtreding van dit besluit ot waarvoor de bouwvergunning aangevraagd wordt maximaal zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit; 8 bestaande koeltoren: koeltoren die reeds in gebruik is genomen voor de inwerkingtreding van dit besluit ot waarvoor de bouwvergunning aangevraagd wordt maximaal een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit; collectiet: potentieel betrekking hebbend op vijttien ot meer personen per dag, met uitzondering van werknemers; 10 controlemaatregelen: maatregelen die het mogelijk maken na te gaan ot de werkingsvoorwaarden van de aerosolproducerende installatie van die aard zijn dat er geen omstandigheden optreden die de ontwikkeling van legionellabacteriën bevorderen; 11 correctieve maatregelen: maatregelen die moeten worden genomen om het gevaar te reduceren tot een aanvaardbaar niveau als inzake legionellagroei een ongewenste toestand vastgesteld wordt; 12 decreet: het decreet van 21 november 2003 betrettende het preventieve gezondheidsbeleid; 13 exploitant: uitbater ot beheerder van een inrichting; 14 exposant: deelnemer aan een expositie; 15 expositie: het al dan niet voor commerciële doeleinden tentoonstellen van aerosolproducerende installaties; 16 expositieruimte: inrichting waar exposities worden georganiseerd; 17 gevoelige personen: personen met: a) ernstige immuunsuppressie; b) kanker; c) ernstig nierlijden; d) aids; e) diabetes; t) chronisch longlijden; ot personen die behoren tot een van de volgende bevolkingsgroepen: a) personen vanat 65 jaar; b) rokers;

hoogrisico-inrichting: voor het publiek toegankelijke inriohting die gerioht is op de behandeling, verzorging ot huisvesting van gevoelige personen; 1 inriohting: al dan niet overdekte looatie, ruimte, gebouw ot bedrijt waar een ot meer aerosolproducerende installaties aanwezig zijn die, wat de veteranenziekte betrett, een risico kunnen vormen voor de volksgezondheid; 20 klimaatregelingssysteem met luchtvochtigheidsbehandeling met waterinjectie: systeem dat de vochtigheidsgraad van de lucht, die binnen het gebouw verspreid wordt, regelt door rechtstreeks contact met water, et betrett onder andere bevochtiging met sproeiers, bevochtiging over een bevochtigingspakket ot bevochtiging over gespannen draden; 21 koeltoren: systeem dat toelaat warmte van een proces naar de omgeving at te voeren, waarbij water rechtstreeks in contact wordt gebracht met de lucht en waarbij aerosol kan ontstaan. Meerdere koeltorens die eenzeltde proces bedienen, zelts al worden ze trapsgewijze ingesohakeld, worden beschouwd als één enkele koeltoren: a) koeltoren met natuurlijke trek: koeltoren waarin de luchtstroming het gevolg is van het temperatuurverschil tussen de lucht in de toren en die erbuiten; b) koeltoren met geforceerde trek: koeltoren waarin de luchtstroming op gang gebracht wordt door een ventilator; 22 matigrisico-inrichting: elke inrichting met een collectieve warmwatervoorziening; 23 minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; nieuwe inrichting: inrichting waarvoor de bouwvergunning aangevraagd wordt minimaal zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit; 25 nieuwe koeltoren: koeltoren waarvoor de bouwvergunning aangevraagd wordt minimaal een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit; preventiemaatregelen: het deel van de exploitatiemethoden dat bestaat uit structurele maatregelen en beheersmaatregelen om het legionelloserisico terug te dringen; proefproject: project van een onderzoeker ot een producent om een goedkeuring te verkrijgen voor een of meer alternatieve beheersmaatregelen; 28 voor het publiek toegankelijke plaatsen: al dan niet overdekte gebouwen, locaties, ruimten, waar onder andere: a) al dan niet tegen betaling, aan het publiek diensten worden verstrekt, met inbegrip van plaatsen waar voedingsmiddelen of dranken ter consumptie worden aangeboden; b) zieken of bejaarden worden opgevangen of verzorgd; c) preventieve of curatieve gezondheidszorg wordt verstrekt; d) kinderen, jongeren of studenten worden opgevangen, gehuisvest of verzorgd; e) onderwijs ot beroepsopleiding wordt verstrekt; f) vertoningen plaatsvinden; g) tentoonstellingen worden georganiseerd; h) sport wordt beoefend; i) openluchtrecreatieve bedrijven, zoals kampeerterreinen en kampeerverblijfparken, gevestigd zijn; structurele maatregelen: maatregelen om de aerosolproducerende installatie aan te passen zodat de legionellagroei wordt tegengegaan;

30 temperatuurbeheersing: beheersmaatregel die toelaat de groei van de legionellakiemen te verhinderen ot ze at te doden door de temperatnnr van het water hniten het interval 25 a 55 C te honden; 31 veteranenziekte: een longontsteking die veroorzaakt wordt door de haoterie iionila noiia; 32 Atdeiing Toezioht Volksgezondheid: de personeelsleden van de atdeiing die onder meer heiast zijn met taken inzake miliengezondheid; 33 voorkomingsmaatregelen: maatregelen die vermijden dat hepaalde werkingsvoorwaarden leiden tot een risioositnatie voor de groei van legionellakiemen; 34 water bestemd voor menselijke oonsnmptie: water dat onbehandeld ot na behandeling bestemd is om te drinken, te koken, voedsel te bereiden ot dat bestemd is voor andere hnishondelijke doeleinden, ongeacht de herkomst en ongeacht ot het water wordt geleverd via een waterdistribntienetwerk ot via een private waterwinning; 35 watervoorziening: een distributiesysteem voor water, vanat het punt van de levering ot, in geval van privaat putwater, vanat het punt van waterwinning tot en met elk tappunt, met inbegrip van alle onderdelen die ermee in verbinding staan, met uitzondering van de systemen waarop alleen toiletten ot wastatels zonder douchesystemen aangesloten zijn. hoofdstuk I L toepassingsgebied Art.. Ter nitvoering van artikei 39 tot en met 42 van bet deoreet bepaait dit besinit maatregeien tegen ibionii neoiia ter voorkoming van de veteranenziekte. Dit besinit is van toepassing op aiie inriobtingen en exposities. Hootdstnk I I I. Maatregeien Atdeiing I. Maatregeien voor watervoorzieningen Onderatdeiing I. oogrisioo-inriobtingen Art.. in aiie nienwe boogrisioo-inriobtingen moeten de watervoorzieningen gebonwd en geëxploiteerd worden voigens de BBT. Art. 5. Bij eike verbouwing wordt rekening gebonden met dit besinit. Art. 6. i. Oe exploitant van een boogrisioo-inriobting moet voor aiie watervoorzieningen van die inriobting een bebeerspian bebben. 2. Voor de bestaande inriobtingen met watervoorzieningen, in gebruik genomen voor de inwerkingtreding van dit besiuit, moet een bebeerspian opgesteid worden uiteriijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besiuit. Voor andere bestaande en nieuwe inriobtingen met watervoorzieningen moet voor de eerste ingebruikname een bebeerspian opgesteid worden.

3. beheersplan bevat minimaal de identificatie- en contactgegevens van de exploitant, een tecbniscbe beschrijving, een risicoanalyse en preventiemaatregelen met betrekking tot de watervoorziening. Bij iedere wijziging van de watervoorziening, het gebrnik daarvan ot wijzigingen in de omgevingstaotoren die een invloed knnnen hebben op het risico wordt het beheersplan geëvalueerd, eventneel bijgestuurd, en worden de preventiemaatregelen met de BBT in overeenstemming gebracht. 4. Oe risicoanalyse bevat een evaluatie van de watervoorziening met als doel de risicopunten te identificeren voor de groei van de legionellabacterie en aerosolvorming, zowel op bouwtechnisch als op bedrijtstechnisch vlak. 5. Oe standaardbeheersmaatregel is temperatuurbeheersing. Art. 7. Oe maatregelen, vermeld in het beheersplan, mogen geen onevenredige neveneffecten hebben voor de volksgezondheid en het milieu. Als de preventiemaatregelen het spoelen van waterleidingen met heet water omvatten, bevat het beheersplan een omschrijving van de getroffen voorzieningen om het risico voor verbranding bij personen te voorkomen. Art. 8. Oe exploitant is verplicht het beheersplan uit te voeren en de genomen maatregelen en de bijhorende relevante gegevens te noteren in een register. Oat register ligt ter inzage van de personen, vermeld in artikel 40 en 42 van het decreet. Art. 9. 1. Staalname moet uitgevoerd worden op de plaatsen en met de treguentie die aangegeven zijn in het beheersplan. Oe staalname moet uitgevoerd worden volgens een erkende methode en de stalen moeten door een geaccrediteerd of erkend laboratorium onderzocht worden. Oe exploitant is vrijgesteld van staalname als een installatie en de beheersmaatregelen volledig voldoen aan de BBT. 2. Het niveau van waakzaamheid wordt bereikt als 30 prooent of meer van de stalen de drempelwaarde van 1.000 kolonievormende eenheden (VE) ibioneiia noiia per liter overschrijden. Oe exploitant moet, in samenwerking met de artsen die verbonden zijn aan de inrichting, de waakzaamheid voor mogelijke legionella-infeoties bij personen binnen zijn inrichting opvoeren. 3. et niveau van verhoogde waakzaamheid wordt bereikt als 30 procent of meer van de stalen de drempelwaarde van 10.000 kolonievormende eenheden (VE) ieioneiia neoia per liter overschrijden. Oe exploitant vult de maatregelen, vermeld in artikel 9, 2, aan met de volgende maatregelen: Oe exploitant onderwerpt het beheersplan, de uitvoering ervan en het watersysteem aan een kritische beoordeling. Eventuele aanvullende beheersmaatregelen moeten genomen worden om het aantal IDeionella noila te doen dalen tot minder dan 10.000 VEliter. Oe staalnamefreguentie moet opgevoerd worden tot maandelijkse controles. Als het aantal iioneila neoiia daalt tot onder 10.000 VEBliter, kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. 4. Het niveau van melding wordt bereikt als: 1 in drie opeenvolgende meetcampagnes het niveau van verhoogde waakzaamheid wordt bereikt; 2 drie opeenvolgende stalen die op hetzelfde punt genomen zijn, het niveau van 10.000 VEl overschrijden;

3 30 of meer prooent van de stalen de drempelwaarde van 100.000 VEllter overschrijden; 5. Als het nivean van melding wordt hereikt, vnlt de exploitant de maatregelen, vermeld In 2 en 3, aan met de volgende maatregelen: 1 de exploitant hrengt de atdeiing Toezioht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte en het gehrnlk van aerosolproducerende Installaties wordt stopgezet; 2 in overleg met de Atdeiing Toezioht Volksgezondheid neemt de exploitant alle maatregelen die nodig zijn om het aantal legionellakiemen In het watersysteem en het risico op besmettingen te reduceren; 3 alleen als uit analyse van staalnames op representatieve plaatsen blijkt dat de concentratie eionella neotla lager Is dan 100.000 VEllter, mag de aerosolproducerende Installatie weer In gebruik genomen worden; 4 het systeem dat weer in gebruik genomen is, vermeld In 3, wordt minstens gedurende drie maanden gevolgd volgens een Intensief staalnameplan, overeengekomen met de Afdeling Toezioht Volksgezondheid. Art. 10. Elke eindverantwoordelijke voor het ontwerpen ot plaatsen van een nieuwe watervoorziening ot delen ervan en voor de aanpassing van een bestaande watervoorziening reikt voor zijn bijdrage een contormiteitsattest uit, dat toegevoegd wordt aan het beheersplan. et contormiteitsattest bevat minstens: 1 de naam en het adres van de eindverantwoordelijken; 2 het type en een beschrijving van de aerosolproducerende Installatie; 3 de naam en het adres van de Inrichting en de exploitant; 4 een verklaring die de struoturele conformiteit met de bepalingen van de BBT bevestigt. Onderafdeling ii. Matigrisico-inrichtingen Art. 11. In aiie nienwe matigrisico-inrichtingen moeten de watervoorzieningen gebonwd en geëxploiteerd worden volgens BBT. Art. 12. Bij elke verbouwing wordt rekening gebonden met dit beslnit. Art. 13. 1. Oe exploitant van een matigrisioo-inriobting moet voor alle watervoorzieningen een bebeerspian bebben. 2. Voor de bestaande inriobtingen met watervoorzieningen die in gebruik genomen zijn voor de inwerkingtreding van dit besluit, moet een bebeerspian opgesteld worden uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit. Voor andere bestaande en nieuwe inriobtingen met watervoorzieningen moet voor de eerste ingebruikname een bebeerspian opgesteld worden. 3. et bebeerspian bevat minimaal de identitioatie- en oontaotgegevens van de exploitant, een teobnisobe besobrijving, een risiooanalyse en preventiemaatregelen voor de watervoorziening. Bij iedere wijziging van de watervoorziening, bet gebruik daarvan ot wijzigingen in de omgevingstaotoren die een invloed kunnen bebben op bet risioo wordt bet bebeerspian geëvalueerd, eventueel bijgestuurd en de preventiemaatregelen worden met BBT in overeenstemming gebraobt.

4. Oe risicoanalyse bevat een evainatie van de watervoorziening met ais doei de risicopunten te identiticeren voor de groei van de iegioneiiabacterie en aerosolvorming, zowel op bonwtecbniscb als op bedrijtstecbniscb vlak. 5. Oe standaardbebeersmaatregel is temperatnnrbebeersing. Art. 1. Oe maatregelen, vermeld in bet bebeerspian, mogen geen onevenredige nevenettecten bebben voor de volksgezondbeid en bet milieu. Als de preventiemaatregelen bet spoelen van waterleidingen met beet water omvatten, bevat bet bebeerspian een omscbrijving van de getrotten voorzieningen om bet risico voor verbranding bij personen te voorkomen. Art. 15. Oe exploitant is verplicbt bet bebeerspian uit te voeren en de genomen maatregelen en bijborende relevante gegevens te noteren in een register. Oit register ligt ter inzage van de personen, vermeld in artikel 40 en 42 van bet decreet. Art. 16. 1. Staalname uitgevoerd worden op de plaatsen en met de treguentie die aangegeven zijn in bet bebeerspian. Oe staalname moet uitgevoerd worden volgens een erkende metbode en de stalen moeten door een geaccrediteerd ot erkend laboratorium onderzocbt worden. Als een installatie en de beheersmaatregelen volledig voldoen aan de BBT, is de exploitant vrijgesteld van staalname. 2. Het niveau van verhoogde waakzaamheid wordt bereikt als 30 ot meer procent van de stalen de drempelwaarde van 10.000 kolonievormende eenheden (VE)iioneila neoila per liter overschrijden. Oe exploitant onderwerpt het beheersplan, de uitvoering ervan en het watersysteem aan een kritische beoordeling. Eventuele aanvullende beheersmaatregelen worden genomen om het aantal Leioella neoila te doen dalen tot minder dan 10.000 VEliter. Oe staalnametreguentie moet opgevoerd worden tot maandelijkse controles. Als het aantal Legionella neoila daalt tot onder 10.000 VEBliter, kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. 3. Het niveau van melding wordt bereikt als 30 ot meer procent van de stalen de drempelwaarde van 100.000 VEliter overschrijden. Oe exploitant brengt de Atdeiing Toezicht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte. Oe exploitant brengt tevens de gebruikers op de hoogte van de vastgestelde systeembesmetting met legionellakiemen en raadt gevoelige personen aan om er geen gebruik van te maken. in overleg met de Atdeiing Toezicht Volksgezondheid neemt de exploitant alle maatregelen die nodig zijn om het aantal legionellakiemen in het watersysteem en bet risico op besmettingen te reduceren. Als na een maand na de melding de concentratie Legionella noila niet lager dan 100.000 ICVEl gebracht kan worden, stelt de exploitant de watervoorziening buiten werking. Art. 1. Elke eindverantwoordelijke voor het ontwerpen ot plaatsen van een nieuwe watervoorziening ot delen ervan en voor de aanpassing van een bestaande watervoorziening reikt voor zijn bijdrage een contormiteitsattest uit, dat toegevoegd wordt aan het beheersplan. Exploitanten die hun watervoorziening zelt aanpassen, kunnen voor bijdrage een contormiteitsattest verkrijgen bij de drinkwatermaatscbappijen. hun /

Het contormiteitsattest bevat minstens: i de naam en bet adres van de eindverantwoordelijken; 2 bet type en een besobrijving van de aerosoiprodnoerende instaiiatie; 3 de naam en bet adres van de inriobting en de exploitant; 4 een verklaring die de stmotnreie oontormiteit met de bepalingen van de BBT bevestigt. Art. 18. Matigrisioo-inriobtingen waar nooit meer dan veertig personen, exolnsiet werknemers, per dag blootgesteld knnnen worden, zijn vrijgesteld van de eisen, vermeld in artikel 13 tot en met 17. Oe exploitanten van de inriobtingen die gebruikmaken van de vrijstelling zijn verpliobt om de temperatuur van bet warmwaterproduotietoestel in te stellen op minstens 60 C en de nodige maatregelen te tretten om brandwonden bij bun bezoekers ot cliënten te vermijden, en bun watervoorziening minstens jaarlijks te laten onderbonden door een vakman, et onderboud boudt ook een validering in van de oontormiteit van de werkelijke temperatuur van bet geproduceerde warm water met de ingestelde temperatuur op bet warmwaterproduotietoestel. Een bewijs van de laatste onderboudsbeurt ligt bij de exploitant ter inzage van de toezicbtboudende ambtenaar. Als de temperatuur van bet geproduceerde water lager is dan 0 C, worden alle potentieel blootgestelde personen ervan op de boogte gebraobt dat de installatie niet legionellaveilig is. Het bewijs van een adeguate intormering van de blootgestelden moet bij de exploitant bescbikbaar zijn voor de toeziobtboudende ambtenaar. Onderafdeling i i i. Alternatieve beheersmaatregelen Art. 19. Alternatieve maatregelen knnnen toegepast worden ter beheersing van Leioella neoila nadat een goedkenring verkregen is. Art. 20. Oe goedkenring en de hiermee samenhangende voorwaarden worden nitgereikt door de minister na evatnatie van de alternatieve maatregel op basis van het goedkenringsprotoool zoals opgenomen als bijlage 1 bij dit beslnit. Art. 1. Proetprojeoten in het kader van de goedkenring van de alternatieve beheersmaatregelen mogen enkel opgestart worden na sohrittelijk akkoord van de minister. Gednrende de periode waarin een proefproject loopt, mag er afgeweken worden van de door de minister aangegeven bepalingen, vermeld in dit beslnit. Afdeling ii. Maatregeien voor koeltorens Art. 22. Alle nienwe koeltorens moeten gebonwd en geëxploiteerd worden volgens de BBT. Art. 23. inriobtingen met koeltorens moeten bet meldingstormnlier, opgenomen als bijlage 2 bij dit beslnit, invnllen. Oe exploitanten van de bestaande koeltorens die in gebrnik genomen zijn voor de inwerkingtreding van dit beslnit, stnren bet meldingstormnlier naar de Atdeiing Toeziobt Volksgezondheid niterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit beslnit. Oe melding die plaatsvond in bet kader van bet beslnit van de Vlaamse Regering van 11 jnni 2004 betrettende bet voorkomen van de veteranenziekte

of legionellose op voor het pnhliek toegankelijke plaatsen vervalt en een nienwe melding moet ingediend worden. Oe exploitanten van andere hestaande en nienwe koeltorens stnren het meldingstormnlier naar de Atdeiing Toezioht Volksgezondheid voor de eerste ingehrnikname. Art. 1. Oe exploitant van inrichtingen met koeltorens moet een beheersplan opstellen. Het beheersplan bevat minimaal de identitioatie- en oontaotgegevens van de exploitant, een teohnisohe beschrijving en een risicoanalyse en preventiemaatregelen voor de koeltoren. Bij iedere wijziging van de koeltoren, het gebrnik daarvan ot wijzigingen in de omgevingsfactoren die een invloed knnnen hebben op het risico wordt het beheersplan geëvalueerd, eventneel bijgestuurd, en worden de preventiemaatregelen met de BBT in overeenstemming gebracht. 2. Voor de bestaande koeltorens die in gebruik genomen zijn voor de inwerkingtreding van dit besluit moet een beheersplan opgesteld worden uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit. Voor andere bestaande en nieuwe koeltorens moet voor de eerste ingebruikname een beheersplan opgesteld worden. 3. Oe exploitant is verplicht bet beheersplan uit te voeren en de genomen maatregelen en de bijhorende relevante gegevens te noteren in een register. Oat register ligt ter inzage van de personen, vermeld in artikel 40 en 42 van het decreet. Art. 25. Elke eindverantwoordelijke voor het ontwerpen of plaatsen van een nieuwe koeltoren ot delen ervan en voor de aanpassing van een bestaande koeltoren reikt voor zijn bijdrage een contormiteitsattest uit, dat toegevoegd wordt aan het beheersplan. Het contormiteitsattest bevat minstens: i de naam en het adres van de eindverantwoordelijken; 2 het type en een beschrijving van de aerosolproducerende installatie; 3 de naam en het adres van de inrichting en de exploitant; 4 een verklaring die de structurele conformiteit met de bepalingen van de BBT bevestigt. Onderafdeling i. koeltorens met natuurlijke trek die gebruikmaken van oppervlaktewater Art. 6. 1. Oe temperatuur van het oppervlaktewater dat naar de koeltoren geleid wordt, moet continu gevolgd worden vanaf 1 juni tot en met 15 oktober. baarlijks moeten er in de periode van 1 juni tot 15 oktober in de aanvoerleiding van de koeltoren minstens twee stalen genomen worden van het water dat in de toren met de lucht in contact gebracht wordt. Een eerste staal wordt genomen nadat de temperatuur van het oppervlaktewater gedurende veertien dagen dagelijks boven 20 0 komt, in ieder geval voor 15 j u l i. Een tweede staal wordt genomen in het midden van de resterende periode tot 15 oktober. Oe stalen moeten op Legionella geanalyseerd worden.

10 Oe staalname en de analyse verlopen volgens de methode voor koeltorenhemonsterlng en -wateranalyse, besohreven In de erkenning van het geaooredlteerde ot erkende lahoratorlnm dat de analyse nltvoert. 2. Als het aantal Legionella niet meer hedraagt dan 10.000 VEBl, wordt het systeem gevolgd volgens het beheersplan, maar minstens zoals vermeld In artikel 26, 1, tweede lid. Bij overschrijding van 10.000 VEllter moet minstens om de vier weken een staalname nitgevoerd worden. Als het aantal Legionella daalt tot minder dan 10.000 VEllter, kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. Bij overschrijding van 100.000 VEBl onderwerpt de exploitant de uitvoering van het beheersplan en het watersysteem aan een kritische beoordeling. Eventuele aanvullende beheersmaatregelen moeten genomen worden om het aantal Llonella te doen dalen tot minder dan 10.000 VEllter. Minstens om de twee weken moet een staalname uitgevoerd worden. Als het aantal Lelonlla daalt tot minder dan 10.000 VEllter, kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. Als drie opeenvolgende staalnames het niveau van 100.000 VEllter overschrijden, brengt de exploitant de Atdeiing Toezioht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte. In overleg met de Atdeiing Toezicht Volksgezondheid neemt de exploitant alle maatregelen die nodig zijn om het aantal legionellakiemen In het watersysteem en het risico op besmettingen te reduceren. Als na melding drie opeenvolgende staalnames meer dan 100.000 VEBl bedragen, stelt de exploitant de koeltoren bulten werking. Oe Atdeiing Toezicht Volksgezondheid kan een snellere bultenwerklngstelllng opleggen als uit de analyses blijkt dat de geanalyseerde Legionella behoren tot meer risicovolle species. Oe exploitant stelt de koeltoren bulten werking en neemt hierbij de velllgheldsvoorschrltten In acht die Inherent zijn aan het koelproces. Onderafdeling i i. koeltorens met getoroeerde trek die gebruikmaken van oppervlaktewater Art. 2. 1. Oe temperatuur van bet oppervlaktewater dat naar de koeltoren geleid wordt, moet oontinu gevolgd worden vanat 1 juni tot en met 15 oktober. baarlijks moeten er in de periode van 1 juni tot 15 oktober in de aanvoerleiding van de koeltoren minstens twee stalen genomen worden van bet water dat in de toren met de luobt in oontaot gebraobt wordt. Een eerste staal wordt genomen nadat de temperatuur van bet oppervlaktewater gedurende veertien dagen oontinu boven de 20 0 b l i j t t en in ieder geval voor 15 j u l i. Een tweede staal wordt genomen in bet midden van de resterende periode tot 15 oktober. Oe stalen moeten op Legionella geanalyseerd worden. Oe staalname en de analyse van de stalen verlopen volgens de metbode voor koeltorenbemonstering en -wateranalyse, besobreven in de erkenning van bet geaccrediteerde ot erkende laboratorium dat de analyse uitvoert. B.

11 2. Als bet aantal llonella niet meer bedraagt dan 10.000 KVE/1, wordt bet systeem gevolgd volgens bet bebeerspian, en minstens zoals vermeld In artikel 27, 1, tweede lid. Bij oversobrljdlng van 10.000 KVE/liter moet minstens om de vier weken een staalname nitgevoerd worden. Oe exploitant onderwerpt de nitvoering van bet bebeerspian en bet watersysteem aan een krltlsobe beoordeling. Eventneie aanvullende beheersmaatregelen moeten genomen worden om bet aantal Legionella te doen dalen tot minder dan 10.000 KVE/liter. Als bet aantal Legionella daalt tot minder dan 10.000 KVE/liter, kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. Bij oversobrljdlng van 100.000 KVE/1 moet minstens om de twee weken een staalname uitgevoerd worden. Oe exploitant onderwerpt de uitvoering van bet bebeerspian en bet watersysteem aan een krltlsobe beoordeling. Eventuele aanvullende beheersmaatregelen moeten genomen worden om het aantal Legionella te doen dalen tot minder dan 10.000 KVE/liter. Als het aantal Llonlla daalt tot minder dan 10.000 KVE/liter kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. Als drie opeenvolgende staalnames het niveau van 100.000 KVE/liter overschrijden, brengt de exploitant de Atdeiing Toezioht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte. In overleg met de Atdeiing Toezioht Volksgezondheid neemt de exploitant alle maatregelen die nodig zijn om het aantal legionellakiemen In het watersysteem en het rlsloo op besmettingen te reduceren. Als na melding drie opeenvolgende staalnames meer bedragen dan 100.000 KE/1, stelt de exploitant de koeltoren bulten werking. Oe Atdeiing Toezicht Volksgezondheid kan een snellere bultenwerklngstelllng opleggen als uit de analyses blijkt dat de geanalyseerde Llonella behoren tot de meer risicovolle species. Oe exploitant stelt de koeltoren bulten werking en neemt hierbij de velllgheldsvoorschrltten In acht die Inherent zijn aan het koelproces. Onderatdeiing 111. Koeltorens die niet met oppervlaktewater werken Art. 8. Oe koeltorens die niet met oppervlaktewater werken, moeten minstens eenmaal per jaar onderhouden worden. Art. 9. 1. baarlijks moeten er In de aanvoerleiding van de koeltoren minstens twee stalen genomen worden van het water dat In de toren met de lucht In contact gebracht wordt. Bij koeltorens die een heel jaar In dienst blijven, wordt een staal genomen tussen 1 april en 31 mei en wordt een staal genomen tussen 15 j u l i en 15 september. Bij koeltorens die jaarlijks slechts gedurende een beperkte periode In werking zijn, wordt een staal genomen minstens twee weken na het opstarten van de koeltoren, en wordt een staal genomen midden In de bedrljtsperlode. Oe stalen moeten op Legionella geanalyseerd worden. Oe staalname en de analyse van de stalen verlopen volgens de methode voor koeltorenbemonstering en -wateranalyse, beschreven In de erkenning van het geaccrediteerde ot erkende laboratorium dat de analyse uitvoert.

12 2. Bij overschrijding van i.000 KVE/i wordt overgegaan tot minstens maandelijkse staalnames. Als het aantal Lionlla daalt, mag de staalnametregnentie weer verminderd worden. Bij overschrijding van 10.000 KVE/liter onderwerpt de exploitant de nitvoering van het beheersplan en het watersysteem aan een kritische beoordeling. Eventneie aanvullende beheersmaatregelen moeten genomen worden om het aantal Legionella te doen dalen tot minder dan 1.000 KE/liter. Oe staalnametreguentie moet opgevoerd worden tot minstens driewekelijkse controles. Als het aantal Legionella daalt tot minder dan 10.000 KVE/liter, kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. Oe exploitant van hoogrisico-inrichtingen moet de waakzaamheid voor mogelijke besmettingen in zijn inrichting op voeren. Bij overschrijding van 100.000 KVE/liter onderwerpt de exploitant de uitvoering van het beheersplan en het watersysteem aan een kritische beoordeling. Eventuele aanvullende beheersmaatregelen moeten genomen worden om het aantal Legionella te doen dalen tot minder dan 1.000 KVE/liter. Oe staalnametreguentie moet opgevoerd worden tot minstens tweewekelijkse controles. Als het aantal Legionella daalt tot minder dan 10.000 KVE/liter kan de staalnametreguentie weer verminderd worden. Oe exploitant van hoogrisico-inrichtingen voert de waakzaamheid voor mogelijke besmettingen in zijn inrichting op. Als drie opeenvolgende staalnames het niveau van 100.000 KVE/liter overschrijden, brengt de exploitant de Atdeiing Toezicht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte. in overleg met de Atdeiing Toezicht Volksgezondheid neemt de exploitant alle maatregelen die nodig zijn om het aantal legionellakiemen in het watersysteem en het risico op besmettingen te reduceren. Als na melding drie opeenvolgende staalnames meer bedragen dan 100.000 KVE/1, stelt de exploitant de koeltoren buiten werking. Oe Atdeiing Toezicht Volksgezondheid kan een snellere buitenwerkingstelling opleggen als uit de analyses blijkt dat de geanalyseerde Lionlla behoren tot de meer risicovol species. Oe exploitant stelt de koeltoren buiten werking en neemt hierbij de veiligheidsvoorschritten in acht die inherent zijn aan het koelproces. Afdeling i i i. Maatregeien voor kiimaatregeiingssystemen met inohtvoohtigheidsbetiandeiing Art. 30. in kiimaatregeiingssystemen die op zijn vroegst zes maanden na de inwerkingtreding van dit besinit in gebrnik genomen worden, wordt stoombevoobtiging toegepast. Art. 31. i. Oe exploitant van andere klimaatregelingssystemen dan die welke vermeld worden in artikel 30, moet een bebeerspian opstellen, niterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit beslnit. 2. Het bebeerspian bevat minimaal de identitioatie- en oontaotgegevens van de exploitant, een teobnisobe besobrijving van de installatie, een risicoanalyse en preventiemaatregelen voor de inobtvoobtigbeidsbebandeling met waterinjeotie. Bij iedere wijziging van de Inobtvoobtigbeidsbebandeling met waterinjeotie, bet gebrnik ervan, ot wijziging in de omgevingstaotoren die een invloed

13 kunnen hebben op bet risioo, wordt bet bebeerspian indien nodig bijgestuurd. Op een voor de toeziobtboudende ambtenaar aantoonbare wijze zai steeds atgewogen worden ot niet tot stoombevoobtiging overgegaan kan worden. 3. Oe risiooanaiyse probeert de risicopunten voor de groei van Leioneiia neoiia te identitioeren. 4. Oe beheersmaatregelen zorgen ervoor dat het water dat geïnjecteerd wordt niet warmer is dan 25 0, dat de watertemperatuur continu gevoigd wordt, en dat voor de iuchtvochtigheidsbehandeiing koud water gebruikt wordt dat bestemd is voor menselijke consumptie. Oe exploitant voorziet in een zesmaandelijkse reiniging met desinfecterende middelen en probeert stagnatie te vermijden. 5. Oe exploitant is verplicht het beheersplan uit te voeren en de genomen maatregelen en de bijbehorende relevante gegevens te noteren in een register. Oit register ligt ter inzage van de toezichthoudende ambtenaren, vermeld in artikel 40 en 42 van het decreet. Arb. 32. 1. Als de temperatuur van het water dat geïnjecteerd wordt gemiddeld meer dan 25 0 bedraagt gedurende veertien opeenvolgende dagen, wordt overgegaan tot een staalname van het geïnjecteerde water. 2. Oe staalname en analyse verlopen volgens de methode voor koeltorenbemonstering en -wateranalyse, beschreven in de erkenning van het geaccrediteerde ot erkende laboratorium dat de analyse uitvoert. 3. Bij overschrijding van 1.000 KVE/1 wordt overgegaan tot een reiniging met desinfecterende middelen. Vervolgens moet om de twee weken een staalname van de installatie uitgevoerd worden. Als bij twee opeenvolgende staalnames het aantal legionellakiemen minder bedraagt dan 1.000 KVE/1, volstaan weer de maatregelen vermeld in artikel 31, 4. 4. Als bij een staalanalyse de legionellakiemen 100.000 KVE/1 overschrijden, moet de installatie onmiddellijk stilgelegd worden en brengt de exploitant de Afdeling Toezicht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte. Afdeling iv. Maatregelen voor andere watersystemen Onderafdeling i. Tandheelkundige units Art. 33. Verwarmingselementen die verbonden zijn aan de tandheelkundige unit worden afgekoppeld zodat de watertemperatuur steeds lager is dan 25 0. Art. 3. Oe instrumenten die aangesloten zijn op de tandheelkundige unit worden regelmatig gereinigd en gesteriliseerd. Art. 35. Oe leidingen van de tandheelkundige unit worden dagelijks geflusht. /

Afdeling V. Specifieke maatregeien voor exposities Art. 36. Tijdens exposities is het gehrnik van aerosoiprodnoerende instaiiaties verboden. Art. 37. Artikei 36 is niet van toepassing ais: i de gebrnikte aerosoiprodnoerende instaiiaties voiiedig zijn afgesloten zodat bezoekers niet blootgesteld knnnen worden aan de veroorzaakte aerosolen; 2 bet gaat om aerosoiprodnoerende installaties die tentoongesteld of gebrnikt worden overeenkomstig artikel 38. Art. 38. Voor de aerosoiprodnoerende installaties, vermeld in artikel 37, 2, moet steeds met gereinigde en gedesinfecteerde toestellen gewerkt worden en moet water dat bestemd is voor menselijke consumptie als vnlwater gebrnikt worden. Tenzij de grootte en de eigenbeid van de gebruikte aerosolproducerende installaties dat niet mogelijk maken, en die onmogelijkbeid bevestigd wordt door de organisator van de expositie, moeten de aerosolproducerende installaties dagelijks gereinigd en gedesinfecteerd worden en moet bet gebruikte water dagelijks ververst worden door de exposant. Oe temperatuur van bet water moet permanent afleesbaar zijn. Oe temperatuur van bet gebruikte water in de aerosolproducerende installaties, vermeld in artikel 37, 2, mag op geen enkel moment 20 C overschrijden. Oe gebruikte of tentoongestelde aerosolproducerende installaties mogen geen onderdelen bevatten die bedoeld zijn om het water op te warmen. Oe watertemperatuur wordt iedere dag minstens viermaal geregistreerd door de exposant, namelijk voor de opening van de expositie, alsook op drie andere, over de dagelijkse openingsperiode gespreide, momenten. 4. Bij overschrijding van een watertemperatuur van 20 0 moet de exposant de aerosolproducerende installatie onmiddellijk stilleggen en zo snel mogelijk ledigen, reinigen en desinfecteren. Art. 39. 1. Oe exploitant van de expositieruimte houdt een register bij per expositie waarin de volgende gegevens over de expositie genoteerd worden: 1 de identificatiegegevens van de organisator van de expositie; 2 de periode waarin de expositie plaatsvindt; 3 de plaats op de expositie waar aerosolproducerende installaties opgesteld zijn, alsook de vermelding van het type aerosolproducerende installatie; 4 de identificatiegegevens van de exposanten; 5 voor de aerosolproducerende installaties die vallen onder artikel 37, 2: a) alle temperatuurmetingen met vermelding van datum en tijdstip waarop ze uitgevoerd werden; b) de data en tijdstippen waarop de watertemperatuur van de gebruikte systemen 20 0 overschreed; c) de data en tijdstippen waarop de gebruikte aerosolproducerende installaties gereinigd werden, al dan niet wegens temperatuuroverschrijding;

1 d) de data en tijdstippen waarop het water in de gehrnikte aerosoiprodnoerende instaiiaties ververst werd, ai dan niet wegens temperatnnroversohrijding; e) de identitioatiegegevens van de personen die de handelingen nitvoerden; t) in voorkomend gevai, de motivering waarom in hepaaide aerosoiprodnoerende instaiiaties de dagelijkse reiniging en verversing niet konden worden nitgevoerd. 2. Het register ligt steeds ter inzage van de personen, vermeld in artikel 40 en 42 van het deoreet, en wordt door de exploitant tot minstens twee maanden na atloop van de expositie hijgehonden. Art. 0. Oe exploitant moet de gegevens, vermeid in artikel 39, 1, 1 en 2, in het register van de expositiernimte noteren. Hoofdstuk IV. Toezioht Art. 1. Oe Atdeiing Toezioht Volksgezondheid oetent, ter nitvoering van artikei 40 en 4i van het deoreet, het toezioht nit op de naieving van de hepaiingen van dit hesinit. Art. 2. Bij aanwijzing ot vermoeden van onzorgvuldig heheer, van een onzorgvuldig opgesteid heheerspian ot hij inschatting van een verhoogd risioo kunnen de toezichthoudende ambtenaren extra onderzoeken opieggen op hasis van de risico-inschatting maatregeien heveien ais vermeid in artikei 4i van het deoreet. en Hoofdstuk V. Overgaugsbepaliugeu Art. 3. Erkeuuiugeu voor alternatieve beheersmaatregelen, verkregen ter nitvoering van het hesinit van de Vlaamse Regering van 11 jnni 2004 hetrettende het voorkomen van de veteranenziekte ot legionellose op voor het pnhliek toegankelijke plaatsen, hlijven geldig. Art. Beheersplannen die opgesteld zijn ter nitvoering van het hesinit van de Vlaamse Regering van 11 jnni 2004 hetrettende het voorkomen van de veteranenziekte ot legionellose op voor het pnhliek toegankelijke plaatsen hlijven geldig. Bij herziening van een heheerspian moet het heheerspian worden aangepast aan de hepalingen van dit hesinit. Hootdstnk Vi. Slotbepalingen Art. 5. Oe volgende regelingen worden opgeheven: 1 het hesinit van de Vlaamse Regering van 11 jnni 2004 hetrettende het voorkomen van de veteranenziekte ot leglonellose op voor het pnhliek toegankelijke plaatsen; 2 het ministerieel hesinit van 11 jnni 2004 hondende de indeling van Inrichtingen In risicoklassen naargelang het risico op leglonellose. Art. 6. Oit hesinit wordt aangehaald als: het Leglonellaheslnlt. /

16 Art. 47. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Art. 48. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Yves LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Inge VERVOTTE

< gg Reguieringsimpactanalyse voor het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen 2 Aanleiding en doel Aanleiding: De veteranenziekte is een longontsteking veroorzaakt door de bacterie Legionella pneumophila. Voor Vlaanderen wordt het jaarlijks aantal gevallen geschat op 240 a 320, waarvan er ongeveer 40 tot 60 gemeld worden bij de gezondheidsoverheid. Een deel hiervan vindt zijn oorzaak in het buitenland - vooral in hotels - en ongeveer 60 a 70% raakt in Vlaanderen zelf geïnfecteerd. De mortaliteit bedraagt tot 30% en bedraagt gemiddeld 10%. De infectie wordt opgelopen door het inademen van besmette aerosolen. Er ontstaan besmette aerosolen wanneer nevel gevormd wordt vanuit water waarin (te veel) Leg/one/Zo pneumophila bacteriën voorkomen. Deze bacteriën vermenigvuldigen gemakkelijk in zoet water met een temperatuur tussen de 25 en de 50 graden Celsius. Ook leidingen met residu- en biofilmvorming alsook leidingen waar doorstroming onmogelijk is bevorderen de bacteriegroei. In november 1999 deed zich in het Antwerpse Kapellen een epidemie van de veteranenziekte voor, waarbij een honderdtal ziektegevallen beschreven werden waarvan vijf met dodelijke afloop. Deze ziektegevallen waren het spijtige gevolg van een bezoek aan een lokale handelsbeurs met blootstelling aan de aerosolen van een whirlpool. Met spoed nam de Vlaamse Regering al op 16 november 1999 een besluit met tijdelijke preventieve maatregelen om nieuwe uitbraken van deze ernstige ziekte te voorkomen (primaire preventie). Dit besluit verbood het tentoonstellen van apparaten die aerosol produceren op handelsbeurzen en in tentoonstellingsruimten. Het betekende de start van de uitbouw van een reglementering om gezondheidsschade door legionella te voorkomen. Legionellosepreventie is wetenschappelijk, technisch en maatschappelijk een complex gegeven dat bovendien in volle ontwikkeling is. Dit bracht met zich mee dat de Vlaamse legionellawetgeving sinds 1999 herhaaldelijke keren aangepast werd. We schetsen de voornaamste aanpassingen. Het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2002 betreffende de primaire preventie van de veteranenziekte in publieke plaatsen, kortweg het Legionellabesluit genoemd, verbreedde het toepassingsgebied van de legionellawetgeving naar andere inrichtingen dan tentoonstellingen en handelsbeurzen. Verder werden in de wetgeving eisen voor zowel koud- als warmwatervoorzieningen vooropgesteld en moeten alle installaties structureel in orde worden gebracht tegen 2013. De burgemeesters kregen het eersteiijnstoezicht toebedeeld. Zij moesten een inventaris maken van alle inrichtingen die onder het Legionellabesluit vallen.

Oaarnaastetde burgemeester controles uitvoer melding bad Ingestuurd, of een risicoanalyse en een beheersplan waren opgesteld en of een register werd bijgehouden met de genomen beheersmaatregelen. Aanmaningen konden worden uitgeschreven, evenals processen-verbaal. In samenspraak met de Afdeling Toezicht Volksgezondheid werd geopteerd om de handhaving te focussen op de hoogrlslcolnrlchtlngen. OeAfdelIngoezIcht Volksgezondheid oefende het hoog toezicht uit op de burgemeester,dle ze ook ondersteunde bij het toezicht, en op de Inrichtingen. Een eerste Inspectieronde van de AfdelIngToezIcht Volksgezondheid zou zich focussen op hoogrlslcolnrlchtlngen uitgebaat door de gemeenten. In de bestaande regelgeving zijn de gemeenten hier Immers tegelijk toezlchter en ultbater,rechter en partij. Ila de Implementatie van het besluit van 22 november2002 betreffende de primaire preventie van de veteranenziekte In voor het publiek toegankelijke plaatsen staken een aantal problemen de kop op. In die optiek werd bij het noodzakelijke herschrijvend van het besluit van 22 november2002 tot een uitvoeringsbesluit van het decreet van2l november2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid geopteerd vooreen versoepeling van de regelgeving en een verduidelijking op die punten die op de werkvloer problemen gaven naar Interpretatie toe.verder werden een aantal aanpassingen geformuleerd In verband met de eisen die opgelegd werden (structurele maatregelen) aan de uitbaters van voor het publiek toegankelijke plaatsen. Ook werd de mogelijkheid voorzien om het gebruik van alternatieve methoden te onderzoeken en na goedkeuring te gebruiken om het water van watervoorzieningen te desinfecteren. I-Iet resultaat was het besluit van de Vlaamse Regering van II juni 2004 betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of leglonellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen, de vijfde versie van het besluit sinds eind 1999. Het besluit van de Vlaamse Regering van II juni 2004 wordt nu op haar beurt herzien. De voorliggende RIA heeft betrekking op deze herziening. De primaire preventie van de veteranenziekte Is niet goedkoop.vooral een structurele aanpak vergt In bestaande en verouderde watervoorzieningen een aanzienlijke Inspanning. Het resultaat van preventie, met name het voorkomen van ziektegevallen, Is een weinig zichtbaar Iets. Dat Is bij alle preventie sowieso het geval, maar des te meer naarmate de te vermijden ziekte een lage prevalentie heeft. Leglonellose Is weliswaar een ernstige en potentieel dodelijke ziekte, maar ze komt relatief weinig voor.deze elementen maken het enerzijds begrijpelijk dat er vanuit het veld kritische vragen rijzen naar het waarom, het kostenbaten evenwicht en de maatschappelijke noodnut van de In de wetgeving gevraagde Inspanningen. Anderzijds Is leglonellose een ziekte die mensen kunnen oplopen tijdens activiteiten die niemand associeert met gevaar het nemen van een douche, het baden In of het voorbijlopen van een whlrlpool-en die het publiek ook niet als gevaarlijk aanvaardt. De onmiddellijke aanzet tot de herziening van de legionellawetgeving vanlljunl 2004 waren enkele kritische vragen van Vlaamse parlementsleden aan mij,als Vlaams mlnlster,bevoegd voor het gezondheidsbeleid.deze vragen gaven aanleiding tot een resolutie van het Vlaams parlement houdende herziening van de regelgeving betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of leglonellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen (stuk 243 (2004-2005) lr.3).het Vlaams parlement vraagt hiermee aan de Vlaamse Regering het legionellabesluit op korte termijn te herbekijken, overleg te plegen met vertegenwoordigers van de betrokken voorzieningen en de toepassing van het huidige legionellabesluit op te schorten, het legionellabesluit zo aan te passen dat het praktisch haalbaar en betaalbaar Is voor de betrokken Inrichtingen en dat er minder energie en water verloren gaat. Hiervoor werd een werkgroep opgericht, samengesteld uit experten en vertegenwoordigers uit de betrokken sectoren, de AfdelIngToezIcht Volksgezondheid en geleld door mijn kabinet. Eén van de problemen bij het opstellen van de wetgeving, ondermeer voor het bepalen van toezichts-en handhavingsnoden, Is dat de grootte van het maatschappelijk actlvlteltenveld waarop het legionellabesluit van toepassing Is, onbekend Is. Ruwweg schatten we de grootte In op2io.ooo Installaties op basis van een extrapolatie van Nederlandse cijfers naar de Vlaamse situatie. Dit Is naar alle waarschijnlijkheid een ruime overschatting van het aantal Inrichtingen binnen Vlaanderen. Als een meer reële Inschatting gaan we uit van totaal 105.000 Installaties. Indien we naar de belangrijkste Installaties extrapoleren, verwacht men ongeveer 5.000 belangrijke Installaties. Doel:

Met het nieuwe Besluit van de Vlaamse Regering wordt getracht om een consensus te vinden tussen alle betrokken partijen en zo de bezorgdheden van het Vlaams Parlement (zie hierboven) te beantwoorden. 3 Opties Optie I: nuloptie: de bestaande wetgeving blijft behouden, in het bijzonder ook die elementen waar discussie over bestaat en die aanleiding gaven tot de parlementaire resolutie. Optie 2: opheffen van het besluit van de Vlaamse Regering van I I juni 2004 betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of legionellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Dit houdt het volledig opheffen van de wettelijke verplichtingen in voor uitbaters. Alleen preventie door middel van communicatie en sensibilisatie wordt behouden, alsook de secundaire preventie naar aanleiding van ziektegevallen (Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 5 april 1995 betreffende de profylaxe van besmettelijke ziekte). Optie 3: Invoeren van een nieuw besluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen. Grote veranderingen ten opzichte van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 zijn: o Verhoging van de toepassingsgrens inzake het aantal potentieel blootgestelden (van 10. naar 15). o Indeling van de inrichtingen: voor watervoorzieningen is de indeling van de inrichtingen gebaseerd op risico in plaats van op het type inrichting: o Gevoelige personen (hoog risico) o Collectieve warmwaterinstallaties (matig risico) o Niet-watervoorzieningen (koeltorens, klimaatregelingsystemen,...) worden niet meer ingedeeld in hoog-, matig- of laagrisicocategorieën. o In het besluit zijn voor bestaande installaties geen eisen meer opgelegd naar structuur en functionaliteit van het systeem. De noodzakelijke structurele en functionele preventiemaatregelen zullen opgenomen worden in een "best beschikbare technieken" studie (BBT). Exploitanten zijn niet meer verplicht de "structuur" van hun installatie voor een bepaalde datum aan te passen. Zij kunnen er voor kiezen om een aanvaardbaar (of eventueel hetzelfde) niveau van veiligheid te bereiken door een intensiever veiligheidsbeheer. o Er zijn twee drempelwaarden (legionellaconcentratie per liter) ingevoerd voor matigrisicoinrichtingen: o Niveau van verhoogde waakzaamheid (richtnorm) o Niveau van melding (verplichte melding aan de Vlaamse overheid indien overschrijding) o Er zijn drie drempelwaarden (legionellaconcentratie per liter) ingevoerd voor hoogrisicoinrichtingen: o Niveau van waakzaamheid (richtnorm) o Niveau van verhoogde waakzaamheid o Niveau van melding (verplichte melding aan de Vlaamse overheid indien overschrijding) o Er zijn drempelwaarden voor koeltorens. o Koeltorens moeten zich nog steeds verplicht melden bij de Vlaamse overheid (om plaatsing te weten bij clusters van de veteranenziekte). Voor de andere inrichtingen wordt deze eis opgeheven, o Meer gespecifieerde maatregelen in plaats van algemene benadering voor koeltorens, luchtbevochtigingsinstallaties en tandheelkundige units, o Het toezicht door de burgemeesters wordt geschrapt. o Voor matigrisicoinrichtingen met minder dan 40 potentieel blootgestelde personen wordt de wetgeving versoepeld (enkel 60 C in boiler en jaarlijks onderhoud), o Conformiteitsattest voor doe-het-zelvers kan bekomen worden bij de drinkwatermaatschappijen. 4 Effecten Doelgroepen:

Exploitanten: dit zijn de personen die een inrichting uitbaten met één of meerdere installaties die aerosol produceren en die een gevaar kunnen betekenen op publiek toegankelijke plaatsen. In de praktijk zijn dit zelfstandigen, openbare besturen, industrie (koeltorens), organisatoren van exposities,... Burgemeesters: de burgemeesters van de Vlaamse gemeenten oefenden tot hiertoe het eersteiijnstoezicht uit. jj té Publiek: dit zijn alle potentieel blootgestelde mensen op publiek toegankelijke plaatsen. Vlaamse Overheid: de verplichtingen in de wetgeving en meer bepaald het toezicht daarop kunnen gevolg hebben voor de Vlaamse Overheid en in het bijzonder voor het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid. 4.1 Optie I Baten en kosten. De baten situeren zich in de preventie van de veteranenziekte als potentieel dodelijke longontsteking. Bij (een onwaarschijnlijke) 100% efficiëntie worden jaarlijks een dertigtal zieken en een drietal sterfgevallen vermeden. De kosten: De exploitanten van inrichtingen die onder het besluit van de Vlaamse Regering van I I juni 2004 betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of legionellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen (het legionellabesluit) vallen zijn verplicht om aan alle wettelijke eisen te voldoen. Naar schatting zouden ongeveer 105.000 installaties onder de wetgeving vallen. Zij moeten de waterinstallaties structureel conformeren aan de wetgeving tegen 2013, een risicoanalyse uitvoeren, een beheersplan opmaken en een register bijhouden. Daarnaast dient de exploitant melding te maken bij de burgemeester dat zijn inrichting onder het legionellabesluit valt. Het voldoen aan deze wetgeving vergt zowel financiële als niet-financiële inspanningen van de exploitanten die zeker voor de kleinere inrichtingen zwaar kon wegen. Een kostenschatting aan de hand van een steekproef geeft een zeer uiteenlopend beeld. Er worden bedragen vernoemd van 300 euro tot 8.000 euro voor het opmaken van beheersplannen. Structurele maatregelen variëren van 1.000 tot meer dan 100.000 euro. De burgemeester wordt in het besluit aangesteld als toezichthouder. De burgemeester dient een inventaris op te maken en bij te houden van alle meldingen die ingediend worden door de exploitanten. Hij dient ook op zoek te gaan naar exploitanten die zich nog niet hebben gemeld. In de praktijk zijn er slechts weinig burgemeesters die met deze taak effectief bezig zijn. Het bijhouden van een inventaris werd tot hiertoe door ongeveer 11 % van de gemeenten effectief uitgevoerd. Daarnaast laat de burgemeester controles uitvoeren in de inrichtingen. Er wordt nagegaan of de exploitant een melding heeft ingestuurd, of een risicoanalyse en een beheersplan zijn opgesteld en of een register wordt bijgehouden met de genomen beheersmaatregelen. Aanmaningen kunnen worden uitgeschreven, evenals processen-verbaal. In samenspraak met de Afdeling Toezicht Volksgezondheid werd geopteerd om de handhaving te focussen op de hoogrisicoinrichtingen. Voor het eersteiijnstoezicht door de gemeenten zijn er geen gegevens beschikbaar, maar naar alle waarschijnlijkheid ligt dit veel lager dan 11%. Verdel i ngseffecten Zowel exploitanten als de burgemeesters en de Vlaamse Overheid hebben meer werk gekregen door deze regelgeving. Voor de Vlaamse gemeenten is het takenpakket initieel ingeschat als overeenkomst met in totaal 12 VTE (wat uit latere contacten met de WSG als een onderschatting bleek) en I VTE voor de Afdeling Toezicht Volksgezondheid. Publiek dat in de inrichtingen in contact komt met aërösol wordt door de te nemen maatregelen beter beschermd tegen de legionellabacterie. Dit is primaire preventie. Juridisch-technische effecten Geen >;4: