Wezels en marterachtigen



Vergelijkbare documenten
DE MARTERACHTIGEN DE BOOMMARTER

Vos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.

WOLF. Huilend roofdier

Zoogdieren die voorkomen op De Pan.

~J 'J ~_; JJj_;1 -~-L'._j_f J~-- _;J (j) VJ ~_;J~ N l'- O"l. !'- co. (V) O"l

DE WOLF. Huilend roofdier

Cursus Zoogdieren. Bewerking: Joeri Cortens

Landschappelijke elementen

Manenwolf. Manenwolf. Paspoort-gegevens

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

HET STOKSTAARTJE. Aardmannetje

Panter. Ook wel luipaard genoemd

Steenmarter ecologie in een notendop!

presenteert: Zoogdieren Bewerking: Joeri Cortens

BRUINE BEER. Grote alleseter

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Tijger. Een machtige streepjeskat

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Hoe verkleinen we samen de kans op ratten in uw omgeving?

De vos. Vulpes vulpes (L)

Werkbundel de steenuil Iedere Limburgse gemeente adopteerde

DE SIBERISCHE TIJGER

Bestrijding van de. muskusrat

Spreekbeurtpakket steenmarter SPREEKBEURTINFORMATIE OVER STEENMARTERS

[Meidoorn] Beschrijving: Vindplaats: Algemene Naam: Meidoorn Wetenschappelijke Naam: Crataegus monogyna. Levenscyclus

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

[Konijn] Beschrijving: Vindplaats: Algemene Naam: konijn. Wetenschappelijke Naam: Oryctolagus cuniculus Levenscyclus. Voeding:

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Informatie over de korenwolf

PREDATORS OVERZICHT PREDATORS* Nachtroofvogels. Kraaiachtigen. Woelmuisachtigen Hondachtigen. Katachtigen. Marterachtigen. Dagroofvogels.

Steenuilenwerkgroep Noord-Holland

De inhoud. 1. De inleiding. 2. De woordspin. 3. Het uiterlijk van de das. 4. Wat eet de das? 5. Waar wonen dassen? 6. Hoe wordt de das geboren?

Wezel, Hermelijn en Bunzing beschermd in Noord-Holland

Nationaal Park Hoge Kempen

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

5,9. Werkstuk door een scholier 1441 woorden 9 juni keer beoordeeld

3,7. Praktische-opdracht door een scholier 1235 woorden 12 januari keer beoordeeld. Inleiding

Informatieles Vleermuizen

ONDERZOEK NAAR DE WATERVLEERMUIS IN DE OPSTALLEN VAN HET: SIEGERPARK. Projectnummer : Datum : 07 juni 2010

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Vuursalamander. Vuursalamander

Dassensporen versie

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

IJsbeer. Wetenschappelijke naam ursus maritimus

PREDATIEBEHEERPLAN. Een handleiding wat kan en mag in het tegengaan van predatie op weidevogelpopulaties. CONCEPT oktober 2017

Limburgs Landschap. natuurboekje van

ROOFDIEREN OF ANDERE JAGERS?

INGENIEUR VAN DE RIVIER

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

Werkstuk Biologie De Pandabeer

Roofdieren of andere jagers?

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Eindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT

2. Biotoop ( habitat = de natuurlijke woonomgeving ) is ideaal met de volgende kenmerken:

Uilen Deze lesbrief is een uitgave van de Stichting Natuur en Milieu Educatie Hoogezand-Sappemeer. Een uitgave van Stichting NME-HS

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

DE IJSBEER. Super speurneus

De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd.

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

HOF ESPELO: SPOREN ZOEKEN

Steenmarters. Aanpak van overlast. Gemeente Midden-Drenthe

KRAAIACHTIGEN. Ze zijn te zien rond het huis en ook op het platteland. Het zijn slimme dieren die zich goed aan de mens hebben aangepast.

De leeuw. De geschiedenis van de leeuw. Kenmerken van de leeuw

Egel. Kids for Animals Egel spreekbeurt. Egel kennis. Schemerdier. Houdt van planten

Ekster Herkennen Voedsel Nest Leuke ekster weetjes

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

SPREEKBEURT GROENE BOOMKIKKER

Jaarverslag Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder

Betreft: Aanvullende informative quickscan Flora & Fauna Locatie: Wijbosscheweg 107, Schijndel Kenmerk: Tm QFF BRF Datum:

Handleiding Nestkastcontroles Eikelmuis

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Bijlage VMBO-GL en TL

De stad als leefgebied

LEVEN IN HET DONKER LES 1. Dagdieren en nachtdieren

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland

natuurboekje van zomer 2018

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Steenmarters. Aanpak van overlast. Gemeente Midden-Drenthe

De Groenzoom Struweelvogels

Opdracht Aardrijkskunde Vossen

Informatieavond ratten

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Limburgs Landschap. natuurboekje van

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

Beleidsplan Steenmarters gemeente Hattem 2015

Om ratten te verdelgen, moeten we ze beter leren kennen!

Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

Eekhoorn. Kids for Animals Eekhoorn spreekbeurt. Eekhoorn kennis. Woonplaats

Uit het uilenproject, ANV Noorderpark 2009/2010: zelf een nestkast bouwen Bouwtekeningen en instructies nestkasten

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Transcriptie:

7 Kleine roofdieren Verschillende kleine roofdieren kunnen nuttig zijn in de bestrijding van kleine knaagdieren. Denken we aan de marterachtigen (muiswezel, hermelijn, steenmarter, boommarter, bunzing en das), hondachtigen (hond en vos) en katachtigen (tamme of huiskat en Europese wilde kat). Al deze roofdieren voeden zich met kleine knaagdieren, die schade kunnen aanrichten aan de fruitbomen. Bepaalde ervan hebben een specialisatie voor deze kleine knaagdieren, dit wil zeggen dat ze de populaties van deze knaagdieren sterk kunnen onderdrukken of een onevenwicht in de populaties veroorzaken. Het hoofdbestanddeel van hun voedsel bestaat dus vooral uit deze kleine knaagdieren. Als dit voedsel veelvoudig voorkomt, reageren ze hierop met een verhoogd predatie effect, alsook met meer worpen per jaar en meer jongen per worp. Zij volgen de 3 à 6 jarige populatiecyclussen van de kleine knaagdieren. De generalisten eten ook kleine knaagdieren, maar zijn er niet van afhankelijk. Wanneer andere prooien ontbreken, kunnen ze zich wel specialiseren op deze kleine knaagdieren. Specialisten op kleine knaagdieren zijn de wezel en het hermelijn. De bunzing kan plaatselijk actief zijn op plaatsen met hoge populaties aan kleine knaagdieren. Deze marterachtigen hebben een lang lichaam en geen dikke vetlaag, hierdoor hebben ze een groot warmteverlies. Om dit te compenseren zijn ze voortdurend op jacht. Hun schuilplaatsen zijn goed verscholen en warm. Door hun specialisatie op kleine knaagdieren, volgt de grootte van hun populatie deze van de knaagdieren. 7.1 Overzicht van kleine roofdieren 7.1.1 Wezel Mustela nivalis Belang : Kan een plaag opruimen van woelmuizen en ratten. Kop tot romp: 17-23 cm Staart: 3-6,5 cm Gewicht: 40-170 gr Prooidier Vooral nachtactief 1 per 5 tot 8 ha, afhankelijk van aantal aanwezige kleine knaagdieren, max. 40 volwassenen per 100 ha. Territorium wordt afgebakend met geursporen. Rug is okerbruin, witte vlekken, onregelmatige scheidingslijn, staart en wangvlek zijn bruin. In de winter kunnen ze een volledige witte vacht krijgen. De wezel leeft in uiteenlopende kleinschalige cultuurgebieden zoals gras- en akkerlanden, bossen of tuinen. Ze zijn ook te vinden in de grootschalige akkerbouwgebieden met een lage biodiversiteit, omdat ze in de gangen van knaagdieren kunnen schuilen. Ze vermijden vochtige gebieden. Ze leven solitair, behalve in de paringsperiode. De wezels hebben verschillende schuilplaatsen in hun leefgebied. - 92 -

De wezel kan zonder moeite in de gangen van muizen en woelratten jagen, aangezien zijn kop slechts 2 cm breed is. De wezel eet vooral woelmuizen (volgende soorten laten zich gemakkelijk vangen zoals veldmuis, aardmuis en rosse woelmuis) en woelratten. Soms eet hij ook vogels, eieren, insecten, kikkers en jonge konijnen. Per dag eet de wezel minstens 2 veldmuizen of 0,5 woelrat. Muizen en woelratten vertegenwoordigen 70 tot 100% van zijn dieet, afhankelijk van de beschikbaarheid, hierdoor kunnen ze muizen- en woelrattenplagen in fruitboomgaarden voorkomen. Één vrouwtje kan 1.200-1.800 woelratten per jaar vangen. Bij lage aantallen woelratten of woelmuizen is er geen voortplanting meer. Ze hebben meerdere schuilplaatsen (in muizengangen). Het nest is gemaakt van hooi en mos en kan zich bevinden in een burcht van een prooi (woelrat-veldmuis), onder dicht struikgewas of onder takken- of steenhopen. De paartijd duurt het ganse jaar, de draagtijd loopt over een periode van 33-36 dagen. Per jaar zijn er 1 of 2 worpen, bij gebrek aan voedsel zijn er geen jongen. Per worp zijn er 4 tot 7 kale blinde jongen (tot soms 12 jongen bij een groot voedselaanbod). Na 3 weken gaan de ogen open en ze worden tot 7 weken gezogen. Na 3-4 maanden zijn de jongen zelfstandig. Positieve en negatieve invloeden op de populatie Nestkast met een opening van 2,5 cm. Schuilplaatsen. Dode holle bomen op de grond. Houtstapel. Dicht struikgewas. Verwilderde hoekjes met dicht struikgewas. Gestapelde hooi- of strobalen of hooimijten. Gebruik van vergiftigd lokaas (rodenticiden) voor woelmuizen en ratten. 7.1.2 Hermelijn Mustela erminea Belang : Houdt plagen van woelmuizen en ratten op een laag niveau. Kop-romp: 18-32 cm Gewicht: 150-300 gr Vooral nachtactief Staart: 9-14 cm Prooidier Maximaal 20 volwassen dieren/100 ha In de zomer is de vacht kaneelbruin met geelachtig witte onderdelen en een rechte scheidingslijn. In de winter is de vacht meestal spierwit met behoud van een zwarte staartpunt. Witte oorrandjes, bijzonder slank en langgerekt lichaam. Vrouwtje is kleiner dan mannetje en lichter van kleur. - 93 -

Hun voorkeur om te leven gaat uit naar vochtigere terreinen en kleinschalige cultuurlandschappen met kleine landschapselementen. De hermelijn leeft solitair in diverse biotopen, in nabijheid van boerderijen en gebouwen maar vermijdt de dichte bossen. Ze hebben meerdere schuilplaatsen in hun leefgebied. De hermelijn heeft een karakteristieke springende manier van voortbewegen/lopen (met krommende rug). Om de omgeving af te speuren gaan ze op de achterpoten staan. Door zijn grotere gestalte kan hij niet in gewone muizengangen jagen, maar wel in woelmuizengangen of in grotere pijpen. Ze vangen hun prooi in de nek. Ze eten vooral kleine knaagdieren (tot de grootte van een rat), soms ook konijnen of hazen en vogels. Woelratten en andere woelmuizen vertegenwoordigen het grootste deel van hun voedsel, maar ze eten ook bosmuizen, ratten en jonge konijnen. Per dag moeten ze 4 veldmuizen of 2 woelratten eten, 20 tot 80 % van hun dieet bestaat uit deze muizen en woelratten, afhankelijk van beschikbaarheid. Ze hebben meerdere schuilplaatsen. Het nest bevindt zich op een beschutte en rustige plaats, in gangen van mollen en woelratten, in holten, hooimijten, onder houtstapels en steenhopen. De paartijd is in de periode februari maart en juni augustus en de draagtijd loopt over een periode van 56 dagen. Per jaar is er 1 worp en per worp zijn er 4 tot 8 blinde, vrijwel onbehaarde jongen. Na 6 weken gaan de ogen open. In deze periode is de hermelijn ook dagactief. Na 3 à 4 maanden zijn de jongen zelfstandig. Positieve en negatieve invloeden op de populatie Nestkast met een opening van 4cm. Plaatsen van stapels takken of hout. Hooi of strostapels, steenhopen. Verwilderde hoekjes met dicht struikgewas. Gebruik van vergiftigd lokaas (rodenticicden) voor woelmuizen en ratten. 7.1.3 Bunzing Mustela putorius Belang: Kan plaatselijk actief zijn waar er veel woelmuizen en ratten voorkomen. Kop-romp: 35-46 cm Staart: 12-17 cm Gewicht: 600-1.500 gr Prooidier Schemer- en nachtactief Maximaal 1 à 2 volwassen dieren / 100 ha. Gebruikt een sterke geur om zijn territorium af te bakenen en om zich te verdedigen. Vacht is bruinzwart met een gelige wollige onderhaar op de rug. De bunzing heeft een witte snuit, oogmasker en oorrand (gezichtsmasker). Vrouwtje is kleiner en lichter van kleur. - 94 -

Ze leven als solitairen in open bosgebieden, weiden, vochtige terreinen, langs waterlopen, in ruige vegetatie. Bij voorkeur in bosranden, heggen en slootkanten. In de winter leven ze vaak in gebouwen (stro- en hooiopslagplaatsen). Heeft verschillende dagrustplaatsen in zijn leefgebied. De bunzing vangt zijn prooien door hen te besluipen of vanuit een hinderlaag. Door zijn grote gestalte kan hij enkel in pijpen van konijnen jagen. Hun voedselpakket varieert naargelang de beschikbaarheid. Dat kan gaan van woelmuizen, ratten, spitsmuizen, mollen, konijnen en jonge hazen tot kikkers, insecten, op de grond broedende vogels en hun eieren. Bij aanwezigheid van veel konijnen is dit dan hun voorkeursvoedsel, omwille van hun grootte. Muizen vertegenwoordigen ongeveer 10-60 % van zijn dieet, afhankelijk van hun beschikbaarheid. Per dag moeten ze 12 veldmuizen of 3 woelratten eten, hierdoor kunnen ze op plaatsen waar veel muizen of woelratten voorkomen, plaatselijk heel actief zijn. Regelmatig hebben ze andere rustplaatsen. Het nest kan zich bevinden in een hol in de grond of onder een dek van takken, in een boomstronk, hooimijt, houtstapels, holle bomen of in een hol van ratten, konijnen of dassen, soms ook in gebouwen. De paartijd is in de periode maart - april en de draagtijd loopt over een periode van 42 dagen. Per jaar is er 1 worp en per worp zijn er 3 tot 7 jongen die geboren worden met een witte vacht. Na 1 maand gaan de ogen open. Positieve invloeden op de populatie Nestkast met een opening van 8 cm. Schuil- en nestgelegenheden voorzien, zoals takkenhopen, houtstapels en holle bomen. Kleine bosjes met dicht struikgewas (hakhoutperceeltjes), hoogstens op 500 m van elkaar. 7.1.4 Steenmarter, fluwijn, huismarter, dakmarter Martes foina Kop-romp: 43-55 cm Staart: 25-30 cm Gewicht: 1.200-2.000 gr Prooidier Nachtactief Solitair: 1 volwassen dier/ 100 300 ha. Heeft nood aan geschikte dagrustplaatsen. Hun kleur is egaal bruin met witte ondervacht en een roze tot lichtbruine neus. Keelvlek is helderwit, splitst in 2 helften tot op de voorpoten. Ze hebben langere poten dan de wezel, hermelijn of bunzing. De steenmarter loopt als een kat. De steenmarter leeft solitair in kleinschalige cultuurlandschappen (bosjes en heggen), bosranden, parken, maar ook in nabijheid van mens, op een erf, in de rand van dorpen en steden, soms ook diep in - 95 -

bossen. In de winter zoeken ze gebouwen op (schuren, hooizolders). De steenmarter is een cultuurvolger, dit wil zeggen dat hij zich gemakkelijk aanpast aan de gewoontes van de mens en de landbouw. Heeft verschillende rustplaatsen. Vangt zijn prooien vooral op de grond. De steenmarter is een alleseter, hij eet kleine zoogdieren (muizen, mollen, ratten, konijn, jonge hazen), vogels, eieren, fruit en vruchten in de nazomer, en valfruit tot diep in de winter,. Ze gebruiken verschillende schuilplaatsen verspreid over hun leefgebied, zoals holle bomen, grote vogelnesten, ondergrondse holen (van konijnen of vossen), houtstapels, hooizolders, schuren, oude muren of rotsnissen. De zomer- en herfstrustplaats bevindt zich in het veld, onder dichte begroeiing. Per jaar is er 1 worp en per worp zijn er 2 tot 7 jongen die geboren worden in maart - april. De jongen worden door het vrouwtje alleen grootgebracht en zijn volgroeid in de nazomer. Positieve invloeden op de populatie Kunstmatige schuil- en nestplaatsen. Bosjes en heggen. 7.1.5 Boommarter of Edelmarter Martes martes Kop-romp: 40-55 cm Staart: 20-28 cm Gewicht: 900-2.000 gr Prooidier Nachtactief Solitair levend, 1 volwassen dier per 100 300 ha. Hun kleur is egaal bruin met bruinachtige ondervacht en donkere neus. Keelvlek is dooiergeel met een onregelmatig patroon. De boommarter is gevoelig voor verstoring en vermijdt cultuurgronden. Hij leeft vooral in gesloten bossen of uitgestrekte oude bossen of parken met oude laanbomen, soms komt hij ook voor in akkers of weilanden. De boommarter is zeldzamer in Vlaanderen dan de steenmarter. Jaagt in boomkruinen. Boommarters zijn alleseters, ze eten kleine zoogdieren (eekhoorn, konijnen) en vogels (houtduiven), maar ook fruit en vruchten. - 96 -

Ze gebruiken verschillende schuilplaatsen verspreid over hun leefgebied, voornamelijk in bossen en in bomen. Ze maken hun nest in een holle boom, spechtengat, eekhoornnest of roofvogelnest. De boommarter heeft in het voorjaar een nest met 2 tot 4 jongen. Positieve en negatieve invloeden op de populatie Grote holle bomen laten staan of liggen, gestapelde takken of houtstapels op rustige plaatsen. Verstoring door menselijke activiteit. 7.2 Bouwen van een nestkast en waar plaatsen Ter bevordering van de predatoren van woelmuizen en ratten kunnen, zoals bij de vogels, ook nestkasten (hopen) en dagrustkasten (hopen) geplaatst worden. De nestkasten plaatsen of nestruimte bouwen op droge plaatsen onder een stapel hout, boomwortels, takken, stenen, hooi, dicht struikgewas, enz. Als basis kan een dik laag zand gebruikt worden. Door het juist stapelen van houtblokken of snelbouwblokken kan men een nest of dagrustplaats ruimte (nestkast) maken onder voornoemde hopen. Voor de afmetingen zie onder Afmetingen nestkast. Men voorziet 1 à 4 hopen per ha op rustige plaatsen (perceelshoeken verloren stukjes) voor de wezels. De nestkast of nagemaakte nestruimte wordt afgedekt met een dik stuk plastiek, teerdoek of golfplaat, om insijpelen van regenwater te voorkomen. Daar bovenop alles toeleggen met takken. In de nestkast of nagemaakte nestruimte legt men wat hooi, stro of droog turf. Voor degenen die graag timmeren, kan er ook een nestkast gebouwd worden. Bij de bouw van een nestkast enkel vol hout gebruiken van 1 1,5 cm dik, zoals bij de vogelnestkasten. De nestkast wordt gebouwd op 2 balkjes en met een valse bodem of nestplaat, om het nest warm en droog te houden. De openingen in de voorzijde en het tussenschot niet recht tegenover elkaar plaatsen, maar in de tegenovergestelde hoek; dit om tocht te vermijden. De opening van de nestkast naar het zuiden plaatsen. Tabel: Afmetingen nestkast voor kleine marterachtigen Wezel Hermelijn Bodem 21,5 x 12 cm 29,5 x 20 cm Dak 21,5 x 15 cm 29,5 x 23 cm Zijkanten 21,5 x 13,5 cm 29,5 x 14 cm Voorkant Achterkant 12 x 12 cm 20 x 12,5 cm Tussenschot 12 x 12 cm 20 x 12,5 cm Nestplaat 12 x 12 cm 20 x 20 cm Steunbalkjes 15 x 3 x 3 cm 23 x 3 x 3 cm Inkruipopening 2,5 cm 4 cm Afstand ingang t.o.v. rand 3 cm 5 cm Muiswezelhoop op een hoekje van het perceel - 97 -