Deelnemersverslag Onderzoek in NEMO s Science Live 1
Inhoud pagina 3 pagina 4 Inleiding Het Onderzoek De Deelnemers De Testsessie Eerste Resultaten pagina 12 pagina 15 pagina 17 De Wetenschappers In de Media Mede Mogelijk Gemaakt Door 2
Inleiding Iedereen die wel eens samen met een ander een tekst heeft gelezen, heeft het vast gemerkt: de één leest sneller dan de ander. Terwijl de één ongeduldig wacht tot hij eindelijk de bladzijde om mag slaan, voelt de ander zich zo opgejaagd dat hij helemaal niet meer in staat is om te begrijpen wat er staat. En als een van beide lezers dan ook nog eens dyslectisch is, loopt het verschil in leessnelheid al helemaal snel op. Hoe komt het toch dat niet iedereen even snel leest? Om deze vraag te beantwoorden hebben u en 1234 andere proefpersonen meegedaan aan ons onderzoek tijdens uw bezoek aan NEMO. We vroegen vaders, moeders, kinderen en andere familieleden mee te doen aan ons experiment. Zo kunnen we de resultaten van familieleden met elkaar vergelijken. Wat is houfblor zonder de l? Gekke woorden door de koptelefoon. Herken je ook nog het diploma op tafel? 3
Het Onderzoek Er werd veel gelachen tijdens het gezamenlijk spugen De Deelnemers Hoe oud waren de proefpersonen? Dat hebben we hieronder in een grafiek weergegeven. Hoe hoger een staafje, hoe meer deelnemers van die leeftijd. Zo zie je bij de kinderen dat de piek zit bij 11 jaar. De vaders waren gemiddeld 44 en de moeders gemiddeld 42 jaar. 4
Wat voor opleiding hebben onze deelnemers gedaan? Dat hebben we hieronder in een taartdiagram weergegeven. Blauw is VMBO, groen is MBO, beige is HBO en paars is WO. Links staan de vaders en rechts de moeders. De ouders in NEMO zijn wat hoger opgeleid dan de gemiddelde Nederlander. Maar, we hebben toch een diverse groep. Mooi, zeker als je je bedenkt dat psychologisch onderzoek meestal alleen bij psychologiestudenten wordt gedaan! 5
De Testsessie Eerst keken de onderzoekers hoe snel ouders en kinderen kunnen lezen. Hiervoor moesten ze hardop bestaande woorden en verzonnen woorden lezen, zoals turm en wuizemigkeit. Daarna volgden drie korte testjes waarin de onderzoekers cognitieve vaardigheden maten die van belang zijn om vlot te kunnen lezen. Zo werd gekeken hoeveel letters kinderen in één oogopslag kunnen zien. Daarvoor werd een rijtje letters heel kort geflitst, zodat er geen tijd is voor een oogbeweging van letter naar letter. In een andere test moesten de deelnemers zo snel mogelijk een lijst met cijfers benoemen. Daarmee werd gemeten hoe snel een deelnemer visuele informatie kan koppelen aan spraakklanken. Tot slot vroegen de onderzoekers de deelnemers een klank uit een onzinwoord weg te laten. Ze hoorden bijvoorbeeld: Wat is houfblor zonder de l?. Het goede antwoord is dan houfbor. Hiermee werd gemeten hoe goed een deelnemer klanken in gesproken woorden kan herkennen en manipuleren. 6
Reacties van de deelnemers Op het Geef je mening formulier kon u een reactie achterlaten. Hieronder een selectie: Wij vonden het leuk om mee te doen, op school moet ze heel rustig proberen te lezen, hier juist niet Heel leuk (unaniem!) leuk, soms best moeilijk -> de niet-bestaande woorden! Was leuk, behalve het spugen Was erg leuk om te doen. Spugen ging alleen wat minder goed -> te veel gepraat Het was leuk om meet te doen. Vriendelijke meisjes, sommige dingen waren moeilijk en het spugen was leuk Erg leuke manier van onderzoek. Interactief en interessant. Ook zeker een leuk onderwerp De kinderen vonden het grappig om de test te doen. De ouders vonden het onverwacht en lekker uit de drukte. Gezellig met elkaar onderzoek gedaan Ik vond het leuk om een bijdrage aan jullie onderzoek te doen, vooral omdat er binnen ons gezin meerdere personen met dyslexie zijn in verschillende gradaties. Eerste Resultaten Soort zoekt soort? Uit onze resultaten bleek dat kinderen in leessnelheid redelijk op hun ouders lijken, wat vooral komt door de genen die ouders doorgeven. Daardoor hebben kinderen van ouders met dyslexie een grotere kans om 7
dyslexie te krijgen. Vaders en moeders leken wel op elkaar in hun opleidingsniveau, maar nauwelijks in hun leesniveau. Dus, je wordt niet verliefd op iemand omdat die even snel leest als jij. De kinderen kenden het wel van school: in één minuut zoveel mogelijk woorden lezen. Maar voor veel ouders was het nieuw! Onbekende factoren die leessnelheid beïnvloeden De scores van de kinderen op de drie cognitieve testjes voorspelden voor een groot deel hoe goed de kinderen lazen. Daarbij werd de voorspelling nog beter door ook de leessnelheid van hun ouders mee te nemen. Leesvaardigheid van ouders is een goede indicator voor het genetisch risico dat kinderen lopen op dyslexie. De bekende cognitieve vaardigheden medieerden niet volledig het genetische risico. Dit wijst erop dat de leessnelheid van kinderen ook bepaald wordt cognitieve factoren die we nog niet kennen. Dus er is meer van belang dan dat wat de drie testjes meten. Dit is een belangrijke vinding omdat de cognitieve vaardigheden die we bij u hebben gemeten ook een rol spelen in de diagnostiek van dyslexie. 8
Kinderen met ernstige leesproblemen krijgen alleen een dyslexiebehandeling vergoed van hun gemeente als zij ook problemen hebben met deze cognitieve vaardigheden. Wij vinden dat alle kinderen met een zeer ernstig en hardnekkig leesprobleem daarom een dyslexiebehandeling vergoed zouden moeten krijgen, in plaats van alleen diegenen die uitvallen op cognitieve vaardigheden die we nu al kennen. Lachen met je lippen op elkaar omdat je tegelijk spuug moet verzamelen! Vragenlijst Daarnaast heeft u voor ons (online) vragenlijsten ingevuld over bijvoorbeeld hoeveel er in uw gezin gelezen wordt. Onze vakpublicatie hierover moet nog verschijnen, maar om alvast een tipje van de sluier op te lichten: kinderen die thuis veel boeken om zich heen hebben kunnen gemiddeld genomen beter lezen. Hoe dat komt? We denken dat opgroeien met veel boeken een gunstige leesomgeving is. Daarnaast denken we dat ouders met gunstige leesgenen veel boeken aanschaffen, én gunstige leesgenen aan hun kinderen doorgeven. Dus, de relatie tussen hoeveel 9
boeken in het gezin beschikbaar zijn en de leesvaardigheid van kinderen lijkt goeddeels een (verborgen) genetisch effect. De spuugbuisjes van NEMO deelnemers in heb lab DNA Aan het eind van het onderzoek hadden we 1106 buisjes spuug! Die hebben we naar het lab van het Max Planck Instituut in Nijmegen gebracht. Daar zijn ze per buisje aan het onderzoeken welke genetische varianten erin zitten. In de buisjes spuug zat gemiddeld 200 microgram DNA. Dat is maar 0,0002 gram. Maar het is meer dan je misschien denkt. Als je alle DNA moleculen uit één spuugbuisje achter elkaar zou plakken, dan zou die DNA ketting 1,5 keer om de aarde passen! 10
Van elk gen heb je twee genetische varianten (twee allelen), bv AA, Aa, of aa. Als nu blijkt dat mensen met AA net wat beter, en mensen met aa net wat zwakker lezen dan mensen met Aa, dan is allel A de gunstige genetische variant. We denken dat er wel honderden genen zijn die een heel klein beetje bijdragen aan verschillen tussen mensen in hoe snel zij lezen. De resultaten van het DNA onderzoek uit NEMO zijn nog onderweg. Welke genetische varianten zitten er in het DNA? Daarvoor zijn vele stappen nodig. Vakpublicatie De eerste vakpublicatie is verschenen! Dit zijn de gegevens: van Bergen, E., Bishop, D.V.M., van Zuijen, T.L., & de Jong, P.F. (in druk). How does parental reading influence children's reading? A study of cognitive mediation. Scientific Studies of Reading. DOI: 10.1080/10888438.2015.1050103 11
De Wetenschappers Het onderzoek Leessnelheid: Zo ouder zo kind? is opgezet door deze drie wetenschappers: dr. Elsje van Bergen is gepromoveerd bij het Research Institute of Child Development and Education aan de Universiteit van Amsterdam. Zij ontving voor het NEMO-onderzoek van NWO een Rubicon subsidie. Dit is een subsidie voor talentvolle jonge wetenschappers om onderzoekservaring op te doen aan een buitenlands topinstituut. Van Bergen werkte met deze subsidie de afgelopen paar jaar bij Ontwikkelingspsychologie aan de University of Oxford. Vanaf 2015 zet zij haar onderzoek voort aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Biologische Psychologie. Zij ontving onlangs een prestigieuze Veni subsidie van NWO om onderzoek te doen naar het samenspel tussen genen en omgeving op leesvaardigheid. Website: www.evanbergen.com, Twitter: @drelsje dr. Titia van Zuijen is gepromoveerd aan de Universiteit van Helsinki, Finland op het gebied van auditieve cognitieve neurowetenschappen. Ze is nu verbonden aan de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam en onder andere als onderzoeker betrokken bij een landelijk langlopend onderzoek naar dyslexie. prof.dr. Peter F. de Jong is hoogleraar Onderwijskunde, met als specialisatie onderwijsleerproblemen. Hij is verbonden aan de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en programmaleider van de onderzoeksgroep Onderwijsleerprocessen en Onderwijsleerproblemen. Zijn onderzoek richt zich op de ontwikkeling van lezen en rekenen, en op de oorzaken, diagnostiek, preventie en behandeling van leerstoornissen, in het bijzonder dyslexie. Hij is redactielid van verschillende internationale wetenschappelijke tijdschriften en voorzitter van de Stichting Dyslexie Nederland. 12
Email: P.F.deJong@uva.nl dr. Titia van Zuijen (links) en dr. Elsje van Bergen bij het Science Live lab in NEMO Daarnaast is op onderdelen van het project vruchtbaar samengewerkt met: prof.dr. Dorothy Bishop, hoogleraar in ontwikkelingsneuropsychologie aan de University of Oxford. prof.dr. Simon Fisher, hoogleraar in genetica en taal aan het Max Planck Instituut en het Donders Instituut in Nijmegen, en zijn teamleden drs. Arianna Vino, drs. Amaia Carrion Castillo, dr. Sarah Graham en dr. Clyde Francks. 13
Tot slot hebben we in NEMO veel hulp gehad van: dr. Diana Issidorides, projectleider van NEMO s Science Live onderzoeksprogramma Drs. Britt Hakvoort, promovenda aan het Research Institute of Child Development and Education aan de Universiteit van Amsterdam. En last but not least studenten van de Universiteit van Amsterdam: Pamela Burwinkel, Herma van Bennekum, Jenny Ho, Anne van Kasteren, Sophie Lacroix, Martine Moens, Mireille Roelofs, Floor Bodewes, Claudia van Hoogen, Lindy Horst, Nadine Vermeer, Mylou Verrier & Annemieke Visser 14
In de Media Op het internet Leesonderzoek Zo ouder, zo kind? in NEMO s Science Live: http://www.sciencelive.nl/onderzoeken/leessnelheid-zo-ouder-zo-kind Elsje van Bergen ontving een Rubicon-subsidie voor een onderzoek naar de mogelijkheid om dyslexie vroegtijdig te voorspellen: http://www.uva.nl/nieuws-agenda/nieuws/uvanieuws/content2/2012/07/leesvaardigheid-zo-ouder-zo-kind.html De huidige beoordelingsmethode van dyslexie is ontoereikend, blijkt uit onderzoek van de UvA en de University of Oxford: http://www.foliaweb.nl/wetenschap/uva-onderzoek-toont-falendyslexiebeoordeling/ Bezoekers NEMO helpen UvA- en Oxfordwetenschappers aan inzicht over leessnelheid: http://www.nwo.nl/actueel/nieuws/2015/magw/leessnelheid-zo-ouder-zokind.html 15
In de krant In de Kleine Wetenschap van het NRC wordt het NEMO Science Live onderzoek aangekondigd (10 december 2011) 16
Mede Mogelijk Gemaakt Door Science Live Met Science Live brengt NEMO wetenschap en publiek bij elkaar. Dit levert niet alleen waardevolle gegevens op, maar geeft het publiek ook een interessant kijkje in de wetenschappelijke keuken. Wetenschappers die hun onderzoek ook in NEMO willen uitvoeren, kunnen meer informatie vinden op www.sciencelive.nl. Zie voor de website over het leesonderzoek http://www.sciencelive.nl/onderzoeken/leessnelheid-zo-ouder-zo-kind. Science Live komt mede tot stand door samenwerking met NWO en de KNAW. Universiteit van Amsterdam, Research Institute of Child Development and Education Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), Rubicon subsidie 200-62-304 17