ARBEID EN GEZIN BIJ ZELFSTANDIGEN



Vergelijkbare documenten
Op 20 januari 2016 was de enquête reeds door 900 zelfstandigen ingevuld, waaronder 311 mannen en 589 vrouwen.

Op 28 januari 2016 was de enquête door 939 zelfstandigen ingevuld, waaronder 324 mannen en 615 vrouwen. ROFIEL VAN DE RESPONDENTEN

Inhoud. 1. Wie is zelfstandig? 2. Sociaal statuut: categorieën 3. Sociale bijdragen 4. Sociale rechten 5. Aanvullende sociale verzekeringen

Aanvraag dienstencheques

~LGEMEEN ~HEERS<eOMITE

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Nieuwe uitkeringen vanaf 1 mei 2011

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

Combinatie werk en gezin: Een moeilijke maar belangrijke uitdaging voor ondernemers en werknemers

Aanvraagformulier voor de uitkering mantelzorg

!ALGEMEEN rn3eheers(çomite

Publicatiedatum: 6 februari 2012

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

Zelfstandige in bijberoep

Mogelijkheden van ondersteuning voor patiënt en omgeving

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Ouderschapsverlof Rev Juridische dienst

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F J A N U A R I

Met dit formulier kunt u als u met uw gezin in België woont een VOORLOPIGE toeslag op de kinderbijslag aanvragen als:

Halftijds brugpensioen

Tijdskrediet met motief 1

Op Stapel april Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Studies. Mei 2001 RVA Studies

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016;

verklaring van aansluiting van de meewerkende echtgenote/echtgenoot (koninklijk besluit nr. 38, art. 7 bis)

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

Gezinsbijslag in 15 vragen

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

SNELNIEUWS SOCIAAL RECHT Verschijnt wekelijks, ook wanneer er geen belangrijke wijzigingen zijn

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

Tijdskrediet en loopbaanvermindering 1

OOG VOOR DETAIL. Werk en kinderen, Steun van het sociaal fonds, niet altijd makkelijk om je te organiseren! In dit nummer. wat houdt dat in?

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING

Statuut van de Zelfstandige in hoofdberoep

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE

Infoblad - werknemers

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

SOCIAAL STATUUT VAN DE BEDRIJFSLEIDER Stef Van Attenhoven 20 december 2005 SITUERING SOCIAAL STATUUT. Inhoud Zeven vragen over het sociaal statuut

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Infoblad - werknemers U wenst mantelzorg te verlenen?

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

Met dit formulier kun je als je met je gezin in België woont een toeslag op de kinderbijslag aanvragen als:

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Aanvraag van onderbrekingsuitkeringen in het kader van het Vlaams zorgkrediet

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F

Wat is je sociaal statuut? Les 3.a. van de module ONDERNEMERSRECHT binnen de opleiding BEDRIJFSBEHEER

Naar een gelijkwaardige sociale bescherming voor zelfstandigen

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Werken als kunstenaar in een zelfstandig bijberoep Michael Van den Eynde

sociale bijdragen en sociale uitkeringen op 1 juni 2001

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Worden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd?

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

FOCUS op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.

Uw sociale bijdragen en uw voordelen als lid van de Nationale Hulpkas

Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag

Structurele hervormingen van de arbeidsmarkt: naar meer flexibiliteit inzake arbeidsduur?

Bevorderen de verloven een verlenging van de loopbaan?

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO.

Nog niet zo lang geleden brachten we de zwangerschapsbrochure uit. Nu is je kleine spruit daar en wil je er natuurlijk zoveel mogelijk bij zijn.

WEBDOC AANVRAAG VOOR UITKERING MANTELZORG

Vraag dit verlof online aan. focus op. het tijdskrediet in de privésector

Paritair subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der Haven van Antwerpen" genaamd

Aanmoedigingspremies Tijdskrediet

Het effect van loopbaankeuzes van vrouwen op hun pensioen. Federale Dag Diversiteit 25 oktober 2018

AANVRAAGFORMULIER VOOR DE UITKERING MANTELZORG

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet

Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen BUI TEN België

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 mei

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF

Met dit formulier kun je als je met je gezin in België woont een toeslag op de kinderbijslag aanvragen als:

Hervorming van de bijdragen

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

Terug te sturen naar: PB ANDERLECHT Je rijksregisternummer: Ons kenmerk: Telefoon:

MOEDERSCHAPSVERLOF GEBOORTEVERLOF OUDERSCHAPSVERLOF ADOPTIEVERLOF

Inhoud 1. OLK. 2. Verzekeringsplicht. 3. Bijdrageplicht. 4. Stopzetting. 5. Vragen en reacties

Tijdskrediet vanaf september 2012

Lange loopbaan : 35 jaar vanaf 2012, 38 jaar vanaf 2014, 39 jaar vanaf 2016 en 40 jaar vanaf 2017 ;

Vragenlijst Socio-Demo

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN

Opleiding. Het statuut van de zelfstandige!

ADMB KINDERBIJSLAGFONDS VZW, SINT-CLARASTRAAT 48, 8000 BRUGGE

R A P P O R T Nr RAPPORT BETREFFENDE HET TIJDSKREDIET - JAARLIJKSE EVALUATIE

A. Context van de goedkeuring van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 bis

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 QUINQUIES

KNELPUNTENNOTA OVER TOEGELATEN ARBEID

Transcriptie:

UNIZO-STUDIEDIENST DOSSIER ARBEID EN GEZIN BIJ ZELFSTANDIGEN WWW.UNIZO.BE

Dit is een uitgave van de UNIZO-Studiedienst Willebroekkaai 37, 1000 Brussel Auteur: Caroline Deiteren Verantwoordelijk uitgever: Johan Bortier Publicatiedatum: WD/2015/10.979/6 2

Inhoudstafel 1 Enkele cijfers... 5 1.1 De zelfstandige en zijn gezin... 5 1.1.1 Het professioneel leven van de partner... 5 1.1.2 Het gezinsleven... 6 1.2 De tijdsbesteding van de zelfstandige... 7 1.3 De combinatie arbeid en gezin bij de zelfstandige... 9 1.3.1 Moeilijke combinatie... 9 1.3.2 Ondersteuning in de combinatie arbeid gezin... 10 2 Bestaande maatregelen... 12 2.1 Moederschapsrust... 12 2.2 Moederschapshulp... 12 2.2.1 Eén op drie zelfstandige moeders vraagt geen dienstencheques aan... 13 2.2.2 Geen garantie op voortbestaan na de staatshervorming... 13 2.3 Adoptieverlof... 14 2.4 Zorgverlof... 14 2.4.1 Oude regeling... 14 2.4.2 Nieuwe regeling... 14 2.5 De vervangende ondernemer... 15 3 UNIZO voorstellen... 17 3.1 Algemene voorstellen... 17 3.2 Invoering van een systeem van ondersteuners... 17 3.2.1 Doelgroep ondersteuners... 19 3.2.2 Doelgroep gebruikers soort van diensten... 19 3.2.3 Grenzen... 20 3.2.4 Administratief... 20 3.2.5 Sociale zekerheid en belasting... 21 3

De combinatie tussen arbeid en gezin is een heet hangijzer. Iedereen heeft er een mening over, want bijna iedereen wordt er mee geconfronteerd. Het debat wordt echter vaak verengd tot de situatie van werknemers die meer/minder deeltijds willen werken of meer/minder mogelijkheid tot tijdskrediet of ouderschapsverlof zouden moeten krijgen. De insteek van de zelfstandige vaders en moeders komt veel minder aan bod. Nochtans zijn hun noden dubbel zo hoog. De gemiddelde arbeidsduur bij zelfstandigen ligt ruim boven de 38-uren week die voor werknemers geldt. Minder werken is vaak geen optie. Omdat het dan niet goed zou gaan met de zaak, maar ook omdat zelfstandige vaders en moeders veel geluk en voldoening uit hun werk halen. Ze werken gráág. Hier zijn meer creatieve oplossingen nodig, die de mogelijkheid bieden om én veel te werken én tijd aan het gezin te besteden. UNIZO ziet dit vooral gebeuren door de ondersteuning door derden te verhogen. Kinderopvang, dienstencheques en de vervangende ondernemer zijn een belangrijk deel van de oplossing. Daarnaast lanceert UNIZO een nieuw concept, de ondersteuner, waar zowel zelfstandigen als werknemers gebruik van moeten kunnen maken. Een ondersteuner is een persoon die als bijverdienste gezinsondersteunende en persoonsondersteunende diensten (zoals kinderopvang, huishoudelijke hulp, beperkte verzorging, gezelschap houden, enz.) levert aan actieve gezinnen. Op die manier kunnen ze samen tijd doorbrengen die er echt toe doet. 4

1 ENKELE CIJFERS UNIZO nam bij haar leden een enquête af over hun ervaringen bij de combinatie van hun professionele leven met een gezinsleven. De steekproef werd genomen bij 566 respondenten, waarvan ongeveer de helft mannen (55%) en de helft vrouwen (45%). Het overgrote deel van de respondenten, namelijk 93%, is hetzij getrouwd, hetzij feitelijk of wettelijk samenwonend. De overige 7% is alleenstaand. De enquête was gericht op zelfstandigen mét kinderen. 1.1 DE ZELFSTANDIGE EN ZIJN GEZIN 1.1.1 Het professioneel leven van de partner Wat opvalt is dat in bijna de helft van de gevallen beide partners zelfstandigen zijn. Eén derde van de partners is actief als werknemer. De overige partners kunnen worden uitgesplitst in drie categorieën. 9% van de partners is actief als ambtenaar, 6% is huisman of huisvrouw en op de overige 6% is een andere situatie van toepassing. Deze partners zijn gepensioneerd, actief in bijberoep of niet voltijds actief. Bij het vergelijken van de arbeidsduur van de partners die werknemer zijn en de partners die ambtenaar zijn, valt op dat deze in grote lijnen overeen komen. Zo werkt in beide categorieën een ruime meerderheid van de partners voltijds. Bij de werknemers bedraagt dit 61%, bij de ambtenaren 65%. De verdeling van partners die 4/5e werken en diegenen die halftijds werken verschilt lichtjes. Ongeveer een kwart van de partners die werknemer zijn, namelijk 22%, werkt 4/5e. Terwijl dat bij de ambtenaren de helft minder is, namelijk 11%. Ten slotte is 15% van de werknemers halftijds aan de slag. Dat percentage is lichtjes hoger bij de partners die ambtenaar zijn, zijnde 24%. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de partners van de zelfstandigen een druk professioneel leven leiden. In een groot deel van de gevallen zijn ofwel beide partners zelfstandigen, ofwel werkt de partner van de zelfstandige voltijds. 5

Grafiek 1: activiteit van de partner 6% 6% Zelfstandige 9% Werknemer 44% Ambtenaar Huisvrouw/man 35% Andere 1.1.2 Het gezinsleven De enquête was gericht op zelfstandigen mét gezinsleven. Negen op tien van de respondenten geeft dan ook aan kinderen te hebben. De respondenten met kinderen, hebben vaak (52%) twee kinderen. 22% heeft één kind; 19% heeft drie kinderen. Tot slot heeft een minderheid vier of meer dan vier kinderen. Een ruime meerderheid van de kinderen is jonger dan achttien jaar, ongeveer de helft daarvan is zelfs jonger dan twaalf jaar. De overgrote meerderheid van de kinderen is dan ook nog inwonend in het gezin. Dit wil zeggen dat, naast het feit dat meestal beide partners voltijds actief zijn, ze ook ouders zijn. Bovendien bestaan de gezinnen in het merendeel van de gevallen uit twee inwonende kinderen. Behalve de zorg voor de kinderen, verklaart 13% van de respondenten ook voor een hulpbehoevend familielid zorg te dragen. In 18% van de gevallen is dit familielid inwonend en 8% is deels inwonend. 6

0 tot 3 jaar 3 tot 6 jaar 6 tot 12 jaar 12 tot 18 jaar ouder dan 18 Inwonend Niet-inwonend Deels inwonend/deels niet inwonend Grafiek 2: leeftijd van de kinderen en aandeel inwonende kinderen 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 12% 11% 22% 26% 28% 79% 12% 9% leeftijd inwonend 1.2 DE TIJDSBESTEDING VAN DE ZELFSTANDIGE De overgrote meerderheid van de ondervraagde zelfstandigen verklaart meer dan 50 uur per week te besteden aan de eigen zaak. Hieronder wordt begrepen: de openingsuren, de administratie verbonden aan de zaak, de facturatie enzovoort. Hierbij is het belangrijk om aan te stippen dat een voltijdse werkweek voor een werknemer in principe 38 uren bedraagt. De meeste zelfstandigen spenderen dus meer tijd aan hun eigen zaak dan een voltijdse werknemer gemiddeld per week werkt. Bijna een kwart van de zelfstandigen is per week tussen 60 tot 70 uur actief bezig met de onderneming en bijna een vijfde besteedt er zelfs meer dan 70 uur per week aan. 7

Grafiek 3: aantal uur dat een zelfstandige bezig is met de onderneming Meer dan 70u per week 18,60% Tussen 60u en 70u per week 23,10% Tussen 50u en 60u per week 31,30% Tussen 40u en 50u per week 18,90% Tussen 30u en 40u per week 5,70% Tussen 20u en 30u per week Minder dan 20u per week 1,20% 1,20% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Ook de tijdsbesteding aan het huishouden werd nagegaan. Daarbij valt op dat de categorie van zelfstandigen die tussen de vijf en tien uur aan de huishouding besteden, de grootste is. Een vijfde van de respondenten spendeert er tussen de tien en vijftien uur aan. Een iets kleiner aandeel van de zelfstandigen besteedt minder dan vijf uur aan de huishouding. Voor de overige groep zelfstandigen neemt het huishouden meer dan vijftien uur in beslag. Grafiek 4: aantal uur dat een zelfstandige bezig is met het huishouden Meer dan 25u per week 8,00% Tussen 20u en 25u per week 8,30% Tussen 15u en 20u per week 15,50% Tussen 10u en 15u per week 20,10% Tussen 5u en 10u per week 29,00% Minder dan 5u per week 19,10% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Interessant is om te kijken hoe de huishoudelijke taken worden verdeeld in het gezin. De helft van de vrouwelijke zelfstandigen geeft aan dat de taken onderling worden verdeeld. Iets minder dan de helft stelt dat hun partner bijna geen huishoudelijke taken op zich neemt. Bij de mannelijke zelfstandigen is deze verdeling anders. De meerderheid geeft aan dat de partner bijna het volledige huishouden op zich neemt. Iets meer dan een kwart meent dat de taken worden verdeeld. In beide categorieën 8

verklaart slechts een zeer kleine minderheid dat geen van de partners huishoudelijke taken op zich neemt. Grafiek 5: verdeling van de gezinstaken tussen de zelfstandige en de partner Vrouw 42% 3% 52% 4% Man 3% 62% 33% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Mijn partner neemt bijna geen huishoudelijke en gezinstaken op zich. Mijn partner neemt bijna alle huishoudelijke en gezinstaken op zich. Mijn partner en ikzelf verdelen de huishoudelijke en gezinstaken onderling. Mijn partner en ikzelf nemen bijna geen huishoudelijke en gezinstaken op zich. Deze grafiek leidt op het eerste zicht tot de conclusie dat het rollenpatroon bij de zelfstandige gezinnen nog sterk aanwezig is. Een andere verklaring kan ook zijn dat mannen en vrouwen de enquête vanuit een ander gezichtspunt invullen. 1.3 DE COMBINATIE ARBEID EN GEZIN BIJ DE ZELFSTANDIGE 1.3.1 Moeilijke combinatie Acht op tien zelfstandigen verklaren dat ze moeilijkheden ondervinden om tijdens piekmomenten een evenwichtige combinatie tussen werk en gezin te behouden. Stress op het werk leidt dan ook voor 41% van de zelfstandigen tot conflicten op het thuisfront. Twee op drie zelfstandigen stelt dat de eisen van klanten soms tot gevolg hebben dat ze minder tijd kunnen vrijmaken voor hun gezin. Twee op drie zelfstandigen is akkoord met de stelling dat de werkdruk ertoe leidt dat ze niet rond geraken met het huishouden. Twee op drie zelfstandigen geeft aan dat ze door het werk moeilijk tijd kunnen vrijmaken voor de kinderen. Uit deze gegevens kan worden geconcludeerd dat voor meer dan de helft van de zelfstandigen de combinatie van werk en gezin niet altijd evident is. Zorg voor gezin en kinderen en de huishoudelijke taken dreigen soms op de achtergrond te worden geplaatst. Deze combinatie wordt uiteraard nog moeilijker bij piekmomenten, wat vaak aanleiding geeft tot conflicten thuis. 9

Zeven zelfstandigen op tien geven aan onvoldoende tijd over te houden voor ontspanning. Belangrijk is echter wel het volgende: ondanks het moeilijke evenwicht is 58% van mening dat ze zonder hun zaak minder gelukkig zouden zijn en 36% stelt zelfs dat ze dankzij hun zaak een gelukkige mama of papa kunnen zijn. Ook al vergt de combinatie van de eigen zaak met het privéleven soms grote inspanningen, toch draagt het runnen ervan voor meer dan de helft van de zelfstandigen bij tot hun geluk. Grafiek 6: stellingen inzake combinatie werk en gezin pieken in werkdruk maken gezinsleven moeilijk 80% eisen van klanten maken dat ik minder tijd heb voor gezin 67% door werkdruk geraak ik niet rond met huishouden 66% door werk kan ik moeilijk tijd maken voor de kinderen 59% zonder mijn onderneming zou ik minder gelukkig zijn 58% dankzij flexibiliteit besteed ik tijd aan gezin als het nodig is 47% door stress op het werk krijg ik thuis conflicten 41% dankzij mijn onderneming ben ik een gelukkige 36% opvang van kinderen is perfect combineerbaar met werk 33% ik kan werk makkelijk combineren met zorg voor kinderen 26% ik verlies te veel tijd aan professionele verplaatsingen 25% ik hou genoeg tijd over voor ontspanning 24% door conflicten thuis functioneer ik minder goed 19% ik kan werk makkelijk combineren met zorg voor familie 4% 27% 16% 2% 2% 26% 4% 4% 23% 6% 23% 2% 16% 28% 12% 2% 45% 6% 3% 46% 8% 5% 33% 18% 12% 32% 4% 57% 50% 71% 66% 63% 31% 4% 13% 6% 19% 5% 0% 7% 8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Akkoord Niet akkoord Geen mening Niet van toepassing 1.3.2 Ondersteuning in de combinatie arbeid gezin Omdat twee op drie zelfstandigen akkoord is met de stelling dat de werkdruk ertoe leidt dat ze niet rond geraken met het huishouden en zes op tien ook aangeeft dat ze door het werk moeilijk tijd kunnen vrijmaken voor de kinderen, wordt nagegaan hoe ze dit in de praktijk opvangen. Inzake kinderopvang wordt in de eerste plaats de hulp van familieleden ingeroepen. Meer dan een kwart van de zelfstandigen doet een beroep op kinderopvangdiensten. Daarnaast maakt ongeveer één op zes zelfstandigen gebruik van babysits. Een zeer kleine minderheid schakelt een au-pair of nanny in. 22,40% van de ondervraagde zelfstandigen geeft aan dat er niet voldoende plaatsen zijn in de kinderopvang. 21,20% heeft problemen ondervonden met de openingsuren en dagen. 10

Naast hulp bij de zorg voor kinderen, doet 65% van de zelfstandigen beroep op huishoudelijke hulp. Van de groep die huishoudelijke hulp inschakelt, kiest de overgrote meerderheid voor hulp via het systeem van de dienstencheques. Een zeer kleine minderheid gebruikt hiervoor PWA-cheques en 17% doet op een andere manier een beroep op huishoudelijke hulp. De huishoudelijke hulp wordt voornamelijk ingeschakeld om te poetsen. Ook de was en/of strijk wordt uitbesteed, net als het tuinonderhoud. Koken en boodschappen doen, wordt maar in een klein aantal van de gevallen door de huishoudelijke hulp voor zijn of haar rekening genomen. Belangrijk is dat de meeste zelfstandigen aangeven niet minder te willen gaan werken ten voordele van het huishouden. Voor de helft van de respondenten is dit niet mogelijk omdat de zaak er onder zou lijden, omdat dit belangrijke financiële consequenties met zich zou meebrengen of omdat er moet voldaan worden aan de verwachtingen van de klanten. Een vijfde acht het niet wenselijk. Zij willen niet minder werken omdat ze de zaak graag verder willen uitbouwen en er hun passie in kwijt kunnen. Een kwart van de respondenten beschouwt het daarentegen wel als een oplossing. 11

2 BESTAANDE MAATREGELEN Uit de enquête valt af te leiden dat de combinatie privé gezin niet altijd over een leien dakje loopt. Om na te gaan waar verbetering mogelijk is, wordt hieronder bekeken welk beperkt aantal maatregelen reeds bestaan om de combinatie soepeler te doen verlopen. 2.1 MOEDERSCHAPSRUST In België heeft de vrouwelijke zelfstandige die bevalt, recht op acht weken moederschapsrust. Gedurende deze periode heeft ze recht op een moederschapsuitkering die wordt betaald door het ziekenfonds. De uitkering is forfaitair en bedraagt 440,50 EUR per week. De moederschapsrust is deels verplicht, deels facultatief en bestaat uit een periode voorbevallingsrust en een periode nabevallingsrust. De zelfstandige moeder is verplicht om gedurende de periode vanaf zeven dagen voor de vermoedelijke geboortedatum tot twee weken na de bevalling verlof op te nemen. De resterende periode is een facultatieve bevallingsrust. Ze kan met andere woorden zelf kiezen of ze deze rust al dan niet opneemt. De facultatieve voorbevallingsrust kan worden opgenomen tijdens de twee weken voorafgaand aan de verplichte voorbevallingsrust, de facultatieve nabevallingsrust in verschillende vrij te kiezen periodes van zeven dagen, maar uiterlijk binnen 21 weken na de verplichte nabevallingsrust. 2.2 MOEDERSCHAPSHULP Naast de periode van moederschapsrust, hebben vrouwelijke zelfstandigen die bevallen sinds 1 januari 2006 recht op de zogenaamde moederschapshulp. Die hulp is bedoeld om de situatie te verbeteren van de moeders die hun zelfstandige activiteit hervatten en die tegelijk het huishouden bestieren en zorgen voor hun kind. Er wordt hiervoor gebruik gemaakt van het bestaande dienstenchequesysteem. De zelfstandige vrouw krijgt 105 gratis dienstencheques. De totale waarde van dergelijke cheque ligt op 22,30 EUR waarmee één uur huishoudelijke hulp kan worden gekocht. Particulieren betalen 9 EUR voor dergelijke cheque. In het systeem van de moederschapshulp wordt dit aandeel echter gedragen door het globaal beheer van de zelfstandigen gefinancierd via de RSVZ en de RVA, die hiervoor bijkomende alternatieve financiering ontvangen. De dienstencheques houden dus een totaal voordeel van 945 EUR voor de zelfstandige moeder in. UNIZO beschouwt het systeem van moederschapshulp via dienstencheques als een belangrijk duwtje in de rug voor moeders. We kiezen bewust voor dit soort instrumenten, eerder dan voor het verlengen van het moederschapsverlof. Onze ervaring is immers dat zelfstandige moeders niet zozeer vragende partij zijn voor een lang verlof, maar wel op zoek zijn naar ondersteuning om de combinatie werk en 12

gezin te realiseren. Dit omdat zij hun zelfstandige activiteit meestal niet ongestraft, gedurende lange tijd, stil kunnen leggen. Er zijn echter twee problemen met het systeem van moederschapshulp. 2.2.1 Eén op drie zelfstandige moeders vraagt geen dienstencheques aan De dienstencheques worden niet automatisch toegekend. De zelfstandige moet ze schriftelijk aanvragen bij haar sociaal verzekeringsfonds. Dit moet ten laatste gebeuren op het einde van de vijftiende week na de bevalling. Wie de aanvraag te laat indient, verliest onherroepelijk het recht op de dienstencheques. Een vergelijking tussen het aantal moederschapsuitkeringen aan zelfstandige moeders en het aantal aanvragen voor dienstencheques, leert dat niet alle zelfstandige moeders de cheques aanvragen. Het systeem van de moederschapshulp is al een aantal jaren in voege waardoor men toch zou mogen verwachten dat het bestaan ervan wijdverspreid is. Helaas tonen de cijfers aan dat dit nog niet zo is. 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Aantal moeders die recht 5.226 5.422 5.441 5.476 5.474 5.464 5.370 hadden Aantal aanvragen 3.172 3.744 4.124 4.060 3.613 3.782 3.680 In % t.o.v. aantal moeders die recht hadden 60,70% 69,05% 75,79% 74,14% 66,00% 69,21% 68,52% UNIZO betreurt dat niet alle moeders die recht hadden op dienstencheques deze ook gekregen hebben. Slechts een kleine minderheid vraagt er bewust geen aan omdat zij geen hulp via dienstencheques wensen. Veel zelfstandige moeders zijn echter niet op de hoogte van hun rechten of realiseren zich dit pas na het verstrijken van de aanvraagtermijn van 15 weken. De sociale verzekeringsfondsen en de mutualiteiten proberen de zelfstandigen zoveel als mogelijk te informeren, maar voorlopig zonder voldoende resultaat. 2.2.2 Geen garantie op voortbestaan na de staatshervorming De bevoegdheid over dienstencheques is op 1 juli 2014 door de zesde staatshervorming overgeheveld naar de gewesten. Het is daarom geen zekerheid dat de moederschapshulp via dienstencheques zal blijven bestaan. De gewesten kunnen immers aanpassingen aanbrengen aan het algemeen systeem van de dienstencheques, vb. om het betaalbaar en beheersbaar te houden. Het luik moederschapshulp voor zelfstandigen is daarbij slechts een klein (en atypisch) element van het globale dienstencheque dossier en misschien niet de belangrijkste bezorgdheid van de beleidsmakers. Het is dus niet zeker of dit systeem van moederschapshulp via dienstencheques in de toekomst zal blijven bestaan. Dit is een bron van bezorgdheid. Het systeem van moederschapshulp via dienstencheques maakt minstens in de praktijk deel uit van het sociaal statuut van de zelfstandigen. De sociale partners van de SERV hebben zich in een advies van juli 2012 alvast unaniem uitgesproken voor een verderzetting. 13

2.3 ADOPTIEVERLOF Zelfstandigen die een kind adopteren, hebben evenzeer recht op adoptieverlof. De duur varieert in functie van de leeftijd van het kind. Is het kind jonger dan drie jaar bij het begin van het adoptieverlof, dan mag dit maximaal zes weken duren. Bij adoptie van een kind tussen drie en acht jaar, mogen vier weken opgenomen worden. Vanaf acht jaar is geen adoptieverlof meer voorzien. De uitkering bedraagt, net zoals de moederschapsuitkering, 440,50 EUR. 2.4 ZORGVERLOF 2.4.1 Oude regeling Het zorgverlof voor zelfstandigen werd ingevoerd begin 2010. De regeling geldt voor zelfstandigen die hun beroepsactiviteit tijdelijk onderbreken om voor hun zwaar ziek kind te zorgen of hun terminale partner of kind bij te staan. Ze krijgen gedurende één kwartaal een vrijstelling van sociale bijdragen, met behoud van pensioenrechten. Merk op dat de zelfstandigen die hierop beroep doen dus geen uitkering ontvangen om het verlies aan beroepsinkomen gedurende deze periode te ondervangen. Zij krijgen louter de vrijstelling voor de sociale bijdragen van één kwartaal. Zelfstandigen die palliatief verlof opnemen, kunnen daarentegen wel bovenop de vrijstelling een bescheiden uitkering ontvangen. Deze bedraagt twee keer het minimumpensioen als alleenstaande. Zeer weinig zelfstandigen nemen zorgverlof op om voor hun ernstig ziek kind te zorgen of om palliatieve bijstand te verlenen aan hun kind of partner. Dat blijkt uit cijfers van de RSVZ. In 2011 namen dertien zelfstandigen verlof om voor een ernstig ziek kind te zorgen. In 2012 ging het om acht mensen. Negen zelfstandigen namen palliatief verlof op in 2011. In 2012 waren dat er zes. 2.4.2 Nieuwe regeling Het beperkt succes van het zorgverlof lag aan een aantal factoren. Ten eerste worden gelukkig weinig zelfstandigen geconfronteerd met ernstig zieke kinderen of de nood aan palliatieve zorg bij een partner of kind. Daarnaast waren er ook een aantal hindernissen voor de zelfstandige om dit verlof op te nemen. Zo past de voorwaarde dat de zelfstandige activiteit volledig moet worden onderbroken vb. niet bij de realiteit van het zelfstandig statuut. Vaak wil men zijn activiteit wel terugschroeven, maar is helemaal niet stoppen niet haalbaar. 14

De regering heeft recent echtere een wetsontwerp goedgekeurd dat het zorgverlof op verschillende vlakken gevoelig zal uitbreiden. Waar men in het kader van het bestaande zorgverlof vandaag enkel zelfstandigen ondersteunt die instaan voor de zorg van een ernstig ziek kind of van een terminaal ziek(e) kind of partner, zouden na de vooropgestelde hervorming ook zelfstandigen die de zorg opnemen voor een gehandicapt kind, tijdelijk ondersteuning kunnen genieten. De bestaande regelingen ondersteunen enkel zelfstandigen die zorgen voor een kind of een partner (gehuwd of wettelijk samenwonend). Na de vooropgestelde hervorming mag naast de partner elke bloed- of aanverwant tot de tweede graad of elk ander familielid dat officieel deel uitmaakt van het gezin van de zelfstandige, het voorwerp uitmaken van de beoogde zorgactiviteit. De voorwaarde dat de zelfstandige zijn activiteit volledig moet stopzetten, vervalt. Voortaan wordt het dus ook mogelijk om een (zij het lagere) uitkering te krijgen voor de zelfstandige die zijn activiteit vermindert met het oog op het geven van zorg. Als de persoon waarvoor zorg wordt gedragen binnen de maand overlijdt, zal de uitkering wel een volledige maand worden toegekend, waar dit vroeger niet gebeurde. Op dit ogenblik wordt enkel voorzien in een uitkering wanneer de zelfstandige zijn activiteit stopzet in het kader van palliatieve zorgactiviteit. De hervorming voorziet dat voortaan ook rechten op een uitkering kunnen worden geopend wanneer de zelfstandige zijn activiteit stopzet om te zorgen voor een ernstig ziek familie- of gezinslid dan wel voor een gehandicapt kind. De periode tijdens dewelke een uitkering kan worden genoten, wordt uitgebreid en dit van 3 naar 12 maanden. De uitkering zal gelijk zijn aan het bedrag van het minimumpensioen. De uitkering voor de zelfstandige die zijn activiteit niet volledig stopt, wordt tot de helft verminderd. De zelfstandige die zijn activiteit in het kader van dit zorgverlof een vol kwartaal heeft stopgezet, krijgt voor dit kwartaal een vrijstelling van sociale bijdragen. Met het oog op de pensioenopbouw is dit een gelijkgestelde periode, waardoor een geen pensioenrechten verloren gaan. 2.5 DE VERVANGENDE ONDERNEMER Het systeem van de vervangende ondernemer bestaat sinds 2010. Bedoeling was de zelfstandige de mogelijkheid te bieden om de continuïteit van zijn zaak naar de klanten toe te waarborgen in geval van tijdelijke afwezigheid. Elke ondernemer die als natuurlijke persoon werkt, kan zich laten vervangen voor een maximumperiode van 30 dagen per kalenderjaar. In welbepaalde gevallen is er een verlenging van de periode van 30 dagen mogelijk, bijvoorbeeld in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid of in geval van het opnemen van de moederschapsrust door de zelfstandige moeder. Tijdens de duur van de vervanging moet de vervangen zelfstandige alle beroepsactiviteiten stopzetten. De kandidaat vervanger die zelf geen zelfstandige is, moet zich inschrijven in het Register van Vervangende Ondernemers via een ondernemingsloket naar keuze. De inschrijvingskosten bedragen 15

tussen de 30 en 79 EUR. Bovendien moet hij ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Vervolgens sluiten de zelfstandige en de kandidaat-vervanger een vervangingsovereenkomst. UNIZO heeft altijd positief gestaan tegenover het systeem van de vervangende ondernemer. Helaas moet wel vastgesteld worden dat het weinig succes kent. Sinds de introductie van de regeling in 2010, schreven amper 48 vervangende ondernemers zich in, op een totaal van 752 activiteiten. Het aantal ingeschrevenen was midden 2013 zelfs gedaald tot 15. Dit kan als volgt worden verklaard: Sommige zelfstandigen trekken zich momenteel uit de slag door los van het register een vervanger te vinden. Sommige vervangers hebben al een volwaardige zelfstandige activiteit en/of zien geen meerwaarde bij de inschrijving in het register. Sommige beroepsorganisaties met veel draagkracht hebben reeds hun eigen vervangingssysteem georganiseerd (cf. de landbouwer, de medische beroepen, enz.). Sommige zelfstandigen zijn niet bereid om hun onderneming in de handen van iemand anders over te laten. UNIZO pleit daarom voor een aantal wijzigingen die de aantrekkelijkheid en werkbaarheid van het systeem kunnen verhogen. Zo moet het register opengetrokken worden naar alle personen die op zelfstandige basis vervangingen willen doen. Het register moet dan een laagdrempelige tool worden waar zelfstandigen die zich willen laten vervangen en vervangers elkaar kunnen vinden. 16

3 UNIZO VOORSTELLEN Zoals hierboven uiteengezet zijn er een aantal maatregelen waarop zelfstandigen beroep kunnen doen. Dit zijn echter steevast maatregelen beperkt in de tijd. Zo hebben zelfstandige moeders recht op bevallingsrust en hulp en hebben zelfstandige ouders recht op adoptie- en zorgverlof. Daarnaast kan men bij een tijdelijke afwezigheid beroep doen op een vervangende ondernemer. Dit zijn geen structurele oplossingen die zelfstandigen in staat stellen om in de loop van hun professionele carrière het uitbouwen en leiden van de eigen zaak te combineren met het gezinsleven. Uit de enquête komt naar voor dat slechts een klein deel van de zelfstandigen de combinatie tussen werk en gezin lichter wil maken door minder te gaan werken. Een grote meerderheid is er alvast geen voorstander van om systemen zoals tijdskrediet of ouderschapsverlof door te voeren, zoals dit bij de werknemers geldt. Er is integendeel nood aan bijkomende ondersteuning van zelfstandige ouders door externen. De UNIZO voorstellen hieronder pikken daar op in. 3.1 ALGEMENE VOORSTELLEN Het voorzien van meer plaatsen in de kinderopvang, ook s avonds, tijdens het weekend en/of op flexibele uren. De mogelijkheden uitbreiden om kinderopvang aan huis te organiseren. Het behoud van het algemeen systeem van dienstencheques door de deelstaten en het blijven inzetten van dit systeem om de combinatie tussen arbeid en gezin te vergemakkelijken. Het behoud van het systeem van moederschapshulp via dienstencheques. Pas bevallen zelfstandige moeders moeten ook in de toekomst 105 dienstencheques krijgen om de overgang naar het actieve leven te vergemakkelijken. De uitbouw van een laagdrempelig internetplatform waar zelfstandigen die zich willen laten vervangen en vervangers elkaar kunnen vinden. 3.2 INVOERING VAN EEN SYSTEEM VAN ONDERSTEUNERS UNIZO pleit voor de invoering van een systeem van ondersteuners, waar zowel zelfstandigen als werknemers gebruik van moeten kunnen maken. Veel jonge en minder jonge ouders worstelen met de combinatie tussen arbeid en gezin en zouden graag beroep doen op externen voor ondersteuning, vb. in de vorm van kinderopvang na de schooluren en in de vakanties en dit al dan niet in combinatie met huishoudelijke taken. Daarnaast zijn er veel 17

personen die niet noodzakelijk hulpbehoevend zijn, maar die wel nood hebben aan ondersteuning in de vorm van gezelschap en licht huishoudelijk werk. Deze noden kunnen niet allemaal op de klassieke manier door voorzieningen en organisaties worden ingevuld. Gezinnen hebben net behoefte aan (occasionele) kinderopvang wanneer de crèches en de buitenschoolse opvang gesloten zijn. Het invullen van lichte zorgvragen via de bestaande stelsels van thuiszorg en dienstencheques is niet haalbaar en spijtig genoeg niet betaalbaar. Er zijn echter wel heel wat personen die dit soort diensten van beperkte omvang zouden willen leveren (maar dit vandaag niet doen). Personen bijvoorbeeld die nog niet beroepsactief zijn (studenten) of die het beroepsleven achter zich hebben gelaten (gepensioneerden) en die een beperkte activiteit willen verrichten met een sterk menselijk en ondersteunend karakter. Indien deze mensen elkaar vinden, is het echter niet evident om de daaruit vloeiende verhouding wettelijk correct te structureren: Arbeidsovereenkomst: De drempel bij de opdrachtgever voor het afsluiten van een arbeidsovereenkomst ligt hoog. Aan het statuut van werkgever zijn heel wat arbeidsrechtelijke verplichtingen verbonden. Op financieel vlak moet rekening gehouden worden met de mogelijke toepassing van de RSZ-wet, al geldt er een uitzondering in geval van occasionele huishoudelijke arbeid (max. 8 uur per week bij één of meerdere werkgevers) en een beperking in geval van de tewerkstelling van een dienstbode. De werknemer zal wel altijd belastingen moeten betalen op hetgeen hij verdient. Zelfstandige: Als de betrokkene de hoedanigheid van zelfstandige aanneemt, moet hij zich inschrijven bij een sociaal verzekeringsfonds. In het merendeel van de gevallen zal dit als zelfstandige in bijberoep, gelijkgesteld met bijberoep of als gepensioneerde zelfstandige zijn. Vanaf een bepaalde inkomensgrens (1.419,50 EUR per jaar voor bijberoepers; 2.839 EUR per jaar voor gepensioneerde zelfstandigen) moeten sociale bijdragen betaald worden. In sommige gevallen zal men zelfs als zelfstandige in hoofdberoep worden beschouwd en zal de minimumbijdrage van 727,21 EUR per kwartaal verschuldigd zijn. Bovendien moeten er altijd ook belastingen worden betaald. Vrijwilligersvergoeding: De vrijwilligersvergoeding is vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen. Er geldt echter een maximum van 32,71 EUR per dag en 1.308,38 EUR per jaar. De vergoeding kan bovendien maar toegekend worden in een specifieke situatie. Het gaat om een vergoeding die (door een vereniging) aan de vrijwilligers van deze vereniging wordt betaald. Er is dus een maatschappelijke behoefte die niet ingevuld wordt en tegelijk zijn er heel wat personen die deze taken in beperkt volume zouden kunnen opnemen. Zij zouden dit mogelijk wel doen indien er een eenvoudig en laagdrempelig statuut voor bestaat. UNIZO wil daarom een systeem van ondersteuners in het leven roepen. Een ondersteuner is een persoon die als bijverdienste gezinsondersteunende en persoonsondersteunende diensten (zoals kinderopvang, huishoudelijke hulp, beperkte verzorging, gezelschap houden, enz.) levert aan actieve gezinnen. Elk gezin zal gedurende maximum 500 uur per jaar beroep kunnen doen op één of meerdere 18

ondersteuners. De ondersteuners zelf zouden maximum 5.500 EUR bruto per jaar via dit systeem kunnen bijverdienen. 3.2.1 Doelgroep ondersteuners Het is niet de bedoeling dat het statuut van ondersteuner een voltijdse beroepsbezigheid wordt. Het gaat uitdrukkelijk om een bijverdienste. Personen die het statuut van ondersteuner mogen aannemen: Studenten Gepensioneerden Werknemers met een arbeidsovereenkomst die minstens een 4/5 de tewerkstelling omvat Zelfstandigen in hoofdberoep Meewerkende echtgenoten Zelfstandigen gelijkgesteld met bijberoep (art. 37) Arbeidsongeschikten en invaliden voor wie geen herclassering meer mogelijk is en die voor de activiteit de toelating krijgen van de adviserend geneesheer (of de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit) Personen die het statuut van ondersteuner niet mogen aannemen: Werklozen Bruggepensioneerden Arbeidsongeschikten en invaliden voor wie herclassering nog mogelijk is 3.2.2 Doelgroep gebruikers soort van diensten De ondersteuner kan enkel gezinsondersteunende en persoonsondersteunende diensten leveren, zoals: Kinderopvang: buitenschoolse kinderopvang, flexibele kinderopvang, urgentieopvang en de opvang van zieke kinderen Huishoudelijke hulp: koken, opruimen, was en strijk, onderhoud van de woning Beperkte verzorging: dagelijks toilet Gezelschap houden van zieken, bejaarden en andersvaliden De diensten die een vervangende ondernemer kan leveren 19

3.2.3 Grenzen Om te vermijden dat het ondersteunen een voltijdse beroepsbezigheid wordt of dat gezinnen of personen quasi permanent van dit systeem gebruik zouden maken, gelden de volgende grenzen: Een maximum inkomen via het systeem van ondersteuner van 5.500 EUR bruto per persoon; Geen mogelijkheid om als ondersteuner beroepskosten te maken; Elk gezin kan gedurende maximum 500 uur per jaar op ondersteunende ondernemers beroep doen; De ondersteunend ondernemer kan per uur maximaal 11 EUR aanrekenen. 3.2.4 Administratief Een ondersteuner wordt een specifieke categorie van zelfstandige, met zeer lichte administratieve verplichtingen. Men kan op twee manieren ondersteuner worden en aan de verbonden administratieve verplichtingen voldoen. Ofwel regelt men alles zelf. Om ondersteuner te worden, volstaat dan een inschrijving in een daarvoor gecreëerde website, beheerd door de RSVZ. Deze inschrijving is gratis. Voor controledoeleinden geeft de ondersteuner elk te presteren uur vooraf of binnen een termijn van 24 uur in de website in. Een alternatieve manier om ondersteuner te worden, is via registratie bij een bemiddelende organisatie. Het moet gaan om een vzw die erkend is binnen dit systeem. Deze vzw neemt de administratieve verplichtingen van de ondersteuner over (invoering prestaties) en controleert of de grenzen worden gerespecteerd. Om van de diensten van een ondersteuner gebruik te maken, volstaat het zich in te schrijven op de website of te registreren bij een of meerdere bemiddelende organisaties. De inschrijving of registratie kan een eenmalige, kleine kost met zich meebrengen. Per gebruiker wordt elk afgenomen uur ook in het systeem ingegeven. Dit maakt kruiscontrole mogelijk. Zowel de ondersteuner als de gebruiker worden tijdig verwittigd wanneer zij de grenzen van gebruik dreigen te overschrijden. 20

3.2.5 Sociale zekerheid en belasting Het inkomen dat als ondersteuner gegenereerd wordt (max. 5.500 EUR bruto), is vrijgesteld van sociale bijdragen. Er is ook geen belasting verschuldigd. Via het statuut van ondersteuner wordt geen enkel sociaal recht opgebouwd. ************** 21